23.08.2015 Views

Venhorst_etal_2013_GeslaagdindeStad1

Venhorst_etal_2013_GeslaagdindeStad1

Venhorst_etal_2013_GeslaagdindeStad1

SHOW MORE
SHOW LESS

Create successful ePaper yourself

Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.

Geslaagd in de stad › 16geeft ons zicht op woonlocaties, huishoudensamenstelling, inkomen uit werk, de sector waariniemand actief is en waar het bedrijf waar men werkt gevestigd is. We gaan ook na of iemandzelfstandig is en zo ja, wat de winstgevendheid, de locatie en de omvang van het bedrijf is. Ookhiervoor geldt dat we afhankelijk zijn van de volledigheid van de registraties. Buitenlandsestudenten die tijdelijk in Nederland verblijven werden niet altijd goed in de GBA geregistreerd.In de grotere steden schrijven studenten zich soms niet goed in, als ze op kamers van eentwijfelachtige rechtmatigheid wonen bijvoorbeeld. De gegevens over werk en zelfstandigheid dieafkomstig zijn van de Belastingdienst zijn onderhevig geweest aan stelselwijzigingen, waardoorzich hier en daar trendbreuken voordoen. Deze nadelen wegen echter niet op tegen de regionaleprecisie waarmee de gegevens beschikbaar zijn. De gegevens uit de GBA die ons ter beschikkingstaan lopen van 1995 tot 2009. De gegevens van de Belastingdienst zijn beschikbaar van 1999tot 2008. Daarnaast baseren we een deel van de analyse op de door het CBS geprepareerdebestanden Sociaal Economische Categorie (1999 tot 2008) en Opleidingsniveau (1999 – 2008).Hieruit volgt dat we sommige afstudeercohorten, zoals de oude cohorten 1990 – 1994, pas jarenna het moment van afstuderen terugvinden in de GBA en de gegevens van de Belastingdienst.Een persoon met een diploma uit 1992 bijvoorbeeld vinden we pas zeven jaar daarna, in 1999,voor het eerst terug in de cijfers van Belastingdienst. Voor de jongere cohorten, bijvoorbeeldafgestudeerden uit het jaar 2004, geldt het tegenovergestelde. Voor deze groep weten we alvanaf vijf jaar voorafgaand aan het moment van afstuderen of er inkomen uit werk, of winst uitonderneming was. Deze groep zien we voor het laatst terug in het jaar 2008, dus vier jaar na hetafstuderen. Voor elk cohort geldt dus, kortom, een uniek “observatievenster”, waarbij een cohortop een gegeven moment ons blikveld inkomt, en er na verloop van tijd weer uit verdwijnt.Figuur 1.1 vat dit verband tussen verslagjaren, meetmomenten en tijd ten opzichte van verlatenhoger onderwijs nog eens samen.Figuur 1.1: Lexis diagram, verband tussen cohort, verslagjaar, meetmoment en tijdt.o.v. verlaten hoger onderwijsVoor alle informatiebronnen geldt dat we steeds de situatie op 1 december van een gegevenkalender- of CBS verslagjaar hebben genomen. We werken dus met een peildatum, envergelijken de situatie met die van het jaar daarvoor of daarna. Dit noemen we in dit rapport eenmeetmoment. Het GBA observatievenster is, gezien het feit dat we daar de beschikking hebbenover de gegevens van 1995-2009, breder dan dat van de gegevens van de Belastingdienst. DeGBA levert dus maximaal 15 meetmomenten op, in tegenstelling tot de 10 meetmomenten uit deBelastingdienst informatie. De relatie tussen cohort, meetmoment, en het onderliggende

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!