TENSIOS1 - Lanaform

4. Steek uw linkerarm door de manchet. De onderkant van de manchet moet ongeveer
2 tot 3 cm boven de elleboog liggen. De slangen in de manchet moeten
tegen het midden van de binnenkant van uw arm lopen.
NL
5. Trek de manchet zo aan dat de boven- en onderranden gelijkmatig rond de arm
aandrukken. (Zorg ervoor dat de manchet binnen de oranje gemarkeerde zone
op de manchet te bevestigen.)
6. Als de manchet juist is aangebracht, druk dan het deel met de haakjes van de
klittenband stevig tegen het andere deel van de manchet.
7. De manchet moet zo rond de bovenarm gewikkeld worden dat hij er nauw
tegen aan ligt en op zijn plaats blijft. Tussen de manchet en uw arm moet u één
vinger kunnen steken.
8. Ga op een stoel zitten met uw voeten plat op de grond en uw arm rustend op
een tafel zodat de manchet zich ter hoogte van uw arm bevindt.
9. Ontspan uw arm en draai uw handpalm naar boven.
10. Zorg ervoor dat er in de luchtslang geen knikken zitten.
LET OP: De natuurlijke bloeddruk varieert van de ene arm tot de andere, meet
daarom altijd uw bloeddruk op dezelfde arm om aflezingen te kunnen vergelijken.
• 17 •