23.08.2015 Views

Venhorst_etal_2013_GeslaagdindeStad1

Venhorst_etal_2013_GeslaagdindeStad1

Venhorst_etal_2013_GeslaagdindeStad1

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

Geslaagd in de stad › 24In de onderstaande figuren 2.4a tot en met 2.4j gaan we specifiek in op de aantallen perconsortiumgemeente. Hierbij geven we de aantallen per cohort weer. Zo is zichtbaar of er zichveranderingen hebben voorgedaan in de keuzes van opeenvolgende cohorten. Daarnaast iszichtbaar wat het effect van de verschillen in omvang tussen de cohorten is op de aantallen diewe terugvinden in de steden. Bij een groter cohort verwacht je ook meer verlaters hogeronderwijs in de stad. Echter, het kan ook zijn dat sommige steden juist boven- of benedengemiddeld meeprofiteren van de toename in cohortomvang. Dit laatste kan veroorzaakt wordendoor verschillende factoren. Zo kan de groei van bepaalde cohorten vooral hebbenplaatsgevonden in studierichtingen die in de stad niet aangeboden worden, of, gerelateerdhieraan, in sectoren die in de stad niet tot de belangrijke economische activiteiten behoren.De analyse is gebaseerd op de gegevens uit de Gemeentelijke Basisadmistratie, van 1995 tot2009. We kunnen de woonlocatie van een cohort daarmee dus maximaal 15 jaar volgen.Sommige cohorten verlaten het hoger onderwijs tijdens deze periode. Dit geldt voor de cohorten1995 tot en met 2006. Deze groepen zijn dus zelfs deels voorafgaand aan het verlaten hogeronderwijs terug te vinden. De oudere cohorten (1990 tot en met 1994) zijn in 1995 alafgestudeerd. Voor deze groepen zien we alleen de bewegingen na het verlaten van het hogeronderwijs. Zo komt het, dat we de cohorten steeds op verschillende momenten ten opzichte vanhet afstuderen tegenkomen in de cijfers. Dit veroorzaakt het verspringende verloop van deverschillende lijnen per cohort in de onderstaande figuren.Figuur 2.4a: aantal verlaters hoger onderwijs woonachtig in Groningen, permeetmoment, naar cohorten en gemiddelde over alle cohortenWe beginnen in figuur 2.4a met Groningen. Hier is duidelijk zichtbaar dat de stad heeftgeprofiteerd van de grotere omvang van de meer recente cohorten. Van het meest recentecohort, 2006, wonen er rond het moment van afstuderen rond de 1000 verlaters hogeronderwijs meer in Groningen, dan van de jaargang ervoor (2005). Over het algemeen liggen delijnen die betrekking hebben op meer recente cohorten boven de lijnen die het patroon van deoudere cohorten weergeven. Voor alle cohorten geldt dat er na T = -1 (dat is dus een jaarvoorafgaand aan het verlaten hoger onderwijs) een netto uitstroom op gang komt, die zich vanafeen jaar of vijf na het afstuderen wat meer lijkt te stabiliseren. Wanneer we ons concentreren opde individuele lijnen per cohort is te zien dat zij steeds ongeveer hetzelfde beeld geven, deonderliggende gedragingen lijken dus niet heel erg te veranderen over tijd. Wanneer de totaleomvang van de cohorten toeneemt, neemt het totaal aantal hoger opgeleiden in de stad toe. Bij

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!