23.08.2015 Views

Venhorst_etal_2013_GeslaagdindeStad1

Venhorst_etal_2013_GeslaagdindeStad1

Venhorst_etal_2013_GeslaagdindeStad1

SHOW MORE
SHOW LESS

Create successful ePaper yourself

Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.

Geslaagd in de stad › 141 Inleiding1.1 Aanleiding: brain drain op de langere termijn?In 2011 is het rapport “Brain Drain of Brain Gain: hoger opgeleiden in grote steden inNederland” verschenen, een resultaat van de samenwerking tussen Platform31 (voormaligNICIS Institute), de Faculteit Ruimtelijke Wetenschappen van de RUG en vijfconsortiumgemeenten. In die studie zijn voor deze vijf consortiumgemeenten, te wetenGroningen, Leeuwarden, Rotterdam, Tilburg en Maastricht, de eerste stappen van hbo enuniversitair afgestudeerden op de woning- en arbeidsmarkt verkend.De analyse heeft een aantal in het oog springende resultaten opgeleverd. Zo is gebleken dat desteden van een gegeven jaargang afgestudeerden meer mensen vasthouden, dan dat er vandezelfde groep voorafgaand aan de studie in de stad woonden. Per saldo geen Brain Drain, maarBrain Gain dus. Verder is gebleken dat regionale binding een sterke rol speelt. Afgestudeerdenmet een geschiedenis in de stad (bijvoorbeeld omdat ze er zijn opgegroeid) hebben een twee totdrie keer zo grote kans om te blijven dan studenten die van elders zijn gekomen. Daar komt bijdat studietijd zelf ook binding met de stad met zich meebrengt: een groot deel van de hogeropgeleiden die kort na het behalen van het diploma aan de slag gaan in de stad, of daar wonen,blijken afkomstig te zijn van kennisinstellingen in die stad. Dit geldt vooral voor steden alsLeeuwarden en Groningen, met kennisinstellingen met een breed studieaanbod. Voor steden alsTilburg en Maastricht ligt dit anders. Hiervoor geldt, vooral bij het hbo, dat er veelgespecialiseerde instellingen dicht bij elkaar in de zuidelijke provincies gevestigd zijn, wat toteen grotere regionale uitruil van afgestudeerden leidt. Steden slagen er dus in afgestudeerdenaan te trekken met studierichtingen die ze zelf niet in huis hebben. Voor grote steden zoalsRotterdam geldt dat het aandeel eigen afgestudeerden dat wordt vastgehouden niet eens veelhoger ligt dan diezelfde aandelen voor de middelgrote kennissteden elders in het land. Er isechter wel sprake van een nationale aantrekkingskracht, die we voor de andere middelgrotesteden minder zien. Dit is de aanzienlijke netto stroom afgestudeerden van de overigelandsdelen naar het landsdeel west. Deze netto stroom is dus echter maar een onderdeel van eencomplexer systeem van afgestudeerdenmigratie.1.2 Geslaagd in de stadHet huidige onderzoek, “Geslaagd in de stad” (GIDS), bouwt voort op deze inzichten. In “BrainDrain of Brain Gain” richtten we ons specifiek op de eerste verhuisbewegingen na hetafstuderen. We verleggen nu de aandacht naar de periode rondom dit moment: hoe vergaat hetde afgestudeerden op de langere termijn na het verlaten van het hoger onderwijs? We weten datdit voor de meeste mensen een buitengewoon dynamische levensfase is. De verhuiskansen zijnhoog, men is bezig met gezinsformatie, met het opbouwen van een carrière of het opstarten vaneen eigen bedrijf.Voor steden is inzicht in deze vervolgstappen van groot belang. Slaagt de stad er in ookafgestudeerden aan te trekken die al een of meerdere stappen op de arbeidsmarkt achter de rughebben? Voldoet de woonsituatie in de stad ook op de langere termijn? Voorzien omliggendegemeenten wellicht in aanvullende mogelijkheden op arbeids- en woningmarkt? Gedragenrecent afgestudeerden zich net zo als diegenen die tien jaar eerder het hoger onderwijsverlieten? Wijkt de situatie in de eigen stad af van wat er in andere relevante steden gebeurt?In het kader van dit onderzoek is een consortium samengesteld dat bestaat uit tienmaatschappelijke partijen, de Faculteit Ruimtelijke Wetenschappen van de RijksuniversiteitGroningen en Platform31. De tien maatschappelijke partijen zijn Groningen, Leeuwarden,Zwolle, Emmen, Deventer / Apeldoorn, Enschede, Amsterdam, Rotterdam, Maastricht en deKamer van Koophandel Noord. Wij willen de vertegenwoordigers van deze consortiumpartnershartelijk danken voor de prettige samenwerking en het kritisch meedenken. De data isafkomstig van het Centraal Bureau voor de Statistiek. De medewerkers van het Centrum voorBeleidsstatistiek daar hebben ons met raad en daar terzijde gestaan. We danken collega’s ArjenEdzes, Marije Hamersma en Inge Noback voor hun ondersteuning gedurende dit project. Deverantwoordelijkheid voor de inhoud van dit rapport ligt uiteraard bij de auteurs.

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!