Brief verscherpt toezicht Stichting Zout - Inspectie voor de ...

Vanwege het feit dat beide zorgmanagers niet mee wilden werken aan het
verbetertraject en om die reden op non actief zijn gesteld, heeft de bestuurder
van de stichting besloten om te stoppen met het verlenen van zorg en is het
verbetertraject in overleg met de inspectie vervangen door een afbouw traject.
Ons kenmerk
2013-506561/V57020/P9/
MD/MvdB
Datum
25 april 2013
Op 11 maart 2013 wordt de inspectie door de directeur van de stichting
geïnformeerd over personele problemen en de beëindiging van het contract met
Saron Zorg en Dienstverlening. De directeur de stichting informeert de inspectie
en het zorgkantoor over mogelijke fraude met PGB gelden. Op 19 maart 2013
wordt de inspectie op de hoogte gesteld van het feit dat de stichting zal stoppen
met het verlenen van zorg. Tot die tijd zijn twee medewerkers met ervaring in de
zorg en de verslavingszorg aangesteld. Tevens is er een medewerker aangesteld
voor de begeleiding op het gebied van dagbesteding. Op 2, 3 en 5 april 2013
informeert de directeur het zorgkantoor onder meer dat de huurovereenkomsten
met de cliënten zijn opgezegd en dat de stichting niet voor alle cliënten
verantwoordelijk is om vervangende huisvesting te vinden of daarin te
bemiddelen. Verder bericht hij het zorgkantoor over wederom personele
problemen. Het zorgkantoor bericht de stichting op 5 april 2013 dat de directeur
vanwege de ontstane acute situatie op zeer korte termijn concrete afspraken moet
maken met stichting de Brug voor overname van cliënten van de stichting.
Stichting de Brug in Katwijk is door het zorgkantoor gevraagd om de
zorgverlening voor de cliënten van de stichting over te nemen.
De inspectie constateerde op 3 april 2013 dat de stichting alle huurcontracten
heeft opgezegd. De cliënten van de stichting hebben hierdoor geen zekerheid over
hun huisvesting. Het risico op een acute crisis is voor een aantal cliënten direct
aanwezig omdat zij niet de zorg krijgen die zij nodig hebben. En tevens het risico
lopen dakloos te worden.
Vanwege de risico’s en de onduidelijkheid over de wijze van overdracht van
cliënten heeft de inspectie op 16 april 2013 een voornemen tot bevel gezonden
aan de stichting. Het voorgenomen bevel was gericht op het stopzetten van alle
zorgactiviteiten door de stichting en een verantwoorde overdracht van cliënten
naar een andere zorgaanbieder. Naar aanleiding van dit voornemen heeft er op
maandag 22 april 2013 een zienswijze gesprek plaatsgevonden. Naar aanleiding
van dit zienswijze gesprek heeft de inspectie vastgesteld dat u wilt stoppen met
het leveren van zorg. Echter was en is er veel onduidelijkheid over de wijze
waarop u zorgt draag voor een verantwoorde overdracht van de hele groep
cliënten. U gaf aan voor alle cliënten een ondertekende verklaring te hebben
waaruit bleek dat zij geen zorg meer wensen te ontvangen van de stichting en dat
zij elders zorg gaan inkopen of vooralsnog geen zorg meer wensen te ontvangen.
Uit de stukken die u heeft toegezonden op 22 april 2013 blijkt onvoldoende dat er
een concreet en passend alternatief is voor de hele groep cliënten. De
verklaringen zijn niet volledig en op basis hiervan kan de inspectie niet
concluderen dat u zorg draagt voor een verantwoorde overdracht. Tevens blijkt
onvoldoende dat er gewaarborgd is dat de zorg gecontinueerd wordt totdat een
verantwoorde overdracht heeft plaatsgevonden. U heeft een overzicht verstrekt
waaruit zou blijken hoe de overdracht geregeld is echter bij nader onderzoek blijkt
deze lijst onjuist en onvolledig op veel punten.
Pagina 2 van 3