03.01.2013 Views

GebruiksaanwijzinG - Ghost

GebruiksaanwijzinG - Ghost

GebruiksaanwijzinG - Ghost

SHOW MORE
SHOW LESS

Create successful ePaper yourself

Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.

<strong>GebruiksaanwijzinG</strong>


2<br />

Gebruiksaanwijzing<br />

voor GHOST fietsen<br />

Versie 12.01


GHOST-bikeS<br />

1. Algemene informatie over uw nieuwe fiets en over deze<br />

gebruiksaanwijzing 7<br />

1.1 Toepassingsgebied 7<br />

1.2 Leveringsomvang 7<br />

1.2.1 Basisuitvoering 7<br />

1.2.2 Optionele accessoires voor de montage door uw fietsspecialist 7<br />

1.3 Andere van toepassing zijnde documenten 7<br />

1.4 Wettelijke voorschriften 8<br />

1.5 Conventies 9<br />

1.5.1 Symbolen en signaalwoorden 9<br />

1.5.2 Afkortingen 9<br />

1.5.3 Vakbegrippen 10<br />

1.5.4 Weergave 11<br />

2. Voor uw veiligheid 11<br />

2.1 Volg de aanwijzingen in deze gebruiksaanwijzing op 11<br />

2.2 Raadpleeg hiervoor uw fietsspecialist 12<br />

2.3 Gebruik uw fiets voor het doel waarvoor hij is gemaakt 12<br />

2.3.1 Welke werkzaamheden mag u zelf aan uw fiets uitvoeren? 12<br />

2.3.2 Waarop moet u letten bij latere montage van accessoires en bij<br />

aanpassingen? 12<br />

2.3.3 Wie mag er op uw fiets rijden? 13<br />

2.3.4 Waar mag u op uw fiets rijden? 14<br />

3. Technische gegevens 17<br />

3.1 Toelaatbare temperaturen en toelaatbaar totaal gewicht 17<br />

3.2 Aandraaimomenten voor schroefverbindingen 17<br />

4. Opbouw en werking 18<br />

4.1 Typen, categorieën, series 18<br />

4.1.1 Mountainbike (Fully + Hardtail) 19<br />

4.1.1.1 Fully 19<br />

4.1.1.2 Hardtail 21<br />

4.1.2 Crossbike (serie CROSS) 22<br />

4.1.3 Racefiets/fitnessbike (series RACE, SPEEDLINE) 23<br />

4.1.4 Trekking- en Citybike (serie TREKKING, CITYLINE) 24<br />

4.1.5 Kinder- en jeugdfiets (serie POWERKID) 25<br />

4.2 Frame en vork 26<br />

4.3 Remmen 28<br />

4.3.1 Remtoewijzing 28<br />

4.3.2 Remtype 28<br />

4.4 Versnellingen 31<br />

4.4.1 Kettingschakeling 32<br />

4.4.2 Naafschakeling 32<br />

4.4.3 Schakelaars 32<br />

4.5 Klemsystemen voor wielen en zadelpennen 34<br />

3


4<br />

4.6 Materialen 35<br />

4.6.1 Verdeling 35<br />

4.6.2 Informatie en aanwijzingen voor het materiaal carbon 35<br />

4.6.2.1 Informatie m.b.t. de frameconstructie 36<br />

4.6.2.2 Zo gaat u op de juiste manier met uw carbononderdelen om 36<br />

4.7 Banden 37<br />

5. Framesets 38<br />

6. Voor het eerste gebruik 38<br />

7. Voor elke rit 38<br />

7.1 Wielen controleren 39<br />

7.1.1 Vastzitten en positie controleren 40<br />

7.1.2 Velgen controleren 40<br />

7.1.2.1 Velgslijtage controleren (geldt alleen voor fietsen met velgremmen) 40<br />

7.1.2.2 Velgen op slag controleren 41<br />

7.1.2.3 Velgen op verontreinigingen controleren (geldt alleen voor fietsen met<br />

velgremmen) 41<br />

7.1.2.4 Banden controleren 41<br />

7.1.2.5 Ligging van de banden controleren 42<br />

7.1.2.6 Ventielstand controleren (geldt niet bij tubeless band) 42<br />

7.1.2.7 Bandenspanning controleren 42<br />

7.1.3 Overige zaken controleren 43<br />

7.2 Zadel en zadelpen controleren 43<br />

7.3 Stuur, stuurpen controleren 45<br />

7.4 Stuuraanbouwdelen controleren 46<br />

7.5 Balhoofd controleren 47<br />

7.6 Geveerde voorvork controleren 48<br />

7.7 Achterwielvering controlen 48<br />

7.8 Remmen controleren 48<br />

7.8.1 Algemene werking controleren 49<br />

7.8.2 Hydraulische schijfrem controleren 49<br />

7.8.3 Hydraulische velgremmen controleren 50<br />

7.8.4 Velgrem met kabel controleren (MTB-versie) 51<br />

7.8.5 Velgrem met kabel controleren (racefietsversie) 53<br />

7.8.6 Terugtraprem controleren 55<br />

7.9 Aandrijving, ketting controleren 55<br />

7.10 Verlichting controleren 55<br />

7.11 Bagagedrager controleren 56<br />

7.12 Spatschermen (spatborden) controleren 56<br />

7.13 Zijstandaard controleren 57<br />

7.14 Kinderfiets-specifieke onderdelen controleren 58<br />

7.15 Overige zaken controleren 58


GHOST-bikeS<br />

8. Fiets afstellen en bedienen 59<br />

8.1 Zadelhoogte afstellen 59<br />

8.2 Verende voorvork afstellen 59<br />

8.2.1 Geveerde voorvorken met luchtvering 59<br />

8.2.1.1 Bandenspanning instellen 59<br />

8.2.1.2 Vering uit- en inschakelen 60<br />

8.2.2 Geveerde voorvorken zonder luchtvering 60<br />

8.3 Achterwielvering afstellen 61<br />

8.4 Versnellingen bedienen 61<br />

8.4.1 Kettingschakeling 61<br />

8.4.1.1 Naar een groter(e) kettingblad/pignon schakelen 61<br />

8.4.1.2 Naar een kleiner(e) kettingblad/pignon schakelen 64<br />

8.4.2 Naafschakeling 67<br />

8.4.2.1 Naar een lagere versnelling schakelen 67<br />

8.4.2.2 Naar een hogere versnelling schakelen 68<br />

8.5 Remmen bedienen 68<br />

8.6 Klemsystemen voor wielen en zadelpen bedienen 69<br />

8.6.1 Snelspanas op het voorwiel openen en sluiten 69<br />

8.6.1.1 Snelspanas openen 69<br />

8.6.1.2 Snelspanas sluiten 70<br />

8.6.2 Steekas op het voorwiel openen en sluiten 72<br />

8.6.2.1 Steekas openen 72<br />

8.6.2.2 Steekas sluiten 73<br />

8.6.3 Snelspanas op de zadelstrop openen en sluiten 74<br />

8.6.3.1 Snelspanas op de zadelstrop openen 74<br />

8.6.3.2 Snelspanas op de zadelstrop sluiten 75<br />

8.6.4 Bouten-moerklemming op wielen 76<br />

8.6.5 Bouten-moerklemming op zadelpennen openen en sluiten 76<br />

8.6.5.1 Bouten-moerklemming op zadelpen openen 76<br />

8.6.5.2 Bouten-moerklemming op zadelpen sluiten 77<br />

9. Fiets beladen 77<br />

10. Fiets berijden 80<br />

11. Wat doen na een valpartij of ongeval 81<br />

11.1 Algemene informatie 81<br />

11.2 Carbonframe 82<br />

12. Fiets veilig wegzetten 82<br />

12.1 Fietsen met zijstandaard 82<br />

12.2 Fietsen zonder zijstandaard 83<br />

5


6<br />

13. Fiets transporteren 83<br />

13.1 Wielen monteren en demonteren 84<br />

13.1.1 Voorwiel demonteren 85<br />

13.1.2 Voorwiel monteren 86<br />

13.1.3 Achterwiel demonteren 87<br />

13.1.4 Achterwiel monteren 88<br />

13.1.5 Remmen openen en sluiten 89<br />

13.1.5.1 Hydraulische velgrem Magura HS 33 openen 89<br />

13.1.5.2 Hydraulische velgrem Magura HS 33 sluiten 90<br />

13.1.5.3 Velgrem MTB en Trekking (V-Brake) openen 90<br />

13.1.5.4 Velgrem MTB en Trekking (V-Brake) sluiten 91<br />

13.1.5.5 Velgrem racefiets openen 92<br />

13.1.5.6 Velgrem racefiets sluiten 92<br />

13.2 Zadelpen met zadel monteren en demonteren 92<br />

13.2.1 Zadelpen demonteren 92<br />

13.2.2 Zadelpen monteren 93<br />

14. Fiets onderhouden 94<br />

14.1 Uw inspectie- en onderhoudsschema 95<br />

14.2 Zo reinigt en verzorgt u uw fiets 95<br />

14.3 Werkplaatsservice 97<br />

15. Storingen tijdens het rijden 98<br />

15.1 Versnellingen, aandrijvingen 98<br />

15.2 Remmen 99<br />

15.3 Frame, zadelpen en vering 100<br />

15.4 Spatschermen, bagagedrager, verlichting 102<br />

15.5 Wielen en banden 102<br />

15.5.1 Binnenband en buitenband vervangen 103<br />

16. Fiets niet gebruiken gedurende een langere periode 105<br />

17. Fiets afvoeren 105<br />

18. Waarborg, garantie 105<br />

18.1 Algemeen 105<br />

18.2 Houdbaarheidsgarantie op frame vanaf modeljaar 2011 105<br />

19. Overzichtsafbeeldingen met alle fietsonderdelen 107<br />

20. Colofon 112


Geachte klant,<br />

GHOST-bikeS<br />

Graag willen wij u feliciteren met uw keuze voor een fiets uit ons bedrijf en u danken voor het in ons gestelde<br />

vertrouwen.<br />

Met uw fiets hebt u een hoogwaardig, milieuvriendelijk en sportief voortbewegingsmiddel gekocht waaraan u<br />

veel plezier zult beleven en waarmee u tevens uw gezondheid ondersteunt.<br />

1. Algemene informatie over uw nieuwe fiets en over deze<br />

gebruiksaanwijzing<br />

Deze gebruiksaanwijzing vormt een zeer belangrijk document.<br />

Lees hem voor het eerste gebruik aandachtig door en bewaar hem goed.<br />

1.1 Toepassingsgebied<br />

Deze gebruiksaanwijzing geldt alleen voor fietsen van de firma GHOST vanaf modeljaar 2012,<br />

zoals in par. 4.1 tot 4.1.5 genoemd.<br />

Deze gebruiksaanwijzing geldt niet voor GHOST Epac’s en Pedelecs.<br />

1.2 Leveringsomvang<br />

1.2.1 Basisuitvoering<br />

• Complete fiets (diverse modellen zonder pedalen) of frameset<br />

• Bij carbonframes: Montagepasta<br />

• Indien schijfremmen voorhanden: een transportbeveiliging<br />

• Gebruiksaanwijzing in uw eigen taal<br />

1.2.2 Optionele accessoires voor de montage door uw fietsspecialist<br />

Lees in par. 2.3.2. Waarop moet u letten bij latere montage van accessoires en bij aanpassingen?<br />

met welke optionele accessoires u uw fiets kunt laten uitbreiden.<br />

1.3 Andere van toepassing zijnde documenten<br />

• Leveringsdocument<br />

Het bevat karakteristieke en andere gegevens van uw fiets.<br />

• Gebruiksaanwijzingen voor componenten<br />

Hierin vindt u productspecifieke gegevens.<br />

Door de diversiteit kunnen niet alle op uw fiets gemonteerde componenten in deze gebruiksaanwijzing<br />

worden beschreven. Voor u belangrijke gebruikersinformatie is als apart document bijgevoegd en is in het<br />

leveringsdocument genoemd.<br />

De aanwijzingen in dit hoofdstuk en informatie moeten altijd als eerste worden opgevolgd en aangehouden!<br />

7


8<br />

• Nieuwe technische inzichten kunnen leiden tot wijzigingen aan modellen, in de technische gegevens en tot<br />

volledig nieuwe modellen. Als deze wijziging voor de omgang en uw veiligheid relevant is, is de bijbehorende<br />

gebruikersinformatie als apart document bijgevoegd en in het leveringsdocument genoemd.<br />

• Vraag uw fietsspecialist naar de geldigheid van deze technische gegevens.<br />

1.4 Wettelijke voorschriften<br />

Als verkeersdeelnemer moet u de in uw land geldende verkeersregels naleven.<br />

In Duitsland hebt u voor uw fiets geen officiële goedkeuring nodig.<br />

Op openbare wegen mag u met uw fiets alleen maar rijden als u daarvoor de uitrusting aanbrengt die in uw<br />

land wettelijk is voorgeschreven. In Duitsland zijn deze vereisten geregeld in het wegenverkeersreglement<br />

(StVZO).<br />

Dit reglement schrijft de volgende uitrusting voor:<br />

• twee onafhankelijk van elkaar werkende remmen<br />

• een bel<br />

• door middel van een dynamo gevoede verlichting voor (wit licht) en achter (rood licht)<br />

• van de dynamoverplichting ontheven zijn racefietsen die minder wegen dan 11 kg. Ook voor racefietsen<br />

die van de dynamoverplichting ontheven zijn, moet u overdag goedgekeurde batterijverlichting meevoeren.<br />

Voor de duur van deelname aan wedstrijden zijn racefietsen van deze verplichting ontheven.<br />

• witte reflector voor (vaak in de koplamp geïntegreerd) evenals twee rode reflectoren achter (een daarvan<br />

vaak in het achterlicht geïntegreerd)<br />

• zowel op het voor- als achterwiel twee geel stralende reflectoren; als alternatief: buitenband met aan beide<br />

zijden aangebrachte zijdelingse reflectiestrepen<br />

• zowel op het rechter- als linkerpedaal twee geel stralende reflectoren<br />

• alle verlichtings- en reflectordelen moet voor fietsen uitdrukkelijk goedgekeurd zijn. Raadpleeg hiervoor uw<br />

fietsspecialist.<br />

• de volledige tekst van de voorschriften kunt u voor het rijden in Duitsland vinden in de StVZO of informeer<br />

bij uw fietsspecialist.<br />

• de letterlijke wettekst met detailinformatie vindt u onder andere op het internet op het volgende adres:<br />

http//www.gesetze-im-internet.de/stvzo/ (versie: 01/2012)<br />

• bij gebruik buiten Duitsland dient u de in uw land geldende verkeersregels na te leven. Raadpleeg daarvoor<br />

uw fietsspecialist of de verantwoordelijke instantie.<br />

OPMERKING:<br />

De in Duitsland voorgeschreven uitrusting is in de levering van uw fiets bij de volgende series/modellen compleet<br />

aanwezig: TREKKING<br />

Wend u voor de ombouw bij alle overige fietsmodellen alleen tot hun fietsspecialist. Hij geeft u graag advies.


1.5 Conventies<br />

1.5.1 Symbolen en signaalwoorden<br />

Symbool en signaalwoord Betekenis<br />

1.5.2 Afkortingen<br />

Afkorting Betekenis<br />

° Graden, hoekmaat<br />

Bar Gebruikelijke eenheid voor bandenspanning<br />

°C Graden Celsius, eenheid voor temperatuur<br />

DIN Duits instituut voor normering<br />

EN Europese norm<br />

EPAC<br />

WAARSCHUWING<br />

VOORZICHTIG<br />

OPMERKING<br />

h Uur (uren)<br />

Electric Power Assisted Cycles, ook Pedelec (pedal electric)<br />

Fiets met een elektrische hulpaandrijving die alleen actief wordt als de fietser<br />

de pedalen beweegt<br />

HWK Duitse Kamer van Ambachten en Neringen<br />

IHK Kamer van Koophandel en Industrie (in Duitsland)<br />

km/h Kilometer per uur, eenheid voor snelheid<br />

kg Kilogram, eenheid voor gewicht<br />

MTB Mountainbike<br />

Nm Newtonmeter; eenheid voor aandraaimoment<br />

Pedelec zie EPAC<br />

psi pound per square Inch, Amerikaanse eenheid voor druk (1 psi = 0,06897 bar)<br />

RH Framehoogte<br />

StVO Wegenverkeersreglement (in Duitsland)<br />

SW Sleutelwijdte, gereedschapsmaat<br />

Wijst u op de inachtneming en de uitwerking van<br />

veiligheidsinformaties.<br />

Wijst u op een gevaarlijke situatie die als zij niet<br />

wordt vermeden tot ernstig letsel of tot de dood kan<br />

leiden.<br />

Wijst u op een gevaarlijke situatie die als zij niet<br />

wordt vermeden tot licht tot ernstig letsel kan leiden.<br />

Wijst u op mogelijke schade aan objecten en andere belangrijke<br />

informatie.<br />

GHOST-bikeS<br />

9


10<br />

1.5.3 Vakbegrippen<br />

Vakbegrip Betekenis<br />

Slag (in het wiel) Omgangstaal voor een rondloopafwijking aan de velg<br />

Draaimoment<br />

Specialist/ fietsspecialist<br />

Handkracht<br />

ook aandraaimoment. Geeft aan, hoe vast een schroef/bout moet worden<br />

aangedraaid<br />

Bedrijf dat door de overheid en door de fabrikant geautoriseerd is zich te betitelen<br />

als specialist voor de verkoop en reparatie van conventionele fietsen.<br />

Gemiddelde kracht die een volwassen mens met matige tot gemiddelde<br />

inspanning met één hand opbrengt<br />

Manometer Bandenspanningmeter<br />

Correcte<br />

schroefverbinding<br />

Incorrecte<br />

schroefverbinding<br />

Vaste schroefverbinding waarbij de schroefkoppen over het hele oppervlak<br />

vast tegen het onderdeel liggen.<br />

Te losse schroefverbinding waarbij de schroefkoppen niet over het hele oppervlak<br />

vast tegen het onderdeel liggen. In de regel is dit herkenbaar aan<br />

een spleet tussen schroefkop en onderdeel.


1.5.4 Weergave<br />

GHOST-bikeS<br />

In deze gebruiksaanwijzing maken wij gebruik van de volgende opmaakregels:<br />

• Veiligheidsaanwijzingen zijn met een symbool, een signaalwoord en vetgedrukt weergegeven, zie par.<br />

1.5.1, Symbolen en signaalwoorden.<br />

• Instruerende teksten hebben een nummervolgorde.<br />

• Opmerkingen en verwijzingen worden cursief weergegeven.<br />

• Weergaven op afbeeldingen zijn modelneutraal. Ze gelden voor alle fietsmodellen in deze gebruiksaanwijzing.<br />

• Hier vindt u een afbeelding met alle in de tekst genoemde fietsonderdelen Hfst. 19, Overzichtsafbeeldingen<br />

met alle fietsonderdelen.<br />

• Positieaanduidingen: In deze gebruiksaanwijzing gebruiken wij de volgende aanduidingen voor de positie<br />

van onderdelen in de tekening/afbeelding (positieaanduidingen): Aanduidingen zoals links, rechts, voor en<br />

achter hebben altijd betrekking op de positie in rijrichting.<br />

2. Voor uw veiligheid<br />

2.1 Volg de aanwijzingen in deze gebruiksaanwijzing op<br />

• Lees deze gebruiksaanwijzing aandachtig door alvorens uw fiets voor de eerste keer te gebruiken.<br />

• Controleer of uw fietsspecialist het leveringsdocument voor uw fiets volledig heeft ingevuld en of u<br />

alle documenten hebt ontvangen die in het leveringsdocument genoemd zijn.<br />

• Neem contact op met uw fietsspecialist als iets mocht ontbreken.<br />

• Neem uw fiets pas in gebruik nadat u de volledige documentatie ontvangen en de gebruiksaanwijzing<br />

zorgvuldig gelezen hebt.<br />

• Als u uw fiets ooit verkoopt of aan een ander schenkt, geef dan ook deze gebruiksaanwijzing samen<br />

met uw fiets door aan de nieuwe eigenaar/eigenares.<br />

• Gebruiksaanwijzing voor kinder- en jeugdfietsen:<br />

• Deze gebruiksaanwijzing is gericht aan de ouders/voogden van de kinderen en jongeren die van<br />

deze fiets gebruikmaken.<br />

• Wanneer in deze gebruikaanwijzing bijv. sprake is van '...laat u zich ...' of '... laat uw fiets ...' o.i.d.,<br />

dan wordt elke keer het kind, de jongere en zijn fiets bedoeld.<br />

• Neem deze gebruiksaanwijzing samen door en leg uw kind alle punten uit, vooral de gevareninstructies.<br />

• Als degene die bevoegd is de ouderlijke macht uit te oefenen, bent u verantwoordelijk voor de veiligheid<br />

en het gebruik van de fiets.<br />

11


12<br />

2.2 Raadpleeg hiervoor uw fietsspecialist<br />

OPMERKING:<br />

Ook na het koopadvies en de eindmontage is uw fietsspecialist heel belangrijk voor u. Hij is uw contactpersoon<br />

voor onderhoud, inspecties, aanpassingen en allerlei reparaties. Neem contact op met uw fietsspecialist<br />

als u vragen over ons product mocht hebben.<br />

2.3 Gebruik uw fiets voor het doel waarvoor hij is gemaakt<br />

Als u uw fiets niet volgens de voorschriften gebruikt, kan dat leiden tot gevaarlijke rijsituaties, valpartijen,<br />

ongevallen en schade aan objecten.<br />

Gebruik uw fiets altijd zoals in de gebruiksaanwijzing en in de eventuele extra documentatie beschreven<br />

staat.<br />

2.3.1 Welke werkzaamheden mag u zelf aan uw fiets uitvoeren?<br />

Fouten door ondeskundig uitgevoerde werkzaamheden aan uw fiets kunnen uw fiets beschadigen en<br />

de bedrijfszekerheid belemmeren. Dit kan leiden tot gevaarlijke rijsituaties, valpartijen en ongevallen.<br />

• U mag alleen zelf werkzaamheden aan uw fiets uitvoeren als dat in deze gebruiksaanwijzing beschreven<br />

staat en u over het daarvoor benodigde gereedschap beschikt.<br />

• Verander nooit iets aan de hoedanigheid van afzonderlijke componenten van uw fiets.<br />

• Alle andere werkzaamheden mogen alleen door een fietsspecialist worden uitgevoerd.<br />

2.3.2 Waarop moet u letten bij latere montage van accessoires en bij aanpassingen?<br />

Latere montage van accessoires en uitgevoerde aanpassingen die voor uw fiets niet zijn goedgekeurd,<br />

kunnen uw fiets beschadigen en de bedrijfszekerheid belemmeren. Dit kan leiden tot gevaarlijke<br />

rijsituaties, valpartijen en ongevallen.<br />

• Monteer nooit zelf later iets aan uw fiets en voer nooit zelf aanpassingen uit.<br />

• Kies accessoires en ombouwdelen steeds samen met een fietsspecialist uit. De volgende accessoires<br />

mag u achteraf laten monteren<br />

– Klikpedalen<br />

– Fietscomputer<br />

– Fleshouder (alleen indien bevestigingsmogelijkheid voorhanden)<br />

– Uitrusting voor het rijden op openbare wegen volgens de in uw land van toepassing zijnde voorschriften<br />

(alleen indien bevestigingsmogelijkheden voorhanden)<br />

– Fleshouder (alleen indien bevestigingsmogelijkheid voorhanden)<br />

– Kinderzitje – als u een bagagedrager hebt die is goedgekeurd voor de montage van een kinderzitje.<br />

Vraag uw fietsspecialist om advies. Hij geeft u graag advies.<br />

– Fietstassen – als u een bagagedrager hebt die is goedgekeurd voor de montage van fietstassen. Vraag<br />

uw fietsspecialist om advies. Hij geeft u graag advies.


GHOST-bikeS<br />

• De firma GHOST verbiedt het gebruik van reserveonderdelen, die qua afmetingen ten opzichte van<br />

de originele onderdelen afwijken (bijv. geveerde voorvorken of veerelementen met meer of minder<br />

montagehoogte/montagelengte/veerweg, remsystemen met grotere remschijven, bredere banden<br />

enz.).<br />

• Er mogen ten behoeve van de vervanging c.q. van de ombouw alleen onderdelen worden gebruikt,<br />

die door de firma GHOST voor uw model fiets goedgekeurd zijn. Raadpleeg hiervoor uw erkende<br />

GHOST fietsspecialist.<br />

• Naderhand monteren van elektrische aandrijvingen is op fietsen van de firma GHOST niet toegestaan.<br />

• Verander in geen geval de bestaande fietsonderdelen in hun hoedanigheid.<br />

• Zorg dat u van uw fietsspecialist de documentatie voor het accessoires en de aanpassingscomponenten<br />

ontvangt.<br />

• Let erop dat uw fietsspecialist in het leveringsdocument vermeldt, welke documentatie u van hem<br />

hebt ontvangen.<br />

• Neem uw leveringsdocument altijd mee als u accessoires en ombouwdelen bij uw fietsspecialist<br />

pas later koopt.<br />

• Neem alle veiligheidsinstructies en specificaties in de documentatie van het accessoires en de<br />

ombouwdelen in acht.<br />

2.3.3 Wie mag er op uw fiets rijden?<br />

• De bestuurder moet kunnen fietsen, d.w.z. dat hij basiskennis over het gebruik van een fiets moet<br />

hebben en over het vereiste evenwichtsgevoel moet beschikken om een fiets te kunnen besturen.<br />

• De fietser moet bij het stoppen veilig kunnen op- en afstappen. Dit geldt in het bijzonder bij ergonomisch<br />

afgestelde zadels als de voeten van de bestuurder vanuit zit de grond niet bereiken.<br />

• De fietser moet de juiste lichaamsgrootte voor de fiets hebben en het maximaal toelaatbare totaal<br />

gewicht (zie par. 3.1, Toelaatbare temperaturen en toelaatbaar totaal gewicht) mag niet worden<br />

overschreden:<br />

Juiste framehoogte MTB<br />

uitgezonderd NORTHSHORE, DOWNHILL, 4CROSS, DIRT<br />

Lichaamslengte in cm 135-145 145-155 155-165 165-180 180-190 190-195<br />

Framehoogte in cm 34 40 44 48 52 56<br />

RACE alle<br />

Lichaamslengte in cm 160-165 165-175 175-180 180-185 185-190 190-195<br />

Framehoogte in cm 50 53 56 58 60 62<br />

CROSS, TREKKING, SPEEDLINE<br />

Lichaamslengte in cm 145-155 155-165 165-180 180-190 190-195<br />

Framehoogte in cm 45 49 53 57 61<br />

CROSS LADY, TREKKING LADY<br />

Lichaamslengte in cm 135-145 145-155 155-165 165-180<br />

Framehoogte in cm 40 45 48 52<br />

13


14<br />

OPMERKING:<br />

De hier genoemde waarden dienen alleen ter oriëntatie. Afhankelijk van verschillende factoren kan<br />

ook een kleinere of grotere framehoogte zinvol zijn. Raadpleeg hiervoor uw fietsspecialist.<br />

Hij adviseert u graag.<br />

• Kinderen en jongeren moeten de fiets feilloos kunnen bedienen. Fietstype, grootte en de bedieningselementen<br />

(bijv. remhendels) moeten geschikt zijn voor kinderhanden. Wend u hiervoor tot uw<br />

fietsspecialist. Hij geeft u graag advies.<br />

• Lichamelijk en geestelijk vermogen als de bestuurder op de openbare weg wil rijden: De bestuurder<br />

moet lichamelijk en geestelijk in staat zijn om aan het wegverkeer deel te nemen.<br />

OPMERKING:<br />

In par. 1.4, Wettelijke voorschriften vindt u informatie over de technische goedkeuringsvereisten voor<br />

de deelname aan het wegverkeer.<br />

2.3.4 Waar mag u op uw fiets rijden?<br />

Als u uw fiets te sterk belast door ermee over straten, wegen en pistes te rijden waarvoor uw fiets niet<br />

geschikt is, kunnen delen van uw fiets breken of hun dienst weigeren. Dit kan leiden tot gevaarlijke<br />

rijsituaties, valpartijen en ongevallen.<br />

Rij met uw fiets alleen op de voor uw model toegestane straten, wegen en pistes zoals in onderstaande<br />

tabel vermeld staat.<br />

OPMERKING:<br />

Alle fietsen zijn in categorieën ingedeeld<br />

(zie daarvoor de onderstaande indeling en ook par. 4.1, Typen, categorieën, series).<br />

Toelichtingen bij de onderstaande categorisering<br />

Symbool Betekenis<br />

X toegestaan<br />

- niet toegestaan<br />

X*<br />

Op de openbare weg alleen toegestaan met wettelijk voorgeschreven<br />

extra uitrusting, zie par. 1.4, Wettelijke voorschriften.


Aanduiding Definitie<br />

Wegen Geasfalteerde wegen<br />

Verharde wegen<br />

Cross-Country<br />

All Mountain Tour<br />

All Mountain Trail<br />

Enduro<br />

Freeride<br />

Downhill<br />

Wegen met vaste ondergrond zoals zand, steenslag of soortgelijke (bijv.<br />

bosweg, veldweg)<br />

Terrein omvat straten, bos-,<br />

veld, kiezel-, steenslagwegen<br />

meerdere hellingen en afdalingen<br />

Hoge snelheid bergaf in grof<br />

terrein, los gesteente, hoge<br />

wortels, verre sprongen en<br />

sterke slagen definiëren dit<br />

toepassingsgebied<br />

Wegen met losse ondergrond, wortels,<br />

drempels, stenen, hellingen enz.<br />

Met toenemende veerweg wordt het<br />

terrein, waarin de wielen worden<br />

bewogen, ook in toenemende mate<br />

grover. De rij-eigenschappen bergaf in<br />

zwaar terrein staan meer en meer op<br />

de voorgrond. De kwaliteit van de rijeigenschappen<br />

bergop wordt door geavanceerde<br />

rijwerken hoog gehouden,<br />

verliest echter uiterlijk bij de categorie<br />

Freeride aan betekenis. De wielen zijn<br />

overeenkomstig de extremere rij-omstandigheden<br />

constructief aangepast.<br />

Dirt Speciaal voor dit type fiets uitgezette routes (BMX-routes)<br />

Sportpark Voor Freeriding, Downhill, BMX en Dirt aangewezen terrein<br />

Sprongen<br />

OPMERKING:<br />

Het uitvoeren van sprongen is met deze wielen altijd toegestaan, vindt<br />

echter plaats op eigen risico. Bezoek hiervoor speciale vaktechniekseminars<br />

om een gevoel ervoor te ontwikkelen, welke sprongen met de<br />

betreffende fiets mogelijk zijn. Kundigheid en ervaring zijn voorwaarden<br />

voor het gebruik van dit sportartikel!<br />

GHOST-bikeS<br />

15


16<br />

Model Toepassingsgebied/ categorie<br />

Weg<br />

SE, EBS COMP, EBS PRO, MISS,<br />

POWERKID<br />

X* X X - - - - - - - -<br />

RT, MISS RT, HTX, EBS HTX X* X X - - - - - - - -<br />

AMR, MISS AMR, EBS AMR, ASX X* X X X - - - - - - -<br />

AMR PLUS X* X X X X - - - - - -<br />

CAGUA X* X X X X X - - - - -<br />

Verharde wegen<br />

NORTHSHORE X* X X X X X X - - X X<br />

DOWNHILL X* X X X X X X X - X X<br />

4CROSS, DIRT X* X - - - - - - X X X<br />

RACE, EBS RACE, SPEEDLINE X* - - - - - - - - - -<br />

TREKKING X X - - - - - - - - -<br />

CROSS X* X - - - - - - - - -<br />

Cross-Country<br />

OPMERKING:<br />

Ook fietsen van andere categorieën kunnen met racefiets- of racefietsachtige banden uitgerust zijn. Dergelijke<br />

banden herkent men aan een max. breedte van 28 mm, die bijv. door middel van twee getallen zoals<br />

28-622 of 28-559 op de band is aangegeven. Voor deze fietsen gelden de aanwijzingen voor ROAD RACE.<br />

De bandmaat is op de bandflank weergegeven.<br />

Uw veiligheid tijdens het rijden op deze wegen en paden hangt af van uw snelheid.<br />

Hoe hoger uw tempo, des te groter wordt het risico!<br />

• Let erop dat alle wegen en paden beschadigd kunnen zijn en obstakels kunnen bevatten die de veiligheid<br />

tijdens het rijden kunnen belemmeren en uw fiets kunnen beschadigen.<br />

• Rij in dergelijke situaties bijzonder langzaam en voorzichtig. Duw of draag uw fiets desnoods over<br />

dergelijke obstakels heen. Gebruik de fiets alleen als middel om u voort te bewegen.<br />

• Bij sportieve rijstijl, sprongen en hoge snelheid bestaat altijd het gevaar voor valpartijen. Pas het<br />

gebruik van uw fiets aan uw rijvaardigheid aan!<br />

All Mountain Tour<br />

All Mountain Trail<br />

Enduro<br />

Freeride<br />

Downhill<br />

Dirt<br />

Sportpark<br />

Sprongen


3. Technische gegevens<br />

3.1 Toelaatbare temperaturen en toelaatbaar totaal gewicht<br />

Geoorloofde omgevingstemperaturen<br />

Maximaal toelaatbaar totaal<br />

gewicht<br />

-10 tot +50°C<br />

3.2 Aandraaimomenten voor schroefverbindingen<br />

Onderdeel Fabrikant<br />

Zadelstrop<br />

frame<br />

Zadelstrop<br />

frame<br />

Alle<br />

Alle<br />

MTB incl. DOWNHILL, NORTHSHORE, 4X, DIRT 120 kg<br />

CROSS, SPEEDLINE, RACE 120 kg<br />

TREKKING 140 kg<br />

POWERKID 24" 100 kg<br />

POWERKID 20" 80 kg<br />

POWERKID 16"/12" 50 kg<br />

Model/<br />

type<br />

Aluminium<br />

frame<br />

Carbonframe<br />

Verbinding<br />

Klemming<br />

zadelpen<br />

Klemming<br />

zadelpen<br />

Soort verbinding<br />

GHOST-bikeS<br />

Aandraaimoment<br />

(Nm)<br />

Een bout 5 - 8<br />

Een bout 5 - 6<br />

17


18<br />

4. Opbouw en werking<br />

4.1 Typen, categorieën, series<br />

Wij produceren verschillende typen fietsen. Deze typen hebben wij over verschillende categorieën en productseries<br />

verdeeld.<br />

OPMERKING:<br />

De categorisering vindt u in par. 2.3.4, Waar mag u op uw fiets rijden?<br />

Type Productserie<br />

Mountainbike<br />

(MTB)<br />

Fully<br />

Hardtail<br />

• RT<br />

• MISS RT<br />

• AMR<br />

• MISS AMR<br />

• EBS AMR<br />

• ASX<br />

• AMR PLUS<br />

• CAGUA<br />

• NORTHSHORE<br />

• DOWNHILL<br />

• SE<br />

• EBS COMP/PRO<br />

• MISS<br />

• HTX<br />

• EBS HTX<br />

• 4CROSS<br />

• DIRT<br />

Uitrusting volgens<br />

de StVZO<br />

standaard<br />

- -<br />

- -<br />

Crossbike CROSS - -<br />

RACE<br />

- -<br />

Racefiets, Fitnessbike<br />

EBS RACE<br />

SPEEDLINE<br />

Trekking- en Citybike TREKKING X X<br />

• POWERKID 20" - -<br />

Kinder- en<br />

jeugdfiets<br />

Hardtail<br />

Hardtail met<br />

starre voorvork<br />

• POWERKID 24"<br />

• POWERKID 12"<br />

• POWERKID 16"<br />

- -<br />

Naafdynamo<br />

voorwiel


4.1.1 Mountainbike (Fully + Hardtail)<br />

4.1.1.1 Fully<br />

GHOST-bikeS<br />

geen uitrusting volgens de StVZO, kettingschakeling, velg- of schijfremmen, wielen met velgdiameters van<br />

559 mm, 584 mm of 622 en minimaal 52 mm bandbreedte.<br />

• Serie RT, MISS RT:<br />

– Fullies met 100 mm veerweg voor en achter. Op het gewicht afgestemde fietsen voor de sportief georienteerde<br />

fietser.<br />

• Series AMR, MISS AMR, EBS AMR, ASX<br />

– Fullies met 120 mm veerweg voor en achter. Zowel bergop als bergaf even goed berijdbaar.<br />

• Serie AMR PLUS<br />

– Fullies met 150/120 mm veerweg voor en 150 mm veerweg achter. Zowel bergop als bergaf goed berijdbaar.<br />

Er wordt echter meer waarde gehecht aan de eigenschappen bergaf.<br />

19


20<br />

• Serie CAGUA<br />

– Fullies Fullies met 150/120 mm veerweg voor en 150 mm veerweg achter. Zowel bergop als bergaf goed<br />

berijdbaar. Er wordt echter meer waarde gehecht aan de eigenschappen bergaf.<br />

• Serie DOWNHILL, NORTHSHORE:<br />

– Fullies met 200 mm, c.q. 180 mm veerweg voor en achter. Hier staat de geschiktheid downhill en in een<br />

bikepark op de voorgrond.


4.1.1.2 Hardtail<br />

• Series SE, MISS (zonder MISS RT, MISS AMR), EBS (zonder EBS HTX, EBS AMR, EBS RACE)<br />

GHOST-bikeS<br />

– Hardtails met 100 mm veerweg voor. Solide alledaagse fietsen geschikt voor de vrijetijdsrijder die graag<br />

tochten maakt.<br />

• Serie HTX<br />

– Hardtails met 100 mm veerweg voor. Op het gewicht afgestemde fietsen voor de sportief georiënteerde<br />

fietser.<br />

21


22<br />

• Series 4CROSS, DIRT<br />

– Hardtails met 100 mm veerweg voor. Hier staat de geschiktheid in een bikepark en bij het springen op de<br />

voorgrond.<br />

– Uitrusting zoals een mountainbike, echter enkele modellen met slechts één rem, zonder of slechts met<br />

één schakeling voor de achterste tandwielcassette.<br />

4.1.2 Crossbike (serie CROSS)<br />

geen uitrusting volgens de StVZO, kettingschakeling, velg- of schijfremmen, wielen met een bandbreedte van<br />

622 mm/ 42 mm.<br />

• Serie CROSS<br />

– Hardtails met 60 c.q. 63 mm veerweg voor. Alledaagse fietsen om vlot op te kunnen schieten op wegen<br />

en paden.


4.1.3 Racefiets/fitnessbike (series RACE, SPEEDLINE)<br />

GHOST-bikeS<br />

geen uitrusting volgens de StVZO, kettingschakeling, velg- of schijfremmen, wielen met een velgdiameter<br />

van 622 mm.<br />

• Serie RACE<br />

– Racefietsen met een ongeveerd frame, starre voorvork om op wegen snel en sportief te kunnen opschieten<br />

– Racestuur<br />

– Velgremmen<br />

– Bandbreedte 23 mm<br />

• Serie SPEEDLINE<br />

– Fietsen met een ongeveerd frame en starre voorvork om op wegen snel en comfortabel te kunnen opschieten<br />

– Recht of mountainbikegelijkend stuur<br />

– Schakelhendel zoals bij mountainbikes<br />

23


24<br />

– velg- of schijfremmen zoals bij mountainbikes<br />

– Bandbreedte 35mm<br />

4.1.4 Trekkingbike (serie TREKKING)<br />

Uitrusting volgens de StVZO, uitgerust met ketting- of naafschakeling, twee velg- of schijfremmen, bagagedrager,<br />

spatschermen (‘beschermplaten’).<br />

• Serie TREKKING<br />

– ongeveerd of Hardtails met 60 mm veerweg voor<br />

– alledaagse, compleet uitgeruste fietsen om comfortabel op te kunnen schieten op wegen en paden<br />

– recht of mountainbikegelijkend stuur<br />

– schakelhendel zoals bij mountainbikes<br />

– velg- of schijfremmen zoals bij mountainbikes<br />

– naafdynamo


4.1.5 Kinder- en jeugdfiets (serie POWERKID)<br />

GHOST-bikeS<br />

geen uitrusting volgens de StVZO, kettingschakeling of geen schakeling, velg- en/of terugtrapremmen<br />

• POWERKID 12" en 16"<br />

– ongeveerd frame en starre voorvork<br />

– geen schakeling<br />

– velgrem voor<br />

– terugtraprem achter<br />

– steunwielen (optioneel)<br />

– vlaggetje (optioneel)<br />

– wielmaat 12" of 16"<br />

• POWERKID 20"<br />

– lijkt heel veel op een MTB<br />

– hardtail met geveerde voorvork met 35 mm veerweg<br />

– kettingschakeling achter met 7 versnellingen<br />

– velgremmen zoals bij mountainbikes<br />

– wielmaat 20"<br />

25


26<br />

• POWERKID 24"<br />

– komt overeen met een MTB met kleinere wielmaat<br />

– hardtail met geveerde voorvork met 50 mm veerweg<br />

– kettingschakeling met 24 versnellingen<br />

– velgremmen zoals bij mountainbikes<br />

– wielmaat 24"<br />

4.2 Frame en vork<br />

Frames en vorken zijn er in de volgende uitvoeringen


• Hardtail ongeveerd frame en voorvork ongeveerd<br />

• Hardtail geveerd frame ongeveerd, maar geveerde voorvork<br />

• Fully Frame geveerd en geveerde voorvork<br />

GHOST-bikeS<br />

Bij volgeveerde fietsen zijn verschillende veersystemen met verschillende aantallen scharnierpunten.<br />

Het aantal scharnierpunten kunt u gemakkelijk tellen. De steun naar het veerelement telt niet als scharnierpunt.<br />

27


28<br />

4.3 Remmen<br />

4.3.1 Remtoewijzing<br />

• Uw fiets beschikt over twee van elkaar onafhankelijke schijfremmen.<br />

• Bij sommige modellen wordt de achterwielrem door ‘terugtrappen’ bediend (terugtraprem).<br />

• In de regel bedient de linker op de stuur aangebrachte remhendel de voorwielrem en de rechter remhendel<br />

de achterwielrem. Afhankelijk van de specificaties en nationale voorschriften kan de toewijzing echter variëren.<br />

Maak uzelf in elk geval met de toewijzing vertrouwd en wen hieraan.<br />

• Als uw fiets over twee handremhendels van hetzelfde type beschikt, kunt u de toewijzing door de fietsspecialist<br />

laten wijzigen, indien u dit wenst.<br />

4.3.2 Remtype<br />

Op onze fietsen zijn de volgende remmen gemonteerd<br />

• Schijfrem hydraulisch


• Velgrem<br />

– Velgrem hydraulisch (Magura HS11 en HS33)<br />

• Velgrem mechanisch (V-Brakes)<br />

GHOST-bikeS<br />

29


30<br />

• Velgrem (racefiets)<br />

• Terugtraprem (alleen op het achterwiel)


4.4 Versnellingen<br />

Op onze fietsen zijn de volgende typen versnellingen (schakelingen) gemonteerd<br />

• Kettingschakeling<br />

• Naafschakeling<br />

GHOST-bikeS<br />

31


32<br />

• Geen schakeling (Single-Speed)<br />

4.4.1 Kettingschakeling<br />

Een kettingschakeling stelt voor elke snelheid de optimale versnelling ter beschikking en zorgt onder andere<br />

dat hellingen makkelijker kunnen worden bedwongen.<br />

Bij het schakelen wordt de ketting op een ander tandwiel gelegd/geworpen. Aan het crankstel heten de tandwielen<br />

'kettingbladen' en aan de tandkrans 'pignons'.<br />

De versnelling kan alleen tijdens het rijden worden veranderd. De kettingwielgarnituur moet daarbij in<br />

aandrijfrichting draaien.<br />

De schakelaar aan de linkerzijde van het stuur bedient de derailleur op het crankstel. Hier heeft het schakelen<br />

naar een groter kettingblad een grotere overbrenging tot gevolg (= hogere versnelling). De trapweerstand<br />

wordt groter, maar u kunt ook een hogere snelheid bereiken.<br />

De schakelaar aan de rechterzijde van het stuur bedient het schakelmechanisme. Hier heeft het schakelen<br />

naar een grotere pignon een kleinere overbrenging tot gevolg (= kleinere versnelling). De trapweerstand<br />

wordt geringer en u kunt slechts een lagere snelheid behalen, maar gemakkelijker hellingen oprijden.<br />

Het aantal versnellingen bepaalt u als volgt: Aantal kettingbladen voor, vermenigvuldigd met het aantal tandwielen<br />

achter. Bijv. 2 kettingbladen x 10 tandwielen = 20 versnellingen.<br />

4.4.2 Naafschakeling<br />

Bij een naafschakeling is in de achterwielnaaf een overbrenging gemonteerd. Door bediening van de schakelaar<br />

grijpen daar verschillende tandwielen in elkaar en veranderen zo de overbrengingsverhouding.<br />

Voor wielen met naafschakeling gebruiken wij de Shimano Alfine 8- en 11-versnellingen overbrengingsnaaf<br />

met vrijloop, dus zonder terugtraprem.<br />

4.4.3 Schakelaars<br />

De volgende schakelaars zijn op onze fietsen gemonteerd


• Shimano schakelhendel voor MTB<br />

• Shimano schakelhendel voor MTB<br />

• Shimano rem-/schakelhendel-combinatie voor MTB<br />

• Shimano rem-/schakelhendel-combinatie voor racefiets<br />

GHOST-bikeS<br />

33


34<br />

• Shimano rem-/schakelhendel-combinatie voor elektrische schakeling Di2 voor racefiets<br />

• Shimano rem-/schakelhendel-combinatie voor racefiets<br />

• Shimano draaigreepschakelaar voor MTB<br />

4.5 Klemsystemen voor wielen en zadelpennen<br />

Op onze fietsen gebruiken wij de volgende asklemsystemen voor de wiel- en zadelpenbevestiging<br />

• Snelspanassen


• Snelspanas zadelpen<br />

• Steekassen<br />

• Schroefklemming<br />

4.6 Materialen<br />

4.6.1 Verdeling<br />

GHOST-bikeS<br />

Wij gebruiken voor onze fietsframes aluminiumlegeringen en carbonmaterialen. Fietsen van ons merk met<br />

carbonframe herkent u aan de toevoeging ‘LECTOR’ in de typeaanduiding. Alle overige fietsen worden met<br />

aluminium frame gebouwd.<br />

4.6.2 Informatie en aanwijzingen voor het materiaal carbon<br />

WAARSCHUWING Gevaar door valpartijen en ongevallen<br />

Carbon is een modern materiaal dat wordt gebruikt voor de constructie van fietsen en voertuigen.<br />

Carbononderdelen reageren echter gevoelig op beschadigingen. Fouten bij de montage of tijdens<br />

het gebruik kunnen leiden tot breuk en dus tot gevaarlijke rijsituaties, valpartijen, ongevallen en<br />

schade aan objecten.<br />

35


36<br />

Slag- en stootbelastingen bij niet-bedoeld gebruik of bij valpartijen en ongevallen evenals bij steenslag<br />

kunnen voorkomen, kunnen tot onzichtbare beschadigingen in het carbonweefsel en/of tot delaminaties<br />

(= loskomen van de verlijmde carbonlagen) leiden.<br />

Door zulke voorbeschadigingen samen met de krachten die tijdens het gebruik optreden, kunnen<br />

carbononderdelen plotseling breken en zo leiden tot gevaarlijke rijsituaties, valpartijen, ongevallen en<br />

schade aan objecten.<br />

• Neem beslist alle onderstaande aanwijzingen met betrekking tot het gebruik van onderdelen van<br />

carbon in acht.<br />

• Na valpartijen of andere grote mechanische belastingen die niet tot het normale fietsgebruik behoren,<br />

mag er niet meer met carbonframes en -onderdelen worden gereden.<br />

• Wend u na een val direct tot een door de fabrikant erkende fietsspecialist en laat de betreffende<br />

onderdelen naar de fabrikant sturen ter beoordeling.<br />

• Bij vragen over de omgang met carbononderdelen wendt u zich tot uw fietsspecialist. Hij geeft u<br />

graag advies.<br />

Carbon is in de omgangstaal een benaming voor een koolstofvezelversterkte kunststof. Dit is de aanduiding<br />

voor een vezel-kunststof-composiet waarbij de koolstofvezels in meerdere lagen in een kunststofmatrix worden<br />

ingebed.<br />

Deze matrix bestaat uit duromeren (epoxyhars). Tot de primaire taken van het matrixmateriaal behoren het<br />

overbrengen en verdelen van de optredende krachten en de fixatie van de vezels.<br />

De trekvastheid is net zoals bij alle vezelcomposieten in de richting van de vezels aanzienlijk hoger dan<br />

dwars op de richting van de vezels. Daarom worden de carbonvezels in allerlei richtingen gerangschikt om<br />

alle optredende krachten te kunnen opvangen.<br />

4.6.2.1 Informatie m.b.t. de frameconstructie<br />

Door nauwkeurige analyses en realistische simulaties van de krachten die bij het frame kunnen optreden,<br />

konden de vezeloriëntaties in de verschillende gedeelten, zoals bijv. in het traplager of in de stuurbuis, nog<br />

efficiënter worden vormgegeven.<br />

Deze high-end-producten worden met de hand vervaardigd. Daardoor kunnen zich verschillen in de finish<br />

voordoen, die echter geen reden tot reclamatie vormen.<br />

4.6.2.2 Zo gaat u op de juiste manier met uw carbononderdelen om<br />

1. Monteer in geen geval beugels, schroefverbindingen, klemmingen of andere elementen die mechanische<br />

krachten op de carbonbuis uitoefenen. Uitgezonderd daarvan zijn de expliciet hiervoor bestemde<br />

zones op componenten zoals bijv. sturen en zadelpennen. Hier moet echter op het exact aanhouden<br />

van de aandraaimomenten worden gelet!<br />

2. Spannen in montagestandaards of andere klemmingen:<br />

• Span uw fiets nooit aan een carbonbuis of een carbonzadelpen in de klemklauwen van een montagestandaard.<br />

• Gebruik voor het inspannen in een montagestandaard tijdelijk een zadelpen met dezelfde diameter<br />

van aluminium. De aanwijzingen voor het demonteren en monteren vindt u in par. 13.2, Zadelpen met<br />

zadel monteren en demonteren.<br />

3. Wees voorzichtig bij het gebruik van beugelsloten! Deze kunnen in sommige gevallen uw frame beschadigen.


4.7 Banden<br />

GHOST-bikeS<br />

• Let er bij het gebruik van beugelsloten op dat ze de desbetreffende carbonbuis hoogstens raken,<br />

maar niet door kracht belasten.<br />

4. Zadelklem/zadelpen:<br />

• Het voorgeschreven aandraaimoment voor de zadelklembout bedraagt 5 – 6 Nm.<br />

• De zitbuis mag niet worden uitgeboord of op een andere manier mechanisch worden bewerkt.<br />

• Zadelpen en zitbuis mogen niet worden ingevet. Alleen de bijgeleverde carbonmontagepasta mag<br />

worden gebruikt.<br />

• Zadelpennen mogen alleen met behulp van de bijgeleverde carbonmontagepasta in een carbonframe<br />

worden gemonteerd.<br />

• De zadelklem mag bij een gedemonteerde zadelpen niet worden gesloten omdat anders onherstelbare<br />

schade aan de zitbuis het gevolg kan zijn.<br />

• Neem de zadelpen ongeveer elke twee maanden uit het frame, reinig hem en breng nieuwe carbonmontagepasta<br />

aan. Zie hiervoor par. 13.2, Zadelpen met zadel monteren en demonteren.<br />

5. Bidonhouder:<br />

• De schroefdraadsets zijn bedoeld ter bevestiging van de in de handel gebruikelijke bidonhouders.<br />

Het maximale aandraaimoment van de bouten ter bevestiging van de bidonhouders op het frame<br />

bedraagt 4 Nm.<br />

6. Rollentraining:<br />

• Het gebruik van rollentrainers met een vaste inspanning is niet toegestaan. Door de vaste inspanning<br />

van de uitval- resp. snelspanas treden er belastingen op, die duidelijk afwijken van de belastingen<br />

die zich voordoen bij het toegestane rijgebruik. Daarbij kan het fietsframe beschadigd raken.<br />

• Het gebruik op een losse rol zonder vaste inspanning van het frame is toegestaan.<br />

7. Transport Zie hfst. 13, Fiets transporteren.<br />

GHOST fietsen kunnen standaard voorzien zijn van verschillende banden. Bandenmerk, type, grootte en<br />

bandenspanningvermeldingen vindt u op de bandflanken weergegeven.<br />

Met betrekking tot de ventielsoorten gebruiken wij hoofdzakelijk binnenbanden met Sclaverand-ventiel (SV)<br />

dat in de omgangstaal ook onder de naam ‘Frans ventiel’ bekend is. Bij de modellen uit de serie POWER-<br />

KID kunnen zowel binnenbanden met Sclaverand-ventiel (SV) als met Autoventiel (AV) gemonteerd zijn. De<br />

uitvoering vindt u in de onderstaande afbeelding.<br />

Bij gebruik van reservebinnenbanden moet erop worden gelet dat alleen binnenbanden worden gebruikt,<br />

die hetzelfde ventiel hebben als de originele binnenband omdat de diameters van de ventielen SV en AV<br />

verschillend zijn.<br />

Autoventiel (AV) Snelventiel (DV)<br />

Sclaverand-ventiel (SV)<br />

(Frans)<br />

37


38<br />

5. Framesets<br />

WAARSCHUWING Gevaar door valpartijen en ongevallen<br />

Fouten bij de montage van uw fiets en het gebruik van ongeschikte aanbouwdelen kunnen tot ernstige<br />

valpartijen leiden!<br />

Sommige GHOST fietsframes kunt u ook apart bestellen en volgens uw persoonlijke wensen laten<br />

opbouwen. De persoon die een fietsframe tot een complete fiets opbouwt, wordt beschouwd als fabrikant;<br />

bij eventuele montagefouten en gebreken is deze persoon aansprakelijk.<br />

• UITSLUITEND DOOR DE FIRMA GHOST ERKENDE SPECIAALZAKEN MOGEN UW FRAME OPBOU-<br />

WEN.<br />

• Deze gebruiksaanwijzing is geen montagehandleiding voor de opbouw van uw framesets tot een<br />

complete fiets.<br />

• Er mogen alleen onderdelen voor opbouw van een frame worden gebruikt, die qua constructiewijze<br />

en afmetingen met de in de betreffende serie gebruikte onderdelen overeenkomen.<br />

• Kies uw componenten alleen samen met uw fietsspecialist uit. Hij weet, welke onderdelen voor uw<br />

frame geschikt zijn.<br />

6. Voor het eerste gebruik<br />

WAARSCHUWING Gevaar door valpartijen en ongevallen<br />

Uw fiets wordt voorgemonteerd aan de leverancier geleverd. Veiligheidsrelevante onderdelen zijn<br />

deels nog niet naar behoren/volledig gemonteerd en/of afgesteld. Uw fietsspecialist moet de montage<br />

van uw fiets eerst nog voltooien, d.w.z. hem bedrijfszeker maken.<br />

• Let erop dat uw fietsspecialist de 'Inspectie-checklist voor de overdracht' in het leveringsdocument<br />

voor uw fiets volledig heeft ingevuld.<br />

• Rij op uw fiets alleen in de voor u geschikte zitpositie.<br />

• Laat de voor u juiste zadelhoogte en -positie afstellen door uw fietsspecialist.<br />

• Laat u door uw fietsspecialist wegwijs maken in de techniek van uw fiets.<br />

• Bescherm uw fiets met sproeiwas. Zie par. 14.2, Zo reinigt en verzorgt u uw fiets.<br />

7. Voor elke rit<br />

WAARSCHUWING Gevaar door valpartijen en ongevallen<br />

Rijden op een fiets die niet gereed is voor gebruik, kan leiden tot gevaarlijke rijsituaties, valpartijen,<br />

ongevallen en schade aan objecten.<br />

• Controleer voor elke rit of uw fiets bedrijfszeker is. Bedenk hierbij ook de mogelijkheid dat uw fiets<br />

in een onbewaakt moment omgevallen kan zijn of dat vreemden eraan gemanipuleerd kunnen hebben.<br />

• Onthoud de juiste toestand van uw fiets zoals deze in nieuwstaat is zodat u afwijkingen hiervan<br />

later gemakkelijker kunt herkennen.


OPMERKING:<br />

Zelfgemaakte foto's kunnen hierbij een waardevol hulpmiddel zijn.<br />

GHOST-bikeS<br />

• Neem direct contact op met uw fietsspecialist als bij de controles gebreken worden vastgesteld.<br />

Kleine gebreken kunt u zelf verhelpen als de maatregelen daarvoor onderstaand beschreven staan.<br />

• Neem direct contact op met uw fietsspecialist als de betreffende maatregelen hier niet beschreven<br />

staan, u deze niet zelf kunt uitvoeren of als de maatregelen geen succes hebben.<br />

• Gebruik uw fiets pas weer als hij weer bedrijfszeker is gemaakt.<br />

1. Controleer visueel of alle bevestigingsbouten goed zijn vastgeschroefd. Zie par. 1.5.3, Vakbegrippen.<br />

2. Controleer uw fiets visueel op inkervingen, weggebroken stukjes, diepe krassen en andere<br />

mechanische beschadigingen.<br />

3. Neem direct contact op met uw fietsspecialist als bij de controles gebreken worden vastgesteld.<br />

OPMERKING:<br />

In de volgende hoofdstukken zijn de controles voor de standaard uitrustingen van alle GHOST fietsen beschreven.<br />

Enkele hoofdstukken gelden alleen als uw fiets de genoemde uitrusting heeft. Deze vindt u in hfst.<br />

Opbouw en werking. Als u niet zeker weet, welke controles voor uw model fiets van toepassing zijn, wend u<br />

dan tot uw fietsspecialist. Hij geeft u graag advies.<br />

Als uw fiets omgebouwd is of met enkele onderdelen achteraf aangepast, kunnen nieuwe of andere controles<br />

noodzakelijk zijn. Lees hiervoor de aanwijzingen in de bijbehorende gebruikersinformatie of wend u tot<br />

de fietsspecialist. Hij geeft u graag advies.<br />

7.1 Wielen controleren<br />

OPMERKING:<br />

Voor- en achterwiel worden ook wel simpelweg ‘wiel’ genoemd.<br />

Een wiel bestaat uit<br />

• Naaf<br />

• Alleen op de achterwielnaaf tandkrans/pignon of tandkranscassette/pignoncasse, vaak kort ook ‘cassette’<br />

genoemd<br />

• Remschijf (alleen bij schijfremsysteem)<br />

• Spaken<br />

• Velg<br />

• Banden (zie onderstaand veld)<br />

Momenteel zijn drie verschillende soorten banden leverbaar:<br />

• Draad- of opvouwbare buitenband:<br />

Dit meest voorkomende type band bestaat uit<br />

– buitenband<br />

– binnenband en<br />

– velglint (alleen bij velgen met spaakboringen)<br />

39


40<br />

In de band bevindt zich een staaldraad of een verstevigde rand die bij het oppompen in de velgkraal wordt<br />

gedrukt.<br />

Toepassingsgebied: Alle categorieën<br />

• Tubelessbanden:<br />

Speciale velgen (zonder of met luchtdicht gesloten spaakboringen) en banden sluiten luchtdicht af en maken<br />

een binnenband overbodig. Bij panne kan een dergelijke band toch worden gemonteerd.<br />

Toepassingsgebied: Mountainbikes, crossbikes, racefiets/weg<br />

• Binnenband:<br />

De binnenband is in de buitenband genaaid. De buitenband inclusief binnenband wordt bij de montage op de<br />

speciaal hiervoor gebouwde velg gelijmd. Hierbij moeten de montagevoorschriften van de banden-, lijm- en<br />

velgenfabrikant worden opgevolgd.<br />

Toepassingsgebied: Mountainbikes, crossbikes, racefiets/weg<br />

Bij vragen betreffende uw type band en uw bandmaat raadpleegt u de fietsspecialist<br />

Bij fietsen met een uitrusting volgens de StVZO kunnen velgreflectoren zijn gemonteerd.<br />

7.1.1 Vastzitten en positie controleren<br />

1. Beweeg beide wielen stevig heen en weer dwars op de rijrichting.<br />

• De wielen mogen niet in de klemming bewegen.<br />

• De snelspanhendel c.q. de steekas moet gesloten zijn Zie par. 8.6, Klemsystemen voor wielen en<br />

zadelpennen bedienen.<br />

2. U mag geen krakende of knarsende geluiden horen.<br />

3. Voer een visuele controle van de wielmontage uit.<br />

• De wielen moeten gecentreerd tussen frame en rem zitten.<br />

• De wielen moeten gecentreerd tussen de bagagedragersteunen zitten, indien een bagagedrager<br />

gemonteerd is.<br />

7.1.2 Velgen controleren<br />

• De banden moeten parallel met spatborden lopen, indien deze gemonteerd zijn.<br />

• Geen werkstuk van het wiel mag frame, spatschermen, bagagedrager of andere delen raken. De<br />

minimale afstand tot alle delen moet bij racefietsen 4mm en bij alle overige fietsen 6mm bedragen.<br />

Uitzondering: Remvoeringen en remrubbers mogen zich zo dicht bij remschijf of velg bevinden dat ze<br />

die net niet raken.<br />

7.1.2.1 Velgslijtage controleren (geldt alleen voor fietsen met velgremmen)<br />

1. Controleer of de slijtage-indicatoren (groef rondom of meerdere kleine boringen in de zijkant van de<br />

velg) zichtbaar zijn.


2. Ga met uw vingernagel dwars over de velgflank. Er mogen geen groeven voelbaar zijn.<br />

7.1.2.2 Velgen op slag controleren<br />

1. Til de fiets omhoog en draai eerst het voorwiel- en vervolgens het achterwiel rond.<br />

GHOST-bikeS<br />

2. Let op de afstand tussen velg en remschoenen, bij schijfremmen tussen velg en framebuis of vorkbeen.<br />

Maximaal toelaatbare afwijking per omwenteling<br />

• 0,5 mm bij velgen met velgrem<br />

• 2,0 mm bij velgen met velgrem<br />

7.1.2.3 Velgen op verontreinigingen controleren (geldt alleen voor fietsen met velgremmen)<br />

1. Controleer uw velgen op vervuilingen, met name op oliën en vetten. Vervuilde velgen moeten direct<br />

worden gereinigd. Zie par. 14.2, Zo reinigt en verzorgt u uw fiets).<br />

7.1.2.4 Banden controleren<br />

1. Controleer de banden op zichtbare beschadigingen, vreemde objecten en slijtage<br />

• Het bandenrubber moet over het gehele oppervlak van het oorspronkelijke profiel voorzien zijn.<br />

• Het bandenweefsel onder de rubberlaag mag niet zichtbaar zijn.<br />

• Er mogen geen bulten of scheuren te zien zijn.<br />

41


42<br />

2. Verwijder eventuele vreemde objecten (dorens, steentjes, glasscherven enz.) voorzichtig met de hand<br />

of met een kleine schroevendraaier. Let erop of daarna lucht ontsnapt.<br />

• Als lucht ontsnapt, moet de binnenband vervangen worden. De binnenband op het wiel mag u zelf<br />

vervangen. Aanwijzingen hiervoor vindt u in par. 15.5.1, Binnenband en buitenband vervangen.<br />

7.1.2.5 Ligging van de banden controleren<br />

1. Til het voorwiel omhoog.<br />

2. Draai het voorwiel met de hand. Het wiel moet rond lopen. Er mag geen hoogte- of zijslag in het wiel<br />

zitten.<br />

3. Controleer het achterwiel op dezelfde wijze.<br />

7.1.2.6 Ventielstand controleren (geldt niet bij tubeless band)<br />

1. Verwijder indien nodig de ventielmoer.<br />

2. Controleer de stand van het ventiel: de ventielen moeten naar het middelpunt van het wiel wijzen.<br />

7.1.2.7 Bandenspanning controleren<br />

Door een lage bandenspanning<br />

• kunnen buiten- en binnenband van de velg loslaten en zo een scheefstand van het ventiel veroorzaken.<br />

Tijdens het rijden kan de ventielvoet afscheuren, waardoor een plotseling drukverlies in de band ontstaat.<br />

• kan de band in de bocht loslaten van de velg<br />

• stijgt het risico op pech.


GHOST-bikeS<br />

OPMERKING:<br />

De voorgeschreven bandenspanning kan afhankelijk van de fabrikant en bandmodel verschillend zijn. Houd<br />

u aan de aanwijzingen van de betreffende fabrikant voor juiste bandenspanning op de bandflank. Bij vragen<br />

wendt u zich tot de fietsspecialist. Hij geeft u graag advies.<br />

Sommige bandenspanningsgegevens worden aangegeven in ‘psi’. Reken de bandenspanning om met behulp<br />

van de volgende tabel.<br />

psi 30 40 50 60 70 80 90 100 110 120 130 140<br />

bar 2,1 2,8 3,5 4,1 4,8 5,5 6,2 6,9 7,6 8,3 9,0 9,7<br />

Controleer de bandenspanning met een bandenspanningsmeter. Geschikte apparaten vindt u in de vakhandel.<br />

Het gebruik kunt u vinden in de desbetreffende gebruiksaanwijzing of laat het personeel van de fietsspecialist<br />

een demonstratie geven.<br />

Bij banden met autoventielen kunt u de bandenspanning ook op tankstations controleren en corrigeren.<br />

• Bij te lage bandenspanning: Verhoog de bandenspanning met behulp van een geschikte pomp.<br />

• Bij te hoge bandenspanning: Laat via het ventiel wat lucht ontsnappen en controleer de bandenspanning<br />

daarna opnieuw.<br />

OPMERKING:<br />

Met een fietspomp met manometer kunt u de bandenspanning al tijdens het oppompen controleren. Laat<br />

eerst wat lucht uit de band ontsnappen en verhoog de bandenspanning vervolgens tot de gewenste waarde.<br />

Er zijn verschillende ventieltypes. (zie par. 4.7, Banden). Alle ventielen kunnen van een stofdopje voorzien<br />

zijn. Nadat u dit verwijderd heeft, kunt u de pompkop direct op het zogenaamde autoventiel, maar ook op<br />

het zogenaamde blitzventiel (Dunlop) plaatsen. Bij het Sclaverand (Frans) ventiel moet u daarvoor het kleine<br />

borgmoertje tot aan de aanslag van het ventiel afschroeven en na het vullen weer helemaal op het ventiel<br />

vastschroeven. Laat het personeel van uw fietsspecialist demonstreren hoe de ventielen moeten worden<br />

bediend.<br />

7.1.3 Overige zaken controleren<br />

1. Controleer of zich losse objecten, bijv. takjes, stofresten enz. in de wielen bevinden.<br />

2. Verwijder dergelijke objecten voorzichtig.<br />

3. Controleer de eventueel bevestigde spaakreflectoren op goede montage.<br />

4. Verwijder ze helemaal als ze los zitten.<br />

5.<br />

6. Controleer of uw wielen door deze losse delen beschadigd werden.<br />

7.2 Zadel en zadelpen controleren<br />

WAARSCHUWING Gevaar door ernstige valpartijen<br />

Als de insteekdiepte van de zadelpen te gering is, kan de zadelpen tijdens het rijden uit het frame<br />

43


44<br />

losraken en tot gevaarlijke situaties, valpartijen en ongevallen leiden. Daarnaast kan een te geringe<br />

insteekdiepte onherstelbare schade aan zadelpen en frame tot gevolg hebben.<br />

• Let op de juiste insteekdiepte van de zadelpen.<br />

1. Voer een visuele controle van de zadelpen uit. Het ‘STOP’- of ‘MAX’-merkteken mag niet te zien zijn.<br />

2. Probeer het zadel met zadelpen door middel van handkracht in het frame te verdraaien.<br />

Het zadel plus de zadelpen mogen daarbij niet verdraaien.<br />

3. Probeer het zadel door tegengestelde op- en neergaande bewegingen d.m.v. handkracht in zijn klemming<br />

te bewegen.<br />

Het zadel mag niet bewegen.<br />

4. Als zadel en/of zadelpen toch kunnen worden bewogen, zet ze dan vast (zie par. 8.6.3, Snelspanas op<br />

de zadelstrop openen en sluiten en par. 8.1, Zadelhoogte afstellen).


7.3 Stuur, stuurpen controleren<br />

GHOST-bikeS<br />

WAARSCHUWING Gevaar door valpartijen en ongevallen<br />

Een niet op de juiste manier gemonteerd/e of beschadigd/e stuur/stuurpen kan tot gevaarlijke situaties,<br />

valpartijen en ongevallen leiden.<br />

• Wanneer u aan deze onderdelen gebreken vaststelt of er twijfels over heeft, mag u uw fiets in geen<br />

geval verder gebruiken.<br />

• Neem direct contact op met een gespecialiseerde werkplaats.<br />

1. Controleer stuurpen en stuur visueel.<br />

• De stuurpen moet parallel ten opzichte van de voorwielvelg verlopen.<br />

• Het stuur moet in een rechte hoek ten opzichte daarvan zijn afgesteld.<br />

2. Klem het voorwiel tussen uw benen.<br />

3. Pak het stuur aan beide uiteinden vast.<br />

4. Probeer het stuur door middel van handkracht in beide richtingen te verdraaien.<br />

45


46<br />

5. Probeer het stuur in de stuurpen door middel van handkracht te verdraaien.<br />

• Geen van de delen mag gedraaid of verschoven kunnen worden.<br />

• Er mogen geen krakende of knarsende geluiden hoorbaar zijn.<br />

Op de volgende modellen is een schachtvoorbouw gemonteerd<br />

• POWERKID 12"<br />

• POWERKID 16"<br />

6. Voer een visuele controle van de voorbouwschacht uit. Het ‘STOP’- of ‘MAX’-merkteken mag niet te<br />

zien zijn.<br />

7.4 Stuuraanbouwdelen controleren<br />

Zo controleert u de bevestiging van schakelhendel, remhendel en handvaten:<br />

1. Klem het voorwiel vast tussen uw benen of houd met één hand het stuur vast.<br />

2. Probeer met uw andere hand de remhendels te verdraaien.


3. Probeer met uw andere hand de schakelhendels te verdraaien.<br />

4. Probeer met uw andere hand de handvaten en de bar ends van het stuur af te trekken.<br />

GHOST-bikeS<br />

5. Als op uw fiets later een bel is aangebracht, moet u deze met een weinig handkracht proberen te verdraaien.<br />

• Geen van de delen mag gedraaid of verschoven kunnen worden.<br />

• Er mogen geen krakende of knarsende geluiden hoorbaar zijn.<br />

7.5 Balhoofd controleren<br />

Het balhoofd is het lager van de vorkschacht in de stuurbuis. Via dit lager worden de stuurbewegingen overgebracht<br />

op de voorvork.<br />

1. Controleer het balhoofd. Het voorwiel moet licht en zonder speling in beide richtingen kunnen draaien:<br />

2. Ga naast uw fiets staan en houd hem met beide handen vast aan de stuurhandvaten.<br />

3. Knijp de voorwielrem in en houd hem ingeknepen.<br />

4. Schuif uw fiets met aangetrokken rem met korte, schoksgewijze bewegingen naar voren en terug.<br />

• Het balhoofd mag geen speling vertonen.<br />

• Er mag geen kraken hoorbaar of voelbaar zijn.<br />

• Er mag geen knarsend geluid hoorbaar zijn.<br />

5. Draai het stuur met voorwiel meerdere malen naar links en rechts.<br />

• Het voorwiel moet licht en zonder speling in beide richtingen kunnen draaien<br />

• Het voorwiel mag in geen enkele stand vastklikken.<br />

• Als bij de controle gebreken worden vastgesteld: Neem contact op met uw fietsspecialist.<br />

47


48<br />

7.6 Geveerde voorvork controleren<br />

1. Knijp de voorwielrem in en houd hem ingeknepen.<br />

2. Druk met uw lichaamsgewicht op het stuur zodat de geveerde voorvork inveert en ontlast het stuur<br />

direct weer.<br />

3. De vork moet gelijkmatig in- en uitveren.<br />

4. Er mogen geen krakende of knarsende geluiden hoorbaar zijn.<br />

5. Klem het voorwiel tussen uw benen vast en probeer de fiets aan het stuur op te tillen. De staande buizen<br />

mogen niet uit de insteekbuizen of uit de vorkbrug loskomen.<br />

6. Zie hiervoor ook de aanwijzingen in de aparte gebruiksaanwijzing voor uw geveerde voorvork.<br />

7.7 Achterwielvering controlen<br />

1. Ga op uw fiets zitten en veer de fiets terwijl u stilstaat in en uit d.m.v. krachtige- op- en neergaande<br />

bewegingen.<br />

2. De achterkant van de fiets moet gemakkelijk in- en uitveren.<br />

3. Er mogen geen krakende of knarsende geluiden hoorbaar zijn.<br />

4. Zie hiervoor ook de aanwijzingen in de aparte gebruiksaanwijzing voor uw veerelement.<br />

7.8 Remmen controleren<br />

GEVAAR Gevaar door ernstige valpartijen<br />

Falende remmen leiden altijd tot gevaarlijke rijsituaties, valpartijen en ongevallen. Een slechte werking<br />

van de remmen is levensgevaarlijk.<br />

• Controleer het remsysteem zeer zorgvuldig.<br />

• Blijf uw fiets in geval van gebreken in geen geval gebruiken en neem direct contact op met uw fietsspecialist<br />

als u gebreken vaststelt.<br />

OPMERKING:<br />

Tijdens meerdaagse tochten kunnen remschijf, remblokjes en remvoeringen sterk slijten.<br />

• Plan meerdaagse tochten zo dat u onderweg eventueel noodzakelijke servicewerkzaamheden kunt laten<br />

uitvoeren door fietsspecialisten.


GHOST-bikeS<br />

• Neem uit voorzorg remblokjes voor uw rem mee. Zo voorkomt u een onderbreking van de tocht mocht de<br />

gespecialiseerde werkplaats uw type remblokjes niet op voorraad hebben.<br />

7.8.1 Algemene werking controleren<br />

Zo controleert u de werking van uw remsysteem<br />

1. Knijp beide remhendels tot aan de aanslag in, terwijl u stilstaat. De kleinste afstand tussen remhendel<br />

en stuurhandvat moet minstens 10 mm bedragen.<br />

2. Probeer uw fiets zo met ingeknepen remmen vooruit te duwen. Beide wielen moeten geblokkeerd<br />

blijven.<br />

7.8.2 Hydraulische schijfrem controleren<br />

WAARSCHUWING Gevaar door valpartijen en ongevallen<br />

Olie en vet op de remschijven kunnen de remwerking verminderen en daardoor tot gevaarlijke rijsituaties,<br />

valpartijen en ongevallen leiden.<br />

• Vervuilde remschijven moeten direct worden gereinigd, zie par. 14.2, Zo reinigt en verzorgt u uw<br />

fiets.<br />

1. Voer een visuele controle van de schroefverbindingen van het complete remsysteem uit. Alle bouten<br />

moeten vastzitten.<br />

2. Trek het remzadel door middel van handkracht afwisselend in alle richtingen. Het remzadel mag niet<br />

bewegen.<br />

49


50<br />

3. Knijp de desbetreffende remhendel in terwijl u stilstaat en houd de remhendel in deze stand vast. Voer<br />

een visuele controle van het remsysteem van de remhendel via de leidingen tot aan de remmen uit. Er<br />

mag op geen enkele plaats hydraulische vloeistof weglekken. Daarnaast mag de weerstand/druk op de<br />

hendel niet afnemen.<br />

4. Controleer de remschijf op beschadigingen. Er mogen zich geen kerven, breukplekken, diepe krassen<br />

en overige mechanische beschadigingen in bevinden.<br />

5. Til telkens het voorwiel en het achterwiel omhoog en draai het met de hand rond. De remschijf moet<br />

vlak lopen.<br />

6. Controleer uw remschijven op vervuiling, met name op oliën en vetten. Reinig verontreinigde remschijven<br />

direct. Zie par. 14.2, Zo reinigt en verzorgt u uw fiets.<br />

7.8.3 Hydraulische velgremmen controleren<br />

1. Voer een visuele controle van de schroefverbindingen van het complete remsysteem uit. Alle bouten<br />

moeten vastzitten.<br />

2. Probeer de remmen door middel van handkracht uit de sokkels te trekken. De remmen mogen niet door<br />

middel van handkracht uit de sokkels losgaan.<br />

3. Bedien de betreffende remhendel bij stilstand en houd de remhendel in deze stand vast. Voer een<br />

visuele controle van het remsysteem vanaf de remhendel via de leidingen tot aan de remmen uit. Er<br />

mag op geen enkele plaats hydraulische vloeistof weglekken. Daarnaast mag de weerstand/druk op de<br />

hendel niet afnemen.<br />

4. Bedien beide remhendels.<br />

• De remschoenen moeten bij ingeknepen rem met bijna hun gehele oppervlak de zijkant van de velg<br />

raken.<br />

• De remsschoenen mogen de band nooit raken – dus ook niet als de rem niet wordt gebruikt.


GHOST-bikeS<br />

5. Voer een visuele controle van de remrubbers uit. De remblokjes mogen niet verder dan de slijtageindicator<br />

afgesleten zijn.<br />

6. Voer een visuele controle van de rempositie uit. De remschoenen moeten aan beide zijden dezelfde<br />

afstand tot de velg hebben.<br />

7.8.4 Velgrem met kabel controleren (MTB-versie)<br />

1. Voer een visuele controle van de remkabels en van hun klemming uit.<br />

• De remkabels mogen niet beschadigd of gecorrodeerd zijn.<br />

• De remkabels van kabelremmen moeten over hun gehele breedte worden geklemd.<br />

51


52<br />

2. Voer een visuele controle van de schroefverbindingen van het complete remsysteem uit. Alle bouten<br />

moeten vastzitten.<br />

3. Probeer de remmen door middel van handkracht uit de sokkels te trekken. De remmen mogen niet door<br />

middel van handkracht uit de sokkels loskomen. Een kleine speling is normaal.<br />

4. Bedien beide remhendels.<br />

• De remschoenen moeten bij ingeknepen rem met bijna hun gehele oppervlak de zijkant van de velg<br />

raken.<br />

• De remsschoenen mogen de band nooit raken – dus ook niet als de rem niet wordt gebruikt.<br />

5. Controleer de slijtage van de remblokjes.<br />

• Maak hiervoor de rem los zie par. 13.1.5, Remmen openen en sluiten)<br />

• De remblokjes mogen niet verder dan de slijtage-indicator afgesleten zijn.


GHOST-bikeS<br />

6. Voer een visuele controle van de rempositie uit. De remschoenen moeten aan beide zijden dezelfde<br />

afstand tot de velg hebben.<br />

7.8.5 Velgrem met kabel controleren (racefietsversie)<br />

1. Voer een visuele controle van de remkabels en van hun klemming uit.<br />

• De remkabels mogen niet beschadigd of gecorrodeerd zijn.<br />

• De remkabels van kabelremmen moeten over hun gehele breedte worden geklemd.<br />

2. Voer een visuele controle van de schroefverbindingen van het complete remsysteem uit. Alle bouten<br />

moeten vastzitten.<br />

3. Probeer de remmen door middel van handkracht uit de sokkels te trekken. De remmen mogen niet<br />

door middel van handkracht uit de sokkels losgaan.<br />

53


54<br />

4. Bedien beide remhendels.<br />

• De remschoenen moeten bij ingeknepen rem met bijna hun gehele oppervlak de zijkant van de velg<br />

raken.<br />

• De remsschoenen mogen de band nooit raken – dus ook niet als de rem niet wordt gebruikt.<br />

5. Voer een visuele controle van de remrubbers uit. De remblokjes mogen niet verder dan de slijtageindicator<br />

afgesleten zijn.<br />

6. Voer een visuele controle van de rempositie uit. De remschoenen moeten aan beide zijden dezelfde<br />

afstand tot de velg hebben.


7.8.6 Terugtraprem controleren<br />

1. Fiets in een langzaam tempo.<br />

2. Trap ‘achteruit’, tegen de aandrijfrichting in.<br />

3. Het achterwiel moet op deze wijze sterk worden afgeremd.<br />

7.9 Aandrijving, ketting controleren<br />

GHOST-bikeS<br />

1. Draai de rechtercrank tegen de wijzers van de klok in en bekijk daarbij van bovenaf de kettingbladen<br />

en de pignons. Bij wielen met terugtraprem laat u een assistent de achterkant van de fiets optillen en<br />

draai de rechter trapper in aandrijfrichting.<br />

• De kettingbladen en pignons mogen geen zijslag hebben.<br />

• Er mogen zich geen vreemde objecten in bevinden. Verwijder deze, voor zover dat gemakkelijk gaat.<br />

2. Druk de linkercrank in de afgebeelde stand naar de liggende achtervork.<br />

• U mag geen lagerspeling voelen.<br />

• Er mogen geen krakende of knarsende geluiden hoorbaar zijn.<br />

3. Controleer de ketting op beschadigingen. De ketting mag op geen enkele plaats door bijv. verbogen<br />

schalmplaten, uitstekende geklonken boutjes enz. beschadigd zijn of vaste, onbeweegbare kettingschakels<br />

hebben.<br />

4. Draai, terwijl u stilstaat, de rechtercrank tegen de aandrijfrichting in en bekijk de kettingloop over de<br />

rolletjes van het schakelmechanisme. De ketting moet soepel over de schakelrolletjes lopen en mag<br />

niet springen. (Controlepunt niet van toepassing bij wielen met terugtrapremmen)<br />

7.10 Verlichting controleren<br />

WAARSCHUWING Gevaar door valpartijen en ongevallen<br />

Het uitvallen van koplamp en achterlicht kan in het donker en/of bij slecht zicht leiden tot gevaarlijke<br />

situaties. U kunt obstakels over het hoofd zien of zelf door andere verkeersdeelnemers over het<br />

hoofd worden gezien.<br />

• Gebruik uw fiets in dergelijke lichtsituaties alleen met ingeschakelde en werkende verlichting.<br />

1. Schakel de verlichting uit. Zie gebruikersinformatie voor uw verlichting c.q. vraag uw fietsspecialist.<br />

2. Til het voorwiel omhoog als u een door een dynamo gevoede verlichting hebt.<br />

55


56<br />

3. Draai het voorwiel krachtig met de hand rond.<br />

• De koplamp en het achterlicht moeten branden.<br />

• Als uw fiets een verlichting met standlichtfunctie heeft, moeten koplamp en achterlicht ook branden<br />

als het voorwiel niet meer draait.<br />

4. Als u een batterij- of accugevoede verlichting als toevoeging of op uw racefiets hebt, controleer dan na<br />

inschakeling of deze brandt.<br />

7.11 Bagagedrager controleren<br />

WAARSCHUWING Gevaar door valpartijen en ongevallen<br />

Loszittende bagagedrageronderdelen kunnen het wiel blokkeren en leiden tot ernstige valpartijen.<br />

Gebruik uw fiets pas weer, wanneer de bagagedrager door een gespecialiseerde werkplaats werd<br />

bevestigd.<br />

1. Beweeg de bagagedrager met handkracht dwars op de rijrichting heen en weer.<br />

• De bagagedragerbevestigingen mogen niet los gaan zitten.<br />

• De bagagedrager of delen daarvan mogen de band niet raken.<br />

7.12 Spatschermen (spatborden) controleren<br />

WAARSCHUWING Gevaar door valpartijen en ongevallen<br />

Loszittende spatschermonderdelen kunnen de wielen blokkeren en leiden tot ernstige valpartijen.<br />

1. Voer een visuele controle van de spatborden uit. Het spatbord en de bevestigingsstangen mogen niet<br />

verbogen of beschadigd zijn.<br />

2. Beweeg het voorwiel, terwijl u stilstaat, krachtig heen en weer door middel van stuurbewegingen.<br />

3. Kantel de complete fiets enkele keren dwars op de rijrichting heen en weer.<br />

• Geen enkel deel van de spatschermen of van hun bevestigingselementen mag loskomen.<br />

• Geen enkel deel van de spatborden mag de wielen raken.


7.13 Zijstandaard controleren<br />

GHOST-bikeS<br />

WAARSCHUWING Gevaar door valpartijen en ongevallen<br />

Een tijdens het rijden uitgeklapte zijstandaard kan leiden tot ernstige valpartijen. Dat geldt ook voor een<br />

zijstandaard die tijdens het rijden vanzelf uitklapt.<br />

Een verbogen, een te korte of te lange zijstandaard waarborgt geen stabiele stand van uw fiets. Hij kan<br />

omvallen, uzelf of andere personen daarbij verwonden evenals andere in de buurt voorhanden objecten<br />

zoals bijv. andere fietsen, auto's enz. beschadigen.<br />

• Klap de zijstandaard voor elke rit in.<br />

• Laat een verbogen zijstandaard in een gespecialiseerde werkplaats repareren of vervangen.<br />

• Bij in lengte verstelbare zijstandaards: Laat de juiste lengte in een gespecialiseerde werkplaats afstellen<br />

als uw fiets niet stabiel staat.<br />

1. Voer een visuele controle van de standaard en van zijn schroefverbindingen uit.<br />

• Alle bouten moeten vastzitten.<br />

• De standaard mag niet verbogen zijn.<br />

2. Klap de standaard voor elke rit naar boven. De standaard mag niet vanzelf naar beneden klappen.<br />

3. Druk de arm van de zijstandaard licht naar onderen aan. De arm van de zijstandaard mag daarbij niet naar<br />

onderen klappen.<br />

4. Bij in lengte verstelbare standaards: Controleer door middel van handkracht of alle onderdelen vastzitten.<br />

Er mag niets verschuiven.<br />

57


58<br />

7.14 Kinderfiets-specifieke onderdelen controleren<br />

Op de volgende modellen zijn veiligheidsafdekkingen op stuur, stuurpen en liggende achtervork gemonteerd<br />

• POWERKID 12"<br />

• POWERKID 16"<br />

1. Controleer de aanwezigheid van deze afdekkingen.<br />

2. Controleer of deze afdekkingen vastzitten en zich alleen met grote handkracht verschuiven of verwijderen<br />

laten.<br />

Op de volgende modellen kunnen steunwielen gemonteerd zijn<br />

• POWERKID 12"<br />

• POWERKID 16"<br />

1. Controleer hun bevestiging.<br />

2. Probeer door middel van middelgrote handkracht, de steunwielen te verschuiven. Ze mogen niet verschuiven.<br />

7.15 Overige zaken controleren<br />

1. Voer een algemene visuele controle van uw fiets uit. Er mogen geen onderdelen met scherpe kanten of<br />

spitse onderdelen uitsteken.


8. Fiets afstellen en bedienen<br />

GHOST-bikeS<br />

WAARSCHUWING Gevaar door valpartijen en ongevallen<br />

Ondeskundig uitgevoerde werkzaamheden aan uw fiets kunnen leiden tot gevaarlijke rijsituaties,<br />

valpartijen, ongevallen en schade aan objecten.<br />

• Voer alleen de beschreven afstelwerkzaamheden uit.<br />

• Voer deze werkzaamheden alleen uit als u beschikt over de desbetreffende technische basiskennis,<br />

ervaring en het geschikte gereedschap daarvoor.<br />

• Voer in geen geval andere afstelwerkzaamheden uit.<br />

OPMERKING:<br />

In de volgende hoofdstukken zijn de controles voor de standaard uitrustingen van alle GHOST fietsen<br />

beschreven. Enkele hoofdstukken gelden alleen als uw fiets de genoemde uitrusting heeft. Deze vindt u in<br />

hoofdstuk 4, Opbouw en werking. Bij vragen wendt u zich tot de fietsspecialist. Hij geeft u graag advies.<br />

8.1 Zadelhoogte afstellen<br />

WAARSCHUWING Gevaar door valpartijen en ongevallen<br />

Bij kinderen, vooral bij degenen die nog niet goed kunnen fietsen, kan een zadel dat te hoog is afgesteld<br />

leiden tot gevaarlijke rijsituaties, valpartijen, ongevallen en schade aan objecten.<br />

• Stel de zadelhoogte zo af dat het kind als het zit, met beide voeten de grond kan raken.<br />

OPMERKING:<br />

De bediening van uw zadelstrop vindt u in par. 8.6.3, Snelspanas op de zadelstrop openen en sluiten en<br />

8.6.5, Bouten-moerklemming op zadelpennen openen en sluiten.<br />

1. Draai de klemming van de zadelpen los.<br />

2. Schuif het zadel met de zadelpen naar de gewenste hoogte.<br />

3. Klem de zadelpen weer vast.<br />

8.2 Verende voorvork afstellen<br />

8.2.1 Geveerde voorvorken met luchtvering<br />

8.2.1.1 Bandenspanning instellen<br />

OPMERKING:<br />

Uw verende voorvork is uitgerust met een luchtvering. Via de bandenspanning kunt u het veergedrag afstellen.<br />

Voor de afstelling hebt u een speciaal daarvoor geschikte vorkpomp nodig. Door het gebruik van andere<br />

pompen kan de verende voorvork worden beschadigd.<br />

• Een voor uw fiets geschikte vorkpomp is verkrijgbaar bij uw fietsspecialist. Als u geen soortgelijke pomp<br />

hebt, laat uw vering bij de dealer afstellen.<br />

1. De voor uw totaal gewicht juiste bandenspanning vindt u in hetzij de opdruk op van uw geveerde voorvork,<br />

de bijgeleverde gebruikersinformatie of u wendt u zich tot uw fietsspecialist.<br />

59


60<br />

2. Schroef de pompkop van de vorkpomp op de aansluiting van uw verende voorvork. Positie van de aansluiting<br />

zie gebruikersinformatie van de fabrikant van de verende voorvork.<br />

3. Pomp tot u de vereiste bandenspanning hebt bereikt.<br />

4. Schroef de pompkop eraf.<br />

OPMERKING:<br />

Schroef de pompkop snel eraf om het kortstondige ontwijken van de lucht (hoorbaar sissen) zo gering<br />

mogelijk te houden.<br />

8.2.1.2 Vering uit- en inschakelen<br />

OPMERKING:<br />

Verschillende fietsen beschikken over de mogelijkheid, de vering van de vork door middel van een hendel op<br />

het stuur bijna volledig te blokkeren. De vork kan dan alleen nog enigszins in- en uitveren.<br />

WAARSCHUWING Gevaar door valpartijen en ongevallen<br />

Bij hoge snelheden, vooral bij afdalingen op onverharde ondergrond, is het rijgedrag met uitgeschakelde<br />

vering zeer slecht. Het voorwiel kan het contact met de rijbaan verliezen.<br />

Schakel de vering voor snelle ritten en afdalingen weer in.<br />

1. Vering uitschakelen: Druk op hendel A tot hij arrêteert.<br />

2. Vering inschakelen: Druk op hendel B tot hendel A in de uitgangsstand terugspringt.<br />

OPMERKING:<br />

Afhankelijk van fabrikant van de geveerde voorvork kan de bediening van de hendel voor uitschakeling van<br />

de hendel van de bovenstaande beschrijving afwijken.<br />

Als uw geveerde voorvork een andere stuurhendel of een hendel direct op de vork zelf voor het blokkeren<br />

van de vering heeft, vindt u in de bijgeleverde gebruikersinformatie de bediening ervan of vraag uw fietsspecialist.<br />

Hij adviseert u graag.<br />

8.2.2 Geveerde voorvorken zonder luchtvering<br />

1. Zie voor de bediening van uw geveerde voorvork de bijgeleverde gebruikersinformatie. Bij vragen<br />

wendt u zich tot de fietsspecialist. Hij geeft u graag advies.


8.3 Achterwielvering afstellen<br />

GHOST-bikeS<br />

1. Zie voor de bediening van uw veer-/demperelement voor uw achterwielvering de bijgeleverde gebruikersinformatie.<br />

Bij vragen wendt u zich tot de fietsspecialist. Hij geeft u graag advies.<br />

2. Stel uw veer-/demperelement zo af dat zowel het voor- als het achterwiel van de fiets bij belasting door<br />

het gewicht van de fietser even ver naar beneden zakt.<br />

8.4 Versnellingen bedienen<br />

8.4.1 Kettingschakeling<br />

OPMERKING:<br />

Rijden met ongunstige kettingliggingen heeft extra slijtage en een verhoogde geluidsproductie tot gevolg.<br />

• Voorkom kettingloop volgens de onderstaande afbeelding.<br />

Vermijd de volgende kettingstanden<br />

• grootste kettingblad + grootste drie pignons<br />

• middelgroot kettingblad + grootste pignon<br />

• middelgroot kettingblad + kleinste pignon<br />

• kleinste kettingblad + de kleinste drie pignons<br />

OPMERKING:<br />

Door een verkeerde bediening van de schakelhendel kunnen de aandrijvingscomponenten worden beschadigd.<br />

• Bedien nooit beide schakelhendels of beide schakelaars tegelijkertijd!<br />

• Bedien de schakelaars niet, terwijl u met grote kracht op de pedaal gaat staan. Verklein uw trapkracht<br />

gedurende het schakelproces.<br />

8.4.1.1 Naar een groter(e) kettingblad/pignon schakelen<br />

De schakelaar van uw fiets vindt u in de tabel in par. 4.4.3, Schakelaars.<br />

61


62<br />

8.4.1.1.1 Shimano schakelhendel voor MTB<br />

1. Trap in aandrijfrichting.<br />

2. Druk de schakelhendel A over de eerste stand tot u een duidelijk klikken waarneemt en laat hem vervolgens<br />

weer los.<br />

3. Voor het overslaan van meerdere versnellingen drukt u de hendel verder door. Het aantal klikken komt<br />

overeen met het aantal verder geschakelde versnellingen.<br />

8.4.1.1.2 Sram schakelhendel voor MTB<br />

1. Trap in aandrijfrichting.<br />

2. Druk de schakelhendel A over de eerste stand tot u een duidelijk klikken waarneemt en laat hem vervolgens<br />

weer los.<br />

3. Voor het overslaan van meerdere versnellingen drukt u de hendel verder door. Het aantal klikken komt<br />

overeen met het aantal verder geschakelde versnellingen.<br />

8.4.1.1.3 Shimano rem-/schakelhendelcombinatie voor MTB<br />

1. Trap in aandrijfrichting.<br />

2. Druk de schakelhendel A over de eerste stand tot u een duidelijk klikken waarneemt en laat hem vervolgens<br />

weer los.<br />

3. Voor het overslaan van meerdere versnellingen drukt u de hendel verder door. Het aantal klikken komt<br />

overeen met het aantal verder geschakelde versnellingen.


8.4.1.1.4 Shimano rem-/schakelhendelcombinatie voor racefiets<br />

1. Trap in aandrijfrichting.<br />

GHOST-bikeS<br />

2. Druk de schakelhendel A over de eerste stand tot u een duidelijk klikken waarneemt en laat hem vervolgens<br />

weer los.<br />

3. Voor het overslaan van meerdere versnellingen drukt u de hendel verder door. Het aantal klikken komt<br />

overeen met het aantal verder geschakelde versnellingen.<br />

8.4.1.1.5 Shimano rem-/schakelhendelcombinatie voor elektrische schakeling Di2 voor racefiets<br />

1. Trap in aandrijfrichting.<br />

2. Bedien de knop A eenmalig. De volgende versnelling wordt ingeschakeld.<br />

3. Voor het overslaan van meerdere versnellingen bedient u de schakelaar A dienovereenkomstig vaak.<br />

63


64<br />

8.4.1.1.6 Sram rem-/schakelhendelcombinatie voor racefiets<br />

1. Trap in aandrijfrichting.<br />

2. Druk de schakelhendel A over de eerste stand tot u een duidelijk klikken waarneemt en laat hem vervolgens<br />

weer los.<br />

3. Voor het overslaan van meerdere versnellingen drukt u de hendel verder door. Het aantal klikken komt<br />

overeen met het aantal verder geschakelde versnellingen.<br />

8.4.1.1.7 Shimano draaigreepschakelaar voor MTB<br />

1. Trap in aandrijfrichting.<br />

2. Draai de schakelgreep vanuit de rechterzijde gezien tegen de klok in tot u een duidelijk klikken waarneemt.<br />

3. Voor het overslaan van meerdere versnellingen draait u de schakelgreep dienovereenkomstig verder.<br />

8.4.1.2 Naar een kleiner(e) kettingblad/pignon schakelen<br />

8.4.1.2.1 Shimano schakelhendel voor MTB<br />

1. Trap in aandrijfrichting.<br />

2. Druk hendel B in tot u een klik waarneemt en laat hem vervolgens direct weer los.


8.4.1.2.2 Sram schakelhendel voor MTB<br />

• Trap in aandrijfrichting.<br />

• Druk hendel B in tot u een klik waarneemt en laat hem vervolgens direct weer los.<br />

8.4.1.2.3 Shimano rem-/schakelhendel-combinatie voor MTB<br />

1. Trap in aandrijfrichting.<br />

2. Druk hendel B in tot u een klik waarneemt en laat hem vervolgens direct weer los.<br />

8.4.1.2.4 Shimano rem-/schakelhendel-combinatie voor racefiets<br />

1. Trap in aandrijfrichting.<br />

2. Druk hendel B in tot u een klik waarneemt en laat hem vervolgens direct weer los.<br />

GHOST-bikeS<br />

65


66<br />

8.4.1.2.5 Shimano rem-/schakelhendel-combinatie voor elektrische schakeling Di2 voor racefiets<br />

1. Trap in aandrijfrichting.<br />

2. Druk op de knop B laten hem vervolgens weer direct los.<br />

8.4.1.2.6 Shimano rem-/schakelhendel-combinatie voor racefiets<br />

1. Trap in aandrijfrichting.<br />

2. Druk hendel B in tot u een klik waarneemt en laat hem vervolgens direct weer los.<br />

8.4.1.2.7 Shimano draaigreepschakelaar voor MTB<br />

1. Trap in aandrijfrichting.<br />

2. Draai de schakelgreep vanuit de rechterzijde gezien tegen de klok in tot u een duidelijk klikken waarneemt.


GHOST-bikeS<br />

3. Voor het overslaan van meerdere versnellingen draait u de schakelgreep dienovereenkomstig verder.<br />

8.4.2 Naafschakeling<br />

Onze fietsen met naafschakeling zijn er met 8 en 11 versnellingen. De bediening is bij beide versies gelijk.<br />

8.4.2.1 Naar een lagere versnelling schakelen<br />

OPMERKING:<br />

Hier betekent een lagere versnelling een geringere overbrengingsverhouding. Hiermee kunt u hellingen<br />

gemakkelijker nemen.<br />

8.4.2.1.1 Shimano Alfine<br />

1. Gedurende de rit: Verklein uw trapkracht.<br />

2. Druk de schakelhendel A over de eerste stand tot u een duidelijk klikken waarneemt en laat hem vervolgens<br />

weer los.<br />

3. Voor het overslaan van meerdere versnellingen drukt u de hendel verder door. Het aantal klikken komt<br />

overeen met het aantal verder geschakelde versnellingen.<br />

4. U kunt de schakeling ook bij stilstand bedienen.<br />

67


68<br />

8.4.2.2 Naar een hogere versnelling schakelen<br />

OPMERKING:<br />

Hier betekent een lagere versnelling een geringere overbrengingsverhouding. Hiermee kunt u sneller vooruit<br />

komen, u hebt echter meer trapkracht nodig.<br />

8.4.2.2.1 Shimano Alfine<br />

1. Gedurende de rit: Verminder uw trapkracht.<br />

2. Druk hendel B in tot u een klik waarneemt en laat hem vervolgens direct weer los.<br />

3. U kunt de schakeling ook bij stilstand bedienen.<br />

8.5 Remmen bedienen<br />

WAARSCHUWING Gevaar door valpartijen en ongevallen<br />

Een te harde bediening van de rem kan leiden tot blokkeren van de wielen waardoor u kunt wegglijden<br />

of over de kop kunt slaan.<br />

• Maak uzelf vertrouwd met de bediening van uw remmen. Begin daarvoor met langzame ritten en een matige<br />

bediening van de remhendels.<br />

• Voer deze remoefeningen uit op een vlak parcours zonder wegverkeer.<br />

• Rem gedoseerd en bedien beide remhendels tegelijkertijd.<br />

• De remmen van uw fiets zijn zeer krachtig. Bij een te harde bediening van de remhendels kunnen de wielen<br />

blokkeren.<br />

• Door een blokkerend voorwiel kan de fiets over de kop slaan.<br />

• Een blokkerend achterwiel kan uw fiets onbestuurbaar maken.<br />

• Schijfremmen ontwikkelen hun remvermogen pas na verloop van een bepaalde 'inremfase'.<br />

• Rij uiterst defensief zolang uw remsysteem nog niet is ingeremd.<br />

• Rij uw schijfrem in. Als vuistregel geldt: Als vuistregel geldt ca. 30 korte remmanoeuvres vanuit middelgrote<br />

snelheid (ca. 25 km/h) tot stilstand. Zodra de afremming bij dezelfde bedieningskracht niet meer toeneemt,<br />

is het inremproces afgesloten.<br />

• Vermijd langere afdalingen zolang uw remsysteem nog niet is ingeremd.<br />

OPMERKING:<br />

Houd met de bovenstaande aanwijzingen voor het inremmen van schijfremmen ook rekening na vervanging


van remschijven en/of remvoeringen door uw fietsspecialist.<br />

OPMERKING:<br />

Ongeveer 65 % van het hele remvermogen wordt behaald via de voorwielrem.<br />

Een maximaal remvermogen bereikt u als u beide remhendels tegelijkertijd bedient.<br />

1. Om de rem te bedienen, knijpt u de hendel in de richting van het stuur in.<br />

8.6 Klemsystemen voor wielen en zadelpen bedienen<br />

GHOST-bikeS<br />

WAARSCHUWING Gevaar door valpartijen en ongevallen<br />

In geval van een verkeerde montage van de wielen en de zadelpen kunnen deze onderdelen losraken<br />

en zo tot gevaarlijke rijsituaties, vallen en ongevallen leiden.<br />

• Neem de onderstaande beschrijving in acht.<br />

• Oefen de bediening van de snelspanas en/of de insteekas meerdere keren en regelmatig.<br />

• Het openen en sluiten van bouten-moerklemmingen op wielen mag alleen door een gespecialiseerde<br />

werkplaats worden uitgevoerd.<br />

• Als u na het monteren niet zeker bent over de juiste montage van uw voorwiel en/of de zadelpen,<br />

dient u uw fiets niet te gebruiken, maar contact op te nemen met een fietsspecialist.<br />

8.6.1 Snelspanas op het voorwiel openen en sluiten<br />

1 As<br />

2 Schroefmoer<br />

3 Hendel<br />

4 Veer<br />

8.6.1.1 Snelspanas openen<br />

1. Druk de hendel van de naaf weg.<br />

2. Draai de schroefmoer tegen de klok in tot het wiel zonder grote krachtsinspanning uit het frame resp.<br />

uit de vork van het voorwiel kan worden genomen.<br />

69


70<br />

8.6.1.2 Snelspanas sluiten<br />

OPMERKING:<br />

Let op dat u de veren niet verliest.<br />

1. Als de snelspanas helemaal van de naaf verwijderd was, dan schuift u de snelspanas met opgestoken<br />

naaf vanaf de linkerkant (in rijrichting) door de naaf.<br />

2. Plaats de veer en de schroefmoer op de snelspanas.<br />

3. Draai de schroefmoer met de klok mee op het rechter uiteinde van de snelspanas dat uit de naaf steekt.<br />

4. Kantel de excentrisch gelagerde hendel zodat hij ongeveer de verlenging van de naafas vormt. Houd<br />

de hendel in deze stand vast.<br />

5. Draai de schroefmoer vast tot de excentrisch gelagerde hendel bij een omwenteling om zijn as vanaf<br />

90° alleen nog maar tegen een weerstand kan worden bewogen (hij vormt zo bij benadering een rechtlijnige<br />

verlenging van de naafas).<br />

6. Druk de hendel nu nog eens 90° tot aan zijn eindaanslag.


7. Controleer de afstellingen van de snelspanhendel:<br />

• Als de snelspanhendel niet vast genoeg sluit<br />

GHOST-bikeS<br />

WAARSCHUWING Gevaar door valpartijen en ongevallen<br />

Als de hendel door te grote voorspanning niet naar de eindstand (90˚ naar naafas) kan bewegen,<br />

kan de hendel tijdens het rijden vanzelf loskomen en daardoor ook het voorwiel loskomen.<br />

Dit kan leiden tot gevaarlijke rijsituaties, valpartijen en ongevallen.<br />

– Open de snelspanhendel.<br />

– Draai de schroefmoer met de klok mee iets vast.<br />

– Sluit de snelspanhendel.<br />

• Als de snelspanhendel te vast sluit<br />

WAARSCHUWING Gevaar door valpartijen en ongevallen Als de hendel door te grote<br />

voorspanning niet naar de eindstand (90˚ naar naafas) kan bewegen, kan de hendel tijdens het<br />

rijden vanzelf loskomen en daardoor ook het voorwiel loskomen. Dit kan leiden tot gevaarlijke<br />

rijsituaties, valpartijen en ongevallen.<br />

71


72<br />

– Open de snelspanhendel.<br />

– Draai de schroefmoer iets los (tegen de klok in).<br />

– Sluit de snelspanhendel.<br />

8. Controleer het vastzitten van de wielen zoals in par 7.1.1, Vastzitten en positie controleren beschreven.<br />

8.6.2 Steekas op het voorwiel openen en sluiten<br />

1. As<br />

2. Schroefdraad<br />

3. Hendel<br />

8.6.2.1 Steekas openen<br />

1. Druk de hendel van de naaf weg. De hendel met as is nu te draaien.<br />

2. Draai hendel met as zo ver tegen de klok in tot de as compleet van de tegenoverliggende schroefdraad<br />

in het uitvaleinde loskomt.<br />

3. Trek de as uit de naaf. Het wiel is nu vrij.


8.6.2.2 Steekas sluiten<br />

1. Schuif de steekas van de linkerzijde door het uitvaleinde en de naaf.<br />

GHOST-bikeS<br />

2. Draai de as met geopende hendel met de klok mee in het tegenoverliggende schroefdraad van het<br />

uitvaleinde.<br />

3. Als de as niet meer verder kan worden gedraaid, draait u hem ongeveer een omwenteling terug, en<br />

sluit u de hendel tot in de eindstand.<br />

4. Controleer de afstelling van de hendel<br />

• Als de hendel niet vast genoeg sluit<br />

WAARSCHUWING Gevaar door valpartijen en ongevallen<br />

Als de hendel te los kan worden gesloten, kan het voorwiel loskomen en verschuiven.<br />

Dit kan leiden tot gevaarlijke rijsituaties, valpartijen en ongevallen.<br />

– Open de hendel.<br />

– Draai de complete as met hendel een stuk verder met de klok mee.<br />

– Sluit de hendel opnieuw.<br />

• Als de hendel niet vast genoeg sluit<br />

WAARSCHUWING Gevaar door ernstige valpartijen en ongevallen<br />

Als de hendel door te grote voorspanning niet naar de eindstand (90˚ naar<br />

naafas) kan bewegen, kan de hendel tijdens het rijden vanzelf loskomen en daardoor ook het<br />

voorwiel loskomen. Dit kan leiden tot gevaarlijke rijsituaties, valpartijen en ongevallen.<br />

– Open de hendel.<br />

– Draai de complete as met hendel een klein stukje tegen de klok in.<br />

– Sluit de snelspanhendel opnieuw.<br />

5. Controleer het vastzitten van de wielen zoals in par 7.1.1, Vastzitten en positie controleren beschreven.<br />

73


74<br />

8.6.3 Snelspanas op de zadelstrop openen en sluiten<br />

1. As<br />

2. Kartelmoer<br />

3. Hendel<br />

8.6.3.1 Snelspanas op de zadelstrop openen<br />

1. Open de hendel.


GHOST-bikeS<br />

2. Als de zadelpen in deze stand niet kan worden verschoven, draait u de kartelmoer enigszins tegen de<br />

klok in (vanaf de linkerzijde gezien).<br />

8.6.3.2 Snelspanas op de zadelstrop sluiten<br />

OPMERKING:<br />

Sluit de zadelstrop alleen als zich de zadelpen in de zitbuis bevindt. Het sluiten zonder ingebouwde zadelpen<br />

kan het frame onherstelbaar beschadigen.<br />

1. Controleer de zitting van de klembeugel. De klem moet uitgelijnd op de zitbuis zitten.<br />

2. Sluit de snelspanhendel.<br />

3. Voer een controle de zadelstrop volgens par. 7.2, Zadel en zadelpen controleren uit.<br />

75


76<br />

Als de hendel niet vast genoeg sluit<br />

WAARSCHUWING Gevaar door valpartijen en ongevallen<br />

Als de hendel te los kan worden gesloten, kan de zadelpen tijdens het rijden plotseling ver naar onderen<br />

schuiven. Dit kan leiden tot gevaarlijke rijsituaties, valpartijen en ongevallen.<br />

– Open de hendel.<br />

– Draai de kartelmoer een stuk verder met de klok mee (vanaf de linkerzijde gezien).<br />

– Sluit de hendel opnieuw.<br />

Als de hendel niet vast genoeg sluit<br />

WAARSCHUWING Gevaar door valpartijen en ongevallen<br />

Als de hendel door te grote voorspanning niet in de eindstand (zie afb.) kan worden gedrukt, kan de<br />

hendel tijdens het rijden vanzelf loskomen en de zadelpen plotseling ver naar onderen schuiven. Dit<br />

kan leiden tot gevaarlijke rijsituaties, valpartijen en ongevallen.<br />

– Open de hendel.<br />

– Draai de kartelmoer een stuk terug tegen de klok in (vanaf de linkerzijde gezien).<br />

– Sluit de snelspanhendel. opnieuw.<br />

8.6.4 Bouten-moerklemming op wielen<br />

WAARSCHUWING Gevaar door valpartijen en ongevallen<br />

Een verkeerde montage van de wielen m.b.v. de snelspanas kan leiden tot gevaarlijke rijsituaties,<br />

valpartijen, ongevallen en schade aan objecten.<br />

• Laat wielen met bouten-moerklemming alleen in een gespecialiseerde werkplaats openen en sluiten.<br />

8.6.5 Bouten-moerklemming op zadelpennen openen en sluiten<br />

U hebt een inbussleutel en een momentsleutel met inbusbit nodig in de maat 4 c.q. 5 mm.<br />

8.6.5.1 Bouten-moerklemming op zadelpen openen<br />

1. Draai de klembouten enkele slagen los tot de zadelpen soepel kan worden verschoven.


8.6.5.2 Bouten-moerklemming op zadelpen sluiten<br />

OPMERKING:<br />

Sluit de zadelstrop alleen als zich de zadelpen in de zitbuis bevindt.<br />

Het sluiten zonder ingebouwde zadelpen kan het frame onherstelbaar beschadigen.<br />

1. Controleer de zitting van de klembeugel. De klem moet uitgelijnd op de zitbuis zitten<br />

GHOST-bikeS<br />

2. Draai de klembout/en met een momentsleutel weer vast. Voorgeschreven aandraaimoment: 5-8 Nm bij<br />

aluminium frame c.q. 5-6 Nm bij carbonframes<br />

9. Fiets beladen<br />

WAARSCHUWING Gevaar door valpartijen en ongevallen<br />

Door een te groot aandraaimoment kunt u de zadelpen beschadigen. Hij kan dan tijdens het<br />

rijden breken en ernstige ongevallen tot gevolg hebben.<br />

• Gebruik voor het aandraaien de klembout/en beslist een momentsleutel en houd het voorgeschreven<br />

aandraaimoment aan.<br />

• Bij zadelpenstroppen met kartelmoer en snelspanhendel laat u zich door uw fietsspecialist<br />

tonen, hoe vast u hem mag aandraaien.<br />

WAARSCHUWING Gevaar door valpartijen en ongevallen<br />

Door extra lading wordt het rijgedrag van uw fiets slechter en er wordt de remweg langer. Als u uw<br />

fiets te zwaar belaadt, kunnen onderdelen van uw fiets zelfs breken of falen. Dit alles kan leiden tot<br />

gevaarlijke rijsituaties, valpartijen en ongevallen.<br />

77


78<br />

• Belaad uw fiets zodat u altijd voldoende bewegingsvrijheid hebt en uw fiets in beladen toestand altijd<br />

veilig kunt bedienen.<br />

• Pas uw rijstijl aan het slechtere rijgedrag aan.<br />

• Gebruik uw fiets niet als transportmiddel, maar als puur sportapparaat en voortbewegingsmiddel<br />

• Gebruik uw fiets nooit met een fietskar.<br />

• Transporteer geen grote bagage en geen volwassen personen op de bagagedrager (optioneel verkrijgbaar).<br />

• Transporteer kinderen alleen in een kinderzitje. Monteer het kinderzitje alleen op een hiervoor geschikte<br />

bagagedrager.<br />

• Neem voor de keuze en de montage van een kinderzitje contact op met uw fietsspecialist. Hij geeft u<br />

graag advies. Zie hiervoor de onderstaande aanwijzing.<br />

• Transporteer uw bagage alleen met een draagsysteem.<br />

• Gebruik alleen draagsystemen die voor uw fiets toegestaan zijn, zie par. 2.3.2, Waarop moet u letten<br />

bij latere montage van accessoires en bij aanpassingen?<br />

Neem voor de latere uitrusting van een draagsysteem contact op met uw fietsspecialist. Hij geeft u<br />

graag advies.<br />

• Overschrijd nooit het maximaal toegestane laadgewicht voor uw laadsysteem. Het maximaal toegestane<br />

laadgewicht voor uw beladingssysteem vindt u in de documentatie van uw laadsysteem.<br />

• Het maximaal toelaatbare beladingsgewicht voor standaard gemonteerde bagagedragers op GHOST<br />

fietsen is op de bagagedrager zelf weergegeven.<br />

• Overschrijd het maximaal toelaatbare totaal gewicht voor uw fiets niet (fiets, fietser inclusief kinderen<br />

en bagage).<br />

• Belaad uw fiets zo dat bagage en draagsysteem nooit wielen, aandrijving, ketting of remmen raken.<br />

• Belaad uw fiets zo dat de bagage en het draagsysteem nooit de verlichting en de reflectoren van uw<br />

fiets bedekken.<br />

OPMERKING:<br />

Op de volgende modellen mag u een bagagedrager laten monteren:<br />

• SE<br />

• MISS (uitgezonderd MISS RT en MISS AMR)<br />

• EBS COMP, EBS PRO<br />

• POWERKID 24"<br />

• CROSS<br />

• TREKKING<br />

• SPEEDLINE<br />

De bagagedrager mag alleen op de voorbereide bevestigingselementen op het frame worden gemonteerd.


Zo bepaalt u uw toelaatbaar totaal gewicht:<br />

GHOST-bikeS<br />

1. Als u een kind op uw fiets wilt meenemen: Weeg het kind op een geijkte personenweegschaal.<br />

2. Weeg uzelf, compleet met fietskleding en helm op een geijkte personenweegschaal. Als u een rugzak<br />

wilt meenemen, gaat u samen met de beladen rugzak op de weegschaal staan.<br />

3. Weeg de bagage die u op uw bagagedrager wilt transporteren op een geijkte weegschaal.<br />

4. Tel alle gewichten bij elkaar op. De som mag niet meer dan het maximaal toelaatbare totaal gewicht<br />

volgens tabel in par. 3.1, Toelaatbare temperaturen en toelaatbaar totaal gewicht bedragen.<br />

5. Verminder uw bagage dienovereenkomstig als de vastgestelde som meer dan het maximaal toelaatbare<br />

totaal gewicht volgens tabel in par. 3.1, Toelaatbare temperaturen en toelaatbaar totaal gewicht<br />

bedraagt.<br />

6. Kind beveiligen: Beveilig uw kind volgens de documentatie voor hun kinderzitje. Wend u bij vragen tot<br />

uw fietsspecialist. Hij geeft u graag advies.<br />

Bagagedrager (optioneel) beladen:<br />

7. Leg uw bagage in het midden van uw bagagedrager.<br />

8. Als u fietstassen gebruikt, monteert en belaadt u deze volgens de documentatie voor uw fietstassen.<br />

Neem in geval van vragen contact op met uw fietsspecialist. Hij geeft u graag advies.<br />

9. Bevestig uw bagage met geschikte en stabiele houdersystemen (spanklep, kliksysteem, spanriem,<br />

elastische riembanden, e.d.).<br />

10. Schud na belading stevig met uw fiets. Bagage en draagsysteem moeten vastzitten en mogen niet loskomen.<br />

Als bagage of draagsysteem niet vastzitten of loskomen: Fixeer uw bagage of draagsysteem<br />

tot het vastzit.<br />

79


80<br />

10. Fiets berijden<br />

WAARSCHUWING Gevaar door valpartijen en ongevallen<br />

Uw veiligheid tijdens het rijden hangt af van uw snelheid. Hoe hoger uw tempo, des te groter wordt<br />

het risico!<br />

• Gebruik deze fiets alleen als u het rijden in en het afremmen ook vanuit hoge snelheden veilig beheerst.<br />

• Pas de snelheid steeds aan uw rijvaardigheid en de rijomstandigheden aan.<br />

• Draag een helm tijdens het rijden.<br />

• Rij vooruitziend en defensief.<br />

• Wees tijdens het rijden steeds gereed om te remmen.<br />

• Rij nooit onder invloed.<br />

• Rij zo dat u uw fiets te allen tijde onder controle heeft en bij plotselinge gevaarlijke situaties niet in<br />

het nauw raakt.<br />

• Bij natheid kan de werking van de remmen afnemen. De remweg wordt langer.<br />

• Draag tijdens het rijden alleen geschikte kleding die de bediening van de fiets en uw zicht niet belemmert.<br />

• Rij alleen met nauwsluitende beenbekleding. Wijde kledingstukken kunnen in de fiets vastraken en<br />

dat kan leiden tot ernstige valpartijen.<br />

• Draag bij donkerheid en slecht zicht kleding met reflecterende strepen en rij met verlichting.<br />

• Let op dat sommige kledingstukken en/of het gebruik van een rugzak de beweeglijkheid kunnen<br />

belemmeren.<br />

• Draag bij de sportieve toepassing (bijv. in het sportpark, bij de downhill) hiervoor bestemde persoonlijke<br />

beschermingsmiddelen.<br />

U mag uw fiets alleen op de gebruikelijke manier gebruiken:<br />

1. Ga op het zadel zitten.<br />

2. Houd met de linkerhand het linkerhandvat van het stuur vast en met de rechterhand het rechterhandvat.<br />

3. Plaats uw linkervoet op het linkerpedaal en uw rechtervoet op het rechterpedaal om te fietsen.<br />

4. Bij het versnellen of bergop mag u op de trappers gaan staan.<br />

WAARSCHUWING Gevaar door valpartijen en ongevallen<br />

Als u op de trappers staat, kan uw voet van de pedaal glijden waardoor u ten val kunt komen.<br />

Rij in deze techniek alleen,<br />

• als u hem beheerst,<br />

• als u een schoen-pedaalcombinatie gebruikt, waarbij u met de juiste traptechniek niet van het<br />

pedaal kunnen wegschuiven. Wend u hiervoor tot uw fietsspecialist. Hij geeft u graag advies.<br />

WAARSCHUWING Gevaar door intrekking en schaarwerking<br />

Draaiende wielen kunnen letsel aan uw handen en andere lichaamsdelen veroorzaken.


• Houd uw handen en andere lichaamsdelen uit de buurt van draaiende wielen.<br />

GHOST-bikeS<br />

• Zorg ervoor dat handen en andere lichaamsdelen van uw kind niet in contact kunnen komen met<br />

draaiende wielen.<br />

VOORZICHTIG Gevaar door verbranding<br />

Bij het rijden – in het bijzonder bij langere afdalingen en bij veelvuldig remmen – kunnen velgen en<br />

remschijven zo heet worden dat uw brandwonden op uw huid kunt oplopen.<br />

• Pak velgen en remschijven direct na het rijden niet vast.<br />

• Laat velgen en remschijven minimaal 10 minuten afkoelen voordat u ze vastpakt.<br />

• Voor controle van de temperatuur drukt u met een blote vinger heel kort op het remoppervlak van<br />

de velg c.q. remschijf. Als ze heet aanvoelen, wacht u enkele minuten en herhaalt u deze test net zo<br />

vaak tot de remoppervlakken volledig afgekoeld zijn.<br />

OPMERKING:<br />

Er bestaan tal van trainingsaanbiedingen voor het rijden met een fiets.<br />

Een dergelijke rijtraining kan u helpen om de rijveiligheid te verhogen en uw rijtechniek te verbeteren. Vraag<br />

uw fietsspecialist naar aanbiedingen bij u in de buurt.<br />

11. Wat doen na een valpartij of ongeval<br />

11.1 Algemene informatie<br />

WAARSCHUWING Gevaar door valpartijen en ongevallen<br />

Door vallen, ongeval of extreme krachten kunnen veiligheidsrelevante fietsonderdelen beschadigd<br />

zijn. Dit kan leiden tot gevaarlijke rijsituaties, valpartijen, ongevallen en schade aan objecten.<br />

• Gebruik uw fiets na een valpartij, ongeval of inwerking van extreme krachten niet meer.<br />

• Neem na een valpartij of ongeval direct contact op met uw fietsspecialist.<br />

• Rij pas weer met uw fiets als deze door de fietsspecialist volgens de voorschriften gerepareerd is.<br />

De volgende fietsonderdelen moet u altijd na een valpartij op harde ondergrond laten vernieuwen:<br />

• Stuur<br />

• Stuurpen<br />

• Crank<br />

• Carbonzadelpen<br />

• Zadel met carbononderstel<br />

Alle andere onderdelen moeten door de fietsspecialist worden gecontroleerd en indien nodig worden vervangen.<br />

OPMERKING:<br />

Bij vragen na valpartijen en ongevallen kunt u ook contact opnemen met een fietsdeskundige. In Duitsland<br />

zijn dienovereenkomstige contactadressen verkrijgbaar bij de 'Industrie- und Handelskammer (IHK)' (Kamer<br />

van Koophandel en Fabrieken).<br />

81


82<br />

11.2 Carbonframe<br />

WAARSCHUWING Gevaar door valpartijen en ongevallen<br />

Door vallen, ongeval of extreme krachten kunnen frames van carbon onzichtbaar beschadigd zijn. Dit<br />

kan leiden tot gevaarlijke rijsituaties, valpartijen, ongevallen en schade aan objecten.<br />

• Laat uw frame door uw door GHOST erkende fietsspecialist controleren.<br />

• Bij onzekerheden of onduidelijkheden laat u uw frame ter controle naar de firma GHOST zenden.<br />

OPMERKING:<br />

Bij vragen na valpartijen en ongevallen kunt u ook contact opnemen met een fietsdeskundige. In Duitsland<br />

zijn dienovereenkomstige contactadressen verkrijgbaar bij de 'Industrie- und<br />

Handelskammer (IHK)' (Kamer van Koophandel en Fabrieken).<br />

12. Fiets veilig wegzetten<br />

WAARSCHUWING Gevaar voor persoonlijk letsel door omkiepen van uw fiets<br />

Een fiets die op zijn standaard of bijv. tegen een huismuur of tuinhek geparkeerd staat, kan al bij<br />

geringe krachtinwerking kiepen. Daardoor kunnen personen en dieren gewond raken en objecten<br />

beschadigd worden.<br />

• Parkeer uw fiets alleen op plaatsen waar hij niemand belemmert of stoort of objecten beschadigt.<br />

• Houd kinderen en dieren uit de buurt van uw geparkeerde fiets.<br />

• Parkeer uw fiets niet naast objecten die gemakkelijk kunnen worden beschadigd zoals auto's en<br />

dergelijke.<br />

12.1 Fietsen met zijstandaard<br />

De volgende GHOST fietsen zijn standaard voorzien van een zijstandaard:<br />

• TREKKING<br />

Zo parkeert u uw fiets veilig<br />

1. Breng uw fiets tot stilstand op een vlakke, vaste ondergrond.<br />

2. Klap bij stilstand de zijstandaard met uw rechtervoet omlaag tot hij duidelijk vastklikt.<br />

3. Draai het stuur zo dat het iets naar links wijst.<br />

4. Leun uw fiets voorzichtig naar de linkerzijde tot hij veilig staat.<br />

5. Controleer de stabiele stand van uw fiets<br />

• Houd de fiets met één hand losjes vast aan het stuur of het zadel.


GHOST-bikeS<br />

• Stoot de fiets met de andere hand vanuit alle richtingen tegen het zadel. Als de fiets om zou kunnen<br />

vallen, moet u een andere parkeerplaats zoeken.<br />

12.2 Fietsen zonder zijstandaard<br />

1. Breng uw fiets tot stilstand op een vlakke, vaste ondergrond.<br />

2. Stap naar links af.<br />

3. Leun uw fiets met het achterwiel of met het zadel tegen een vast object.<br />

4. Draai het stuur in de richting waarin u de fiets hebt gekanteld.<br />

OPMERKING:<br />

Als u geen geschikt object vindt om uw fiets tegenaan te leunen, mag u hem ook voorzichtig op de grond<br />

leggen. U moet voorkomen dat u de fiets met de rechterzijde op de grond legt om onderdelen van de schakeling<br />

niet te beschadigen of te verstellen.<br />

13. Fiets transporteren<br />

WAARSCHUWING Gevaar door valpartijen en ongevallen<br />

Door het gebruik van een fietsendrager kunnen veiligheidstechnisch relevante onderdelen van uw<br />

fiets beschadigd raken. Als deze onderdelen hun dienst weigeren, kunnen gevaarlijke rijsituaties,<br />

valpartijen, ongevallen en schade aan objecten het gevolg zijn.<br />

• Vervoer deze fiets alleen binnenin uw auto. Beveilig de fiets tegen verschuiven bijv. door spanriemen.<br />

• Parkeer uw fiets niet naast objecten die gemakkelijk kunnen worden beschadigd zoals auto's en<br />

dergelijke.<br />

83


84<br />

• Op deze fiets mogen tijdens het transport geen andere voorwerpen worden gelegd.<br />

• De fiets mag niet in auto-draagsystemen (dakdrager, achter- of interieurdrager e.d.) worden gespannen.<br />

• Voor het transport mag u het voor- en achterwiel evenals de zadelpen met het zadel verwijderen,<br />

voor zover deze met snelspanassen zijn uitgerust. Voer deze demontage alleen uit als u zeker weet<br />

dat u deze onderdelen weer vakkundig kunt monteren. Zie hiervoor par. 8.6, Klemsystemen voor<br />

wielen en zadelpen bedienen.<br />

Voor het transport binnenin de auto kunt u de wielen van uw fiets demonteren als ze met een snelspan- of<br />

steekas gemonteerd zijn, evenals de zadelpen.<br />

OPMERKING:<br />

Wanneer uw fiets zich binnenin een voertuig bevindt, kunnen de banden klappen door zoninstraling of van de<br />

velg losraken.<br />

Laat de lucht uit de banden lopen alvorens de fiets te transporteren en vul deze weer na het transport<br />

(zie daarvoor par 15.5.1, Binnenband en buitenband vervangen).<br />

13.1 Wielen monteren en demonteren<br />

Voor het transport binnenin de auto kunt u de wielen van uw fiets demonteren als ze met een snelspan- of<br />

steekas gemonteerd zijn.<br />

WAARSCHUWING Gevaar door valpartijen en ongevallen<br />

Verkeerd gemonteerde wielen kunnen leiden tot gevaarlijke rijsituaties, valpartijen, ongevallen en<br />

schade aan objecten. Controleer de juiste montage voordat u uw fiets weer gebruikt.<br />

• Controleer of het voorwiel zich in het midden van de voorvork bevindt.<br />

• Beweeg beide wielen stevig heen en weer dwars op de rijrichting.<br />

– De wielen mogen niet in de klemming bewegen.<br />

– U mag geen krakende of knarsende geluiden horen.<br />

• Controleer of de snelspanhendel c.q. de steekas op de juiste manier gesloten is,<br />

zie par. 8.6, Klemsystemen voor wielen en zadelsteunen bedienen.<br />

• Voer na montage een controle volgens par. 7.8, Remmen controleren uit.<br />

WAARSCHUWING Gevaar voor brandletsel<br />

Na langere afdalingen kunnen fietsvelgen en remschijven zeer heet zijn.<br />

• Raak direct na een afdaling nooit de velgen of remschijven aan.<br />

• Laat velgen en remschijven minimaal 10 minuten afkoelen voordat u ze vastpakt.<br />

• Voor controle van de temperatuur drukt u met een blote vinger heel kort op het remoppervlak van<br />

de velg c.q. remschijf. Als ze heet aanvoelen, wacht u enkele minuten en herhaalt u deze test net zo<br />

vaak tot de remoppervlakken volledig afgekoeld zijn.<br />

WAARSCHUWING Gevaar door intrekking en schaarwerking<br />

Draaiende wielen kunnen letsel aan uw handen en andere lichaamsdelen veroorzaken.


GHOST-bikeS<br />

• Bedien de betreffende rem, voordat u werkzaamheden aan het wiel uitvoert. Het wiel mag dan niet<br />

meer draaien.<br />

WAARSCHUWING Gevaar voor falen van de rem bij velgremmen<br />

Bij montage en demontage kunnen de remblokjes door de band worden verdraaid.<br />

• Let na montage van de wielen op de juiste positie van de remblokjes (zie daarvoor par. 7.8.4, Velgrem<br />

met kabel controleren (MTB-versie) c.q. 7.8.5 Velgrem met kabel controleren (racefietsversie)).<br />

• Als ze niet in de juiste stand staan, wend u dan direct tot een gespecialiseerde werkplaats.<br />

OPMERKING:<br />

Als uw fiets een schijfrem heeft, gebruik dan voor het transport na demontage van het wiel de hiervoor<br />

bijgevoegde en voorgeschreven transportbeveiligingen. Verwijder deze voor de hernieuwde montage van de<br />

wielen.<br />

• Bedien hydraulisch bediende remmen in geen geval als de wielen gedemonteerd zijn. De remzuigers kunnen<br />

te ver eruit worden geperst.<br />

Ga in de onderstaande volgorde te werk:<br />

1. Voorwiel demonteren<br />

2. Achterwiel demonteren<br />

3. Achterwiel monteren<br />

4. Voorwiel monteren<br />

5. Controleer het vastzitten van de wielen volgens par. 7.1.1, Vastzitten en positie controleren.<br />

6. Controleer de werking en de montage van de remmen volgens par. 7.8, Remmen controleren.<br />

In veel gevallen is het toereikend alleen het voorwiel voor het transport te verwijderen. In dit geval hoeft u de<br />

aanwijzingen voor demontage en montage van het achterwiel niet op te volgen.<br />

13.1.1 Voorwiel demonteren<br />

1. Als uw fiets een naafdynamo heeft (zie tab. in par. 4.1 Typen, categorieën, series) of naderhand met<br />

een naafdynamo uitgerust is: Maak de stekkerverbinding tussen dynamo en bekabeling los.<br />

2. Open uw velgrem volgens par. 13.1.5, Remmen openen en sluiten.<br />

3. Open de hendel van uw snelspan- of steekas volgens par. 8.6.1.1, Snelspanas openen c.q. 8.6.2.1,<br />

Steekas openen.<br />

4. Til uw fiets aan het stuur omhoog en trek het voorwiel uit de uitvaleinden van de voorvork.<br />

5. Als uw fiets een schijfrem heeft, steekt u de bijgeleverde transportbeveiliging voor uw schijfrem tussen<br />

de remzuigers.<br />

6. Zet uw fiets voorzichtig met de uiteinden van de vork op de grond.<br />

85


86<br />

13.1.2 Voorwiel monteren<br />

1. Als uw fiets een schijfrem heeft, verwijdert u de transportbeveiliging uit de remzuigers.<br />

2. Til de fiets aan het stuur omhoog.<br />

3. Plaats de naaf van het voorwiel onder de uitvaleinden van de voorvork.<br />

4. Bij schijfrem: Monteer het wiel zo dat de remschijf soepel tussen de remblokjes schuift.<br />

5. Laat de voorvork voorzichtig zakken tot de as zich links en rechts vlak aansluitend tegen de aanslag<br />

van de uitvaleinden bevindt.<br />

6. Sluit uw snelspan- of steekas volgens par. 8.6.1.2, Snelspanas sluiten c.q. 8.6.2.2, Steekas sluiten.<br />

7. Als uw voorwiel een naafdynamo heeft, breng het steekcontact tussen naafdynamo en bedrading aan.<br />

8. Bedien bij stilstand meermaals de voorwielrem.<br />

9. Til de fiets aan het stuur omhoog en draai het voorwiel met de hand. Als een remblokje daarbij de<br />

remschijf of de velg raakt, kan dat wijzen op een verkeerde zitting van de naaf in de uitvaleinden. In dit<br />

geval remt u het voorwiel af, opent u de snelspan- of steekas en beweegt u het voorwiel licht heen en<br />

weer (dwars op de rijrichting). Herhaal de montage vanaf punt 6. Als daarna geen verbetering optreedt,<br />

dient u direct contact op te nemen met uw fietsspecialist.<br />

10. Als uw fiets een naafdynamo heeft, controleert u de werking van de verlichting.<br />

(Zie par. 7.10, Verlichting controleren.)


13.1.3 Achterwiel demonteren<br />

1. Schakel op het achterwiel naar de kleinste pignon van het tandwielpakket<br />

(zie par. 8.4.1.2, Naar een kleiner(e) kettingblad/pignon schakelen).<br />

2. Bedien de achterwielrem en rem het wiel tot volledige stilstand af.<br />

GHOST-bikeS<br />

3. Open de hendel van uw snelspan- of steekas volgens par. 8.6.1.1, Snelspanas openen c.q. 8.6.2.1,<br />

Steekas openen.<br />

4. Open uw velgrem volgens par. 13.1.5, Remmen openen en sluiten.<br />

5. Til de fiets aan de achterkant iets omhoog en druk het schakelmechanisme naar achteren. In deze<br />

toestand schuift u het achterwiel met lichte druk in de richting van de opening van de uitvaleinden.<br />

87


88<br />

6. Als uw fiets een schijfrem heeft, steekt u de bijgeleverde transportbeveiliging voor uw schijfrem tussen<br />

de remzuigers.<br />

7. Leg de fiets na demontage van de wielen voorzichtig op de linkerkant.<br />

13.1.4 Achterwiel monteren<br />

1. Als uw fiets een schijfrem heeft, verwijdert u de transportbeveiliging uit de remzuigers.<br />

2. Til de achterkant van de fiets omhoog.<br />

3. Plaats het achterwiel er zo onder dat de ketting zich boven de kleinste pignon bevindt.<br />

4. Laat de achterkant voorzichtig zakken tot de as zich links en rechts tegen de aanslag van de uitvaleinden<br />

bevindt.<br />

5. Bij schijfrem: Monteer het wiel zo dat de remschijf soepel tussen de remblokjes schuift<br />

6. Sluit uw snelspan- of steekas volgens par. 8.6.1.2, Snelspanas sluiten c.q. 8.6.2.2, Steekas sluiten.<br />

7. Bedien bij stilstand meermaals de achterwielrem.<br />

8. Til de achterkant van de fiets omhoog en draai het voorwiel met de hand. Als een remblokje daarbij<br />

de remschijf of de velg raakt, kan dat wijzen op een verkeerde zitting van de naaf in de uitvaleinden.<br />

In dit geval remt u het achterwiel af, opent u de snelspan- of steekas en beweegt u het achterwiel licht<br />

heen en weer (dwars op de rijrichting). Herhaal de montage vanaf punt 6. Als daarna geen verbetering<br />

optreedt, dient u direct contact op te nemen met uw fietsspecialist.


13.1.5 Remmen openen en sluiten<br />

GHOST-bikeS<br />

GEVAAR Gevaar door falen van de rem<br />

Voor het demonteren en monteren van uw wielen moet u velgremmen openen en na montage weer<br />

sluiten. Als u na montage de velgrem niet opnieuw sluit, heeft uw rem geen functie. Daardoor zijn<br />

ernstige valpartijen en ongevallen zeer waarschijnlijk.<br />

• Sluit de rem na de wielmontage.<br />

Het remtype van uw fiets vindt u in par. 4.3.2, Remtype.<br />

OPMERKING:<br />

Schijfremmen kunnen niet worden geopend.<br />

13.1.5.1 Hydraulische velgrem Magura HS 33 openen<br />

1. Klap de bevestigingshendel om en trek de rem van de remsokkel.<br />

2. Let er daarbij op dat u de eventueel losse afstandsschijfjes niet kwijtraakt.<br />

89


90<br />

13.1.5.2 Hydraulische velgrem Magura HS 33 sluiten<br />

1. Zet de eventueel voorhanden afstandsschijven met de pijlen naar boven wijzend op de remsokkel.<br />

2. Zet de rem op de remsokkel.<br />

3. Sluit de klemhendel.<br />

13.1.5.3 Velgrem MTB en Trekking (V-Brake) openen<br />

1. Druk de remklauwen met de ene hand in en verwijder de kabelgeleider met de andere hand uit de<br />

beugel.


13.1.5.4 Velgrem MTB en Trekking (V-Brake) sluiten<br />

1. Druk met een hand de remklauwen in.<br />

2. Hang de kabelgeleider met de andere hand in de beugel.<br />

GHOST-bikeS<br />

91


92<br />

13.1.5.5 Velgrem racefiets openen<br />

1. Draai de hendel tot aan de aanslag naar boven.<br />

13.1.5.6 Velgrem racefiets sluiten<br />

1. Draai de hendel tot aan de aanslag naar onderen.<br />

13.2 Zadelpen met zadel monteren en demonteren<br />

WAARSCHUWING Gevaar door valpartijen en ongevallen<br />

Een verkeerd gemonteerde zadelpen kan plotseling ver naar onderen of uit de zitbuis glijden. Dit kan<br />

leiden tot gevaarlijke rijsituaties, valpartijen en ongevallen.<br />

• Voer deze werkzaamheden alleen dan uit als u over het benodigde gereedschap en de noodzakelijke<br />

technische kennis beschikt.<br />

13.2.1 Zadelpen demonteren<br />

1. Open de zadelstrop volgens par. 8.6.3.1, Snelspanas op de zadelstrop openen c.q. 8.6.5.1, Boutenmoerklemming<br />

op zadelpen openen.<br />

2. Trek het zadel met de zadelpen uit de zitbuis.


OPMERKING:<br />

Bedien in uitgebouwde staat niet de zadelstrop. Het frame kan anders beschadigd raken.<br />

GHOST-bikeS<br />

Op de zadelpen bevindt zich afhankelijk van het materiaal van het frame of van de zadelpen vet of carbonmontagepasta,<br />

die het interieur van uw wagen of andere voorwerpen kan verontreinigen. Voorkom contact,<br />

doordat u de zadelpen bijv. in een doek of een plastic zak wikkelt.<br />

13.2.2 Zadelpen monteren<br />

1. Lees in de tabel in par. 4.6.1, Verdeling, uit welk materiaal uw frame gebouwd is.<br />

2. Als zadelpen en frame van aluminium zijn, vet u het insteekgedeelte van de zadelpen in.<br />

OPMERKING:<br />

Meestal is in de fabriek na demontage nog zo veel vet voorhanden dat nogmaals invetten niet noodzakelijk<br />

is.<br />

3. Als zadelpen en/of frame van carbon zijn, smeert u het insteekgedeelte met de bijgeleverde montagepasta<br />

voor carbononderdelen in.<br />

OPMERKING:<br />

Meestal is van de montage in de fabriek na demontage nog zo veel montagepasta voorhanden dat<br />

opnieuw insmeren niet nodig is.<br />

Gebruik in geen geval vet!<br />

4. Breng zadel met zadelpen weer in de gewenste stand met de juiste insteekdiepte: De ‘STOP’- of<br />

‘MAX’-markering moet zich in het niet zichtbare deel van de zadelbuis bevinden.<br />

5. Sluit uw zadelstrop volgens par. 8.6.3.2, Snelspanas op de zadelstrop sluiten c.q. 8.6.5.2, Boutenmoerklemming<br />

op zadelpen sluiten.<br />

93


94<br />

OPMERKING:<br />

Markeer de voor u juiste positie van uw zadelpen met een plakbandje. Zo vindt u snel weer uw zitpositie.<br />

14. Fiets onderhouden<br />

WAARSCHUWING Gevaar door valpartijen en ongevallen<br />

Gebrekkige verzorging en ontbrekend onderhoud kan de bedrijfszekerheid van uw fiets in gevaar<br />

brengen en zo tot gevaarlijke rijsituaties, valpartijen en ongevallen leiden.<br />

• Verzorg uw fiets.<br />

• Houd het voorgeschreven onderhoudsschema aan.


14.1 Uw inspectie- en onderhoudsschema<br />

Werkzaamheden Interval<br />

Fiets reinigen<br />

Zie par. 14.2, Zo reinigt en verzorgt u<br />

uw fiets<br />

Bandenspanning van de verende voorvork<br />

afstellen<br />

Zie par. 8.2.1.1, Bandenspanning instellen<br />

Reinigen en smeren van de ketting<br />

Zie par. 14.2, Zo reinigt en verzorgt u<br />

uw fiets, punt 6<br />

14.2 Zo reinigt en verzorgt u uw fiets<br />

na ieder gebruik op een modderige of smerige ondergrond<br />

• uiterlijk elke 200 km<br />

elke 500 km of 3 maanden<br />

na elke wijziging van het totaal gewicht met meer dan<br />

10 kg<br />

• na elke rit bij regen,<br />

• na elke douche met water<br />

• na elke langere tocht op een zandige ondergrond,<br />

• uiterlijk elke 200 km.<br />

GHOST-bikeS<br />

WAARSCHUWING Gevaar door valpartijen en ongevallen<br />

Corrosie – die ook roestvaste onderdelen betreft – kan veiligheidsrelevante onderdelen van uw fiets<br />

zo ernstig beschadigen dat ze tijdens het rijden breken. Dit kan leiden tot ernstige valpartijen.<br />

Corrosie ontstaat o.a. door zout, bijv. door zouthoudende lucht in kustgebieden of door strooizout in<br />

de winter door corrosieve atmosfeer, bijv. op industrieterreinen of ook door zweet.<br />

• Bescherm uw fiets tegen ieder contact met corrosieve stoffen met behulp van sproeiwas of een<br />

vergelijkbaar conserveringsmiddel.<br />

• Reinig uw fiets na ieder contact met corrosieve stoffen en bescherm hem weer overeenkomstig de<br />

volgende beschrijving.<br />

• Gebruik geen stoomstraler/hogedrukreiniger voor de natte reiniging. De harde waterstraal kan uw<br />

fiets beschadigen.<br />

OPMERKING:<br />

Een goede verzorging verlengt de levensduur van uw fiets en van de onderdelen ervan.<br />

Reinig en onderhoud uw fiets regelmatig<br />

• Gebruik voor de natte reiniging een zachte waterstraal of een emmer water en een spons.<br />

• Gebruik alleen schoon leiding- of gedemineraliseerd water. Gebruik nooit zout water (bijv. zeewater).<br />

OPMERKING:<br />

Bij vele reinigingsmiddelen en lichte verontreinigingen volstaat opsproeien en afspoelen na de voorgeschreven<br />

inwerktijd.<br />

Hardnekkig vuil kunt u na de inwerktijd bijv. met een radiatorborstel of een spons voor het afspoelen losmaken.<br />

95


96<br />

OPMERKING:<br />

Reinigings-, smeer- en conserveringsmiddelen zijn chemische producten. Sommige middelen kunnen uw<br />

fiets aantasten.<br />

• Gebruik alleen producten die uitdrukkelijk voor fietsen geschikt zijn.<br />

• Overtuig uzelf ervan dat dit middel noch lak, noch rubberen, kunststof, metalen delen enzovoort aantast.<br />

Raadpleeg hiervoor uw fietsspecialist.<br />

• Neem de desbetreffende fabrieksaanwijzingen in acht.<br />

1. Verwijder grove verontreinigingen zoals grond, stenen, zand, enz. met een zachte waterstraal<br />

2. Laat de fiets drogen.<br />

3. Besproei uw complete fiets met een geschikt reinigingsmiddel.<br />

4. Spoel de complete fiets af met een zachte waterstraal. U kunt de natte reiniging ondersteunen door<br />

middel van een spons of een doek.<br />

5. Laat de fiets drogen.<br />

6. Zo reinigt en smeert u de ketting:<br />

• Draai de crank langzaam tegen de aandrijfrichting in. Het achterwiel zelf mag niet draaien.<br />

• Als uw fiets een terugtraprem heeft, laat u de achterkant van de fiets door een tweede persoon optillen<br />

en draait u de crank in aandrijfrichting.<br />

• Giet wat van een geschikt kettingreinigingsmiddel op een schone, niet-pluizende, katoenen lap en<br />

veeg daarmee de ketting af.<br />

• Herhaal deze behandeling steeds weer met een schoon stuk van de katoenen poetsdoek tot de ketting<br />

schoon is.<br />

• Laat het reinigingsmiddel ongeveer 1 uur verdampen.<br />

OPMERKING:<br />

Als zich nog reinigingsmiddel tussen de kettingschakels bevindt, wordt het nieuwe smeermiddel direct<br />

aangetast en gaat het effect verloren.<br />

• Breng een voor fietskettingen geschikt smeermiddel zuinig aan op de kettingschakels.<br />

WAARSCHUWING Gevaar door valpartijen en ongevallen<br />

Bij gebruik van te veel of van een ongeschikt smeermiddel kan dit op de remschijf of op de velg<br />

druppelen en deze volsmeren. Daardoor kan de remwerking aanzienlijk verminderen.<br />

• Verwijder overtollig smeermiddel op de ketting met een schone, droge en niet-pluizende, katoenen<br />

poetsdoek.<br />

• Reinig velg en remschijf met een geschikt ontvettingsmiddel. Vraag uw fietsspecialist om<br />

advies.<br />

OPMERKING:<br />

Smeermiddel voor motorfietskettingen blijft plakken aan de fietsketting en de onderdelen van de aandrijving.<br />

Gebruik alleen smeermiddelen die uitdrukkelijk voor fietskettingen geschikt zijn.<br />

7. Reinig de overige sterk vervuilde plaatsen met de hand met een schone, niet-pluizende, katoenen<br />

poetsdoek en gebruik daarvoor een geschikt reinigingsmiddel.


GHOST-bikeS<br />

8. Sproei de complete fiets in met een geschikte sproeiwas of een soortgelijk conserveringsmiddel.<br />

WAARSCHUWING Gevaar door valpartijen en ongevallen<br />

Door sproeiwas of andere conserveringsmiddelen op de remschijven of velgen kan de remwerking<br />

aanzienlijk afnemen. Andere delen kunnen glibberig worden en tot gevaarlijke rijsituaties,<br />

valpartijen en ongevallen leiden.<br />

Deze onderdelen mogen niet met conserveringsmiddelen worden behandeld,<br />

– Remblokjes<br />

– Remschijven<br />

– Handvaten, rem- en schakelhendels<br />

– Zadel<br />

– Buitenbanden<br />

• Reinig de remschijven en velgen met een geschikt ontvettingsmiddel als deze desondanks<br />

met sproeiwas of een andere conserveringsmiddel in contact gekomen zijn.<br />

9. Wrijf uw fiets na de voorgeschreven inwerktijd op met een schone, niet-pluizende, katoenen poetsdoek.<br />

10. Reinig de remschijven met de hand met een schone, droge, niet-pluizende, katoenen poetsdoek en<br />

gebruik hiervoor een geschikt ontvettingsmiddel.<br />

14.3 Werkplaatsservice<br />

WAARSCHUWING Gevaar door valpartijen en ongevallen<br />

Een niet of niet op de juiste manier uitgevoerde inspectie en niet-gerepareerde val- of ongevalschade<br />

kan tot gevaarlijke situaties, valpartijen en ongevallen leiden.<br />

• Breng uw fiets voor de voorgeschreven onderhoudsbeurten naar een gespecialiseerde werkplaats<br />

voor GHOST fietsen. Alleen zo kunnen versleten onderdelen en eventuele schade worden ontdekt<br />

en gerepareerd.<br />

Werkzaamheden Interval<br />

Eerste inspectie uiterlijk na 500 km of 6 maanden<br />

Inspectie remblokjes, remschijven, ketting<br />

elke 500 km<br />

Regelmatige inspecties elke 1000 km of 1x per jaar<br />

WAARSCHUWING Gevaar door valpartijen en ongevallen<br />

Sommige fietsonderdelen, in de eerste plaats lichte componenten, kunnen een beperkte levensduur<br />

hebben.<br />

Als deze onderdelen hun dienst weigeren, kunnen gevaarlijke rijsituaties, valpartijen en ongevallen<br />

het gevolg zijn. Vraag uw fietsspecialist om advies. Hij adviseert u graag.<br />

97


98<br />

15. Storingen tijdens het rijden<br />

WAARSCHUWING<br />

Gevaar door valpartijen en ongevallen<br />

Storingen die niet vakkundig worden verholpen, kunnen leiden tot gevaarlijke rijsituaties, valpartijen<br />

en ongevallen.<br />

• Voer aan uw fiets alleen werkzaamheden uit, die in de onderstaande tabel toegestaan zijn. Neem<br />

contact op met een gespecialiseerde werkplaats voor fietsen als uw maatregelen niet het gewenste<br />

succes opleveren.<br />

• Laat alle andere werkzaamheden uitvoeren door een gespecialiseerde werkplaats voor fietsen.<br />

• Neem direct contact op met uw fietsspecialist als u het rijgedrag van uw fiets opvallend vindt, als u<br />

ongewone geluiden hoort of als u storingen vaststelt die niet vermeld staan in de navolgende tabel.<br />

15.1 Versnellingen, aandrijvingen<br />

Storing Mogelijke oorzaken Oplossing<br />

Versnelling wisselt niet<br />

of niet goed<br />

Aandrijving geblokkeerd<br />

na het schakelen<br />

of tijdens het<br />

schakelen<br />

Buitengewone geluiden<br />

zoals kraken, luid<br />

slepen en/of klapperen<br />

Onregelmatige weerstand<br />

tijdens de trapbeweging<br />

Schakelhendel niet op<br />

de juiste manier bediend<br />

Schakeling verkeerd<br />

afgesteld<br />

• Te grote druk op het<br />

pedaal bij een steile<br />

helling<br />

• en/of te langzame<br />

trapbewegingen<br />

Bedien opnieuw<br />

Neem contact op met een gespecialiseerde<br />

werkplaats.<br />

Herhaal het schakelen op vlak terrein.<br />

In de stand schakelen:<br />

• achterwiel optillen.<br />

• de crank in aandrijfrichting draaien tot de<br />

gewenste versnelling ingeschakeld is.<br />

Ketting blijft vastzitten Staan blijven.<br />

Schakelhendel in tegengestelde richting<br />

bewegen.<br />

Achterwiel optillen, indien soepel mogelijk:<br />

crank tegen de aandrijfrichting draaien.<br />

Aandrijf-/schakelonderdelen<br />

beschadigd<br />

Aandrijf-/schakelonderdelen<br />

beschadigd<br />

OPMERKING:<br />

Gebruik in géén geval geweld als de crank<br />

niet soepel kan worden gedraaid.<br />

Neem direct contact op met een gespecialiseerde<br />

werkplaats voor fietsen.<br />

Neem direct contact op met een gespecialiseerde<br />

werkplaats.


15.2 Remmen<br />

Storing Mogelijke oorzaken Oplossing<br />

Ketting eraf gesprongen<br />

Ketting is er na of<br />

tijdens het schakelen<br />

afgesprongen<br />

Ketting springt er herhaaldelijk<br />

af<br />

• Schakeling verkeerd<br />

bediend<br />

• Schakeling verkeerd<br />

afgesteld of beschadigd<br />

• Schakeling verkeerd<br />

bediend<br />

• Schakeling verkeerd<br />

afgesteld of beschadigd<br />

• Schakeling herhaaldelijk<br />

verkeerd bediend<br />

• Schakeling verkeerd<br />

afgesteld of beschadigd<br />

• Staan blijven.<br />

• Plaats de ketting met de hand op het volgende<br />

tandwiel.<br />

• Achterwiel optillen,<br />

• Indien soepel mogelijk:<br />

• Crank in aandrijfrichting draaien.<br />

OPMERKING:<br />

Gebruik in géén geval geweld als de crank<br />

niet soepel kan worden gedraaid of als u niet<br />

over de kracht beschikt om het achterwiel op<br />

te tillen.<br />

Neem direct contact op met een gespecialiseerde<br />

werkplaats.<br />

• Staan blijven.<br />

• Schakelhendel in tegengestelde richting<br />

bewegen.<br />

• Plaats de ketting met de hand op het volgende<br />

tandwiel.<br />

• Achterwiel optillen,<br />

• Indien soepel mogelijk:<br />

• Crank in aandrijfrichting draaien.<br />

OPMERKING:<br />

Gebruik in géén geval geweld als de crank<br />

niet soepel kan worden gedraaid.<br />

Neem direct contact op met een gespecialiseerde<br />

werkplaats.<br />

Bedien de schakeling op de juiste manier, zie<br />

par. 8.4, Versnellingen bedienen.<br />

Neem direct contact op met een gespecialiseerde<br />

werkplaats als de fout ook optreedt<br />

als u op de juiste manier schakelt.<br />

WAARSCHUWING Gevaar door valpartijen en ongevallen<br />

De remmen op uw fiets behoren tot de belangrijkste onderdelen voor uw rijveiligheid.<br />

Falende remmen leiden altijd tot gevaarlijke rijsituaties, valpartijen en ongevallen.<br />

Falen van de remmen is levensgevaarlijk.<br />

GHOST-bikeS<br />

• Neem bij de geringste storing en bij een verminderde remwerking direct contact op met uw fietsspecialist.<br />

• Rij pas weer met uw fiets als deze door de fietsspecialist volgens de voorschriften gerepareerd is.<br />

99


100<br />

Storing Mogelijke oorzaken Oplossing<br />

Remmen functioneren niet Rem niet op de juiste manier<br />

gemonteerd<br />

Verminderde remwerking,<br />

remhendels kunnen te ver<br />

worden ingeknepen<br />

Neem direct contact op met een<br />

gespecialiseerde werkplaats.<br />

Rem beschadigd Neem direct contact op met een<br />

gespecialiseerde werkplaats.<br />

Remblokjes resp. remvoeringen<br />

versleten<br />

Bij hydraulische remmen:<br />

Remsysteem lek<br />

Rem schaaft Remschijf of velg beschadigd<br />

15.3 Frame, zadelpen en vering<br />

Laat de remblokjes resp. remvoeringen<br />

direct in een gespecialiseerde<br />

werkplaats vernieuwen.<br />

Neem direct contact op met een<br />

gespecialiseerde werkplaats.<br />

Neem direct contact op met een<br />

gespecialiseerde werkplaats.<br />

Rem verkeerd afgesteld<br />

Scheefstand van het wiel Voorwiel: Monteer het voorwiel<br />

op de juiste manier (zie par. 13.1,<br />

Wielen monteren en demonteren)<br />

Achterwiel: Monteer het achterwiel<br />

op de juiste manier (zie par.<br />

13.1 Wielen monteren en demonteren)<br />

WAARSCHUWING Gevaar door valpartijen en ongevallen<br />

Fouten in het frame en de vering kunnen leiden tot gevaarlijke rijsituaties, valpartijen, ongevallen en<br />

schade aan objecten.<br />

• Neem bij de geringste storing direct contact op met uw fietsspecialist.<br />

• Rij pas weer met uw fiets als deze door de fietsspecialist volgens de voorschriften gerepareerd is.<br />

Probleem Mogelijke oorzaken Oplossing<br />

Geluiden: Kraken, klapperen,<br />

slepen of iets dergelijks.<br />

Frame, zadelpen en/of vering<br />

beschadigd<br />

Ga direct naar een gespecialiseerde<br />

werkplaats.


Probleem Mogelijke oorzaken Oplossing<br />

Zadelpen schuift in het frame of<br />

verdraait<br />

Aandraaimoment te klein Controle en verhoging van de<br />

klemkracht. Zie par. 8.6.3.2,<br />

Snelspanas op de zadelstrop<br />

sluiten c.q. 8.6.5.2, Boutenmoerklemming<br />

op zadelpen<br />

sluiten.<br />

Bij een frame en/of zadelpen<br />

van carbon:<br />

Montage met vet of<br />

montagepasta voor carbononderdelen<br />

Zadelpen heeft een te kleine<br />

diameter<br />

Gebrekkig veergedrag Vering niet op de juiste manier<br />

afgesteld<br />

Gebrekkig veergedrag ondanks<br />

juiste afstelling<br />

Verende voorvork laat zich niet<br />

blokkeren<br />

• Reinigen van zadelpen en<br />

zitbuis met een geschikt<br />

reinigingsmiddel. Zie par.<br />

14.2, Zo reinigt en verzorgt<br />

u uw fiets.<br />

• Zadelpen en zitbuis moeten<br />

vetvrij zijn.<br />

• Demontage en juiste montage<br />

van de zadelpen vindt<br />

u par. 13.2, Zadelpen met<br />

zadel monteren en demonteren.<br />

Vervanging van de zadelpen in<br />

een gespecialiseerde werkplaats.<br />

Instelling en afstemming<br />

volgens bijgaande onderdelengebruiksaanwijzing.<br />

Vering blokkeert Opheffen van de blokkade<br />

(zie par. 8.2.1.2, Vering uit- en<br />

inschakelen).<br />

Vering beschadigd Ga direct naar een gespecialiseerde<br />

werkplaats.<br />

Bedieningsmechanisme<br />

defect<br />

Neem contact op met een gespecialiseerde<br />

werkplaats.<br />

GHOST-bikeS<br />

101


15.4 Spatschermen, bagagedrager, verlichting<br />

102<br />

WAARSCHUWING Gevaar door valpartijen en ongevallen<br />

Gebreken aan bagagedrager en verlichting kunnen leiden tot gevaarlijke rijsituaties, valpartijen, ongevallen<br />

en schade aan objecten.<br />

• Neem bij de geringste storing direct contact op met uw fietsspecialist.<br />

• Rij pas weer met uw fiets als deze door de fietsspecialist volgens de voorschriften gerepareerd is.<br />

Probleem Mogelijke oorzaken Oplossing<br />

Geluiden: Kraken, klapperen,<br />

slepen of iets dergelijks.<br />

Verlichting werkt gedeeltelijk<br />

of helemaal niet<br />

15.5 Wielen en banden<br />

Spatscherm- of bagagedrageronderdelen<br />

zitten los<br />

Verlichtingscomponenten (gloeilampen,<br />

leds) defect<br />

Leidingen beschadigd<br />

Dynamo defect<br />

Ga direct naar een gespecialiseerde<br />

werkplaats.<br />

Vervang de lichtbronnen.<br />

Raadpleeg hiervoor uw fietsspecialist.<br />

Ga direct naar een gespecialiseerde<br />

werkplaats.<br />

WAARSCHUWING<br />

Gevaar door valpartijen en ongevallen<br />

Gebreken en schade aan wielen en banden kunnen leiden tot gevaarlijke rijsituaties, valpartijen, ongevallen<br />

en schade aan objecten.<br />

• Neem bij de geringste storing direct contact op met uw fietsspecialist.<br />

• Rij pas weer met uw fiets als deze door de fietsspecialist volgens de voorschriften gerepareerd is.<br />

Probleem Mogelijke oorzaken Oplossing<br />

Wielen ‘hobbelen’ • Schade aan de band<br />

• Spaken gebroken<br />

Onbestemd rijgedrag Te lage bandenspanning<br />

• Toenemend onbestemd<br />

rijgedrag<br />

• Zeer ongewoon rijgedrag<br />

(u voelt elk steentje)<br />

Ga direct naar een gespecialiseerde<br />

werkplaats.<br />

Schade aan het wiel Ga direct naar een gespecialiseerde<br />

werkplaats.<br />

Verhoging van de bandenspanning<br />

(zie par. 7.1.2.7, Bandenspanning<br />

controleren).<br />

Als hetzelfde rijgedrag zich daarna<br />

direct weer voordoet, is er sprake<br />

van een langzaam leeglopende<br />

band (zie volgende regel).<br />

Lekke band Lekke band: Vervanging van binnenband,<br />

indien nodig van buitenband<br />

en velglint, zie par. 15.5.1, Binnenband<br />

en buitenband vervangen.


15.5.1 Binnenband en buitenband vervangen<br />

GHOST-bikeS<br />

WAARSCHUWING Gevaar door valpartijen en ongevallen<br />

Fouten bij de reparatie aan de wielen kunnen tot gevaarlijke rijsituaties leiden.<br />

Voer deze werkzaamheden alleen uit als u beschikt over de desbetreffende technische basiskennis,<br />

ervaring en het<br />

geschikte gereedschap daarvoor.<br />

Voor de reparatie van een lekke band hebt u het volgende gereedschap nodig:<br />

• 2 bandenlichters<br />

• Passende binnenband (nieuw) voor uw wielmaat.<br />

Uw bandmaat en uw type ventiel vindt u in par. 4.7, Banden.<br />

• Nieuwe buitenband (nieuw) in uw wielmaat, indien nodig. Uw bandmaat vindt u in par. 4.7, Banden.<br />

• Fietspomp met een voor het ventiel passende pompkop<br />

1. Demonteer het wiel.Zie par. 13.1.1, Voorwiel demonteren c.q. 13.1.3, Achterwiel demonteren.<br />

2. Draai de ventielmoer tot aan de aanslag erop.<br />

3. Druk met een vinger het ventiel in tot alle lucht ontsnapt is.<br />

4. Verwijder de moer op de ventielvoet.<br />

5. Licht de band met de bandenlichters van de velg. Begin hiermee bij het tegenover het ventiel liggende<br />

punt.<br />

6. Trek de binnenband uit de buitenband. Onthoud de oriëntatie van de binnenband in de buitenband.<br />

7. Zoek de oorzaak voor de lekkage:<br />

• Pomp de defecte binnenband op.<br />

• Zoek het punt waar de lucht ontsnapt.<br />

• Als u het lek gevonden hebt: Draai de binnenband zo om de eigen as dat het ventiel naar binnen<br />

wijst.<br />

8. Als het lek binnen ligt:<br />

• Controleer of het velglint goed zit: Alle spaakboringen moeten afgedekt zijn. Neem als dat niet het<br />

geval is, contact op met uw fietsspecialist.<br />

• Controleer de velg op beschadigingen (scherpe kanten, bramen enz.). Neem als u een dergelijke<br />

beschadiging vaststelt, contact op met uw fietsspecialist.<br />

• Controleer of een of twee kleine gaatjes naast elkaar liggen.<br />

OPMERKING:<br />

Twee kleine gaatjes zijn een aanwijzing voor een doorslag (snake bite). Dit komt vaker voor bij het<br />

met een te lage bandenspanning rijden over hoekige hindernissen.<br />

Als de velg niet beschadigd is: nieuwe binnenband monteren.<br />

103


104<br />

9. Als het lek buiten ligt:<br />

• Houd de binnenband zo naast de velg met buitenband als hij gemonteerd was. Onderzoek de buitenband<br />

op het punt waar het gat in de binnenband zich bevindt. Vaak steekt nog een doorn, een steentje<br />

of een glassplinter in de buitenband.<br />

VOORZICHTIG Gevaar voor snijletsel<br />

Als u de binnenzijde van de band aftast met uw duim of vinger, kunt u letsel oplopen door<br />

scherpkantige voorwerpen die zich eventueel nog in de band bevinden.<br />

• Vermijd te snel aftasten van de bandbinnenzijde met duim en vingers.<br />

• Tast de bandwanden heel voorzichtig af.<br />

10. Verwijder het veroorzakende voorwerp voorzichtig met de vingernagel of een zakmes of iets dergelijks.<br />

Als een groot gedeelte van de buitenband beschadigd is, moet deze eveneens worden vervangen.<br />

Als een buitenbandwissel nodig is:<br />

OPMERKING:<br />

Een nieuwe band is noodzakelijk als een duidelijk zichtbare beschadiging aan de band opgetreden is, die<br />

eenduidig groter is dan een kleine insteking.<br />

11. Verwijder de oude band helemaal van de velg.<br />

12. Monteer de nieuwe buitenband met een flank op de velg. Let daarbij op dat de pijl voor de looprichting<br />

op de buitenband (indien voorhanden) overeenstemt met de draairichting tijdens het rijden.<br />

Als geen buitenbandwissel nodig is:<br />

13. Pomp de nieuwe binnenband zo op dat hij een beetje vorm krijgt.<br />

14. Steek het ventiel door het ventielgat in de velg. Het ventiel moet naar het middelpunt van het wiel wijzen.<br />

15. Druk nu de buitenbandflank die nog buiten de velg zit ter hoogte van het ventiel in het velgbed.<br />

16. Druk de buitenflank van de band gelijktijdig omlopend in het velgbed. Begin daarmee bij het ventiel.<br />

17. Tegenover het ventiel kan iets meer kracht nodig zijn om de band in het velgbed te drukken. Gebruik<br />

daarvoor de bandenlichters. Let op dat u daarbij niet de binnenband beschadigt.<br />

18. Pomp de binnenband iets op.<br />

19. Rol de binnenband rondom haaks op de looprichting heen en weer. Let daarbij op dat de band gelijkmatig<br />

op de velg zit en de binnenband nergens te zien is.<br />

20. Pomp de band op tot de voorgeschreven bandenspanning. Een vermelding van de toelaatbare bandenspanning<br />

is op de zijwand van elke buitenband gedrukt.<br />

21. Monteer het wiel volgens par. 13.1.2, Voorwiel monteren c.q. 13.1.4, Achterwiel monteren.<br />

22. Controleer de banden nogmaals. Zie par. 7.1.2.4, Banden controleren.


16. Fiets niet gebruiken gedurende een langere periode<br />

GHOST-bikeS<br />

OPMERKING:<br />

Het verkeerd opslaan van uw fiets kan lagers en banden beschadigen alsmede corrosie in de hand werken.<br />

Sla uw fiets op volgens de onderstaande aanwijzingen als u verwacht, uw fiets langer dan 2 maanden<br />

niet te gebruiken.<br />

1. Reinig en onderhoud uw fiets zoals in par. 14.2, Zo reinigt en verzorgt u uw fiets beschreven.<br />

2. Zet uw fiets alleen in droge en stofarme ruimtes.<br />

3. Gebruik geschikte fietsstandaards (bijv. 3-pootstandaard). Raadpleeg hiervoor uw fietsspecialist.<br />

4. Als uw fiets met één of met beide wielen op de grond staat<br />

• Til uw fiets dan elke 2-3 weken op en draai de wielen met de hand een paar slagen rond.<br />

• Beweeg het stuur een paar keer heen en weer.<br />

• Draai de cranks een paar slagen met de hand rond tegen de aandrijfrichting in.<br />

5. Alvorens de fiets weer in gebruik te nemen, voert u een controle volgens hfst. 7, Voor elke rit uit.<br />

17. Fiets afvoeren<br />

Net als alle elektrische en elektronische apparaten bevat uw fiets stoffen die schadelijk zijn voor mens en<br />

milieu en stoffen die gerecycled kunnen worden.<br />

Lever uw fiets af bij het gemeentelijke milieupark. Uitvoerige informatie over de juiste afvoer van uw fiets<br />

kunt u aanvragen bij uw gemeente of bij uw fietsspecialist.<br />

Voer binnen- en bandbanden met het huisvuil af.<br />

18. Waarborg, garantie<br />

18.1 Algemeen<br />

Voor GHOST fietsen gelden in principe de wettelijke regelingen met betrekking tot garantie resp. eventuele<br />

overeenkomsten die met de desbetreffende dealer werden gesloten. Contactpersoon voor garantieclaims<br />

is de fietsspecialist bij wie de GHOST fiets werd gekocht. Als zich binnen de garantietermijn een gebrek of<br />

schade aan een GHOST fiets voordoet die onder de garantie valt, wend u dan alstublieft tot de desbetreffende<br />

dealer, die een en ander vervolgens voor u zal afhandelen.<br />

18.2 Houdbaarheidsgarantie op frame vanaf modeljaar 2011<br />

Als aanvulling op de wettelijke garantie geeft de firma GHOST afhankelijk van het frametype een houdbaarheidsgarantie<br />

van in totaal 3 resp. 5 jaar, voor zover u als eindklant de bij de fiets bijgevoegde garantiekaart<br />

die zich in de gebruiksaanwijzing bevindt, ingevuld naar de firma GHOST opstuurt. Alternatief is ook een<br />

online-registratie via de internetpagina van GHOST mogelijk. De garantietermijn begint met de aankoop van<br />

de nieuwe fiets door u als eindklant bij de fietsspecialist. Als de bij de fiets bijgevoegde garantiekaart niet<br />

naar de firma GHOST wordt opgestuurd of als de fiets niet online wordt geregistreerd, wordt de garantie niet<br />

verleend. De garantieclaims blijven onverminderd van kracht.<br />

105


106<br />

Voor de garantie gelden de volgende periodes:<br />

1. De garantie van 3 jaar is mogelijk bij Enduro-, Northshore-, Downhill-, 4CROSS en Dirt-frames.<br />

2. Garantie van 5 jaar is mogelijk bij alle frames die niet tot de bovengenoemde categorieën behoren.<br />

De garantie heeft alleen betrekking op de frameconstructie en niet op het lakwerk en het decor.<br />

Aanspraak op garantie bestaat niet:<br />

• Bij gebreken en schade die te wijten zijn aan het feit dat richtlijnen en aanwijzingen in de gebruiksaanwijzingen<br />

niet werden nageleefd.<br />

• Bij gebreken en schade die te wijten zijn aan overmacht, een ongeval, ondeskundig gebruik, onvakkundig<br />

uitgevoerde reparaties, gebrekkig onderhoud of slijtage.<br />

• Bij gebreken en schade die te wijten zijn aan het feit dat bij het vervangen van onderdelen ongeoorloofde<br />

onderdelen gebruikt zijn.<br />

• Bij aanpassingen aan het product zonder voorafgaande toestemming van de firma GHOST-Bikes indien<br />

gebreken en schade daarop kunnen worden teruggevoerd.<br />

Bij een reclamatie binnen de genoemde extra garantieperiode, echter buiten de garantietermijn, wordt alleen<br />

het defecte frame gerepareerd of vervangen. Kosten voor een eventueel vereiste ombouw van componenten<br />

resp. voor de verzending van een frame binnen de genoemde periode worden niet aanvaard resp. vergoed.<br />

De betreffende frames moeten dus binnen deze periode in gedemonteerde toestand franco naar de firma<br />

GHOST-Bikes worden gezonden. Bij een vervanging van het frame binnen de garantieperiode begint deze<br />

voor het nieuwe frame vanaf het tijdstip van de vervanging opnieuw.<br />

Als voor een actuele vervanging van een frame, hetzelfde type frame niet meer ter beschikking staat, behoudt<br />

de firma GHOST zich het recht voor, een vervangend frame te leveren dat qua vorm en kleur kan<br />

verschillen van het originele frame, echter gelijkwaardig of hoogwaardiger is.<br />

Aanspraken op schadevergoeding blijven naast deze garantie onverminderd bestaan.


19. Overzichtsafbeeldingen met alle fietsonderdelen<br />

Frame<br />

Zadel<br />

Zadelpen<br />

Zadelstrop /<br />

klembeugel<br />

Zitbuis<br />

Achterwielvering<br />

Veerschommel<br />

Scharnierpunt<br />

Staande achtervork/zitbuis<br />

Derailleur<br />

Tandwielpakket/<br />

tandwielcassette/<br />

pignons (bestaat uit<br />

afzonderlijke pignons/<br />

tandwielen)<br />

Versnellingskabel<br />

Versnellingsmechanisme<br />

Liggende achtervork<br />

Achterwiel<br />

Rolletjes van het schakelmechanisme<br />

Kettingblad<br />

Ketting<br />

Bagagedrager<br />

Achterlicht<br />

Reflector (achter)<br />

Fietsstandaard/<br />

standaard/<br />

zijstandaard<br />

Crankbout<br />

Pedaal<br />

Reflector (pedaal)<br />

FRAMEBESCHRIJVING<br />

(begrippen)<br />

FRAMEBESCHRIJVING<br />

(begrippen)<br />

GHOST-bikeS<br />

Handvat/stuurhandvat<br />

Stuur<br />

Stuurpen<br />

Stuurbuis<br />

Bovenbuis<br />

Remleiding<br />

Vork/geveerde voorvork<br />

Veer-/demperelement/<br />

demper<br />

Onderbuis<br />

Voorwiel<br />

Banden<br />

Velg<br />

Rem/schijfrem<br />

Remschijf<br />

Spaak<br />

Ventiel<br />

Crankstel<br />

Crank<br />

Koplamp<br />

(met geïntegreerde<br />

reflector)<br />

Remkabel<br />

Bedrading/kabel<br />

Rem/velgrem<br />

Vork<br />

Spatbord, spatscherm<br />

Spatbordstang<br />

Uitvaleinde<br />

Naaf, voor<br />

Kettingbladbout<br />

Kettingblad/<br />

kettingbladen<br />

Velg<br />

Reflectiestreep (band)<br />

107


108<br />

Remkabel c.q.<br />

remleiding (Magura)<br />

Velgrem (racefiets)/<br />

velgrem (Magura)/<br />

velgrem (MTB)<br />

Remleiding<br />

Velgrem (Magura)<br />

Remzadel/<br />

remsokkel/<br />

remklauw/<br />

remvoering/<br />

remblokje/<br />

remschoen/<br />

remblokje<br />

Bevestigingshendel (Magura)<br />

DETAILAANZICHT<br />

(velgrem racefiets)<br />

DETAILAANZICHT<br />

(velgrem Magura)<br />

Remzadel/<br />

remsokkel/<br />

remklauw/<br />

remvoering/<br />

remblokje/<br />

remschoen/<br />

remblokje<br />

Vork<br />

Insteekbuis<br />

Brakebooster<br />

Vorkbrug<br />

Staande buis


Kettingschakel/<br />

schalmplaat<br />

Ventieldopje/stofkapje<br />

Ventiel<br />

Ventielmoer<br />

Versnellingshendel<br />

Handvat/stuurhandvat<br />

Bar end (hoorntje)<br />

DETAILAANZICHT<br />

(wiel)<br />

DETAILAANZICHT<br />

(stuur)<br />

GHOST-bikeS<br />

Kettingbout<br />

Banden<br />

Velg<br />

Zijkant van de velg<br />

Slijtage-indicator<br />

Stuurpen<br />

Remhendel<br />

109


110<br />

Naaf, achter<br />

Tandwielpakket/<br />

tandwielcassette/<br />

pignons (bestaat uit<br />

afzonderlijke pignons/<br />

tandwielen)<br />

Schakelmechanisme<br />

Vork<br />

Steekverbinding<br />

Uitvaleinde<br />

DETAILAANZICHT<br />

(naaf, achter)<br />

DETAILAANZICHT<br />

(naaf, voor)<br />

Remschijf<br />

Schijfrem<br />

Snelspanas/<br />

snelspanhendel/<br />

snelspanner<br />

Dynamo/naafdynamo


Koplamp<br />

Vorkschacht<br />

(niet zichtbaar,<br />

in de stuurbuis)<br />

Zadelklembout<br />

Zadelpen<br />

Zadelpenklembout<br />

DETAILAANZICHT<br />

(stuurbuis)<br />

DETAILAANZICHT<br />

(zadel)<br />

GHOST-bikeS<br />

Stuurbuis<br />

Balhoofd<br />

Zadel<br />

Zadelstrop<br />

111


20. Colofon<br />

112<br />

Fabrikant: GHOST Bikes GmbH<br />

An der Tongrube 3<br />

95652 Waldsassen<br />

Duitsland<br />

Tel.: +49 9632 92550<br />

Fax: +49 9632 925516<br />

www.GHOST-bikes.com<br />

info@GHOST-bikes.de<br />

Consulting: Andreas Zauhar, Dipl.-Ing. FH<br />

door de KvK voor München en Oberbayern van overheidswege aangesteld<br />

en beëdigde deskundige voor rijwielschade en -beoordelingen<br />

Horner Straße 12d<br />

83329 Waging – Tettenhausen<br />

Duitsland<br />

Tel.: + 49 8681 4779284<br />

Fax: + 49 8681 4779285<br />

www.andreas-zauhar.de<br />

kontakt@andreas-zauhar.de

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!