Voor God
maar niet voor het v aderland - Geschiedenis Geschreven
maar niet voor het v aderland - Geschiedenis Geschreven
- No tags were found...
You also want an ePaper? Increase the reach of your titles
YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.
‘Mijn verhaal<br />
had er ook<br />
heel anders<br />
uit kunnen<br />
zien. Bij elke<br />
verhuizing<br />
waren er<br />
achterblijvers,<br />
die moderniseerden.’<br />
‘Nu was vervolgens de vraag of een familielid van<br />
die uitgedijde familie De Veer/Fehr uiteindelijk vanuit<br />
Canada in Mexico was terechtgekomen. Bij een<br />
verhuizing waren er ook altijd achterblijvers. Die<br />
waren zelfs veelal in de meerderheid. Het vinden<br />
van een Fehr in het Mexicaanse Sabinal leek mij niet<br />
eenvoudig; zij maken geen gebruik van telefoon en<br />
televisie, laat staan van computers met email. Het<br />
Mennonite Heritage Centre hielp mij aan een contact<br />
bij de Mennonite Church Canada (MCC), een vanuit<br />
de kerk geleide organisatie van vrijwilligers die zich<br />
inzet voor geloofsbroeders wereldwijd. Het MCC had<br />
een vrijwilligerspost in Noord-Mexico, waarvandaan<br />
men de diverse mennonietenkolonies bediende.<br />
Iemand van MCC is toen naar Sabinal toe gereden<br />
en heeft voor mij contact gezocht met de leiders van<br />
de kolonie. Heel toevallig bleek de religieus leider<br />
(de ‘oudste’) van Sabinal zelf een Fehr. Ik had hierbij<br />
ontzettend veel geluk, want het is nog maar de vraag<br />
of ik entree in deze afgesloten kolonie had gehad als<br />
iemand anders dan de oudste met een buitenlandse,<br />
vrouwelijke onderzoeker was aangekomen.’<br />
Omdat Kouwenhoven het verhaal van de kolonisten<br />
in Mexico wilde vertellen werkte ze genealogisch<br />
terug in de tijd. Hiermee koos zij voor een bepaalde<br />
lijn in het familieverhaal. ‘Als ik vanuit Gijsbert Jansz<br />
de Veer onderzoek had gedaan – zonder per se uit te<br />
hoeven komen in Mexico – had mijn verhaal er heel<br />
anders uit kunnen zien. Bij elke verhuizing waren<br />
er achterblijvers die moderniseerden. Nazaten van<br />
achterblijvers in Canada zijn bijvoorbeeld rijke industriëlen<br />
geworden.’<br />
Stamvader Gijsbert Jansz de Veer<br />
De familie die Kouwenhoven zou beschrijven was<br />
gevonden. Er was een Gijsbert Janz de Veer uit<br />
Amsterdam. Een van zijn nakomelingen was Jacob<br />
Fehr II. Hij emigreerde in 1874 van Zuid-Rusland naar<br />
Canada. Zijn verre achterkleinkinderen wonen nu<br />
deels in Sabinal. Maar hoe zit nu die migratiegeschiedenis<br />
in elkaar?<br />
‘Aanvullende informatie over stamvader Gijsbert de<br />
Veer vond ik in Nederlands Patriciaat en enkele andere<br />
bronnen bij het Centraal Bureau voor Genealogie.<br />
Gijsbert was koopman in granen in het zestiendeeeuwse<br />
Amsterdam en Danzig. Het Oostzeegebied<br />
diende in die tijd als graanschuur voor Europa en<br />
Nederlanders speelden een grote rol in het handelsverkeer<br />
tussen Danzig en stapelmarkt Amsterdam.<br />
Gijsberts zoon Nicolaas was een rijke koopman,<br />
Oostzeevaarder en bovendien leraar (dominee) in<br />
de doopsgezinde gemeente van Amsterdam. Ook<br />
andere zonen van Gijsbert verdienden goed aan de<br />
graanhandel en hadden zich inmiddels in Danzig<br />
gevestigd. In 1612 besloot Gijsbert Amsterdam te<br />
verlaten en zich definitief bij zijn zoons in Danzig te<br />
voegen. Uit het oudste kerkboek van de zogenoemde<br />
gemeente der Oude Vlamingen bleek dat hij zich<br />
had aangesloten bij een substantiële groep van van<br />
oorsprong Nederlandse en Vlaamse geloofsgenoten<br />
in de Poolse Wisla-delta. ‘<strong>Voor</strong> mijn onderzoek<br />
naar Nederlandse doopsgezinden in de Wisla-delta<br />
was de correspondentie tussen hen en hun geloofsbroeders<br />
die waren achtergebleven in Amsterdam<br />
en Haarlem van belang. Deze raadpleegde ik in het<br />
Stadsarchief Amsterdam. Ook de bijzondere collectie<br />
Doopsgezinden van de Amsterdamse universiteitsbibliotheek<br />
aan de Oude Turfmarkt was een<br />
interessante bron voor onderzoek naar doopsgezinde<br />
emigranten.’<br />
De gemeente waar Gijsbert zich bij aansloot, was<br />
een conservatieve groepering binnen de Men nonietenkolonie<br />
in Polen. De conservatieve houding<br />
sprak onder andere uit de sobere kledingvoorschriften.<br />
Zo mochten broeken geen knopen en knoopsgaten<br />
hebben – een wereldse vinding – en<br />
dienden kragen en hemden niet gestreken<br />
te worden. Ondanks – of misschien<br />
wel dankzij – zijn sobere levensstijl was<br />
Gijsbert, evenals zijn zonen en kleinzonen<br />
en andere leden van de Vlaamse gemeente,<br />
uitermate welvarend. Toen de graanhandel<br />
echter door verschillende oorlogen<br />
tussen landen rond de Oostzee inzakte,<br />
liet Gijsberts kleinzoon Gijsbert III (1640-<br />
1693) de graanhandel voor wat die was en<br />
koos voor een bestaan in de textielnijverheid.<br />
Hij produceerde en verhandelde<br />
passementen, goudborduursels voor de<br />
kleding van de rijke Poolse adel.<br />
Begin van isolatie<br />
Mennonieten als Gijsbert III leefden in<br />
eigen ‘kolonies’ – gekenmerkt door Nederlands uitziende<br />
boerderijen en molens – buiten de stadsmuren.<br />
Omdat zij autonomie verkozen boven geregeerd<br />
te worden door het stadsbestuur (om zodoende<br />
bijvoorbeeld onder de dienstplicht uit te komen die<br />
zij als pacifisten verafschuwden) bezaten zij geen<br />
burgerrechten en mochten zij niet in de stad wonen.<br />
‘Je kunt stellen dat door de gedwongen huisvesting<br />
van bevolkingsgroepen in aparte wijken en de bejegening<br />
van de Poolse bestuurders, de al bestaande<br />
sterke samenwerking van mennonieten onderling<br />
alleen maar werd gestimuleerd,’ stelt Kouwenhoven.<br />
‘In feite zie je hier in Danzig al de eerste stap in de<br />
richting van afzondering van de omliggende maatschappij<br />
– zoals overduidelijk nu het geval is met de<br />
mennonieten in Mexico – zij het niet uit eigen vrije<br />
wil, niet om religieuze redenen, maar gedwongen<br />
door de Poolse overheid.’<br />
De opgebouwde rijkdom van de mennonieten was<br />
rond 1800 veranderd in bittere armoede. De vele oorlogen<br />
in de regio en een uitbraak van een pestepidemie<br />
eisten hun tol. Naar verwachting werd ongeveer<br />
veertig procent van de Vlaamse gemeente slachtoffer<br />
van de besmettelijke ziekte. Daaronder waren waarschijnlijk<br />
ook diverse leden van de familie De Veer,<br />
aangezien de stamboom hier hiaten vertoont. In<br />
literatuur over de migratie van Nederlandse mennonieten<br />
kwam Kouwenhoven echter een achterkleinzoon<br />
van stamvader Gijsbert tegen. Deze Benjamin<br />
I zou de familiegeschiedenis verder naar het Poolse<br />
platteland en later naar Oekraïne voeren.<br />
Benjamin emigreerde in 1789 met zijn gezin van<br />
het Poolse Mariënburger Werder naar Zuid-Rusland<br />
Genealogie 18 - 2012 10