01.05.2013 Views

5 Mei 1923: Radio Malabar wordt geopend - Radio Kootwijk

5 Mei 1923: Radio Malabar wordt geopend - Radio Kootwijk

5 Mei 1923: Radio Malabar wordt geopend - Radio Kootwijk

SHOW MORE
SHOW LESS

Create successful ePaper yourself

Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.

5 <strong>Mei</strong> <strong>1923</strong>: <strong>Radio</strong> <strong>Malabar</strong> <strong>wordt</strong> <strong>geopend</strong><br />

Uit: <strong>Radio</strong> <strong>Malabar</strong>, Herinneringen aan een boeiende tijd 1914 – 1945<br />

Door: Klaas Dijkstra (1894 – 1976)<br />

(gedigitaliseerd: 12-11-2012 JWU)<br />

“De beschrijving in deze paragraaf is één van de minst prettige van het gehele boekwerk.<br />

Wanneer ik terugdenk aan de gebeurtenissen op die bewuste vijfde - en ook nog zesde - <strong>Mei</strong><br />

<strong>1923</strong>, dan komt nóg altijd een gevoel van onbehagen bij mij op”.<br />

Het is waar; het was een ongeluksdag, alles liep tegen. Maar, had het openen van een<br />

wereldstation als <strong>Radio</strong> <strong>Malabar</strong> wel mogen afhangen van een beetje meer of minder geluk?<br />

Natuurlijk niet! Vooral niet, omdat in de loop der jaren zo hoog van het station was opgegeven,<br />

zodat de verwachtingen zeer hoog gespannen waren, en aller ogen op de komende prestaties<br />

waren gericht. Zelfs had deze opening niet mogen plaats hebben, ook al heeft zij haar goede<br />

zijde gehad, zoals naderhand zal blijken. Er was niets, dat we tot onze verontschuldiging konden<br />

aanvoeren. We konden niet zeggen, dat we bijvoorbeeld de gehele voorgaande week, of zelfs<br />

maar één der voorafgaande dagen, op het uur van de opening, of een ander willekeurig uur<br />

verbinding met Nederland hadden gehad. Ook konden we niet zeggen - en dat was misschien<br />

wel het ergste - dat we openden met een bedrijfszekere booglampzender. En zo werd dan de<br />

reputatie van het grote werk en van de gehele <strong>Radio</strong>dienst te grabbel gegooid . Het grote werk,<br />

waaraan we allen ons steentje hadden bijgedragen.... Enfin, laten we niet op de gang van<br />

zaken vooruit lopen en de draad van het verhaal weer opvatten.


Nadat eerder de opening van de radioverbinding Nederland - Indië op 15 April, op verzoek van<br />

Dr. de Groot, niet was doorgegaan werd kort daarna de Zaterdag van de vijfde <strong>Mei</strong> als nieuwe<br />

datum genoemd. Aanvankelijk schonken we hieraan op <strong>Malabar</strong> weinig aandacht, ten eerste niet,<br />

omdat we al zo vaak een openingsdatum hadden gehoord, welke kort daarna weer werd<br />

ingetrokken en ten tweede niet, omdat de grote booglamp minder bedrijfsklaar was dan ooit<br />

tevoren. Naarmate echter de aangekondigde dag naderde, des te meer kwamen we tot de<br />

overtuiging, dat het thans wel eens menens kon worden. Zou men het er dan toch maar op<br />

wagen? Het was haast niet te geloven! Niet, dat wij op het station hier veel van merkten. De<br />

boog ging misschien wat minder vaak aan dan voorheen, doch verder bleef alles normaal.. Maar<br />

de dagbladen werden pertinenter in hun beweringen en kondigden verschillende bijzonderheden<br />

over het op handen zijnde verkeer aan. Zo er nog enige twijfel bestond, werd deze geheel<br />

weggenomen, toen het programma over de opening bekend werd gemaakt. Deze luidde<br />

ongeveer als volgt: De opening zal in Indië met enige plechtigheid plaats hebben. Zijne<br />

Excellentie de Gouverneur Generaal komt naar <strong>Radio</strong> <strong>Malabar</strong> om persoonlijk de opening te<br />

verrichten, waarbij hij een rede zal uitspreken. Daarna - omstreeks 11 uur - zal hij een<br />

openingstelegram aan H.M. de Koningin verzenden. De openstelling van de radioverbinding voor<br />

de openbare dienst zal niet eerder plaats hebben dan op Maandag 7 <strong>Mei</strong>. Hierbij dient rekening<br />

te worden gehouden, dat het in de bedoeling ligt, voorlopig alleen de gemeenschappelijke<br />

nachturen te gebruiken, omdat deze voor de verbinding het meest geschikt worden geacht. (dit<br />

laatste wees erop dat het verzenden van spoedtelegrammen niet mogelijk was: KD) Tot zover dit<br />

programma. Eerlijk gezegd, hadden wij met het verkeer niet zoveel bemoeienis (dit behoorde tot<br />

Tjangkring) maar het kwam ons direct al een<br />

beetje vreemd voor, dat een openingsuur in<br />

de ochtend was uitgekozen en dan nog wel<br />

om elf uur. Op die tijd stond de<br />

machinezender - die reeds enige tijd in bedrijf<br />

was, zij het dan voor, proef - nooit bij. Wél in<br />

de middag om ‘n uur of drie, vier en op die<br />

uren was hij ook wel gehoord, dat was dus<br />

om ’n uur of acht, negen 's ochtends in<br />

Holland. Maar in de late ochtend nooit. De<br />

beste uren waren natuurlijk de<br />

gemeenschappelijke nachturen, maar we<br />

begrepen best, dat het niet aanging om de<br />

G.G. in de nacht naar <strong>Malabar</strong> te laten<br />

komen. De enige geruststelling was, dat de<br />

heren, die het openingsuur hadden bepaald<br />

(dat waren vermoedelijk Dr. de Groot en de<br />

chef van het ontvangstation), het wel beter<br />

zouden weten dan wij op <strong>Malabar</strong>, die niets<br />

anders hadden te doen, dan de bevelen van<br />

Tjangkring en Dr. de Groot uit te voeren.<br />

Naarmate de dag van de opening naderde,<br />

steeg de spanning. De gehele week voor de opening was de grote booglamp niet meer aan<br />

geweest, teneinde alle tijd te hebben, de scheuren goed te dichten en de verdere installatie nog<br />

eens terdege onder de loep te nemen. Niets mocht aan het toeval worden overgelaten, (behalve<br />

dan die onzekere vlamkamer, waar we niet vóór konden en die ons parten kon spelen) Tientallen<br />

koelies werden aan het werk gezet om het station te reinigen. Weer anderen zorgden voor de<br />

versiering. Zowat de halve kloof werd leeg gesleept, teneinde het gebouw een feestelijk aanzien


te geven. Met kwistige hand werden langs de randen van de torens en van de gevel en allerlei<br />

andere plaatsen grote takken groen vastgehecht. Ook de traditionele erepoort zou niet<br />

ontbreken. De antenne-opzichter, die gewoonlijk dit soort werkjes uitvoerde, had alle eer van zijn<br />

werk. Eindelijk brak de grote dag aan. Het was in het begin van de droge tijd en de kloof baadde<br />

zich in het zonlicht. ‘s Ochtends werd nog even repetitie gehouden met de seingeving. Het lag<br />

namelijk in de bedoeling, dat de G.G. na zijn rede, op een knopje zou drukken, waarna<br />

automatisch de seingever werd ingeschakeld, die het openingstelegram bevatte. Deze repetitie<br />

was als voorzorgsmaatregel genomen, teneinde geen risico te nemen. Uit ervaring was maar al<br />

te goed bekend, dat dit soort dingen<br />

op kritieke momenten de dienst<br />

weigeren. Vóór de Hoge Gast, de<br />

Directeur van Gouvernements<br />

Bedrijven, de leden van het<br />

Hoofdbestuur van de P.T.T. Dienst,<br />

genodigden, enz. waren in de<br />

linkerhoek van de hall achter de<br />

grote boog een groot aantal stoelen<br />

neergezet. Naast deze zender stond<br />

de lessenaar, van welke plaats de<br />

verschillende sprekers het woord<br />

zouden voeren. Even over tienen<br />

kondigde de wacht de Hoge Gast<br />

aan. Bij het binnentreden werd het<br />

Wilhelmus gespeeld en rezen allen<br />

van hun zetels. Direct daarop werd<br />

een rede uitgesproken door de heer<br />

Roelofsen, Directeur van<br />

Gouvernements Bedrijven, waarna<br />

de heer von Faber, Hoofd van de<br />

P.T.T. Dienst aan het woord kwam.<br />

Toen deze klaar was, sprak de<br />

Gouverneur Generaal, de heer Fock,<br />

voor de vuist weg een gloedvolle<br />

rede uit, waaraan ik het volgende<br />

ontleen. De Landvoogd herinnerde<br />

er aan, hoe een 40-tal jaren geleden een hooggeplaatst persoon in Nederland tot een aanvrager<br />

om concessie voor een telegraafverbinding tussen verschillende eilanden had gezegd: "Wij zullen<br />

van al die verbindingen maar last hebben, allerlei berichten zullen te vroeg, ontijdig naar<br />

Nederland, en dan nog overdreven worden overgebracht". "Die tijden zijn voorbij", aldus de G.G.<br />

"De oorlog heeft het gemis ener directe verbinding Nederland - Indië doen gevoelen. Reeds voor<br />

de oorlog had men begrepen, dat de ene kabel waarover men beschikte, onvoldoende was. Toen<br />

werd de "Duitsch-Nederlandsche Telegraaf Mij" opgericht. Haar verbinding werd echter in het<br />

begin van de oorlog onbruikbaar gemaakt en die kabel is nu, na 4 jaren wapenstilstand, nog niet<br />

in werking". "In die tijd dacht men nog niet ernstig aan de mogelijkheid van een directe<br />

radiotelegrafische verbinding van Ned. Indië naar Nederland, de techniek was nog niet zo ver.<br />

Maar sindsdien heeft de techniek grote vorderingen gemaakt en hebben onze technici de<br />

bezwaren overwonnen." "Met belangstelling heb ik (aldus de G.G.) geluisterd naar de<br />

mededelingen betreffende de wijze waarop <strong>Malabar</strong> tot stand is gekomen.


Het station vervult ieder met bewondering voor onze mannen, die door hun rusteloos zoeken en<br />

werken, door hun durf en energie, door hun conceptievermogen en doorzettingskracht dit<br />

resultaat hebben weten te bereiken en ons dit station hebben gegeven, dat niet door enig ander,<br />

waar ook, <strong>wordt</strong> overtroffen, ja zelfs niet geëvenaard. " Hulde bracht de spreker aan onze<br />

ingenieur Dr. de Groot, wiens naam daaraan onverbrekelijk verbonden zal blijven; hulde aan<br />

allen, die met, naast, en onder hem hebben meegewerkt in het bijzonder aan de dienst van<br />

Waterkracht en Electriciteit, die had voor te bereiden de verstrekking van de vereiste electrische<br />

energie: hulde aan de Departement van B.O.W. dat de weg aangelegd en het gebouw gesticht<br />

heeft in deze moeilijke bergstreek. De landvoogd hield zich er van overtuigd, dat de P.T.T. Dienst<br />

de exploitatie tot aller bevrediging zal voeren. Hij wenste deze dienst geluk met het bezit van het<br />

station; het zou zonder twijfel het streven zijn om de exploitatie steeds meer de volmaaktheid<br />

nabij te brengen. "Uit den aard had men in Indië (zo ging hij voort) natuurlijk geen zeggenschap<br />

over het station in Nederland, maar ook in Nederland was men doordrongen van het grote<br />

belang van die mooie verbinding en ook daar zou men alles in het werk stellen om de goede<br />

werking van de verbinding te verzekeren en haar geheel tot haar recht te laten komen." Dit<br />

moment noemde de G.G. voor Nederland en voor Ned. Indië van het grootste gewicht: "Het is<br />

een historisch moment dat Nederland en Ned. Indië nog nader tot elkaar werden gebracht en de<br />

hechte band nog meer werd versterkt." "Ook handel, landbouw, scheepvaart en industrie zullen<br />

van de verbinding profijt trekken". De spreker achtte zich gelukkig, dit station, dat hij het<br />

krachtigste ter wereld noemde, voor het openbaar verkeer te kunnen openstellen. Tot slot werd<br />

de verzending aangekondigd der telegrammen aan H.M. de Koningin en aan de Minister van<br />

Koloniën. Nadat de Landvoogd uitgesproken<br />

was, werd het doek omhoog gerold van de<br />

marmeren gedenkplaat, welke nog een<br />

plaats in één de muren van de grote<br />

zendhall zou moeten krijgen. Vervolgens<br />

drukte de G. G. op een knopje. Onmiddellijk<br />

hierop schakelde de schakelbordwachter de<br />

stroomtoevoer in en lieten de<br />

draaistroommotoren van de beide "Grote<br />

Amerikanen" hun dof gegrom horen, waarbij<br />

zich spoedig het hoge piep geluid van de<br />

tientallen borstels voegde, die over de<br />

collectoren gleden. Daarna kwam de<br />

zenderbedienaar in actie. Allen stonden reeds op hun post. Resoluut duwde hij de handle van de<br />

automatische kathode in, als wilde hij de boog een zetje meegeven. Vlak daarop hoorde men het<br />

sissend geluid van de boog en begon de wijzer van de grote antenneampèremeter, die zich in het<br />

front boven op de zender bevond, uit te slaan. Na enkele seinen gegeven te hebben aan de<br />

schakelbordbedienaar, om de spanning te verhogen, werd de maximum toelaatbare<br />

antennewaarde bereikt. Dit was het moment, waarop het spel kon beginnen. De aanwezige<br />

insiders, die niet mee hoefden te helpen, volgden nauwkeurig alle bewegingen. Zij kenden alle<br />

handelingen en wisten telkens precies wat er moest komen. Ook de G. G. wist, dat het thans<br />

weer zijn beurt was om op het knopje te drukken, dat de seinautomaat in beweging moest<br />

brengen. Want nauwelijks klonk het belletje opnieuw of Hij deed voor de tweede keer Zijn plicht,<br />

waarna……er niets gebeurde !<br />

Het automatenduiveltje van de <strong>Malabar</strong> speelde ons - ondanks de repetitie van ’s ochtends toch<br />

nog parten. De zenderbedienaar begreep onmiddellijk, wat er aan de hand was. Zekerheidshalve<br />

had de chef van het station een telegrafist laten komen, voor het geval de automaat weigerde.


Deze voorzorgsmaatregel was dus goed gezien. Op een wenk van de zenderbedienaar greep hij<br />

naar de seinsleutel, welke zich op de bedieningstafel bevond en dadelijk daarna begonnen de<br />

relais beneden met een oorverdovend lawaai op en neer te dansen waarbij de vonken in het rond<br />

spatten. Dit alles was zó snel in zijn werk gegaan, dat zij, die niet tot de ingewijden behoorden,<br />

niets van de storing gemerkt hebben. En zo zij al iets op de gezichten van het personeel gelezen<br />

meenden te hebben, dan waren zij door de plotselinge herrie van de dansende relais enz. te<br />

beduusd, om verder argwaan te hebben gekoesterd. Nog geen minuut, nadat de G. G. op het<br />

knopje had gedrukt, werden de morsetekens, die het telegram aan H.M. de Koningin bevatten,<br />

aan de aether toevertrouwd en hadden op hetzelfde moment te Sambeek gehoord kunnen<br />

worden. Alles was nu in vol bedrijf. De motordynamo-aggregaten gromden, relais klepperden, de<br />

boog siste, compressoren ratelden, kortom het was een lawaai van jewelste, waarbij horen en<br />

zien je verging. Degenen van de aanwezigen, die nog nimmer iets dergelijks hadden gezien,<br />

waren een en al verbazing. De grote gebeurtenis van dat ogenblik en de grote bewondering van<br />

het Hoge gezelschap voor alles, wat zich om hen heen afspeelde, deed even een gevoel van trots<br />

bij ons opkomen en we verbeeldden ons misschien wel - in navolging van de Lesseps - te kunnen<br />

zeggen: dit werd door ons gewrocht. En als nu straks ook nog het bericht kwam van de goede<br />

ontvangst van het telegram aan de Koningin, wel, dan kende ons geluk geen grenzen meer. ...<br />

Wat een prachtig moment was dit, om nimmer te vergeten! Aan één stuk door werd <strong>Kootwijk</strong><br />

geroepen: PCG PCG PCG....de PKX PKX PKX...., waarna de tekst van het telegram volgde. De<br />

grote boogzender deed het wonderlijk goed; ieder ogenblik kon het bericht van Tjangkring<br />

komen over de goede ontvangst van het telegram en het antwoord hierop aan Zijne Exc. de<br />

Gouverneur Generaal. Hier was het wachten op, want dit zou de bezegeling zijn van de opening.<br />

Traag sprong de minuutwijzer van de grote electrische klok verder. Minuut na minuut verging en<br />

nog kwam geen bericht. Op eens herinnerden we ons, dat het uur waarop gewerkt werd niet<br />

goed was en het zuiver toeval zou zijn, als Sambeek ons hoorde; door de drukte en de<br />

belangrijkheid van het ogenblik waren we dit helemaal vergeten. En een gevoel van angst kwam<br />

plotseling bij ons op: veronderstel dat Holland ons niet hoort; wat moet de G. G. dan wel van de<br />

vertoning denken? Al maar verder schokte de minutenwijzer. Het werd half twaalf, het werd<br />

twaalf uur. Bijna een uur had de zender nu gedraaid. Hoewel nog nauwelijks merkbaar, begon hij<br />

reeds zijn traditionele inzinking te vertonen, nog hoogstens een half uurtje en dan zou hij afgezet<br />

moeten worden, voor het drogen van de vlamkamer. De Landvoogd met gevolg liet zich door het<br />

station rondleiden. Vervolgens werd onder de tonen van een orkestje een koele dronk<br />

geserveerd. Onderwijl ratelden de relais onvermoeid door. De zenderbedienaar deed wat hij kon,<br />

om de boog aan te houden. "Nog even volhouden jongens", stond op zijn gezicht te lezen,<br />

"misschien lukt het nog en is de eer van <strong>Radio</strong> <strong>Malabar</strong> gered." Maar hoe men zijn best ook deed,<br />

het lukte niet! De boog moest afgezet worden voor het dichten der lekken, vóórdat bericht van<br />

ontvangst van het telegram was binnen gekomen. Buiten wachtten nog altijd de G. G. en andere<br />

autoriteiten. Men kon nu gerust naar huis gaan, want de eerste drie - vier uur kon de boog niet<br />

weer bijgezet worden. Langer op <strong>Radio</strong> <strong>Malabar</strong> te blijven had dus geen zin meer. Het was half<br />

twee' s middags, dat de laatste gasten naar Bandoeng terug keerden. Daarna was het weer<br />

rustig op de <strong>Malabar</strong>, behalve in ons gemoed! In de loop van de middag werd de boog opnieuw<br />

aangezet. Het zou de eerste keer zijn, dat hij bij afwezigheid van zijn geestelijke vader aan ging.<br />

Stilzwijgend werd thans de bediening aan het personeel overgelaten. Na het droevige resultaat<br />

van de ochtend, was de algemene stemming er niet op vooruit gegaan. Toch bleef een ieder zijn<br />

uiterste best doen, om te proberen, het openingstelegram en het eerste Aneta-persbericht voor<br />

de moederlandse bladen over te krijgen. De middaguren, wanneer het gehele traject in het<br />

daglicht verkeert, waren gunstiger dan de ochtenduren. De machinezender en zelfs de kleine<br />

booglamp waren tussen 3 en 9 uur A.T. ook wel eens neembaar geweest. Wanneer de zender<br />

het goed deed en we hadden een beetje geluk, dan moest hij gehoord worden, dat stond vast.


Doch de zender deed het die middag minder goed dan' s ochtends, omdat de duur van de<br />

voorbereiding veel te kort was geweest. Verder werkte het weer niet mee, daar in de late middag<br />

een hevige onweersbui op kwam opzetten. Tot dusver hadden we zoiets nog niet meegemaakt,<br />

omdat de zender op zulke ogenblikken niet bij gestaan had. Men had dus helemaal geen<br />

ervaring, wat op zulke momenten moest worden gedaan. Toen zich dan ook de eerste<br />

atmosferische ontladingen voordeden en de waarden van de antenne wat raar gingen doen,<br />

werd de zender afgezet. Na een uurtje klaarde het weer op, doch toen bleek het niet mogelijk de<br />

zender weer aan te krijgen, vanwege het vele water dat zich in de vlamkamer verzameld had.<br />

Het beste zou toen geweest zijn de machinezender bij te laten zetten, doch dat durfden we op<br />

eigen houtje niet te doen. We wisten maar al te goed, dat Dr. de Groot er op stond, dat de grote<br />

booglamp de eer van het overbrengen van het telegram moest hebben. Zelfs durfden we het niet<br />

aan, hem op te bellen. Tot onze verwondering kwam kort daarop Dr. de Groot zelf aan de<br />

telefoon met de order de machinezender bij te laten zetten. Hiermede ging enige tijd heen,<br />

omdat de monteur van Telefunken eerst opgehaald moest worden. Toen dan eindelijk deze<br />

zender bij stond, werd hij niet meer gehoord, omdat de gunstige tijd voor het verkrijgen van een<br />

goede verbinding reeds verstreken was... Hiermede was het lot van de 5e <strong>Mei</strong> beslist, want die<br />

dag kwam het openingstelegram niet meer over.<br />

De volgende dag was het Zondag. Kort na middernacht werd de grote booglamp opnieuw<br />

aangezet. Deze tijd was het best voor het maken van verbinding. Daar de zender niet langer dan<br />

een anderhalf uur bij kon staan en daarna weer enige uren moest stoppen, werd in overleg met<br />

Tjangkring, het meest geschikte uur uitgezocht. Maar, dit heeft niet mogen baten, ook toen<br />

hoorde Sambeek ons niet. (later bleek, dat bij vergissing op een - voor de nacht - veel te lange<br />

golf was gewerkt, zodat Holland ons niet had kunnen horen. 6 <strong>Mei</strong> ' s middags ging de boog<br />

weer aan. Tot overmaat van ramp luisterde Sambeek die ochtend (het was toen ochtend in<br />

Holland) niet uit. Vermoedelijk was men in Indië zowel als in Holland, een beetje de kluts kwijt<br />

geraakt. Geen wonder, dat ook deze vierde poging op niets moest uitlopen. Dan het dus' s<br />

avonds nog maar eens geprobeerd. Zondagavond om 7 uur stond de machinezender bij voor het<br />

overbrengen van regeringstelegrammen. De grote booglamp was toen nog niet klaar om bijgezet<br />

te worden. Trouwens, het was toen ook nog niet mogelijk, met beide zenders tegelijk te werken.<br />

Het toeval wilde, dat het moment om verbinding te maken toen heel goed moet zijn geweest,<br />

want de machinezender werd uitstekend gehoord. Waarom Dr. de Groot van deze gelegenheid<br />

geen gebruik heeft gemaakt het openingstelegram via deze zender over te laten brengen, is weer<br />

een raadsel. Blijkbaar heeft hij nog een laatste poging willen wagen met zijn grote booglamp.<br />

Hoe laat de machinezender is afgegaan en de grote booglamp is bijgezet, is mij niet bekend.<br />

Doch hij heeft bijgestaan, want hij werd die avond inderdaad gehoord, evenwel veel te zwak om<br />

neembaar te zijn. Daarbij schijnt de toon schor geweest te zijn, terwijl het eigenlijke sein<br />

zwakker was, dan het contrasein. Vermoedelijk was de zender toen al niet meer in goede<br />

conditie, vanwege het vele water, dat zich, door het veelvuldig gebruik van de laatste dagen, in<br />

de vlamkamer verzameld had. Zo hij goed gewerkt had, had hij even sterk als de machinezender<br />

geweest moeten zijn. Te 9.45 at werd weer op de machinezender overgegaan, deze werd ook<br />

toen gehoord, maar het telegram aan de Koningin werd niet herhaald...<br />

Zo ging ook de zesde <strong>Mei</strong> voorbij. Ook die dag was het telegram niet overgekomen. Van verdere<br />

pogingen met de zenders werd afgezien en het telegram werd per kabel overgeseind!<br />

o-o-o-o-o-o-o


2: Reacties op de mislukte opening (fragmentarisch)<br />

Het ligt voor de hand, dat het échec op de <strong>Malabar</strong> veel stof heeft doen opwaaien. De dagbladen<br />

wijdden boze artikelen aan het geval. Geen dezer, die ook nog maar een goed woord over had<br />

voor Dr. de Groot, niettegenstaande hij nog niet zo lang geleden door deze bladen werd<br />

verheerlijkt. En zoals het dan gewoonlijk gaat: men valt van het ene uiterste in het andere en<br />

gaat verschrikkelijk overdrijven. Zo ook hier. Voor een groot deel was de totale ommezwaai van<br />

de pers een gevolg van een tekortkoming aan voorlichting. Wanneer onze dienst van tevoren een<br />

korte mededeling had verstrekt omtrent de slechte toestand waarin de vlamkamer verkeerde,<br />

dan was het publiek al vast een beetje voorbereid geweest op een mogelijke mislukking. Nu dit<br />

niet was gebeurd, verkeerde iedereen in de veronderstelling, dat de opening vlot van stapel zou<br />

lopen. Maar al te vaak waren de geweldige mogelijkheden van de zender van Dr. de Groot<br />

publiek gemaakt, zodat geheel Indië met spanning zat te wachten op de dag, waarop de wereld<br />

getoond zou worden, waartoe men op de <strong>Malabar</strong> in staat was. Niemand in geheel Indië had er<br />

ook maar een moment aan gedacht, dat er iets mis kon lopen. Daarom kwam de slag ook wel<br />

wat al te hard aan. Men was zo aan de successen van Dr. de Groot gewend geraakt en er waren<br />

altijd zulke wonderen op de <strong>Malabar</strong> gepresteerd, dat men deze tegenslag moeilijk kon<br />

verwerken en het eigenlijk als een belediging voor de Indische gemeenschap beschouwde. Geen<br />

wonder, dat de bladen geen woorden genoeg konden vinden hun misnoegen te uiten, hetgeen<br />

nog werd verergerd, doordat men niet precies wist hoe de vork in de steel zat. Hierdoor begaf<br />

men zich op zijwegen, zonder de eigenlijke oorzaak aan te roeren…Al waren de ontboezemingen<br />

wel wat overdreven en soms weinig ter zake, in de grond bevatten zij toch wel enige waarheid.<br />

Zo bijvoorbeeld hetgeen door de pers te berde werd gebracht omtrent de machinezender. Het<br />

was namelijk een feit, dat in de loop der jaren door Dr. de Groot niets nagelaten was de grote<br />

booglampzender op te hemelen (met de beste bedoelingen natuurlijk maar niettemin<br />

onvoorzichtig) en de machinezender stelselmatig af te kammen…….<br />

Personeelsetentje na de openingsceremonie op 5 mei <strong>1923</strong>

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!