Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
<strong>De</strong><strong>Parel</strong><br />
Jaargang 40 | Nummer 3 | juni <strong>2024</strong><br />
Bijenplanten | Nog veel meer plantjes langs de weg<br />
conostylis candidans en epacris logiflora
Colofon<br />
Jaargang 40 - nummer 3, juni <strong>2024</strong><br />
<strong>De</strong> <strong>Parel</strong> is het verenigingsblad van de Nederlandse<br />
Kuipplantenvereniging. <strong>De</strong> <strong>Parel</strong> verschijnt tweemaandelijks<br />
en wordt toegezonden aan leden.<br />
Losse nummers zijn verkrijgbaar bij de regio’s<br />
• Ledenadministratie<br />
Marcel Kool<br />
Pigmenthof 43, 1339 HD Almere-Buiten<br />
Tel. 06 40 25 54 32<br />
leden@kuipplantenvereniging.nl<br />
• Financiële administratie<br />
Marcel Kool<br />
Pigmenthof 43 1339HD Almere-Buiten<br />
Tel. 06 40 25 54 32<br />
NL71 INGB 0003 9781 67,<br />
t.n.v. Nederlandse Kuipplantenvereniging.<br />
penningmeester@kuipplantenvereniging.nl<br />
Betaling na contributienota.<br />
• Contributie<br />
<strong>De</strong> contributie voor 2023 bedraagt € 36,00.<br />
Het lidmaatschap loopt van 1 januari t/m 31 december.<br />
Aanmelding dient schriftelijk of telefonisch te gebeuren<br />
bij de ledenadministratie of via onze website:<br />
www.kuipplantenvereniging.nl<br />
• Opzegging lidmaatschap<br />
Het opzeggen dient schriftelijk te gebeuren en<br />
wel uiterlijk een maand voor het einde van het<br />
verenigingsjaar bij de ledenadministratie.<br />
• Kopij<br />
Bijdragen voor <strong>De</strong> parel van augustus sturen naar het<br />
redactieadres op uiterlijk 28 juni. Voor de overige in<br />
<strong>2024</strong> te verschijnen nummers zijn de uiterste data voor<br />
het inleveren van kopij: 6 september en 25 oktober.<br />
Aanlevering van foto’s en tekst als e-mailbijlage.<br />
Afbeeldingen in zo hoog mogelijke resolutie s.v.p. en<br />
niet opgenomen in het tekstbestand maar als aparte<br />
bijlagen!<br />
• Verschijningsdatum<br />
U ontvangt <strong>De</strong> <strong>Parel</strong> in de derde volle week van de<br />
maanden februari, april, juni, augustus, oktober en<br />
december.<br />
• Advertenties en PR<br />
penningmeester@kuipplantenvereniging.nl<br />
Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd en/<br />
of openbaar gemaakt worden zonder voorafgaande<br />
schriftelijke toestemming van de betrokken auteurs en<br />
de redactie van <strong>De</strong> <strong>Parel</strong>.<br />
• Redactie<br />
E. de Rue, Leiden<br />
C. Flikweert, Amsterdam<br />
P. Melis, Rosmalen<br />
I. van den Berg, Alphen aan den Rijn<br />
• Redactieadres<br />
P. Melis, Vincent van Goghlaan 31,<br />
5246 GA Rosmalen<br />
073 649 9080<br />
melispeter@hotmail.com<br />
• Vormgeving en realisatie<br />
MEO, Alkmaar<br />
Omslagfoto: Lespedeza<br />
Foto: Ina Gelling<br />
Redactioneel<br />
<strong>De</strong>ze keer geen bergen kopij , maar wel de bijzondere ervaringen<br />
van Ina Gelling, onze onvolprezen columnist, met bijen. Terwijl we<br />
altijd maar moeten aanhoren hoe belangrijk het voor de bestuiving<br />
is om onze tuinen royaal te voorzien van bijenlokkende planten, schetst<br />
zij waar de bijenliefde ook toe leidt. <strong>De</strong> natuur zal ons altijd blijven<br />
verrassen. Dat overkwam ook Cisca van der Zwan toen zij dacht even<br />
wat soorten Protea en een bijzondere soort Passiebloem te zaaien. Wie<br />
weet hoe de natuur dat oplost: we horen het graag. Gelukkig zijn er ook<br />
mooie en lekker geurende planten die wat gemakkelijker op te kweken<br />
zijn. Laat het betere, meer zomerse weer u inspireren. In dit nummer<br />
natuurlijk ook weer “mooie plantjes” en een uitgebreid reisverslag. Wat<br />
zijn we blij met onze trouwe auteurs. Toch is het deze keer uiteindelijk<br />
niet gelukt zoveel kopij te genereren dat we een volledige <strong>Parel</strong> van<br />
twintig pagina’s hebben kunnen vullen. <strong>De</strong> teller is gestopt bij zestien<br />
pagina’s. Gaan we dan toch richting het einde?<br />
Kijk ook even in de rubriek verenigingsnieuws naar het aanbod van<br />
zes ingelijste afbeeldingen met informatie waaruit uiteindelijk onze<br />
vereniging is voortgekomen.<br />
<strong>De</strong> redactie wenst u graag een hele mooie zomer toe.<br />
Let op: de uiterste datum voor het insturen van kopij voor het augustusnummer<br />
van <strong>De</strong> <strong>Parel</strong> is 28 juni <strong>2024</strong>.<br />
Inhoudsopgave<br />
4Praatjes over zaadjes,<br />
juni<br />
Cisca van der Zwan<br />
3 Bijenplanten • Ina Gelling<br />
12<br />
Da's ook<br />
Een plantje langs de weg,<br />
deel 2<br />
6Peter Melis<br />
4 Praatjes over zaadjes juni • Cisca van der Zwan<br />
6 Een plantje langs de weg, deel 2 • Peter Melis<br />
11 Zijn "Hippeastrum multiflorum" en<br />
Hippeastrum x johnsonii dezelfde? • Gerard Rosema<br />
12 Da’s ook een mooi plantje • Liesbeth Uijtewaal-de Vries<br />
16<br />
Verenigingsnieuws, programma's en kalender<br />
een mooi plantje<br />
Liesbeth Uijtewaalde<br />
Vries<br />
2 | <strong>De</strong> <strong>Parel</strong> <strong>2024</strong> | nr. 3
Bijenplanten<br />
Tekst en foto's: Ina Gelling<br />
Bee friendly tuinieren, alles voor de bijen en andere<br />
bestuivende vliegers, leeft al enige jaren als tuinhype<br />
en zoals altijd bij elke hype: vroeg of laat krijgt het een<br />
terroriserende benadering.<br />
Natuurlijk moeten de bestuivers niet verloren gaan. Maar in<br />
onze boomgaard bekruipt mij wel eens de gedachte dat ik<br />
juist meewerk aan de exploderende toename van hoornaars,<br />
de bijeneters.<br />
Het gonst van de insectengeluiden. Hoge tonen, zacht<br />
gezoem, wat geruzie en gemor bij overrijpe appels en met<br />
regelmaat komen er niet alleen helikopters langs zoemen in<br />
de vorm van zwaarlijvige hommels. Als ik het geluid hoor van<br />
een chinook, weet ik dat er weer een hoornaar voorbij vliegt.<br />
Lief bedoelde cadeautjes van vrienden en kennissen zoals<br />
een voorgefabriceerd triplex bijenhotelletje neem ik zonder<br />
tegenwerping vriendelijk in ontvangst. Alsof de beestjes zelf<br />
geen broed- of schuilplaats kunnen vinden en bouwen.<br />
Ook wij hebben diverse takkenwallen van oude<br />
boomstammen en gesnoeide takken waar ik het hele jaar<br />
door mijn snoeiafval op kwijt kan. Win-win zou je denken.<br />
Fantastische broedplaatsen voor een winterkoninkje en<br />
allerlei gespuis. Dus ook voor wespen en hoornaars. Elk jaar<br />
valt een deel van de tuin in ongenade door de welhaast<br />
ADHD-activiteiten van deze soorten.<br />
Soms heb ik niet tijdig door dat er een nest zit en steek ik<br />
nietsvermoedend een paar takken in de wal. Ja hoor, dan is er<br />
weer een verkenner die erop uit is gestuurd om me te verjagen.<br />
Net zo lang tot hij een stukje huid heeft gevonden om in<br />
toe te slaan. Is het niet op de arm dan wel onder de kraag<br />
of broekspijp. Ik blijf inmiddels op gepaste afstand zodra ik<br />
geconcentreerd gezoem hoor of ze werkelijk zie vliegen.<br />
Argyrocytisus<br />
Hakonechloa<br />
Maar goed, terug naar de planten. In ons wijkkrantje had<br />
een bijengoeroe de opmerking geplaatst dat we alleen<br />
inheemse planten in de tuin moeten gebruiken, “want al die<br />
exoten, daar kunnen de bijen en vlinders niets mee”. “En<br />
vooral niet met al die onzinnige siergrassen, rododendrons<br />
en hortensia’s.” Dat noem ik trouwens nog eens goede<br />
inburgering, de “oer-Hollandse” hortensia oorspronkelijk<br />
afkomstig uit Azië. Net als de exotische conifeer Thuja<br />
occidentalis die niet meer is weg te denken uit onze tuinen.<br />
Hollandser kan het bijna niet.<br />
Echter, nou meen ik mij toch te herinneren dat ik elk<br />
voorjaar een kleinbladige Rododendron, die ik overigens nog<br />
altijd Azalea noem, helemaal zie doorhangen vanwege een<br />
menigte hommels. En de lagerstroemia’s zijn in het najaar<br />
meer in trek dan de naburige vlinderstruiken. Evenals de<br />
weelderige struik Lespedeza thunbergii Edo-Shibori, wat een<br />
enorme waterval aan kleine bloemetjes. Hij staat al tien<br />
jaar in de tuin en het is elk jaar een feest om naar de drukte<br />
te kijken. Wat ook erg in trek is trouwens zijn bloeiende<br />
Italiaanse tuinkruiden. Ook bij ons zelf als het maar zou<br />
lukken er bij te komen.<br />
Ik moet toegeven dat ik geen kenner ben van bijensoorten en<br />
gelijklijkende vliegers. Het heeft even geduurd voor ik letterlijk<br />
inzag dat niet elke (sluip)wesp een wesp was, zogezegd. Als<br />
hij geel met zwart was, was het een wesp. Direct platslaan<br />
was altijd mijn reactie. Inmiddels heb ik bijgeleerd. Wat niet<br />
wegneemt dat de exemplaren die 30 cm van mijn gezicht<br />
verwijderd op ooghoogte me strak hypnotiserend blijven<br />
aankijken, bijna uitdagend ‘pak me dan’ zoemend, me mateloos<br />
irriteren. Ik herken ook niet de geïntroduceerde exemplaren die<br />
poppen of rupsen eten waardoor de vlinderstand achteruitgaat.<br />
<strong>De</strong> tuin is een insectenjungle waar ingrijpen onbegonnen<br />
werk is en eigenlijk ook niet gewenst is. Er is altijd wel een<br />
bijkomend negatief effect.<br />
Alhoewel, eh, als de buxusmot zo te bestrijden valt…..<br />
Ondertussen staan de kuipplanten niet alleen op het terras<br />
maar ook tussen de struiken waardoor vliegende bestuivers<br />
hier misschien ook even een druppeltje nectar van mee gaan<br />
pikken en hopelijk inderdaad wat bestuiven. Al is het maar<br />
per ongeluk. Aan geur en kleur, dag en nacht, om ze aan te<br />
trekken, geen gebrek. Zonder kolibries moeten ook de exoten<br />
het toch hebben van onze inheemse kleine vliegers.<br />
nr. 3 | <strong>De</strong> <strong>Parel</strong> <strong>2024</strong> | 3
Praatjes over zaadjes juni<br />
Tekst: Cisca van der Zwan foto’s: Peter Melis<br />
Wat een rare aprilmaand hebben we gehad, heel<br />
warm en heel koud, droog maar ook nat. Zaailingen<br />
naar buiten en weer terug naar binnen. <strong>De</strong> hanging<br />
basket die ik heb gemaakt staat zolang in de serre op de<br />
eettafel, koel en met veel licht. Voor de ijskoude windkracht<br />
7 met hagel zijn de jonge plantjes nog te teer. Hier en daar<br />
steekt er al een blauw Australisch madeliefje (Brachyscome<br />
iberidifolia) de kop op, best gezellig zo. Ik hou van veel<br />
verschillende planten en zaaien vind ik erg leuk om te doen.<br />
Maar als ik de aanwijzingen op de verpakking lees is het een<br />
wonder dat er zaden spontaan in de natuur opkomen.<br />
Zo heb ik zaden gekregen van een Teacup waterlelie; daarvan<br />
moeten de zaden worden geschuurd, dan moeten ze in 2 cm<br />
vijvergrond, laagje water erop, eerst half schaduw en warm<br />
22-24 graden en later in de volle zon. Die drijven nu in<br />
een potje in mijn aquarium. Dan heb ik me laten verleiden<br />
door een paar Proteasoorten, want zeg nou zelf wie valt er<br />
niet voor de naam Knikkend speldenkussen, Suikerbossie of<br />
Skaamrosie. Bij dit zaad krijg je een handleiding van een<br />
dicht beschreven A4. <strong>De</strong>ze zaden moeten eerst 30 minuten<br />
Bauhinia tometosa zaden<br />
in de rookprimer (om de natuurlijke branden te imiteren)<br />
en dan grond mengen en met zwavel besproeien tegen<br />
schimmel. En natuurlijk zorgen voor een temperatuurverschil<br />
van 12°C tussen dag en nacht. Van een kuipplantenvriendin<br />
kreeg ik zaden van een Passieflorasoort. In het ene boek<br />
staat dat die een dag in sinaasappelsap geweekt moeten<br />
worden. In een ander boek staat dat de zaden een dag in<br />
de melk moeten. Oké, ik gaan het uitproberen. Maar wie<br />
perst er nu een sinaasappeltje voor deze plant in de natuur<br />
of komt hem een lekker schoteltje melk brengen? Nee, dan<br />
mijn cactussen, die doen niet zo moeilijk. Je zaait ze op<br />
grond met flink veel zand erdoor of een ander recept, want<br />
elke cactusliefhebber heeft zijn eigen samenstelling. Dan<br />
zet ik de potjes, goed gelabeld, in een plastic krat waar<br />
een luchtdicht deksel op past. Goed nat maken, cactussen<br />
houden van gespannen lucht. Niet in de volle zon zetten<br />
af en toe kijken of de schimmel of algen niet toeslaan en 8<br />
weken later, kleine cactusjes.<br />
Gelukkig hebben wij in de zadenlijst ook planten zonder<br />
uitgebreide gebruiksaanwijzing.<br />
Bijvoorbeeld de Eccremocarpus scaber, leuke klimplant die<br />
het liefst in maart gezaaid moet worden. In de huiskamer<br />
kiemt het zaad in ca. 2 weken. In het begin gaat het<br />
wat traag maar zodra het wat warmer gaat worden komt<br />
de groei erin. Na de ijsheiligen, - wie kent ze nog?-, (zie<br />
onderaan) mogen ze naar buiten. Geef ze de mogelijkheid<br />
om te klimmen want ze worden zo’n 2-2,5 meter hoog. <strong>De</strong><br />
plant bloeit met oranjerode trossen buisbloemen.<br />
Ze kunnen in de volle grond als eenjarige maar in een grote<br />
pot kan de plant ook als kuipplant overgehouden worden. Zij<br />
loopt dan in het voorjaar weer uit op de wortelstok. Aan de<br />
droge kant laten overwinteren.<br />
U kunt ook gemakkelijk zaden oogsten die de plant rijkelijk<br />
produceert en elk jaar opnieuw zaaien. <strong>De</strong> zaden zitten<br />
in vrij grote peulen die al openspringen als ze nog groen<br />
zijn. <strong>De</strong>ze zaden zijn schoonheden op zich, zwart met een<br />
zilveren randje.<br />
Nog zo’n makkelijke klant, Mirabilis jalapa, wordt vaak als<br />
eenjarige gezaaid, maar bij zachte en droge winters komt<br />
zij het volgende jaar gewoon weer op en bloeit dan eerder<br />
dan de zaailingen. <strong>De</strong> plant maakt wortelstokken waaruit<br />
zij het volgende jaar weer uitloopt. Bij vorst of te nat<br />
weer overleeft zij niet. U kunt de wortelstok in de herfst<br />
ook rooien en bewaren zoals je Dahlia’s bewaart, niet<br />
laten uitdrogen. U weet dan zeker welke kleur bloem aan<br />
de plant komt.<br />
4 | <strong>De</strong> <strong>Parel</strong> <strong>2024</strong> | nr. 3
Hippeastrum zaden<br />
Zaaien is wel zo makkelijk. <strong>De</strong>ze plant zaait u niet te vroeg,<br />
medio april. Bij kamertemperatuur kiemt zij al binnen 10<br />
dagen. Houd het zaaisel niet te vochtig want de zaden<br />
rotten snel. Half mei, na de vorst, uitplanten en reken op<br />
een plant die 70-100 cm hoog wordt.<br />
Zit u ‘s avonds gezellig op het terras? Zet de plant dan daar<br />
in de buurt. In de namiddag en avond bloeit zij op haar<br />
mooist en verspreidt ze een lekkere geur. Daaraan dankt zij<br />
haar Nederlandse naam: Nachtschone.<br />
Elke bloem geeft een zaadje dat op het kelkblad ligt totdat<br />
het rijp is. <strong>De</strong> grote zwarte zaden zijn makkelijk te zien en<br />
te oogsten. Soms liggen er tientallen onder de plant. Bij<br />
een gunstige winter kunnen die in het voorjaar kiemen,<br />
maar meestal zijn onze winters hiervoor te nat. Ook deze<br />
zaden zijn apart, het zijn net kleine amfora kruikjes. Wat<br />
de kleur betreft, die is er voor ieder wat wils: wit, hard en<br />
zacht roze, geel en diverse varianten hiervan. Bijzonder is de<br />
Harlequin-mix met bloemen in een mix van kleuren roze en<br />
geel gevlamd.<br />
Veel zaaiplezier, Cisca<br />
Noot:<br />
Sint Mamertus (11 mei)<br />
Sint Pancratius (12 mei)<br />
Sint Servatius (13 mei)<br />
Sint Bonifatius (14 mei)<br />
Opuntia zaden<br />
nr. 3 | <strong>De</strong> <strong>Parel</strong> <strong>2024</strong> | 5
Een plantje langs de weg,<br />
deel 2<br />
Tekst en foto's: Peter Melis<br />
Wie veel reist kan veel verhalen.<br />
In <strong>De</strong> <strong>Parel</strong> nummer 6 van december 2023 deed Peter<br />
Melis verslag van wat hij aan planten tegenkwam op<br />
zijn reis door de provincie Oaxaca in Mexico. <strong>De</strong> reis ging<br />
verder van Huajuajuapan de Leon via Tamazulapan en San<br />
Pedro Nopala naar Tlaxiaco.<br />
Van de planten die hij daar tegenkwam doet hij hier verslag.<br />
Brahea decumbens<br />
Acacia rigidula<br />
Brahea decumbens.<br />
<strong>De</strong>ze Brahea decumbens-palmen stonden in een nagenoeg<br />
kaal veld met gras en kruidachtige planten en nauwelijks<br />
bomen of grote struiken, waarschijnlijk omdat ze veel zon<br />
moeten hebben. Het is een van de meest gezochte maar ook<br />
moeilijk te kweken palmen. Daarbij is het een zeer langzaam<br />
groeiende soort die niet hoger wordt dan 2 meter omdat de<br />
stammen de neiging hebben op de grond te gaan liggen en<br />
alleen de toppen van de stam omhoog groeien. Het lijkt dan<br />
alsof er meerdere palmen bij elkaar staan terwijl het om één<br />
plant gaat met meerdere stammen waarvan de opstekende<br />
koppen in een cirkel om de hoofdstam liggen.<br />
Cassia didymobotrya.<br />
<strong>De</strong>ze Cassia is zoals vele andere Cassia’s een exoot in Mexico<br />
en veel andere landen. <strong>De</strong> reden daarvoor is natuurlijk een<br />
rijke bloei en eenvoudige groei in veel biotopen. Kortom,<br />
een gewilde plant in warme streken. Zij komt oorspronkelijk<br />
uit het oostelijk deel van Afrika met uitzondering van Zuid-<br />
Afrika en Namibië. Net als veel andere Cassia’s bloeit deze<br />
plant uitbundig en in het juiste klimaat over lange periodes.<br />
Uit ervaring weet ik echter dat zij in ons klimaat alleen op<br />
een warme, beschutte plaats buiten kan bloeien.<br />
Om te overwinteren is minimaal 10°C en liefst nog iets meer<br />
nodig. <strong>De</strong>ze Cassia wordt ook wel pindakaasplant genoemd<br />
omdat ze bij aanraking een pindakaasachtige geur afgeeft.<br />
Acacia rigidula.<br />
Blackbrush acacia wordt, net als andere soorten van dit<br />
geslacht, niet gebruikt voor directe menselijke consumptie,<br />
hoewel zij wel enkele indirecte vormen van consumptie<br />
heeft. Inheemse Amerikanen hebben bijvoorbeeld de<br />
blackbrush acacia gebruikt als ingrediënt in medicijnen.<br />
Van de bloemen kan thee worden gemaakt, die kalmerende<br />
eigenschappen heeft. <strong>De</strong> wortels van de plant dienen<br />
ook als bron voor thee die kan worden gebruikt om<br />
keelpijn, hoesten en mondontstekingen te behandelen.<br />
Andere toepassingen voor Acacia rigidula zijn onder meer<br />
het gebruik van de zaden om buikpijn te verlichten en<br />
diarree te behandelen. <strong>De</strong> bladeren kunnen ook tot poeder<br />
worden vermalen om bloedingen te stoppen, pijn door een<br />
geschaafde huid te verlichten. Ze kunnen zelfs worden<br />
Cassia didymobotrya<br />
6 | <strong>De</strong> <strong>Parel</strong> <strong>2024</strong> | nr. 3
gebruikt als een antimicrobiële wasbeurt. Fytochemische<br />
stimulerende stoffen die in de plant worden aangetroffen,<br />
waaronder sommige amfetaminen, worden gebruikt in<br />
voedingssupplementen en medicijnen voor gewichtsverlies.<br />
<strong>De</strong>ze plant vormt ook een klein onderdeel van het<br />
dieet van sommige wilde dieren. Hij is niet de<br />
favoriete voedselbron voor herten en andere<br />
Ipomoea pauciflora<br />
dieren, maar kan worden geconsumeerd<br />
wanneer andere voedselbronnen schaars<br />
zijn. <strong>De</strong> bloemen leveren ook nectar<br />
voor bijen en vlinders.<br />
(Opm.: deze beschrijving is deels<br />
overgenomen en vertaald uit de<br />
website van de universiteit van<br />
Arizona.)<br />
Ipomoea pauciflora.<br />
<strong>De</strong>ze Ipomoea kom je regelmatig tegen<br />
in midden-Mexico. Tenminste als ze bloeit,<br />
want zonder bloemen is het een nauwelijks<br />
opvallende, nagenoeg kale struik met kronkelende<br />
takken en een korte verdikte stam die vaak als solitair<br />
tussen andere struiken staat. In tegenstelling tot de meeste<br />
andere Ipomoea’s heeft pauciflora geen ondersteuning<br />
van andere bomen of struiken nodig <strong>De</strong> grote helderwitte<br />
bloemen vallen echter wel op. <strong>De</strong>ze Ipomoea is dus geen<br />
klimmer al zal ze een steuntje van andere stevigere planten<br />
niet afslaan. Voordeel van haar onafhankelijkheid is<br />
natuurlijk het extra licht dat ze krijgt als er geen andere<br />
planten in de buurt staan.<br />
Cascabela peruviana.<br />
<strong>De</strong>ze Cascabela peruviana is een plant met vele namen<br />
waaronder de oudere naam Thevetia peruviana maar ook<br />
volksnamen zoals gele oleander, rinkelboom en geluksnoot.<br />
Neobuxbaumia mescalaensis<br />
<strong>De</strong> gele bloemen zijn sterk geurend en verschijnen van begin<br />
zomer tot in de herfst. Het is een familielid van de wel<br />
bekende Oleander en kan ook als zodanig worden gekweekt<br />
met uitzondering van de temperatuur die zeker in de winter<br />
wel wat hoger moet zijn. Net als bij de Oleander zijn alle delen<br />
van de plant giftig. Inmiddels is ook zij over alle tropische en<br />
subtropische delen van de wereld aangeplant of verwilderd,<br />
maar haar oorsprong ligt in Zuid-Amerika en Cuba.<br />
Neobuxbaumia mescalaensis.<br />
<strong>De</strong>ze reuzen die tot 10 meter hoog worden met een diameter<br />
van 40 cm en daardoor met kop en schouders boven de<br />
omringende bomen en struiken uitsteken, zijn indrukwekkend<br />
om te zien. Ze zijn vernoemd naar Franz Buxbaum, een<br />
Oostenrijkse botanicus. Het zijn met recht indrukwekkende<br />
zuilen die maar een enkele stam vormen. In cultuur zul je<br />
deze cactussen alleen maar in botanische tuinen tegenkomen<br />
omdat ze simpelweg te groot worden voor de gemiddelde<br />
liefhebber en ze alleen als volwassen plant laten zien hoe<br />
indrukwekkend ze zijn. <strong>De</strong> Neobuxbaumia groeit alleen in<br />
centraal Mexico in kalkrijke grond en altijd tussen bomen en<br />
of grote struiken.<br />
Cascabela peruviana<br />
nr. 3 | <strong>De</strong> <strong>Parel</strong> <strong>2024</strong> | 7
Wat kwam ik nog meer tegen?<br />
Asclepias linaria.<br />
Dit was een van de verrassingen voor mij. Ik herkende de<br />
bloem als hoogstwaarschijnlijk van een Asclepiadaceaesoort,<br />
maar verder kon ik er op dat moment niet veel van<br />
maken. Het zijn mooie maar niet zo compacte struikjes van<br />
maximaal 50cm hoog en meestal lager. Het zijn echter de<br />
donkergroene, beetje leerachtige smalle blaadjes die de<br />
aandacht trekken. Ook de bloemhoofdjes die door hun zachte<br />
kleuren niet meteen opvallen mogen er zijn. Van de naam<br />
A. linaria ben ik niet 100% zeker omdat er nogal wat andere<br />
Asclepiadaceae zijn die er veel op lijken. Volgens Google<br />
komt A. linaria voor in de Mojave- en Sonorawoestijn en<br />
de US staten California en Arizona. Ik vond deze plant<br />
zuidelijk van Mexico City, dus misschien is het toch een<br />
andere.<br />
vruchten hebben. Van een aantal Ensete zijn de vruchten<br />
inderdaad eetbaar, maar of ze qua smaak met ‘onze’<br />
bananen zijn te vergelijken weet ik niet. Van een paar<br />
soorten zijn ook de bladeren eetbaar. Wat verder opvalt is<br />
de rij potjes op de muur. Een goede plaats als de rest van<br />
de tuin al vol staat met andere nuttige planten en bomen.<br />
Blijkbaar woont hier ook een liefhebber of liefhebster van<br />
Ensete.<br />
Zoals je op de foto ziet houden ook in Mexico de<br />
mensen van planten. Het oog valt meteen op de<br />
reusachtige Ensete-bomen die boven alles uitsteken<br />
en een flink stuk van de tuin in beslag nemen. Ik<br />
neem aan dat deze mensen zulke grote bomen voor de<br />
Asclepias linaria<br />
Ensete<br />
8 | <strong>De</strong> <strong>Parel</strong> <strong>2024</strong> | nr. 3
ellemeetiana blijft echter wat kleiner en is daardoor<br />
handzamer dan A. attenuata die veel groter kan worden.<br />
Verder is de bloemstengel van A. ellemeetiana recht en die<br />
van A. attenuata gebogen. Speciaal de naam van deze Agave<br />
is interessant omdat zij is vernoemd naar een Nederlander<br />
en wel jonkheer Willem Cornelis Mary de Jonge van Ellemeet,<br />
burgemeester van Oostkapelle van mei 1811- juli 1888.<br />
Voor de mensen die meer van willen weten over de<br />
interessante geschiedenis achter de naam van deze agave<br />
verwijs ik naar een artikel van Willem Alsemgeest.<br />
Erythrina mexicana<br />
potplanten. Nou ja, het begrip bloempot wordt in Mexico<br />
wat ruimer genomen dan bij ons, zoveel is wel duidelijk.<br />
Passiflora mollissima.<br />
<strong>De</strong> eerlijkheid gebiedt me te zeggen dat ik deze plant<br />
niet in het wild heb gevonden; in een stadje had ze een<br />
groot hek in beslag genomen. Geen dure en toch prachtige<br />
afscheiding, zal de eigenaar gedacht hebben en nog<br />
lekkere vruchten op de koop toe. <strong>De</strong> bladeren en stengels<br />
hadden een dichte muur van blad met hier en daar een<br />
bloem gevormd. Zover ik weet komt deze Passiflora niet uit<br />
Mexico maar ver van huis is zij ook niet. Haar oorsprong<br />
Erythrina mexicana.<br />
…tenminste dat neem ik aan.<br />
Erythrina ’s zijn niet zo eenvoudig<br />
te determineren. Er is ook nog een<br />
Erythrina americana en die zal ook wel<br />
in Mexico voorkomen. Dat is ook een<br />
beetje het probleem met Erythrina<br />
‘s, er zijn er zoveel van. Iemand zei<br />
eens tegen mij dat elk land of eiland<br />
in de subtropen en tropen zo’n beetje<br />
zijn eigen Erythrina heeft. Natuurlijk<br />
is het onderscheid wel te maken maar<br />
dat vereist extra kennis van dit geslacht<br />
met prachtige bomen en struiken die<br />
allemaal mooi en rijk bloeien. Zeker de<br />
subtropische soorten kun je behandelen<br />
als de meeste kuipplanten. <strong>De</strong> bekendste<br />
is natuurlijk Erythrina crista-galli die<br />
veel kuipplantenliefhebbers in hun<br />
verzameling hebben. Als je deze planten<br />
elk jaar tot op de (korte) stam terugsnoeit<br />
blijven ze handzaam en geven ze rijkelijk<br />
prachtige vuurrode bloemen.<br />
Agave ellemeetiana<br />
Agave ellemeetiana.<br />
<strong>De</strong>ze Agave met zachte bladeren is<br />
verwant aan Agave attenuata die<br />
we vaker in onze verzamelingen<br />
tegenkomen. <strong>De</strong> reden hiervoor zijn<br />
natuurlijk de “zachte” bladeren. A.<br />
nr. 3 | <strong>De</strong> <strong>Parel</strong> <strong>2024</strong> | 9
Calotropis procera<br />
ligt in Colombia en inmiddels wordt ze op grote schaal<br />
gekweekt voor de heerlijke vruchten.<br />
Calotropis procera.<br />
<strong>De</strong>ze plant kom je regelmatig in het veld tegen. Je<br />
ziet haar ook niet eenvoudig over het hoofd omdat<br />
zij flinke struiken vormt die tot maximaal 2 meter<br />
hoog worden en waarvan de bloemen grotendeels<br />
schuil gaan achter een gesloten bladerdek van<br />
grote bladeren met duidelijk lichtgekleurde nerven.<br />
<strong>De</strong> kenner zal de bloemen meteen herkennen als<br />
een typische maagdenpalm- of Apocynaceae- bloem.<br />
Ook al kom je deze plant regelmatig in het veld<br />
tegen, zij hoort in Mexico en zelfs in heel Amerika<br />
niet thuis. Oorspronkelijk komt ze voor in China, India,<br />
Zuidoost Azië en Noord Afrika. Waarom zij in Amerika<br />
voorkomt is mij niet duidelijk, maar misschien wordt zij<br />
ergens gekweekt voor haar medische stoffen en is zij<br />
verwilderd.<br />
Passiflora mollissima<br />
10 | <strong>De</strong> <strong>Parel</strong> <strong>2024</strong> | nr. 3
Zijn "Hippeastrum multiflorum" en<br />
Hippeastrum x johnsonii dezelfde?<br />
Tekst en foto’s: Gerard Rosema<br />
Hippeastrum betekent "ridderster" van hippeus, wat<br />
ruiter of ridder betekent. Herbert, die het geslacht zijn<br />
naam gaf, noemde het "ridderster-lelie".<br />
Hippeastrum is een geslacht uit de familie Amaryllidaceae<br />
met ongeveer 70-90 soorten en meer dan 600 hybriden en<br />
cultivars. Het geslacht is inheems in tropische gebieden van de<br />
Caraïben, Mexico maar vooral Zuid-Amerika. Er zijn twee centra<br />
van diversiteit, één in het oosten van Brazilië, wat beschouwd<br />
wordt als de oorsprong van het geslacht en de andere in de<br />
centrale Andes langs de grens met Peru en Bolivia (14-15°<br />
zuiderbreedte en 68-70° westerlengte). Binnen dit gebied ligt<br />
de hoogste concentratie in de Biogeográfica Provincie Los<br />
Yungas, Peruaans-Boliviaans tussen 750-2800 m.<br />
Zoals ik in <strong>De</strong> <strong>Parel</strong> van juni 2023 schreef, kocht ik vorig<br />
jaar een Hippeastrum multiflorum. Op internet gekeken en<br />
gezocht, maar nergens een species gevonden met deze<br />
naam. Jan van Dijk, reagerend op mijn verhaal, kon ook<br />
niet achter de herkomst van deze Hippeastrum komen. Maar<br />
ik ben verder gaan kijken, want ik wilde weten wat voor<br />
hippeastrum ik had aangeschaft.<br />
Verder struinend op internet, zoekend naar een Hippeastrum<br />
met een clustervormige bol, kwam ik toevallig terecht bij<br />
Hippeastrum x johnsonii, een plant met clustervormige bollen,<br />
net als 'mijn' multiflorum.<br />
Hippeastrum x johnsonii, ook wel St. Josephs lily genoemd, is<br />
een hele bijzondere plant.<br />
Hij is vernoemd naar Arthur Johnson, een Britse horlogemaker<br />
uit de vroege 19e eeuw uit Prescott , Lancashire County. Hij<br />
kruiste Hippeastrum vittatum met Hippeastrum reginae tussen<br />
1799 en 1810 , de eerste soortkruising binnen het geslacht.<br />
Hij verspreidde enige van zijn bollen onder andere naar de<br />
Liverpool Botanic Gardens. Gelukkig maar, want daardoor werd<br />
de plant gered voor het nageslacht; Johnsons kas werd door<br />
brand verwoest. Bollen en/of zaden werden vervolgens in de<br />
Verenigde Staten geïntroduceerd rond 1830, waar de plant<br />
een groot succes werd als buitenplant in borders. Dat kwam<br />
mede doordat Hippeastrum x johnsonii de meest winterharde<br />
Hippeastrum is. Hij kan temperaturen overleven, schrik niet<br />
van -18°C !! Waarschijnlijk heeft hij die winterhardheid van<br />
H. vittatum. <strong>De</strong>ze soort is afkomstig van Peru en groeit daar<br />
tussen 750 en 2800 m. Waarschijnlijk is de H. vittatum die de<br />
horlogemaker gebruikte, op grote hoogte verzameld, vandaar de<br />
winterhardheid van deze hybride.<br />
<strong>De</strong> meeste amaryllishybriden gaan dood als de grond<br />
bevriest, maar de winterharde amaryllis overleeft zonder<br />
schade in zone 7, en misschien zelfs nog verder naar het<br />
noorden als hij beschermd wordt door zware mulch of een<br />
isolerende laag sneeuw.<br />
Daar mijn multiflorum vorige winter een koude periode,<br />
waarvan één nacht met -8 °C, gemakkelijk had overleefd en<br />
Hippeastrum x johnsonii de enige winterharde Hippeastrum is,<br />
is mijn conclusie, dat "Hippeastrum multiflorum" in ieder geval<br />
afkomstig is van Hippeastrum x johnsonii. Bovendien komen de<br />
foto's van Hippeastrum x johnsonii op het internet exact overeen<br />
met mijn multiflorum, die trouwens "Happy Garden" heet.<br />
Ga je op internet verder kijken, zoekend naar winterharde<br />
tuin-hippeastrums, dan kom je verrassend diverse cultivars<br />
tegen die blijkbaar zijn gekruist met Hippeastrum x johnsonii<br />
zoals: Hippeastrum 'Colibri White Pascal', H. 'Colibri Pink<br />
Pascal', H. 'Colibri Balentino' en H. 'Sonatini Balentino'<br />
(lijkt het meest op H. x johnsonii), zelfs de naam Amaryllis<br />
multiflorum sonatini ben ik tegengekomen. Kortom we kunnen<br />
concluderen dat '''Happy Garden'' ook een afstammeling is van<br />
Hippeastrum x johnsonii.<br />
Voor de echte liefhebbers van het geslacht Hippeastrum en<br />
andere bolgewassen is de website van de Pacific Bulb Society<br />
(PBS) zeker een aanrader. Ga je van het hoofdmenu naar archive<br />
dan kun je veel oude publicaties zoals van de tijdschriften<br />
Herbertia en Plantlife gratis downloaden met heel veel<br />
informatie over verschillende bolgewassen.<br />
In 2021 publiceerde de Pacific Bulb Society de eerste<br />
monografie 'The Genus Hippeastrum in Bolivia’ door Raúl F. Lara<br />
Rico, Roberto Vásquez Chávez en Margoth Atahuachi Burgos.<br />
nr. 3 | <strong>De</strong> <strong>Parel</strong> <strong>2024</strong> | 11
Da’s ook een mooi plantje<br />
Tekst en foto's: Liesbeth Uijtewaal-de Vries<br />
Conostylis candicans<br />
Drie jaar geleden zaaide ik zaad van Anigozanthos bicolor,<br />
een soort kangoeroepootje. Van de 90 zaden kiemden er<br />
acht; dit lage aantal is vrij normaal voor Anigozanthos:<br />
er kiemt meestal, als ze al kiemen, ongeveer 10% van de<br />
zaden. Ik weet niet meer precies wat er daarna met deze<br />
acht zaailingen gebeurde maar feit is dat er maar eentje over<br />
bleef. Dat was in geen geval A. bicolor, dat kon ik zo wel zien<br />
maar wat het wel was? Hij had net als een kangoeroepootje<br />
lange smalle bladeren die uit de grond komen, maar dat<br />
hebben wel meer plantensoorten.<br />
Dit voorjaar kwamen er eindelijk bloemen tevoorschijn.<br />
Ze leken naar mijn idee op Conostylis en bij navraag op de<br />
Facebookgroep van West-Australië bleek dit te kloppen,<br />
het was volgens hen C. candicans. Leuk, die had ik nog niet<br />
eerder in mijn collectie gehad – al had ik toch de voorkeur<br />
gegeven aan A. bicolor…...<br />
Ze behoren echter wel tot dezelfde plantenfamilie: de<br />
Haemodoraceae. Ik was altijd in de veronderstelling dat<br />
deze familie uitsluitend in West-Australië voorkomt, maar<br />
toen ik op zoek ging op internet zag ik tot mijn verbazing<br />
dat de familieleden verspreid zijn over grote delen van het<br />
zuidelijk halfrond. Weer wat geleerd. Het merendeel van de<br />
Australische leden van de Haemodoraceae komt, zoals ik al<br />
dacht, inderdaad voor in de zuidwesthoek van het continent.<br />
Het zijn allemaal klein blijvende planten met smal lintvormig<br />
blad dat uit een ondergronds rhizoom komt; slechts een<br />
enkele plant wordt tot een meter hoog. <strong>De</strong> bloemstengels<br />
kunnen echter ver boven het blad uitsteken zoals bij A.<br />
flavidus, het kangoeroepootje dat wel eens in boeketten<br />
gebruikt wordt. Dat heeft bloemstengels tot drie meter!<br />
Van de zeven Australische geslachten van de Haemodoraceae<br />
omvat Conostylis de meeste soorten, ongeveer 45. <strong>De</strong><br />
bloeistengels dragen in het algemeen een aantal kleine<br />
bloemen die na elkaar open gaan. <strong>De</strong> bloemkleur is<br />
meestal wit of geel maar er zijn ook enkele roze- of<br />
roodbloeiende soorten.<br />
<strong>De</strong> cultuur is niet lastig, maar zorg wel voor goed<br />
drainerende, niet al te rijke grond en een zonnige<br />
standplaats met een lage luchtvochtigheid. Dat is tenminste<br />
wat men zegt op internet. Mijn plant heeft nu al drie winters<br />
zonder problemen de winter overleefd in de kas waar de<br />
luchtvochtigheid natuurlijk absoluut niet laag is en veel licht<br />
is er dan ook niet. Toch ziet hij er nog prima uit.<br />
<strong>De</strong> plant kan droge periodes overleven maar dit gaat wel ten<br />
koste van de bloemknoppen.<br />
Vermeerderen kan door zaaien (dat is duidelijk!) en door<br />
delen van de kluit al gaat dat niet zo gemakkelijk als bij<br />
kangoeroepootjes.<br />
Conostylis: conos = kegels, stylos = kolom, dit slaat op de<br />
conische basis van de stamper<br />
Candicans: glanzend wit, het blad is lichtgrijs en harig<br />
waardoor het een witte glans heeft.<br />
Conostylis candicans<br />
12 | <strong>De</strong> <strong>Parel</strong> <strong>2024</strong> | nr. 3
Epacris longiflora<br />
Epacris longiflora<br />
Epacris longiflora is een plantje met, zoals de naam al zegt,<br />
lange bloemen. In Australië wordt de plant ook Fuchsiaheide<br />
genoemd en hiermee is de familie waartoe Epacris behoort<br />
ook meteen duidelijk: hij behoort tot de Ericaceae, de<br />
heidefamilie. Vroeger had Australië zijn eigen heidefamilie,<br />
de Epacridaceae -inderdaad genoemd naar Epacris- maar<br />
tegenwoordig hebben de plantkundigen besloten dat deze<br />
familie op moet gaan in de wereldwijde Ericaceae. Jammer,<br />
die eenheidsworst, maar wat kun je er aan doen.<br />
E. longiflora komt voor aan de oostkust van Australië, en<br />
wel in New South Wales en het zuiden van Queensland in<br />
vochtige, zanderige gebieden.<br />
<strong>De</strong> open struikjes vormen onder gunstige omstandigheden<br />
lange rijen hangende 4 cm lange bloemen, volgens gegevens<br />
op internet voornamelijk in zomer en herfst, maar bij mij<br />
bloeit hij nu, half april, volop. Hij heeft de neiging lange<br />
takken te vormen maar mocht dat niet handig zijn, dan is de<br />
plant goed terug te snoeien zodat een compacter exemplaar<br />
kan worden verkregen. Houd hem echter in de gaten!<br />
Hij houdt van zanderige vochtige grond en een standplaats<br />
uit de volle zon. Uitdrogen wordt niet verdragen. <strong>De</strong><br />
vermeerdering gaat goed uit stekken; voor mij werkt het het<br />
beste om korte nog niet echt verhoute stekken te nemen van<br />
5-7 cm lengte. Online vond ik het advies om 30-60 cm lange<br />
takken te stekken en de -scherpe!- blaadjes over tweederde<br />
van de lengte te verwijderen. Hm. Ik houd me maar bij mijn<br />
eigen systeem.<br />
Als stekken zijn beworteld moeten ze zeer voorzichtig<br />
worden behandeld aangezien de fijne wortels van Epacris<br />
zeer gevoelig zijn; de geringste verstoring ervan kan al<br />
resulteren in de dood van de plant. Hierdoor heb ik al enkele<br />
grotere planten verloren hoewel ik zeer voorzichtig was bij<br />
het verpotten.<br />
Zaad van Epacris kiemt volop na een brand maar aan<br />
de planten is het zaad moeilijk te ontdekken, zodat<br />
stekken toch de aangewezen methode is om de planten te<br />
vermeerderen.<br />
Er zijn 40 soorten Epacris, ze komen vooral voor in het<br />
oosten van Australië, maar een enkele soort is te vinden<br />
in Nieuw-Zeeland en Nieuw-Caledonië. E. impressa is de<br />
nationale bloem van de staat Victoria.<br />
E. longiflora is al in 1797 beschreven, door Antonio José<br />
Cavanilles en is al in 1803 voor het eerst in cultuur gebracht<br />
in Engeland. Hoe lang de planten het daar uithielden wordt<br />
niet vermeld. Het blijkt in elk geval een moeilijk te houden<br />
tuinplant te zijn in Australië. Men vermoedt dat het komt<br />
doordat ze in de tuinen bepaalde symbiotische schimmels<br />
missen. Het lijkt me echter sterk dat ik deze schimmels wel<br />
heb in mijn potgrond en toch doen de planten het goed, dus<br />
misschien wordt er bij het schoffelen teveel met de wortels<br />
gerommeld? Of de grond droogt er teveel uit? Wie zal het<br />
zeggen! Ik geniet in elk geval elk jaar weer van mijn vrolijke<br />
bloeiende plant.<br />
Epacris: epi = op, acris = heuveltop, helling<br />
Longiflora: longus = lang, flos = bloem<br />
nr. 3 | <strong>De</strong> <strong>Parel</strong> <strong>2024</strong> | 13
Informatie<br />
www.kuipplantenvereniging.nl<br />
Voorzitter a.i.<br />
René Gerritzen<br />
Contrabasweg 179<br />
1311 LA Almere<br />
tel. 06 28566892<br />
Secretaris<br />
Vacature<br />
secretariaat@kuipplantenvereniging.nl<br />
Penningmeester<br />
Marcel Kool<br />
Pigmenthof 43<br />
1339 HD Almere-Buiten<br />
tel. 06 40 25 54 32<br />
Bestuursleden<br />
S. Hofman-Rookmaker Regio Noord<br />
V. Jansen Regio Oost<br />
R. Gerritzen Regio West<br />
Vacature Regio Zuidoost<br />
M.-L. Mol Regio Zuidwest<br />
Verenigingsnieuws<br />
Het archief van onze vereniging omvat behalve heel veel geschriften en<br />
dergelijke ook zes ingelijste platen van het formaat 106 x 75 cm. Peter<br />
Melis heeft geprobeerd ze netjes op de foto te zetten; de spiegeling<br />
van het glas is de oorzaak dat dat niet voor alle zes platen is gelukt.<br />
<strong>De</strong> platen schetsen in taal en tekeningen of afbeeldingen de herkomst<br />
van kuipplanten, hoe zij in Nederland terecht kwamen en hier<br />
onderhouden werden in oranjerieën vanaf 1550. <strong>De</strong>ze platen zijn door<br />
toen nog de Oranjerievereniging gebruikt als promotiemateriaal bij<br />
evenementen. <strong>De</strong> platen zijn ingelijst achter glas en daardoor nogal<br />
gewichtig. Ze zijn mede daardoor in onbruik geraakt naarmate ander<br />
promotiemateriaal, zoals folders, flyers en overgebleven nummers van<br />
<strong>De</strong> <strong>Parel</strong> betaalbaar ter beschikking kwamen.<br />
Omdat ze nu min of meer staan te verstoffen op een zolder wil de<br />
vereniging de platen nu ter beschikking stellen aan een lid of een<br />
organisatie die er belangstelling voor heeft. Ze zijn gratis af te halen.<br />
Bent u geïnteresseerd, laat het de secretaris van de vereniging weten,<br />
bij voorkeur via e-mail secretariaat@kuipplantenvereniging.nl<br />
Bij meerdere aanmeldingen wordt er geloot.<br />
Ledenadministratie<br />
Marcel Kool,<br />
Pigmenthof 43, 1339HD Almere-Buiten,<br />
tel. 06 40 25 54 32<br />
leden@kuipplantenvereniging.nl<br />
Zadenlijst<br />
Cisca van der Zwan, Spoorlaan 88 2316 KE<br />
Leiden<br />
fvdzwan@hotmail.com<br />
Regio Noord (Groningen,<br />
Friesland en Drente)<br />
S. Hofman-Rookmaker<br />
0515-542212<br />
Begine 67, 8711 BH Workum<br />
j.s.c.hofman.rookmaker@gmail.com<br />
Regio Oost (Overijssel, Gelderland<br />
en<br />
Noord-Flevoland)<br />
Secretariaat a.i. J. Oosterwijk<br />
06 18 13 34 02<br />
Lange Klauwenhof 1c, 6942 HZ, Didam<br />
ned.kuip.ver.oost@gmail.com<br />
Regio West (Noord- en Zuid Holland,<br />
Utrecht en Zuid-Flevoland)<br />
I. van den Berg 0172 475370<br />
Ten Harmsenstraat 2, 2406 TV<br />
Alphen aan den Rijn<br />
secretarisregiowest@gmail.com<br />
Hebt u zich al opgegeven voor de Nationale<br />
Kuipplantendag/ALV op zaterdag 21 september<br />
in Heerde?<br />
Dat kan tot 1 september <strong>2024</strong>. (zie <strong>De</strong> parel nr. 2, april <strong>2024</strong>)<br />
Regio Zuidoost (Limburg, oostelijk<br />
deel van Noord-Brabant, België)<br />
P. Barten 0475-319518<br />
Napoleonsweg 59c, 6081AA Haelen<br />
pjjmbarten@home.nl<br />
Regio Zuidwest (Zeeland, westelijk<br />
deel van Noord-Brabant, België)<br />
dekuipplant@live.nl<br />
14 | <strong>De</strong> <strong>Parel</strong> <strong>2024</strong> | nr. 3
Evenementenkalender<br />
Regio Oost<br />
• 18 juli<br />
Tuin <strong>De</strong> Vorst Hof, Spoorlaan 5, 8162 BP Epe<br />
• 18 juli<br />
Tuinen <strong>De</strong> Roode Hoeve, Middendijk 14, 7397 NA Nijbroek<br />
• 18 september<br />
Hof te Ruurlo, Borculoseweg 40, Borculo<br />
• 21 september<br />
Nationale Kuipplantendag/ALV bij Kwekerij Van der Velde in Heerde<br />
Regio Zuidoost<br />
• 6 juli<br />
de jaarlijkse kuipplantenveiling in trefcentrum Aldenghoor.<br />
• 6 september<br />
ledenbijeenkomst met een lezing over orchideeën door Jean<br />
Claessens<br />
• 21 september<br />
ledenbijeenkomst met een lezing over orchideeën door Jean<br />
Claessens<br />
• 21 september<br />
Nationale Kuipplantendag/ALV bij Kwekerij Van der Velde in Heerde<br />
Regio West<br />
• 22 juni<br />
Botanische Tuin van Blijdorp, Rotterdam en Arboretum<br />
Trompenburg, Rotterdam<br />
• 6 juli<br />
plantjesdag bij Piet Keizer in <strong>De</strong> Lier<br />
• 24 augustus<br />
Noord-Holland: bezoek aan Botanische Tuin Overzee, Klaas Bijlsma<br />
(onder voorbehoud) Wunderkammer, Monnickendam<br />
• 7 september<br />
Liefhebbersmarkt Botanische Tuinen Utrecht. leden van Regio<br />
West staan in de stand van de vereniging met kuipplanten<br />
• 21 september<br />
Nationale Kuipplantendag/ALV bij Kwekerij Van der Velde in Heerde<br />
• zaterdag 12 oktober<br />
ledenbijeenkomst in Alphen aan den Rijn<br />
Planteninfo<br />
<strong>De</strong>skundigen die bereid zijn uw vragen<br />
over planten te beantwoorden<br />
Australische flora<br />
E. Uijtewaal-de Vries<br />
Tel. 0475-49 48 81<br />
Dries 22,<br />
6086 AW Neer<br />
E-mail: l.uijtewaal@merrigum.com<br />
Botanische fuchsia’s<br />
G. Rosema<br />
Tel. 0348-44 29 65<br />
Harmelerwaard 17a,<br />
3481 LC Harmelen<br />
E-mail: gjrosema@solcon.nl<br />
Citrus<br />
B. Buynsters<br />
Tel. 0411-62 18 13<br />
Lindelaan 23,<br />
5076 CW Haaren<br />
E-mail: benbuynsters@planet.nl<br />
B. Wetzels<br />
Tel. 045-531 07 14<br />
Achter <strong>De</strong> Heggen 14,<br />
6373 XC Landgraaf<br />
E-mail: baltwetzels@hotmail.com<br />
Kaapse flora<br />
H. Tromp<br />
Tel. 0412-63 80 21<br />
Heihoekstraat 1a,<br />
5345 HC Oss<br />
E-mail: hans-tromp@hetnet.nl<br />
Oleander<br />
A. Keunen<br />
Tel. 06 53253104<br />
C. Keunen<br />
Tel. 06 23661473<br />
Hei 8a, 5991 PC Baarlo<br />
E-mail: info@hesperidenhof.nl<br />
Palmen<br />
W. Rutten<br />
Tel. 0475-53 34 46<br />
Exgaard 12, 6074 AA Melick<br />
E-mail: wimrutten2@gmail.com<br />
nr. 3 | <strong>De</strong> <strong>Parel</strong> <strong>2024</strong> | 15
Retouradres: Contrabasweg 179, 1311 LA Almere<br />
overwinteren<br />
Op onderstaande overwinteringsplaatsen kunt u met uw planten terecht van oktober tot mei.<br />
<strong>De</strong> planten krijgen de nodige verzorging en kunnen - indien gewenst - ook overgepot en gesnoeid worden.<br />
<strong>De</strong> kas van<br />
Regio Zuidwest<br />
Afdelingssecretariaat<br />
Contact:<br />
dekuipplant@live.nl<br />
<strong>De</strong> eigenaar van de kas<br />
Johan van Esch<br />
T 06 51 64 05 43<br />
Flevoland<br />
Kwekerij Almere<br />
Linnaeusweg 7<br />
1331 AA Almere<br />
T 036-5328136<br />
info@kwekerijalmere.nl<br />
www.kwekerijalmere.nl