10.11.2022 Views

TIB 2022, nummer 5

Create successful ePaper yourself

Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.

05

TIJDSCHRIFT INTERN BEGELEIDERS

THEMA Internaliserend gedrag

Jaargang 12, november 2022

PRAKTIJK

Hoe krijg je stille leerlingen

in het vizier?

IB-INNOVATIEF

Geef de jeugdhulpverlener

toegang tot je klas

ONTWIKKELING

Hoe kunnen de IB’er en de expert-leraar

elkaar versterken?

ACHTERGROND

Stapsgewijs werken aan een

fijn groepsklimaat

Interview

Veerle van den Noortgate


Omdat

hij de best opgeleide

begeleider verdient…

Als begeleider helpt u voorkomen dat kinderen buiten de boot vallen

en managet u de onderwijszorg binnen uw school. Dankbaar, maar

verantwoordelijk werk dus, waarin het belangrijk is alle innovatie bij te

houden. Dat stelt hoge eisen aan het verwerven en bijhouden van

uw vakkennis. Hoe vindt u de beste opleiding uit het grote aanbod?

Antwoord: kies een opleiding die is opgenomen in het Register

van het Centrum voor Post-Initieel Onderwijs Nederland. CPION

toetst, registreert en diplomeert het cursusaanbod voor postinitiële

opleidingen. Alleen als deze voldoen aan de strengste

kwaliteitscriteria krijgen ze het predikaat Registeropleiding. Zie het

als een garantie voor de waarde van uw diploma of certificaat. En

voor de best mogelijke onderwijszorg aan kinderen die het nodig

hebben.

…verdienen alle

deelnemers aan

deze opleidingen

een felicitatie:

CPION feliciteert iedereen die zich via

de opleidingen hiernaast (nog beter)

voorbereiden op hun dankbare werk.

Al deze Post-HBO Registeropleidingen zijn

inhoudelijk getoetst op inhoud en niveau

en voldoen aan de strenge kwaliteitseisen van

de Stichting PHBO Nederland.

Bureau Meesterschap, Jonge Kind Specialist

Driestar Hogeschool, Jonge Kind Specialist

ECNO, Jonge Kind Specialist

Fontys Hogeschool Kind en Educatie,

Jonge Kind Specialist

Haagse Hogeschool unit Pabo, Jonge Kind Specialist

HAN Educatie Pro, Jonge Kind Specialist

HanzePro, Hanzehogeschool Groningen,

Jonge Kind Specialist

Hogeschool IPABO unit Nascholing &

Contractactiviteiten, Jonge Kind Specialist

Hogeschool KPZ, Jonge Kind Specialist

Hogeschool Utrecht, Centrum Theo Thijssen,

Jonge Kind Specialist

Hogeschool Viaa, Educatieve Academie,

Jonge Kind Specialist

Hogeschool Windesheim, Christelijke unit Marketing

en Communicatie afd Zorg & Welzijn,

Jonge Kind Specialist

Kempel, Hogeschool de, Jonge Kind Specialist

Marnix Onderwijscentrum, Jonge Kind Specialist

Onderwijs Maak Je Samen, Jonge Kind Specialist

Thomas More Hogeschool, Jonge Kind Specialist

Bureau Meesterschap, Intern Begeleider

Driestar Hogeschool, Intern Begeleider

ECNO, Intern Begeleider

Marnix Onderwijscentrum, Intern Begeleider

Onderwijs Maak Je Samen, Intern Begeleider

Inholland Academy,

Intern Begeleider / Remedial Teacher

Academica University of Applied Sciences,

Intern Begeleider / Zorgcoördinator

Inschool BV, Intern Begeleider Primair Onderwijs

Iselinge Academie, Opleiding tot Intern Begeleider

Marnix Onderwijscentrum,

Top-opleiding Intern Begeleider

ECNO, Basisopleiding Gedragsspecialist

Kempel, Hogeschool de,

Basisopleiding Gedragsspecialist

Marnix Onderwijscentrum,

Basisopleiding Gedragsspecialist

Marnix Onderwijscentrum, Top-opleiding Leer- en

Gedragsspecialist

Autisme Centraal, Autisme Centraal Traject

CPION Keurmerk Registeropleidingen

Alleen voor post-initiële opleidingen die er écht toe doen.

CPION Postbus 701 3000 AS Rotterdam tel: +31 (0)10 899 74 30 www.cpion.nl

www.tijdschriftib.nl - TIB nummer 5 © Instondo 2022


INHOUD

THEMA

INTERNALISEREND GEDRAG

Hoe je stille leerlingen in het

vizier krijgt

INTERVIEW

“Probeer altijd het héle kind

te zien!”

In iedere klas zitten leerlingen die

06

meestal onder de radar blijven. Zij

doen wat ze moeten doen, zonder

12

“Het grootste probleem bij het

signaleren is dat het om stille, on-

op te vallen. Stil zijn kan vele oor-

opvallende leerlingen gaat. Maar

zaken hebben, die mogelijk horen

niet alle stille leerlingen hebben

bij de kindkenmerken of verbonden

te maken met internaliserend ge-

zijn aan de context waarin het kind

drag”, zegt psychotherapeut Veerle

functioneert.

van den Noortgate.

IB-INNOVATIEF

Geef de jeugdhulpverlener

toegang tot je klas

Interprofessioneel samenwerken

ONTWIKKELING

Hoe kunnen de IB’er en

de expert-leraar elkaar

versterken?

is een voorwaarde om leerlingen

in staat te stellen zich succes-

Steeds meer scholen werken

17

vol te ontwikkelen, om hen met

complexe problematiek in het

28

met expert-leraren. Wat is een

expert-leraar? Welke taken heeft

regulier onderwijs voldoende

zij? En hoe kan de IB’er met haar

te kunnen ondersteunen en om

samenwerken om het onderwijs

hun gelijke kansen te bieden.

beter te maken?

PRAKTIJK

Problemen zijn er om

samen aan te pakken

ACHTERGROND

Stapsgewijs werken aan

een fijn groepsklimaat

Tijdens jouw werk als IB’er sta

33

je dagelijks voor vraagstukken,

probleemstellingen of casuïstiek.

38

Voordat er een sociaal netwerk

ontstaat en groepsnormen min of

Maar wat werkt? Hoe pak je het

meer een vaste vorm krijgen, gaat

aan? En op welke manier betrek

er een groepsvormende periode

je hier je team bij? Waar ligt jouw

van ongeveer 6 tot 8 weken aan

verantwoordelijkheid en waar ligt

vooraf. Hoe kan de leerkracht

die van de leerkrachten?

daarmee aan de slag?

RUBRIEKEN:

04 Nieuws gemist

27 Column

41 Kennisrotonde

11 Checklist

31 Wet & regelgeving 2022

42 Verwacht

20 Media

36 Van de werkvloer

22 Infographic

37 TIB tips

Noot redactie: In TIB is veelvuldig sprake van de termen intern begeleider/IB’er, leerkracht en leerling. Daar waar verwijzen noodzakelijk is, kiezen wij bij de onderwijsprofessionals voor

de vrouwelijke vorm (zij/haar) en voor leerlingen voor de mannelijke vorm (hij/hem). Uiteraard richten wij ons hiermee op alle intern begeleiders, leerkrachten en leerlingen.

TIB is sponsor van het:

www.tijdschriftib.nl - TIB nummer 5 © Instondo 2022

3


NIEUWS GEMIST

Eveline van Amstel

MENTALE GEZONDHEID MEISJES DAALT HARD

“Tussen 2017 en 2021 is het percentage groep 8-

meisjes met emotionele problemen gestegen van

14 naar 33%. Ook op andere gebieden is er reden tot

zorg”, stelt hoofdonderzoeker Gonneke Stevens van

de Universiteit Utrecht.

Zo is er meer sprake van aandachts- en gedragsproblemen.

Ook zijn ze minder positief over de steun van

vrienden, de sfeer tussen klasgenoten en hun relatie

met leraren. Bij jongens is hun mentale gezondheid

ook gedaald, maar niet zo erg als bij meisjes.

Bron: SCP (14-09-2022)

EXPERTISEPUNT

BURGERSCHAP

PRINSJESDAG:

MEER GELD

Scholen met vragen over hoe zij burgerschapsonderwijs moeten

invullen, kunnen voortaan terecht bij het Expertisepunt Burgerschap.

De ondersteuning is gericht op het duurzaam versterken van het

burgerschapsonderwijs. Daarnaast is het doel het stimuleren van

doelgericht, planmatig en herkenbaar

burgerschapsonderwijs, waarbij de school

een veilige oefenplaats is.

Bron: OCW (16-09-2022)

Om kansenongelijkheid in het

onderwijs aan te pakken komt er

1 miljard euro extra beschikbaar.

Ook wordt er 1 miljard extra geïnvesteerd

om de onderwijskwaliteit

te verbeteren. Verder trekt het

kabinet in 2023 een extra bedrag

van 800 miljoen uit voor schoolleiders,

leraren en onderwijsondersteuners.

Bron: OCW (20-09-2022)

4

www.tijdschriftib.nl - TIB nummer 5 © Instondo 2022


MEER LEERLINGEN

SPECIAAL ONDERWIJS

Er gaan voor het eerst weer meer

leerlingen naar het speciaal onderwijs

dan voor de invoering van

passend onderwijs. Zo telt het so

inmiddels 33.608 leerlingen op 318

scholen en het vso 37.998 leerlingen

op 335 scholen.

In schooljaar 2013/2014 ging het

respectievelijk om 31.800 en 39.300

leerlingen. Volgens de inspectie

doet de oorzaak van deze groei

zich vooral voor in cluster 3 en 4.

Daarnaast vallen leerlingen met

extra ondersteuningsbehoeften

beduidend vaker uit in het regulier

onderwijs. Verder daalt het aantal

(v)so-leerlingen dat tussentijds

of aan het einde van de opleiding

naar regulier onderwijs gaat.

Bron: Onderwijsland

(14-09-2022)

QUOTES

Niks

Geen trommel in mijn tas,

Niet omdat ik ‘t ben vergeten

Ze weten in mijn klas

Er was geen geld voor eten

Mijn vriendjes delen.

Ik eet dankbaar, stil,

Denk aan mijn moeder,

Die dit liever niet wil.

Licht in mijn hoofd,

Zwaar in mijn benen

Gym ik in kleren

Die mijn vriendjes mij lenen.

Ik ga lopend naar huis.

Nee, geen lekke band.

Ik zwaai: tot morgen.

Niks aan de hand

Rian Visser, 2022

- Prof. dr. Jaap Scheerens -

ROOKVERBOD GOED

NAGELEEFD

Sinds augustus 2020 moeten

terreinen bij scholen rookvrij zijn.

Die regel wordt goed nageleefd,

concludeert de Nederlandse

Voedsel- en Warenautoriteit.

De NVWA bezocht 568 scholen om

te kijken of het rookverbod goed

wordt gehandhaafd. Wel moeten

met name po- en vo-instellingen

het rookverbod duidelijker

aanduiden.

Bron: NWA (19-09-2022)

www.tijdschriftib.nl - TIB nummer 5 © Instondo 2022

5


PRAKTIJK

Anton Horeweg

HOE KRIJG JE STILLE LEER-

LINGEN IN HET VIZIER?

Als leraren de eerste weken samen met de intern begeleider hun groep doornemen, zijn er

altijd één of twee leerlingen over wie ze weinig tot niets kunnen vertellen. Dit kunnen heel

goed leerlingen zijn met wie niets aan de hand is, behalve dat ze waarschijnlijk stiller zijn dan

gemiddeld. Dat is op zich geen reden tot zorg.

Of moet dit ‘weinig (kunnen) vertellen’ misschien toch als signaal worden gebruikt?

Stille leerlingen

In iedere klas zitten wel leerlingen die meestal onder

de radar blijven. Zij zijn stil en doen wat ze moeten

doen, zonder op te vallen. Een voorbeeld:

Een leerkracht spreekt met haar IB’er de groep

door. Het schooljaar is dan drie weken oud. De

leerkracht: ”Noah is heel stil in de klas. Ik weet

eigenlijk nog weinig van hem. Hij geeft wel antwoord

op vragen, maar vertelt weinig tot niets

uit zichzelf. Hij wordt geaccepteerd, maar ik kan

eigenlijk maar twee jongens aanwijzen waar hij

wat vaker mee praat: Sam en Luuk. Leerprestaties

gemiddeld. De laatste toets had hij een zeven.”

Stil zijn kan vele oorzaken hebben, die mogelijk horen

bij de kenmerken van het kind, of verbonden zijn aan

de context waarin het functioneert. Ik noem er hierna

een aantal (Horeweg, 2022). Vervolgens ga ik kort in op

stilte die zeker niet problematisch is en wat je kunt

doen om te kijken of er wél iets aan de hand is.

Waarom zijn leerlingen stil?

Leerlingen kunnen stil zijn of worden, omdat zij:

• zich niet op hun gemak voelen in de groep;

• het niet fijn vinden om bij deze leerkracht in de

klas te zitten;

• depressief zijn;

• taal niet goed begrijpen of hun gedachten niet

goed kunnen verwoorden;

• langdurig een niet-passend onderwijsaanbod

krijgen (bijvoorbeeld hoogbegaafde leerlingen);

• onveilig opgroeien – hun zwijgzaamheid is een

overlevingsstrategie;

• thuis geleerd hebben dat stil-zijn een deugd is

(culturele verschillen);

• niet willen dat hun ouders, die al genoeg problemen

hebben, zich zorgen maken over hun gedrag;

• druk zijn in hun hoofd, maar dit niet tonen;

• uit angst wel in de thuissituatie spreken maar

niet op school;

• gepest worden.

Juist omdát er zoveel redenen kunnen zijn, moeten

leerkrachten en intern begeleiders deze leerlingen in

beeld zien te krijgen. In de praktijk zie je dat juist de

stille leerlingen vaak worden bekeken als ‘geen probleem

hier, want het kind is rustig.’ Dat is een aanname

die je moet voorkomen. Het is echter niet nodig elk stil

kind meteen in de categorie ‘alarmfase 3’ te plaatsen.

Stil is niet altijd erg

Moeten leerkrachten altijd iets doen voor de stille

leerlingen in de klas? Zeker niet. Sommige leerlingen

zijn introvert (net als ongeveer een derde van de

wereldbevolking). Mensen verwarren ‘stil en introvert’

al gauw met ongelukkig, sociaal onhandig of chagrijnig.

Ook leerkrachten reageren op stille leerlingen op

basis van hun eigen denkbeelden en verwachtingen,

wat niet altijd passend is voor de benaderingswijze

6

www.tijdschriftib.nl - TIB nummer 5 © Instondo 2022


#gedrag // #leerkrachtvaardigheden // #pedagogischklimaat // #sociaal-emotioneelleren

Tot slot nog een reden die vaak wordt genoemd:

de leerling moet leren sociaal te zijn en dus moet

hij ook meedoen. Het teruggetrokken gedrag heeft

echter niets te maken met verlegen of antisociaal zijn.

Een drukke omgeving kost introverte mensen meer

energie, terwijl extraverte mensen er juist energie

van krijgen. Stille leerlingen kiezen er daarom soms

nadrukkelijk voor zich niet te tonen.

In de praktijk zie je dat juist de

stille leerlingen vaak worden

bekeken als ‘geen probleem hier,

want het kind is rustig’.

Dat is een aanname die je moet

voorkomen.

Ingrid, groep 8: ”Ik vind het leuk op school. Ik weet

eigenlijk ook best veel, maar ik steek nooit mijn

vinger op. Dat vind ik niet nodig. Ik weet ook niet

waarom. Ik luister liever naar wat andere leerlingen

zeggen en dan denk ik vaak: dat wist ik ook!

En dan word ik blij.”

De voorbeelden maken duidelijk dat leerkrachten,

ouders en leerlingen verschillende perspectieven en

verwachtingen kunnen hebben.

van de betreffende leerling. Veel leerkrachten zijn

extravert en nemen die extraversie onbewust als norm:

”Doe gezellig mee met Just Dance.” Of, erger: ”Iedereen

moet meedansen, dus jij ook.” Er zijn echter leerlingen

die stil zijn en leerlingen die wat drukker zijn en dat

is prima. Een andere reden is dat we in het onderwijs

vinden dat leerlingen moeten leren zich te presenteren.

Een stelling die misschien best eens op de discussietafel

mag. Er zijn weinig volwassenen die zich zonder

schroom wel even presenteren aan een zaal vol met

collega’s, maar van leerlingen eisen we het wel.

Stilte als signaal

Waarom dan toch de aandacht gespitst als je als IB’er

merkt dat over één of twee leerlingen nauwelijks iets

kan worden verteld? Er zijn, zoals je hiervoor las, ook

www.tijdschriftib.nl - TIB nummer 5 © Instondo 2022

7


PRAKTIJK

deld of misbruikt, moet je niet dwingen tot praten. Dat

zou ervoor kunnen zorgen dat school óók geen veilige

plek meer voor hen is. In andere gevallen – bijvoorbeeld

bij een leerling met een TOS – kan het juist

goed zijn om het kind te stimuleren deel te nemen

aan interacties in de klas. Uiteraard wel met ondersteuning

van de leerkracht (Sanders, 2017).

Help als IB’er de leraren om de randvoorwaarden optimaal

te maken voor stille leerlingen. Uiteindelijk is

dit goed voor álle leerlingen. Check of je de volgende

punten terugziet in je klassenbezoeken:

De leerkracht:

• werkt aan positieve groepsvorming;

• voert individuele gesprekjes met de stillere leerlingen;

• zoekt stille leerlingen bewust op en noteert hoe

vaak hij hun aandacht geeft op een dag;

• werkt met wisbordjes tijdens de instructie. Zo

kunnen stillere leerlingen ook laten zien wat ze

kunnen;

• stelt de tafelgroepen of tweetallen bewust samen:

geen stil kind bij drie druktemakers. Of laat kinderen

zelf kiezen;

• wisselt de tafelgroepen of tweetallen regelmatig

(na elke vakantie) van plek. (Goed voor de

groepsvorming en vaak fijn voor stille leerlingen

die bij een drukke klasgenoot zitten);

• gebruikt regelmatig binnenkring en buitenkring of

drietallen bij vertellen;

• laat vaak in tweetallen werken;

• bekijkt met de IB’er of alle leerlingen wel een

passend leerstofaanbod hebben;

• heeft zicht op de sociale lijntjes in de klas. Er

wordt drie keer per jaar een sociogram gemaakt

en besproken met de intern begeleider. Stille

leerlingen dreigen namelijk soms buiten de groep

te vallen;

• stimuleert praten wel, maar accepteert ook stilte.

Zoals je eerder kon lezen: niet alle leerlingen vinden

het gezellig als er wordt gedanst, gek gedaan of

gepresenteerd.

8

leerlingen die stil zijn en wel problemen hebben. Zij

kunnen stil zijn als copingstrategie gebruiken. Waarschijnlijk

hebben zij ondervonden dat je maar beter

niet kunt opvallen. Heel vaak worden deze ‘onvrijwillig

stille’ leerlingen ook niet opgemerkt. De subtiele signalen

die zij uitzenden, worden vaak gemist. En soms

zijn er gewoon geen signalen te zien.

Gericht kijken

Om de oorzaak van de stilte te ontdekken moet je

als onderwijsprofessional gericht kijken naar stille

leerlingen. Als intern begeleider zou je eens kunnen

observeren hoe deze stille leerlingen in de klas

zitten. Door planmatig te observeren, krijg je wellicht

informatie die de leerkracht nog niet had. Leer ook

de leerkrachten om elke dag zelf even hun leerlingen

klas te observeren, terwijl ze samen bezig zijn. Tien

minuutjes zijn waarschijnlijk al genoeg. Om te ontdekken

waarom een leerling stil is, zul je als leerkracht

of begeleider heel goed moeten kijken naar

lichaamstaal, mimiek enzovoort. Adviseer hun ook tijd

te nemen om contact te zoeken met stille leerlingen,

ook al lijken die daar niet echt prijs op te stellen.

Maak hun ervan bewust dat er achter internaliserend

gedrag soms een probleem schuilt (maar zeker niet

altijd). Laat ze zich afvragen: hoe komt het dat deze

leerling zo stil is?

Wat kun je doen op school?

Hoe ontdek je of er meer aan de hand is? Soms zie

je het aan sociaal gedrag, lichaamshouding, spraak,

productiviteit in de les, motivatie en/of werkhouding

dat er iets aan de hand is. Bij zorgen kan je als IB’er

meekijken. Zowel jij als de leerkracht hebben dus een

signaleringsfunctie. Als er zorgen zijn, kan de leerkracht

praten met leerling en ouders, zowel afzonderlijk

als samen. Maak het gesprek niet meteen te

zwaar. ”Hoe vind je het in de klas? Vertel eens?” is een

neutrale opening die slechts belangstelling uitstraalt.

Leraren kunnen stille leerlingen adequater begeleiden

als ze tips krijgen voor het omgaan met hen. Zo is het

in sommige situaties bijvoorbeeld beter om praten

juist niet af te dwingen. Denk aan leerlingen met

selectief mutisme (Horeweg, 2021; Sollman, 2018). Ook

leerlingen die thuis worden verwaarloosd, mishanwww.tijdschriftib.nl

- TIB nummer 5 © Instondo 2022


#gedrag // #leerkrachtvaardigheden // #pedagogischklimaat // #sociaal-emotioneelleren

Tot slot

Zorg dat leerlingen over wie weinig te vertellen is

in de groepsbespreking, wat nauwkeuriger worden

bekeken. Niet omdat er wat is, maar omdat er wat kan

zijn. Kijk bij je klassenbezoek of deze stille leerlingen

wel evenredig veel aandacht krijgen van de leerkracht.

Vaak vindt de communicatie grotendeels plaats

met leerlingen die externaliserend gedrag vertonen.

Ook voor introverte leerlingen is het fijn wanneer zij

openlijk worden gewaardeerd voor hun werk of hun

aandeel in de groep. En ook zij worden graag gezien

om wie ze zijn. Zo kan de leerkracht ze langzaam meer

vertrouwen in zichzelf geven. Zij moet actief contact

blijven maken met het kind. Zo kan ze uit de mond van

het kind horen hoe die de stilte ervaart. Bekijk ook of

er interactie met klasgenoten is en hoe die (wellicht

spaarzame) interactie eruitziet. Tot slot een heel sterke

tip. Als je het kind op de gang tegenkomt, geef eens

Tips

• Vraag expliciet aan de leerkracht welke

leerlingen haar niet opvallen/erg stil

zijn. Is er (nu al) reden tot zorg?

• Noteer de namen van deze leerlingen bij

de betreffende klas als aandachtspunt.

• Vraag specifiek naar deze leerlingen bij

de volgende bespreking(en). Is er reden

tot zorg?

• Bespreek met de ouders de mogelijke

zorg en leg indien nodig uit wat je gaat

doen om een beter beeld te krijgen.

Neem de ouders mee in perspectief.

• Observeer de genoemde leerlingen een of

indien nodig meer keer in de klas/pauze.

Let specifiek op leerling-leerlinginteractie

en leerkracht-leerlinginteractie. Is er

reden tot zorg?

• Het doel is volgen. Pas als er reden tot

zorg is volgens de leerkracht of jouw

observatie, ga je specifieker kijken.

een compliment in de volgende vorm: ”Ik hoorde van

je juf dat jij heel geconcentreerd werkt/goed meedoet/

behulpzaam bent.” Deze erkenning van een buitenstaander

die iets van de leerkracht heeft gehoord, zorgt

ervoor dat je als IB’er een boost geeft aan de relatie

tussen leerkracht en kind. De juf moet immers wel héél

tevreden over je zijn, als ze dat aan de intern begeleider

vertelt. Zo zorgen jij en de leerkracht er samen voor

dat ook de stille leerlingen worden gezien. •

Meer lezen?

• Horeweg, A. (2018). De traumasensitieve school.

Anders kijken naar gedragsproblemen in de klas.

Tielt: Lannoocampus.

• Horeweg, A. (2021). Handboek Gedrag op school,

deel 1. Huizen: Pica.

• Horeweg, A. (2022). Als je leerling stil is. Over

mogelijke oorzaken van teruggetrokken gedrag.

Huizen: Pica.

• Sanders, B. (2017). Taalontwikkelingsstoornissen

in de klas. Praktische handelingsadviezen en

tips. Tielt: LannooCampus.

• Sollman, E. (2018). Breek de stilte. Over selectief

mutisme en extreme verlegenheid bij leerlingen.

Huizen: Pica.

Anton Horeweg is gedragsspecialist (MSEN) en bijna

40 jaar leraar in het basisonderwijs. Hij is auteur van

diverse onderwijsboeken en heeft zitting in Expertteams

Project Leer-Kracht: (NCOJ) en Kenniscentrum

Kinder- en Jeugdpsychiatrie (KC-KJP). Daarnaast was

hij trainer en methodiekontwikkelaar voor het NCOJ

en is hij een veelgevraagd spreker.

Samenvatting

Door onopvallende leerlingen over wie de

leerkracht weinig kan vertellen als opvallend

te beschouwen, zie je deze minder snel over het

hoofd. Stil gedrag hoeft niet erg te zijn: sommige

leerlingen zijn introvert. Ga als intern begeleider

samen met de leerkracht en ouders na of er reden

is tot zorg, of dat je te maken hebt met een kind

dat prima gedijt in de klas, maar gewoon wat

stiller is.

www.tijdschriftib.nl - TIB nummer 5 © Instondo 2022

9


dag

LANDELIJKE

IB-CONFERENTIE 2023

DINSDAG

14.03.23

Reehorst - Ede

Na een zeer succesvolle 5 e editie van de Landelijke

IB-dag, presenteren we met trots de 6 e editie met

als thema:

VAN TOETSBELEID

NAAR ONDERWIJSVISIE

Meer dan ooit staat het toetsen van leerlingen in de spotlight.

Waarom toetsen we wel of waarom niet?

En als we het dan wel doen, wat meten we dan?

Wat weten we dan?

En, is dat dan eerlijke informatie?

Verschaffen we op die manier gelijke onderwijskansen aan alle leerlingen?

Of nemen we ze juist (onbedoeld) wat af? Wat vertelt een toets ons?

Hoe kunnen we op de goede manier de resultaten interpreteren en

wat kunnen we vervolgens doen met die informatie in de praktijk?

Laat je op de IB-dag informeren en inspireren over dit thema!

Ga naar ibdag.nl voor de sprekers, het programma en om je direct aan te melden.

De IB-dag 2023 wordt mede mogelijk gemaakt door:

www.tijdschriftib.nl - TIB nummer 5 © Instondo 2022


Met onder andere:

Tot €100,-

vroegboekkorting!

Tjip de Jong

Karen Heij

Luc Greven

De oneerlijkheid van

het vroege Nederlandse

selectieproces

Podcast live on stage

met Tjip de Jong & Luc Greven over

‘De 10 principes van de intern begeleider’

VERKIEZING IB’ER VAN HET JAAR 2022-2023

Aanmelden kan tot en met vrijdag 18 november

WWW.IBDAG.NL/VERKIEZING

Scan & bestel

BEN JIJ ER WEER BIJ?

BESTEL NU JE TICKET!

www.tijdschriftib.nl - TIB nummer 5 © Instondo 2022

GA NAAR IBDAG.NL VOOR MEER INFORMATIE

11


INTERVIEW

Walter van de Calseyde

“PROBEER ALTIJD HET

HÉLE KIND TE ZIEN!”

Alle leerkrachten en IB’ers hebben tijdens hun loopbaan meer of minder te maken met leerlingen

met internaliserend gedrag. De grootste uitdaging is om dit gedrag te herkennen en vervolgens

een goede bijdrage te leveren aan het hulpverleningsproces.

“Het grootste probleem bij het signaleren is dat het om stille, onopvallende leerlingen gaat. Maar

niet alle stille leerlingen hebben te maken met internaliserend gedrag”, zegt psychotherapeut

Veerle van den Noortgate.

Wat is internaliserend gedrag?

“Als er bij kinderen allerlei stressvolle gebeurtenissen

op hun pad komen, bijvoorbeeld uit het

gezin of hun omgeving, en hun beschermingsmechanismen

werken niet voldoende, dan kunnen ze

externaliserend gedrag gaan vertonen. Denk aan

plotseling heel boos of opstandig worden. Maar

de omgekeerde reactie is internaliserend gedrag

vertonen. Dan sluiten ze zich af van hun omgeving

en ‘imploderen’ als het ware. Deze laatste reactie is

zorgelijk, omdat die aanvankelijk moeilijk te signaleren

is, want het kind valt juist niet op in de groep

waar het zich van afsluit. Bijkomend effect is dat er

ook een stukje van het zenuwstelsel wordt afgesloten,

waardoor een kind in een shut-down kan

terechtkomen waarin niets meer lukt of helpt. Ze

Bij internaliserend gedrag doen

kinderen vaak extra hun best

om goed mee te doen en te presteren.

Dat maakt het nog lastiger

om hen te signaleren in de

groep.

belanden dan in een neerwaartse loop die serieus

moet worden behandeld.

Er zijn meerdere oorzaken voor dit gedrag. Het

kunnen kind-eigen factoren zijn, maar ook voortkomen

uit de directe omgeving. Denk aan ruzie of

een scheiding van de ouders, of gepest worden in

de buurt of op school. Op de dagbehandeling zien

we geregeld kinderen met niet-herkende leerproblematiek.

Daarmee komt internaliserend gedrag

maar zelden alleen. Het kan voorkomen in relatie

tot bijvoorbeeld overprikkeling, ADHD, faalangst,

dyslexie, hoogbegaafdheid, hoogsensitiviteit of een

motorische stoornis.”

Hoe kun je internaliserend gedrag herkennen?

“Een leerkracht heeft gemiddeld met 25 leerlingen

te maken die allemaal op hun eigen manier aandacht

nodig hebben. Daar zitten ook flink wat stille

kinderen tussen, die bijvoorbeeld van nature wat

verlegener of introverter zijn dan andere kinderen.

Daar is op zich weinig mee aan de hand, tenminste

als je ze er geregeld bewust en actief bij betrekt.

Maar bij internaliserend gedrag doen kinderen

vaak ook nog eens extra hun best om goed mee te

doen en te presteren. Dat maakt het nog lastiger

om hen te signaleren in de groep. Laat staan dat

je je er als leerkracht zorgen om maakt. Toch zijn

er duidelijke signalen waar te nemen. Bij een kind

12

www.tijdschriftib.nl - TIB nummer 5 © Instondo 2022


met internaliserend gedrag is het lastig om er echt

contact mee te hebben. Je kunt ze niet makkelijk

bereiken of ontmoeten, want ze sluiten zich sterk

af voor hun omgeving. Soms zie je het ook aan hun

doffe ogen. Die gaan niet twinkelen als er iets leuks

gebeurt. Zoiets herken je niet de eerste dag. Dan

heb je als leerkracht met meer stille kinderen te

maken. Maar als je na een paar weken nog steeds

het gevoel hebt als leerkracht of IB’er dat een kind

op een eilandje leeft en nauwelijks contact met

klasgenoten of met jou maakt, dan is het goed om

in actie te komen. Overigens leidt een continu hoog

stressniveau bij deze kinderen er ook vaak toe dat

ze als het ware bevriezen. Ze kunnen dan minder

instructies en leerstof opnemen en vervolgens blijven

hun prestaties achter bij de rest. Hun probleem

is tevens dat ze niet goed hulp kunnen vragen aan

de leerkracht.”

Wanneer ‘stil’ een probleem is

“Bij een kind met internaliserend gedrag is er een

mismatch tussen wie het kind is en wat er door zijn

omgeving van hem wordt gevraagd. In het huidige

onderwijssysteem is het pad waarop leerlingen moeten

lopen vaak vrij smal. Dat is geen probleem voor

de meeste kinderen, maar wel voor kinderen bij wie

de ontwikkeling op een andere manier verloopt.

Vaak zien we dat de intuïtie van de leerkracht juist

is bij het signaleren van internaliserend gedrag. Zij

merkt aan een leerling of er wel of geen sprake is

van echt contact. Dat maakt ook het onderscheid

met introverte, verlegen kinderen. Die krijg je vroeg

of wat later altijd wel los. Die zie je op het speelplein

op een bepaald moment contact maken met

een ander kind, een keer lachen of praten met

anderen.

Maar leerlingen met internaliserend gedrag sluiten

zich fysiek en mentaal af voor anderen en dat gaat

natuurlijk een keer opvallen in de groep. Ze bevriezen

stelselmatig als je ze aanspreekt en hun mimiek

neemt af.”

Therapie

“Vaak komen kinderen (te) laat bij ons in therapie.

Dat is niet zo gek, want ook voor de ouders is het

lastig om internaliserend gedrag te herkennen.

Sowieso moet je weten wat het is, maar stil en wat

teruggetrokken gedrag bij een kind vinden niet alle

ouders en leerkrachten problematisch. Integendeel,

het is ook wel lekker rustig. Maar het probleem is

www.tijdschriftib.nl - TIB nummer 5 © Instondo 2022

13


INTERVIEW

diepgaand en moeilijk te behandelen. Wat wij doen

met onze therapie is een kind zich weer goed te

laten voelen met zichzelf en daarna met de omgeving.

Dat gebeurt in het eerste gesprek vrijwel altijd

in aanwezigheid van een ouder. Dat maakt het iets

makkelijker om contact op te bouwen en vertrouwen

te winnen. Een kind mag zelf kiezen wat het wil

doen bij ons. Dikwijls is dat spelen. Dat is voor ons

een mooie gelegenheid om iets samen te doen, een

praatje te beginnen en een goed gevoel te ontwikkelen

met elkaar. Het kind heeft daarbij de regie. De

onderlinge relatie wordt gecontroleerd opgebouwd.

In de deeltijdbehandeling komen ze geleidelijk in

contact met een paar andere kinderen. Daarnaast

geven we creatieve, motorische en psychotherapie.

Maar we beginnen altijd met een kind tot rust te

laten komen.

Uiteraard hebben we intensief contact met de ouder(s)

en ook met de school. Meestal met de IB’er.

Die transfer naar de omgeving waar het kind mee

te maken heeft, is heel relevant. Ik geef informatie

aan de IB’er en krijg van haar informatie die ze van

de leerkracht heeft terug. Dat samenspel is heel

belangrijk om vooruitgang te kunnen boeken.”

Elk kind in beeld

“De essentie is dat het voor elke leerkracht van

groot belang is om elk kind in het vizier te hebben,

hoe lastig dat soms ook is. Vaak krijgen de drukkere

leerlingen de meeste aandacht binnen het

klassenmanagement, maar het is goed om bewust

de stillere, onopvallende leerlingen ook aan bod

te laten komen. Dan signaleer je waarschijnlijk ook

eerder problematisch gedrag. En hoe eerder dat

gebeurt, hoe beter je als therapeut kunt behandelen.

Als een leerkracht geen verbinding kan maken

met een kind, moet er meteen een lampje gaan

branden. Maar het is een fragiel evenwicht tussen

aandacht geven en kinderen laten zijn wie ze zijn.

Hoe meer je er bij een kind met internaliserend gedrag

bovenop gaat zitten, hoe meer het dichtklapt.

Je moet niet te snel resultaat willen hebben. Maar

als het signaal duidelijk wordt, is het verstandig om

de IB’er in te lichten en samen – ook in gesprek met

de ouders – af te wegen of er externe hulp moet

worden ingeschakeld. Soms kunnen kleine aanpassingen

in de leeromgeving van het kind al grote

effecten hebben. Hier kan de IB’er een belangrijke

brugfunctie in vervullen, zowel naar de leerkracht

als naar de ouders.

Maar alles begint met het hele kind willen zien.

Want elk kind is meer dan zijn aandoening. Dat

geldt dus ook voor ‘stille’ leerlingen, die weinig

opvallen in de klas.” •

Veerle van den Noortgate is psychotherapeut bij

DynamIK in Breda en bij GGZ in Bergen op Zoom.

Bij DynamIK behandelt ze ambulant kinderen en

gezinnen; bij de GGZ werkt ze op de intensieve deeltijdbehandeling

waar kinderen 2 dagen per week

komen en 3 dagen naar school gaan.

14

www.tijdschriftib.nl - TIB nummer 5 © Instondo 2022


CHECKLIST

Dian Fluijt

INTERNALISEREND GEDRAG:

8 ADVIEZEN

Hoe kun je als onderwijsprofessional aansluiten bij de behoeften van leerlingen

voor het delen van internaliserende problemen en het zoeken van hulp? De adviezen

in de handreiking Zie mij! (Sijp, Zijlstra en De Boer, 2018) zijn afkomstig van leerlingen

die zelf te kampen hadden met internaliserende problemen.

1. Respecteer privacy van leerlingen en hun behoefte aan vertrouwelijkheid. Laat

hun weten wat de regels zijn voor het omgaan met vertrouwelijkheid en wat de

school wel of niet met de ouders deelt.

2. Investeer in een vertrouwensband. Leerlingen vertellen hun verhaal makkelijker

aan personen die ze al wat langer kennen of aan vertrouwenspersonen op

school.

3. Leg uit dat je als vertrouwenspersoon onafhankelijk bent. Als vertrouwens-

persoon sta je los van je rol als leerkracht (of intern begeleider).

4. Wees vriendelijk, respectvol, begripvol en geduldig. Leerlingen vinden het belangrijk

dat professionals empathie tonen, niet vragen om alles uit te leggen en met

hen spreken in hun eigen taal.

5. Maak hulp op school toegankelijk. Leg uit bij wie ze met welk probleem terecht

kunnen.

6. Geef leerlingen zeggenschap en regie. Ga met kinderen in gesprek over wat ze

belangrijk vinden in hulp en op welk moment van de week ze die het liefst willen.

7. Geef voorlichting in de klas. Ga met leerlingen in gesprek over ‘je goed voelen’,

maak van gevoelens en emoties een normaal gespreksonderwerp en leg uit dat

het waardevol kan zijn om hulp te zoeken.

8. Betrek ouders, in overleg met de leerling. Ondersteun het kind door een gesprek

te voeren waar ook zijn ouders bij aanwezig zijn. Vooral wanneer het kind bang is

voor een negatieve reactie of wanneer de ouders een rol spelen in het probleem.

www.tijdschriftib.nl - TIB nummer 5 © Instondo 2022

15


ACADEMY

SNEAK PREVIEW

CURSUSAANBOD 2023!

Ook in 2023 biedt de Instondo Academy weer een

interessant en divers palet aan opleidingen aan

voor de onderwijsprofessional. Waar ga jij dit jaar

aan werken? Bekijk nu het aanbod voor 2023 en

schrijf je alvast in.

PREVIEW CURSUSAANBOD 2023:

Wegens succes herhaald:

Tandem-cursus voor directeur & IB’er

Topper:

Verkorte opleiding tot IB’er

BEKIJK HET VOLLEDIGE AANBOD OP INSTONDO-ACADEMY.NL

TOT €100,-

VROEGBOEK-

KORTING!*

Het eerste Nationale Kleutercongres staat in het teken van terug naar

de basis. Kom op 5 april 2023 naar Utrecht en laat je inspireren over de

speel- en leerontwikkeling van kleuters. Koop kaarten via:

WWW.KLEUTERCONGRES.NL

* Profiteer tot 01/01/2023 van vroegboekkorting (€50,-). Oud deelnemers van de IB-dag, WIB, het GGKC,

OJ-congres, PO-congres en/of abonnees van onze tijdschriften profiteren van extra korting (nog eens €50,-).

www.tijdschriftib.nl - TIB nummer 5 © Instondo 2022


IB-INNOVATIEF

Mariette Haasen en Karin Diemel

GEEF DE JEUGDHULP-

VERLENER TOEGANG

TOT JE KLAS

Van professionals die werkzaam zijn in onderwijs en jeugdhulp mag je verwachten dat ze

kunnen samenwerken met de betrokkenen in de omgeving van kinderen die ze begeleiden.

Interprofessioneel samenwerken is een voorwaarde om leerlingen in staat te stellen zich

succesvol te ontwikkelen, om hen met complexe problematiek in het regulier onderwijs

voldoende te kunnen ondersteunen en om hen gelijke kansen te bieden.

Samenwerken leraren en jeugdhulpverleners

Samenwerken is een uitdaging op zichzelf. Dit komt

ook naar voren in de Evaluatie Passend Onderwijs

van 2020. Uit de NRO-studie Jeugdhulpverlening in de

school: samen praten en vooral samen doen blijkt dat

samenwerken door leraren en jeugdhulpverleners in

de klas ter bevordering van het sociaal en emotioneel

leren bijdraagt aan het welbevinden van álle leerlingen.

Deze studie bevestigt resultaten uit eerder onderzoek:

als er daadwerkelijk wordt samengewerkt, leren

professionals veel van elkaar en neemt de positieve

houding tegenover interprofessionele samenwerking

toe. Samenwerken in de klas aan de ontwikkeling van

leerlingen blijkt – veel meer dan samen praten over

leerlingen – een positieve invloed te hebben op het

samenwerken op zichzelf, het welbevinden van leerlingen

en de pedagogische competentieontwikkeling van

leraren.

Samenwerken versus samen praten

Samenwerken is niet hetzelfde als samen praten. Onderwijs-

en jeugdhulpprofessionals zijn geneigd om

hun onderlinge contact te richten op het bespreken

van specifieke leerlingcasussen en dat is lang niet

altijd tot tevredenheid van de betrokkenen. Leraren

zien adviezen van hulpverleners of IB’ers voor individuele

leerlingen met problemen niet automatisch als

werkbaar voor het handelen in de complexiteit van

een groep. Interventies, waarbij de focus ligt op het

behandelen van problemen of stoornissen, worden

ook wel curatieve interventies genoemd. Wanneer de

aandacht ligt op het voorkomen van problemen, is

er sprake van preventie. Preventief werken is vooral

gericht op het ‘gewone’ opgroeien en opvoeden, en

niet op problemen van individuele leerlingen. De nadruk

ligt op het bevorderen van het welbevinden van

iedereen. Als leraren en jeugdhulpverleners bij hun

samenwerken gericht zijn op preventie, dan krijgt het

begeleiden van leerlingen een kwaliteitsimpuls. Hulpverleners

en leraren kunnen dan ieder vanuit hun

eigen expertise bijdragen aan de algemene kwesties

die spelen bij opgroeien en opvoeden in een groep.

Daarbij fungeert de hulpverlener als gespecialiseerde

in maatschappelijke opvoedingsvraagstukken en de

leraar als gespecialiseerde in de pedagogisch-didactische

begeleiding en groepsprocessen.

Samenwerken mogelijk maken

Samenwerken is in Nederland niet vanzelfsprekend

en ook niet bestuurlijk georganiseerd. Scholen lopen

tegen de vraag aan hoe zij het samenwerken met

jeugdhulpverlening op een goede manier kunnen

organiseren en vormgeven, teneinde leerlingen

optimale ontwikkelingskansen te bieden. Er zijn veel

www.tijdschriftib.nl - TIB nummer 5 © Instondo 2022

17


IB-INNOVATIEF

Mariette Haasen en Karin Diemel

raakvlakken tussen de doelen van passend onderwijs

en jeugdhulp, en dat geeft inzicht in waar de meerwaarde

van een goede verbinding kan liggen. Een van

die doelen is om meer in te zetten op preventie en

minder nadruk te leggen op het labelen van problematiek.

Als we over de grenzen kijken, zien we in

Amerika een veelbelovende aanpak voor samenwerken

tussen onderwijs en jeugdhulpverlening, namelijk

het Interconnected Systems Framework (ISF) dat door

Barrett en collega’s werd ontwikkeld in 2013. ISF laat

zien hoe de jeugdhulpverlening in de Amerikaanse

scholen voor alle leerlingen toegankelijk is gemaakt.

Het kent een viertal uitgangspunten die voor samenwerken

van belang zijn en die we ook in een drietal

tips voor de Nederlandse IB‘er kunnen vertalen:

In onze school zijn er kaders,

maar daarbinnen heb je allemaal

een eigen autonomie en

verantwoordelijkheid. Daarmee

kan ieder zijn of haar talenten

tot zijn recht laten komen.

De jeugdhulpverlener is er voor àlle leerlingen

Welzijn is voor elke leerling van belang om tot ontwikkeling

en tot leren te komen. Welzijn gaat over een

gezonde emotionele, cognitieve en gedragsmatige

ontwikkeling die bijdraagt aan schoolsucces. Het is

daarbij van belang dat het welzijn van alle leerlingen

regelmatig wordt gemonitord met een signaleringsinstrument.

Vanaf februari 2022 heeft het ministerie

van OC&W hiervoor een aantal screeningsinstrumenten

geselecteerd. De IB’er kan samen met leraren en

jeugdhulpverleners de signalering als uitgangspunt

gebruiken voor het bevorderen van welbevinden. Zo

kunnen gevoelens van onveiligheid, stress of onrust

door IB’ers, leraren en hulpverleners samen worden

opgepakt in een afgestemd aanbod van basisondersteuning

met gerichte activiteiten binnen de school.

Onder begeleiding van een jeugdhulpverlener en

leraar kunnen leerlingen met elkaar werken aan

thema’s die spelen in een groep. Zo werkten in het

NRO-onderzoek leerkrachten samen met jeugdhulpverleners

in de klas aan het thema sociale weerbaarheid.

In een volgende fase werden ouders als

educatieve partners betrokken, zodat zij met hun

kinderen sociale weerbaarheid ook konden stimuleren.

In plaats van leerlingen te selecteren voor speciale

programma’s wordt de basisondersteuning door

leraren en jeugdhulpverleners en ouders gezamenlijk

versterkt, zodat problemen niet escaleren.

Kortdurende, goede en effectieve interventies

Een school die – bij voorkeur samen met de jeugdhulpverlening

en eventuele andere betrokkenen –

de ondersteuningsbehoeftes van de leerlingen onderzoekt,

weet bijvoorbeeld hoeveel leerlingen psychische

klachten hebben en of het zinvol is om interventies

voor de klassen, kleine groepen of individuen in

te zetten. Scholen die werken vanuit het ISF-model

hebben ervaren dat het belangrijk is om te werken

met kortdurende, goede en effectieve interventies,

omdat het onderwijs- en zorgsysteem daarvan niet

overbelast raken. Het gaat dan om individuele en

groepsgerichte interventies die van goede kwaliteit en

effectief zijn, ongeacht welke professional de interventie

uitvoert. Dit vraagt om training van leraren en

jeugdhulpverleners. Data verzamelen over de effectiviteit

en duurzaamheid van de kortdurende interventies

is daarbij essentieel. De IB’er, die overzicht heeft

over de zorgagenda op een school, kan met behulp

van data meer toegespitste scholingsactiviteiten en

interventies organiseren en plannen voor leraren,

én als het kan samen met jeugdhulpverleners in de

school. Niet alleen de gewenste scholingsactiviteiten

worden zo duidelijk, maar ook wordt voor de professionals

uit beide werkvelden inzichtelijk welke behoeften

er op deze school bij deze kinderen in deze wijk

liggen. Daarmee kan ook het gesprek worden gevoerd

op strategisch niveau over inzet vanuit onderwijs en

zorg in een wijk.

18

www.tijdschriftib.nl - TIB nummer 5 © Instondo 2022


#samenwerken // #jeugdzorg // #gelijkekansen // #sociaal-emotioneelleren // #passendonderwijs

Samenwerken en ontwikkelen in meergelaagdheid

In passend onderwijs gaan we uit van een onderwijszorgcontinuüm:

een brede en gelaagde structuur

waarin het onderwijs op verschillende niveaus wordt

uitgevoerd. Dit wordt ook wel de piramide van zorg in

het onderwijs genoemd. Een afgeleid model van deze

piramide voor passend onderwijs is geïnspireerd op

het ISF-model (zie figuur 1). Het model toont ook een

gelaagd systeem van organiseren en sluit goed aan bij

passend onderwijs. In dit model wordt zichtbaar dat

ook in de basisondersteuning zowel leraren als jeugdhulpverleners

en ouders samenwerken. De IB’er heeft

als taak de samenwerking tussen de verschillende

betrokkenen in de drie lagen te monitoren, faciliteren

en ondersteunen. De piramide als beslismodel

geeft de IB’er kansen om de jeugdhulpverlening zo

optimaal mogelijk in te zetten voor alle leerlingen. De

IB’er moet zich hierbij steeds afvragen hoe de beperkte

uren van jeugdhulpverlening worden ingezet:

voor enkele individuele trajecten of voor alle leerlingen

in een groep. Het doel is steeds dat leraren en

ondersteuners samen optimale ontwikkelingskansen

creëren voor àlle leerlingen. •

Meer lezen?

• Jeugdhulpverlening in de school (fontys.nl).

Meer zien?

• Webinar Jeugdhulp in de school: Samen praten en

vooral samen doen - Steunpunt Passend Onderwijs

(steunpuntpassendonderwijs-povo.nl).

Karin Diemel en Mariette Haasen werken als docentonderzoekers

bij Fontys Hogescholen in het opleidingscentrum

speciale onderwijszorg (OSO). Zij werkten

samen aan het NRO-project ‘Jeugdhulpverlening in

de school: Samen praten en vooral samen doen’.

Tips

• De jeugdhulpverlener moet toegankelijk

zijn voor alle leerlingen.

• Onderzoek samen welke kortdurende

effectieve interventies op jullie school

nodig zijn en wie hieraan samenwerken.

• Laat leraren, jeughulpverleners en ouders

samenwerken aan het bevorderen

van het sociaalemotioneel leren in de

basisondersteuning.

Samenvatting

Figuur 1 Piramide niveaus van ondersteuning (naar Barret et al. 2013)

Over de manier waarop onderwijs en jeugdhulpverlening

in Nederland kunnen samenwerken,

is nog weinig vastgelegd. Met dit artikel en de

drie tips hebben we een poging gedaan om de

inzichten die we hebben opgedaan in het NROonderzoek

te vertalen naar de praktijk van de

IB’er. Deze inzichten hebben geleid tot meer welbevinden

bij leerlingen en betere samenwerking

tussen onderwijs en jeugdhulpverlening om het

sociaal en emotioneel leren te optimaliseren voor

álle leerlingen. Dat wensen we iedere school toe.

www.tijdschriftib.nl - TIB nummer 5 © Instondo 2022

19


MEDIA

Thieu Dollevoet

Luc Greven: De 10 principes van de interne begeleider.

Uitgeverij Instondo, Dordrecht. 2022. 158p. Hardcover.

Prijs: €31. ISBN 978 94 6317 336 0

In dit boek kijkt de auteur naar de ontwikkelingen van interne begeleiding

in de laatste vijf jaar: professionele leergemeenschap, grotere

complexiteit van speciale ondersteuning en passend onderwijs,

regie nemen op speciale ondersteuning en passend onderwijs, en

meer coördinatie op kwaliteitszorg. Ook komt aan de orde: beleidsmatig

meer oog hebben voor de kwaliteit van IB-werk, het werken

met data, de mogelijkheid om professionalisering van leraren beter

te faciliteren en de collectieve ambitie van de school. Zo komt hij op

de gouden driehoek van IB: visie vertalen, leren van leraren ondersteunen

en ruimte bieden aan leraren. Dat leidt tot de 10 principes

van de IB’ er: werk in lijn met de school; draag bij aan een rijkere

leeromgeving van de leraar; richt je op de leraar als aangrijpingspunt;

zie het team als een orkest i.p.v. een peloton; zie de leraar als

een fulltime professional; versterk het leernetwerk van de school;

werk primair preventief; vorm als IB’ er een tandem met de directeur, maar vooral ook met het team; koester

de professionele ruimte van de leraar en de IB’ er is er! De auteur heeft een frisse en actuele kijk neergelegd

op de toekomst van de IB’er. Gedegen en met oog voor de continue ontwikkeling van de visie van de school,

de taak, plaats en rol van de IB’er en dat ten dienste van de hele school, in al haar verscheidenheid.

Annemiek Noteboom e.a.: De kracht van rijke rekenvragen in een notendop.

Uitgeverij OMJS, Helmond. 2022. 124p. Prijs: €20,95. ISBN 978 90 7933 644 9

Het doel van de auteurs is: “In deze notendop-uitgave pleiten

we voor het stellen van rijke rekenvragen om gecijferdheid in

de volle breedte te stimuleren.” Bij gecijferdheid gaat het niet

alleen om het ondersteunen en stimuleren van leerlingen in

de ontwikkeling ervan, maar ook om kritische denken en redeneren

over en creatief omgaan met reken-wiskundige inhoud.

Blok I gaat over ‘het belang van rijke leervragen’. Blok II over:

‘het ontwerp van rijke rekenvragen’. Blok III kent als inhoud

‘rijke rekenvragen in de praktijk’.

Het betreft een goed leesbaar, praktisch boekwerkje dat de

rijkdom van gecijferdheid aan de orde stelt en leraren uitnodigt

hier werk van te maken.

20

www.tijdschriftib.nl - TIB nummer 5 © Instondo 2022


BESPROKEN BOEKEN

DIRECT BESTELLEN?

GA NAAR:

www.instondoboeken.nl/service/tib

Keuze van de redactie

Anton Horeweg: Als je leerling stil is.

Over mogelijke oorzaken van teruggetrokken gedrag.

Uitgeverij Pica, Huizen. 2022. 176p.

Prijs: €14,95. ISBN 978 94 9320 954 1

Horeweg stelt: ”Dit boek is voor alle stille kinderen, die vaak niet

gezien worden”. Via een zestal ingangen stelt hij deze complexe

problematiek aan de orde. Stil, omdat ik het fijn vind: introverte

kinderen. Gewoon lekker stil of is er toch iets aan de hand? Stil

omdat ik me nu niet op mijn gemak voel. Stil omdat ik me niet

kán uiten. Stil omdat ik het niet fijn vind in de klas. Stil omdat ik

buiten school nare dingen meemaak. In het voorwoord van Bertus

Meyer lezen we: ”Introverte kinderen zijn makkelijk te herkennen.

Je kunt het namelijk zien aan de ogen. De spiegel van de ziel. De

kinderen doen mee met die buitenissige dingen die wij zo graag

bedenken. Maar hun ogen doen niet mee.”

Dit boek houdt de lezer een indringende spiegel voor om stille

kinderen op te merken en tegemoet te treden met de boodschap ’Je mag er zijn’. Op een duidelijk herkenbare

manier stelt de auteur deze complexe problematiek aan de orde.

Jan Ruigrok: Hoop, humor en herstel. Maak van je school een veilige basis.

Uitgeverij Van Gorcum, Assen. 2022. 198p. Prijs: €27,50. ISBN 978 90 2325 877 3

Volgens de auteur bestaat de veilige basis uit: macht, niets doen,

verwennen en plezier en herstel. Via het model ‘de pedagogische

dansvloer’ kom je van een rode naar een groene school. De auteur

ziet in zijn visie de leraar als dorpsoudste via de drie takken:

erkenning, meerzijdige partijdigheid en behoeftegericht werken.

Soms is een provocatieve begeleiding noodzakelijk.

Hoop, humor en herstel vormen bouwstenen die helpen om een

veilige basis te realiseren, noodzakelijk om leren mogelijk te

maken. Een actueel thema, waarin stress, prestatiedruk en pesten

een rol kunnen spelen. Het boek bevat jammer genoeg veel

schema’s. Het kent wel een interessante inhoud.

www.tijdschriftib.nl - TIB nummer 5 © Instondo 2022

21


22 www.tijdschriftib.nl - TIB nummer 5 © Instondo 2022


www.tijdschriftib.nl - TIB nummer 5 © Instondo 2022

23


DIGITALE MEDIA

Eveline van Amstel

E-learning voor zorgprofessionals in school

Leerlingen krijgen vaak met gevoelige onderwerpen te maken, zoals

seksuele oriëntatie, seksuele grensoverschrijding of genderidentiteit.

Dat kan snel een onveilig gevoel opleveren. Welke ondersteuning kun

je als zorgprofessional bieden en hoe kun je problemen voorkomen?

Rutgers ontwikkelde hiervoor een e-learning ‘Zorg op school’. Deze

bevat casus- sen, reflectievragen, video’s met tips van een leerling en

een andere zorgprofessional, en fragmenten uit podcasts. De e-learning

is te vinden op: leerportaal.rutgers.nl.

Bron: Rutgers (31-08-2022)

KIJKTIP: CLOSE

CLOSE is de opvolger van de film Girl, van de Belgische

filmregisseur Lukas Dhont. Net als Girl won de

film een prijs op het filmfestival van Cannes. CLOSE is

een portret over vriendschap tussen twee jongens in

hun meest kwetsbare periode.

De film draait om thema’s als veilig opgroeien, een

ontvankelijke sfeer creëren op school en thuis, en

leren omgaan met sterke emoties op een jonge leeftijd.

De film biedt een mooie inkijk in de belevingswereld

van kinderen.

Bron: www.vedettefilm.com

BINNEN-/BUITENSCHOOLS

LEREN EN LEESMOTIVATIE

Op het kennisplein Onderwijskansen

is een nieuwe

themapagina gelanceerd met

praktische handvatten en

praktijkvoorbeelden over het

verbinden van binnen- en

buitenschools leren. Ook is er een nieuwe themapagina

over lezen beschikbaar. Al tijden is het gebrek

aan leesmotivatie onder kinderen en jongeren een

grote zorg. Op de pagina is informatie te vinden over

hoe leesmotivatie kan worden vergroot en hoe ouders

ondersteund kunnen worden om thuis meer met hun

kind(eren) te lezen.

Bron: onderwijskennis.nl (04-08-2022)

Scan de code voor de pagina

over binnen-/buitenschools leren

Scan de code voor de pagina

over leermotivatie

24

www.tijdschriftib.nl - TIB nummer 5 © Instondo 2022


INCLUSIEF LEREN

Ken jij alle functies al van jouw browser,

Word, PowerPoint of ander computerprogramma?

De meeste bevatten namelijk

handige tools die je helpen om alles

uit je computer te halen om leerlingen

met bijvoorbeeld dyslexie, ASS, ADHD,

kleurenblindheid te ondersteunen. Op

de site klasse.be is een handig overzicht

te vinden met tips en trucs.

Bron: Klasse.be (15-09-2022)

Tjipcast: formatief handelen

In deze podcast praat Tjip de Jong met de auteurs

van het onderwijsboek ‘Formatief handelen, van instrument

naar ontwerp‘. In

het gesprek verkennen ze

hoe we van een toetscultuur

naar een feedbackcultuur

kunnen komen en wat dit vraagt van

leerkrachten en docenten. Formatief handelen

gaat over de impact van onderwijs op het leerproces

van de leerling, in plaats van de vraag

of de docent alle leerstof heeft onderwezen.

Dit klinkt logisch, maar is in de praktijk best

een uitdaging om te realiseren.

Bron: Tjipcast.nl 12-09-2022

Handige links

aandeslagmetafval.nl

Op deze site is gratis lesmateriaal

te vinden over zwerfafval

en hoe je afval kunt recyclen.

Ook kun je je school aanmelden

voor ‘Afval goed geregeld’,

een recycleprogramma voor

het ophalen van afval.

klassetaal.nl

Klassetaal heeft als doel

om vloeken en schelden bij

kinderen terug te dringen, en

daarnaast leerlingen bewust

maken van respectvol taalgebruik.

Er is gratis lesmateriaal

te vinden, zoals kleurplaten,

puzzels, knutselopdrachten en

werkbladen voor het basisonderwijs.

www.tijdschriftib.nl - TIB nummer 5 © Instondo 2022

25


NIEUWE MATERIALEN

Thieu Dollevoet

Mirjam van Diemen: Pak van m’n hart (24 gesprekskaarten).

Bestellen via: www.flowkids.nl/pak-van-mijn-hart. Prijs: €12.50,

inclusief verzendkosten. ISBN 978 90 8211 210 8

De kaarten helpen jonge kinderen, volwassenen

en organisaties om dichter bij zichzelf

te komen. De kaarten bieden inzicht in de

herkomst van je gedachten. Wanneer je elke

situatie bekijkt vanuit je hart, zie je meer

oplossingsruimte. Ten slotte moet je onder

de hoofd- en hartkaart de bijbehorende

eigenschapskaarten in oplopende volgorde

van 1 tot en met 24 sorteren. Het spel levert

ontspanning en zingeving op.

VisieKit. Formuleer stap voor stap jullie visie

op onderwijs (kaartspel). Uitgeverij OMJS,

Helmond. 2022. www.visiekit.nl. Prijs: €49.95.

Met dit kaartspel kun je in teamverband werken

aan een gezamenlijke visie op onderwijs

op je school. Je speelt dit spel met behulp

van een canvas waar je kaarten op kan leggen.

Daarmee leg je je keuzes vast. Het spel bestaat

uit 94 kaarten. Het gaat over het doel van onderwijs,

de rol van de docent, de belangrijkste ontwerpprincipes en de

tijd en plaats van leren. Uiteindelijk levert het ook een gemeenschappelijke

taal op voor het team. Bruikbaar voor alle soorten onderwijs.

Margreet Verrij: Fabels van Vos.

Het geschenk.

Uitgeverij Nino/SWP, Amsterdam.

2022. Prijs: €22.50.

ISBN 978 90 8560 156 2

Vos is op zoek naar een mooi

cadeau voor zijn moeder. Hij zocht

thuis, vond niets. Hij gaat op reis en

hij beleeft allerlei avonturen met

bijzondere en vreemde bosbewoners.

Hoe verder de reis gaat

en hoe dieper in het bos, hoe

meer Vos over zichzelf ontdekt.

Gevoelens van verdriet, boosheid,

geloven in jezelf, tot rust komen,

gescheiden ouders, piekeren,

rouw en verlies, en houden van

jezelf. De fabels bieden openingen

voor gesprek met suggesties en

oefeningen. Met name bruikbaar

voor kinderen van 6-12 jaar. Op

swpbook.com/2393 kun je extra

materiaal downloaden.

Judith Koppens: Ik maak het verschil. Een lesmethode om kinderen

trots te laten zijn op hun schooladvies.

Uitgeverij Driessen. 2022(2). ). www.driessen.nl/ikmaakhetverschil

Prijs: gratis voor scholen in Nederland.

Het schooladvies speelt in de bovenbouw van het po en in de onderbouw

van het vo een grote rol, met

alle spanning van dien. Het

gaat namelijk om de vraag: Past

het schooladvies écht bij jou?

Levert het een positieve bijdrage

aan het leergeluk van de

leerling? Deze methode omvat:

een leesboek, kwartetspel, 40 praatkaartjes met stellingen en vragen, en

een poster voor in de klas.

26

www.tijdschriftib.nl - TIB nummer 5 © Instondo 2022


COLUMN

Peter Laros

Kinderen kunnen het,

nu het team!

In mijn klas was het elke vrijdag spannend. Hoe en met wie ga je de

komende week samenwerken? Op welke plek in de klas wil je het liefste

zitten? En leg uit waarom je hiervoor kiest. Dat waren mijn vragen aan de

leerlingen. Bij bepaalde keuzes hoorde ik andere leerlingen een beetje

gniffelen. Ik stelde kritische vragen en gaf hun de gelegenheid feedback

te geven op gemaakte keuzes. Of ik vroeg aan een leerling om het succes

van de samenwerking in te schatten. Twijfelachtige keuzes kregen altijd een kans. Een samenwerking

zelf afbreken bij onvoldoende succes is immers nog krachtiger. Ik vroeg om instemming vooraf

om bij te lang ‘doormodderen’ de samenwerking te mogen staken. Deze aanpak gaf leerlingen de

kans om nog beter kennis te maken met zichzelf in relatie tot anderen. Welke kwaliteiten zie je bij

jezelf en welke zie je bij je medeleerlingen? Zorgt dat voor een werkbare match? Zie je ook

kanttekeningen? Welke valkuilen zijn mogelijk aanwezig? Hoe denk je daarmee om te gaan?

Er ontstond na verloop van tijd een veilig en open samenwerkingsklimaat. De leerlingen en ik leerden

samenwerken. En we leerden om vooral ook te groeien in samenwerken. Groei ontstaat immers

als je fouten mag maken. En die je in het nagesprek ook kunt benoemen als: ”Dit heb ik geleerd

over mezelf en over de ander. En daardoor kan ik in het vervolg andere keuzes maken.”

Nu ik er zo over nadenk, past deze werkwijze een-op-een bij de driehoek autonomie, relatie en

competentie. Voor mij destijds een onbekend fenomeen. Ik vond het gewoon belangrijk dat leerlingen

met en van elkaar kunnen leren zonder het wakend oog van een juf of meester.

Transfer naar je werk als IB’er? Is het mogelijk om tijdens teambijeenkomsten een klimaat te

creëren waarbij een vorm van samen leren samenwerken ontstaat? Ik heb tijdens een periode

als teamleider oplossingsgerichte intervisie als activiteit in subgroepen geïntroduceerd. Wat een

feest bleek dat achteraf te worden. Praten over je werk, een situatie in je klas, een gebeurtenis met

een ouder, iets met je collega, waarbij anderen vragen mochten stellen die voor het denkproces

van de inbrenger helpend waren. We leerden over elkaars kwaliteiten, we leerden geduldig te zijn,

we leerden echt te luisteren naar de ander, we lachten samen, we waren samen verdrietig en we

ontdekten steeds meer hoe we elkaar de juiste steun konden bieden. Het samenwerkend team

was groeiende. Men keek uit naar de volgende bijeenkomst. Terwijl ik het zo opschrijf, realiseer ik

me dat ook hier weer het samen leren zonder het wakend oog van de teamleider relevant is. Het

CAR-model (Competentie-Autonomie-Relatie) doet zijn werk. Ik zeg: Carren maar. Het helpt mensen

zich te ontwikkelen in het aangezicht van anderen.

Ps. Laat vooral ook je directeur deze column lezen.

Tip:

Zie voor oplossingsgericht intervisie de TIBtool ‘IB’er; tot hier en nu verder?!‘

www.tijdschriftib.nl - TIB nummer 5 © Instondo 2022

27


ONTWIKKELINGEN

Martin Bootsma en Heleen Buhrs

HOE KUNNEN DE IB’ER

EN DE EXPERT-LERAAR

ELKAAR VERSTERKEN?

Steeds meer scholen werken met expert-leraren. Bijvoorbeeld een expert-leraar op het gebied

van begrijpend lezen, die onder meer verantwoordelijk is voor de kwaliteit van het leesonderwijs

op school. In dit artikel gaan we in op de vraag wat een expert-leraar is, welke taken zij heeft en

hoe ze met de IB’er kan samenwerken om het onderwijs te verbeteren.

Rollen in de organisatie

Op de Alan Turingschool werken we met expertleraren.

Dit zijn leraren die beschikken over een

sterke vakinhoudelijke en vakdidactische kennis,

en voor de klas het verschil maken voor hun leerlingen.

In de literatuur wordt een viertal kenmerken

van expert-leraren onderscheiden. Naast dat het

vakexperts zijn, creëren zij in hun klas een warme

en ondersteunende leeromgeving, maximaliseren zij

de leertijd en richten zij hun lessen zo in dat leerlingen

hard moeten nadenken (Coe et. al., 2020).

De kennis en kunde van zo’n expert wil je als school

inzetten om andere leraren te helpen hun vakmanschap

te ontwikkelen en de schoolorganisatie verder

te helpen. Een interessante vraag bij de positionering

van een expert-leraar is hoe haar rol zich

verhoudt tot die van de schoolleider en de intern

begeleider. Laten we daarom eens inzoomen op de

verschillende rollen binnen de organisatie. In een

sterk team vervult ieder teamlid een eigen belangrijke

rol. Een van die belangrijke rollen is die van de

intern begeleider. Zij is samen met de schoolleider

en expert-leraar verantwoordelijk voor de kwaliteit

van het onderwijs op school. En daarmee kan ze

veel impact hebben op het leren van leerlingen.

Zowel de intern begeleider als de expert-leraar

houdt zich, in samenwerking met de schoolleider,

bezig met de ontwikkeling van de school door het:

• mede-vormgeven van beleid (ontwikkelen,

uitvoeren en monitoren);

• begeleiden en coachen van leraren bij het ontwikkelen

van hun vakmanschap;

www.tijdschriftib.nl - TIB nummer 5 © Instondo 2022


#rolvanIB’er // #professioneleleergemeenschap // #samenwerken // #professionalisering

• creëren en delen van kennis in de school;

• zorgen voor toegang tot hulp;

• bewaken en bevorderen van de kwaliteitsprocessen

en kwaliteitscultuur.

eigen expertise om zich op te richten. Hierdoor is er

inhoudelijk meer kennis en blijft er uiteindelijk tijd

over. Voor de leraren biedt dit daarnaast een nog

snellere en bredere toegang tot hulp.”

Rol IB’er

Maar welke taken liggen nu bij de intern begeleider?

En welke bij de expert-leraar?

De IB’er heeft over het algemeen een meer overkoepelende

en coördinerende taak binnen de

school. Haar werkzaamheden zijn een samenspel

van het stimuleren van medewerkers en het bewaken

van de kwaliteitscyclus. Zo bevordert zij een

positief werkklimaat en kwaliteitscultuur, die ervoor

moeten zorgen dat elke leerling de ondersteuning

krijgt die hij nodig heeft.

Taak expert-leraar

De expert-leraar is verantwoordelijk voor de kwaliteit

op het gebied waarin zij expert is. Zo is onze

expert-leraar leesonderwijs ervoor verantwoordelijk

dat het beleid op dit gebied wordt neergezet,

bewaakt zij de kwaliteit van het leesonderwijs en

begeleidt ze leraren door klassenbezoeken te doen,

teambijeenkomsten te organiseren en interne

scholing te verzorgen.

Professionele leercultuur

Om dit te organiseren binnen je school is wel een

professionele leercultuur nodig, waarin professionals

met elkaar samenwerken.

Onze intern begeleider omschrijft het als volgt: ”Als

intern begeleider ervaar ik dagelijks de meerwaarde

van het samenwerken met expert-leraren. We

zitten niet in elkaars vaarwater, maar vullen elkaar

juist goed aan. De expert-leraar is voor mij namelijk

belangrijk bij het signaleren van vragen die leven bij

collega’s. Hierdoor ontstaat een gedeelde verantwoordelijkheid.

Ook bij het ontwikkelen van beleid

en de doorgaande lijn binnen de school hebben we

overleg en komen zo tot goede resultaten. Ik zie de

samenwerking tussen IB’er en expert-leraar als de

ideale manier om kennis te delen, samen verantwoordelijk

te zijn voor de leerlingen en collega’s

en de ontwikkeling van de school. Ieder heeft een

Toegang tot hulp

Niet alleen voor leraren is er toegang tot hulp,

maar ook voor ouders en leerlingen. Vragen die bij

ouders leven over de ontwikkeling van hun kind,

stellen zij in eerste instantie aan de groepsleerkracht.

Maar de IB’er heeft over het algemeen meer kennis

De kennis en kunde van een

expert-leraar wil je als school

inzetten om andere leraren te

helpen hun vakmanschap te

ontwikkelen en de schoolorganisatie

verder te helpen.

over leer- en/of gedragsproblemen. Een ouder van

een leerling met bijvoorbeeld ernstige dyslexie kan

met vragen terecht bij de intern begeleider.

Je kunt de intern begeleider zien als iemand binnen

de organisatie met veel generieke kennis. Zij

weet dus veel, maar kan niet op elke specifieke

vraag die bij leraren of ouders leeft antwoord geven.

De expert-leraar begrijpend lezen bijvoorbeeld

heeft veel specifieke kennis op dat vakgebied en

kan de meeste vragen beantwoorden. Zoals: ”Hoe

kan ik het beste een les vormgeven rondom deze

tekst?” of ”Kun je even met mij in de les meekijken

of alle leerlingen het doel van de leesles behalen?”

De IB’er en de expert-leraar begrijpend lezen werken

op onze school veelvuldig met elkaar samen

op dit gebied. Zo kwam er na het analyseren van de

resultaten de vraag naar voren hoe we leerlingen

met een taalontwikkelingsstoornis nog beter kunnen

helpen bij het begrijpen van teksten. De IB’er

weet veel over TOS, vandaar dat de expert-leraar

www.tijdschriftib.nl - TIB nummer 5 © Instondo 2022

29


ONTWIKKELINGEN

met zo’n specifieke vraag bij de IB’er terechtkomt.

Samen organiseren ze een teambijeenkomst waarin

we onze kennis en nieuwe inzichten hierover met

leraren delen, zodat we in gezamenlijkheid ervoor

kunnen zorgen dat ook leerlingen met een TOS goede

begrijpend lezers kunnen worden.

In een sterke organisatie maak je gebruik van alle

expertises en weet je dat je elkaar nodig hebt om

vanuit een gedeelde visie voor goed onderwijs een

goede school neer te zetten. Maar hoe organiseer je

zo’n structuur? Daarvoor is de schoolleider onmisbaar.

te brengen. Op onze school heeft dit onder meer

geleid tot een sterke verbetering van de resultaten

op het gebied van (begrijpend) lezen. •

Meer lezen?

Coe, R., Rauch, C. J., Kime, S., & Singleton, D. (2019). Great

Teaching Toolkit: Evidence Review. Evidence Based Education.

www.greatteaching.com

Naaijkens, E. & Bootsma, M. (2022). De School als Werkplaats.

Gereedschap voor een sterke kwaliteitscultuur.

Huizen: Pica.

De schoolleider

De schoolleiding heeft de taak om vakexperts te

signaleren en te positioneren. Dit gebeurt op onze

school op basis van onze visie op onderwijs. Onze

expert-leraren zijn experts die horen bij de volgende

pijlers van onze school: taal en rekenen, (wereld)burgerschap

en maakonderwijs. Deze experts

maken beleid, waaronder ambitie- en kwaliteitskaarten,

en overleggen met de schoolleiding en

de intern begeleider over de ontwikkeling van de

professionals en de leerlingen op hun expertisegebied.

Dit betekent ook dat zij analyses maken van

de leerresultaten. De schoolleiding brengt in diverse

overleggen de kennis en kunde van de diverse

professionals samen, waarbij elkaars kennis en

inzichten worden gebruikt om ons onderwijs verder

Martin Bootsma is mede-oprichter, teamleider en

leraar van de Alan Turingschool te Amsterdam. Hij

schrijft blogs over (lees)onderwijs en is medeauteur

van de boeken ‘En wat als we nu weer eens gewoon

gingen lesgeven?’ En ‘De school als werkplaats.’

Heleen Buhrs werkt als leraar op de Alan

Turingschool. Als expert-leraar begrijpend lezen is zij

verantwoordelijk voor het leesonderwijs van groep 1

t/m 8. Zij verzorgt lezingen over effectief leesonderwijs

en helpt scholen om het leesonderwijs te verbeteren.

Tips

• Positioneer expert-leraren in de organisatie.

Maak rollen inzichtelijk.

• Laat expert-leraren samen met de

schoolleiding en IB’er data analyseren.

• Laat intern begeleiders en expert-leraren

samen de scholing verzorgen.

Samenvatting

Alle rollen op school vormen een onmisbare

schakel en dienen een gezamenlijk belang: zorg

dragen voor de brede ontwikkeling van leerlingen.

Expert-leraren en intern begeleiders kunnen

het onderwijs stapsgewijs verbeteren door doelgericht

samen te werken en gebruik te maken

van elkaars expertise.

30

www.tijdschriftib.nl - TIB nummer 5 © Instondo 2022


WET- EN REGELGEVING

Jacques van den Born

Bijgestelde onderzoekskaders inspectie

Wat?

De ministers van onderwijs, Wiersma en Dijkgraaf,

hebben de bijgestelde onderzoekskaders

vastgesteld voor het primair, voortgezet, speciaal

en middelbaar beroepsonderwijs.

Waarom?

De introductie van het nieuwe onderzoekskader

is in lijn met het Masterplan Basisvaardigheden.

Minister Wiersma kiest ervoor om een brede

definitie van basisvaardigheden te hanteren,

waaronder taal, rekenen/wiskunde, burgerschap

en digitale geletterdheid vallen. Scholen voor primair

onderwijs hebben een belangrijke opdracht

om leerlingen een goed fundament mee te geven

voor de toekomst. Elke leerling heeft recht op

kwalitatief goed onderwijs. Als de onderwijskwaliteit

niet op orde is, moet dat zo snel mogelijk

worden hersteld. Soms zit er te veel tijd tussen

het constateren van problemen op een school

of bij een bestuur, en het herstel van die problemen,

waardoor leerlingen onnodig lang niet het

onderwijs krijgen waar zij recht op hebben. De inspectie

zal op basis van het nieuwe onderzoekskader

scherper toezien op de wettelijke eisen.

Wie?

De inspectie ziet toe op de kwaliteit van het onderwijs.

Het nieuwe onderzoekskader kent aanscherpingen

op de volgende gebieden:

• De standaarden van het kwaliteitsgebied

Sturing, Kwaliteitszorg en Ambitie op het

niveau van de school.

• De standaarden van het kwaliteitsgebied

Besturing, Kwaliteitszorg en Ambitie op

bestuursniveau.

De basisvaardigheden en de plek die deze hebben

bij de (ontwikkeling van de) visie, ambitie en doelen

(beleid) van besturen en scholen zijn geëxpliciteerd

in de geactualiseerde onderzoekskaders,

evenals de invulling en uitvoering van het beleid

en de evaluatie en verantwoording daarvan.

In aanvulling hierop gaat de inspectie vanaf het

nieuwe schooljaar 2022-2023 werken met verkorte

doorlooptijden bij de totstandkoming van de onderzoeksrapporten,

zodat schoolleiders en ouders

sneller worden geïnformeerd over de uitkomsten

van het onderzoek. Zo kunnen zij sneller maatregelen

nemen om de kwaliteit van het onderwijs

te verbeteren, als dat nodig is. Dit houdt in dat na

verschijning van het conceptrapport binnen een

termijn van vier weken het definitieve rapport door

de inspectie kan worden vastgesteld en conform

de wettelijke termijnen openbaar kan worden

gemaakt. De termijnen voor herstelopdrachten

worden eveneens verkort. De ontwikkeling van

leerlingen wordt onnodig geschaad als er langdurig

sprake is van slecht onderwijs.

Wanneer?

De nieuwe onderzoekskaders gelden vanaf

augustus 2022.

Hoe?

De intern begeleider kan in samenwerking met de

directeur een bijdrage leveren aan de aanscherping

van het beleid. Samen kunnen zij nagaan hoe

het staat met de kwaliteit van de basisvaardigheden

op de eigen school en de plek die deze hebben

bij de visie, ambitie en doelen van het bestuur

en de mate van afstemming bestuur-school. Dit

geldt ook voor de invulling en uitvoering van het

beleid en de evaluatie en verantwoording daarvan.

Verbetering van kwaliteit kan ook op basis van

eigen initiatief.

Bron: www.onderwijsinspectie.nl/onderwerpen/

onderzoekskaders/bijstelling-2022

www.tijdschriftib.nl - TIB nummer 5 © Instondo 2022

31


essionals

TIJDSCH RIFT I NTER N B E GEL EID E R S

Nieuwe TIBtool

Verlies en verdriet op school. Wat nu?

ing met verlies

erlies van een

n echtscheidingssituatie

verliessituatie heeft

dacht te ondersteunen

rlies en verdriet mag

imte voor het ervaren en

ienen. Hier ligt een kans

t heb je als professional

gen en aannames over

tnodigen te onderzoeken

ema en je kennis en

el vorm aan te geven.

e modellen, zoals de

asen van Worden en

troebe. Deze TIBtool

rouw en verlies te

et nieuwe inzichten en

ollega’s op een goed

erlieservaringen.

ers

Verlies en verdriet op school. Wat nu? 9 aanraders

Verlies en verdriet

op school. Wat nu?

9 aanraders

IMKE DENISSEN & ESTHER VAN DE PAS

Elk verlies heeft invloed op de betrokkenen. Die verdienen het om met aandacht te worden

ondersteund waar dat nodig is. Het praten over verlies en verdriet geeft ruimte voor het

ervaren en erkennen van emoties. Hier ligt een kans in het onderwijs.

Hoe ga jij persoonlijk om met dit thema?

Deze TIBtool geeft je handvatten om theorie over rouw en verlies te vertalen naar de

onderwijspraktijk en je kennis en tools om hier professioneel vorm aan te geven. Met

nieuwe inzichten en kaders kun je dan leerlingen, ouders en collega’s op de juiste manier

ondersteunen bij verlieservaringen.

eeft diverse verlieservaringen

t Esther.

r ervaring in zowel het regulier

professionals in het omgaan

ISBN: 978 94 6317 304 9

Prijs: €23,50

Te bestellen bij www.instondoboeken.nl

Imke Denissen is geruime tijd werkzaam als leerkracht en IB’er. Zij heeft diverse verlieservaringen in het onderwijs ondersteund,

denkend aan verlies van leerlingen en ouders.

Esther van de Pas heeft veel ervaring als leerkracht, intern en ambulant begeleider. Als coach en verlieskundige begeleidt ze

leerlingen, gezinnen en onderwijsprofessionals in het omgaan met (naderende) verliessituaties en verzorgt scholing rond dit thema.

AANBIEDING

In de serie TIBtools verschijnen vier praktische uitgaven per jaar. Indien je je abonneert op de serie krijg je ze, zonder

verzendkosten, direct na verschijnen toegestuurd en mis je er nooit één. Bovendien betaal je dan slechts € 19,50 per uitgave.

Je kunt je opgeven via www.tijdschriftib.nl/tibtools.

Nieuwe TIBtool

Tandem IB’er en directeur:

werken aan schoolontwikkeling

Om de kwaliteit van onderwijs op hoog niveau te brengen en houden is permanente schoolontwikkeling

nodig. De leerkracht doet ertoe en in de klas moet het gebeuren, maar de tandem van

directeur en IB’er is de motor van schoolontwikkeling. “Als wij het leren van leerlingen willen

verbeteren, moeten we het leren van leerkrachten versterken.”

In deze TIBtool gaan we in op de rol die IB’er en directeur hebben in deze schoolontwikkeling.

Hoe werken zij samen en hoe versterken ze elkaar? En hoe kunnen zij op een oplossingsgerichte

manier samen sturing geven aan een school waar samen leren en eigenaarschap centraal

staan? Daarnaast bevat de TIBtool relevante informatie over aansturen van professionals en over professionele ruimte.

ISBN: 978 94 6317 302 5

Prijs: €23,50

Te bestellen bij www.instondoboeken.nl

Berndine de Wolff is zelfstandig adviseur voor organisatieontwikkeling in het onderwijs. Zij geeft bij Instondo Academy de training

voor tandems van schoolleider en IB’er.

Marjan Plazier is algemeen directeur en IB’er bij Stichting Tabijn onderwijs en kinderopvang.

AANBIEDING

In de serie TIBtools verschijnen vier praktische uitgaven per jaar. Indien je je abonneert op de serie krijg je ze, zonder

verzendkosten, direct na verschijnen toegestuurd en mis je er nooit één. Bovendien betaal je dan slechts € 19,50 per uitgave.

Je kunt je opgeven via www.tijdschriftib.nl/tibtools.

www.tijdschriftib.nl - TIB nummer 5 © Instondo 2022


PRAKTIJK

Mieke Michiels

PROBLEMEN ZIJN ER OM

SAMEN AAN TE PAKKEN

Tijdens jouw werk als IB’er sta je dagelijks voor vraagstukken, probleemstellingen of casuïstiek.

Zaken die intern begeleiders graag op een goede efficiënte en effectieve manier willen

aanpakken. Maar wat werkt? Hoe pak je het aan? En op welke manier betrek je hier je team bij?

Waar ligt jouw verantwoordelijkheid en waar ligt die van de leerkrachten?

Vragen staat vrij

Als intern begeleider krijg je elke dag te maken met

vragen, groot of klein van aard, waar jouw inbreng of

expertise gewenst is. Soms op te lossen met een kleine

interventie, feedback of tip, maar soms vraagt het

meer en moet het probleem nader worden geanalyseerd.

Bijvoorbeeld doordat het een situatie is die

door de jaren heen vanuit systemische patronen is

ontstaan, of doordat de effecten ervan dermate veel

invloed hebben op de kwaliteit van het onderwijs, of

het meerdere betrokkenen betreft.

Vragen die dan gesteld worden, zijn: wat is nou de kip

en wat het ei? Wat is de oorzaak en wat het gevolg?

Welke factoren hebben invloed gehad op de ontstane

situatie?

En daarna komt de hamvraag: hoe pakken we het aan?

Hoe zorgen we voor verbetering of inzicht vanuit een

gezamenlijke aanpak? Want je wilt dit immers als IB’er

niet alleen oppakken. Hoe betrek je je team of betrokkenen

bij deze vraagstelling, en creëer je draagvlak

om een duurzame oplossing binnen je organisatie te

bewerkstelligen?

Voorbeeld 1

De groepsdynamiek in groep 6 loopt niet zo lekker.

Ondanks de interventies vanuit de ‘gouden

weken’ aan het begin van het schooljaar blijkt

dat het welbevinden van de kinderen niet naar

wens is. Dit is ook zichtbaar en merkbaar tijdens

de pauze, waardoor andere collega’s in de bouw

deze signalen ook oppikken. Tevens kwam het

terug in de monitoring sociale veiligheid. In de

visie staat beschreven dat de school streeft naar

een veilig pedagogisch klimaat.

Naast de inzet en gedane interventies van

betrokkenen vergt dit vraagstuk een nadere verkenning:

een oorzaak-gevolganalyse om tot een

concrete aanpak te komen.

Vanuit het bedrijfsleven

De situatie is geschetst, de vraagstelling is helder, maar

hoe ga jij dit als intern begeleider aanpakken? En hoe

zorg je ervoor dat jouw collega’s vanuit hun verantwoordelijkheid

ook met het issue aan de slag gaan?

In 1976 bedacht Kaoru Ishikawa een model dat ontstond

vanuit de behoefte van zijn medewerkers bij

Kawasaki Heavy Industries. Om ze te helpen bij probleemoplossingen

en ze te betrekken in het verbeterproces,

ontwikkelde hij het visgraatmodel.

Dit is een model waarbij er op een laagdrempelige

manier, bottom-up en gezamenlijk wordt gekeken

naar de 6 M’en: measurement (meting), material

(materialen), machine (machine), mother nature

(milieu), manpower (mensen) en method (methode).

Dit zijn M’en die mogelijke oorzaken kunnen geven

voor de probleemstelling die beschreven staat in de

vissenkop.

In het onderwijs

Natuurlijk zijn er legio mogelijkheden om met een

probleemstelling in het onderwijs aan de slag te

gaan. Denk maar eens aan de 5 Why’s of het Vlinder-

www.tijdschriftib.nl - TIB nummer 5 © Instondo 2022

33


PRAKTIJK

dasmodel. Of misschien werk jij liever met de variatie

op het visgraatmodel van Ishikawa die speciaal voor

het onderwijs is ontwikkeld? In dit model zijn de 6

M’en de 6 L’en geworden: Leerling, Leerkracht, Leiding,

Leertijd, Leeraanbod en Leeromgeving.

Stap voor stap

1. Nodig betrokkenen uit voor een brainstormsessie

over de probleemstelling. Denk hierbij breed in

wie je hiervoor wilt uitnodigen. In het hiervoor

beschreven voorbeeld kun je denken aan de leerkracht,

onderwijsassistent, collega’s uit de bouw,

stagiaire en de betrokken orthopedagoog.

2. Pak een leeg visgraatmodel en beschrijf in de kop

van de vis de probleemstelling. Doe dit kernachtig

en concreet. In het eerdere voorbeeld: Welbevinden

leerlingen in groep 6 is laag.

3. Laat de betrokkenen zoveel mogelijk oorzaken

voor de probleemstelling noemen en schrijf deze

op bij de juiste graat in een apart vakje. Dit zijn

de primaire oorzaken. Zorg ervoor dat als de oorzaken

verzameld zijn, alle graten ook gevuld zijn.

Mocht dit niet het geval zijn, dan kan dit duiden

op een te eenzijdige analyse of onvoldoende kennis

van het probleem, waardoor er onvoldoende

breed naar gekeken is. Dit doet afbreuk aan de

werkwijze en aan de opbrengst. Indien gewenst

kunnen secundaire oorzaken worden toegevoegd

aan de primaire oorzaken. In het voorbeeld:

Leerkracht -> wisseling leerkracht i.v.m. zwangerschapsverlof

Leertijd -> methodiek sociaalemotionele ontwikkeling

naar 30 min. i.p.v. 45 min.

Leeromgeving -> afspraken gouden weken niet

visueel

Leiding -> training methodiek SEO voor leerkrachten

nog niet door iedereen afgerond

Leerling -> nieuwe groepssamenstelling

Leeraanbod -> nieuwe methode SEO

4. Bekijk samen met de betrokkenen de ingevulde

visgraat. Welke oorzaken hebben het meeste effect

gehad? Oftewel, als we deze oorzaak wegnemen,

is het probleem dan (grotendeels) opgelost?

Probeer maximaal 3 oorzaken te duiden.

5. Bepaal samen welke oorzaak je gaat aanpakken,

dus welke kernoorzaak krijgt prioriteit? Dit kan

mogelijk worden bepaald door punteninzet of

schalen.

6. Verken op welke manier je de kernoorzaak wilt

aanpakken. Maak concrete afspraken en plan

een follow-up om de voortgang gezamenlijk te

monitoren.

Voorbeeld 2

Binnen basisschool Den Bijstere in Tilburg heeft

IB’er Mandy Leijten het visgraatmodel al diverse

malen gebruikt met haar team: “Tijdens het

herijken van de ondersteuningsstructuur zijn wij

het visgraatmodel gaan inzetten bij onze analyses.

Het model zorgt ervoor dat er dieper naar

een vraagstuk wordt gekeken. Het gesprek dat je

hier samen over voert, is waardevol, geeft inzicht

en levert ontwikkelpunten op. De reacties van

het team zijn positief. Wij zetten het model nu

zowel op groeps- als schoolniveau in. De analysevaardigheden

van mijzelf en mijn collega’s zijn

verbeterd en dit helpt ons om de kwaliteit van

ons onderwijs steeds te blijven verbeteren.”

De kracht

De kracht van dit model is dat er op een laagdrempelige

manier vanuit gezamenlijkheid naar een probleem

wordt gekeken. Het model dient als hulpmiddel.

En als IB’er ben jij de procesbegeleider, passend

bij jouw rol en functie binnen de school.

Elk teamlid mag inbreng geven tijdens de brainstorm.

Het eigenaarschap is hoog. Er wordt geluisterd naar

elkaar en er is ruimte voor elkaars mening en gedachtegoed.

Er wordt gezamenlijk geprioriteerd, waardoor

er draagvlak is. Er wordt op een systemische manier

omgegaan met probleemstellingen, waardoor de doelmatigheid

en de resultaten ervan toenemen. Allerlei

ingrediënten om te komen tot een effectieve diepteanalyse.

Omdenken

Natuurlijk is het heel waardevol om met het visgraatmodel

een oorzaak-gevolganalyse te maken van een

probleem. Dit helpt bij het diagnosticeren en het

concretiseren van de aanpak. Maar het kan net zo

34

www.tijdschriftib.nl - TIB nummer 5 © Instondo 2022


#instrumenten // #onderzoeken // #samenwerken // #teamontwikkeling

goed en effectief worden gebruikt om de oorzaak van

een succes te bepalen. Wat maakt dat het een succes

is geworden, dat de opbrengst boven verwachting was

of de tevredenheid hoog?

Op deze manier ben je als team in staat om preventief

belangrijke factoren te beschermen die bijdragen

aan de kwaliteit van het onderwijs. Daarbuiten houdt

het collega’s in de flow en zorgt het voor een positieve

werksfeer. •

Tips

• Verken binnen jouw organisatie waar nog

problemen liggen die dienen te worden

aangepakt.

• Formeer een groep stakeholders die met

het visgraatmodel een oorzaak-gevolganalyse

willen maken.

• Kom stapsgewijs tot een prioritering en

concrete aanpak.

• Zet het visgraatmodel ook eens in voor

het uitdiepen van een succes. Succes

gegarandeerd!

Samenvatting

Inzet van het visgraatmodel in het onderwijs

zorgt ervoor dat je een handig hulpmiddel in

handen hebt waarmee je samen met jouw team

kan komen tot een goede oorzaak-gevolganalyse.

Daarbij kan ieder vanuit de eigen

verantwoordelijkheid bijdragen aan een effectieve

aanpak ten gunste van een actuele probleemstelling

of casuïstiek.

www.tijdschriftib.nl - TIB nummer 5 © Instondo 2022

35


VAN DE WERKVLOER

Monika Kersten

De mooiste vis

Een zaal vol ouders en ik vertel:

“Toen ik twaalf was, gingen wij verhuizen naar een nieuwbouwwoning.

De tuin moest nog worden aangelegd en mijn broer mocht een vijver

graven. Een mooie diepe, L-vormige vijver. Landbouwplastic erin, bielzen

eromheen, water erin, klaar! Mijn zusje en ik mochten goudvissen kopen.

Samen op de fiets naar de dierenwinkel. Allebei met een zware plastic zak

gevuld met water en vijf goudvissen erin, één hand aan het stuur weer terugfietsen.

We moesten tegen de bult op, mijn zusje voorop. Het was strijd

geworden; wie is het eerste thuis! Op de hoek met de Landstraat waar we linksaf moesten,

werd mijn zusje geschept door een brommer. Al haar goudvissen lagen op straat.”

De zaal reageert...

“En ik? Ik gooi mijn fiets aan de kant. Ik gooi mijn goudvissen op straat en ga háár goudvissen redden.”

Hartelijk gelach...

“Even later stond ik met twee zakjes drooggevallen goudvissen bij de Jaminwinkel op de hoek van de

straat. Of ik wat water mocht voor onze goudvissen…”

Ik sta met mijn handen omhoog met twee denkbeeldige zakjes goudvissen voor de zaal.

“En nu”, zeg ik”. ‘voel ik me net als toen een beetje overvraagd: welke vis moet ik redden? Elke ouder

vindt zijn kind ’de mooiste vis’. Er zijn ouders die vragen of ik ervoor wil zorgen dat hun kind niet naast

een bepaald ander kind komt te zitten. Of dat de juf elke dag drie kwartier naast hun ‘vis’ zwemt,

welke juf op welke tijd extra met hun ‘vis’ gaat rekenen….. Ik weet het niet. In dit fusieproces zijn er

nog veel vragen. Eerst zijn we druk met het inrichten van deze nieuwe vijver en samen met de ouders

willen we ervoor zorgen dat alle kinderen hier tot hun recht komen.”

Dit was bij de start van Passend Onderwijs in 2014.

Op een po-vo-conferentie in 2022 over kansengelijkheid is het antwoord op de vraag ‘Wat willen we

bereiken?’ nog steeds: zo thuisnabij passend onderwijs bieden voor elk kind.

En ook nu weer hoort de directeur van ouders dat er te veel kinderen uit het speciaal onderwijs op

school komen…

Werk in uitvoering!

Dit is de laatste column van Monika. Sinds mei 2014 heeft ze elke TIB nog meer hands-on

gemaakt door rechtstreeks ‘Van de werkvloer’ te schrijven. De TIB-redactie dankt haar voor

de betrokken en originele kijk op haar IB-werk. Glashelder beschreven, scherp geobserveerd

en vooral: uit het hart!

Monika is werkzaam als IB’er-OB bij IKC de Bosmark

m.kersten@accentscholengroep.nl of m-kersten@xs4all.nl

36 www.tijdschriftib.nl - TIB nummer 5 © Instondo 2022


TIB TIPS

01 Peter Laros // 02 Mieke Michielsen

01

Stel een doel!

Wat heb je bereikt in juni 2023? Wil je concrete ontwikkelafspraken maken met je collega’s? Vertrek

vanuit een teambijeenkomst. Met een gezamenlijke start creëer je een platform van betrokkenheid

en leer je samen leren. Stap in je rol als (coachend) intern begeleider.

Een alerte directeur zal vanuit zijn rol de ontwikkelingen monitoren.

Denk met het team na over gebeurtenissen van vorig schooljaar, vorige week of vorige maand:

• Wat wil je zeker voorkomen?

• Wat wil je anders doen?

• Wat heb je altijd al gedacht, maar nog nooit uitgevoerd?

• Breng in beeld hoe je dat gaat aanpakken. Wat wordt je plan?

• En wat heb je dan bereikt in juni 2023?

• Bespreek je plan met een collega uit een andere bouw. Wat haal je uit de feedback?

Stel eventueel je plan bij.

Begeleid de plannen vanuit je IB-rol:

• Plan een passend checkmoment en organiseer in juni een feestje.

• Vraag tijdens individuele gesprekken naar de voortgang.

• Sluit af met een tevredenheidscheck bij je collega’s.

02

Aan het stuur van onderwijskwaliteit

De kwaliteit van het onderwijs verbeteren doe je dag in dag uit. Dit is een continu proces, waarin

je als IB’er een relevante ondersteunende rol hebt binnen school. Om de organisatie systematisch

de maat te nemen vind je hieronder een handreiking hoe je dit proces cyclisch kan doorlopen:

• Zorg dat er hetzelfde wordt gedacht over onderwijskwaliteit. Wat verstaan we eronder? Spreken

we dezelfde taal? Wanneer er op dit punt sprake is van congruentie, draagt dit bij aan het

bereiken van jullie doelen.

• Geef als IB’er sturing aan de gezamenlijk beoogde onderwijskwaliteit. Zorg dat er cyclisch en

planmatig wordt gewerkt met ruimte voor dialoog en overleg vanuit een collectief perspectief.

• Verantwoord op proces en product om ontwikkelingen te kunnen monitoren en bij te sturen

waar nodig. Een collectieve reflectie hierop draagt bij aan de verbinding van nieuwe mogelijkheden

en kansen aan bestaande kaders, met mogelijk nieuwe inzichten als resultaat.

www.tijdschriftib.nl - TIB nummer 5 © Instondo 2022

37


ACHTERGROND

Barry Redeker

STAPSGEWIJS WERKEN

AAN EEN FIJN

GROEPSKLIMAAT

“Ik wens je veel succes met deze groep. Dit lukt je nooit.”

Ik keek mijn collega verbaasd aan. We waren net klaar met de overdracht van haar groep 7 die

straks mijn groep 8 zou worden. Ze had veel geïnvesteerd in de groep en dat had haar een hoop

energie gekost. Het was goed dat de vakantie voor de deur stond. Toch ging ik vol goede moed en

vertrouwen de uitdaging aan. Ik zou er wel even een fijne groep van maken.

Groepsdynamische benadering

Na de zomervakantie kwam ik er al snel achter dat mijn

collega niet had overdreven. De eerste twee weken

verliepen prima, maar vanaf de derde week begon

het gedoe. Ik stapte in allerlei valkuilen: extra streng

worden, preken, surveilleren, controleren, veel oudergesprekken.

Het hielp nauwelijks. Ik kreeg het idee dat

vooral ìk hard aan het werk was voor een goede sfeer.

Dit moest anders en snel ook. Ik koos voor een groepsdynamische

benadering. Waarom? Je kunt dit simpelweg

niet alleen en dat is ook helemaal niet wenselijk.

Voor verandering heb je de groep zelf nodig.

Groepsvormende fases en leiderschap

Een verandering in samenstelling van de groep (bijv.

een nieuwe leerling), een intense gebeurtenis, een

nieuwe leerkracht of het samenstellen van een groep

in het nieuwe schooljaar zijn allemaal zaken die de

wording van een groep bepalen. Voordat er een sociaal

netwerk ontstaat en groepsnormen min of meer

een vaste vorm krijgen, gaat er een groepsvormende

periode van ongeveer 6 tot 8 weken aan vooraf. Hoe

kan de leerkracht daarmee aan de slag?

De vormingsfase

In de eerste twee weken van het schooljaar vormt de

groep zich. In deze fase staan kennismaken en procedures

centraal. Klasgenoten zien elkaar weer na enige

tijd. Er is een nieuwe leerkracht en de groep komt in

een nieuwe ruimte terecht.

Een groep in de vormingsfase vraagt om een directieve

leerkracht: warm, overtuigend en vooral: duidelijk

en consequent. Heldere afspraken en procedures.

Waar leg je je schrift als je klaar bent? Hoe lopen we

de klas uit? Hoe gaan we naar de gym? Duidelijkheid

op procedureniveau biedt al direct enige veiligheid.

Ondertussen verkennen klasgenoten elkaar. Wie ben

jij ook alweer? Ben je veranderd? Ook de (invloedrijke)

leerkracht wordt in dit plaatje gezet. In deze fase is

het dan ook goed om raakvlakken en overeenkomsten

te zoeken. Een leerkracht doet er goed aan om met

gerichte activiteiten alle leerlingen even ‘op de kaart’

te zetten.

ACTIVITEIT:

Dit ben ik

Laat leerlingen een blaadje invullen met vragen

als ‘Wat is je lievelingsdier?’ of ‘Welke sport doe je

graag?’ Denk aan de bekende ‘vriendenboekjes’.

Verzamel de blaadjes, lees elke dag een of meerdere

blaadjes voor zonder de naam te noemen. Laat

de groep raden om wie het gaat.

De normeringsfase

Na deze fase komt de groep in de normeringsfase terecht.

De meeste leerkrachten kennen echter de fases

van Tuckman en weten dat ‘storming’ als eerste komt.

38

www.tijdschriftib.nl - TIB nummer 5 © Instondo 2022


#pedagogischklimaat // #gedrag // #leerkrachtvaardigheden // #sociaal-emotioneelleren

In het basisonderwijs ligt dat iets anders.

Dat heeft te maken met het opgelegde leiderschap.

In deze fase (de 2e tot de 4e week na de start) staan

de normen van de groep centraal. De leerkracht is

onmisbaar om positieve normen en verwachtingen op

de agenda te zetten. In de normeringsfase past een

overtuigende en participerende leerkrachtstijl:

stimuleer onderlinge interactie, ga op zoek naar

(h)erkenning, stimuleer verbinding onder groepsleden,

durf te benoemen (“Wat vind ik het fijn om te zien dat

jullie elkaar helpen”). De leerkracht stuurt daarmee het

proces en laat zien dat zij zelf ook meedoet. Bijvoorbeeld

door aan te schuiven tijdens het knutselen of

tekenen en zelf te luisteren en te vertellen.

ACTIVITEIT:

De tijdreis

Neem de leerlingen in gedachte mee naar het einde

van het schooljaar en vertel met lichte overdrijving

hoe ellendig iedereen zich voelt op dat moment. Wat

is ervoor nodig om dat voor elkaar te krijgen? Welk

gedrag zien we dan? Laat de kinderen vertellen en

schrijf het op het bord. Doe dat nogmaals, maar nu

voelt iedereen zich geweldig en blij aan het einde

van het schooljaar. Wat is daarvoor nodig geweest?

Bekijk de lijstjes met concreet gedrag. Stel ter afronding

de vraag ‘Wie kiest er voor de positieve lijn?’

Benadruk de opgestoken vingers en maak dit de

basis voor de rest van het schooljaar.

De stormingsfase

De stormingsfase volgt snel daarop. De kans op

conflicten en onrust neemt tijdelijk toe. De posities

worden gekozen en leerlingen onderzoeken hun mate

van invloed op de groep. In deze fase hanteert de

leerkracht een overtuigende en participerende stijl.

De leerkracht helpt de leerlingen conflicten constructief

aan te pakken en begeleidt het gesprek over het

conflict. Belangrijk is dat kinderen wordt geleerd altijd

naar een win-winsituatie toe te werken. Hoe zorgen

we dat we allemaal tevreden uit dit gesprek komen?

Let op: de strijd om de eigen positie en invloed gaat

soms ten koste van anderen. Maak hen bewust van

buitensluiten met een gerichte activiteit.

ACTIVITEIT:

Het stickerspel

Zoek stickers van dieren of kleurtjes. Plak deze op

het voorhoofd van de leerlingen. Zeg niet wat er op

staat. Niemand mag praten. Laat ze op zoek gaan

naar hun eigen dierengroepje of kleur. Uitbeelden

mag! Laat één leerling alleen een dier of een kleur

zijn. Neem de tijd, kijk en stel vragen over buitensluiten

en meedoen.

De prestatiefase

Na 6 tot 8 weken stabiliseert de groep zich en komt

in de prestatiefase terecht. Posities en normen liggen

min of meer vast. De groep krijgt een overwegend positief,

negatief of neutraal karakter, afhankelijk van het

doorlopen groepsproces, het leiderschap, de samenstelling

en de context van de groep. In de presterende

fase kiest de leerkracht voor een participerende en

delegerende leiderschapsstijl: ze doet mee en waarwww.tijdschriftib.nl

- TIB nummer 5 © Instondo 2022

39


ACHTERGROND

deert openlijk competenties van alle leerlingen. Ze

beloont actief inzet, zorg voor anderen en loyaliteit

naar de groep, en stimuleert hen zelf verantwoordelijkheid

te nemen. Met gerichte activiteiten wordt

zelfsturing gestimuleerd. Wel moet daarbij rekening

gehouden worden met het feit dat het om een groep

kinderen gaat en dat de groepsontwikkeling daarmee

schoksgewijs kan verlopen. Voor de leerkracht betekent

dat afstemmen op behoefte, soms van delegerend

ineens naar (tijdelijk) autoritair. Op langere

termijn sluit de ‘autoritatieve leiderschapsstijl’ het

beste aan op een groep.

ACTIVITEIT:

De groepsvergadering

Onderzoek verschillende manieren van vergaderen

en plan een tweewekelijks overleg met de groep.

Help hen met de agenda maken, rollen verdelen en

onderwerpen aandragen. Durf ook moeilijke onderwerpen

(bijv. klachten) te bespreken.

De afsluitingsfase

Tegen het einde van het schooljaar gaat de groep

weer uiteen. Voor groep 8 is er sprake van een definitief

afscheid; een groot verschil met de overige groepen.

Toch is het advies om ieder schooljaar in iedere

groep feestelijk af te sluiten. Denk aan een feestje,

een bioscoopavondje in de klas of laat de kinderen

met ideeën komen. Maak bovenal samen plezier!

Tips

Toch die fijne groep!

Willen leerlingen eigenlijk wel een fijne groep? Volmondig:

JA! Ga daar altijd van uit. Maar stellen we

deze vraag eigenlijk weleens bewust aan een groep?

En wordt dan ook concreet gemaakt welk gedrag

je wel en niet wilt zien? Stel de vraag vroeg in het

schooljaar en zeg: “Mooi! Dan gaan we daar vanaf nu

samen mee aan de slag!” En lukt het dan uiteindelijk

toch niet helemaal? Dan kun je altijd nog met De

Ringaanpak aan de slag. De kracht van deze aanpak

wordt gevormd door de leerkracht, die de leerlingen

steeds bij het groepsproces betrekt en hen verantwoordelijk

maakt, zodat ze samen bouwen aan die

fijne groepssfeer. •

Meer lezen?

• Kappen, A. (2007). Deskundigheid zit in het kind.

In gesprek met Martine Delfos. Amsterdam:

Uitgeverij SWP.

• Luitjes, M. & De Zeeuw-Jans, I. (2011). Ontwikkeling

in de groep. Groepsdynamica bij kinderen

en jongeren. Bussum: Uitgeverij Coutinho.

• Redeker, B. (2016). De Ringaanpak. Huizen:

Uitgeverij Pica.

• Woltjer, G. & Janssens, H. (2006). Hoe ga je om

met kinderen op school en met hun ouders?

Groningen: Noordhoff Uitgevers.

Barry Redeker, van oorsprong leerkracht, gedragsspecialist,

zorgcoördinator en teamcoach, heeft zich gespecialiseerd

in groepsdynamica en heeft veel ervaring

in het werken met (negatieve) groepen. Hij is auteur

van De Ringaanpak. Zie www.schoolengedrag.nl.

• Investeer altijd en gericht in het

groepsproces. Ga samen met de leerkracht

op zoek naar favoriete en waardevolle

groepsvormende activiteiten.

• Is de leerkracht zich bewust van haar

eigen leiderschap? Ondersteun haar

mee te groeien met de groep: van directief

naar delegerend.

• Wees zelf ook open, constructief en

positief. Voorbeeldgedrag helpt.

Samenvatting

Iedere groep ontwikkelt zich volgens vaste fases.

Iedere fase vraagt om andere interventies en activiteiten.

Ook het leiderschap van de leerkracht dient

rekening te houden met deze groepsfases. Het doel

is het realiseren van een veilig groepsklimaat en

toenemende verantwoordelijkheid bij leerlingen.

40

www.tijdschriftib.nl - TIB nummer 5 © Instondo 2022


KENNISROTONDE

Dian Fluijt

TIB voegt in op de Kennisrotonde

Het NRO publiceert een serie van drie gratis publicaties voor po-scholen, die gemaakt worden

in samenwerking tussen wetenschap en onderwijspraktijk.

Vraag: Welke effecten heeft traumasensitief lesgeven op de ontwikkeling van

vluchtelingkinderen?

Principes van traumasensitief lesgeven (TSL) zijn veelbelovend voor de sociaal-emotionele

ontwikkeling van getraumatiseerde kinderen. Deze manier van lesgeven lijkt een positieve

invloed te hebben op het gevoel van veiligheid en welbevinden van vluchtelingkinderen.

Principes traumasensitief lesgeven (Coppens e.a.):

1. Kennis over trauma’s, de ontwikkeling van een trauma en de achtergronden, ook van

vluchtelingkinderen.

2. Traumabril: door kennis over trauma’s is de leraar in staat om het gedrag door een

‘traumabril’ te bekijken.

3. Veiligheid en vertrouwen: om toe te komen aan leren dient een leerling zich eerst veilig te

voelen, beginnend in de relatie met de leerkracht.

4. Stabiele relaties: om te werken aan veiligheid en vertrouwen.

5. Zelfregulatie van gevoelens, gedachten en gedrag, zodat vluchtelingkinderen er meer grip

op krijgen.

6. Samenwerking tussen alle volwassenen om een vluchtelingkind heen, om de ontwikkeling

van het kind weer op het juiste spoor te krijgen.

7. Zorgen voor jezelf en de rol van sociale steun daarbij, omdat het lesgeven aan

getraumatiseerde kinderen veel van leerkrachten vraagt.

Tips van TIB: wat kan de IB’er hiermee?

Volgens de Onderwijsraad (2017) zouden alle leraren mogelijke trauma’s bij vluchtelingkinderen moeten

kunnen signaleren. Voor het diagnosticeren van en het omgaan met trauma’s in de onderwijscontext

kunnen specialisten (in het eigen team, in het samenwerkingsverband of ander regionaal netwerk)

worden ingeschakeld.

• In hoeverre zijn de collega’s op jouw school in staat om trauma’s bij vluchtelingkinderen te

signaleren (en eventueel te diagnosticeren)?

• Weet jij wie en waar en hoe je hulp van specialisten op het gebied van trauma in het

samenwerkingsverband of regionaal netwerk kan inschakelen?

Verder lezen?

www.kennisrotonde.nl/vraag-en-antwoord/trauma-sensitief-lesgeven-vluchtelingen

De Kennisrotonde van het Nationaal Regieorgaan Onderwijsonderzoek is het online loket

voor de beantwoording van vragen uit het onderwijs met kennis uit onderzoek. Iedereen

die werkt in het po, vo, (v)so, mbo en bij een lerarenopleiding, of nabij de onderwijspraktijk

kan vragen stellen. Deze vragen beantwoordt de Kennisrotonde met wetenschappelijk

gefundeerde inzichten over wat wel en wat niet werkt. TIB besteedt aandacht aan interessante

vragen en bespreekt invalshoeken voor IB’ers.

www.tijdschriftib.nl - TIB nummer 5 © Instondo 2022

41


COLOFON

VERWACHT IN TIB 2023-01:

Diversiteit vraagt aandacht!

In je rol als IB’er ben je voortdurend in gesprek met

collega’s, ouders en externen. Dat vraagt om een

aandachtige houding. Hoe schenk je op de juiste

manier aandacht?

Erken de ongelijkheid

“Meer variatie in functies komt de stabiele basis van

onderwijskwaliteit ten goede”, stellen Hannah Bijlsma

en Mirjam Keyser in hun pleidooi voor het benutten

van de verschillende leraarvaardigheden en de

diversiteit in het onderwijs.

De PEP in actie

De pedagogisch educatief professional is inzetbaar op

bouw- en schoolniveau. Onder regie van de IB’er kan

de PEP ondersteunen bij de uitvoering van passend

onderwijs.

Werken met werkvormen werkt!

Wist je dat je als intern begeleider op veel leuke en

nuttige manieren werkvormen kunt gebruiken in jouw

dagelijks werk? Breng je collega’s in de actiestand!

Een kind dat niet praat in de klas. Wat nu?

Wanneer een kind op school weinig of niet spreekt,

kan er mogelijk sprake zijn van selectief mutisme. Als

intern begeleider heb je hierbij een ondersteunende

rol voor leerkracht en kind.

En verder natuurlijk

Van de werkvloer, Wat je echt moet doen in 2023,

Checklist, Kennisrotonde, Nieuws gemist, Column,

TIBtips en Media.

TIB, Tijdschrift voor Intern Begeleiders is een uitgave van

Instondo B.V.

Redactie:

Jacques van den Born, eigenaar Van den Born Onderwijsadvies,

vandenbornonderwijsadvies@gmail.com

Thieu Dollevoet, oud-associate lector Fontys,

m.dollevoet@lijbrandt.nl

Dian Fluijt, onderzoeker en hogeschooldocent Fontys OSO,

eigenaar van de Onderwijsmensen.

deonderwijsmensen@gmail.com

Marald Mens, neuropsycholoog, trainer en spreker, eigenaar

Mens op School onderwijsadvies. marald@mensopschool.nl

Mieke Michiels, interim-IB’er, coach en onderwijsadviseur,

info@miekemichiels.nl

Rian Janssen, beleidsadviseur Passend Onderwijs. Docent

Master EN. rianjanssen@fastmail.com

Jorinde Jelles, onderwijskundig adviseur en interim IB’er ZIEN in

de Klas. j.jelles@zienindeklas.nl

Peter Laros, eigenaar Laros-Education, voorheen hogeschooldocent

Fontys. p.laros@gmail.com

Vaste medewerker:

Monika Kersten, m.kersten@accentscholengroep.nl of

m-kersten@xs4all.nl

Eveline van Amstel, e.vanamstel@instondo.nl

Hoofdredactie:

Vivian van Alem, onderwijsadviseur Van Alem Onderwijsadvies,

hoofdredactie@tijdschriftib.nl

Eindredactie:

Walter van de Calseyde, tekstschrijver, www.calseyde.nl

Uitgever:

Marcel Mathijssen, m.mathijssen@instondo.nl

Janneke van Loon, j.vanloon@instondo.nl

Vormgeving:

Vormvreters, grafische vormgeving, www.vormvreters.nl

Fotografie:

René Schotanus, (cover en pagina's 3, 13 en 14)

www.reneschotanus.com

Martine Sprangers (Pagina 28)

Shutterstock, (pagina's 3 3x, en 7)

Illustratie:

Maaike van Hal, Maaike Visuals (pagina 22 en 23)

Druk:

Veldhuis Media BV, www.veldhuismedia.nl.

Lidmaatschap:

Lidmaatschap €109 voor 1 exemplaar per nummer. Bij 2 exemplaren

op 1 adres bedraagt de prijs €163,50. Alle prijzen inclusief BTW

en verzendkosten. Lidmaatschappen worden automatisch met een

periode van een jaar verlengd tenzij deze twee maanden voor de

vervaldatum schriftelijk worden opgezegd bij de uitgever.

Advertenties:

Voor informatie over mogelijkheden kunt u zich richten tot de

uitgever.

Uitgave van:

Instondo B.V., Binnen Kalkhaven 263, 3311 JC Dordrecht

www.tijdschriftib.nl, T 078 645 50 85, info@tijdschriftib.nl

HEB JE ZELF SUGGESTIES VOOR ONDERWERPEN OF

ZOU JE WILLEN PUBLICEREN IN TIB? STUUR DAN EEN

BERICHT NAAR: HOOFDREDACTIE@TIJDSCHRIFTIB.NL

En tussentijds:

www.tijdschriftib.nl

n Instondo Intern Begeleiders

t @Instondo_bv

f @InstondoIB

ISSN: 2352-0493

© Instondo B.V. Auteursrechten voorbehouden. Het is niet toegestaan

zonder schriftelijke toestemming van de uitgever artikelen,

illustraties of schema’s geheel of gedeeltelijk over te nemen. Aan

de totstandkoming van deze uitgave is de uiterste zorg besteed.

Voor informatie die nochtans onvolledig of onjuist is, aanvaarden

auteur(s), redactie en uitgever geen aansprakelijkheid. Voor

eventuele verbeteringen en suggesties houden zij zich gaarne

aanbevolen. Vanwege de aard van de inhoud en het doel van

dit vakblad, wordt de abonnee geacht het blad te ontvangen in

verband met de uitvoering van een beroep of bedrijf.

42 www.tijdschriftib.nl - TIB nummer 5 © Instondo 2022


All I(B) want

for christmas…

Hi IB’er!

De dagen worden korter en dat kan maar één ding betekenen: kerst komt er weer aan.

Weet jij nog niet wat je op je lijstje moet zetten? Dan hebben wij nog wel wat goede TIB’s.

Kleuterrevolutie: versterk de

kwaliteit van jouw kleuteronderwijs

Auteur: Anouk Brouns

Prijs: €23,50

ISBN: 978 94 63173 04 9

Pagina’s: 100

Haal meer uit je

combinatiegroep 2/3!

Auteurs: Cobi Visser en

Frida Meints

Prijs: €23,50

ISBN: 978 94 63173 01 8

Pagina’s: 100

2 e druk

Verlies en verdriet op school.

Wat nu?

Auteurs: Imke Denissen en

Esther van de Pas

Prijs: €23,50

ISBN: 978 94 63173 02 5

Pagina’s: 100

Nieuw

Tandem IB’er en directeur:

werken aan schoolontwikkeling

Auteurs: Berndine de Wolff en

Marjan Plazier

Prijs: €23,50

ISBN: 978 94 63172 06 6

Pagina’s: 100

Verwacht

Wegwijzer voor de intern begeleider

Auteurs: Vivian van Alem

Prijs: Actieprijs: € 45,00

(reguliere prijs €49,50)

ISBN: 978 94 63172 05 9

Pagina’s: 356

Verwacht

De 10 principes van de intern

begeleider

Auteur: Luc Greven

Prijs: Actieprijs € 31,00

(reguliere prijs €34,95)

ISBN: 978 94 63173 36 0

Pagina’s: 158

Musthave

Topper

Onderwijs van Binnenuit

Auteur: Nicole Hanegraaf

Prijs: €39,95

ISBN: 978 94 63172 90 5

Pagina’s: 250

Verwacht eind november 2022

Pre-order

Bestel direct via instondoboeken.nl


Onderwijsadviseur of -begeleider

nodig? De oplossing is simpel...

Deze bureaus beschikken over de

Cedeo-erkenning* ‘Onderwijsadvies’

of ‘Onderwijsbegeleiding’:

• 1801 Jeugd & Onderwijsadvies, Stichting, Elst gld

• Bazalt, Stichting, Goes

• BCO Onderwijsadvies, Venlo

• Cedin educatieve dienstverlening, Drachten

• Centraal Nederland, Nunspeet

• CPS Onderwijsontwikkeling en advies (CPS), Amersfoort

• Driestar educatief, Gouda

• HCO, Stichting, ’s-Gravenhage

• InterZin, Laren nh

• IJsselgroep, Educatieve Dienstverlening, Apeldoorn

• KOC Diensten, Veenendaal

• Metis Onderwijsadvies, Nuenen

• OBD Noordwest, Alkmaar

• Onderwijs Maak Je Samen (OMJS), Helmond

• RPCZ, Stichting, Goes

• Sardes BV, Utrecht

• Schooladviesdienst Wassenaar, Stichting, Wassenaar

• Timpaan Onderwijs B.V., Assen

* = Dat betekent dat uit onafhankelijk

onderzoek is gebleken dat ten minste

80% van hun klanten tevreden tot zeer

tevreden is over de geleverde kwaliteit

en dienstverlening.

Kies een bureau met Cedeo-erkenning.

Cedeo meet als enige onafhankelijke keuringsinstantie de kwaliteit en performance van HR-dienstverleners.

George Hintzenweg 77, Rotterdam Postbus 701, 3000 AS Rotterdam T. 010 - 250 05 01 cedeo.nl info@cedeo.nl

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!