19.12.2023 Views

Adviesbundel - Participatieve basishouding

In deze adviesbundel onderzoekt Ouderspunt wat een participatieve basishouding betekent. En waarom vergroot een participatieve basishouding de slaagkansen van een traject in de gezins- en jeugdhulp?

In deze adviesbundel onderzoekt Ouderspunt wat een participatieve basishouding betekent. En waarom vergroot een participatieve basishouding de slaagkansen van een traject in de gezins- en jeugdhulp?

SHOW MORE
SHOW LESS

Create successful ePaper yourself

Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.

<strong>Participatieve</strong><br />

<strong>basishouding</strong><br />

december 2023<br />

Meer info?<br />

www.ouderspunt.be


2


INHOUD<br />

1. Wat is een participatieve <strong>basishouding</strong>? 4<br />

2. Wie bepaalt de aanpak? 8<br />

3. Rechten in de gezins- en jeugdhulp 14<br />

4. Rechten alleen volstaan niet 16<br />

5. De relatie telt 24<br />

6. Participatie van bij de start 28<br />

7. Tools en aanpak helpen ook 32<br />

8. ‘Dé goede hulpverlener’ volgens ouders 34<br />

9. Participatief werken als het moeilijk gaat 38<br />

3


1. Wat is het?<br />

Participatie en een participatieve <strong>basishouding</strong> zijn geen doel op zich.<br />

Het is de manier waarop volgens cliënten in de gezins- en jeugdhulp<br />

de begeleiding meer kans op slagen maakt.<br />

Als ouders van jongeren in de gezins- en jeugdhulp zich op een<br />

respectvolle en evenwaardige manier behandeld voelen, kunnen zij<br />

beter samenwerken met hulpverleners. Samenwerken is samen ‘heel<br />

de weg gaan’, met een open houding, van bij de start van het traject<br />

tot wanneer de ouders en de jongere weer alleen op weg kunnen.<br />

Het ultieme doel is de best mogelijke ondersteuning bieden aan<br />

jongeren die hulp nodig hebben bij het opgroeien. De contextbegeleiding<br />

betrekt ouders bij dit proces. De manier waarop dit<br />

gebeurt, bepaalt mee de slaagkansen van het hulpverleningstraject.<br />

Ouders en hupverleners spreken van een manier van samenwerken<br />

die zij participatief noemen. Maar beide partijen vullen dat anders in.<br />

Want, zeggen ouders, methodieken alleen zijn niet genoeg. Veel hangt<br />

ook af van de <strong>basishouding</strong> van de hulpverlener.<br />

Als we spreken over ‘echte’ participatie gaat dit over kansen bieden<br />

om heel het hulpverleningsproces samen met ouders aan te gaan.<br />

Zodat zij ook echt over de hele lijn betrokken zijn.<br />

Zonder steun verder kunnen: dat is het einddoel. De regie ligt dan<br />

weer terug in handen van de cliënt. Evaluatie met en door alle<br />

betrokkenen hoort hier ook bij. Niet alleen over de uitkomst van het<br />

hulpverleningsproces, maar ook over de manier waarop de<br />

begeleiding is verlopen.<br />

4


5


<strong>Participatieve</strong> <strong>basishouding</strong> is:<br />

elkaar informeren, elkaar begrijpen, rekening houden met verschillende<br />

standpunten, een gesprek hierover voeren, pro’s en contra’s<br />

geven, meningsverschillen een plaats geven, advies vragen en geven,<br />

afspraken maken waar iedereen zich goed bij voelt, ieder zijn aandeel<br />

scherpstellen, ieder zijn verantwoordelijkheid duidelijk krijgen, ieder<br />

zijn sterktes aanspreken, ieder zijn zwakten onderkennen,<br />

samenwerken … en kijken of het goed was.<br />

Wat kan helpen?<br />

• Methodieken gebruiken die cliënten betrekken bij het<br />

hulpverlenersproces.<br />

• Altijd luisterbereid zijn en uitleg geven bij elke stap.<br />

• Cliënten steeds respectvol en gelijkwaardig benaderen.<br />

• Bewust zijn dat dit dé <strong>basishouding</strong> is voor iedere hulpverlener.<br />

Bedenkingen<br />

• Is gelijkwaardigheid geen illusie als het gaat over een<br />

hulpverleningsrelatie?<br />

• Hebben professionelen dan niet méér de macht in handen? Zij<br />

moeten immers hun doelen halen, zij kennen de regels van het spel.<br />

• Staan ouders niet altijd aan de vragende, onmachtige kant?<br />

• Spelen er niet méér gevoelens aan de kant van cliënten?<br />

• Als we dan toch participatief moeten werken, hoe doen we dat dan?<br />

• Schijnparticipatie ligt altijd op de loer.<br />

6


Dit zeggen ouders:<br />

• Vele ouders voelen zich niet voldoende geïnformeerd over wat ze<br />

kunnen verwachten.<br />

• De cliëntpositie en de relatie met de hulpverlening is steeds<br />

beladen met emoties.<br />

• Ouders en hulpverleners maken samen deel uit van het hulp<br />

verleningssysteem.<br />

• De uitnodiging tot betrokkenheid moet volgens ouders uitgaan van<br />

de professionelen, zij staan immers aan de kant van de organisatie<br />

van de hulpverlening, de macht tot uitnodigen ligt in hun handen.<br />

• Het is evident dat hulpverleners niet alle aspecten herkennen van<br />

het verhaal van ouders die hulpvrager of hulpontvanger zijn. Er is<br />

een verschil tussen het ‘leven’ van gezinnen en de ‘formele’ agenda’s<br />

van professionelen.<br />

• Het is belangrijk dat hulpverleners beseffen dat hun eigen acties,<br />

ondanks goede intenties, heel slechte gevolgen kunnen hebben.<br />

Het is steeds belangrijk om stil te staan bij de effecten van het<br />

handelen.<br />

• Soms kan de hulpverlening niet zien dat de context waarin de ouder<br />

zich bevindt heel bepalend is. Als je als ouder voor een jeugdrechter<br />

zit, kan je je door de druk en spanning heel klein voelen of<br />

net heel boos. Hulpverleners denken dan soms dat de ouder altijd<br />

zo is. Ze houden geen rekening met de context.<br />

7


2. Wie bepaalt de<br />

aanpak?<br />

Vermits professionelen de ‘macht’ in handen hebben, bepalen zij vaak<br />

de aanpak van de hulpverlening. Hulpverleners doen dat in overeenstemming<br />

met de regelgeving, dat is het kader waarbinnen zij werken.<br />

Ook hun opdracht en de verwachtingen van de overheid beperken<br />

hun bewegingsvrijheid. Het is belangrijk dat hulpverleners dit communiceren,<br />

want dat hoort ook bij participatief samenwerken.<br />

Ook ouders hebben een groot stuk in handen als het gaat om de aanpak<br />

van het hulpverleningstraject. Zij kennen het probleem, zij kennen<br />

hun kind. En zij weten hoe de problematiek ingrijpt in het leven van<br />

ieder gezinslid. Zij ondervinden ook wat hulpverlening hierbij teweegbrengt,<br />

zowel de positieve als de ontwrichtende effecten.<br />

Participatief werken houdt ook in:<br />

• Ieder verhaal zijn plaats geven.<br />

• Ieder zijn taak en begrenzing aanvaarden.<br />

8<br />

“Ouders twijfelen.<br />

Zij moeten soms risico’s<br />

durven nemen om vooruit<br />

te komen. Dat is menselijk.<br />

Ook hulpverleners twijfelen en<br />

moeten (en kunnen) net als<br />

ouders niet alles weten.”


Hindernissen die kunnen meespelen:<br />

• Hulpverleners praten in vakjargon, dat begrijpen ouders niet.<br />

• Vage termen helpen niemand en kunnen fout worden ingevuld.<br />

• Cliënten moeten zich inpassen aan de werking van de dienst, maar<br />

zij hebben misschien ook nog andere noden.<br />

• Hulpverleners komen in aanraking met de vele lagen die spelen in<br />

een gezin.<br />

• Hulpverleners krijgen de emoties mee van de verschillende<br />

betrokkenen.<br />

• Hulpverleners moeten aan de slag met uiteenlopende verhalen<br />

en verwachtingen.<br />

• Cliënten en hulpverleners geven andere betekenissen aan feiten<br />

en woorden.<br />

• Hulpverleners hanteren methodieken om hun doelen te bereiken,<br />

maar cliënten vragen ook aandacht voor hen als mens, voor hun<br />

verhaal en hun hoop.<br />

• Hulp verlenen is een job die de hulpverlener organiseert binnen<br />

bepaalde uren terwijl gezinnen de hele tijd leven met de hulpnood.<br />

9


“Hulpverlening werkt op korte termijn,<br />

ze neemt beslissingen en komt tussen in een<br />

ouder-kindrelatie. Dat heeft voor het gezin op<br />

lange termijn gevolgen.<br />

Dat moet men heel goed beseffen.<br />

Er is een groot verschil tussen enerzijds een hulpverlener<br />

die binnen het gegeven kader zijn job<br />

goed doet en beslissingen neemt en anderzijds<br />

het gezin dat in zijn privésituatie en in de<br />

ouder-kindrelatie de gevolgen draagt van die<br />

beslissingen. Een jaar zoeken naar wat het<br />

probleem is (van OOOC naar huis en terug naar<br />

OOOC of een andere instelling …) is ook een jaar<br />

schoolverlies. Ondertussen heeft mijn kind een<br />

jaar achterstand op school.”<br />

Vraag aan ouders: ‘Zou je zelf graag het beroep van hulpverlener<br />

uitoefenen? Waarom wel/niet?’<br />

Het moeilijkste is, volgens de meeste ouders, mens blijven en niet ten<br />

onder gaan aan alle problemen en emoties die er bijhoren.<br />

10<br />

“Het beroep van<br />

hulpverlener speelt sterk op<br />

gevoelens. Het gaat over<br />

problemen (niet van één kind,<br />

maar van alle kinderen die daar<br />

zijn) en je moet het kunnen<br />

loslaten wanneer je job<br />

gedaan is.”


Wat zouden ouders anders doen?<br />

• Jeugdzorg zou gezinszorg moeten worden.<br />

• Veel meer tijd en ruimte voorzien voor het gesprek met de ouders.<br />

Echt praten en luisteren mogelijk maken. Voor de start beter luisteren<br />

en betere informatie geven.<br />

• Hulpverleners moeten stilstaan bij hun ‘normale’ aanpak en de<br />

gevoelens die het oproept bij cliënten (zowel bij ouders als bij<br />

jongeren).<br />

• Meer administratie voorzien om ouders te beschermen en<br />

duidelijkheid te geven. Ouders de afspraken op papier geven, hen<br />

verslagen geven en laten aanvullen.<br />

• Zaken over de omgang met cliënten controleerbaarder maken,<br />

meer vastleggen, zodat ouders meer vat krijgen op de situatie.<br />

• Begeleiders en consulenten verplichten om zich te verantwoorden.<br />

Laat ze uitleg geven bij handelen en het waarom van hun<br />

beslissingen.<br />

• Meer mensen inzetten om advies en steun te geven aan ouders,<br />

voor de zaken uit de hand lopen.<br />

• Zorgen dat er meer inspraak is, maar zet cliënten niet op hun<br />

eentje tegenover een heel team van hulpverleners.<br />

• Van begeleider mogen veranderen als het niet klikt.<br />

• De macht van het team in evenwicht brengen met de inbreng/<br />

macht van cliënten.<br />

• Ouders betrekken bij een teamoverleg en zorgen dat ze in een<br />

evenwaardige positie zitten.<br />

• Teams zouden hun handelen en denken in vraag mogen stellen.<br />

Soms zou het helpen om een ouder mee aan tafel te zetten en zo<br />

een nieuwe visie in het gesprek te brengen.<br />

11


12<br />

“Zorg dat er oprecht tijd en ruimte is<br />

voor een gesprek tussen ouders en jongeren.<br />

Voorzie een gezellige ruimte, waar niemand<br />

je ziet of stoort.<br />

Geef ouders de nodige tijd om iets echt uit te praten<br />

met hun kind. Verwacht daarbij niet dat dit lukt binnen<br />

één uur. Dat is te weinig tijd om je kind te berispen,<br />

begrip te tonen, luisteren naar gevoelens en uiten<br />

hoe jij als ouder je voelt.<br />

In een normaal gezin vraagt dit ook tijd.<br />

Denk aan een puber die even moet afkoelen,<br />

ouders die samen overleggen en de dag erna<br />

samen verder praten.”


Bij het afnemen van testen en checklisten<br />

dreigt het gevaar dat vooroordelen meespelen.<br />

Zelfs zonder dat hulpverleners daar bij stil staan.<br />

Het zou goed zijn dat hulpverleners dit soort<br />

instrumenten eens met een andere bril bekijken.<br />

Daarom is het waardevol dat zij het zelf eens ervaren.<br />

Dat kan door deel te nemen aan een test over zichzelf,<br />

hun gezin, familie en kennissen. Ga daarna ook na of<br />

bepaalde conclusies terecht zijn.<br />

De signaallijst van Integrale Jeugdhulp is met deze<br />

bril bekeken en nadien herschreven. Zie methodieken<br />

als een hulpmiddel om tot dialoog te komen.<br />

Niet als een manier om zekerheid en bewijs te vinden<br />

voor eenzijdige conclusies.<br />

13


3. Rechten in de<br />

gezins- en jeugdhulp<br />

Cliënten in de gezins- en jeugdhulp hebben rechten.<br />

Dat versterkt hun positie. Ze moeten daarom wel hun rechten kennen.<br />

Hulpverleners moeten ze toelichten, zodat ouders en jongeren weten<br />

wat ze concreet betekenen.<br />

Dit zijn de rechten van ouders die het Agentschap Opgroeien vermeldt<br />

op hun website.<br />

• Informatie en inspraak<br />

• Instemmen en weigeren<br />

• Privacy en persoonlijke levenssfeer<br />

• Klachtrecht<br />

• Inzage<br />

• Bijstand<br />

• Hulp is vertrouwelijk<br />

• Regelmatig opvolgen<br />

Naast deze rechten (specifiek opgesteld voor mensen die zich in de<br />

hulpverlening bevinden) gelden natuurlijk ook de rechten waarvan<br />

iedereen geniet, zoals recht op privacy, de bescherming van de persoonlijke<br />

gegevens 1 , het recht op een gezinsleven.<br />

Ouders melden dat het niet evident is om deze rechten af te dwingen.<br />

Zij verwachten dat professionelen bij elke stap deze rechten respecteren<br />

en dat alle procedures, documenten of andere tools die men inzet,<br />

de rechten van cliënten garanderen.<br />

14


Wat kan helpen?<br />

• Bouw systemen op zo’n manier uit dat ze transparantie en<br />

participatie uitlokken.<br />

• Wanneer elk verslag samen met de ouders en jongeren wordt opgesteld,<br />

worden al drie belangrijke rechten in de praktijk omgezet:<br />

informatie en inspraak, inzage en regelmatig opvolgen<br />

• Laat cliënten bij digitale systemen regelmatig een update<br />

uitvoeren. Deze methode is ook gekend bij andere vormen van<br />

dienstverlening. Dat is zeker nodig in functie van veranderende<br />

relaties in de omgeving van de jongere en de ouders.<br />

• Werk bij formulieren en digitale systemen met ingebouwde informatie,<br />

bijvoorbeeld via pop-ups die antwoorden bieden op vragen<br />

rond rechten van cliënten.<br />

• Zorg er als hulpverlener voor dat je bij de start van het hulpverleningstraject<br />

informatie op verschillende manieren meegeeft<br />

en verwijs op een concrete manier naar de rechten van cliënten.<br />

Geef hen bijvoorbeeld het webadres van bepaalde diensten<br />

mee, zoals op website van de eigen voorziening, van het<br />

agentschap Opgroeien of van Ouderspunt.<br />

15


4. Rechten alleen<br />

volstaan niet<br />

Rechten hebben is één ding, ze krijgen is iets anders.<br />

Met rechten alleen kom je er niet.<br />

‘Formeel in orde zijn’ is niet genoeg. Cliënten moeten hun rechten<br />

kunnen uitoefenen. De relatie, de inzet en de houding van de<br />

hulpverlener bepaalt hier veel. In wat volgt geven we op basis van<br />

ervaringen van ouders mee dat rechten respecteren altijd moet<br />

samengaan met een respectvolle en participatieve <strong>basishouding</strong>.<br />

Hier reflecteren ouders over deze rechten.<br />

Informatie en inspraak<br />

16<br />

“Over belangrijke keuzes<br />

moet er met iedereen een gesprek<br />

zijn. Bij voorkeur samen aan één tafel.<br />

Het probleem is dat er gesprekken zijn<br />

met de begeleider voor de ouders. Zij<br />

hadden het gevoel gehoord te zijn en<br />

dachten dat ze tot een goede afspraak<br />

waren gekomen. Ook was er een gesprek<br />

tussen de jongere en zijn<br />

begeleider. Wat in beide gespreken<br />

besproken was, kwam samen in het<br />

team. Daar viel een beslissing die<br />

niemand herkende. Het was een ‘teambeslissing’.<br />

Zo hebben ouders het gevoel<br />

dat ze geen vat hebben op wat er<br />

gebeurt en op hoe het<br />

verder moet.”


“Voor ouders buiten<br />

de jeugdhulp is het<br />

normaal dat zij de schoolkeuze<br />

van hun kinderen<br />

bepalen. Ook hulpverleners<br />

moeten die keuze<br />

respecteren en hierover<br />

niet in strijd gaan<br />

met ouders.”<br />

Instemmen en weigeren<br />

“Een veel gehoord knelpunt<br />

is dat ouders vrijwillig om hulp<br />

kunnen vragen, maar dat zij zich<br />

daarna ‘gevangen’ voelen.<br />

Ouders weten bij de start niet<br />

dat ze de eerste 6 maanden niet<br />

meer uit het hulpverleningstraject<br />

kunnen stappen. Dat vinden<br />

ouders geen vrijwillige<br />

hulpverlening. ”<br />

“Als iemand in de hulpverlening<br />

een fout maakt dan plaats de hele<br />

organisatie zich achter de<br />

hulpverlener. Als ouder heb je er<br />

op dat moment niets meer tegenin<br />

te brengen. Er zou een dienst<br />

moeten zijn, waar je als ouder op<br />

dat moment terecht kan. Een dienst<br />

die de rechten van de<br />

jongere en de rechten van de<br />

ouders verdedigt.”<br />

17


Privacy en persoonlijke levenssfeer<br />

“Soms vraag je als ouder hulp,<br />

maar heb je zelf niet meer in handen waar<br />

deze hulp stopt. Het is belangrijk dat<br />

hulpverleners beseffen dat deze hulp en de<br />

manier waarop die wordt gegeven, zoveel<br />

impact heeft op ouders en kinderen. Kinderen<br />

dragen dit in hun volwassen leven verder mee.<br />

Als ouder blijf je ook twijfelen: had ik hulp<br />

moeten inschakelen, had ik dit misschien<br />

beter niet gedaan of had ik dit misschien op<br />

een andere manier moeten doen?<br />

Ouders voelen zich dan ook heel vaak schuldig<br />

over wat is gebeurd. Het is essentieel dat<br />

hulpverleners luisteren naar wat de<br />

precieze vraag is en dat ze de nood aan hulp<br />

niet in stand houden. De rechten en plichten<br />

van ouders moeten tijdens het ganse<br />

hulpverleningsproces steeds bewaakt<br />

worden.”<br />

18


“Door tussenkomst van de hulpverlening<br />

staan al snel belangrijke figuren uit het leven van het<br />

kind op een afstand. Afhankelijk van de aanpak en<br />

de houding van hulpverleners komt er een grotere<br />

afstand naar de ouders, broers en zussen.<br />

De context (waarmee in de hulpverlening gewerkt<br />

wordt in kader van de begeleiding) is niet alleen<br />

belangrijk in het begeleidingsplan van de<br />

hulpverlening, het is voor de jongere ook emotioneel<br />

belangrijk. Ouders en hulpverleners moeten deze<br />

context respecteren en bevragen Dat is soms een<br />

probleem bij gescheiden ouders, omdat de ouder<br />

waarbij het kind woont, vaak meer informatie krijgt.<br />

Bij nieuw samengestelde gezinnen wordt de<br />

zorgouder niet altijd betrokken. Er moet<br />

medezeggenschap zijn en het is belangrijk dat<br />

ouders en hulpverleners hier<br />

van bij de start met zorg<br />

mee omgegaan.”<br />

19


Klachtrecht<br />

“Je moet als ouder ook de<br />

verantwoordelijke van een<br />

dienst kunnen aanspreken.”<br />

Inzage<br />

“Volgende zaken moeten<br />

duidelijk zijn. Doel van een<br />

dossier. Termijn dat het wordt bij<br />

“Wanneer een dossier<br />

gehouden en met wie de informatie<br />

wordt doorgegeven naar een<br />

wordt gedeeld. Wees ook duidelijk<br />

dienst, weet men niet welke<br />

over de manier van inzage, updaten<br />

informatie het dossier bevat. Indien<br />

en corrigeren van de informatie.”<br />

ouders een recht tot aanvulling hebben,<br />

is er meer garantie dat ook hun visie is<br />

opgenomen in het dossier. Ouders moeten<br />

ook weten hoe hun situatie is voorgesteld.<br />

Dat kan doordat hulpverleners de<br />

formulering navragen bij ouders of door<br />

een apart luik toe te voegen voor<br />

de ouders. Net zoals bij een<br />

PV van de politie.”<br />

20


Bijstand<br />

“De instelling kan een kind<br />

weigeren op basis van<br />

bijvoorbeeld ziekte, maar als ouder<br />

heb je geen keuze. Je hebt niet de<br />

keuze het leven met het kind te<br />

weigeren, noch het leven<br />

met de ziekte.”<br />

“Je moet als ouder<br />

het recht krijgen te<br />

veranderen van hulpverlener<br />

als een vlotte<br />

samenwerking niet meer<br />

mogelijk is.”<br />

“Het moet bij de start van<br />

een hulpverleningstraject<br />

duidelijk zijn dat de mogelijkheid<br />

bestaat om een vertrouwenspersoon/steunfiguur<br />

in te<br />

schakelen. Niet pas<br />

wanneer blijkt dat<br />

het niet klikt.”<br />

21


Hulp is vertrouwelijk<br />

“We hebben het gevoel dat je met<br />

kritiek of boosheid niet terecht kan bij<br />

hulpverleners. De begeleiding roept nochtans<br />

veel gevoelens op. En dat is normaal,<br />

want het gaat om je kind! Op emotioneel vlak is het<br />

heel moeilijk dat je zoveel uit handen moet geven.<br />

Je moet je kind toevertrouwen aan vreemden.<br />

Het lastigste is ‘afgeven’:<br />

- je kind afgeven aan een vreemde<br />

- afstand nemen terwijl de bezorgdheid blijft<br />

(wakker liggen, angst, vragen)<br />

- je gevoelens moeten inhouden (stoppen?) als moeder<br />

(dat kan toch niet?)<br />

- verantwoordelijkheid afgeven<br />

- aanvaarden dat het in de voorziening anders gaat<br />

of dat ze de dingen minder goed opvolgen<br />

(spijbelen, schoolresultaten, inzet …)<br />

Ouder zijn is niet kunnen afgeven!”<br />

22


Regelmatig opvolgen<br />

“Je krijgt brieven die je niet begrijpt,<br />

maar je voelt aan dat het<br />

belangrijk is dat je er iets mee doet.<br />

Je weet niet waar je terechtkan voor uitleg en steun<br />

hierbij. Je weet niet wat er wordt verwacht, hoe<br />

je moet reageren. Je weet niet hoe je jezelf kan<br />

voorbereiden (informeren over de normale gang<br />

van zaken, dossiers lezen omtrent<br />

de komende beslissing …).<br />

Het is alsof je in iets ben terechtgekomen dat je<br />

meesleurt en je kan niet inschatten welke gevolgen<br />

je gedrag of wat je zegt, kan hebben voor jezelf en<br />

voor je kind.”<br />

23


4. Het is de relatie<br />

die telt<br />

Het is volgens ouders niet eenvoudig om de juiste participatieve<br />

houding te omschrijven. Ook tips geven die een goede participatieve<br />

relatie garanderen, is niet evident. Het gaat immers niet alleen over<br />

‘voldoen aan de regels van het participatiespel’. Het gaat ook over de<br />

manier waarop je deze regels toepast. Bovendien zijn de<br />

noden van verschillende ouders heel anders.<br />

Het recht om niet te participeren, bestaat ook. Maar hoe meer<br />

ouders de andere kennen en begrijpen, hoe meer dat uitnodigt tot<br />

samenwerking. En hoe minder kansen wantrouwen krijgt.<br />

We wijzen hier graag op onze adviesbundels 1 , waarin we bij<br />

verschillende hulpverlenerthema’s inzicht geven in wat ouders<br />

verwachten. Zo willen we de stem van ouders laten horen en de zogenaamde<br />

‘blinde vlek’ voor hulpverleners duidelijker maken.<br />

Want wanneer je de kant van ouders beter inschat, kan je een sterker<br />

hulpverlenersaanbod creëren. Wat uiteindelijk weer bijdraagt tot een<br />

participatieve hulpverlening.<br />

1 18 jaar worden in de jeugdhulp, Contextbegeleiding: hoe vullen ouders dat in?<br />

Doelstellingen in de jeugdhulp. Gegevensdeling. Goede praktijken. Informeren, het belang<br />

van genoeg. Ouders over het decreet Jeugddelinquentierecht. Ouderwerking in jeugdhulp.<br />

Rechten van ouders in de jeugdhulp. Tevredenheidsmeting en evaluatie door ouders.


Mogelijke valkuilen<br />

Hulpverleners vrezen soms dat de vragen en verwachtingen van<br />

ouders ‘niet realistisch’, ‘onterecht’ of ‘niet in het belang van het kind’<br />

zijn. Ouders merken hierbij op dat hulpverleners daarbij dan vooral<br />

denken aan speciale situaties. Denk aan een ouder die contactverbod<br />

heeft, vechtscheidingen, situaties van mishandeling …<br />

We gaan er echter van uit dat de verwachtingen van ouders in de<br />

gezins- en jeugdhulp dezelfde zijn als die van ouders die niet in de<br />

hulpverlening zitten.<br />

“Een participatieve<br />

<strong>basishouding</strong> geeft je<br />

de kans om jouw ouderpositie<br />

te blijven dragen.<br />

Het uitgangspunt blijft steeds<br />

samenwerken met de ouder<br />

(die ouder blijft) in het belang<br />

van het kind”<br />

25


Zaken waar ouders op wijzen met betrekking tot<br />

hun relatie met hulpverlening/hulpverleners:<br />

“Het moet steeds duidelijk zijn dat<br />

het ouderlijk gezag bij de ouders ligt.<br />

In alle aspecten, in heel het<br />

hulpverleningsproces door en in alle<br />

handelingen. Ook al krijgt die ouder<br />

op dat moment steun vanuit de<br />

hulpverlening. Hulpverleners moeten<br />

aanvaarden dat de mening en<br />

ervaringen van ouders evenwaardig zijn. “Hulpverleners moeten<br />

Zij moeten ze laten meetellen.”<br />

zeer goed beseffen<br />

dat de kinderen die ze<br />

onder hun hoede krijgen,<br />

niet hun kinderen zijn.<br />

Dat is één van de<br />

belangrijkste klemtonen.<br />

En dat moet op verschillende<br />

manieren duidelijk zijn.”<br />

“Je kan binnen de juiste<br />

kaders blijven en je job doen,<br />

maar toch voorbij gaan aan<br />

de gevoelens van mensen.<br />

Je kan zo ouders kwetsen,<br />

ook al bedoel je het goed.”<br />

26


“Neem niet de plaats<br />

van de ouder in, maar<br />

nodig ouders steeds uit<br />

om hun rol op te<br />

nemen. Laat net daarom<br />

weten wanneer het<br />

oudercontact is<br />

op school.”<br />

“Soms hebben ouders<br />

het gevoel dat hulpverleners zich<br />

opstellen als ‘vakbondsmannen’ naast<br />

de jongere. Dat zorgt voor een<br />

moeilijke samenwerking met ouders.<br />

Zo verslechtert bovendien ook de<br />

relatie tussen de ouders en de jongere.<br />

Er wordt dan niet meer<br />

gediscussieerd of gebotst tussen<br />

ouder en jongere, want<br />

hulpverleners praten eerst met de<br />

jongere, daarna met de ouders en nemen<br />

dan een beslissing.”<br />

“Wanneer ouders hun kind<br />

aan een vreemde toevertrouwen,<br />

verwachten ze dat zij dezelfde<br />

bezorgdheid hebben als in<br />

‘gewone gezinnen’.<br />

Ook verwachten zij dat dat het<br />

onderwerp is van de<br />

gesprekken en de<br />

samenwerking met<br />

ouders.”<br />

27


5. Participatie van<br />

bij de start<br />

Het is heel moeilijk om ouders te motiveren tot samenwerking,<br />

wanneer de hulpverlening de boot gemist heeft bij de start.<br />

Dat zeggen ouders zelf. Als het hulpverleningstraject start zonder<br />

eerst de ouders gehoord te hebben, zonder hen eerst te erkennen als<br />

ouder. Dat kan de relatie onder druk zetten.<br />

28<br />

“Luister eerst naar de voorstellen en vragen<br />

van ouders. Veeg hun ideeën niet meteen<br />

van tafel. Besef vooral dat het kind in de instelling<br />

niet hetzelfde is als thuis. Het feit dat hulpverlening<br />

tussenkomt, zorgt al dat je iets verandert<br />

aan de gezinssituatie.<br />

Dit heeft gevolgen die niet eigen zijn aan<br />

het probleem, maar aan de tussenkomst van<br />

de hulpverlening. Daarom is het des te<br />

belangrijker om goed te luisteren naar<br />

de ouders en de jongere wanneer zij vertellen<br />

over hoe het thuis gaat.<br />

Oordeel niet, beslis ook niets zonder dat het hele<br />

prentje duidelijk is. Om dat hele prentje in kaart te<br />

brengen, is het nodig om de inbreng van alle<br />

betrokkenen toe te laten: jongere en ouders.<br />

Dat komt niet tot stand via interpretatie,<br />

maar door rechtstreekse inbreng.”


“Hulpverleners oefenen best op vragen<br />

stellen, zodat zij alle gesprekken zeker goed<br />

begrijpen. Hulpverleners denken te vlug<br />

dat ze het begrijpen. Ze baseren zich op kennis uit hun<br />

opleiding en op hun ervaring met de ‘problematiek’.<br />

Maar ze vergeten dat ze met mensen werken.<br />

En ieder mens is anders. Eenzelfde problematiek bij andere<br />

mensen, in een ander gezin, brengt heel andere spanningen<br />

mee. En vraagt dan ook naar een andere aanpak.<br />

Ieder gezin en iedere jongere heeft andere sterktes.<br />

Daarom is het belangrijk om samen eerst de puzzel te leggen<br />

voor men een oordeel stelt. Men moet eerst zoeken,<br />

dan ingrijpen. Stel je voor dat je in een ziekenhuis komt en ze<br />

zetten eerst jouw arm af, voor de zekerheid. Pas daarna zoeken<br />

de dokters naar de oorzaak van jouw pijn.<br />

Dat is precies hetzelfde als hulpverleners die in een<br />

hulpverlenerstraject eerst ingrijpen met bijvoorbeeld<br />

een plaatsing. En pas daarna, samen met<br />

de ouders en de jongere, op zoek gaan<br />

naar de beste aanpak.”<br />

29


Ouders komen aan de start met bepaalde gevoelens<br />

Wanneer ouders hulp nodig hebben, komt hun gezin en hun aanpak<br />

onder het oog van buitenstaanders. Dat is een moeilijke positie.<br />

Dit speelt van bij de start ook mee in de relatie met de hulpverlener.<br />

Door de formulering van bepaalde zinnen krijgen ouders de indruk dat<br />

ze al voor ze om hulp vroegen het niet goed aanpakten. Dat ze hulpverleners<br />

nodig hebben om hun kinderen<br />

beter op te voeden.<br />

De blik van de buitenwereld<br />

“De manier waarop<br />

beleidsmakers sommige<br />

zaken in visieteksten<br />

formuleren, lijkt soms<br />

‘uit de hoogte’ te komen.”<br />

De algemene indruk van ouders over gezins- en jeugdhulp beïnvloedt<br />

de relatie met hulpverleners. Als het over opvoeding gaat, speelt al<br />

vlug de ‘schuldvraag’ mee. Ouders stappen niet graag naar deskundigen.<br />

Niet alleen omdat zij als ouder zo lang mogelijk zelf hun best willen<br />

doen, maar ook uit angst de schuld te krijgen van de ‘fout gelopen<br />

opvoeding’.<br />

De vraag stellen wat hierin meespeelt is zeer belangrijk. De jeugdhulp<br />

(deze die opvoedingssituaties behandelt) draagt een zeker idee in<br />

zich dat mits de ‘juiste’ aanpak van deskundigen, de zaak misschien<br />

op te lossen valt. Dit kan de indruk geven aan ouders dat zij faalden.<br />

De informatieverspreiding rond jeugdhulp dient daarom het taboe te<br />

doorbreken, zowel naar inhoud als naar vorm. Dit is noodzakelijk om<br />

afstand te nemen van het wij-zij-denken: wij die het wel kunnen en<br />

zij die faalden. Daarnaast dient onderkend te worden dat de tussenkomst<br />

van jeugdhulp zelf ook onrust en veranderingen meebrengt in<br />

een gezin.


Wat kan helpen?<br />

• Een participatieve <strong>basishouding</strong> houdt in dat hulpverleners zich<br />

bewust zijn van de gevoelens die meespelen wanneer ouders<br />

vragen om steun bij ‘opvoedingsproblemen’. Het is niet enkel een<br />

kwestie van de ‘juiste opvoedingstechnieken’ toepassen.<br />

Het feit dat vele factoren meespelen, die de hulpverlener niet kan<br />

kennen, moet mee ingebracht worden op alle niveaus: in de relatie<br />

hulpverlener-hulpvrager, in beleid<br />

“Kom niet te vlug met<br />

oplossingen. Het is goed bedoeld,<br />

maar denk niet dat je na enkele weken<br />

en enkele gesprekken, weet hoe de<br />

vork in de steel zit.<br />

Ouders hebben zelf ook al veel<br />

geprobeerd en dat moet het<br />

onderwerp van het gesprek zijn.<br />

Respecteer de ervaringen van<br />

ouders.”<br />

31


6. Tools en aanpak<br />

helpen ook<br />

Ouders hebben vaker ideeën en voorstellen om de hulpverlening te<br />

verbeteren. Het zijn allemaal manieren om meer erkenning te geven<br />

aan de gelijkwaardige inbreng van ouders. Zo verkleint het risico op<br />

wantrouwen en krijgt de samenwerking meer kansen.<br />

Tips van ouders<br />

• Bekijk elke aanpak, elk formulier, elke stap die je zet, door de ogen<br />

van ouders. En vraag je af hoe jij je zou voelen als het over jouw<br />

kind zou gaan.<br />

• Let bij een overleg op waar iedereen zit, want dit heeft een<br />

belangrijk effect op hoe ouders de relatie tussen de mensen aan<br />

tafel ervaren. Een voorbeeld: een ouder mocht bij de bespreking<br />

niet naast haar zoon zitten. Ze kreeg een plaats tegenover hem.<br />

Voor deze ouder kreeg deze positie een symbolische betekenis,<br />

namelijk dat zij en haar zoon in het gesprek tegenover elkaar<br />

zouden staan. Een andere voorbeeld: tijdens een oudercontact zit<br />

de hulpverlener tussen de ouders en de jongere in. De hulpverlener<br />

antwoordt en reageert als eerste op de vragen van de<br />

leerkracht...<br />

• Zoek actief naar manieren waarop ouders hun rol kunnen opnemen<br />

en maak hierover afspraken.<br />

• Werk meer met ervaringsdeskundigen.<br />

32


• Maak van bij de start van het hulpverleningstraject duidelijk dat<br />

ouders en jongeren een vertrouwenspersoon/steunfiguur mogen<br />

meebrengen.<br />

• Zorg dat het bij elk verslag duidelijk is naar wie het gericht is, wat<br />

ermee gebeurt (basis voor beslissingen?), hoe lang het wordt bewaard.<br />

Noteer dit bijvoorbeeld in de hoofding van het verslag.<br />

• Werk met een geldigheidsdatum, laat alles indien gewenst nalezen<br />

en corrigeren. Maak plaats in het verslag waar iedere betrokkene<br />

apart zijn visie geeft.<br />

• Neem ouders en jongeren mee in het team.<br />

• Neem ouders en jongeren ook mee in het team voor besprekingen<br />

over het aanbod en het beleid van de dienst. 1<br />

“Ouders zijn vaak boos of<br />

in de war, omdat er zo weinig<br />

openheid is. Ouders bedoelen<br />

zowel openheid over het<br />

probleem, als over de<br />

aanpak, als over waarom iets<br />

niet werkt of waarom men<br />

gelooft dat iets wel zou<br />

werken.”<br />

1 Meer tips hierover zijn te vinden in de adviesbundels ‘Goede praktijken’ -<br />

‘Ouderwerking in jeugdhulp’ - ‘Tevredenheidmeting en evaluatie door ouders’<br />

33


“Verslaggeving is belangrijk.<br />

Verslagen leggen het gesprek<br />

vast. Soms steunt het op<br />

interpretaties. Betrokkenen vullen<br />

ze zelden in en lezen het niet na.<br />

‘Ik herken mezelf niet in wat in dat<br />

verslag staat’, zei mijn dochter.<br />

Ook wij, als ouders, kregen nooit<br />

de kans om het te lezen. Voor ons<br />

blijft de vraag waarop hulpverleners<br />

zich hebben gebaseerd bij<br />

bepaalde beslissingen.”<br />

“Let op het<br />

evenwicht, voorzie<br />

steunfiguren voor<br />

cliënten als ze dit wensen.<br />

Organiseer liefst geen<br />

vergadering met vijf hulpverleners<br />

tegenover één<br />

ouder en jongere.”<br />

Belangrijke vragen waarop ouders een antwoord willen<br />

• Waarom is een plaatsing nodig?<br />

• Wat is volgens ouders het probleem?<br />

• Hoe zullen hulpverleners ermee omgaan, wat is de aanpak?<br />

• Waarom denken hulpverleners dat die aanpak zal werken?<br />

• Wat staat ons (jongere en ouders) nu te wachten?<br />

• Hoe zit het systeem van hulpverlening in elkaar?<br />

34


Tips voor vorming<br />

Rollenspelen om hulpverleners in de schoenen van ouders te laten<br />

staan. En hen zo laten nadenken over welk hulpverleningstraject zij<br />

zouden wensen voor hun eigen kind. Hoe zouden zij zich voelen als<br />

men over hen beslissingen neemt en oordelen opschrijft op basis<br />

van een paar gesprekken.<br />

“De beslissingen tijdens een hulpverleningstraject<br />

zijn geen<br />

onbelangrijke beslissingen!<br />

In het geval van een plaatsing heeft dit<br />

grote gevolgen die lang meespelen.<br />

Kinderen kunnen zich door zo’n<br />

beslissing schuldig voelen zonder dat<br />

ze dit ooit uitspreken.”<br />

35


7. ‘Dé goede<br />

hulpverlener’<br />

volgens ouders<br />

Wanneer we ouders vroegen wat ‘een goede hulpverlener’ is,<br />

kregen we volgende antwoorden:<br />

Een goede hulpverlener:<br />

• doet moeite om ouders te leren kennen, op alle vlakken.<br />

• toont belangstelling voor de kant van de ouders, voor wat de ouders<br />

bezighoudt.<br />

• controleert of hij goed begrijpt wat de ouders zeggen.<br />

• zegt niet dat kinderen ‘moeilijk’ of ‘lastig’ zijn, ook al zeggen de ouders<br />

dat misschien zelf van hun kinderen.<br />

• zoekt naar wat goed loopt. Uit handen geven van de opvoeding is een<br />

teken van ‘ten einde raad zijn’. Daarom is het belangrijk om terug<br />

positieve dingen te zien.<br />

• stelt zaken voor die aansluiten en passen bij de situatie van de ouders.<br />

• vraagt aan de ouders wat ze zelf al probeerden om de problemen op<br />

te lossen.<br />

• geeft het gevoel aan de ouders dat je fouten mag maken, dat is heel<br />

belangrijk, want fouten maken is niet erg als je er maar iets probeert uit<br />

te leren.<br />

• knikt niet altijd ja. Hij moeten confronteren als het nodig is, maar wel<br />

met respect en een goede uitleg.


• heeft geduld en leeft zich goed in. Geduld is de dingen desnoods<br />

10 keer uitleggen tot je zeker weet dat ouders ‘mee’ zijn. Geduld is<br />

blijven luisteren, ook als mensen regelmatig hetzelfde zeggen.<br />

• geeft tijd aan ouders om hun verhaal te brengen en blijft luisteren<br />

terwijl de ouders al sprekend hun gedachten nog vormen.<br />

• is een mens. Hij hoort veel problemen. Ze kwetsen soms ongewild.<br />

Reden te meer om het gesprek open te houden.<br />

• Hij/zij moet rust en vertrouwen uitstralen.<br />

• maakt al eens fouten, net als de ouders, maar moet dat durven<br />

toegeven en daarna met de ouders de draad weer opnemen en het<br />

vertrouwen herstellen.<br />

• verdient een respectvolle behandeling. Net zoals ouders respect<br />

mogen verwachten. Maar ouders kunnen niet zomaar alles verwachten<br />

van de hulpverlener<br />

• legt zijn rol als hulpverlener goed uit. Vooral als de jeugdrechtbank<br />

je kind plaatste. Hier moet de hulpverlener erg duidelijk zijn om te<br />

vermijden dat de ouders de hulpverleners als de vijand beschouwen.<br />

• heeft een open houding naar ouders, maar ook voor de aanpak die<br />

de dienst hanteert. Hulpverleners mogen niet halsstarrig aan het<br />

eigen gelijk of aan een methodiek vasthouden.<br />

37


8. Participatief<br />

werken als het<br />

moeilijk gaat<br />

Soms is het moeilijk om samen te blijven werken of om contact<br />

tussen ouder en jongere te blijven houden.<br />

• Als de ouder bijvoorbeeld ‘op’ is, te veel heeft afgezien en de<br />

jongere niet meer wil zien.<br />

• Als de jongere de ouder niet meer wil zien.<br />

• Als ouders heftige ruzies hebben en dit de relatie verstoort.<br />

• Als een ouder is opgenomen.<br />

• Als er een afwezige mama/papa is.<br />

Wat kan de hulpverlener in deze situaties doen om de relatie<br />

te blijven behouden? Wat verwachten ouders dan? Welke rol<br />

moet de hulpverlening opnemen?<br />

Wanneer de ouder de jongere niet wil zien<br />

Respecteer dat de ouder ‘op’ is, eventueel kwaad is en laat de<br />

afstand bestaan. Afstand is soms nodig uit zelfbescherming en uit<br />

bescherming naar de jongere.<br />

38


Wanneer de jongere de ouder niet wil zien<br />

Ouders verwachten dat de voorziening hier een duidelijk standpunt<br />

inneemt en principieel de keuze maakt om de ouders te blijven<br />

uitnodigen. Op die manier ziet de jongere dat de hulpverlening de<br />

positie van de ouders respecteert.<br />

Bij ruzie of conflict is het belangrijk om geen partij te kiezen<br />

Je kan duiden op het feit dat het conflict enkel tussen de ouders en<br />

de jongere aanwezig is, maar dat je de ruzie even buiten wil houden<br />

door met iedereen apart te spreken.<br />

Het is belangrijk om naar manieren te zoeken om de afstand te<br />

respecteren, maar daarvoor moet je de informatiestroom niet<br />

verbreken. De hulpverlener kan hierin een rol spelen. Ouders verwachten<br />

dat hulpverleners op dat moment het initiatief nemen om<br />

een termijn af te spreken van ‘rust’. Spreek duidelijk af wie daarna wie<br />

zal contacteren. Of de hulpverlener neemt contact met de ouder, of<br />

omgekeerd, om te checken of de ouder en het kind de draad weer<br />

kunnen opnemen.<br />

Een goed idee, naar analogie van een ervaring van een ouder, is het<br />

volgende. Geef de ouder de gelegenheid om op gesprek te gaan bij<br />

een onafhankelijke begeleider. Iemand die er voor de ouders is en die<br />

geen informatie doorspeelt naar de anderen, zodat deze gesprekken<br />

geen invloed hebben op het dossier. Zo blijft het contact met de<br />

dienst behouden en krijgt de ouder een eigen ruimte zonder bang te<br />

zijn voor eventuele gevolgen voor de jongere. Het voordeel is dat<br />

de inhoud niet wordt geproblematiseerd en dat er geen extra gewicht<br />

komt op het dossier van de jongere. Dat helpt erg bij het verwerkingsproces<br />

na een zwaar conflict.<br />

39


Bij ouders in een psychiatrie of gevangenis<br />

Het recht op informatie over je kind blijft bestaan ook al ben je niet in<br />

staat om zelf contact te houden. Hulpverleners kunnen zelf met<br />

de jongere op bezoek gaan of een bezoek organiseren, samen met<br />

een ander familielid. Dit moet je goed voorbereid worden en moet<br />

veilig verlopen. Hou bijvoorbeeld in de psychiatrie geen bezoek<br />

op de kamer, maar eerder in de cafetaria.<br />

Een Centrum Algemeen Welzijnswerk (CAW) of het Justitieel<br />

Welzijnswerk (JWW) kan het bezoek begeleiden. Er bestaan ook<br />

boekjes om kleine kinderen te helpen omgaan met ouders die in een<br />

psychiatrische voorziening verblijven. Meer informatie vind je terug<br />

op www.koppvlaanderen.be of www.kopp.lotgenootje.nl en op<br />

familieplatform.be/toolbox of www.ikmaakdeklik.be<br />

Ouders wijzen er op dat je moet nagaan of het kind wel op bezoek wil<br />

gaan. Ga daarom regelmatig na wat de beste omstandigheden<br />

zijn om zo’n bezoek goed te laten verlopen. Respecteer hierbij het<br />

tempo van het kind.<br />

Wil je het kind informeren over de situatie van de ouder, dan raden<br />

ouders aan om veel zorg te besteden aan informatie te geven op<br />

maat van de leeftijd, zonder daarbij de waarheid te verzwijgen.<br />

40


Bij (v)echtscheidingen<br />

Wat is belangrijk bij het contact met ouders in (v)echtscheidingen?<br />

Alle ouders reageerden unaniem. De bijeenkomsten en het overleg<br />

moeten in het belang zijn van het kind. Vandaar dat ruziënde ouders<br />

in bijzijn van het kind vermeden moeten worden.<br />

Enerzijds pleiten ouders voor aparte gesprekken, waarbij het belangrijk<br />

is dat informatie uit het contact met de ene partner niet zomaar<br />

naar de andere partner gaat. Anderzijds kan je aan deze partners<br />

stellen dat hun scheiding niet prioritair is tijdens gesprekken over het<br />

kind. Je kan daarom in zulke gesprekken ruziënde ouders het zwijgen<br />

opleggen.<br />

Het is belangrijk dat ouders zeer goed weten wat de redenen<br />

hiertoe zijn:<br />

• Hun ruzie brengt het kind in verwarring en legt extra druk.<br />

• Ouders mogen het kind niet in de positie plaatsen om een kant<br />

te moeten kiezen.<br />

• De hulpverlening roept de ouders (als aparte vader en moeder,<br />

niet meer als koppel) op tot samenwerking rond het kind.<br />

• Kinderen kunnen geschillen tussen ouders ook uitspelen als ze<br />

hier vaak getuige van zijn.<br />

Onze ouders gaan er van uit dat wanneer scheidende ouders werken<br />

aan hun verwerkingsprocessen, ze zo ook werken aan het welzijn van<br />

hun kind of jongere.<br />

41


Bronnen<br />

• Gegevensdeling - Gedeelde dossiers – Registratie - Digitale informatie - uitwisseling,<br />

Vzw Oudersparticipatie Jeugdhulp Vlaanderen, maart 2020.<br />

• Invulling vragenlijst op vraag van het project ‘<strong>Participatieve</strong> <strong>basishouding</strong>’ Integrale Jeugdhulp<br />

Oost-Vlaanderen. Deze tekst is ontstaan op basis van een gesprek in de oudergroep van Gent<br />

met An Van Gijsegem. An werkte een vormingspakket uit voor hulpverleners uit de sectoren<br />

van<br />

• Integrale Jeugdhulp. Vzw Roppov, 2 maart 2011.<br />

Ondersteuning voor ouders tijdens het hulpverleningstraject van hun kind(eren).<br />

• Vzw Oudersparticipatie Jeugdhulp Vlaanderen, oudergroep Antwerpen. 24/1/2019.<br />

• Ouders over de hulpverleners ... Vzw Roppov, april 2005.<br />

• Participatief werken bij moeilijke hulpverleningstrajecten. Vzw Roppov, 1/6/2011.<br />

• Participatief werken, participatieve <strong>basishouding</strong>, een poging tot omschrijving, Vzw Roppov,<br />

april 2007.<br />

Illustraties:<br />

• www.lumirs.com - neonataltherapists.com - proimio.com/services - sp.depositphotos.com -<br />

www.orgsthatmatter.com - www.desteven.nl - www.jkhearing.com - www.slideshare.net<br />

koplopers/participatie-dialoog<br />

Meer info over Ouderspunt:<br />

info@ouderspunt.be<br />

www.ouderspunt.be<br />

vzw Ouderspunt (v.u.)<br />

Ouderspunt is een erkende cliëntenorganisatie voor ouders met<br />

ervaring in de gezins- en jeugdhulp.

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!