ALGEMENE INFORMATIE / DOELSTELLING ... - NNVO

Nationale Nautische Verkeersdienst Opleiding 

LEERDOELEN 

BASISOPLEIDING VTS OPERATOR 

NNVO 

© NNVO 

Versie: mei 2006 

Vastgesteld Bestuur: 19 juni 2006 

Pagina 1 van 50


01. Inhoudsopgave Leerdoelen BO 

02. COMPETENTIES & EINDTERMEN 12. NVZ 01/02 

bijlage 1 van de Regeling examens Verkeerszaken / OVV en Kustwacht 

(versie mei 2006) 

03. NCO 01/04/05 13. NVZ 03 

Communicatie / Algemeen International Ship and Facility Security Code (ISPS) 

(versie mei 2006) (versie mei 2006) 

04. NCO 02/03 14. NTG 02/03 

Communicatie / 2 de taal Topografie 


04a. EUROPESE TAALNIVEAUS. 15. NWR 01 

Communicatie / 2de taal Algemene inleiding tot Wetgeving 

(versie Raad van Europa 2001) (versie mei 2006) 

05. NNK 01 16. NWR 02 

Nautische kennis / Binnenvaart Scheepvaartverkeerswet 


06. NNK 02 17. NWR 03 

Nautische kennis / Zeevaart Bijzondere Wetten/Gevaarlijke & Schadelijke Stoffen 


07. NNK 03 18. NWR 04//05 

Nautische kennis / Meteorologie Bevoegdheden/Aansprakelijkheid & Verwerking 


08. NNK 04 19. NWR 07 

Nautische kennis / Getijden Bepaling ter Voorkoming van Aanvaring op Zee 


09. NNK 05 20. NWR 08 

Nautische kennis / Kaartpassen Binnenvaart Politie Reglement 


10. NVD 01 21. NWR 09 

Verkeersdienst / Guidelines voor VTS Scheepvaartregelement Territoriale Zee 


11. NAP 01/02/03/04/05 22. PRAKTIJKVAARDIGHEID 

Verkeersdienst / Apparatuur Verkeersdienstsimulator 





Pagina 2 van 50


BRONDOCUMENT 

COMPETENTIES & EINDTERMEN 




Pagina 3 van 50

1. Kennis van de verkeersdienstapparatuur; 

2. Kennis van nautische publicaties, wet -en regelgeving; 

3. Kennis van topografie, hydrologische - en meteorologische factoren; 

4. Kennis van de informatiebehoefte van de verkeersdeelnemers; 


5. Kennis van interne/externe operationele procedures (communicatie) in Nederlands en 

de tweede taal c.f ( inter)nationale standaards; 

6. Kennis van de verkeerspatronen; 

7. Kennis van scheepstypen en manoeuvreereigenschappen; 

8. Kennis van regelgeving gevaarlijke stoffen; 

9. Kennis van boordapparatuur en gebruik (on) mogelijkheden; 

10. Kennis van (ondersteunende) diensten t.b.v verkeersafwikkeling; 

11. Kennis van de rol van de VTS operator bij incidentenregelingen en rampenplannen; 

12. Begrip van incidentregelingen en rampenplannen (de opzet en uitvoering); 

13. Vaardigheid in het toepassen van de kennis genoemd in punt 2 t/m 12; 

14. Vaardigheid in het bedienen van de verkeersdienstapparatuur; 

15. Vaardigheid in het omgaan met niet-optimaal functionerende verkeersdienstapparatuur; 

16. Vaardigheid in het onderkennen van relevante en niet relevante informatie; 

17. Vaardigheid in het onderkennen van (dreigende) afwijkende verkeerspatronen en 

individueel vaargedrag(situatiebewustzijn) en hierop anticiperen ; 

18. Vaardigheid in het bepalen van de urgentie van afwijkende verkeerspatronen en 

individueel vaargedrag; 

Basis 

niveau 

VTSoperator 

3 

3 

3 

2 

4 

3 

2 

2 

1/2 




Pagina 4 van 50 

2 

2 

2 

4 

4 

3 

4 

4 

4

19. Vaardigheid in het bepalen van de prioriteitstelling in de te nemen acties; 

20. Vaardigheid in regelend /adviserend handelen met, dan wel zonder, 

verkeersaanwijzing; 


21. Vaardigheid in het assisteren van een verkeersdeelnemer om veilig en zonder 

onnodig oponthoud door het VTS gebied te navigeren; 

22. Vaardigheid in het onderkennen van de gevolgen van zijn handelen op de 

verkeersafwikkeling; 

23. Vaardigheid in het bepalen met welk communicatiemiddel de handelingen worden 

uitgevoerd; 

24. Vaardigheid in het vaststellen van prioriteiten v.w.b het geven van informatie aan 

verkeersdeelnemer(s) en/of derden; 

25. Vaardigheid in het voeren van communicatie in de Nederlandse en in de tweede taal; 

26. Vaardigheid in het toepassen van interne/externe operationele procedures 

(communicatie) in Nederlands en de tweede taal; 

27. Vaardigheid in het stemgebruik, afhankelijk van type en inhoud bericht; 

28. Vaardigheid in het interpreteren van berichtgeving; 

29. Vaardigheid in het geven van verkeersaanwijzingen; 

30. Vaardigheid in het afwikkelen van nood -, spoed – en veiligheidsverkeer; 

31. Vaardigheid in het onderkennen van (potentieel) gevaarlijke situaties; 

32. Vaardigheid in het afhandelen van (potentieel) gevaarlijke situaties; 

33. Vaardigheid in het vaststellen van de effecten van de genomen maatregel; 

34. Vaardigheid in het onderbouwen van het waarom van een (genomen) maatregel en 

het analyseren van de (gewenste) effecten van die (genomen) maatregel. 




Pagina 5 van 50 

4 

4 

4 

4 

4 

4 

4 

4 

4 

4 

4 

3 

4 

4 

4 

4


Bijlage Competentieniveaus (referte IALA Recommendation V-103) 

Niveau Leerdoel Vaardigheid 

Niveau 1 

Routinematige 

werkzaamheden. 

Supervisie vereist 

Niveau 2 

Enige nietroutinematige/complexe 

werkzaamheden. 

Breder taakveld met inbegrip 

van meer individuele 

verantwoordelijkheid 

Niveau 3 

Vaardigheden met breed 

taakveld. Voornamelijk 

complex en niet-routinematig 

Niveau 4 

Veelvuldig complex, 

vaktechnisch, vakkundig en 

beroepsmatig. 

Een aanzienlijke eigen 

verantwoordelijkheid en 

autonomie in handelen. 

Niveau 5 

Complexe vaktechnische en 

vakkundige werkzaamheden 

in situaties met 

veelomvattende en veelal 

onvoorspelbare 

verscheidenheid in 

samenhang 

Begrip 

Begrip van feiten en grondbeginselen. 

Interpreteren van gesproken en geschreven 

materiaal. 

Interpreteren van grafieken, kaartmateriaal en 

illustraties. 

Inschatten van de consequenties die gegevens 

en data inhouden. 

Aantonen van de juistheid van methodes en 

procedures. 

Toepassing 

Toepassen van concepten en grondbeginselen. 

Toepassen van weten regelgeving en theorie 

in de praktijk. 

Demonstreert correct gebruik van methoden en 

procedures. 

Analyse 

Onderkennen van niet onderbouwde aannames. 

Onderkennen van de inconsistentie van de 

logica in de redenering. 

Onderscheiden van feiten en gevolgtrekkingen. 

Evalueren van het belang en toepasbaarheid 

(relevantie) van gegevens en data. 

Analyseren van de structuur van het werk en 

handelingen. 

Synthese 

Integreren van leereffecten van diverse 

gebieden in een plan voor oplossen van 

problemen. Opstellen van een ordening van 

onderwerpen of gebeurtenissen. 

Evaluatie 

Beoordelen van de toepasbaarheid van 

handelen met conclusies ondersteund door 

data. 

Beoordelen van het nut cq waarde van een 

activiteit door gebruik te maken van intrinsiek 

ontwikkelde criteria. 

Beoordelen van de activiteiten gebruikmakend 

van externe standaarden. 

Reageren op basis van 

richtlijnen. 

Het beginstadium in de leercurve 

naar complexe vaardigheden en 

behelst navolging door herhaling 

van een actie gedemonstreerd 

door de instructeur/docent. 

Gebruikmaken van een 

meervoudige reactie aanpak 

(“trial and error”) methode) om te 

komen tot de gewenste reactie. 

Autonome reactie 

De aangeleerde reacties zijn een 

gewoonte geworden. 

De handelingen worden 

vakkundig en met vertrouwen 

verricht. 

Complexe waarneembare reactie 

De vakbekwame uitvoering van 

handelingen bij complexe 

verkeerspatronen. 

Vakbekwaamheid wordt 

gedemonstreerd door snel, 

soepel, en accuraat handelen. 

Het bereiken van dit niveau 

behelst een hoogwaardige 

gecoördineerde uitvoering. 

Aanpassingsvermogen 

Vaardigheden zijn zo ontwikkeld 

dat het individu verkeerspatronen 

kan beïnvloeden gericht op 

specifieke eisen cq probleem 

situaties 

Initiëren 

Het creëren van nieuwe 

toepassingen of procedures, 

toegespitst op specifieke 

problemen cq situaties. 

Creativiteit gebaseerd op 

hoogwaardig ontwikkelde 

Vaardigheden 




Pagina 6 van 50


LEERDOELEN 

COMMUNICATIE ALGEMEEN 

NCO 01/04/05 

REFERTE EINDTERMEN: 

1, 2, 3, 4, 5, 6, 7, 8, 9, 10, 11, 12 en 13 




Pagina 7 van 50


Leerdoelen Communicatie algemeen 

NCO 01/04/05 

Referte eindtermen: 1, 2, 3, 4, 5, 6, 7, 8, 9, 10, 11, 12 en 13 

Na het actief volgen van de lesuren en een grondige zelfstudie moet de cursist, binnen het 

cognitieve gebied, in staat worden geacht, aan de omschreven leerdoelen te voldoen. 

Hoofdleerdoel 

Grondige kennis en bekwaamheid in het zelfstandig toepassen van communicatie. 

Niveau 4: complex, vaktechnisch, vakkundig en beroepsmatig met aanzienlijk eigen 

verantwoordelijkheid en autonomie, waarbij grote mate van oplossend vermogen, ordening en 

prioriteiten stelling. 

Leerdoel 1 

Het correct, duidelijk en terzake (met de juiste bedoeling en betekenis) communiceren 

overeenkomstig geldende processen en procedures. 

Leerdoel 2 

Het beschrijven, weergeven en verklaren/analyseren van het communicatieproces en de 

datahandling. 

Leerdoel 3 

Het beschrijven, weergeven en verklaren/analyseren van informatieoverdracht en informatieuitwisseling. 

Leerdoel 4 

Het interpreteren van en correct reageren op berichten van vaarweggebruiker(s) en eventueel 

corrigeren van onjuiste/onvolledige berichtgeving. 

Leerdoel 5 

Het weergeven, verklaren en selecteren van correcte en effectieve methode/procedure met 

betrekking tot 

- informatie 

- (advisering) 

- navigatie assistentie 

- verkeersregeling / verkeersaanwijzing 

met het juiste gebruik van begrippen en begripsbepalingen, berichtopbouw en -structuur. 




Pagina 8 van 50


Leerdoel 6 

Inschatten, analyseren en beoordelen van berichtgeving/communicatie in een bepaalde 

verkeerssituatie en de mogelijke gevolgen voor de verkeersafwikkeling. 

Leerdoel 7 

Benoemen en weergeven van de communicatie apparatuur ten diensten van de VTS operator 

incl. de toepassingen, beperkingen en risico’s van het gebruik. 

Leerdoel 8 

Weergeven en verklaren, in algemene zin, van de basisprincipes, hoofdonderdelen in werking 

van de apparatuur. 

Leerdoel 9 

Kennis van de communicatietechniek en de van toepassing zijnde weten regelgeving. 




Pagina 9 van 50


LEERDOELEN 

COMMUNICATIE 2 e TAAL 

NCO 02/03 


1, 2, 3, 4, 5, 6, 7, 8, 9, 10, 11, 12 en 13 




Pagina 10 van 50


Leerdoelen Communicatie 2 e taal 

NCO 02/03 

Referte eindtermen: 1, 2, 3, 4, 5, 6, 7, 8, 9, 10, 11, 12 en 13 



Hoofdleerdoel 

Gedegen kennis van de taal en de structuur in relatie met nautische terminologie, standaard 

zinnen en berichtopbouw. 

De kandidaat moet kennis hebben van de beginselen van de tweede taal en deze kunnen 

toepassen voor het gebruik (lees- en spreekvaardigheid). 

Competentie niveau 3 / 4 en taalkundig Europees niveau B1 / B2. 

- Uitspraak,redelijke en verstaanbaar; 

- Woordenschat en zinsopbouw,voldoende, kan bepaalde situaties om/beschrijven in 

eigen bewoordingen indien eigen woordenschat ontoereikend; 

- Gebruik van de taal redelijke vloeiend; 

- Bevattingsvermogen/begrip accuraat in routine, concrete en werkgerelateerde 

onderwerpen; 

- Kan adequaat inspelen op misverstanden door controle op, bevestiging of verklaring van 

inhoud en strekking van bericht. 

Leerdoel 1 

Het helder, beknopt en ter zake kunnen communiceren (in standaard berichtgeving en gewone 

taal) ook onder spanning. 

Leerdoel 2 

Het interpreteren, evalueren en kunnen weergeven van bepaalde situaties op beknopte, ter zake 

en duidelijke wijze in gesproken woord. 

Leerdoel 3 

Het interpreteren, weergeven en verklaren in eigen bewoordingen van geschreven tekst. 

Leerdoel 4 

Grondige kennis en juiste gebruik van standaard procedures, zinnen en terminologie. 

Leerdoel 5 

Het verstaanbaar communiceren met begrijpelijke berichten/berichtgeving in routinematige en 

ongewone situaties. 




Pagina 11 van 50


Leerdoel 6 

Het interpreteren van en correct reageren op berichten van vaarweggebruiker(s) en eventueel 

corrigeren van onjuiste/onvolledige berichtgeving. 

Leerdoel 7 

Het oplossen van misverstanden in de communicatie (bijvoorbeeld door beperkt 

taalgebruik/taalvaardigheid, gebruik dialect of jargon van de gesprekspartner, ruis door slechte 

ontvangst, stresssituatie e.d.). 

Noot 

Door het regelmatig gebruik (Europees niveau B1 / B2) van standaard, nautisch gesproken 

woord/begrip, zinnen, terminologie en berichtgeving, zullen fouten in het af/behandelen van 

routine of noodcommunicatie worden voorkomen. 

Bijlage (2 bladzijden): 

Europees taalniveau A1 t/m C2, 

Raad van Europa, Straatsburg, FR, 2001 




Pagina 12 van 50


Twee pagina’s invoegen bijlage comm 2 e taal 




Pagina 13 van 50


LEERDOELEN 

NAUTISCHE KENNIS BINNENVAART 

NNK 01 

REFERTE EINDTERM: 7 




Pagina 1 van 50


Leerdoelen Nautische Kennis Binnenvaart 

NNK 01 

Referte eindterm: 7 



Hoofdleerdoel 

Het verkrijgen van kennis, inzicht en gebruik van terminologie met betrekking tot (eigenschappen 

van) binnenvaartschepen. 

Niveau 2: zelfstandig kunnen weergeven en toepassen van de basisprincipes, theorie en 

regelgeving. 

Leerdoel 1 

Het herkennen en benoemen van de verschillende typen binnenvaartschepen, klasse indeling en 

het weergeven van de voornaamste vaareigenschappen. 

Leerdoel 2 

Het benoemen van de hoofdonderdelen scheepsbouw en uitrusting van binnenvaartschepen. 

Leerdoel 3 

Weergeven en verklaren van interne en externe factoren die van invloed zijn op het 

manoeuvreren van binnenvaartschepen. 

Leerdoel 4 

Weergeven en verklaren van het varen en manoeuvreren op de verschillende vaarwegen met 

inbegrip van externe invloeden. 

Leerdoel 5 

Begripsmatige kennis van stabiliteit en enig inzicht in factoren die betrekking hebben op het laden 

en lossen van binnenvaartschepen. 

Leerdoel 6 

Begripsmatige kennis en inzicht van soorten van scheepsbescheiden in de binnenvaart. 




Pagina 2 van 50


LEERDOELEN 

NAUTISCHE KENNIS ZEEVAART 

NNK 02 

REFERTE EINDTERM: 2, 4 en 7 




Pagina 3 van 50


Leerdoelen Nautische Kennis Zeevaart 

NNK 02 

Referte eindterm: 2, 4 en 7 



Hoofdleerdoel 

Het verkrijgen van kennis, inzicht en gebruik van terminologie met betrekking tot (eigenschappen 

van) zeeschepen. 

Niveau 2: zelfstandig kunnen weergeven en toepassen van de basisprincipes voortvloeiende uit 

de theorie. 

Leerdoel 1 

Het herkennen en benoemen van de verschillende typen zeeschepen, klasse indeling en het 

inschatten van de voornaamste bijbehorende vaareigenschappen. 

Leerdoel 2 

Het selecteren van de hoofdonderdelen van de inrichting en uitrusting van zeeschepen. 

Leerdoel 3 

Het selecteren en voorspellen van interne en externe factoren die van invloed zijn op het 

manoeuvreren met verschillende typen zeeschepen. 

Leerdoel 4 

Weergeven en verklaren van het varen en manoeuvreren op de verschillende vaarwegen en 

havenbekkens zowel zonder als met inbegrip van externe invloeden. 

Leerdoel 5 

Enige begripsmatige kennis van stabiliteit en enig inzicht in methoden die betrekking hebben op 

het laden en lossen van (in het bijzonder) afwijkende typen zeeschepen. 

Leerdoel 6 

Enige begripsmatige kennis van de ontwikkelingen binnen de zeescheepvaart. 




Pagina 4 van 50


LEERDOELEN 

NAUTISCHE KENNIS METEOROLOGIE 

NNK 03 

REFERTE EINDTERMEN: 2, 3 en 4 




Pagina 5 van 50


Leerdoelen Nautische Kennis Meteorologie 

NNK 03 

Referte eindtermen: 2, 3 en 4 



Hoofdleerdoel 

Het verkrijgen van kennis, inzicht en vaardigheid in het verwerken van zowel externe als zelf 

verworven informatie bij de interpretatie van weersvoorspellingen. 

Niveau 3: analyseren van een informatiestroom teneinde te komen tot een weersvoorspelling op 

korte termijn. 

Leerdoel 1 

Het selecteren en vergelijken van de verschillende weertypen met hun kenmerkende 

eigenschappen. 

Leerdoel 2 

Vaardigheid in het analyseren van waarnemingen van verschillen in luchtdruk, temperatuur en 

typen bewolking. 

Leerdoel 3 

Het met behulp van eigen waarneming en/of informatie van buitenaf analyseren van te 

verwachten weersveranderingen op korte termijn. 

Leerdoel 4 

Concluderen en selecteren van informatie die wordt verstrekt in weerkaarten, ten doel door te 

geven aan verkeersdeelnemers. 

Leerdoel 5 

Vakbekwaamheid in het voorspellen van zichtbeperkende omstandigheden en evt. verbeteringen 

hierin. 




Pagina 6 van 50


LEERDOELEN 

NAUTISCHE KENNIS GETIJDEN 

NNK 04 





Pagina 7 van 50


Leerdoelen Nautische Kennis Getijden 

NNK 04 

Referte eindterm: 2, 3 en 4 



Hoofdleerdoel 

Het verkrijgen van kennis, inzicht en gebruik van terminologie met betrekking tot de 

waterhuishouding langs de Nederlandse kust en grote binnenwateren. 

Niveau 3: analyseren van verstrekte hydrologische informatie ten behoeve van 

verkeersdeelnemers. 

Leerdoel 1 

Het differentiëren en concluderen van het dagelijkse verticale getij op elk moment van een 

etmaal. 

Leerdoel 2 

Afwijkingen in het verticale getij kunnen concluderen aan de hand van meteorologische 

invloeden. 

Leerdoel 3 

Het differentiëren van waterdiepten en onderdoorvaarthoogten op elk moment van een etmaal. 

Leerdoel 4 

Tijden en standen van hoog- en laagwater kunnen berekenen voor niet-getabelleerde 

getijdenhavens. 

Leerdoel 5 

Het differentiëren en concluderen van het dagelijkse horizontale getij op elk moment van een 

etmaal. 

Leerdoel 6 

Analyseren van gegevens uit diverse getijtafels en stroomatlassen voor de wateren langs de 

Nederlandse zeekust en grote binnen getijdenwateren. 




Pagina 8 van 50


LEERDOELEN 

NAUTISCHE KENNIS KAARTPASSEN 

NNK 05 

REFERTE EINDTERMEN: 2, 3, 4 en 9 




Pagina 9 van 50


Leerdoelen Nautische Kennis Kaartpassen 

NNK 05 

Referte eindtermen: 2, 3, 4 en 9 



Hoofdleerdoel 

Het verkrijgen van ruime kennis, inzicht en vaardigheid in het lezen en gebruiken van enige typen 

zeekaarten. 

Niveau 3: zelfstandig kunnen aanbrengen en aflezen van posities in zeekaarten alsmede het 

analyseren/interpreteren van informatie verstrekt door (enige) elektronische navigatieapparatuur. 

Leerdoel 1 

Het selecteren en identificeren van de verschillende typen zeekaarten vervaardigd volgens de 

Mercatorprojectie. 

Leerdoel 2 

Het selecteren van de hoofdonderdelen van de inrichting van zeekaarten. 

Leerdoel 3 

Het identificeren en selecteren van de meest gangbare symbolen die worden toegepast op 

zeekaarten gebezigd langs de Nederlandse kust- en grote binnenwateren. 

Leerdoel 4 

Het analyseren en construeren van verbeteringen in zeekaarten met behulp van informatie 

verstrekt door BaZ’s. 

Leerdoel 5 

Verantwoord omgaan met informatie die wordt verstrekt door elektronische 

plaatsbepalingapparatuur, zoals (D)GPS en Galileo. 

Leerdoel 6 

Kritische vakbekwaamheid hebben met ontwikkelingen binnen nautische 

plaatsbepalingsystemen, zoals ECDIS. 




Pagina 10 van 50


LEERDOELEN 

VERKEERSDIENST 

NVD 01 


1,2,3,4,6,9,10,11,12,13 




Pagina 11 van 50


Leerdoelen Verkeersdienst 

NVD 01 

Referte eindtermen: 1, 2, 3, 4, 5, 6, 7, 8, 9, 10, 11, 12, 13 



Hoofdleerdoel 

Inzicht in de toepassing en basiskennis van de richtlijnen en criteria voor Verkeersbegeleidende 

systemen en gedegen kennis en begrip van de basisprincipes. 

Niveau 2/3: gericht op begrip, inzicht, interpretatie, gebruik en toepassing van de richtlijnen en 

criteria. 

Leerdoel 1 

Weergeven de reden tot het oprichten van de IMO, de wijze van opstellen van de richtlijnen en 

aanbevelingen en het weergeven in algemene zin waarop de VTS Guidelines zijn gebaseerd. 

Leerdoel 2 

Voldoende begrip en basiskennis voor het definiëren of (in eigen woorden) weergeven en 

beschrijven van definities en begripsomschrijvingen in relatie met de verkeersbegeleidende 

systemen. 

Leerdoel 3 


beschrijven van algemene aspecten en overwegingen van VTS met betrekking tot doelstellingen, 

verantwoordelijkheden, VTS diensten, communicatie, de VTS organisatie en middelen. 

Leerdoel 4 

Weergeven de verantwoordelijkheden van planning en implementatie van een VTS, de richtlijnen 

voor het plannen van een VTS en de richtlijnen die het bevoegd gezag in acht dient te nemen bij 

het instellen van een VTS. 




Pagina 12 van 50


LEERDOELEN 

VERKEERSDIENSTAPPARATUUR 

NAP 01/02/03/04/05 

REFERTE EINDTERMEN: 1, 3, 4, 9 en 13 




Pagina 13 van 50


Leerdoelen Verkeersdienstapparatuur 

NAP 01/02/03/04/05 

Referte eindtermen: 1, 3, 4, 9, 13 



Hoofdleerdoel 

Het verkrijgen van kennis, inzicht en gebruik/toepassing voor opbouw verkeersbeeld van de 

(boord en wal) apparatuur 

Niveau 3: zelfstandig kunnen verklaren, weergeven en toepassen van de begripsmatige en 

feitelijke kennis voor de correcte toepassing , basisprincipes, de theorie en van toepassing zijnde 

voorschriften en richtlijnen. 

Leerdoel 1 

Benoemen er weergeven van de apparatuur ten dienste van de VTS operator met de belangrijke 

toepassingen, beperkingen en risico’s van het gebruik cq onvolledige of onjuiste informatie. 

Leerdoel 2 

Het weergeven en verklaren van de basisprincipes, hoofdonderdelen en werking van de diverse 

apparatuur. 

Leerdoel 3 

Weergeven en verklaren van interne en externe factoren die van invloed zijn op het functioneren 

van de apparatuur en kennis van (toepassing van) de procedures bij uitvallen of niet optimaal 

functionerende apparatuur. 

Leerdoel 4 

Weergeven en verklaren van de relaties van de diverse apparatuur met elkaar en het opbouwen 

en juist interpreteren van het verkeersbeeld op basis van de informatie. 




Pagina 14 van 50


LEERDOELEN 

VERKEERSZAKEN 

(OVV & KUSTWACHT) 

NVZ 01/02 





Pagina 15 van 50


Leerdoelen Verkeerszaken 

Onderzoek van scheepvaartongevallen en Kustwacht 

NVZ 01/02 




Hoofdleerdoel 

Inzicht in regelgeving de toepassing daarvan en de basiskennis m.b.t. het onderzoek van 

scheepvaartongevallen, incidenten en internationale afspraken, de Kustwacht en 

ondersteunende diensten. 

(niveau 2: inzicht en begrip van basisprincipes en toepassing van de voorschriften) 

Leerdoel 1 

Het kunnen weergeven van de taken, de bevoegdheden, het werkterrein en werkwijze van de 

Onderzoeksraad voor Veiligheid en de Raad voor de Scheepvaart . 

Leerdoel 2 

Het kunnen weergeven van de organisatie structuur, werkterrein, taken en bevoegdheden van de 

kustwacht, overige diensten en hulpverlenende instanties. 

Leerdoel 3 

Het kunnen weergeven van de middelen die de Kustwacht ter beschikking staan. 




Pagina 16 van 50


LEERDOELEN 

INTERNATIONAL SHIP AND 

FACILITY SECURITY CODE 

(ISPS) 

NVZ 03 

REFERTE EINDTERMEN: 2, 10, 11, 12 en 13 




Pagina 17 van 50


Leerdoelen International Ship and Port Facility Security Code 

(ISPS-code) 

NVZ 03 

Referte eindtermen: 2, 10, 11, 12 en 13 



Hoofdleerdoel 

Inzicht in de toepassing en basiskennis van het ISPS. 

Niveau 2: Inzicht en begrip van de basisprincipes, organisatie en toepassing. 

Leerdoel 1 

Het kunnen weergeven het doel en waarom de ISPS- code is ingesteld. 

Leerdoel 2 

Inzicht en kennis van de rollen, verantwoordelijkheden en bevoegdheden van de diverse 

betrokken partijen. 

Leerdoel 3 

Inzicht en kennis van het toepassingsgebied en de betrokken categorieën schepen. 

Leerdoel 4 

Kennis en inzicht van de beveiligingsniveaus en het certificeren van faciliteiten en schepen. 




Pagina 18 van 50


LEERDOELEN 

TOPOGRAFIE 

NTG 02/03 

REFERTE EINDTERMEN: 2, 3, 4, 6, 10 en 13 




Pagina 19 van 50


Leerdoelen Topografie 

NTG 02/03 

Referte eindtermen: 2, 3, 4, 6, 10 en 13 



Hoofdleerdoel 

Inzicht in de toepassing en basiskennis van hydrografische publicaties en gedegen kennis en 

begrip van toepassing van vaarwegmarkering 

Niveau 2/3: gericht op begrip, inzicht, juist gebruik en toepassing. 

Leerdoel 1 

Het kunnen weergeven van voor de VTS belangrijke nautische en hydrografische publicaties. 

Leerdoel 2 

Inzicht, kennis en toepassing van deze nautische en hydrografische publicaties. 

Leerdoel 3 

Gedegen kennis (benoemen en verklaren) van de vaarwegmarkering. 

Leerdoel 4 

Het duiden van het belang, het beschrijven en (de wijze van) toepassen van vaarwegmarkering. 




Pagina 20 van 50


LEERDOELEN 

ALGEMENE INLEIDING TOT WETGEVING 

NWR 01 





Pagina 21 van 50


Leerdoelen Algemene Inleiding tot Wetgeving 

NWR 01 

Referte eindtermen: 2, 10 en 13 



Hoofdleerdoel: 

Inzicht, kennis en bekwaamheid in het autonoom toepassen van normen, leefregels en 

gedragsvoorschriften. 

Niveau 2/3: ook in niet routinematige complexere situaties, soepel en accuraat kunnen 

interpreteren en toeassen van normen, leefregels en gedragsvoorschriften. 

Leerdoel 1 

Voldoende begrip en basiskennis voor het definiëren of (in eigen woorden) weergeven, 

beschrijven van begrippen/uitdrukkingen en toepassen van: 

- staatsinrichting; 

- indeling van het recht, volgorde en totstandkoming; 

- rechterlijke organisatie; 

- strafrecht en 

- strafvordering 




Pagina 22 van 50


LEERDOELEN 

SCHEEPVAARTVERKEERSWET 

NWR 02 

REFERTE EINDTERMEN: 2, 4, 6, 8, 10, 11 en 13 




Pagina 23 van 50


Leerdoelen Scheepvaartverkeerswet 

NWR 02 

Referte eindtermen: 2, 4, 6, 8, 10, 11 en 13 



Hoofdleerdoel 

Inzicht, kennis en bekwaamheid in het autonoom toepassen van de basisprincipes en de 

voorschriften. 

Niveau 2/3: ook in niet routinematige complexere situaties, snel soepel en accuraat kunnen 

toepassen van de voorschriften en basisprincipes. 

Leerdoel 1 

Het (globaal) weergeven de opbouw van de scheepvaartverkeerswet en de samenhang met 

overige internationale wetgeving en scheepsreglementering en het aangeven de belangrijkste 

verschillen tussen de diverse reglementen met name betreffende de vaarregels. 

Leerdoel 2 


beschrijven van begrippen/uitdrukkingen van de algemene bepalingen en bepalingen met 

betrekking tot de ordening van het scheepvaartverkeer op scheepvaartwegen. 

Leerdoel 3 


beschrijven van regelingen met betrekking tot het loodsen. 

Leerdoel 4 

Begripsmatige kennis en inzicht van regels en bepalingen met betrekking tot verplichtingen, 

gebruik van de scheepvaartweg, bestuursdwang, het stellen van nadere regels, bijzondere 

bepalingen en straf-, opsporing- en politiebepalingen. 




Pagina 24 van 50


LEERDOELEN 

BIJZONDERE WETTEN/GEVAARLIJKE & 

SCHADELIJKE STOFFEN 

NWR 03 





Pagina 25 van 50


Leerdoelen Bijzondere Wetten/Gevaarlijke & 

Schadelijke Stoffen 

NWR 03 




Hoofdleerdoel 

Inzicht, kennis en bekwaamheid in het toepassen van de basisprincipes en de voorschriften. 

Niveau 2: ook in niet routinematige situaties het kunnen toepassen van de voorschriften en 

basisprincipes. 

Leerdoel 1 

Het weergeven en verklaren van het systeem van regelgeving, de belangrijkste overeenkomsten 

en verschillen in toepassingen. 

Leerdoel 2 


beschrijven van begrippen/uitdrukkingen, algemene bepalingen en de toepassingen. 

Leerdoel 3 

Het benoemen en verklaren (in relatie met vaarreglementen) van de verplichtingen en 

gedragingen van schepen met gevaarlijke / schadelijke stoffen met betrekking tot identificatie, 

vaarregels, ligplaats nemen en overige bijzondere bepalingen. 




Pagina 26 van 50


LEERDOELEN 

BEVOEGDHEDEN/AANSPRAKELIJKHEID & 

ADMINISTRATIEVE VERWERKING 

NWR 04/05 

REFERTE EINDTERMEN: 2 en 13 




Pagina 27 van 50


Leerdoelen Bevoegdheden/Aansprakelijkheid & 

Administratieve Verwerking 

NWR 04/05 

Referte eindtermen: 2 en 13 



Hoofdleerdoel 

Inzicht, kennis en bekwaamheid in het autonoom interpreteren en toepassen van de 

basisprincipes en de voorschriften. 

Niveau 2: het met behulp van aanwezige voorschriften en naslagwerken ook in niet routinematige 

complexere situaties het juiste wijze accuraat kunnen toepassen van de voorschriften. 

Leerdoel 1 

weergeven en verklaren van de bevoegdheden en aansprakelijkheid in de hiërarchie van de 

verkeersleiding wet en regelgeving. 

Leerdoel 2 

Het opstellen van feitelijke verslaglegging en rapportage (case studie) met behulp van aanwezig 

naslagwerk. 




Pagina 28 van 50


LEERDOELEN 

BEPALINGEN TER VOORKOMING 

VAN AANVARINGEN OP ZEE 

NWR 07 





Pagina 29 van 50


Leerdoelen Bepalingen ter Voorkoming van Aanvaringen op Zee, 

internationaal verdrag: 

International regulations for preventing collisions at sea 

(amended 04-10-1995) 

NWR 07 




Hoofdleerdoel 

Inzicht, kennis en bekwaamheid in het autonoom toepassen van de basisprincipes en de 

voorschriften. 

Niveau 2/3: ook in niet routinematige complexere situaties op juiste wijze interpreteren en snel, 

soepel en accuraat kunnen toepassen van de voorschriften en basisprincipes. 

Leerdoel 1 

Voldoende begrip en basiskennis voor het definiëren en (in eigen woorden) weergeven en 

beschrijven van de toepassingen. 

Leerdoel 2. 

Het benoemen en verklaren van het (verplichte) gedrag van schepen in alle denkbare situaties 

met in achtneming van de voorschriften 

Leerdoel 3 

Begripsmatige / enige kennis en inzicht hebben in lichten & dagmerken en licht- & geluidseinen 

van schepen. 




Pagina 30 van 50


LEERDOELEN 

BINNENVAART POLITIE REGLEMENT 

NWR 08 





Pagina 31 van 50


Leerdoelen Binnenvaart Politie Reglement 

NWR 08 




Hoofdleerdoel 




soepel en accuraat kunnen toepassen in alle denkbare verkeerssituaties met wisselende 

omstandigheden. 

Leerdoel1 

(relatie en effect/gevolgen) weergeven van de belangrijkste verschillen tussen de diverse 

scheepvaartreglementen mbt de vaarregels en bepalingen inzake veiligheid en orde. 

Leerdoel 2 


beschrijven van begrippen/uitdrukkingen, algemene bepalingen en de toepassingen. 

Leerdoel 3. 

Het benoemen en verklaren van het (verplichte) gedrag van schepen in alle denkbare situaties 

met in achtneming van de voorschriften te weten vaarregels, veiligheid en goede orde van het 

verkeer, ligplaats nemen en marifoon en radar en bijzondere bepalingen. 

Leerdoel 4 

Het weergeven en verklaren van verplichtingen van verkeersdeelnemers met betrekking tot de 

verkeersafwikkeling. 

Leerdoel 5 

Begripsmatige / enige kennis en inzicht hebben in lichten & dagmerken en licht- & geluidseinen 

van schepen. 




Pagina 32 van 50


LEERDOELEN 

SCHEEPVAARTREGLEMENT 

TERRITORIALE ZEE 

NWR 09 





Pagina 33 van 50


Leerdoelen Scheepvaartreglement Territoriale Zee 

NWR 09 




Hoofdleerdoel 




soepel en accuraat kunnen toepassen in alle denkbare verkeerssituaties met wisselende 

omstandigheden. 

Leerdoel 1 

Voldoende begrip en basiskennis voor het definiëren of (in eigen woorden) weergeven van de 

functie en toepassingsgebied van het STZ. 

Leerdoel 2 

Het kunnen weergeven en inzicht hebben in de regels m.b.t. de ordening van het 

scheepvaartverkeer en bijzondere bepalingen. 




Pagina 34 van 50


LEERDOELEN 

PRAKTIJKVAARDIGHEID VDS 


13 t/m 34 




Pagina 35 van 50


Hoofdleerdoel en Leerdoelen van het vakgebied praktijkvaardigheid 

verkeersdienstsimulator 

Referte eindtermen: 13 t/m 34 

Na het actief volgen van de praktijktraining en een grondige zelfstudie moet de cursist, binnen het 


Hoofdleerdoel 

Gedegen praktijkvaardigheid in het toepassen van de theorie conform onderstaande 

competentieniveaus 

Competentie niveau 3 = De cursist moet incidentele onderdelen en informatie kunnen herkennen 

en onderling met elkaar in verband kunnen brengen. De eindtermen 15 en 30 worden hierna 

conform dit competentie niveau omschreven. 

Competentie niveau 4 = De cursist moet in staat zijn om onderstaande onderdelen en informatie te 

combineren tot duidelijke relevante verkeersinformatie voor de vaarweggebruikers. Hierbij moet de 

cursist aan kunnen tonen de theoretische eindtermen 2 t/m 12 te kunnen toepassen. De 

eindtermen 14, 16 t/m 29 en 31 t/m 34 worden hierna conform dit competentieniveau omschreven. 

Leerdoel 1 (verkeersbeeld)observatie 

De vaardigheid in het observeren/interpreteren/analyseren van het verkeersbeeld. 

Leerdoel 2 communicatie 

De vaardigheid in het luisteren en communiceren met behulp van de juiste 

communicatieprocedures (in het Nederlands en tweede taal) met de goede intonatie en het gebruik 

van de juiste communicatiemiddelen. 

Leerdoel 3 verkeersinformatie 

De vaardigheid in het geven van relevante verkeersinformatie met een correcte prioriteitstelling en 

anticipering. 

Leerdoel 4 navigatieassistentie 

De vaardigheid in het verstrekken van navigatieassistentie / positie-informatie op verzoek van het 

schip, dan wel op eigen initiatief. 

Leerdoel 5 verkeersaanwijzing 

De vaardigheid in het herkennen van situaties voor het geven van verkeersaanwijzing en het 

gebruik van de juiste procedure voor het geven van een verkeersaanwijzing. 

Leerdoel 6 handoverprocedure 

De vaardigheid in het hanteren van de handoverprocedures met eigen en aanverwante diensten. 

Leerdoel 7 analyse 

De vaardigheid in het onderbouwen van een genomen beslissing. 




Pagina 36 van 50


Leerdoel 8 externe omstandigheden 

De vaardigheid in het interpreteren van externe omstandigheden (bijv. wetgeving, scheepstypen, 

shipsdomain, weersinvloed, ect). 

Leerdoel 9 incidenten en calamiteiten 

De vaardigheid in het onderkennen van incidenten en calamiteiten en de juiste afhandeling 

daarvan. 

Leerdoel 10 handelingspotentie 

De vaardigheid om onder stress en langdurige periodes, tegelijkertijd de noodzakelijke handelingen 

en communicatie te kunnen verrichten. 




Pagina 37 van 50

ALGEMENE INFORMATIE / DOELSTELLING ... - NNVO

Create successful ePaper yourself

Delete template?

Save as template?