hoofdstuk 1 - Teus van Eck
hoofdstuk 1 - Teus van Eck
hoofdstuk 1 - Teus van Eck
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
Er kwamen wettelijke eisen voor isolatie <strong>van</strong> nieuwe woningen, stimuleringsregelingen<br />
voor isolatie <strong>van</strong> bestaande woningen, verdere verbeteringen <strong>van</strong> de CV<br />
(combi)gasketel, beperkte uitbreiding <strong>van</strong> stadsverwarming en zeer kleinschalige<br />
introductie <strong>van</strong> zon-PV, zonneboilers en warmtepompen. Verder veranderde er<br />
weinig in de woningbouwsector. De aanneemsom bleef meestal bepalend. De<br />
aannemer bouwde de wat beter geïsoleerde woning en de installateur maakte een<br />
standaard installatie voor verwarming, warm tapwater en elektra. Bij renovaties<br />
werd vaker de spouw en soms het dak en/of vloer geïsoleerd, dubbel glas geplaatst<br />
en de gaskachel ver<strong>van</strong>gen door een gasketel. Dit laatste gaf wel een hoger comfort<br />
maar meestal ook een hoger gasverbruik. Voor verdere integrale aanpak, Warmteterugwinning<br />
(WTW) en energie-efficiënte apparatuur was nauwelijks aandacht.<br />
Kwaliteitscontroles door gemeentes en energiebedrijven verdwenen veelal en<br />
werden de verantwoordelijkheid <strong>van</strong> bedrijven en bewoners.<br />
Door de kortstondige forse prijsstijgingen <strong>van</strong> olie en aardgas midden jaren 80<br />
nam de interesse voor verduurzaming <strong>van</strong> het energieverbruik verder toe. Maar dit<br />
veranderde weer na de snelle prijsdaling voor energie die volgde. Rond de eeuwwisseling<br />
richtte de maatschappelijke en politieke discussie zich vooral op het vrij<br />
maken <strong>van</strong> de energiemarkt. Dit zou de beste oplossing zijn voor een betrouwbare,<br />
betaalbare en schone energievoorziening. Zie voor de ontwikkeling <strong>van</strong> de energiemarkt<br />
ook Rödel 2008 en Van <strong>Eck</strong> 2007.<br />
Pas de laatste jaren lijkt er een (definitieve?) omslag in het denken over de toekomstige<br />
energievoorziening te komen en dringt de noodzaak voor toepassing <strong>van</strong> de<br />
Trias Energetica geleidelijk door. Dit lijkt vooral te komen door:<br />
• De forse prijsstijgingen voor fossiele brandstoffen in combinatie met de toekomstig<br />
verwachtte schaarste. Inmiddels zijn de prijzen weer gedaald en lijkt<br />
de aandacht zich weer veel sterker te gaan richten op de financiële crisis.<br />
• De eindigheid <strong>van</strong> de Nederlandse aardgasvoorraad in combinatie met de<br />
aangetoonde kwetsbaarheid <strong>van</strong> de internationale voorziening.<br />
• De koppeling <strong>van</strong> het energieprobleem aan het klimaatprobleem, vooral na<br />
het optreden <strong>van</strong> Al Gore.<br />
Omdat het energieverbruik in woningen ca. 25% <strong>van</strong> het totale verbruik <strong>van</strong> elektriciteit<br />
en warmte is heeft de overheid <strong>van</strong> toepassing <strong>van</strong> de Trias Energetica voor<br />
deze sector een speerpunt gemaakt. Er zijn inmiddels veel initiatieven (zie o.a. ook<br />
VVM/Milieu 2009) maar hoe groot is de realiteitswaarde? Wat zijn de technische<br />
mogelijkheden, wat kost het en wat presteert het binnen de Trias Energetica? Is er stimulerende<br />
wet- en regelgeving en werken alle betrokken actoren nu integraal samen<br />
in bouwprojecten met als eerste prioriteit verduurzaming <strong>van</strong> het energieverbruik in<br />
woningen? Hiermede zijn we weer terug bij de probleemstelling <strong>van</strong> dit boek.<br />
3.2.3 Situatie in de energiesector<br />
De energiesector is traditioneel erg technisch georiënteerd met veel aandacht voor<br />
het fysiek systeem. Na de liberalisering <strong>van</strong> de energiemarkt is de totale fysieke<br />
keten <strong>van</strong> brandstofwinning tot eindverbruikers wettelijk en commercieel in een<br />
aantal afzonderlijke delen opgesplitst. Er is wel veel meer aandacht voor commercie<br />
en risicomanagement gekomen, maar een integrale benadering <strong>van</strong> het<br />
3.2.2 Situatie in de bouwsector<br />
35