TCHOUKBALL - Index of - Klasse

dROOMJOB
“iK sNiJ GeeN KeLeN OVeR”
Bram (17)
* zesdejaars in Elishout,
Anderlecht
* troeft z’n stiefpa af op de fiets
* op de iPod: van Guns ’n
Roses tot Paul Severs. Ambi!
“Ik ben een vleeskenner. Als ik met
m’n lief op straat loop en we maken
een opmerking over een knap meisje,
dan kan ik dat altijd goedpraten
(grijnst). Maar ik ben geen slachter.
Een slachter doodt het dier en verdeelt
het in grote stukken, een slager
versnijdt dat tot verkoopbaar vlees,
en een spekslager verwerkt het vlees
tot patés, salami en dergelijke. Wij leren
geen kelen oversnijden.”
“ik ben pas in ’t vijfde overgestapt
naar tso beenhouwerij, toen ik als
jobstudent bij een slager werkte.
Mijn baas heeft mijn ouders moeten
overtuigen. Het moeilijkste aan deze
opleiding? De namen van elk stukje
vlees. Wat is een peeseind en wat is
een muisstuk?”
“Ik wil een eigen zaak, als mijn vriendin
dat ziet zitten. Een winkel op je
eentje laten draaien is onbegonnen
werk. Het contact met klanten is geweldig.
Tijdens de eindejaarsfeesten
staat er om de vijf minuten iemand
hulpeloos voor je: ‘Hoe lang moet
dat gebraad in de oven?’”
“Als ik thuis kom, zeggen ze: ‘Doe
uw kleren uit, ge stinkt!’ Zelf ruik ik
dat niet meer. Vandaag zijn we met
lam aan ’t werk, dat heeft een geurtje.
Ik heb vegetarische vrienden. Ze
missen iets. Ik kan niet zonder vlees:
geef mij maar biefstuk met friet. Ik
heb al eens hersentjes klaargemaakt.
Lekker, ja...”
SLAGER
In enkele knelpuntberoepen heb je recht op een
‘knelpuntpremie’. Bram vangt zo elk schooljaar meer
dan 200 euro om messen en ander materiaal te kopen.
Een slagersopleiding leidt je regelrecht naar een
job. Kies je startplaats op www.ond.vlaanderen.be/
onderwijsaanbod
“eeN BiL OP Je sCHOUdeR”
Guido (48)
* papa van een tweeling,
geen slagers...
* “Ik ben een nieuwe man!”
* binnenkort toneelpremière
“De vleessector heeft slaag gekregen:
ziektes, de hormonenmaffia,
enz. Dat heeft het imago van ons beroep
nog verzwakt. Maar we hebben
de beste uren van de horeca: de
bakker werkt ’s nachts, een restauranthouder
zit met avondwerk, en
een slager begint ’s morgens en is ’s
avonds thuis.”
“Een goeie slager loopt rond met
een bil van 110 kilo op z’n schouder,
en toont vijf minuten later dat
hij heel fijn werk aankan in de bereidingen.
Hier zijn weinig zittenblijvers:
we hebben heel kleine klassen
en intense begeleiding. Bram begon
alleen aan het vijfde jaar. Als je privéles
krijgt, moet je al moeite doen om
te buizen.”
“Het vlees van gezonde hoevedieren
is iets vetter en heeft meer smaak.
Maar de klanten bepalen de richting
van de voedselindustrie: zij willen
mager en goedkoop vlees. Maar het
vlees is nooit veiliger geweest dan
vandaag, zelfs in de beruchte Bifi- en
Zwan-worstjes. Ze zeggen wel: alles
van de hond zit erin, behalve z’n kot en
z’n ketting, maar dat is niet waar.”
“Ik heb schapen, mijn buurman ook.
Op ’t eind van ’t jaar doen we er allebei
één dood. Maar mijn buurvrouw
wou niet van haar eigen schaap eten,
dat lag te gevoelig. Dus hebben we
van schaap gewisseld, en elkaars
beest met smaak opgegeten.”
6 | Maks! Maks! | 7