GebruiksaanwijzinG - Ghost
GebruiksaanwijzinG - Ghost
GebruiksaanwijzinG - Ghost
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
<strong>GebruiksaanwijzinG</strong>
2<br />
Gebruiksaanwijzing<br />
voor GHOST fietsen<br />
Versie 12.01
GHOST-bikeS<br />
1. Algemene informatie over uw nieuwe fiets en over deze<br />
gebruiksaanwijzing 7<br />
1.1 Toepassingsgebied 7<br />
1.2 Leveringsomvang 7<br />
1.2.1 Basisuitvoering 7<br />
1.2.2 Optionele accessoires voor de montage door uw fietsspecialist 7<br />
1.3 Andere van toepassing zijnde documenten 7<br />
1.4 Wettelijke voorschriften 8<br />
1.5 Conventies 9<br />
1.5.1 Symbolen en signaalwoorden 9<br />
1.5.2 Afkortingen 9<br />
1.5.3 Vakbegrippen 10<br />
1.5.4 Weergave 11<br />
2. Voor uw veiligheid 11<br />
2.1 Volg de aanwijzingen in deze gebruiksaanwijzing op 11<br />
2.2 Raadpleeg hiervoor uw fietsspecialist 12<br />
2.3 Gebruik uw fiets voor het doel waarvoor hij is gemaakt 12<br />
2.3.1 Welke werkzaamheden mag u zelf aan uw fiets uitvoeren? 12<br />
2.3.2 Waarop moet u letten bij latere montage van accessoires en bij<br />
aanpassingen? 12<br />
2.3.3 Wie mag er op uw fiets rijden? 13<br />
2.3.4 Waar mag u op uw fiets rijden? 14<br />
3. Technische gegevens 17<br />
3.1 Toelaatbare temperaturen en toelaatbaar totaal gewicht 17<br />
3.2 Aandraaimomenten voor schroefverbindingen 17<br />
4. Opbouw en werking 18<br />
4.1 Typen, categorieën, series 18<br />
4.1.1 Mountainbike (Fully + Hardtail) 19<br />
4.1.1.1 Fully 19<br />
4.1.1.2 Hardtail 21<br />
4.1.2 Crossbike (serie CROSS) 22<br />
4.1.3 Racefiets/fitnessbike (series RACE, SPEEDLINE) 23<br />
4.1.4 Trekking- en Citybike (serie TREKKING, CITYLINE) 24<br />
4.1.5 Kinder- en jeugdfiets (serie POWERKID) 25<br />
4.2 Frame en vork 26<br />
4.3 Remmen 28<br />
4.3.1 Remtoewijzing 28<br />
4.3.2 Remtype 28<br />
4.4 Versnellingen 31<br />
4.4.1 Kettingschakeling 32<br />
4.4.2 Naafschakeling 32<br />
4.4.3 Schakelaars 32<br />
4.5 Klemsystemen voor wielen en zadelpennen 34<br />
3
4<br />
4.6 Materialen 35<br />
4.6.1 Verdeling 35<br />
4.6.2 Informatie en aanwijzingen voor het materiaal carbon 35<br />
4.6.2.1 Informatie m.b.t. de frameconstructie 36<br />
4.6.2.2 Zo gaat u op de juiste manier met uw carbononderdelen om 36<br />
4.7 Banden 37<br />
5. Framesets 38<br />
6. Voor het eerste gebruik 38<br />
7. Voor elke rit 38<br />
7.1 Wielen controleren 39<br />
7.1.1 Vastzitten en positie controleren 40<br />
7.1.2 Velgen controleren 40<br />
7.1.2.1 Velgslijtage controleren (geldt alleen voor fietsen met velgremmen) 40<br />
7.1.2.2 Velgen op slag controleren 41<br />
7.1.2.3 Velgen op verontreinigingen controleren (geldt alleen voor fietsen met<br />
velgremmen) 41<br />
7.1.2.4 Banden controleren 41<br />
7.1.2.5 Ligging van de banden controleren 42<br />
7.1.2.6 Ventielstand controleren (geldt niet bij tubeless band) 42<br />
7.1.2.7 Bandenspanning controleren 42<br />
7.1.3 Overige zaken controleren 43<br />
7.2 Zadel en zadelpen controleren 43<br />
7.3 Stuur, stuurpen controleren 45<br />
7.4 Stuuraanbouwdelen controleren 46<br />
7.5 Balhoofd controleren 47<br />
7.6 Geveerde voorvork controleren 48<br />
7.7 Achterwielvering controlen 48<br />
7.8 Remmen controleren 48<br />
7.8.1 Algemene werking controleren 49<br />
7.8.2 Hydraulische schijfrem controleren 49<br />
7.8.3 Hydraulische velgremmen controleren 50<br />
7.8.4 Velgrem met kabel controleren (MTB-versie) 51<br />
7.8.5 Velgrem met kabel controleren (racefietsversie) 53<br />
7.8.6 Terugtraprem controleren 55<br />
7.9 Aandrijving, ketting controleren 55<br />
7.10 Verlichting controleren 55<br />
7.11 Bagagedrager controleren 56<br />
7.12 Spatschermen (spatborden) controleren 56<br />
7.13 Zijstandaard controleren 57<br />
7.14 Kinderfiets-specifieke onderdelen controleren 58<br />
7.15 Overige zaken controleren 58
GHOST-bikeS<br />
8. Fiets afstellen en bedienen 59<br />
8.1 Zadelhoogte afstellen 59<br />
8.2 Verende voorvork afstellen 59<br />
8.2.1 Geveerde voorvorken met luchtvering 59<br />
8.2.1.1 Bandenspanning instellen 59<br />
8.2.1.2 Vering uit- en inschakelen 60<br />
8.2.2 Geveerde voorvorken zonder luchtvering 60<br />
8.3 Achterwielvering afstellen 61<br />
8.4 Versnellingen bedienen 61<br />
8.4.1 Kettingschakeling 61<br />
8.4.1.1 Naar een groter(e) kettingblad/pignon schakelen 61<br />
8.4.1.2 Naar een kleiner(e) kettingblad/pignon schakelen 64<br />
8.4.2 Naafschakeling 67<br />
8.4.2.1 Naar een lagere versnelling schakelen 67<br />
8.4.2.2 Naar een hogere versnelling schakelen 68<br />
8.5 Remmen bedienen 68<br />
8.6 Klemsystemen voor wielen en zadelpen bedienen 69<br />
8.6.1 Snelspanas op het voorwiel openen en sluiten 69<br />
8.6.1.1 Snelspanas openen 69<br />
8.6.1.2 Snelspanas sluiten 70<br />
8.6.2 Steekas op het voorwiel openen en sluiten 72<br />
8.6.2.1 Steekas openen 72<br />
8.6.2.2 Steekas sluiten 73<br />
8.6.3 Snelspanas op de zadelstrop openen en sluiten 74<br />
8.6.3.1 Snelspanas op de zadelstrop openen 74<br />
8.6.3.2 Snelspanas op de zadelstrop sluiten 75<br />
8.6.4 Bouten-moerklemming op wielen 76<br />
8.6.5 Bouten-moerklemming op zadelpennen openen en sluiten 76<br />
8.6.5.1 Bouten-moerklemming op zadelpen openen 76<br />
8.6.5.2 Bouten-moerklemming op zadelpen sluiten 77<br />
9. Fiets beladen 77<br />
10. Fiets berijden 80<br />
11. Wat doen na een valpartij of ongeval 81<br />
11.1 Algemene informatie 81<br />
11.2 Carbonframe 82<br />
12. Fiets veilig wegzetten 82<br />
12.1 Fietsen met zijstandaard 82<br />
12.2 Fietsen zonder zijstandaard 83<br />
5
6<br />
13. Fiets transporteren 83<br />
13.1 Wielen monteren en demonteren 84<br />
13.1.1 Voorwiel demonteren 85<br />
13.1.2 Voorwiel monteren 86<br />
13.1.3 Achterwiel demonteren 87<br />
13.1.4 Achterwiel monteren 88<br />
13.1.5 Remmen openen en sluiten 89<br />
13.1.5.1 Hydraulische velgrem Magura HS 33 openen 89<br />
13.1.5.2 Hydraulische velgrem Magura HS 33 sluiten 90<br />
13.1.5.3 Velgrem MTB en Trekking (V-Brake) openen 90<br />
13.1.5.4 Velgrem MTB en Trekking (V-Brake) sluiten 91<br />
13.1.5.5 Velgrem racefiets openen 92<br />
13.1.5.6 Velgrem racefiets sluiten 92<br />
13.2 Zadelpen met zadel monteren en demonteren 92<br />
13.2.1 Zadelpen demonteren 92<br />
13.2.2 Zadelpen monteren 93<br />
14. Fiets onderhouden 94<br />
14.1 Uw inspectie- en onderhoudsschema 95<br />
14.2 Zo reinigt en verzorgt u uw fiets 95<br />
14.3 Werkplaatsservice 97<br />
15. Storingen tijdens het rijden 98<br />
15.1 Versnellingen, aandrijvingen 98<br />
15.2 Remmen 99<br />
15.3 Frame, zadelpen en vering 100<br />
15.4 Spatschermen, bagagedrager, verlichting 102<br />
15.5 Wielen en banden 102<br />
15.5.1 Binnenband en buitenband vervangen 103<br />
16. Fiets niet gebruiken gedurende een langere periode 105<br />
17. Fiets afvoeren 105<br />
18. Waarborg, garantie 105<br />
18.1 Algemeen 105<br />
18.2 Houdbaarheidsgarantie op frame vanaf modeljaar 2011 105<br />
19. Overzichtsafbeeldingen met alle fietsonderdelen 107<br />
20. Colofon 112
Geachte klant,<br />
GHOST-bikeS<br />
Graag willen wij u feliciteren met uw keuze voor een fiets uit ons bedrijf en u danken voor het in ons gestelde<br />
vertrouwen.<br />
Met uw fiets hebt u een hoogwaardig, milieuvriendelijk en sportief voortbewegingsmiddel gekocht waaraan u<br />
veel plezier zult beleven en waarmee u tevens uw gezondheid ondersteunt.<br />
1. Algemene informatie over uw nieuwe fiets en over deze<br />
gebruiksaanwijzing<br />
Deze gebruiksaanwijzing vormt een zeer belangrijk document.<br />
Lees hem voor het eerste gebruik aandachtig door en bewaar hem goed.<br />
1.1 Toepassingsgebied<br />
Deze gebruiksaanwijzing geldt alleen voor fietsen van de firma GHOST vanaf modeljaar 2012,<br />
zoals in par. 4.1 tot 4.1.5 genoemd.<br />
Deze gebruiksaanwijzing geldt niet voor GHOST Epac’s en Pedelecs.<br />
1.2 Leveringsomvang<br />
1.2.1 Basisuitvoering<br />
• Complete fiets (diverse modellen zonder pedalen) of frameset<br />
• Bij carbonframes: Montagepasta<br />
• Indien schijfremmen voorhanden: een transportbeveiliging<br />
• Gebruiksaanwijzing in uw eigen taal<br />
1.2.2 Optionele accessoires voor de montage door uw fietsspecialist<br />
Lees in par. 2.3.2. Waarop moet u letten bij latere montage van accessoires en bij aanpassingen?<br />
met welke optionele accessoires u uw fiets kunt laten uitbreiden.<br />
1.3 Andere van toepassing zijnde documenten<br />
• Leveringsdocument<br />
Het bevat karakteristieke en andere gegevens van uw fiets.<br />
• Gebruiksaanwijzingen voor componenten<br />
Hierin vindt u productspecifieke gegevens.<br />
Door de diversiteit kunnen niet alle op uw fiets gemonteerde componenten in deze gebruiksaanwijzing<br />
worden beschreven. Voor u belangrijke gebruikersinformatie is als apart document bijgevoegd en is in het<br />
leveringsdocument genoemd.<br />
De aanwijzingen in dit hoofdstuk en informatie moeten altijd als eerste worden opgevolgd en aangehouden!<br />
7
8<br />
• Nieuwe technische inzichten kunnen leiden tot wijzigingen aan modellen, in de technische gegevens en tot<br />
volledig nieuwe modellen. Als deze wijziging voor de omgang en uw veiligheid relevant is, is de bijbehorende<br />
gebruikersinformatie als apart document bijgevoegd en in het leveringsdocument genoemd.<br />
• Vraag uw fietsspecialist naar de geldigheid van deze technische gegevens.<br />
1.4 Wettelijke voorschriften<br />
Als verkeersdeelnemer moet u de in uw land geldende verkeersregels naleven.<br />
In Duitsland hebt u voor uw fiets geen officiële goedkeuring nodig.<br />
Op openbare wegen mag u met uw fiets alleen maar rijden als u daarvoor de uitrusting aanbrengt die in uw<br />
land wettelijk is voorgeschreven. In Duitsland zijn deze vereisten geregeld in het wegenverkeersreglement<br />
(StVZO).<br />
Dit reglement schrijft de volgende uitrusting voor:<br />
• twee onafhankelijk van elkaar werkende remmen<br />
• een bel<br />
• door middel van een dynamo gevoede verlichting voor (wit licht) en achter (rood licht)<br />
• van de dynamoverplichting ontheven zijn racefietsen die minder wegen dan 11 kg. Ook voor racefietsen<br />
die van de dynamoverplichting ontheven zijn, moet u overdag goedgekeurde batterijverlichting meevoeren.<br />
Voor de duur van deelname aan wedstrijden zijn racefietsen van deze verplichting ontheven.<br />
• witte reflector voor (vaak in de koplamp geïntegreerd) evenals twee rode reflectoren achter (een daarvan<br />
vaak in het achterlicht geïntegreerd)<br />
• zowel op het voor- als achterwiel twee geel stralende reflectoren; als alternatief: buitenband met aan beide<br />
zijden aangebrachte zijdelingse reflectiestrepen<br />
• zowel op het rechter- als linkerpedaal twee geel stralende reflectoren<br />
• alle verlichtings- en reflectordelen moet voor fietsen uitdrukkelijk goedgekeurd zijn. Raadpleeg hiervoor uw<br />
fietsspecialist.<br />
• de volledige tekst van de voorschriften kunt u voor het rijden in Duitsland vinden in de StVZO of informeer<br />
bij uw fietsspecialist.<br />
• de letterlijke wettekst met detailinformatie vindt u onder andere op het internet op het volgende adres:<br />
http//www.gesetze-im-internet.de/stvzo/ (versie: 01/2012)<br />
• bij gebruik buiten Duitsland dient u de in uw land geldende verkeersregels na te leven. Raadpleeg daarvoor<br />
uw fietsspecialist of de verantwoordelijke instantie.<br />
OPMERKING:<br />
De in Duitsland voorgeschreven uitrusting is in de levering van uw fiets bij de volgende series/modellen compleet<br />
aanwezig: TREKKING<br />
Wend u voor de ombouw bij alle overige fietsmodellen alleen tot hun fietsspecialist. Hij geeft u graag advies.
1.5 Conventies<br />
1.5.1 Symbolen en signaalwoorden<br />
Symbool en signaalwoord Betekenis<br />
1.5.2 Afkortingen<br />
Afkorting Betekenis<br />
° Graden, hoekmaat<br />
Bar Gebruikelijke eenheid voor bandenspanning<br />
°C Graden Celsius, eenheid voor temperatuur<br />
DIN Duits instituut voor normering<br />
EN Europese norm<br />
EPAC<br />
WAARSCHUWING<br />
VOORZICHTIG<br />
OPMERKING<br />
h Uur (uren)<br />
Electric Power Assisted Cycles, ook Pedelec (pedal electric)<br />
Fiets met een elektrische hulpaandrijving die alleen actief wordt als de fietser<br />
de pedalen beweegt<br />
HWK Duitse Kamer van Ambachten en Neringen<br />
IHK Kamer van Koophandel en Industrie (in Duitsland)<br />
km/h Kilometer per uur, eenheid voor snelheid<br />
kg Kilogram, eenheid voor gewicht<br />
MTB Mountainbike<br />
Nm Newtonmeter; eenheid voor aandraaimoment<br />
Pedelec zie EPAC<br />
psi pound per square Inch, Amerikaanse eenheid voor druk (1 psi = 0,06897 bar)<br />
RH Framehoogte<br />
StVO Wegenverkeersreglement (in Duitsland)<br />
SW Sleutelwijdte, gereedschapsmaat<br />
Wijst u op de inachtneming en de uitwerking van<br />
veiligheidsinformaties.<br />
Wijst u op een gevaarlijke situatie die als zij niet<br />
wordt vermeden tot ernstig letsel of tot de dood kan<br />
leiden.<br />
Wijst u op een gevaarlijke situatie die als zij niet<br />
wordt vermeden tot licht tot ernstig letsel kan leiden.<br />
Wijst u op mogelijke schade aan objecten en andere belangrijke<br />
informatie.<br />
GHOST-bikeS<br />
9
10<br />
1.5.3 Vakbegrippen<br />
Vakbegrip Betekenis<br />
Slag (in het wiel) Omgangstaal voor een rondloopafwijking aan de velg<br />
Draaimoment<br />
Specialist/ fietsspecialist<br />
Handkracht<br />
ook aandraaimoment. Geeft aan, hoe vast een schroef/bout moet worden<br />
aangedraaid<br />
Bedrijf dat door de overheid en door de fabrikant geautoriseerd is zich te betitelen<br />
als specialist voor de verkoop en reparatie van conventionele fietsen.<br />
Gemiddelde kracht die een volwassen mens met matige tot gemiddelde<br />
inspanning met één hand opbrengt<br />
Manometer Bandenspanningmeter<br />
Correcte<br />
schroefverbinding<br />
Incorrecte<br />
schroefverbinding<br />
Vaste schroefverbinding waarbij de schroefkoppen over het hele oppervlak<br />
vast tegen het onderdeel liggen.<br />
Te losse schroefverbinding waarbij de schroefkoppen niet over het hele oppervlak<br />
vast tegen het onderdeel liggen. In de regel is dit herkenbaar aan<br />
een spleet tussen schroefkop en onderdeel.
1.5.4 Weergave<br />
GHOST-bikeS<br />
In deze gebruiksaanwijzing maken wij gebruik van de volgende opmaakregels:<br />
• Veiligheidsaanwijzingen zijn met een symbool, een signaalwoord en vetgedrukt weergegeven, zie par.<br />
1.5.1, Symbolen en signaalwoorden.<br />
• Instruerende teksten hebben een nummervolgorde.<br />
• Opmerkingen en verwijzingen worden cursief weergegeven.<br />
• Weergaven op afbeeldingen zijn modelneutraal. Ze gelden voor alle fietsmodellen in deze gebruiksaanwijzing.<br />
• Hier vindt u een afbeelding met alle in de tekst genoemde fietsonderdelen Hfst. 19, Overzichtsafbeeldingen<br />
met alle fietsonderdelen.<br />
• Positieaanduidingen: In deze gebruiksaanwijzing gebruiken wij de volgende aanduidingen voor de positie<br />
van onderdelen in de tekening/afbeelding (positieaanduidingen): Aanduidingen zoals links, rechts, voor en<br />
achter hebben altijd betrekking op de positie in rijrichting.<br />
2. Voor uw veiligheid<br />
2.1 Volg de aanwijzingen in deze gebruiksaanwijzing op<br />
• Lees deze gebruiksaanwijzing aandachtig door alvorens uw fiets voor de eerste keer te gebruiken.<br />
• Controleer of uw fietsspecialist het leveringsdocument voor uw fiets volledig heeft ingevuld en of u<br />
alle documenten hebt ontvangen die in het leveringsdocument genoemd zijn.<br />
• Neem contact op met uw fietsspecialist als iets mocht ontbreken.<br />
• Neem uw fiets pas in gebruik nadat u de volledige documentatie ontvangen en de gebruiksaanwijzing<br />
zorgvuldig gelezen hebt.<br />
• Als u uw fiets ooit verkoopt of aan een ander schenkt, geef dan ook deze gebruiksaanwijzing samen<br />
met uw fiets door aan de nieuwe eigenaar/eigenares.<br />
• Gebruiksaanwijzing voor kinder- en jeugdfietsen:<br />
• Deze gebruiksaanwijzing is gericht aan de ouders/voogden van de kinderen en jongeren die van<br />
deze fiets gebruikmaken.<br />
• Wanneer in deze gebruikaanwijzing bijv. sprake is van '...laat u zich ...' of '... laat uw fiets ...' o.i.d.,<br />
dan wordt elke keer het kind, de jongere en zijn fiets bedoeld.<br />
• Neem deze gebruiksaanwijzing samen door en leg uw kind alle punten uit, vooral de gevareninstructies.<br />
• Als degene die bevoegd is de ouderlijke macht uit te oefenen, bent u verantwoordelijk voor de veiligheid<br />
en het gebruik van de fiets.<br />
11
12<br />
2.2 Raadpleeg hiervoor uw fietsspecialist<br />
OPMERKING:<br />
Ook na het koopadvies en de eindmontage is uw fietsspecialist heel belangrijk voor u. Hij is uw contactpersoon<br />
voor onderhoud, inspecties, aanpassingen en allerlei reparaties. Neem contact op met uw fietsspecialist<br />
als u vragen over ons product mocht hebben.<br />
2.3 Gebruik uw fiets voor het doel waarvoor hij is gemaakt<br />
Als u uw fiets niet volgens de voorschriften gebruikt, kan dat leiden tot gevaarlijke rijsituaties, valpartijen,<br />
ongevallen en schade aan objecten.<br />
Gebruik uw fiets altijd zoals in de gebruiksaanwijzing en in de eventuele extra documentatie beschreven<br />
staat.<br />
2.3.1 Welke werkzaamheden mag u zelf aan uw fiets uitvoeren?<br />
Fouten door ondeskundig uitgevoerde werkzaamheden aan uw fiets kunnen uw fiets beschadigen en<br />
de bedrijfszekerheid belemmeren. Dit kan leiden tot gevaarlijke rijsituaties, valpartijen en ongevallen.<br />
• U mag alleen zelf werkzaamheden aan uw fiets uitvoeren als dat in deze gebruiksaanwijzing beschreven<br />
staat en u over het daarvoor benodigde gereedschap beschikt.<br />
• Verander nooit iets aan de hoedanigheid van afzonderlijke componenten van uw fiets.<br />
• Alle andere werkzaamheden mogen alleen door een fietsspecialist worden uitgevoerd.<br />
2.3.2 Waarop moet u letten bij latere montage van accessoires en bij aanpassingen?<br />
Latere montage van accessoires en uitgevoerde aanpassingen die voor uw fiets niet zijn goedgekeurd,<br />
kunnen uw fiets beschadigen en de bedrijfszekerheid belemmeren. Dit kan leiden tot gevaarlijke<br />
rijsituaties, valpartijen en ongevallen.<br />
• Monteer nooit zelf later iets aan uw fiets en voer nooit zelf aanpassingen uit.<br />
• Kies accessoires en ombouwdelen steeds samen met een fietsspecialist uit. De volgende accessoires<br />
mag u achteraf laten monteren<br />
– Klikpedalen<br />
– Fietscomputer<br />
– Fleshouder (alleen indien bevestigingsmogelijkheid voorhanden)<br />
– Uitrusting voor het rijden op openbare wegen volgens de in uw land van toepassing zijnde voorschriften<br />
(alleen indien bevestigingsmogelijkheden voorhanden)<br />
– Fleshouder (alleen indien bevestigingsmogelijkheid voorhanden)<br />
– Kinderzitje – als u een bagagedrager hebt die is goedgekeurd voor de montage van een kinderzitje.<br />
Vraag uw fietsspecialist om advies. Hij geeft u graag advies.<br />
– Fietstassen – als u een bagagedrager hebt die is goedgekeurd voor de montage van fietstassen. Vraag<br />
uw fietsspecialist om advies. Hij geeft u graag advies.
GHOST-bikeS<br />
• De firma GHOST verbiedt het gebruik van reserveonderdelen, die qua afmetingen ten opzichte van<br />
de originele onderdelen afwijken (bijv. geveerde voorvorken of veerelementen met meer of minder<br />
montagehoogte/montagelengte/veerweg, remsystemen met grotere remschijven, bredere banden<br />
enz.).<br />
• Er mogen ten behoeve van de vervanging c.q. van de ombouw alleen onderdelen worden gebruikt,<br />
die door de firma GHOST voor uw model fiets goedgekeurd zijn. Raadpleeg hiervoor uw erkende<br />
GHOST fietsspecialist.<br />
• Naderhand monteren van elektrische aandrijvingen is op fietsen van de firma GHOST niet toegestaan.<br />
• Verander in geen geval de bestaande fietsonderdelen in hun hoedanigheid.<br />
• Zorg dat u van uw fietsspecialist de documentatie voor het accessoires en de aanpassingscomponenten<br />
ontvangt.<br />
• Let erop dat uw fietsspecialist in het leveringsdocument vermeldt, welke documentatie u van hem<br />
hebt ontvangen.<br />
• Neem uw leveringsdocument altijd mee als u accessoires en ombouwdelen bij uw fietsspecialist<br />
pas later koopt.<br />
• Neem alle veiligheidsinstructies en specificaties in de documentatie van het accessoires en de<br />
ombouwdelen in acht.<br />
2.3.3 Wie mag er op uw fiets rijden?<br />
• De bestuurder moet kunnen fietsen, d.w.z. dat hij basiskennis over het gebruik van een fiets moet<br />
hebben en over het vereiste evenwichtsgevoel moet beschikken om een fiets te kunnen besturen.<br />
• De fietser moet bij het stoppen veilig kunnen op- en afstappen. Dit geldt in het bijzonder bij ergonomisch<br />
afgestelde zadels als de voeten van de bestuurder vanuit zit de grond niet bereiken.<br />
• De fietser moet de juiste lichaamsgrootte voor de fiets hebben en het maximaal toelaatbare totaal<br />
gewicht (zie par. 3.1, Toelaatbare temperaturen en toelaatbaar totaal gewicht) mag niet worden<br />
overschreden:<br />
Juiste framehoogte MTB<br />
uitgezonderd NORTHSHORE, DOWNHILL, 4CROSS, DIRT<br />
Lichaamslengte in cm 135-145 145-155 155-165 165-180 180-190 190-195<br />
Framehoogte in cm 34 40 44 48 52 56<br />
RACE alle<br />
Lichaamslengte in cm 160-165 165-175 175-180 180-185 185-190 190-195<br />
Framehoogte in cm 50 53 56 58 60 62<br />
CROSS, TREKKING, SPEEDLINE<br />
Lichaamslengte in cm 145-155 155-165 165-180 180-190 190-195<br />
Framehoogte in cm 45 49 53 57 61<br />
CROSS LADY, TREKKING LADY<br />
Lichaamslengte in cm 135-145 145-155 155-165 165-180<br />
Framehoogte in cm 40 45 48 52<br />
13
14<br />
OPMERKING:<br />
De hier genoemde waarden dienen alleen ter oriëntatie. Afhankelijk van verschillende factoren kan<br />
ook een kleinere of grotere framehoogte zinvol zijn. Raadpleeg hiervoor uw fietsspecialist.<br />
Hij adviseert u graag.<br />
• Kinderen en jongeren moeten de fiets feilloos kunnen bedienen. Fietstype, grootte en de bedieningselementen<br />
(bijv. remhendels) moeten geschikt zijn voor kinderhanden. Wend u hiervoor tot uw<br />
fietsspecialist. Hij geeft u graag advies.<br />
• Lichamelijk en geestelijk vermogen als de bestuurder op de openbare weg wil rijden: De bestuurder<br />
moet lichamelijk en geestelijk in staat zijn om aan het wegverkeer deel te nemen.<br />
OPMERKING:<br />
In par. 1.4, Wettelijke voorschriften vindt u informatie over de technische goedkeuringsvereisten voor<br />
de deelname aan het wegverkeer.<br />
2.3.4 Waar mag u op uw fiets rijden?<br />
Als u uw fiets te sterk belast door ermee over straten, wegen en pistes te rijden waarvoor uw fiets niet<br />
geschikt is, kunnen delen van uw fiets breken of hun dienst weigeren. Dit kan leiden tot gevaarlijke<br />
rijsituaties, valpartijen en ongevallen.<br />
Rij met uw fiets alleen op de voor uw model toegestane straten, wegen en pistes zoals in onderstaande<br />
tabel vermeld staat.<br />
OPMERKING:<br />
Alle fietsen zijn in categorieën ingedeeld<br />
(zie daarvoor de onderstaande indeling en ook par. 4.1, Typen, categorieën, series).<br />
Toelichtingen bij de onderstaande categorisering<br />
Symbool Betekenis<br />
X toegestaan<br />
- niet toegestaan<br />
X*<br />
Op de openbare weg alleen toegestaan met wettelijk voorgeschreven<br />
extra uitrusting, zie par. 1.4, Wettelijke voorschriften.
Aanduiding Definitie<br />
Wegen Geasfalteerde wegen<br />
Verharde wegen<br />
Cross-Country<br />
All Mountain Tour<br />
All Mountain Trail<br />
Enduro<br />
Freeride<br />
Downhill<br />
Wegen met vaste ondergrond zoals zand, steenslag of soortgelijke (bijv.<br />
bosweg, veldweg)<br />
Terrein omvat straten, bos-,<br />
veld, kiezel-, steenslagwegen<br />
meerdere hellingen en afdalingen<br />
Hoge snelheid bergaf in grof<br />
terrein, los gesteente, hoge<br />
wortels, verre sprongen en<br />
sterke slagen definiëren dit<br />
toepassingsgebied<br />
Wegen met losse ondergrond, wortels,<br />
drempels, stenen, hellingen enz.<br />
Met toenemende veerweg wordt het<br />
terrein, waarin de wielen worden<br />
bewogen, ook in toenemende mate<br />
grover. De rij-eigenschappen bergaf in<br />
zwaar terrein staan meer en meer op<br />
de voorgrond. De kwaliteit van de rijeigenschappen<br />
bergop wordt door geavanceerde<br />
rijwerken hoog gehouden,<br />
verliest echter uiterlijk bij de categorie<br />
Freeride aan betekenis. De wielen zijn<br />
overeenkomstig de extremere rij-omstandigheden<br />
constructief aangepast.<br />
Dirt Speciaal voor dit type fiets uitgezette routes (BMX-routes)<br />
Sportpark Voor Freeriding, Downhill, BMX en Dirt aangewezen terrein<br />
Sprongen<br />
OPMERKING:<br />
Het uitvoeren van sprongen is met deze wielen altijd toegestaan, vindt<br />
echter plaats op eigen risico. Bezoek hiervoor speciale vaktechniekseminars<br />
om een gevoel ervoor te ontwikkelen, welke sprongen met de<br />
betreffende fiets mogelijk zijn. Kundigheid en ervaring zijn voorwaarden<br />
voor het gebruik van dit sportartikel!<br />
GHOST-bikeS<br />
15
16<br />
Model Toepassingsgebied/ categorie<br />
Weg<br />
SE, EBS COMP, EBS PRO, MISS,<br />
POWERKID<br />
X* X X - - - - - - - -<br />
RT, MISS RT, HTX, EBS HTX X* X X - - - - - - - -<br />
AMR, MISS AMR, EBS AMR, ASX X* X X X - - - - - - -<br />
AMR PLUS X* X X X X - - - - - -<br />
CAGUA X* X X X X X - - - - -<br />
Verharde wegen<br />
NORTHSHORE X* X X X X X X - - X X<br />
DOWNHILL X* X X X X X X X - X X<br />
4CROSS, DIRT X* X - - - - - - X X X<br />
RACE, EBS RACE, SPEEDLINE X* - - - - - - - - - -<br />
TREKKING X X - - - - - - - - -<br />
CROSS X* X - - - - - - - - -<br />
Cross-Country<br />
OPMERKING:<br />
Ook fietsen van andere categorieën kunnen met racefiets- of racefietsachtige banden uitgerust zijn. Dergelijke<br />
banden herkent men aan een max. breedte van 28 mm, die bijv. door middel van twee getallen zoals<br />
28-622 of 28-559 op de band is aangegeven. Voor deze fietsen gelden de aanwijzingen voor ROAD RACE.<br />
De bandmaat is op de bandflank weergegeven.<br />
Uw veiligheid tijdens het rijden op deze wegen en paden hangt af van uw snelheid.<br />
Hoe hoger uw tempo, des te groter wordt het risico!<br />
• Let erop dat alle wegen en paden beschadigd kunnen zijn en obstakels kunnen bevatten die de veiligheid<br />
tijdens het rijden kunnen belemmeren en uw fiets kunnen beschadigen.<br />
• Rij in dergelijke situaties bijzonder langzaam en voorzichtig. Duw of draag uw fiets desnoods over<br />
dergelijke obstakels heen. Gebruik de fiets alleen als middel om u voort te bewegen.<br />
• Bij sportieve rijstijl, sprongen en hoge snelheid bestaat altijd het gevaar voor valpartijen. Pas het<br />
gebruik van uw fiets aan uw rijvaardigheid aan!<br />
All Mountain Tour<br />
All Mountain Trail<br />
Enduro<br />
Freeride<br />
Downhill<br />
Dirt<br />
Sportpark<br />
Sprongen
3. Technische gegevens<br />
3.1 Toelaatbare temperaturen en toelaatbaar totaal gewicht<br />
Geoorloofde omgevingstemperaturen<br />
Maximaal toelaatbaar totaal<br />
gewicht<br />
-10 tot +50°C<br />
3.2 Aandraaimomenten voor schroefverbindingen<br />
Onderdeel Fabrikant<br />
Zadelstrop<br />
frame<br />
Zadelstrop<br />
frame<br />
Alle<br />
Alle<br />
MTB incl. DOWNHILL, NORTHSHORE, 4X, DIRT 120 kg<br />
CROSS, SPEEDLINE, RACE 120 kg<br />
TREKKING 140 kg<br />
POWERKID 24" 100 kg<br />
POWERKID 20" 80 kg<br />
POWERKID 16"/12" 50 kg<br />
Model/<br />
type<br />
Aluminium<br />
frame<br />
Carbonframe<br />
Verbinding<br />
Klemming<br />
zadelpen<br />
Klemming<br />
zadelpen<br />
Soort verbinding<br />
GHOST-bikeS<br />
Aandraaimoment<br />
(Nm)<br />
Een bout 5 - 8<br />
Een bout 5 - 6<br />
17
18<br />
4. Opbouw en werking<br />
4.1 Typen, categorieën, series<br />
Wij produceren verschillende typen fietsen. Deze typen hebben wij over verschillende categorieën en productseries<br />
verdeeld.<br />
OPMERKING:<br />
De categorisering vindt u in par. 2.3.4, Waar mag u op uw fiets rijden?<br />
Type Productserie<br />
Mountainbike<br />
(MTB)<br />
Fully<br />
Hardtail<br />
• RT<br />
• MISS RT<br />
• AMR<br />
• MISS AMR<br />
• EBS AMR<br />
• ASX<br />
• AMR PLUS<br />
• CAGUA<br />
• NORTHSHORE<br />
• DOWNHILL<br />
• SE<br />
• EBS COMP/PRO<br />
• MISS<br />
• HTX<br />
• EBS HTX<br />
• 4CROSS<br />
• DIRT<br />
Uitrusting volgens<br />
de StVZO<br />
standaard<br />
- -<br />
- -<br />
Crossbike CROSS - -<br />
RACE<br />
- -<br />
Racefiets, Fitnessbike<br />
EBS RACE<br />
SPEEDLINE<br />
Trekking- en Citybike TREKKING X X<br />
• POWERKID 20" - -<br />
Kinder- en<br />
jeugdfiets<br />
Hardtail<br />
Hardtail met<br />
starre voorvork<br />
• POWERKID 24"<br />
• POWERKID 12"<br />
• POWERKID 16"<br />
- -<br />
Naafdynamo<br />
voorwiel
4.1.1 Mountainbike (Fully + Hardtail)<br />
4.1.1.1 Fully<br />
GHOST-bikeS<br />
geen uitrusting volgens de StVZO, kettingschakeling, velg- of schijfremmen, wielen met velgdiameters van<br />
559 mm, 584 mm of 622 en minimaal 52 mm bandbreedte.<br />
• Serie RT, MISS RT:<br />
– Fullies met 100 mm veerweg voor en achter. Op het gewicht afgestemde fietsen voor de sportief georienteerde<br />
fietser.<br />
• Series AMR, MISS AMR, EBS AMR, ASX<br />
– Fullies met 120 mm veerweg voor en achter. Zowel bergop als bergaf even goed berijdbaar.<br />
• Serie AMR PLUS<br />
– Fullies met 150/120 mm veerweg voor en 150 mm veerweg achter. Zowel bergop als bergaf goed berijdbaar.<br />
Er wordt echter meer waarde gehecht aan de eigenschappen bergaf.<br />
19
20<br />
• Serie CAGUA<br />
– Fullies Fullies met 150/120 mm veerweg voor en 150 mm veerweg achter. Zowel bergop als bergaf goed<br />
berijdbaar. Er wordt echter meer waarde gehecht aan de eigenschappen bergaf.<br />
• Serie DOWNHILL, NORTHSHORE:<br />
– Fullies met 200 mm, c.q. 180 mm veerweg voor en achter. Hier staat de geschiktheid downhill en in een<br />
bikepark op de voorgrond.
4.1.1.2 Hardtail<br />
• Series SE, MISS (zonder MISS RT, MISS AMR), EBS (zonder EBS HTX, EBS AMR, EBS RACE)<br />
GHOST-bikeS<br />
– Hardtails met 100 mm veerweg voor. Solide alledaagse fietsen geschikt voor de vrijetijdsrijder die graag<br />
tochten maakt.<br />
• Serie HTX<br />
– Hardtails met 100 mm veerweg voor. Op het gewicht afgestemde fietsen voor de sportief georiënteerde<br />
fietser.<br />
21
22<br />
• Series 4CROSS, DIRT<br />
– Hardtails met 100 mm veerweg voor. Hier staat de geschiktheid in een bikepark en bij het springen op de<br />
voorgrond.<br />
– Uitrusting zoals een mountainbike, echter enkele modellen met slechts één rem, zonder of slechts met<br />
één schakeling voor de achterste tandwielcassette.<br />
4.1.2 Crossbike (serie CROSS)<br />
geen uitrusting volgens de StVZO, kettingschakeling, velg- of schijfremmen, wielen met een bandbreedte van<br />
622 mm/ 42 mm.<br />
• Serie CROSS<br />
– Hardtails met 60 c.q. 63 mm veerweg voor. Alledaagse fietsen om vlot op te kunnen schieten op wegen<br />
en paden.
4.1.3 Racefiets/fitnessbike (series RACE, SPEEDLINE)<br />
GHOST-bikeS<br />
geen uitrusting volgens de StVZO, kettingschakeling, velg- of schijfremmen, wielen met een velgdiameter<br />
van 622 mm.<br />
• Serie RACE<br />
– Racefietsen met een ongeveerd frame, starre voorvork om op wegen snel en sportief te kunnen opschieten<br />
– Racestuur<br />
– Velgremmen<br />
– Bandbreedte 23 mm<br />
• Serie SPEEDLINE<br />
– Fietsen met een ongeveerd frame en starre voorvork om op wegen snel en comfortabel te kunnen opschieten<br />
– Recht of mountainbikegelijkend stuur<br />
– Schakelhendel zoals bij mountainbikes<br />
23
24<br />
– velg- of schijfremmen zoals bij mountainbikes<br />
– Bandbreedte 35mm<br />
4.1.4 Trekkingbike (serie TREKKING)<br />
Uitrusting volgens de StVZO, uitgerust met ketting- of naafschakeling, twee velg- of schijfremmen, bagagedrager,<br />
spatschermen (‘beschermplaten’).<br />
• Serie TREKKING<br />
– ongeveerd of Hardtails met 60 mm veerweg voor<br />
– alledaagse, compleet uitgeruste fietsen om comfortabel op te kunnen schieten op wegen en paden<br />
– recht of mountainbikegelijkend stuur<br />
– schakelhendel zoals bij mountainbikes<br />
– velg- of schijfremmen zoals bij mountainbikes<br />
– naafdynamo
4.1.5 Kinder- en jeugdfiets (serie POWERKID)<br />
GHOST-bikeS<br />
geen uitrusting volgens de StVZO, kettingschakeling of geen schakeling, velg- en/of terugtrapremmen<br />
• POWERKID 12" en 16"<br />
– ongeveerd frame en starre voorvork<br />
– geen schakeling<br />
– velgrem voor<br />
– terugtraprem achter<br />
– steunwielen (optioneel)<br />
– vlaggetje (optioneel)<br />
– wielmaat 12" of 16"<br />
• POWERKID 20"<br />
– lijkt heel veel op een MTB<br />
– hardtail met geveerde voorvork met 35 mm veerweg<br />
– kettingschakeling achter met 7 versnellingen<br />
– velgremmen zoals bij mountainbikes<br />
– wielmaat 20"<br />
25
26<br />
• POWERKID 24"<br />
– komt overeen met een MTB met kleinere wielmaat<br />
– hardtail met geveerde voorvork met 50 mm veerweg<br />
– kettingschakeling met 24 versnellingen<br />
– velgremmen zoals bij mountainbikes<br />
– wielmaat 24"<br />
4.2 Frame en vork<br />
Frames en vorken zijn er in de volgende uitvoeringen
• Hardtail ongeveerd frame en voorvork ongeveerd<br />
• Hardtail geveerd frame ongeveerd, maar geveerde voorvork<br />
• Fully Frame geveerd en geveerde voorvork<br />
GHOST-bikeS<br />
Bij volgeveerde fietsen zijn verschillende veersystemen met verschillende aantallen scharnierpunten.<br />
Het aantal scharnierpunten kunt u gemakkelijk tellen. De steun naar het veerelement telt niet als scharnierpunt.<br />
27
28<br />
4.3 Remmen<br />
4.3.1 Remtoewijzing<br />
• Uw fiets beschikt over twee van elkaar onafhankelijke schijfremmen.<br />
• Bij sommige modellen wordt de achterwielrem door ‘terugtrappen’ bediend (terugtraprem).<br />
• In de regel bedient de linker op de stuur aangebrachte remhendel de voorwielrem en de rechter remhendel<br />
de achterwielrem. Afhankelijk van de specificaties en nationale voorschriften kan de toewijzing echter variëren.<br />
Maak uzelf in elk geval met de toewijzing vertrouwd en wen hieraan.<br />
• Als uw fiets over twee handremhendels van hetzelfde type beschikt, kunt u de toewijzing door de fietsspecialist<br />
laten wijzigen, indien u dit wenst.<br />
4.3.2 Remtype<br />
Op onze fietsen zijn de volgende remmen gemonteerd<br />
• Schijfrem hydraulisch
• Velgrem<br />
– Velgrem hydraulisch (Magura HS11 en HS33)<br />
• Velgrem mechanisch (V-Brakes)<br />
GHOST-bikeS<br />
29
30<br />
• Velgrem (racefiets)<br />
• Terugtraprem (alleen op het achterwiel)
4.4 Versnellingen<br />
Op onze fietsen zijn de volgende typen versnellingen (schakelingen) gemonteerd<br />
• Kettingschakeling<br />
• Naafschakeling<br />
GHOST-bikeS<br />
31
32<br />
• Geen schakeling (Single-Speed)<br />
4.4.1 Kettingschakeling<br />
Een kettingschakeling stelt voor elke snelheid de optimale versnelling ter beschikking en zorgt onder andere<br />
dat hellingen makkelijker kunnen worden bedwongen.<br />
Bij het schakelen wordt de ketting op een ander tandwiel gelegd/geworpen. Aan het crankstel heten de tandwielen<br />
'kettingbladen' en aan de tandkrans 'pignons'.<br />
De versnelling kan alleen tijdens het rijden worden veranderd. De kettingwielgarnituur moet daarbij in<br />
aandrijfrichting draaien.<br />
De schakelaar aan de linkerzijde van het stuur bedient de derailleur op het crankstel. Hier heeft het schakelen<br />
naar een groter kettingblad een grotere overbrenging tot gevolg (= hogere versnelling). De trapweerstand<br />
wordt groter, maar u kunt ook een hogere snelheid bereiken.<br />
De schakelaar aan de rechterzijde van het stuur bedient het schakelmechanisme. Hier heeft het schakelen<br />
naar een grotere pignon een kleinere overbrenging tot gevolg (= kleinere versnelling). De trapweerstand<br />
wordt geringer en u kunt slechts een lagere snelheid behalen, maar gemakkelijker hellingen oprijden.<br />
Het aantal versnellingen bepaalt u als volgt: Aantal kettingbladen voor, vermenigvuldigd met het aantal tandwielen<br />
achter. Bijv. 2 kettingbladen x 10 tandwielen = 20 versnellingen.<br />
4.4.2 Naafschakeling<br />
Bij een naafschakeling is in de achterwielnaaf een overbrenging gemonteerd. Door bediening van de schakelaar<br />
grijpen daar verschillende tandwielen in elkaar en veranderen zo de overbrengingsverhouding.<br />
Voor wielen met naafschakeling gebruiken wij de Shimano Alfine 8- en 11-versnellingen overbrengingsnaaf<br />
met vrijloop, dus zonder terugtraprem.<br />
4.4.3 Schakelaars<br />
De volgende schakelaars zijn op onze fietsen gemonteerd
• Shimano schakelhendel voor MTB<br />
• Shimano schakelhendel voor MTB<br />
• Shimano rem-/schakelhendel-combinatie voor MTB<br />
• Shimano rem-/schakelhendel-combinatie voor racefiets<br />
GHOST-bikeS<br />
33
34<br />
• Shimano rem-/schakelhendel-combinatie voor elektrische schakeling Di2 voor racefiets<br />
• Shimano rem-/schakelhendel-combinatie voor racefiets<br />
• Shimano draaigreepschakelaar voor MTB<br />
4.5 Klemsystemen voor wielen en zadelpennen<br />
Op onze fietsen gebruiken wij de volgende asklemsystemen voor de wiel- en zadelpenbevestiging<br />
• Snelspanassen
• Snelspanas zadelpen<br />
• Steekassen<br />
• Schroefklemming<br />
4.6 Materialen<br />
4.6.1 Verdeling<br />
GHOST-bikeS<br />
Wij gebruiken voor onze fietsframes aluminiumlegeringen en carbonmaterialen. Fietsen van ons merk met<br />
carbonframe herkent u aan de toevoeging ‘LECTOR’ in de typeaanduiding. Alle overige fietsen worden met<br />
aluminium frame gebouwd.<br />
4.6.2 Informatie en aanwijzingen voor het materiaal carbon<br />
WAARSCHUWING Gevaar door valpartijen en ongevallen<br />
Carbon is een modern materiaal dat wordt gebruikt voor de constructie van fietsen en voertuigen.<br />
Carbononderdelen reageren echter gevoelig op beschadigingen. Fouten bij de montage of tijdens<br />
het gebruik kunnen leiden tot breuk en dus tot gevaarlijke rijsituaties, valpartijen, ongevallen en<br />
schade aan objecten.<br />
35
36<br />
Slag- en stootbelastingen bij niet-bedoeld gebruik of bij valpartijen en ongevallen evenals bij steenslag<br />
kunnen voorkomen, kunnen tot onzichtbare beschadigingen in het carbonweefsel en/of tot delaminaties<br />
(= loskomen van de verlijmde carbonlagen) leiden.<br />
Door zulke voorbeschadigingen samen met de krachten die tijdens het gebruik optreden, kunnen<br />
carbononderdelen plotseling breken en zo leiden tot gevaarlijke rijsituaties, valpartijen, ongevallen en<br />
schade aan objecten.<br />
• Neem beslist alle onderstaande aanwijzingen met betrekking tot het gebruik van onderdelen van<br />
carbon in acht.<br />
• Na valpartijen of andere grote mechanische belastingen die niet tot het normale fietsgebruik behoren,<br />
mag er niet meer met carbonframes en -onderdelen worden gereden.<br />
• Wend u na een val direct tot een door de fabrikant erkende fietsspecialist en laat de betreffende<br />
onderdelen naar de fabrikant sturen ter beoordeling.<br />
• Bij vragen over de omgang met carbononderdelen wendt u zich tot uw fietsspecialist. Hij geeft u<br />
graag advies.<br />
Carbon is in de omgangstaal een benaming voor een koolstofvezelversterkte kunststof. Dit is de aanduiding<br />
voor een vezel-kunststof-composiet waarbij de koolstofvezels in meerdere lagen in een kunststofmatrix worden<br />
ingebed.<br />
Deze matrix bestaat uit duromeren (epoxyhars). Tot de primaire taken van het matrixmateriaal behoren het<br />
overbrengen en verdelen van de optredende krachten en de fixatie van de vezels.<br />
De trekvastheid is net zoals bij alle vezelcomposieten in de richting van de vezels aanzienlijk hoger dan<br />
dwars op de richting van de vezels. Daarom worden de carbonvezels in allerlei richtingen gerangschikt om<br />
alle optredende krachten te kunnen opvangen.<br />
4.6.2.1 Informatie m.b.t. de frameconstructie<br />
Door nauwkeurige analyses en realistische simulaties van de krachten die bij het frame kunnen optreden,<br />
konden de vezeloriëntaties in de verschillende gedeelten, zoals bijv. in het traplager of in de stuurbuis, nog<br />
efficiënter worden vormgegeven.<br />
Deze high-end-producten worden met de hand vervaardigd. Daardoor kunnen zich verschillen in de finish<br />
voordoen, die echter geen reden tot reclamatie vormen.<br />
4.6.2.2 Zo gaat u op de juiste manier met uw carbononderdelen om<br />
1. Monteer in geen geval beugels, schroefverbindingen, klemmingen of andere elementen die mechanische<br />
krachten op de carbonbuis uitoefenen. Uitgezonderd daarvan zijn de expliciet hiervoor bestemde<br />
zones op componenten zoals bijv. sturen en zadelpennen. Hier moet echter op het exact aanhouden<br />
van de aandraaimomenten worden gelet!<br />
2. Spannen in montagestandaards of andere klemmingen:<br />
• Span uw fiets nooit aan een carbonbuis of een carbonzadelpen in de klemklauwen van een montagestandaard.<br />
• Gebruik voor het inspannen in een montagestandaard tijdelijk een zadelpen met dezelfde diameter<br />
van aluminium. De aanwijzingen voor het demonteren en monteren vindt u in par. 13.2, Zadelpen met<br />
zadel monteren en demonteren.<br />
3. Wees voorzichtig bij het gebruik van beugelsloten! Deze kunnen in sommige gevallen uw frame beschadigen.
4.7 Banden<br />
GHOST-bikeS<br />
• Let er bij het gebruik van beugelsloten op dat ze de desbetreffende carbonbuis hoogstens raken,<br />
maar niet door kracht belasten.<br />
4. Zadelklem/zadelpen:<br />
• Het voorgeschreven aandraaimoment voor de zadelklembout bedraagt 5 – 6 Nm.<br />
• De zitbuis mag niet worden uitgeboord of op een andere manier mechanisch worden bewerkt.<br />
• Zadelpen en zitbuis mogen niet worden ingevet. Alleen de bijgeleverde carbonmontagepasta mag<br />
worden gebruikt.<br />
• Zadelpennen mogen alleen met behulp van de bijgeleverde carbonmontagepasta in een carbonframe<br />
worden gemonteerd.<br />
• De zadelklem mag bij een gedemonteerde zadelpen niet worden gesloten omdat anders onherstelbare<br />
schade aan de zitbuis het gevolg kan zijn.<br />
• Neem de zadelpen ongeveer elke twee maanden uit het frame, reinig hem en breng nieuwe carbonmontagepasta<br />
aan. Zie hiervoor par. 13.2, Zadelpen met zadel monteren en demonteren.<br />
5. Bidonhouder:<br />
• De schroefdraadsets zijn bedoeld ter bevestiging van de in de handel gebruikelijke bidonhouders.<br />
Het maximale aandraaimoment van de bouten ter bevestiging van de bidonhouders op het frame<br />
bedraagt 4 Nm.<br />
6. Rollentraining:<br />
• Het gebruik van rollentrainers met een vaste inspanning is niet toegestaan. Door de vaste inspanning<br />
van de uitval- resp. snelspanas treden er belastingen op, die duidelijk afwijken van de belastingen<br />
die zich voordoen bij het toegestane rijgebruik. Daarbij kan het fietsframe beschadigd raken.<br />
• Het gebruik op een losse rol zonder vaste inspanning van het frame is toegestaan.<br />
7. Transport Zie hfst. 13, Fiets transporteren.<br />
GHOST fietsen kunnen standaard voorzien zijn van verschillende banden. Bandenmerk, type, grootte en<br />
bandenspanningvermeldingen vindt u op de bandflanken weergegeven.<br />
Met betrekking tot de ventielsoorten gebruiken wij hoofdzakelijk binnenbanden met Sclaverand-ventiel (SV)<br />
dat in de omgangstaal ook onder de naam ‘Frans ventiel’ bekend is. Bij de modellen uit de serie POWER-<br />
KID kunnen zowel binnenbanden met Sclaverand-ventiel (SV) als met Autoventiel (AV) gemonteerd zijn. De<br />
uitvoering vindt u in de onderstaande afbeelding.<br />
Bij gebruik van reservebinnenbanden moet erop worden gelet dat alleen binnenbanden worden gebruikt,<br />
die hetzelfde ventiel hebben als de originele binnenband omdat de diameters van de ventielen SV en AV<br />
verschillend zijn.<br />
Autoventiel (AV) Snelventiel (DV)<br />
Sclaverand-ventiel (SV)<br />
(Frans)<br />
37
38<br />
5. Framesets<br />
WAARSCHUWING Gevaar door valpartijen en ongevallen<br />
Fouten bij de montage van uw fiets en het gebruik van ongeschikte aanbouwdelen kunnen tot ernstige<br />
valpartijen leiden!<br />
Sommige GHOST fietsframes kunt u ook apart bestellen en volgens uw persoonlijke wensen laten<br />
opbouwen. De persoon die een fietsframe tot een complete fiets opbouwt, wordt beschouwd als fabrikant;<br />
bij eventuele montagefouten en gebreken is deze persoon aansprakelijk.<br />
• UITSLUITEND DOOR DE FIRMA GHOST ERKENDE SPECIAALZAKEN MOGEN UW FRAME OPBOU-<br />
WEN.<br />
• Deze gebruiksaanwijzing is geen montagehandleiding voor de opbouw van uw framesets tot een<br />
complete fiets.<br />
• Er mogen alleen onderdelen voor opbouw van een frame worden gebruikt, die qua constructiewijze<br />
en afmetingen met de in de betreffende serie gebruikte onderdelen overeenkomen.<br />
• Kies uw componenten alleen samen met uw fietsspecialist uit. Hij weet, welke onderdelen voor uw<br />
frame geschikt zijn.<br />
6. Voor het eerste gebruik<br />
WAARSCHUWING Gevaar door valpartijen en ongevallen<br />
Uw fiets wordt voorgemonteerd aan de leverancier geleverd. Veiligheidsrelevante onderdelen zijn<br />
deels nog niet naar behoren/volledig gemonteerd en/of afgesteld. Uw fietsspecialist moet de montage<br />
van uw fiets eerst nog voltooien, d.w.z. hem bedrijfszeker maken.<br />
• Let erop dat uw fietsspecialist de 'Inspectie-checklist voor de overdracht' in het leveringsdocument<br />
voor uw fiets volledig heeft ingevuld.<br />
• Rij op uw fiets alleen in de voor u geschikte zitpositie.<br />
• Laat de voor u juiste zadelhoogte en -positie afstellen door uw fietsspecialist.<br />
• Laat u door uw fietsspecialist wegwijs maken in de techniek van uw fiets.<br />
• Bescherm uw fiets met sproeiwas. Zie par. 14.2, Zo reinigt en verzorgt u uw fiets.<br />
7. Voor elke rit<br />
WAARSCHUWING Gevaar door valpartijen en ongevallen<br />
Rijden op een fiets die niet gereed is voor gebruik, kan leiden tot gevaarlijke rijsituaties, valpartijen,<br />
ongevallen en schade aan objecten.<br />
• Controleer voor elke rit of uw fiets bedrijfszeker is. Bedenk hierbij ook de mogelijkheid dat uw fiets<br />
in een onbewaakt moment omgevallen kan zijn of dat vreemden eraan gemanipuleerd kunnen hebben.<br />
• Onthoud de juiste toestand van uw fiets zoals deze in nieuwstaat is zodat u afwijkingen hiervan<br />
later gemakkelijker kunt herkennen.
OPMERKING:<br />
Zelfgemaakte foto's kunnen hierbij een waardevol hulpmiddel zijn.<br />
GHOST-bikeS<br />
• Neem direct contact op met uw fietsspecialist als bij de controles gebreken worden vastgesteld.<br />
Kleine gebreken kunt u zelf verhelpen als de maatregelen daarvoor onderstaand beschreven staan.<br />
• Neem direct contact op met uw fietsspecialist als de betreffende maatregelen hier niet beschreven<br />
staan, u deze niet zelf kunt uitvoeren of als de maatregelen geen succes hebben.<br />
• Gebruik uw fiets pas weer als hij weer bedrijfszeker is gemaakt.<br />
1. Controleer visueel of alle bevestigingsbouten goed zijn vastgeschroefd. Zie par. 1.5.3, Vakbegrippen.<br />
2. Controleer uw fiets visueel op inkervingen, weggebroken stukjes, diepe krassen en andere<br />
mechanische beschadigingen.<br />
3. Neem direct contact op met uw fietsspecialist als bij de controles gebreken worden vastgesteld.<br />
OPMERKING:<br />
In de volgende hoofdstukken zijn de controles voor de standaard uitrustingen van alle GHOST fietsen beschreven.<br />
Enkele hoofdstukken gelden alleen als uw fiets de genoemde uitrusting heeft. Deze vindt u in hfst.<br />
Opbouw en werking. Als u niet zeker weet, welke controles voor uw model fiets van toepassing zijn, wend u<br />
dan tot uw fietsspecialist. Hij geeft u graag advies.<br />
Als uw fiets omgebouwd is of met enkele onderdelen achteraf aangepast, kunnen nieuwe of andere controles<br />
noodzakelijk zijn. Lees hiervoor de aanwijzingen in de bijbehorende gebruikersinformatie of wend u tot<br />
de fietsspecialist. Hij geeft u graag advies.<br />
7.1 Wielen controleren<br />
OPMERKING:<br />
Voor- en achterwiel worden ook wel simpelweg ‘wiel’ genoemd.<br />
Een wiel bestaat uit<br />
• Naaf<br />
• Alleen op de achterwielnaaf tandkrans/pignon of tandkranscassette/pignoncasse, vaak kort ook ‘cassette’<br />
genoemd<br />
• Remschijf (alleen bij schijfremsysteem)<br />
• Spaken<br />
• Velg<br />
• Banden (zie onderstaand veld)<br />
Momenteel zijn drie verschillende soorten banden leverbaar:<br />
• Draad- of opvouwbare buitenband:<br />
Dit meest voorkomende type band bestaat uit<br />
– buitenband<br />
– binnenband en<br />
– velglint (alleen bij velgen met spaakboringen)<br />
39
40<br />
In de band bevindt zich een staaldraad of een verstevigde rand die bij het oppompen in de velgkraal wordt<br />
gedrukt.<br />
Toepassingsgebied: Alle categorieën<br />
• Tubelessbanden:<br />
Speciale velgen (zonder of met luchtdicht gesloten spaakboringen) en banden sluiten luchtdicht af en maken<br />
een binnenband overbodig. Bij panne kan een dergelijke band toch worden gemonteerd.<br />
Toepassingsgebied: Mountainbikes, crossbikes, racefiets/weg<br />
• Binnenband:<br />
De binnenband is in de buitenband genaaid. De buitenband inclusief binnenband wordt bij de montage op de<br />
speciaal hiervoor gebouwde velg gelijmd. Hierbij moeten de montagevoorschriften van de banden-, lijm- en<br />
velgenfabrikant worden opgevolgd.<br />
Toepassingsgebied: Mountainbikes, crossbikes, racefiets/weg<br />
Bij vragen betreffende uw type band en uw bandmaat raadpleegt u de fietsspecialist<br />
Bij fietsen met een uitrusting volgens de StVZO kunnen velgreflectoren zijn gemonteerd.<br />
7.1.1 Vastzitten en positie controleren<br />
1. Beweeg beide wielen stevig heen en weer dwars op de rijrichting.<br />
• De wielen mogen niet in de klemming bewegen.<br />
• De snelspanhendel c.q. de steekas moet gesloten zijn Zie par. 8.6, Klemsystemen voor wielen en<br />
zadelpennen bedienen.<br />
2. U mag geen krakende of knarsende geluiden horen.<br />
3. Voer een visuele controle van de wielmontage uit.<br />
• De wielen moeten gecentreerd tussen frame en rem zitten.<br />
• De wielen moeten gecentreerd tussen de bagagedragersteunen zitten, indien een bagagedrager<br />
gemonteerd is.<br />
7.1.2 Velgen controleren<br />
• De banden moeten parallel met spatborden lopen, indien deze gemonteerd zijn.<br />
• Geen werkstuk van het wiel mag frame, spatschermen, bagagedrager of andere delen raken. De<br />
minimale afstand tot alle delen moet bij racefietsen 4mm en bij alle overige fietsen 6mm bedragen.<br />
Uitzondering: Remvoeringen en remrubbers mogen zich zo dicht bij remschijf of velg bevinden dat ze<br />
die net niet raken.<br />
7.1.2.1 Velgslijtage controleren (geldt alleen voor fietsen met velgremmen)<br />
1. Controleer of de slijtage-indicatoren (groef rondom of meerdere kleine boringen in de zijkant van de<br />
velg) zichtbaar zijn.
2. Ga met uw vingernagel dwars over de velgflank. Er mogen geen groeven voelbaar zijn.<br />
7.1.2.2 Velgen op slag controleren<br />
1. Til de fiets omhoog en draai eerst het voorwiel- en vervolgens het achterwiel rond.<br />
GHOST-bikeS<br />
2. Let op de afstand tussen velg en remschoenen, bij schijfremmen tussen velg en framebuis of vorkbeen.<br />
Maximaal toelaatbare afwijking per omwenteling<br />
• 0,5 mm bij velgen met velgrem<br />
• 2,0 mm bij velgen met velgrem<br />
7.1.2.3 Velgen op verontreinigingen controleren (geldt alleen voor fietsen met velgremmen)<br />
1. Controleer uw velgen op vervuilingen, met name op oliën en vetten. Vervuilde velgen moeten direct<br />
worden gereinigd. Zie par. 14.2, Zo reinigt en verzorgt u uw fiets).<br />
7.1.2.4 Banden controleren<br />
1. Controleer de banden op zichtbare beschadigingen, vreemde objecten en slijtage<br />
• Het bandenrubber moet over het gehele oppervlak van het oorspronkelijke profiel voorzien zijn.<br />
• Het bandenweefsel onder de rubberlaag mag niet zichtbaar zijn.<br />
• Er mogen geen bulten of scheuren te zien zijn.<br />
41
42<br />
2. Verwijder eventuele vreemde objecten (dorens, steentjes, glasscherven enz.) voorzichtig met de hand<br />
of met een kleine schroevendraaier. Let erop of daarna lucht ontsnapt.<br />
• Als lucht ontsnapt, moet de binnenband vervangen worden. De binnenband op het wiel mag u zelf<br />
vervangen. Aanwijzingen hiervoor vindt u in par. 15.5.1, Binnenband en buitenband vervangen.<br />
7.1.2.5 Ligging van de banden controleren<br />
1. Til het voorwiel omhoog.<br />
2. Draai het voorwiel met de hand. Het wiel moet rond lopen. Er mag geen hoogte- of zijslag in het wiel<br />
zitten.<br />
3. Controleer het achterwiel op dezelfde wijze.<br />
7.1.2.6 Ventielstand controleren (geldt niet bij tubeless band)<br />
1. Verwijder indien nodig de ventielmoer.<br />
2. Controleer de stand van het ventiel: de ventielen moeten naar het middelpunt van het wiel wijzen.<br />
7.1.2.7 Bandenspanning controleren<br />
Door een lage bandenspanning<br />
• kunnen buiten- en binnenband van de velg loslaten en zo een scheefstand van het ventiel veroorzaken.<br />
Tijdens het rijden kan de ventielvoet afscheuren, waardoor een plotseling drukverlies in de band ontstaat.<br />
• kan de band in de bocht loslaten van de velg<br />
• stijgt het risico op pech.
GHOST-bikeS<br />
OPMERKING:<br />
De voorgeschreven bandenspanning kan afhankelijk van de fabrikant en bandmodel verschillend zijn. Houd<br />
u aan de aanwijzingen van de betreffende fabrikant voor juiste bandenspanning op de bandflank. Bij vragen<br />
wendt u zich tot de fietsspecialist. Hij geeft u graag advies.<br />
Sommige bandenspanningsgegevens worden aangegeven in ‘psi’. Reken de bandenspanning om met behulp<br />
van de volgende tabel.<br />
psi 30 40 50 60 70 80 90 100 110 120 130 140<br />
bar 2,1 2,8 3,5 4,1 4,8 5,5 6,2 6,9 7,6 8,3 9,0 9,7<br />
Controleer de bandenspanning met een bandenspanningsmeter. Geschikte apparaten vindt u in de vakhandel.<br />
Het gebruik kunt u vinden in de desbetreffende gebruiksaanwijzing of laat het personeel van de fietsspecialist<br />
een demonstratie geven.<br />
Bij banden met autoventielen kunt u de bandenspanning ook op tankstations controleren en corrigeren.<br />
• Bij te lage bandenspanning: Verhoog de bandenspanning met behulp van een geschikte pomp.<br />
• Bij te hoge bandenspanning: Laat via het ventiel wat lucht ontsnappen en controleer de bandenspanning<br />
daarna opnieuw.<br />
OPMERKING:<br />
Met een fietspomp met manometer kunt u de bandenspanning al tijdens het oppompen controleren. Laat<br />
eerst wat lucht uit de band ontsnappen en verhoog de bandenspanning vervolgens tot de gewenste waarde.<br />
Er zijn verschillende ventieltypes. (zie par. 4.7, Banden). Alle ventielen kunnen van een stofdopje voorzien<br />
zijn. Nadat u dit verwijderd heeft, kunt u de pompkop direct op het zogenaamde autoventiel, maar ook op<br />
het zogenaamde blitzventiel (Dunlop) plaatsen. Bij het Sclaverand (Frans) ventiel moet u daarvoor het kleine<br />
borgmoertje tot aan de aanslag van het ventiel afschroeven en na het vullen weer helemaal op het ventiel<br />
vastschroeven. Laat het personeel van uw fietsspecialist demonstreren hoe de ventielen moeten worden<br />
bediend.<br />
7.1.3 Overige zaken controleren<br />
1. Controleer of zich losse objecten, bijv. takjes, stofresten enz. in de wielen bevinden.<br />
2. Verwijder dergelijke objecten voorzichtig.<br />
3. Controleer de eventueel bevestigde spaakreflectoren op goede montage.<br />
4. Verwijder ze helemaal als ze los zitten.<br />
5.<br />
6. Controleer of uw wielen door deze losse delen beschadigd werden.<br />
7.2 Zadel en zadelpen controleren<br />
WAARSCHUWING Gevaar door ernstige valpartijen<br />
Als de insteekdiepte van de zadelpen te gering is, kan de zadelpen tijdens het rijden uit het frame<br />
43
44<br />
losraken en tot gevaarlijke situaties, valpartijen en ongevallen leiden. Daarnaast kan een te geringe<br />
insteekdiepte onherstelbare schade aan zadelpen en frame tot gevolg hebben.<br />
• Let op de juiste insteekdiepte van de zadelpen.<br />
1. Voer een visuele controle van de zadelpen uit. Het ‘STOP’- of ‘MAX’-merkteken mag niet te zien zijn.<br />
2. Probeer het zadel met zadelpen door middel van handkracht in het frame te verdraaien.<br />
Het zadel plus de zadelpen mogen daarbij niet verdraaien.<br />
3. Probeer het zadel door tegengestelde op- en neergaande bewegingen d.m.v. handkracht in zijn klemming<br />
te bewegen.<br />
Het zadel mag niet bewegen.<br />
4. Als zadel en/of zadelpen toch kunnen worden bewogen, zet ze dan vast (zie par. 8.6.3, Snelspanas op<br />
de zadelstrop openen en sluiten en par. 8.1, Zadelhoogte afstellen).
7.3 Stuur, stuurpen controleren<br />
GHOST-bikeS<br />
WAARSCHUWING Gevaar door valpartijen en ongevallen<br />
Een niet op de juiste manier gemonteerd/e of beschadigd/e stuur/stuurpen kan tot gevaarlijke situaties,<br />
valpartijen en ongevallen leiden.<br />
• Wanneer u aan deze onderdelen gebreken vaststelt of er twijfels over heeft, mag u uw fiets in geen<br />
geval verder gebruiken.<br />
• Neem direct contact op met een gespecialiseerde werkplaats.<br />
1. Controleer stuurpen en stuur visueel.<br />
• De stuurpen moet parallel ten opzichte van de voorwielvelg verlopen.<br />
• Het stuur moet in een rechte hoek ten opzichte daarvan zijn afgesteld.<br />
2. Klem het voorwiel tussen uw benen.<br />
3. Pak het stuur aan beide uiteinden vast.<br />
4. Probeer het stuur door middel van handkracht in beide richtingen te verdraaien.<br />
45
46<br />
5. Probeer het stuur in de stuurpen door middel van handkracht te verdraaien.<br />
• Geen van de delen mag gedraaid of verschoven kunnen worden.<br />
• Er mogen geen krakende of knarsende geluiden hoorbaar zijn.<br />
Op de volgende modellen is een schachtvoorbouw gemonteerd<br />
• POWERKID 12"<br />
• POWERKID 16"<br />
6. Voer een visuele controle van de voorbouwschacht uit. Het ‘STOP’- of ‘MAX’-merkteken mag niet te<br />
zien zijn.<br />
7.4 Stuuraanbouwdelen controleren<br />
Zo controleert u de bevestiging van schakelhendel, remhendel en handvaten:<br />
1. Klem het voorwiel vast tussen uw benen of houd met één hand het stuur vast.<br />
2. Probeer met uw andere hand de remhendels te verdraaien.
3. Probeer met uw andere hand de schakelhendels te verdraaien.<br />
4. Probeer met uw andere hand de handvaten en de bar ends van het stuur af te trekken.<br />
GHOST-bikeS<br />
5. Als op uw fiets later een bel is aangebracht, moet u deze met een weinig handkracht proberen te verdraaien.<br />
• Geen van de delen mag gedraaid of verschoven kunnen worden.<br />
• Er mogen geen krakende of knarsende geluiden hoorbaar zijn.<br />
7.5 Balhoofd controleren<br />
Het balhoofd is het lager van de vorkschacht in de stuurbuis. Via dit lager worden de stuurbewegingen overgebracht<br />
op de voorvork.<br />
1. Controleer het balhoofd. Het voorwiel moet licht en zonder speling in beide richtingen kunnen draaien:<br />
2. Ga naast uw fiets staan en houd hem met beide handen vast aan de stuurhandvaten.<br />
3. Knijp de voorwielrem in en houd hem ingeknepen.<br />
4. Schuif uw fiets met aangetrokken rem met korte, schoksgewijze bewegingen naar voren en terug.<br />
• Het balhoofd mag geen speling vertonen.<br />
• Er mag geen kraken hoorbaar of voelbaar zijn.<br />
• Er mag geen knarsend geluid hoorbaar zijn.<br />
5. Draai het stuur met voorwiel meerdere malen naar links en rechts.<br />
• Het voorwiel moet licht en zonder speling in beide richtingen kunnen draaien<br />
• Het voorwiel mag in geen enkele stand vastklikken.<br />
• Als bij de controle gebreken worden vastgesteld: Neem contact op met uw fietsspecialist.<br />
47
48<br />
7.6 Geveerde voorvork controleren<br />
1. Knijp de voorwielrem in en houd hem ingeknepen.<br />
2. Druk met uw lichaamsgewicht op het stuur zodat de geveerde voorvork inveert en ontlast het stuur<br />
direct weer.<br />
3. De vork moet gelijkmatig in- en uitveren.<br />
4. Er mogen geen krakende of knarsende geluiden hoorbaar zijn.<br />
5. Klem het voorwiel tussen uw benen vast en probeer de fiets aan het stuur op te tillen. De staande buizen<br />
mogen niet uit de insteekbuizen of uit de vorkbrug loskomen.<br />
6. Zie hiervoor ook de aanwijzingen in de aparte gebruiksaanwijzing voor uw geveerde voorvork.<br />
7.7 Achterwielvering controlen<br />
1. Ga op uw fiets zitten en veer de fiets terwijl u stilstaat in en uit d.m.v. krachtige- op- en neergaande<br />
bewegingen.<br />
2. De achterkant van de fiets moet gemakkelijk in- en uitveren.<br />
3. Er mogen geen krakende of knarsende geluiden hoorbaar zijn.<br />
4. Zie hiervoor ook de aanwijzingen in de aparte gebruiksaanwijzing voor uw veerelement.<br />
7.8 Remmen controleren<br />
GEVAAR Gevaar door ernstige valpartijen<br />
Falende remmen leiden altijd tot gevaarlijke rijsituaties, valpartijen en ongevallen. Een slechte werking<br />
van de remmen is levensgevaarlijk.<br />
• Controleer het remsysteem zeer zorgvuldig.<br />
• Blijf uw fiets in geval van gebreken in geen geval gebruiken en neem direct contact op met uw fietsspecialist<br />
als u gebreken vaststelt.<br />
OPMERKING:<br />
Tijdens meerdaagse tochten kunnen remschijf, remblokjes en remvoeringen sterk slijten.<br />
• Plan meerdaagse tochten zo dat u onderweg eventueel noodzakelijke servicewerkzaamheden kunt laten<br />
uitvoeren door fietsspecialisten.
GHOST-bikeS<br />
• Neem uit voorzorg remblokjes voor uw rem mee. Zo voorkomt u een onderbreking van de tocht mocht de<br />
gespecialiseerde werkplaats uw type remblokjes niet op voorraad hebben.<br />
7.8.1 Algemene werking controleren<br />
Zo controleert u de werking van uw remsysteem<br />
1. Knijp beide remhendels tot aan de aanslag in, terwijl u stilstaat. De kleinste afstand tussen remhendel<br />
en stuurhandvat moet minstens 10 mm bedragen.<br />
2. Probeer uw fiets zo met ingeknepen remmen vooruit te duwen. Beide wielen moeten geblokkeerd<br />
blijven.<br />
7.8.2 Hydraulische schijfrem controleren<br />
WAARSCHUWING Gevaar door valpartijen en ongevallen<br />
Olie en vet op de remschijven kunnen de remwerking verminderen en daardoor tot gevaarlijke rijsituaties,<br />
valpartijen en ongevallen leiden.<br />
• Vervuilde remschijven moeten direct worden gereinigd, zie par. 14.2, Zo reinigt en verzorgt u uw<br />
fiets.<br />
1. Voer een visuele controle van de schroefverbindingen van het complete remsysteem uit. Alle bouten<br />
moeten vastzitten.<br />
2. Trek het remzadel door middel van handkracht afwisselend in alle richtingen. Het remzadel mag niet<br />
bewegen.<br />
49
50<br />
3. Knijp de desbetreffende remhendel in terwijl u stilstaat en houd de remhendel in deze stand vast. Voer<br />
een visuele controle van het remsysteem van de remhendel via de leidingen tot aan de remmen uit. Er<br />
mag op geen enkele plaats hydraulische vloeistof weglekken. Daarnaast mag de weerstand/druk op de<br />
hendel niet afnemen.<br />
4. Controleer de remschijf op beschadigingen. Er mogen zich geen kerven, breukplekken, diepe krassen<br />
en overige mechanische beschadigingen in bevinden.<br />
5. Til telkens het voorwiel en het achterwiel omhoog en draai het met de hand rond. De remschijf moet<br />
vlak lopen.<br />
6. Controleer uw remschijven op vervuiling, met name op oliën en vetten. Reinig verontreinigde remschijven<br />
direct. Zie par. 14.2, Zo reinigt en verzorgt u uw fiets.<br />
7.8.3 Hydraulische velgremmen controleren<br />
1. Voer een visuele controle van de schroefverbindingen van het complete remsysteem uit. Alle bouten<br />
moeten vastzitten.<br />
2. Probeer de remmen door middel van handkracht uit de sokkels te trekken. De remmen mogen niet door<br />
middel van handkracht uit de sokkels losgaan.<br />
3. Bedien de betreffende remhendel bij stilstand en houd de remhendel in deze stand vast. Voer een<br />
visuele controle van het remsysteem vanaf de remhendel via de leidingen tot aan de remmen uit. Er<br />
mag op geen enkele plaats hydraulische vloeistof weglekken. Daarnaast mag de weerstand/druk op de<br />
hendel niet afnemen.<br />
4. Bedien beide remhendels.<br />
• De remschoenen moeten bij ingeknepen rem met bijna hun gehele oppervlak de zijkant van de velg<br />
raken.<br />
• De remsschoenen mogen de band nooit raken – dus ook niet als de rem niet wordt gebruikt.
GHOST-bikeS<br />
5. Voer een visuele controle van de remrubbers uit. De remblokjes mogen niet verder dan de slijtageindicator<br />
afgesleten zijn.<br />
6. Voer een visuele controle van de rempositie uit. De remschoenen moeten aan beide zijden dezelfde<br />
afstand tot de velg hebben.<br />
7.8.4 Velgrem met kabel controleren (MTB-versie)<br />
1. Voer een visuele controle van de remkabels en van hun klemming uit.<br />
• De remkabels mogen niet beschadigd of gecorrodeerd zijn.<br />
• De remkabels van kabelremmen moeten over hun gehele breedte worden geklemd.<br />
51
52<br />
2. Voer een visuele controle van de schroefverbindingen van het complete remsysteem uit. Alle bouten<br />
moeten vastzitten.<br />
3. Probeer de remmen door middel van handkracht uit de sokkels te trekken. De remmen mogen niet door<br />
middel van handkracht uit de sokkels loskomen. Een kleine speling is normaal.<br />
4. Bedien beide remhendels.<br />
• De remschoenen moeten bij ingeknepen rem met bijna hun gehele oppervlak de zijkant van de velg<br />
raken.<br />
• De remsschoenen mogen de band nooit raken – dus ook niet als de rem niet wordt gebruikt.<br />
5. Controleer de slijtage van de remblokjes.<br />
• Maak hiervoor de rem los zie par. 13.1.5, Remmen openen en sluiten)<br />
• De remblokjes mogen niet verder dan de slijtage-indicator afgesleten zijn.
GHOST-bikeS<br />
6. Voer een visuele controle van de rempositie uit. De remschoenen moeten aan beide zijden dezelfde<br />
afstand tot de velg hebben.<br />
7.8.5 Velgrem met kabel controleren (racefietsversie)<br />
1. Voer een visuele controle van de remkabels en van hun klemming uit.<br />
• De remkabels mogen niet beschadigd of gecorrodeerd zijn.<br />
• De remkabels van kabelremmen moeten over hun gehele breedte worden geklemd.<br />
2. Voer een visuele controle van de schroefverbindingen van het complete remsysteem uit. Alle bouten<br />
moeten vastzitten.<br />
3. Probeer de remmen door middel van handkracht uit de sokkels te trekken. De remmen mogen niet<br />
door middel van handkracht uit de sokkels losgaan.<br />
53
54<br />
4. Bedien beide remhendels.<br />
• De remschoenen moeten bij ingeknepen rem met bijna hun gehele oppervlak de zijkant van de velg<br />
raken.<br />
• De remsschoenen mogen de band nooit raken – dus ook niet als de rem niet wordt gebruikt.<br />
5. Voer een visuele controle van de remrubbers uit. De remblokjes mogen niet verder dan de slijtageindicator<br />
afgesleten zijn.<br />
6. Voer een visuele controle van de rempositie uit. De remschoenen moeten aan beide zijden dezelfde<br />
afstand tot de velg hebben.
7.8.6 Terugtraprem controleren<br />
1. Fiets in een langzaam tempo.<br />
2. Trap ‘achteruit’, tegen de aandrijfrichting in.<br />
3. Het achterwiel moet op deze wijze sterk worden afgeremd.<br />
7.9 Aandrijving, ketting controleren<br />
GHOST-bikeS<br />
1. Draai de rechtercrank tegen de wijzers van de klok in en bekijk daarbij van bovenaf de kettingbladen<br />
en de pignons. Bij wielen met terugtraprem laat u een assistent de achterkant van de fiets optillen en<br />
draai de rechter trapper in aandrijfrichting.<br />
• De kettingbladen en pignons mogen geen zijslag hebben.<br />
• Er mogen zich geen vreemde objecten in bevinden. Verwijder deze, voor zover dat gemakkelijk gaat.<br />
2. Druk de linkercrank in de afgebeelde stand naar de liggende achtervork.<br />
• U mag geen lagerspeling voelen.<br />
• Er mogen geen krakende of knarsende geluiden hoorbaar zijn.<br />
3. Controleer de ketting op beschadigingen. De ketting mag op geen enkele plaats door bijv. verbogen<br />
schalmplaten, uitstekende geklonken boutjes enz. beschadigd zijn of vaste, onbeweegbare kettingschakels<br />
hebben.<br />
4. Draai, terwijl u stilstaat, de rechtercrank tegen de aandrijfrichting in en bekijk de kettingloop over de<br />
rolletjes van het schakelmechanisme. De ketting moet soepel over de schakelrolletjes lopen en mag<br />
niet springen. (Controlepunt niet van toepassing bij wielen met terugtrapremmen)<br />
7.10 Verlichting controleren<br />
WAARSCHUWING Gevaar door valpartijen en ongevallen<br />
Het uitvallen van koplamp en achterlicht kan in het donker en/of bij slecht zicht leiden tot gevaarlijke<br />
situaties. U kunt obstakels over het hoofd zien of zelf door andere verkeersdeelnemers over het<br />
hoofd worden gezien.<br />
• Gebruik uw fiets in dergelijke lichtsituaties alleen met ingeschakelde en werkende verlichting.<br />
1. Schakel de verlichting uit. Zie gebruikersinformatie voor uw verlichting c.q. vraag uw fietsspecialist.<br />
2. Til het voorwiel omhoog als u een door een dynamo gevoede verlichting hebt.<br />
55
56<br />
3. Draai het voorwiel krachtig met de hand rond.<br />
• De koplamp en het achterlicht moeten branden.<br />
• Als uw fiets een verlichting met standlichtfunctie heeft, moeten koplamp en achterlicht ook branden<br />
als het voorwiel niet meer draait.<br />
4. Als u een batterij- of accugevoede verlichting als toevoeging of op uw racefiets hebt, controleer dan na<br />
inschakeling of deze brandt.<br />
7.11 Bagagedrager controleren<br />
WAARSCHUWING Gevaar door valpartijen en ongevallen<br />
Loszittende bagagedrageronderdelen kunnen het wiel blokkeren en leiden tot ernstige valpartijen.<br />
Gebruik uw fiets pas weer, wanneer de bagagedrager door een gespecialiseerde werkplaats werd<br />
bevestigd.<br />
1. Beweeg de bagagedrager met handkracht dwars op de rijrichting heen en weer.<br />
• De bagagedragerbevestigingen mogen niet los gaan zitten.<br />
• De bagagedrager of delen daarvan mogen de band niet raken.<br />
7.12 Spatschermen (spatborden) controleren<br />
WAARSCHUWING Gevaar door valpartijen en ongevallen<br />
Loszittende spatschermonderdelen kunnen de wielen blokkeren en leiden tot ernstige valpartijen.<br />
1. Voer een visuele controle van de spatborden uit. Het spatbord en de bevestigingsstangen mogen niet<br />
verbogen of beschadigd zijn.<br />
2. Beweeg het voorwiel, terwijl u stilstaat, krachtig heen en weer door middel van stuurbewegingen.<br />
3. Kantel de complete fiets enkele keren dwars op de rijrichting heen en weer.<br />
• Geen enkel deel van de spatschermen of van hun bevestigingselementen mag loskomen.<br />
• Geen enkel deel van de spatborden mag de wielen raken.
7.13 Zijstandaard controleren<br />
GHOST-bikeS<br />
WAARSCHUWING Gevaar door valpartijen en ongevallen<br />
Een tijdens het rijden uitgeklapte zijstandaard kan leiden tot ernstige valpartijen. Dat geldt ook voor een<br />
zijstandaard die tijdens het rijden vanzelf uitklapt.<br />
Een verbogen, een te korte of te lange zijstandaard waarborgt geen stabiele stand van uw fiets. Hij kan<br />
omvallen, uzelf of andere personen daarbij verwonden evenals andere in de buurt voorhanden objecten<br />
zoals bijv. andere fietsen, auto's enz. beschadigen.<br />
• Klap de zijstandaard voor elke rit in.<br />
• Laat een verbogen zijstandaard in een gespecialiseerde werkplaats repareren of vervangen.<br />
• Bij in lengte verstelbare zijstandaards: Laat de juiste lengte in een gespecialiseerde werkplaats afstellen<br />
als uw fiets niet stabiel staat.<br />
1. Voer een visuele controle van de standaard en van zijn schroefverbindingen uit.<br />
• Alle bouten moeten vastzitten.<br />
• De standaard mag niet verbogen zijn.<br />
2. Klap de standaard voor elke rit naar boven. De standaard mag niet vanzelf naar beneden klappen.<br />
3. Druk de arm van de zijstandaard licht naar onderen aan. De arm van de zijstandaard mag daarbij niet naar<br />
onderen klappen.<br />
4. Bij in lengte verstelbare standaards: Controleer door middel van handkracht of alle onderdelen vastzitten.<br />
Er mag niets verschuiven.<br />
57
58<br />
7.14 Kinderfiets-specifieke onderdelen controleren<br />
Op de volgende modellen zijn veiligheidsafdekkingen op stuur, stuurpen en liggende achtervork gemonteerd<br />
• POWERKID 12"<br />
• POWERKID 16"<br />
1. Controleer de aanwezigheid van deze afdekkingen.<br />
2. Controleer of deze afdekkingen vastzitten en zich alleen met grote handkracht verschuiven of verwijderen<br />
laten.<br />
Op de volgende modellen kunnen steunwielen gemonteerd zijn<br />
• POWERKID 12"<br />
• POWERKID 16"<br />
1. Controleer hun bevestiging.<br />
2. Probeer door middel van middelgrote handkracht, de steunwielen te verschuiven. Ze mogen niet verschuiven.<br />
7.15 Overige zaken controleren<br />
1. Voer een algemene visuele controle van uw fiets uit. Er mogen geen onderdelen met scherpe kanten of<br />
spitse onderdelen uitsteken.
8. Fiets afstellen en bedienen<br />
GHOST-bikeS<br />
WAARSCHUWING Gevaar door valpartijen en ongevallen<br />
Ondeskundig uitgevoerde werkzaamheden aan uw fiets kunnen leiden tot gevaarlijke rijsituaties,<br />
valpartijen, ongevallen en schade aan objecten.<br />
• Voer alleen de beschreven afstelwerkzaamheden uit.<br />
• Voer deze werkzaamheden alleen uit als u beschikt over de desbetreffende technische basiskennis,<br />
ervaring en het geschikte gereedschap daarvoor.<br />
• Voer in geen geval andere afstelwerkzaamheden uit.<br />
OPMERKING:<br />
In de volgende hoofdstukken zijn de controles voor de standaard uitrustingen van alle GHOST fietsen<br />
beschreven. Enkele hoofdstukken gelden alleen als uw fiets de genoemde uitrusting heeft. Deze vindt u in<br />
hoofdstuk 4, Opbouw en werking. Bij vragen wendt u zich tot de fietsspecialist. Hij geeft u graag advies.<br />
8.1 Zadelhoogte afstellen<br />
WAARSCHUWING Gevaar door valpartijen en ongevallen<br />
Bij kinderen, vooral bij degenen die nog niet goed kunnen fietsen, kan een zadel dat te hoog is afgesteld<br />
leiden tot gevaarlijke rijsituaties, valpartijen, ongevallen en schade aan objecten.<br />
• Stel de zadelhoogte zo af dat het kind als het zit, met beide voeten de grond kan raken.<br />
OPMERKING:<br />
De bediening van uw zadelstrop vindt u in par. 8.6.3, Snelspanas op de zadelstrop openen en sluiten en<br />
8.6.5, Bouten-moerklemming op zadelpennen openen en sluiten.<br />
1. Draai de klemming van de zadelpen los.<br />
2. Schuif het zadel met de zadelpen naar de gewenste hoogte.<br />
3. Klem de zadelpen weer vast.<br />
8.2 Verende voorvork afstellen<br />
8.2.1 Geveerde voorvorken met luchtvering<br />
8.2.1.1 Bandenspanning instellen<br />
OPMERKING:<br />
Uw verende voorvork is uitgerust met een luchtvering. Via de bandenspanning kunt u het veergedrag afstellen.<br />
Voor de afstelling hebt u een speciaal daarvoor geschikte vorkpomp nodig. Door het gebruik van andere<br />
pompen kan de verende voorvork worden beschadigd.<br />
• Een voor uw fiets geschikte vorkpomp is verkrijgbaar bij uw fietsspecialist. Als u geen soortgelijke pomp<br />
hebt, laat uw vering bij de dealer afstellen.<br />
1. De voor uw totaal gewicht juiste bandenspanning vindt u in hetzij de opdruk op van uw geveerde voorvork,<br />
de bijgeleverde gebruikersinformatie of u wendt u zich tot uw fietsspecialist.<br />
59
60<br />
2. Schroef de pompkop van de vorkpomp op de aansluiting van uw verende voorvork. Positie van de aansluiting<br />
zie gebruikersinformatie van de fabrikant van de verende voorvork.<br />
3. Pomp tot u de vereiste bandenspanning hebt bereikt.<br />
4. Schroef de pompkop eraf.<br />
OPMERKING:<br />
Schroef de pompkop snel eraf om het kortstondige ontwijken van de lucht (hoorbaar sissen) zo gering<br />
mogelijk te houden.<br />
8.2.1.2 Vering uit- en inschakelen<br />
OPMERKING:<br />
Verschillende fietsen beschikken over de mogelijkheid, de vering van de vork door middel van een hendel op<br />
het stuur bijna volledig te blokkeren. De vork kan dan alleen nog enigszins in- en uitveren.<br />
WAARSCHUWING Gevaar door valpartijen en ongevallen<br />
Bij hoge snelheden, vooral bij afdalingen op onverharde ondergrond, is het rijgedrag met uitgeschakelde<br />
vering zeer slecht. Het voorwiel kan het contact met de rijbaan verliezen.<br />
Schakel de vering voor snelle ritten en afdalingen weer in.<br />
1. Vering uitschakelen: Druk op hendel A tot hij arrêteert.<br />
2. Vering inschakelen: Druk op hendel B tot hendel A in de uitgangsstand terugspringt.<br />
OPMERKING:<br />
Afhankelijk van fabrikant van de geveerde voorvork kan de bediening van de hendel voor uitschakeling van<br />
de hendel van de bovenstaande beschrijving afwijken.<br />
Als uw geveerde voorvork een andere stuurhendel of een hendel direct op de vork zelf voor het blokkeren<br />
van de vering heeft, vindt u in de bijgeleverde gebruikersinformatie de bediening ervan of vraag uw fietsspecialist.<br />
Hij adviseert u graag.<br />
8.2.2 Geveerde voorvorken zonder luchtvering<br />
1. Zie voor de bediening van uw geveerde voorvork de bijgeleverde gebruikersinformatie. Bij vragen<br />
wendt u zich tot de fietsspecialist. Hij geeft u graag advies.
8.3 Achterwielvering afstellen<br />
GHOST-bikeS<br />
1. Zie voor de bediening van uw veer-/demperelement voor uw achterwielvering de bijgeleverde gebruikersinformatie.<br />
Bij vragen wendt u zich tot de fietsspecialist. Hij geeft u graag advies.<br />
2. Stel uw veer-/demperelement zo af dat zowel het voor- als het achterwiel van de fiets bij belasting door<br />
het gewicht van de fietser even ver naar beneden zakt.<br />
8.4 Versnellingen bedienen<br />
8.4.1 Kettingschakeling<br />
OPMERKING:<br />
Rijden met ongunstige kettingliggingen heeft extra slijtage en een verhoogde geluidsproductie tot gevolg.<br />
• Voorkom kettingloop volgens de onderstaande afbeelding.<br />
Vermijd de volgende kettingstanden<br />
• grootste kettingblad + grootste drie pignons<br />
• middelgroot kettingblad + grootste pignon<br />
• middelgroot kettingblad + kleinste pignon<br />
• kleinste kettingblad + de kleinste drie pignons<br />
OPMERKING:<br />
Door een verkeerde bediening van de schakelhendel kunnen de aandrijvingscomponenten worden beschadigd.<br />
• Bedien nooit beide schakelhendels of beide schakelaars tegelijkertijd!<br />
• Bedien de schakelaars niet, terwijl u met grote kracht op de pedaal gaat staan. Verklein uw trapkracht<br />
gedurende het schakelproces.<br />
8.4.1.1 Naar een groter(e) kettingblad/pignon schakelen<br />
De schakelaar van uw fiets vindt u in de tabel in par. 4.4.3, Schakelaars.<br />
61
62<br />
8.4.1.1.1 Shimano schakelhendel voor MTB<br />
1. Trap in aandrijfrichting.<br />
2. Druk de schakelhendel A over de eerste stand tot u een duidelijk klikken waarneemt en laat hem vervolgens<br />
weer los.<br />
3. Voor het overslaan van meerdere versnellingen drukt u de hendel verder door. Het aantal klikken komt<br />
overeen met het aantal verder geschakelde versnellingen.<br />
8.4.1.1.2 Sram schakelhendel voor MTB<br />
1. Trap in aandrijfrichting.<br />
2. Druk de schakelhendel A over de eerste stand tot u een duidelijk klikken waarneemt en laat hem vervolgens<br />
weer los.<br />
3. Voor het overslaan van meerdere versnellingen drukt u de hendel verder door. Het aantal klikken komt<br />
overeen met het aantal verder geschakelde versnellingen.<br />
8.4.1.1.3 Shimano rem-/schakelhendelcombinatie voor MTB<br />
1. Trap in aandrijfrichting.<br />
2. Druk de schakelhendel A over de eerste stand tot u een duidelijk klikken waarneemt en laat hem vervolgens<br />
weer los.<br />
3. Voor het overslaan van meerdere versnellingen drukt u de hendel verder door. Het aantal klikken komt<br />
overeen met het aantal verder geschakelde versnellingen.
8.4.1.1.4 Shimano rem-/schakelhendelcombinatie voor racefiets<br />
1. Trap in aandrijfrichting.<br />
GHOST-bikeS<br />
2. Druk de schakelhendel A over de eerste stand tot u een duidelijk klikken waarneemt en laat hem vervolgens<br />
weer los.<br />
3. Voor het overslaan van meerdere versnellingen drukt u de hendel verder door. Het aantal klikken komt<br />
overeen met het aantal verder geschakelde versnellingen.<br />
8.4.1.1.5 Shimano rem-/schakelhendelcombinatie voor elektrische schakeling Di2 voor racefiets<br />
1. Trap in aandrijfrichting.<br />
2. Bedien de knop A eenmalig. De volgende versnelling wordt ingeschakeld.<br />
3. Voor het overslaan van meerdere versnellingen bedient u de schakelaar A dienovereenkomstig vaak.<br />
63
64<br />
8.4.1.1.6 Sram rem-/schakelhendelcombinatie voor racefiets<br />
1. Trap in aandrijfrichting.<br />
2. Druk de schakelhendel A over de eerste stand tot u een duidelijk klikken waarneemt en laat hem vervolgens<br />
weer los.<br />
3. Voor het overslaan van meerdere versnellingen drukt u de hendel verder door. Het aantal klikken komt<br />
overeen met het aantal verder geschakelde versnellingen.<br />
8.4.1.1.7 Shimano draaigreepschakelaar voor MTB<br />
1. Trap in aandrijfrichting.<br />
2. Draai de schakelgreep vanuit de rechterzijde gezien tegen de klok in tot u een duidelijk klikken waarneemt.<br />
3. Voor het overslaan van meerdere versnellingen draait u de schakelgreep dienovereenkomstig verder.<br />
8.4.1.2 Naar een kleiner(e) kettingblad/pignon schakelen<br />
8.4.1.2.1 Shimano schakelhendel voor MTB<br />
1. Trap in aandrijfrichting.<br />
2. Druk hendel B in tot u een klik waarneemt en laat hem vervolgens direct weer los.
8.4.1.2.2 Sram schakelhendel voor MTB<br />
• Trap in aandrijfrichting.<br />
• Druk hendel B in tot u een klik waarneemt en laat hem vervolgens direct weer los.<br />
8.4.1.2.3 Shimano rem-/schakelhendel-combinatie voor MTB<br />
1. Trap in aandrijfrichting.<br />
2. Druk hendel B in tot u een klik waarneemt en laat hem vervolgens direct weer los.<br />
8.4.1.2.4 Shimano rem-/schakelhendel-combinatie voor racefiets<br />
1. Trap in aandrijfrichting.<br />
2. Druk hendel B in tot u een klik waarneemt en laat hem vervolgens direct weer los.<br />
GHOST-bikeS<br />
65
66<br />
8.4.1.2.5 Shimano rem-/schakelhendel-combinatie voor elektrische schakeling Di2 voor racefiets<br />
1. Trap in aandrijfrichting.<br />
2. Druk op de knop B laten hem vervolgens weer direct los.<br />
8.4.1.2.6 Shimano rem-/schakelhendel-combinatie voor racefiets<br />
1. Trap in aandrijfrichting.<br />
2. Druk hendel B in tot u een klik waarneemt en laat hem vervolgens direct weer los.<br />
8.4.1.2.7 Shimano draaigreepschakelaar voor MTB<br />
1. Trap in aandrijfrichting.<br />
2. Draai de schakelgreep vanuit de rechterzijde gezien tegen de klok in tot u een duidelijk klikken waarneemt.
GHOST-bikeS<br />
3. Voor het overslaan van meerdere versnellingen draait u de schakelgreep dienovereenkomstig verder.<br />
8.4.2 Naafschakeling<br />
Onze fietsen met naafschakeling zijn er met 8 en 11 versnellingen. De bediening is bij beide versies gelijk.<br />
8.4.2.1 Naar een lagere versnelling schakelen<br />
OPMERKING:<br />
Hier betekent een lagere versnelling een geringere overbrengingsverhouding. Hiermee kunt u hellingen<br />
gemakkelijker nemen.<br />
8.4.2.1.1 Shimano Alfine<br />
1. Gedurende de rit: Verklein uw trapkracht.<br />
2. Druk de schakelhendel A over de eerste stand tot u een duidelijk klikken waarneemt en laat hem vervolgens<br />
weer los.<br />
3. Voor het overslaan van meerdere versnellingen drukt u de hendel verder door. Het aantal klikken komt<br />
overeen met het aantal verder geschakelde versnellingen.<br />
4. U kunt de schakeling ook bij stilstand bedienen.<br />
67
68<br />
8.4.2.2 Naar een hogere versnelling schakelen<br />
OPMERKING:<br />
Hier betekent een lagere versnelling een geringere overbrengingsverhouding. Hiermee kunt u sneller vooruit<br />
komen, u hebt echter meer trapkracht nodig.<br />
8.4.2.2.1 Shimano Alfine<br />
1. Gedurende de rit: Verminder uw trapkracht.<br />
2. Druk hendel B in tot u een klik waarneemt en laat hem vervolgens direct weer los.<br />
3. U kunt de schakeling ook bij stilstand bedienen.<br />
8.5 Remmen bedienen<br />
WAARSCHUWING Gevaar door valpartijen en ongevallen<br />
Een te harde bediening van de rem kan leiden tot blokkeren van de wielen waardoor u kunt wegglijden<br />
of over de kop kunt slaan.<br />
• Maak uzelf vertrouwd met de bediening van uw remmen. Begin daarvoor met langzame ritten en een matige<br />
bediening van de remhendels.<br />
• Voer deze remoefeningen uit op een vlak parcours zonder wegverkeer.<br />
• Rem gedoseerd en bedien beide remhendels tegelijkertijd.<br />
• De remmen van uw fiets zijn zeer krachtig. Bij een te harde bediening van de remhendels kunnen de wielen<br />
blokkeren.<br />
• Door een blokkerend voorwiel kan de fiets over de kop slaan.<br />
• Een blokkerend achterwiel kan uw fiets onbestuurbaar maken.<br />
• Schijfremmen ontwikkelen hun remvermogen pas na verloop van een bepaalde 'inremfase'.<br />
• Rij uiterst defensief zolang uw remsysteem nog niet is ingeremd.<br />
• Rij uw schijfrem in. Als vuistregel geldt: Als vuistregel geldt ca. 30 korte remmanoeuvres vanuit middelgrote<br />
snelheid (ca. 25 km/h) tot stilstand. Zodra de afremming bij dezelfde bedieningskracht niet meer toeneemt,<br />
is het inremproces afgesloten.<br />
• Vermijd langere afdalingen zolang uw remsysteem nog niet is ingeremd.<br />
OPMERKING:<br />
Houd met de bovenstaande aanwijzingen voor het inremmen van schijfremmen ook rekening na vervanging
van remschijven en/of remvoeringen door uw fietsspecialist.<br />
OPMERKING:<br />
Ongeveer 65 % van het hele remvermogen wordt behaald via de voorwielrem.<br />
Een maximaal remvermogen bereikt u als u beide remhendels tegelijkertijd bedient.<br />
1. Om de rem te bedienen, knijpt u de hendel in de richting van het stuur in.<br />
8.6 Klemsystemen voor wielen en zadelpen bedienen<br />
GHOST-bikeS<br />
WAARSCHUWING Gevaar door valpartijen en ongevallen<br />
In geval van een verkeerde montage van de wielen en de zadelpen kunnen deze onderdelen losraken<br />
en zo tot gevaarlijke rijsituaties, vallen en ongevallen leiden.<br />
• Neem de onderstaande beschrijving in acht.<br />
• Oefen de bediening van de snelspanas en/of de insteekas meerdere keren en regelmatig.<br />
• Het openen en sluiten van bouten-moerklemmingen op wielen mag alleen door een gespecialiseerde<br />
werkplaats worden uitgevoerd.<br />
• Als u na het monteren niet zeker bent over de juiste montage van uw voorwiel en/of de zadelpen,<br />
dient u uw fiets niet te gebruiken, maar contact op te nemen met een fietsspecialist.<br />
8.6.1 Snelspanas op het voorwiel openen en sluiten<br />
1 As<br />
2 Schroefmoer<br />
3 Hendel<br />
4 Veer<br />
8.6.1.1 Snelspanas openen<br />
1. Druk de hendel van de naaf weg.<br />
2. Draai de schroefmoer tegen de klok in tot het wiel zonder grote krachtsinspanning uit het frame resp.<br />
uit de vork van het voorwiel kan worden genomen.<br />
69
70<br />
8.6.1.2 Snelspanas sluiten<br />
OPMERKING:<br />
Let op dat u de veren niet verliest.<br />
1. Als de snelspanas helemaal van de naaf verwijderd was, dan schuift u de snelspanas met opgestoken<br />
naaf vanaf de linkerkant (in rijrichting) door de naaf.<br />
2. Plaats de veer en de schroefmoer op de snelspanas.<br />
3. Draai de schroefmoer met de klok mee op het rechter uiteinde van de snelspanas dat uit de naaf steekt.<br />
4. Kantel de excentrisch gelagerde hendel zodat hij ongeveer de verlenging van de naafas vormt. Houd<br />
de hendel in deze stand vast.<br />
5. Draai de schroefmoer vast tot de excentrisch gelagerde hendel bij een omwenteling om zijn as vanaf<br />
90° alleen nog maar tegen een weerstand kan worden bewogen (hij vormt zo bij benadering een rechtlijnige<br />
verlenging van de naafas).<br />
6. Druk de hendel nu nog eens 90° tot aan zijn eindaanslag.
7. Controleer de afstellingen van de snelspanhendel:<br />
• Als de snelspanhendel niet vast genoeg sluit<br />
GHOST-bikeS<br />
WAARSCHUWING Gevaar door valpartijen en ongevallen<br />
Als de hendel door te grote voorspanning niet naar de eindstand (90˚ naar naafas) kan bewegen,<br />
kan de hendel tijdens het rijden vanzelf loskomen en daardoor ook het voorwiel loskomen.<br />
Dit kan leiden tot gevaarlijke rijsituaties, valpartijen en ongevallen.<br />
– Open de snelspanhendel.<br />
– Draai de schroefmoer met de klok mee iets vast.<br />
– Sluit de snelspanhendel.<br />
• Als de snelspanhendel te vast sluit<br />
WAARSCHUWING Gevaar door valpartijen en ongevallen Als de hendel door te grote<br />
voorspanning niet naar de eindstand (90˚ naar naafas) kan bewegen, kan de hendel tijdens het<br />
rijden vanzelf loskomen en daardoor ook het voorwiel loskomen. Dit kan leiden tot gevaarlijke<br />
rijsituaties, valpartijen en ongevallen.<br />
71
72<br />
– Open de snelspanhendel.<br />
– Draai de schroefmoer iets los (tegen de klok in).<br />
– Sluit de snelspanhendel.<br />
8. Controleer het vastzitten van de wielen zoals in par 7.1.1, Vastzitten en positie controleren beschreven.<br />
8.6.2 Steekas op het voorwiel openen en sluiten<br />
1. As<br />
2. Schroefdraad<br />
3. Hendel<br />
8.6.2.1 Steekas openen<br />
1. Druk de hendel van de naaf weg. De hendel met as is nu te draaien.<br />
2. Draai hendel met as zo ver tegen de klok in tot de as compleet van de tegenoverliggende schroefdraad<br />
in het uitvaleinde loskomt.<br />
3. Trek de as uit de naaf. Het wiel is nu vrij.
8.6.2.2 Steekas sluiten<br />
1. Schuif de steekas van de linkerzijde door het uitvaleinde en de naaf.<br />
GHOST-bikeS<br />
2. Draai de as met geopende hendel met de klok mee in het tegenoverliggende schroefdraad van het<br />
uitvaleinde.<br />
3. Als de as niet meer verder kan worden gedraaid, draait u hem ongeveer een omwenteling terug, en<br />
sluit u de hendel tot in de eindstand.<br />
4. Controleer de afstelling van de hendel<br />
• Als de hendel niet vast genoeg sluit<br />
WAARSCHUWING Gevaar door valpartijen en ongevallen<br />
Als de hendel te los kan worden gesloten, kan het voorwiel loskomen en verschuiven.<br />
Dit kan leiden tot gevaarlijke rijsituaties, valpartijen en ongevallen.<br />
– Open de hendel.<br />
– Draai de complete as met hendel een stuk verder met de klok mee.<br />
– Sluit de hendel opnieuw.<br />
• Als de hendel niet vast genoeg sluit<br />
WAARSCHUWING Gevaar door ernstige valpartijen en ongevallen<br />
Als de hendel door te grote voorspanning niet naar de eindstand (90˚ naar<br />
naafas) kan bewegen, kan de hendel tijdens het rijden vanzelf loskomen en daardoor ook het<br />
voorwiel loskomen. Dit kan leiden tot gevaarlijke rijsituaties, valpartijen en ongevallen.<br />
– Open de hendel.<br />
– Draai de complete as met hendel een klein stukje tegen de klok in.<br />
– Sluit de snelspanhendel opnieuw.<br />
5. Controleer het vastzitten van de wielen zoals in par 7.1.1, Vastzitten en positie controleren beschreven.<br />
73
74<br />
8.6.3 Snelspanas op de zadelstrop openen en sluiten<br />
1. As<br />
2. Kartelmoer<br />
3. Hendel<br />
8.6.3.1 Snelspanas op de zadelstrop openen<br />
1. Open de hendel.
GHOST-bikeS<br />
2. Als de zadelpen in deze stand niet kan worden verschoven, draait u de kartelmoer enigszins tegen de<br />
klok in (vanaf de linkerzijde gezien).<br />
8.6.3.2 Snelspanas op de zadelstrop sluiten<br />
OPMERKING:<br />
Sluit de zadelstrop alleen als zich de zadelpen in de zitbuis bevindt. Het sluiten zonder ingebouwde zadelpen<br />
kan het frame onherstelbaar beschadigen.<br />
1. Controleer de zitting van de klembeugel. De klem moet uitgelijnd op de zitbuis zitten.<br />
2. Sluit de snelspanhendel.<br />
3. Voer een controle de zadelstrop volgens par. 7.2, Zadel en zadelpen controleren uit.<br />
75
76<br />
Als de hendel niet vast genoeg sluit<br />
WAARSCHUWING Gevaar door valpartijen en ongevallen<br />
Als de hendel te los kan worden gesloten, kan de zadelpen tijdens het rijden plotseling ver naar onderen<br />
schuiven. Dit kan leiden tot gevaarlijke rijsituaties, valpartijen en ongevallen.<br />
– Open de hendel.<br />
– Draai de kartelmoer een stuk verder met de klok mee (vanaf de linkerzijde gezien).<br />
– Sluit de hendel opnieuw.<br />
Als de hendel niet vast genoeg sluit<br />
WAARSCHUWING Gevaar door valpartijen en ongevallen<br />
Als de hendel door te grote voorspanning niet in de eindstand (zie afb.) kan worden gedrukt, kan de<br />
hendel tijdens het rijden vanzelf loskomen en de zadelpen plotseling ver naar onderen schuiven. Dit<br />
kan leiden tot gevaarlijke rijsituaties, valpartijen en ongevallen.<br />
– Open de hendel.<br />
– Draai de kartelmoer een stuk terug tegen de klok in (vanaf de linkerzijde gezien).<br />
– Sluit de snelspanhendel. opnieuw.<br />
8.6.4 Bouten-moerklemming op wielen<br />
WAARSCHUWING Gevaar door valpartijen en ongevallen<br />
Een verkeerde montage van de wielen m.b.v. de snelspanas kan leiden tot gevaarlijke rijsituaties,<br />
valpartijen, ongevallen en schade aan objecten.<br />
• Laat wielen met bouten-moerklemming alleen in een gespecialiseerde werkplaats openen en sluiten.<br />
8.6.5 Bouten-moerklemming op zadelpennen openen en sluiten<br />
U hebt een inbussleutel en een momentsleutel met inbusbit nodig in de maat 4 c.q. 5 mm.<br />
8.6.5.1 Bouten-moerklemming op zadelpen openen<br />
1. Draai de klembouten enkele slagen los tot de zadelpen soepel kan worden verschoven.
8.6.5.2 Bouten-moerklemming op zadelpen sluiten<br />
OPMERKING:<br />
Sluit de zadelstrop alleen als zich de zadelpen in de zitbuis bevindt.<br />
Het sluiten zonder ingebouwde zadelpen kan het frame onherstelbaar beschadigen.<br />
1. Controleer de zitting van de klembeugel. De klem moet uitgelijnd op de zitbuis zitten<br />
GHOST-bikeS<br />
2. Draai de klembout/en met een momentsleutel weer vast. Voorgeschreven aandraaimoment: 5-8 Nm bij<br />
aluminium frame c.q. 5-6 Nm bij carbonframes<br />
9. Fiets beladen<br />
WAARSCHUWING Gevaar door valpartijen en ongevallen<br />
Door een te groot aandraaimoment kunt u de zadelpen beschadigen. Hij kan dan tijdens het<br />
rijden breken en ernstige ongevallen tot gevolg hebben.<br />
• Gebruik voor het aandraaien de klembout/en beslist een momentsleutel en houd het voorgeschreven<br />
aandraaimoment aan.<br />
• Bij zadelpenstroppen met kartelmoer en snelspanhendel laat u zich door uw fietsspecialist<br />
tonen, hoe vast u hem mag aandraaien.<br />
WAARSCHUWING Gevaar door valpartijen en ongevallen<br />
Door extra lading wordt het rijgedrag van uw fiets slechter en er wordt de remweg langer. Als u uw<br />
fiets te zwaar belaadt, kunnen onderdelen van uw fiets zelfs breken of falen. Dit alles kan leiden tot<br />
gevaarlijke rijsituaties, valpartijen en ongevallen.<br />
77
78<br />
• Belaad uw fiets zodat u altijd voldoende bewegingsvrijheid hebt en uw fiets in beladen toestand altijd<br />
veilig kunt bedienen.<br />
• Pas uw rijstijl aan het slechtere rijgedrag aan.<br />
• Gebruik uw fiets niet als transportmiddel, maar als puur sportapparaat en voortbewegingsmiddel<br />
• Gebruik uw fiets nooit met een fietskar.<br />
• Transporteer geen grote bagage en geen volwassen personen op de bagagedrager (optioneel verkrijgbaar).<br />
• Transporteer kinderen alleen in een kinderzitje. Monteer het kinderzitje alleen op een hiervoor geschikte<br />
bagagedrager.<br />
• Neem voor de keuze en de montage van een kinderzitje contact op met uw fietsspecialist. Hij geeft u<br />
graag advies. Zie hiervoor de onderstaande aanwijzing.<br />
• Transporteer uw bagage alleen met een draagsysteem.<br />
• Gebruik alleen draagsystemen die voor uw fiets toegestaan zijn, zie par. 2.3.2, Waarop moet u letten<br />
bij latere montage van accessoires en bij aanpassingen?<br />
Neem voor de latere uitrusting van een draagsysteem contact op met uw fietsspecialist. Hij geeft u<br />
graag advies.<br />
• Overschrijd nooit het maximaal toegestane laadgewicht voor uw laadsysteem. Het maximaal toegestane<br />
laadgewicht voor uw beladingssysteem vindt u in de documentatie van uw laadsysteem.<br />
• Het maximaal toelaatbare beladingsgewicht voor standaard gemonteerde bagagedragers op GHOST<br />
fietsen is op de bagagedrager zelf weergegeven.<br />
• Overschrijd het maximaal toelaatbare totaal gewicht voor uw fiets niet (fiets, fietser inclusief kinderen<br />
en bagage).<br />
• Belaad uw fiets zo dat bagage en draagsysteem nooit wielen, aandrijving, ketting of remmen raken.<br />
• Belaad uw fiets zo dat de bagage en het draagsysteem nooit de verlichting en de reflectoren van uw<br />
fiets bedekken.<br />
OPMERKING:<br />
Op de volgende modellen mag u een bagagedrager laten monteren:<br />
• SE<br />
• MISS (uitgezonderd MISS RT en MISS AMR)<br />
• EBS COMP, EBS PRO<br />
• POWERKID 24"<br />
• CROSS<br />
• TREKKING<br />
• SPEEDLINE<br />
De bagagedrager mag alleen op de voorbereide bevestigingselementen op het frame worden gemonteerd.
Zo bepaalt u uw toelaatbaar totaal gewicht:<br />
GHOST-bikeS<br />
1. Als u een kind op uw fiets wilt meenemen: Weeg het kind op een geijkte personenweegschaal.<br />
2. Weeg uzelf, compleet met fietskleding en helm op een geijkte personenweegschaal. Als u een rugzak<br />
wilt meenemen, gaat u samen met de beladen rugzak op de weegschaal staan.<br />
3. Weeg de bagage die u op uw bagagedrager wilt transporteren op een geijkte weegschaal.<br />
4. Tel alle gewichten bij elkaar op. De som mag niet meer dan het maximaal toelaatbare totaal gewicht<br />
volgens tabel in par. 3.1, Toelaatbare temperaturen en toelaatbaar totaal gewicht bedragen.<br />
5. Verminder uw bagage dienovereenkomstig als de vastgestelde som meer dan het maximaal toelaatbare<br />
totaal gewicht volgens tabel in par. 3.1, Toelaatbare temperaturen en toelaatbaar totaal gewicht<br />
bedraagt.<br />
6. Kind beveiligen: Beveilig uw kind volgens de documentatie voor hun kinderzitje. Wend u bij vragen tot<br />
uw fietsspecialist. Hij geeft u graag advies.<br />
Bagagedrager (optioneel) beladen:<br />
7. Leg uw bagage in het midden van uw bagagedrager.<br />
8. Als u fietstassen gebruikt, monteert en belaadt u deze volgens de documentatie voor uw fietstassen.<br />
Neem in geval van vragen contact op met uw fietsspecialist. Hij geeft u graag advies.<br />
9. Bevestig uw bagage met geschikte en stabiele houdersystemen (spanklep, kliksysteem, spanriem,<br />
elastische riembanden, e.d.).<br />
10. Schud na belading stevig met uw fiets. Bagage en draagsysteem moeten vastzitten en mogen niet loskomen.<br />
Als bagage of draagsysteem niet vastzitten of loskomen: Fixeer uw bagage of draagsysteem<br />
tot het vastzit.<br />
79
80<br />
10. Fiets berijden<br />
WAARSCHUWING Gevaar door valpartijen en ongevallen<br />
Uw veiligheid tijdens het rijden hangt af van uw snelheid. Hoe hoger uw tempo, des te groter wordt<br />
het risico!<br />
• Gebruik deze fiets alleen als u het rijden in en het afremmen ook vanuit hoge snelheden veilig beheerst.<br />
• Pas de snelheid steeds aan uw rijvaardigheid en de rijomstandigheden aan.<br />
• Draag een helm tijdens het rijden.<br />
• Rij vooruitziend en defensief.<br />
• Wees tijdens het rijden steeds gereed om te remmen.<br />
• Rij nooit onder invloed.<br />
• Rij zo dat u uw fiets te allen tijde onder controle heeft en bij plotselinge gevaarlijke situaties niet in<br />
het nauw raakt.<br />
• Bij natheid kan de werking van de remmen afnemen. De remweg wordt langer.<br />
• Draag tijdens het rijden alleen geschikte kleding die de bediening van de fiets en uw zicht niet belemmert.<br />
• Rij alleen met nauwsluitende beenbekleding. Wijde kledingstukken kunnen in de fiets vastraken en<br />
dat kan leiden tot ernstige valpartijen.<br />
• Draag bij donkerheid en slecht zicht kleding met reflecterende strepen en rij met verlichting.<br />
• Let op dat sommige kledingstukken en/of het gebruik van een rugzak de beweeglijkheid kunnen<br />
belemmeren.<br />
• Draag bij de sportieve toepassing (bijv. in het sportpark, bij de downhill) hiervoor bestemde persoonlijke<br />
beschermingsmiddelen.<br />
U mag uw fiets alleen op de gebruikelijke manier gebruiken:<br />
1. Ga op het zadel zitten.<br />
2. Houd met de linkerhand het linkerhandvat van het stuur vast en met de rechterhand het rechterhandvat.<br />
3. Plaats uw linkervoet op het linkerpedaal en uw rechtervoet op het rechterpedaal om te fietsen.<br />
4. Bij het versnellen of bergop mag u op de trappers gaan staan.<br />
WAARSCHUWING Gevaar door valpartijen en ongevallen<br />
Als u op de trappers staat, kan uw voet van de pedaal glijden waardoor u ten val kunt komen.<br />
Rij in deze techniek alleen,<br />
• als u hem beheerst,<br />
• als u een schoen-pedaalcombinatie gebruikt, waarbij u met de juiste traptechniek niet van het<br />
pedaal kunnen wegschuiven. Wend u hiervoor tot uw fietsspecialist. Hij geeft u graag advies.<br />
WAARSCHUWING Gevaar door intrekking en schaarwerking<br />
Draaiende wielen kunnen letsel aan uw handen en andere lichaamsdelen veroorzaken.
• Houd uw handen en andere lichaamsdelen uit de buurt van draaiende wielen.<br />
GHOST-bikeS<br />
• Zorg ervoor dat handen en andere lichaamsdelen van uw kind niet in contact kunnen komen met<br />
draaiende wielen.<br />
VOORZICHTIG Gevaar door verbranding<br />
Bij het rijden – in het bijzonder bij langere afdalingen en bij veelvuldig remmen – kunnen velgen en<br />
remschijven zo heet worden dat uw brandwonden op uw huid kunt oplopen.<br />
• Pak velgen en remschijven direct na het rijden niet vast.<br />
• Laat velgen en remschijven minimaal 10 minuten afkoelen voordat u ze vastpakt.<br />
• Voor controle van de temperatuur drukt u met een blote vinger heel kort op het remoppervlak van<br />
de velg c.q. remschijf. Als ze heet aanvoelen, wacht u enkele minuten en herhaalt u deze test net zo<br />
vaak tot de remoppervlakken volledig afgekoeld zijn.<br />
OPMERKING:<br />
Er bestaan tal van trainingsaanbiedingen voor het rijden met een fiets.<br />
Een dergelijke rijtraining kan u helpen om de rijveiligheid te verhogen en uw rijtechniek te verbeteren. Vraag<br />
uw fietsspecialist naar aanbiedingen bij u in de buurt.<br />
11. Wat doen na een valpartij of ongeval<br />
11.1 Algemene informatie<br />
WAARSCHUWING Gevaar door valpartijen en ongevallen<br />
Door vallen, ongeval of extreme krachten kunnen veiligheidsrelevante fietsonderdelen beschadigd<br />
zijn. Dit kan leiden tot gevaarlijke rijsituaties, valpartijen, ongevallen en schade aan objecten.<br />
• Gebruik uw fiets na een valpartij, ongeval of inwerking van extreme krachten niet meer.<br />
• Neem na een valpartij of ongeval direct contact op met uw fietsspecialist.<br />
• Rij pas weer met uw fiets als deze door de fietsspecialist volgens de voorschriften gerepareerd is.<br />
De volgende fietsonderdelen moet u altijd na een valpartij op harde ondergrond laten vernieuwen:<br />
• Stuur<br />
• Stuurpen<br />
• Crank<br />
• Carbonzadelpen<br />
• Zadel met carbononderstel<br />
Alle andere onderdelen moeten door de fietsspecialist worden gecontroleerd en indien nodig worden vervangen.<br />
OPMERKING:<br />
Bij vragen na valpartijen en ongevallen kunt u ook contact opnemen met een fietsdeskundige. In Duitsland<br />
zijn dienovereenkomstige contactadressen verkrijgbaar bij de 'Industrie- und Handelskammer (IHK)' (Kamer<br />
van Koophandel en Fabrieken).<br />
81
82<br />
11.2 Carbonframe<br />
WAARSCHUWING Gevaar door valpartijen en ongevallen<br />
Door vallen, ongeval of extreme krachten kunnen frames van carbon onzichtbaar beschadigd zijn. Dit<br />
kan leiden tot gevaarlijke rijsituaties, valpartijen, ongevallen en schade aan objecten.<br />
• Laat uw frame door uw door GHOST erkende fietsspecialist controleren.<br />
• Bij onzekerheden of onduidelijkheden laat u uw frame ter controle naar de firma GHOST zenden.<br />
OPMERKING:<br />
Bij vragen na valpartijen en ongevallen kunt u ook contact opnemen met een fietsdeskundige. In Duitsland<br />
zijn dienovereenkomstige contactadressen verkrijgbaar bij de 'Industrie- und<br />
Handelskammer (IHK)' (Kamer van Koophandel en Fabrieken).<br />
12. Fiets veilig wegzetten<br />
WAARSCHUWING Gevaar voor persoonlijk letsel door omkiepen van uw fiets<br />
Een fiets die op zijn standaard of bijv. tegen een huismuur of tuinhek geparkeerd staat, kan al bij<br />
geringe krachtinwerking kiepen. Daardoor kunnen personen en dieren gewond raken en objecten<br />
beschadigd worden.<br />
• Parkeer uw fiets alleen op plaatsen waar hij niemand belemmert of stoort of objecten beschadigt.<br />
• Houd kinderen en dieren uit de buurt van uw geparkeerde fiets.<br />
• Parkeer uw fiets niet naast objecten die gemakkelijk kunnen worden beschadigd zoals auto's en<br />
dergelijke.<br />
12.1 Fietsen met zijstandaard<br />
De volgende GHOST fietsen zijn standaard voorzien van een zijstandaard:<br />
• TREKKING<br />
Zo parkeert u uw fiets veilig<br />
1. Breng uw fiets tot stilstand op een vlakke, vaste ondergrond.<br />
2. Klap bij stilstand de zijstandaard met uw rechtervoet omlaag tot hij duidelijk vastklikt.<br />
3. Draai het stuur zo dat het iets naar links wijst.<br />
4. Leun uw fiets voorzichtig naar de linkerzijde tot hij veilig staat.<br />
5. Controleer de stabiele stand van uw fiets<br />
• Houd de fiets met één hand losjes vast aan het stuur of het zadel.
GHOST-bikeS<br />
• Stoot de fiets met de andere hand vanuit alle richtingen tegen het zadel. Als de fiets om zou kunnen<br />
vallen, moet u een andere parkeerplaats zoeken.<br />
12.2 Fietsen zonder zijstandaard<br />
1. Breng uw fiets tot stilstand op een vlakke, vaste ondergrond.<br />
2. Stap naar links af.<br />
3. Leun uw fiets met het achterwiel of met het zadel tegen een vast object.<br />
4. Draai het stuur in de richting waarin u de fiets hebt gekanteld.<br />
OPMERKING:<br />
Als u geen geschikt object vindt om uw fiets tegenaan te leunen, mag u hem ook voorzichtig op de grond<br />
leggen. U moet voorkomen dat u de fiets met de rechterzijde op de grond legt om onderdelen van de schakeling<br />
niet te beschadigen of te verstellen.<br />
13. Fiets transporteren<br />
WAARSCHUWING Gevaar door valpartijen en ongevallen<br />
Door het gebruik van een fietsendrager kunnen veiligheidstechnisch relevante onderdelen van uw<br />
fiets beschadigd raken. Als deze onderdelen hun dienst weigeren, kunnen gevaarlijke rijsituaties,<br />
valpartijen, ongevallen en schade aan objecten het gevolg zijn.<br />
• Vervoer deze fiets alleen binnenin uw auto. Beveilig de fiets tegen verschuiven bijv. door spanriemen.<br />
• Parkeer uw fiets niet naast objecten die gemakkelijk kunnen worden beschadigd zoals auto's en<br />
dergelijke.<br />
83
84<br />
• Op deze fiets mogen tijdens het transport geen andere voorwerpen worden gelegd.<br />
• De fiets mag niet in auto-draagsystemen (dakdrager, achter- of interieurdrager e.d.) worden gespannen.<br />
• Voor het transport mag u het voor- en achterwiel evenals de zadelpen met het zadel verwijderen,<br />
voor zover deze met snelspanassen zijn uitgerust. Voer deze demontage alleen uit als u zeker weet<br />
dat u deze onderdelen weer vakkundig kunt monteren. Zie hiervoor par. 8.6, Klemsystemen voor<br />
wielen en zadelpen bedienen.<br />
Voor het transport binnenin de auto kunt u de wielen van uw fiets demonteren als ze met een snelspan- of<br />
steekas gemonteerd zijn, evenals de zadelpen.<br />
OPMERKING:<br />
Wanneer uw fiets zich binnenin een voertuig bevindt, kunnen de banden klappen door zoninstraling of van de<br />
velg losraken.<br />
Laat de lucht uit de banden lopen alvorens de fiets te transporteren en vul deze weer na het transport<br />
(zie daarvoor par 15.5.1, Binnenband en buitenband vervangen).<br />
13.1 Wielen monteren en demonteren<br />
Voor het transport binnenin de auto kunt u de wielen van uw fiets demonteren als ze met een snelspan- of<br />
steekas gemonteerd zijn.<br />
WAARSCHUWING Gevaar door valpartijen en ongevallen<br />
Verkeerd gemonteerde wielen kunnen leiden tot gevaarlijke rijsituaties, valpartijen, ongevallen en<br />
schade aan objecten. Controleer de juiste montage voordat u uw fiets weer gebruikt.<br />
• Controleer of het voorwiel zich in het midden van de voorvork bevindt.<br />
• Beweeg beide wielen stevig heen en weer dwars op de rijrichting.<br />
– De wielen mogen niet in de klemming bewegen.<br />
– U mag geen krakende of knarsende geluiden horen.<br />
• Controleer of de snelspanhendel c.q. de steekas op de juiste manier gesloten is,<br />
zie par. 8.6, Klemsystemen voor wielen en zadelsteunen bedienen.<br />
• Voer na montage een controle volgens par. 7.8, Remmen controleren uit.<br />
WAARSCHUWING Gevaar voor brandletsel<br />
Na langere afdalingen kunnen fietsvelgen en remschijven zeer heet zijn.<br />
• Raak direct na een afdaling nooit de velgen of remschijven aan.<br />
• Laat velgen en remschijven minimaal 10 minuten afkoelen voordat u ze vastpakt.<br />
• Voor controle van de temperatuur drukt u met een blote vinger heel kort op het remoppervlak van<br />
de velg c.q. remschijf. Als ze heet aanvoelen, wacht u enkele minuten en herhaalt u deze test net zo<br />
vaak tot de remoppervlakken volledig afgekoeld zijn.<br />
WAARSCHUWING Gevaar door intrekking en schaarwerking<br />
Draaiende wielen kunnen letsel aan uw handen en andere lichaamsdelen veroorzaken.
GHOST-bikeS<br />
• Bedien de betreffende rem, voordat u werkzaamheden aan het wiel uitvoert. Het wiel mag dan niet<br />
meer draaien.<br />
WAARSCHUWING Gevaar voor falen van de rem bij velgremmen<br />
Bij montage en demontage kunnen de remblokjes door de band worden verdraaid.<br />
• Let na montage van de wielen op de juiste positie van de remblokjes (zie daarvoor par. 7.8.4, Velgrem<br />
met kabel controleren (MTB-versie) c.q. 7.8.5 Velgrem met kabel controleren (racefietsversie)).<br />
• Als ze niet in de juiste stand staan, wend u dan direct tot een gespecialiseerde werkplaats.<br />
OPMERKING:<br />
Als uw fiets een schijfrem heeft, gebruik dan voor het transport na demontage van het wiel de hiervoor<br />
bijgevoegde en voorgeschreven transportbeveiligingen. Verwijder deze voor de hernieuwde montage van de<br />
wielen.<br />
• Bedien hydraulisch bediende remmen in geen geval als de wielen gedemonteerd zijn. De remzuigers kunnen<br />
te ver eruit worden geperst.<br />
Ga in de onderstaande volgorde te werk:<br />
1. Voorwiel demonteren<br />
2. Achterwiel demonteren<br />
3. Achterwiel monteren<br />
4. Voorwiel monteren<br />
5. Controleer het vastzitten van de wielen volgens par. 7.1.1, Vastzitten en positie controleren.<br />
6. Controleer de werking en de montage van de remmen volgens par. 7.8, Remmen controleren.<br />
In veel gevallen is het toereikend alleen het voorwiel voor het transport te verwijderen. In dit geval hoeft u de<br />
aanwijzingen voor demontage en montage van het achterwiel niet op te volgen.<br />
13.1.1 Voorwiel demonteren<br />
1. Als uw fiets een naafdynamo heeft (zie tab. in par. 4.1 Typen, categorieën, series) of naderhand met<br />
een naafdynamo uitgerust is: Maak de stekkerverbinding tussen dynamo en bekabeling los.<br />
2. Open uw velgrem volgens par. 13.1.5, Remmen openen en sluiten.<br />
3. Open de hendel van uw snelspan- of steekas volgens par. 8.6.1.1, Snelspanas openen c.q. 8.6.2.1,<br />
Steekas openen.<br />
4. Til uw fiets aan het stuur omhoog en trek het voorwiel uit de uitvaleinden van de voorvork.<br />
5. Als uw fiets een schijfrem heeft, steekt u de bijgeleverde transportbeveiliging voor uw schijfrem tussen<br />
de remzuigers.<br />
6. Zet uw fiets voorzichtig met de uiteinden van de vork op de grond.<br />
85
86<br />
13.1.2 Voorwiel monteren<br />
1. Als uw fiets een schijfrem heeft, verwijdert u de transportbeveiliging uit de remzuigers.<br />
2. Til de fiets aan het stuur omhoog.<br />
3. Plaats de naaf van het voorwiel onder de uitvaleinden van de voorvork.<br />
4. Bij schijfrem: Monteer het wiel zo dat de remschijf soepel tussen de remblokjes schuift.<br />
5. Laat de voorvork voorzichtig zakken tot de as zich links en rechts vlak aansluitend tegen de aanslag<br />
van de uitvaleinden bevindt.<br />
6. Sluit uw snelspan- of steekas volgens par. 8.6.1.2, Snelspanas sluiten c.q. 8.6.2.2, Steekas sluiten.<br />
7. Als uw voorwiel een naafdynamo heeft, breng het steekcontact tussen naafdynamo en bedrading aan.<br />
8. Bedien bij stilstand meermaals de voorwielrem.<br />
9. Til de fiets aan het stuur omhoog en draai het voorwiel met de hand. Als een remblokje daarbij de<br />
remschijf of de velg raakt, kan dat wijzen op een verkeerde zitting van de naaf in de uitvaleinden. In dit<br />
geval remt u het voorwiel af, opent u de snelspan- of steekas en beweegt u het voorwiel licht heen en<br />
weer (dwars op de rijrichting). Herhaal de montage vanaf punt 6. Als daarna geen verbetering optreedt,<br />
dient u direct contact op te nemen met uw fietsspecialist.<br />
10. Als uw fiets een naafdynamo heeft, controleert u de werking van de verlichting.<br />
(Zie par. 7.10, Verlichting controleren.)
13.1.3 Achterwiel demonteren<br />
1. Schakel op het achterwiel naar de kleinste pignon van het tandwielpakket<br />
(zie par. 8.4.1.2, Naar een kleiner(e) kettingblad/pignon schakelen).<br />
2. Bedien de achterwielrem en rem het wiel tot volledige stilstand af.<br />
GHOST-bikeS<br />
3. Open de hendel van uw snelspan- of steekas volgens par. 8.6.1.1, Snelspanas openen c.q. 8.6.2.1,<br />
Steekas openen.<br />
4. Open uw velgrem volgens par. 13.1.5, Remmen openen en sluiten.<br />
5. Til de fiets aan de achterkant iets omhoog en druk het schakelmechanisme naar achteren. In deze<br />
toestand schuift u het achterwiel met lichte druk in de richting van de opening van de uitvaleinden.<br />
87
88<br />
6. Als uw fiets een schijfrem heeft, steekt u de bijgeleverde transportbeveiliging voor uw schijfrem tussen<br />
de remzuigers.<br />
7. Leg de fiets na demontage van de wielen voorzichtig op de linkerkant.<br />
13.1.4 Achterwiel monteren<br />
1. Als uw fiets een schijfrem heeft, verwijdert u de transportbeveiliging uit de remzuigers.<br />
2. Til de achterkant van de fiets omhoog.<br />
3. Plaats het achterwiel er zo onder dat de ketting zich boven de kleinste pignon bevindt.<br />
4. Laat de achterkant voorzichtig zakken tot de as zich links en rechts tegen de aanslag van de uitvaleinden<br />
bevindt.<br />
5. Bij schijfrem: Monteer het wiel zo dat de remschijf soepel tussen de remblokjes schuift<br />
6. Sluit uw snelspan- of steekas volgens par. 8.6.1.2, Snelspanas sluiten c.q. 8.6.2.2, Steekas sluiten.<br />
7. Bedien bij stilstand meermaals de achterwielrem.<br />
8. Til de achterkant van de fiets omhoog en draai het voorwiel met de hand. Als een remblokje daarbij<br />
de remschijf of de velg raakt, kan dat wijzen op een verkeerde zitting van de naaf in de uitvaleinden.<br />
In dit geval remt u het achterwiel af, opent u de snelspan- of steekas en beweegt u het achterwiel licht<br />
heen en weer (dwars op de rijrichting). Herhaal de montage vanaf punt 6. Als daarna geen verbetering<br />
optreedt, dient u direct contact op te nemen met uw fietsspecialist.
13.1.5 Remmen openen en sluiten<br />
GHOST-bikeS<br />
GEVAAR Gevaar door falen van de rem<br />
Voor het demonteren en monteren van uw wielen moet u velgremmen openen en na montage weer<br />
sluiten. Als u na montage de velgrem niet opnieuw sluit, heeft uw rem geen functie. Daardoor zijn<br />
ernstige valpartijen en ongevallen zeer waarschijnlijk.<br />
• Sluit de rem na de wielmontage.<br />
Het remtype van uw fiets vindt u in par. 4.3.2, Remtype.<br />
OPMERKING:<br />
Schijfremmen kunnen niet worden geopend.<br />
13.1.5.1 Hydraulische velgrem Magura HS 33 openen<br />
1. Klap de bevestigingshendel om en trek de rem van de remsokkel.<br />
2. Let er daarbij op dat u de eventueel losse afstandsschijfjes niet kwijtraakt.<br />
89
90<br />
13.1.5.2 Hydraulische velgrem Magura HS 33 sluiten<br />
1. Zet de eventueel voorhanden afstandsschijven met de pijlen naar boven wijzend op de remsokkel.<br />
2. Zet de rem op de remsokkel.<br />
3. Sluit de klemhendel.<br />
13.1.5.3 Velgrem MTB en Trekking (V-Brake) openen<br />
1. Druk de remklauwen met de ene hand in en verwijder de kabelgeleider met de andere hand uit de<br />
beugel.
13.1.5.4 Velgrem MTB en Trekking (V-Brake) sluiten<br />
1. Druk met een hand de remklauwen in.<br />
2. Hang de kabelgeleider met de andere hand in de beugel.<br />
GHOST-bikeS<br />
91
92<br />
13.1.5.5 Velgrem racefiets openen<br />
1. Draai de hendel tot aan de aanslag naar boven.<br />
13.1.5.6 Velgrem racefiets sluiten<br />
1. Draai de hendel tot aan de aanslag naar onderen.<br />
13.2 Zadelpen met zadel monteren en demonteren<br />
WAARSCHUWING Gevaar door valpartijen en ongevallen<br />
Een verkeerd gemonteerde zadelpen kan plotseling ver naar onderen of uit de zitbuis glijden. Dit kan<br />
leiden tot gevaarlijke rijsituaties, valpartijen en ongevallen.<br />
• Voer deze werkzaamheden alleen dan uit als u over het benodigde gereedschap en de noodzakelijke<br />
technische kennis beschikt.<br />
13.2.1 Zadelpen demonteren<br />
1. Open de zadelstrop volgens par. 8.6.3.1, Snelspanas op de zadelstrop openen c.q. 8.6.5.1, Boutenmoerklemming<br />
op zadelpen openen.<br />
2. Trek het zadel met de zadelpen uit de zitbuis.
OPMERKING:<br />
Bedien in uitgebouwde staat niet de zadelstrop. Het frame kan anders beschadigd raken.<br />
GHOST-bikeS<br />
Op de zadelpen bevindt zich afhankelijk van het materiaal van het frame of van de zadelpen vet of carbonmontagepasta,<br />
die het interieur van uw wagen of andere voorwerpen kan verontreinigen. Voorkom contact,<br />
doordat u de zadelpen bijv. in een doek of een plastic zak wikkelt.<br />
13.2.2 Zadelpen monteren<br />
1. Lees in de tabel in par. 4.6.1, Verdeling, uit welk materiaal uw frame gebouwd is.<br />
2. Als zadelpen en frame van aluminium zijn, vet u het insteekgedeelte van de zadelpen in.<br />
OPMERKING:<br />
Meestal is in de fabriek na demontage nog zo veel vet voorhanden dat nogmaals invetten niet noodzakelijk<br />
is.<br />
3. Als zadelpen en/of frame van carbon zijn, smeert u het insteekgedeelte met de bijgeleverde montagepasta<br />
voor carbononderdelen in.<br />
OPMERKING:<br />
Meestal is van de montage in de fabriek na demontage nog zo veel montagepasta voorhanden dat<br />
opnieuw insmeren niet nodig is.<br />
Gebruik in geen geval vet!<br />
4. Breng zadel met zadelpen weer in de gewenste stand met de juiste insteekdiepte: De ‘STOP’- of<br />
‘MAX’-markering moet zich in het niet zichtbare deel van de zadelbuis bevinden.<br />
5. Sluit uw zadelstrop volgens par. 8.6.3.2, Snelspanas op de zadelstrop sluiten c.q. 8.6.5.2, Boutenmoerklemming<br />
op zadelpen sluiten.<br />
93
94<br />
OPMERKING:<br />
Markeer de voor u juiste positie van uw zadelpen met een plakbandje. Zo vindt u snel weer uw zitpositie.<br />
14. Fiets onderhouden<br />
WAARSCHUWING Gevaar door valpartijen en ongevallen<br />
Gebrekkige verzorging en ontbrekend onderhoud kan de bedrijfszekerheid van uw fiets in gevaar<br />
brengen en zo tot gevaarlijke rijsituaties, valpartijen en ongevallen leiden.<br />
• Verzorg uw fiets.<br />
• Houd het voorgeschreven onderhoudsschema aan.
14.1 Uw inspectie- en onderhoudsschema<br />
Werkzaamheden Interval<br />
Fiets reinigen<br />
Zie par. 14.2, Zo reinigt en verzorgt u<br />
uw fiets<br />
Bandenspanning van de verende voorvork<br />
afstellen<br />
Zie par. 8.2.1.1, Bandenspanning instellen<br />
Reinigen en smeren van de ketting<br />
Zie par. 14.2, Zo reinigt en verzorgt u<br />
uw fiets, punt 6<br />
14.2 Zo reinigt en verzorgt u uw fiets<br />
na ieder gebruik op een modderige of smerige ondergrond<br />
• uiterlijk elke 200 km<br />
elke 500 km of 3 maanden<br />
na elke wijziging van het totaal gewicht met meer dan<br />
10 kg<br />
• na elke rit bij regen,<br />
• na elke douche met water<br />
• na elke langere tocht op een zandige ondergrond,<br />
• uiterlijk elke 200 km.<br />
GHOST-bikeS<br />
WAARSCHUWING Gevaar door valpartijen en ongevallen<br />
Corrosie – die ook roestvaste onderdelen betreft – kan veiligheidsrelevante onderdelen van uw fiets<br />
zo ernstig beschadigen dat ze tijdens het rijden breken. Dit kan leiden tot ernstige valpartijen.<br />
Corrosie ontstaat o.a. door zout, bijv. door zouthoudende lucht in kustgebieden of door strooizout in<br />
de winter door corrosieve atmosfeer, bijv. op industrieterreinen of ook door zweet.<br />
• Bescherm uw fiets tegen ieder contact met corrosieve stoffen met behulp van sproeiwas of een<br />
vergelijkbaar conserveringsmiddel.<br />
• Reinig uw fiets na ieder contact met corrosieve stoffen en bescherm hem weer overeenkomstig de<br />
volgende beschrijving.<br />
• Gebruik geen stoomstraler/hogedrukreiniger voor de natte reiniging. De harde waterstraal kan uw<br />
fiets beschadigen.<br />
OPMERKING:<br />
Een goede verzorging verlengt de levensduur van uw fiets en van de onderdelen ervan.<br />
Reinig en onderhoud uw fiets regelmatig<br />
• Gebruik voor de natte reiniging een zachte waterstraal of een emmer water en een spons.<br />
• Gebruik alleen schoon leiding- of gedemineraliseerd water. Gebruik nooit zout water (bijv. zeewater).<br />
OPMERKING:<br />
Bij vele reinigingsmiddelen en lichte verontreinigingen volstaat opsproeien en afspoelen na de voorgeschreven<br />
inwerktijd.<br />
Hardnekkig vuil kunt u na de inwerktijd bijv. met een radiatorborstel of een spons voor het afspoelen losmaken.<br />
95
96<br />
OPMERKING:<br />
Reinigings-, smeer- en conserveringsmiddelen zijn chemische producten. Sommige middelen kunnen uw<br />
fiets aantasten.<br />
• Gebruik alleen producten die uitdrukkelijk voor fietsen geschikt zijn.<br />
• Overtuig uzelf ervan dat dit middel noch lak, noch rubberen, kunststof, metalen delen enzovoort aantast.<br />
Raadpleeg hiervoor uw fietsspecialist.<br />
• Neem de desbetreffende fabrieksaanwijzingen in acht.<br />
1. Verwijder grove verontreinigingen zoals grond, stenen, zand, enz. met een zachte waterstraal<br />
2. Laat de fiets drogen.<br />
3. Besproei uw complete fiets met een geschikt reinigingsmiddel.<br />
4. Spoel de complete fiets af met een zachte waterstraal. U kunt de natte reiniging ondersteunen door<br />
middel van een spons of een doek.<br />
5. Laat de fiets drogen.<br />
6. Zo reinigt en smeert u de ketting:<br />
• Draai de crank langzaam tegen de aandrijfrichting in. Het achterwiel zelf mag niet draaien.<br />
• Als uw fiets een terugtraprem heeft, laat u de achterkant van de fiets door een tweede persoon optillen<br />
en draait u de crank in aandrijfrichting.<br />
• Giet wat van een geschikt kettingreinigingsmiddel op een schone, niet-pluizende, katoenen lap en<br />
veeg daarmee de ketting af.<br />
• Herhaal deze behandeling steeds weer met een schoon stuk van de katoenen poetsdoek tot de ketting<br />
schoon is.<br />
• Laat het reinigingsmiddel ongeveer 1 uur verdampen.<br />
OPMERKING:<br />
Als zich nog reinigingsmiddel tussen de kettingschakels bevindt, wordt het nieuwe smeermiddel direct<br />
aangetast en gaat het effect verloren.<br />
• Breng een voor fietskettingen geschikt smeermiddel zuinig aan op de kettingschakels.<br />
WAARSCHUWING Gevaar door valpartijen en ongevallen<br />
Bij gebruik van te veel of van een ongeschikt smeermiddel kan dit op de remschijf of op de velg<br />
druppelen en deze volsmeren. Daardoor kan de remwerking aanzienlijk verminderen.<br />
• Verwijder overtollig smeermiddel op de ketting met een schone, droge en niet-pluizende, katoenen<br />
poetsdoek.<br />
• Reinig velg en remschijf met een geschikt ontvettingsmiddel. Vraag uw fietsspecialist om<br />
advies.<br />
OPMERKING:<br />
Smeermiddel voor motorfietskettingen blijft plakken aan de fietsketting en de onderdelen van de aandrijving.<br />
Gebruik alleen smeermiddelen die uitdrukkelijk voor fietskettingen geschikt zijn.<br />
7. Reinig de overige sterk vervuilde plaatsen met de hand met een schone, niet-pluizende, katoenen<br />
poetsdoek en gebruik daarvoor een geschikt reinigingsmiddel.
GHOST-bikeS<br />
8. Sproei de complete fiets in met een geschikte sproeiwas of een soortgelijk conserveringsmiddel.<br />
WAARSCHUWING Gevaar door valpartijen en ongevallen<br />
Door sproeiwas of andere conserveringsmiddelen op de remschijven of velgen kan de remwerking<br />
aanzienlijk afnemen. Andere delen kunnen glibberig worden en tot gevaarlijke rijsituaties,<br />
valpartijen en ongevallen leiden.<br />
Deze onderdelen mogen niet met conserveringsmiddelen worden behandeld,<br />
– Remblokjes<br />
– Remschijven<br />
– Handvaten, rem- en schakelhendels<br />
– Zadel<br />
– Buitenbanden<br />
• Reinig de remschijven en velgen met een geschikt ontvettingsmiddel als deze desondanks<br />
met sproeiwas of een andere conserveringsmiddel in contact gekomen zijn.<br />
9. Wrijf uw fiets na de voorgeschreven inwerktijd op met een schone, niet-pluizende, katoenen poetsdoek.<br />
10. Reinig de remschijven met de hand met een schone, droge, niet-pluizende, katoenen poetsdoek en<br />
gebruik hiervoor een geschikt ontvettingsmiddel.<br />
14.3 Werkplaatsservice<br />
WAARSCHUWING Gevaar door valpartijen en ongevallen<br />
Een niet of niet op de juiste manier uitgevoerde inspectie en niet-gerepareerde val- of ongevalschade<br />
kan tot gevaarlijke situaties, valpartijen en ongevallen leiden.<br />
• Breng uw fiets voor de voorgeschreven onderhoudsbeurten naar een gespecialiseerde werkplaats<br />
voor GHOST fietsen. Alleen zo kunnen versleten onderdelen en eventuele schade worden ontdekt<br />
en gerepareerd.<br />
Werkzaamheden Interval<br />
Eerste inspectie uiterlijk na 500 km of 6 maanden<br />
Inspectie remblokjes, remschijven, ketting<br />
elke 500 km<br />
Regelmatige inspecties elke 1000 km of 1x per jaar<br />
WAARSCHUWING Gevaar door valpartijen en ongevallen<br />
Sommige fietsonderdelen, in de eerste plaats lichte componenten, kunnen een beperkte levensduur<br />
hebben.<br />
Als deze onderdelen hun dienst weigeren, kunnen gevaarlijke rijsituaties, valpartijen en ongevallen<br />
het gevolg zijn. Vraag uw fietsspecialist om advies. Hij adviseert u graag.<br />
97
98<br />
15. Storingen tijdens het rijden<br />
WAARSCHUWING<br />
Gevaar door valpartijen en ongevallen<br />
Storingen die niet vakkundig worden verholpen, kunnen leiden tot gevaarlijke rijsituaties, valpartijen<br />
en ongevallen.<br />
• Voer aan uw fiets alleen werkzaamheden uit, die in de onderstaande tabel toegestaan zijn. Neem<br />
contact op met een gespecialiseerde werkplaats voor fietsen als uw maatregelen niet het gewenste<br />
succes opleveren.<br />
• Laat alle andere werkzaamheden uitvoeren door een gespecialiseerde werkplaats voor fietsen.<br />
• Neem direct contact op met uw fietsspecialist als u het rijgedrag van uw fiets opvallend vindt, als u<br />
ongewone geluiden hoort of als u storingen vaststelt die niet vermeld staan in de navolgende tabel.<br />
15.1 Versnellingen, aandrijvingen<br />
Storing Mogelijke oorzaken Oplossing<br />
Versnelling wisselt niet<br />
of niet goed<br />
Aandrijving geblokkeerd<br />
na het schakelen<br />
of tijdens het<br />
schakelen<br />
Buitengewone geluiden<br />
zoals kraken, luid<br />
slepen en/of klapperen<br />
Onregelmatige weerstand<br />
tijdens de trapbeweging<br />
Schakelhendel niet op<br />
de juiste manier bediend<br />
Schakeling verkeerd<br />
afgesteld<br />
• Te grote druk op het<br />
pedaal bij een steile<br />
helling<br />
• en/of te langzame<br />
trapbewegingen<br />
Bedien opnieuw<br />
Neem contact op met een gespecialiseerde<br />
werkplaats.<br />
Herhaal het schakelen op vlak terrein.<br />
In de stand schakelen:<br />
• achterwiel optillen.<br />
• de crank in aandrijfrichting draaien tot de<br />
gewenste versnelling ingeschakeld is.<br />
Ketting blijft vastzitten Staan blijven.<br />
Schakelhendel in tegengestelde richting<br />
bewegen.<br />
Achterwiel optillen, indien soepel mogelijk:<br />
crank tegen de aandrijfrichting draaien.<br />
Aandrijf-/schakelonderdelen<br />
beschadigd<br />
Aandrijf-/schakelonderdelen<br />
beschadigd<br />
OPMERKING:<br />
Gebruik in géén geval geweld als de crank<br />
niet soepel kan worden gedraaid.<br />
Neem direct contact op met een gespecialiseerde<br />
werkplaats voor fietsen.<br />
Neem direct contact op met een gespecialiseerde<br />
werkplaats.
15.2 Remmen<br />
Storing Mogelijke oorzaken Oplossing<br />
Ketting eraf gesprongen<br />
Ketting is er na of<br />
tijdens het schakelen<br />
afgesprongen<br />
Ketting springt er herhaaldelijk<br />
af<br />
• Schakeling verkeerd<br />
bediend<br />
• Schakeling verkeerd<br />
afgesteld of beschadigd<br />
• Schakeling verkeerd<br />
bediend<br />
• Schakeling verkeerd<br />
afgesteld of beschadigd<br />
• Schakeling herhaaldelijk<br />
verkeerd bediend<br />
• Schakeling verkeerd<br />
afgesteld of beschadigd<br />
• Staan blijven.<br />
• Plaats de ketting met de hand op het volgende<br />
tandwiel.<br />
• Achterwiel optillen,<br />
• Indien soepel mogelijk:<br />
• Crank in aandrijfrichting draaien.<br />
OPMERKING:<br />
Gebruik in géén geval geweld als de crank<br />
niet soepel kan worden gedraaid of als u niet<br />
over de kracht beschikt om het achterwiel op<br />
te tillen.<br />
Neem direct contact op met een gespecialiseerde<br />
werkplaats.<br />
• Staan blijven.<br />
• Schakelhendel in tegengestelde richting<br />
bewegen.<br />
• Plaats de ketting met de hand op het volgende<br />
tandwiel.<br />
• Achterwiel optillen,<br />
• Indien soepel mogelijk:<br />
• Crank in aandrijfrichting draaien.<br />
OPMERKING:<br />
Gebruik in géén geval geweld als de crank<br />
niet soepel kan worden gedraaid.<br />
Neem direct contact op met een gespecialiseerde<br />
werkplaats.<br />
Bedien de schakeling op de juiste manier, zie<br />
par. 8.4, Versnellingen bedienen.<br />
Neem direct contact op met een gespecialiseerde<br />
werkplaats als de fout ook optreedt<br />
als u op de juiste manier schakelt.<br />
WAARSCHUWING Gevaar door valpartijen en ongevallen<br />
De remmen op uw fiets behoren tot de belangrijkste onderdelen voor uw rijveiligheid.<br />
Falende remmen leiden altijd tot gevaarlijke rijsituaties, valpartijen en ongevallen.<br />
Falen van de remmen is levensgevaarlijk.<br />
GHOST-bikeS<br />
• Neem bij de geringste storing en bij een verminderde remwerking direct contact op met uw fietsspecialist.<br />
• Rij pas weer met uw fiets als deze door de fietsspecialist volgens de voorschriften gerepareerd is.<br />
99
100<br />
Storing Mogelijke oorzaken Oplossing<br />
Remmen functioneren niet Rem niet op de juiste manier<br />
gemonteerd<br />
Verminderde remwerking,<br />
remhendels kunnen te ver<br />
worden ingeknepen<br />
Neem direct contact op met een<br />
gespecialiseerde werkplaats.<br />
Rem beschadigd Neem direct contact op met een<br />
gespecialiseerde werkplaats.<br />
Remblokjes resp. remvoeringen<br />
versleten<br />
Bij hydraulische remmen:<br />
Remsysteem lek<br />
Rem schaaft Remschijf of velg beschadigd<br />
15.3 Frame, zadelpen en vering<br />
Laat de remblokjes resp. remvoeringen<br />
direct in een gespecialiseerde<br />
werkplaats vernieuwen.<br />
Neem direct contact op met een<br />
gespecialiseerde werkplaats.<br />
Neem direct contact op met een<br />
gespecialiseerde werkplaats.<br />
Rem verkeerd afgesteld<br />
Scheefstand van het wiel Voorwiel: Monteer het voorwiel<br />
op de juiste manier (zie par. 13.1,<br />
Wielen monteren en demonteren)<br />
Achterwiel: Monteer het achterwiel<br />
op de juiste manier (zie par.<br />
13.1 Wielen monteren en demonteren)<br />
WAARSCHUWING Gevaar door valpartijen en ongevallen<br />
Fouten in het frame en de vering kunnen leiden tot gevaarlijke rijsituaties, valpartijen, ongevallen en<br />
schade aan objecten.<br />
• Neem bij de geringste storing direct contact op met uw fietsspecialist.<br />
• Rij pas weer met uw fiets als deze door de fietsspecialist volgens de voorschriften gerepareerd is.<br />
Probleem Mogelijke oorzaken Oplossing<br />
Geluiden: Kraken, klapperen,<br />
slepen of iets dergelijks.<br />
Frame, zadelpen en/of vering<br />
beschadigd<br />
Ga direct naar een gespecialiseerde<br />
werkplaats.
Probleem Mogelijke oorzaken Oplossing<br />
Zadelpen schuift in het frame of<br />
verdraait<br />
Aandraaimoment te klein Controle en verhoging van de<br />
klemkracht. Zie par. 8.6.3.2,<br />
Snelspanas op de zadelstrop<br />
sluiten c.q. 8.6.5.2, Boutenmoerklemming<br />
op zadelpen<br />
sluiten.<br />
Bij een frame en/of zadelpen<br />
van carbon:<br />
Montage met vet of<br />
montagepasta voor carbononderdelen<br />
Zadelpen heeft een te kleine<br />
diameter<br />
Gebrekkig veergedrag Vering niet op de juiste manier<br />
afgesteld<br />
Gebrekkig veergedrag ondanks<br />
juiste afstelling<br />
Verende voorvork laat zich niet<br />
blokkeren<br />
• Reinigen van zadelpen en<br />
zitbuis met een geschikt<br />
reinigingsmiddel. Zie par.<br />
14.2, Zo reinigt en verzorgt<br />
u uw fiets.<br />
• Zadelpen en zitbuis moeten<br />
vetvrij zijn.<br />
• Demontage en juiste montage<br />
van de zadelpen vindt<br />
u par. 13.2, Zadelpen met<br />
zadel monteren en demonteren.<br />
Vervanging van de zadelpen in<br />
een gespecialiseerde werkplaats.<br />
Instelling en afstemming<br />
volgens bijgaande onderdelengebruiksaanwijzing.<br />
Vering blokkeert Opheffen van de blokkade<br />
(zie par. 8.2.1.2, Vering uit- en<br />
inschakelen).<br />
Vering beschadigd Ga direct naar een gespecialiseerde<br />
werkplaats.<br />
Bedieningsmechanisme<br />
defect<br />
Neem contact op met een gespecialiseerde<br />
werkplaats.<br />
GHOST-bikeS<br />
101
15.4 Spatschermen, bagagedrager, verlichting<br />
102<br />
WAARSCHUWING Gevaar door valpartijen en ongevallen<br />
Gebreken aan bagagedrager en verlichting kunnen leiden tot gevaarlijke rijsituaties, valpartijen, ongevallen<br />
en schade aan objecten.<br />
• Neem bij de geringste storing direct contact op met uw fietsspecialist.<br />
• Rij pas weer met uw fiets als deze door de fietsspecialist volgens de voorschriften gerepareerd is.<br />
Probleem Mogelijke oorzaken Oplossing<br />
Geluiden: Kraken, klapperen,<br />
slepen of iets dergelijks.<br />
Verlichting werkt gedeeltelijk<br />
of helemaal niet<br />
15.5 Wielen en banden<br />
Spatscherm- of bagagedrageronderdelen<br />
zitten los<br />
Verlichtingscomponenten (gloeilampen,<br />
leds) defect<br />
Leidingen beschadigd<br />
Dynamo defect<br />
Ga direct naar een gespecialiseerde<br />
werkplaats.<br />
Vervang de lichtbronnen.<br />
Raadpleeg hiervoor uw fietsspecialist.<br />
Ga direct naar een gespecialiseerde<br />
werkplaats.<br />
WAARSCHUWING<br />
Gevaar door valpartijen en ongevallen<br />
Gebreken en schade aan wielen en banden kunnen leiden tot gevaarlijke rijsituaties, valpartijen, ongevallen<br />
en schade aan objecten.<br />
• Neem bij de geringste storing direct contact op met uw fietsspecialist.<br />
• Rij pas weer met uw fiets als deze door de fietsspecialist volgens de voorschriften gerepareerd is.<br />
Probleem Mogelijke oorzaken Oplossing<br />
Wielen ‘hobbelen’ • Schade aan de band<br />
• Spaken gebroken<br />
Onbestemd rijgedrag Te lage bandenspanning<br />
• Toenemend onbestemd<br />
rijgedrag<br />
• Zeer ongewoon rijgedrag<br />
(u voelt elk steentje)<br />
Ga direct naar een gespecialiseerde<br />
werkplaats.<br />
Schade aan het wiel Ga direct naar een gespecialiseerde<br />
werkplaats.<br />
Verhoging van de bandenspanning<br />
(zie par. 7.1.2.7, Bandenspanning<br />
controleren).<br />
Als hetzelfde rijgedrag zich daarna<br />
direct weer voordoet, is er sprake<br />
van een langzaam leeglopende<br />
band (zie volgende regel).<br />
Lekke band Lekke band: Vervanging van binnenband,<br />
indien nodig van buitenband<br />
en velglint, zie par. 15.5.1, Binnenband<br />
en buitenband vervangen.
15.5.1 Binnenband en buitenband vervangen<br />
GHOST-bikeS<br />
WAARSCHUWING Gevaar door valpartijen en ongevallen<br />
Fouten bij de reparatie aan de wielen kunnen tot gevaarlijke rijsituaties leiden.<br />
Voer deze werkzaamheden alleen uit als u beschikt over de desbetreffende technische basiskennis,<br />
ervaring en het<br />
geschikte gereedschap daarvoor.<br />
Voor de reparatie van een lekke band hebt u het volgende gereedschap nodig:<br />
• 2 bandenlichters<br />
• Passende binnenband (nieuw) voor uw wielmaat.<br />
Uw bandmaat en uw type ventiel vindt u in par. 4.7, Banden.<br />
• Nieuwe buitenband (nieuw) in uw wielmaat, indien nodig. Uw bandmaat vindt u in par. 4.7, Banden.<br />
• Fietspomp met een voor het ventiel passende pompkop<br />
1. Demonteer het wiel.Zie par. 13.1.1, Voorwiel demonteren c.q. 13.1.3, Achterwiel demonteren.<br />
2. Draai de ventielmoer tot aan de aanslag erop.<br />
3. Druk met een vinger het ventiel in tot alle lucht ontsnapt is.<br />
4. Verwijder de moer op de ventielvoet.<br />
5. Licht de band met de bandenlichters van de velg. Begin hiermee bij het tegenover het ventiel liggende<br />
punt.<br />
6. Trek de binnenband uit de buitenband. Onthoud de oriëntatie van de binnenband in de buitenband.<br />
7. Zoek de oorzaak voor de lekkage:<br />
• Pomp de defecte binnenband op.<br />
• Zoek het punt waar de lucht ontsnapt.<br />
• Als u het lek gevonden hebt: Draai de binnenband zo om de eigen as dat het ventiel naar binnen<br />
wijst.<br />
8. Als het lek binnen ligt:<br />
• Controleer of het velglint goed zit: Alle spaakboringen moeten afgedekt zijn. Neem als dat niet het<br />
geval is, contact op met uw fietsspecialist.<br />
• Controleer de velg op beschadigingen (scherpe kanten, bramen enz.). Neem als u een dergelijke<br />
beschadiging vaststelt, contact op met uw fietsspecialist.<br />
• Controleer of een of twee kleine gaatjes naast elkaar liggen.<br />
OPMERKING:<br />
Twee kleine gaatjes zijn een aanwijzing voor een doorslag (snake bite). Dit komt vaker voor bij het<br />
met een te lage bandenspanning rijden over hoekige hindernissen.<br />
Als de velg niet beschadigd is: nieuwe binnenband monteren.<br />
103
104<br />
9. Als het lek buiten ligt:<br />
• Houd de binnenband zo naast de velg met buitenband als hij gemonteerd was. Onderzoek de buitenband<br />
op het punt waar het gat in de binnenband zich bevindt. Vaak steekt nog een doorn, een steentje<br />
of een glassplinter in de buitenband.<br />
VOORZICHTIG Gevaar voor snijletsel<br />
Als u de binnenzijde van de band aftast met uw duim of vinger, kunt u letsel oplopen door<br />
scherpkantige voorwerpen die zich eventueel nog in de band bevinden.<br />
• Vermijd te snel aftasten van de bandbinnenzijde met duim en vingers.<br />
• Tast de bandwanden heel voorzichtig af.<br />
10. Verwijder het veroorzakende voorwerp voorzichtig met de vingernagel of een zakmes of iets dergelijks.<br />
Als een groot gedeelte van de buitenband beschadigd is, moet deze eveneens worden vervangen.<br />
Als een buitenbandwissel nodig is:<br />
OPMERKING:<br />
Een nieuwe band is noodzakelijk als een duidelijk zichtbare beschadiging aan de band opgetreden is, die<br />
eenduidig groter is dan een kleine insteking.<br />
11. Verwijder de oude band helemaal van de velg.<br />
12. Monteer de nieuwe buitenband met een flank op de velg. Let daarbij op dat de pijl voor de looprichting<br />
op de buitenband (indien voorhanden) overeenstemt met de draairichting tijdens het rijden.<br />
Als geen buitenbandwissel nodig is:<br />
13. Pomp de nieuwe binnenband zo op dat hij een beetje vorm krijgt.<br />
14. Steek het ventiel door het ventielgat in de velg. Het ventiel moet naar het middelpunt van het wiel wijzen.<br />
15. Druk nu de buitenbandflank die nog buiten de velg zit ter hoogte van het ventiel in het velgbed.<br />
16. Druk de buitenflank van de band gelijktijdig omlopend in het velgbed. Begin daarmee bij het ventiel.<br />
17. Tegenover het ventiel kan iets meer kracht nodig zijn om de band in het velgbed te drukken. Gebruik<br />
daarvoor de bandenlichters. Let op dat u daarbij niet de binnenband beschadigt.<br />
18. Pomp de binnenband iets op.<br />
19. Rol de binnenband rondom haaks op de looprichting heen en weer. Let daarbij op dat de band gelijkmatig<br />
op de velg zit en de binnenband nergens te zien is.<br />
20. Pomp de band op tot de voorgeschreven bandenspanning. Een vermelding van de toelaatbare bandenspanning<br />
is op de zijwand van elke buitenband gedrukt.<br />
21. Monteer het wiel volgens par. 13.1.2, Voorwiel monteren c.q. 13.1.4, Achterwiel monteren.<br />
22. Controleer de banden nogmaals. Zie par. 7.1.2.4, Banden controleren.
16. Fiets niet gebruiken gedurende een langere periode<br />
GHOST-bikeS<br />
OPMERKING:<br />
Het verkeerd opslaan van uw fiets kan lagers en banden beschadigen alsmede corrosie in de hand werken.<br />
Sla uw fiets op volgens de onderstaande aanwijzingen als u verwacht, uw fiets langer dan 2 maanden<br />
niet te gebruiken.<br />
1. Reinig en onderhoud uw fiets zoals in par. 14.2, Zo reinigt en verzorgt u uw fiets beschreven.<br />
2. Zet uw fiets alleen in droge en stofarme ruimtes.<br />
3. Gebruik geschikte fietsstandaards (bijv. 3-pootstandaard). Raadpleeg hiervoor uw fietsspecialist.<br />
4. Als uw fiets met één of met beide wielen op de grond staat<br />
• Til uw fiets dan elke 2-3 weken op en draai de wielen met de hand een paar slagen rond.<br />
• Beweeg het stuur een paar keer heen en weer.<br />
• Draai de cranks een paar slagen met de hand rond tegen de aandrijfrichting in.<br />
5. Alvorens de fiets weer in gebruik te nemen, voert u een controle volgens hfst. 7, Voor elke rit uit.<br />
17. Fiets afvoeren<br />
Net als alle elektrische en elektronische apparaten bevat uw fiets stoffen die schadelijk zijn voor mens en<br />
milieu en stoffen die gerecycled kunnen worden.<br />
Lever uw fiets af bij het gemeentelijke milieupark. Uitvoerige informatie over de juiste afvoer van uw fiets<br />
kunt u aanvragen bij uw gemeente of bij uw fietsspecialist.<br />
Voer binnen- en bandbanden met het huisvuil af.<br />
18. Waarborg, garantie<br />
18.1 Algemeen<br />
Voor GHOST fietsen gelden in principe de wettelijke regelingen met betrekking tot garantie resp. eventuele<br />
overeenkomsten die met de desbetreffende dealer werden gesloten. Contactpersoon voor garantieclaims<br />
is de fietsspecialist bij wie de GHOST fiets werd gekocht. Als zich binnen de garantietermijn een gebrek of<br />
schade aan een GHOST fiets voordoet die onder de garantie valt, wend u dan alstublieft tot de desbetreffende<br />
dealer, die een en ander vervolgens voor u zal afhandelen.<br />
18.2 Houdbaarheidsgarantie op frame vanaf modeljaar 2011<br />
Als aanvulling op de wettelijke garantie geeft de firma GHOST afhankelijk van het frametype een houdbaarheidsgarantie<br />
van in totaal 3 resp. 5 jaar, voor zover u als eindklant de bij de fiets bijgevoegde garantiekaart<br />
die zich in de gebruiksaanwijzing bevindt, ingevuld naar de firma GHOST opstuurt. Alternatief is ook een<br />
online-registratie via de internetpagina van GHOST mogelijk. De garantietermijn begint met de aankoop van<br />
de nieuwe fiets door u als eindklant bij de fietsspecialist. Als de bij de fiets bijgevoegde garantiekaart niet<br />
naar de firma GHOST wordt opgestuurd of als de fiets niet online wordt geregistreerd, wordt de garantie niet<br />
verleend. De garantieclaims blijven onverminderd van kracht.<br />
105
106<br />
Voor de garantie gelden de volgende periodes:<br />
1. De garantie van 3 jaar is mogelijk bij Enduro-, Northshore-, Downhill-, 4CROSS en Dirt-frames.<br />
2. Garantie van 5 jaar is mogelijk bij alle frames die niet tot de bovengenoemde categorieën behoren.<br />
De garantie heeft alleen betrekking op de frameconstructie en niet op het lakwerk en het decor.<br />
Aanspraak op garantie bestaat niet:<br />
• Bij gebreken en schade die te wijten zijn aan het feit dat richtlijnen en aanwijzingen in de gebruiksaanwijzingen<br />
niet werden nageleefd.<br />
• Bij gebreken en schade die te wijten zijn aan overmacht, een ongeval, ondeskundig gebruik, onvakkundig<br />
uitgevoerde reparaties, gebrekkig onderhoud of slijtage.<br />
• Bij gebreken en schade die te wijten zijn aan het feit dat bij het vervangen van onderdelen ongeoorloofde<br />
onderdelen gebruikt zijn.<br />
• Bij aanpassingen aan het product zonder voorafgaande toestemming van de firma GHOST-Bikes indien<br />
gebreken en schade daarop kunnen worden teruggevoerd.<br />
Bij een reclamatie binnen de genoemde extra garantieperiode, echter buiten de garantietermijn, wordt alleen<br />
het defecte frame gerepareerd of vervangen. Kosten voor een eventueel vereiste ombouw van componenten<br />
resp. voor de verzending van een frame binnen de genoemde periode worden niet aanvaard resp. vergoed.<br />
De betreffende frames moeten dus binnen deze periode in gedemonteerde toestand franco naar de firma<br />
GHOST-Bikes worden gezonden. Bij een vervanging van het frame binnen de garantieperiode begint deze<br />
voor het nieuwe frame vanaf het tijdstip van de vervanging opnieuw.<br />
Als voor een actuele vervanging van een frame, hetzelfde type frame niet meer ter beschikking staat, behoudt<br />
de firma GHOST zich het recht voor, een vervangend frame te leveren dat qua vorm en kleur kan<br />
verschillen van het originele frame, echter gelijkwaardig of hoogwaardiger is.<br />
Aanspraken op schadevergoeding blijven naast deze garantie onverminderd bestaan.
19. Overzichtsafbeeldingen met alle fietsonderdelen<br />
Frame<br />
Zadel<br />
Zadelpen<br />
Zadelstrop /<br />
klembeugel<br />
Zitbuis<br />
Achterwielvering<br />
Veerschommel<br />
Scharnierpunt<br />
Staande achtervork/zitbuis<br />
Derailleur<br />
Tandwielpakket/<br />
tandwielcassette/<br />
pignons (bestaat uit<br />
afzonderlijke pignons/<br />
tandwielen)<br />
Versnellingskabel<br />
Versnellingsmechanisme<br />
Liggende achtervork<br />
Achterwiel<br />
Rolletjes van het schakelmechanisme<br />
Kettingblad<br />
Ketting<br />
Bagagedrager<br />
Achterlicht<br />
Reflector (achter)<br />
Fietsstandaard/<br />
standaard/<br />
zijstandaard<br />
Crankbout<br />
Pedaal<br />
Reflector (pedaal)<br />
FRAMEBESCHRIJVING<br />
(begrippen)<br />
FRAMEBESCHRIJVING<br />
(begrippen)<br />
GHOST-bikeS<br />
Handvat/stuurhandvat<br />
Stuur<br />
Stuurpen<br />
Stuurbuis<br />
Bovenbuis<br />
Remleiding<br />
Vork/geveerde voorvork<br />
Veer-/demperelement/<br />
demper<br />
Onderbuis<br />
Voorwiel<br />
Banden<br />
Velg<br />
Rem/schijfrem<br />
Remschijf<br />
Spaak<br />
Ventiel<br />
Crankstel<br />
Crank<br />
Koplamp<br />
(met geïntegreerde<br />
reflector)<br />
Remkabel<br />
Bedrading/kabel<br />
Rem/velgrem<br />
Vork<br />
Spatbord, spatscherm<br />
Spatbordstang<br />
Uitvaleinde<br />
Naaf, voor<br />
Kettingbladbout<br />
Kettingblad/<br />
kettingbladen<br />
Velg<br />
Reflectiestreep (band)<br />
107
108<br />
Remkabel c.q.<br />
remleiding (Magura)<br />
Velgrem (racefiets)/<br />
velgrem (Magura)/<br />
velgrem (MTB)<br />
Remleiding<br />
Velgrem (Magura)<br />
Remzadel/<br />
remsokkel/<br />
remklauw/<br />
remvoering/<br />
remblokje/<br />
remschoen/<br />
remblokje<br />
Bevestigingshendel (Magura)<br />
DETAILAANZICHT<br />
(velgrem racefiets)<br />
DETAILAANZICHT<br />
(velgrem Magura)<br />
Remzadel/<br />
remsokkel/<br />
remklauw/<br />
remvoering/<br />
remblokje/<br />
remschoen/<br />
remblokje<br />
Vork<br />
Insteekbuis<br />
Brakebooster<br />
Vorkbrug<br />
Staande buis
Kettingschakel/<br />
schalmplaat<br />
Ventieldopje/stofkapje<br />
Ventiel<br />
Ventielmoer<br />
Versnellingshendel<br />
Handvat/stuurhandvat<br />
Bar end (hoorntje)<br />
DETAILAANZICHT<br />
(wiel)<br />
DETAILAANZICHT<br />
(stuur)<br />
GHOST-bikeS<br />
Kettingbout<br />
Banden<br />
Velg<br />
Zijkant van de velg<br />
Slijtage-indicator<br />
Stuurpen<br />
Remhendel<br />
109
110<br />
Naaf, achter<br />
Tandwielpakket/<br />
tandwielcassette/<br />
pignons (bestaat uit<br />
afzonderlijke pignons/<br />
tandwielen)<br />
Schakelmechanisme<br />
Vork<br />
Steekverbinding<br />
Uitvaleinde<br />
DETAILAANZICHT<br />
(naaf, achter)<br />
DETAILAANZICHT<br />
(naaf, voor)<br />
Remschijf<br />
Schijfrem<br />
Snelspanas/<br />
snelspanhendel/<br />
snelspanner<br />
Dynamo/naafdynamo
Koplamp<br />
Vorkschacht<br />
(niet zichtbaar,<br />
in de stuurbuis)<br />
Zadelklembout<br />
Zadelpen<br />
Zadelpenklembout<br />
DETAILAANZICHT<br />
(stuurbuis)<br />
DETAILAANZICHT<br />
(zadel)<br />
GHOST-bikeS<br />
Stuurbuis<br />
Balhoofd<br />
Zadel<br />
Zadelstrop<br />
111
20. Colofon<br />
112<br />
Fabrikant: GHOST Bikes GmbH<br />
An der Tongrube 3<br />
95652 Waldsassen<br />
Duitsland<br />
Tel.: +49 9632 92550<br />
Fax: +49 9632 925516<br />
www.GHOST-bikes.com<br />
info@GHOST-bikes.de<br />
Consulting: Andreas Zauhar, Dipl.-Ing. FH<br />
door de KvK voor München en Oberbayern van overheidswege aangesteld<br />
en beëdigde deskundige voor rijwielschade en -beoordelingen<br />
Horner Straße 12d<br />
83329 Waging – Tettenhausen<br />
Duitsland<br />
Tel.: + 49 8681 4779284<br />
Fax: + 49 8681 4779285<br />
www.andreas-zauhar.de<br />
kontakt@andreas-zauhar.de