01.05.2013 Views

Onder ambtenaren - Jeronimus van Pelt

Onder ambtenaren - Jeronimus van Pelt

Onder ambtenaren - Jeronimus van Pelt

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

ministeries en ministers. Dan hoorde je: ja, er is een probleem, maar ik werk best goed samen met het andere<br />

departement. De top zei: het zit bij de <strong>ambtenaren</strong>. Wij zeiden: het zit bij de ministers.”<br />

Dat moest maar eens afgelopen zijn, moeten ze bij meerdere partijen hebben gedacht. “Er komt een nationale<br />

politie onder verantwoordelijkheid <strong>van</strong> de minister die belast is met de zorg voor veiligheid”, kondigde het<br />

kabinet Rutte-I in het najaar <strong>van</strong> 2010 aan in het regeerakkoord. Het werd een minister <strong>van</strong> Veiligheid en<br />

Justitie. En de nieuwe minister had ervaring met het oude bestel, ervaring als burgemeester, en de ambitie om<br />

het kabinetsbesluit in één kabinetsperiode onomkeerbaar te maken.<br />

In de BZK-toren aan de Schedeldoekshaven veranderden in die maanden mailextensies <strong>van</strong> een groep medewerkers<br />

langzaam <strong>van</strong> minbzk.nl via dgv.minvenj.nl in minvenj.nl. Volledige naam of alleen voorletters? Ze raakten<br />

er soms zelf <strong>van</strong> in de war. Cramwinckel verhuisde in januari 2011 terug naar zijn oude BZK-toren voor zijn klus<br />

bij het nieuwe ministerie <strong>van</strong> Veiligheid en Justitie. “In het regeerakkoord stond dat er een regioburgemeester<br />

moest komen. Een nieuwe figuur in het bestel. Ik had nog geen idee wat diens rol zou moeten zijn.”<br />

Cramwinckel: “Wij moesten een nationale politie bouwen. De minister ging voor een definitieve wet, met<br />

parallel een voorbereidingsprogramma. Weliswaar onder het mantra dat geen stap onomkeerbaar zou zijn<br />

zolang het parlement zich niet had uitgesproken. Maar planningen die wij konden beïnvloeden, hebben we<br />

gehaald of soms versneld. Dat gaf energie, hoor!” In de begintijd had de organisatie echter meer vragen dan<br />

antwoorden: hoe moest het nieuwe stelsel er precies gaan uitzien, en hoe moest het zijn werk gaan doen in de<br />

praktijk? Wat betekende dat voor de besturing <strong>van</strong> het veranderprogramma, de rolverdeling tussen departement,<br />

kwartiermakende politietop, de gezagen, de bonden en de centrale medezeggenschap in oprichting?<br />

Ondanks dat de departementale herindeling overleg tussen Justitie en BZK overbodig had gemaakt, wilden<br />

betrokkenen en belangstellenden – burgemeesters, procureurs-generaal, politiechefs, wetenschappers,<br />

adviesbureaus – graag door hen bedoelde suggesties over de te creëren nationale politie kwijt.<br />

Bij zoveel partijen met een <strong>van</strong>achter de tekentafel gemaakt veranderprogramma komen is vragen om een<br />

steigerend veld, bedacht Cramwinckel zich.<br />

Hij zocht DG Politie Schoof en diens plaatsver<strong>van</strong>ger Gaastra er regelmatig over op. “We waren het er snel over<br />

eens dat het ministerie de regie op het proces niet uit handen mocht geven.”<br />

Hij zocht de traditionele stakeholders <strong>van</strong> Justitie, zoals de korpschefs en het openbaar ministerie, op over<br />

zaken als de formulering <strong>van</strong> de opdracht aan de kwartiermaker. “Sommigen vroegen zich in het begin af wat<br />

ik <strong>van</strong> ze verwachtte. Maar informele overleggen, zonder precedent voor latere formele positiebepalingen,<br />

hielpen om de goede ideeën op tafel te krijgen.” Tegen het einde <strong>van</strong> het eerste kwartaal benoemde de<br />

184 185<br />

“Het is belangrijk dat wij de handen ineenslaan, schouder<br />

aan schouder staan en zeggen: wij zitten nu wel in een<br />

andere structuur, maar met een andere cultuur realiseren<br />

wij een nieuwe structuur. (…) Ik ben daar helder en<br />

consistent in. Ik wil naar iedereen luisteren om het te<br />

verbeteren en te finetunen, maar zo moeten wij het doen.<br />

Ik geloof niet in een positie waarin wij zeggen dat wij eerst<br />

maar eens een paar jaar de cultuur veranderen. De cultuur<br />

is veranderd, stellen wij dan aan het eind <strong>van</strong> deze<br />

kabinetsperiode vast, en ik maar wachten of Mark Rutte<br />

mij belt of ik vier jaar wil doorgaan, want ‘ik heb je nadat<br />

de cultuur veranderd is, nodig om de structuur te<br />

veranderen’. Wij moeten dat met elkaar nu doen, de positie<br />

en de ruimte daarvoor zijn er.”<br />

— Minister Opstelten bij het debat in januari 2011<br />

over de Nationale Politie —<br />

minister de toenmalige kwartiermaker en beoogd<br />

korpschef <strong>van</strong> de toekomstige nationale politie.<br />

Gerard Bouman ging, met kaders <strong>van</strong> het ministerie<br />

en een vers voor de nieuwe klus samengesteld team,<br />

aan de slag met de reorganisatie <strong>van</strong> de politie.<br />

En het lokale bestuur? Opgezocht. “Met de burgemeesters<br />

en aankomende regioburgemeesters<br />

moesten we de dialoog aangaan. Wij wilden weten:<br />

waar zit de steun, waar de weerstand, en wat moeten<br />

we doen om het verder te krijgen? We wilden hun<br />

zienswijze weten, maar tegelijkertijd hadden we ook<br />

de geesten te rijpen voor de nieuwe situatie die zou<br />

ontstaan. Ik wist dat je daarvoor bij bestuurders<br />

agenderend te werk moet gaan.”<br />

Belangrijk onderdeel dus, die relaties. “Het veranderprogramma<br />

moest óók leiden tot een politiebestel<br />

met een werkbare relatie tussen de minister, de<br />

toekomstige politietop, het OM en lokale bestuur-<br />

ders. De manier waarop we het voortraject aanpakten, was als het ware al een oefening voor dat nieuwe bestel:<br />

helderheid geven over wat niet onderhandelbaar was, en tegelijkertijd zoveel mogelijk bottom up invullen.”<br />

Hoe ging dat, <strong>van</strong>uit de Justitieorganisatie de relatie opbouwen met de burgemeesters?<br />

“Een aantal burgemeesters wilden nog over het ‘wat’ discussiëren. Dat merkten Dick Schoof en ik ook bij een<br />

ronde die we in het voorjaar <strong>van</strong> 2011 door het land hebben gemaakt. Maar het ‘wat’ stond in het regeerakkoord:<br />

er komt een nationale politie! Inclusief het besluit dat er regioburgemeesters zouden komen. Er waren<br />

dus wel degelijk zaken die niet langer onderhandelbaar waren. Maar het gegeven bleef dat sommige burgemeesters<br />

vreesden dat als ze niet langer konden sturen op het beheer <strong>van</strong> de politie, ze ook minder zouden<br />

kunnen sturen op het veiligheidsdomein.”<br />

Zit gezag echt in het nemen <strong>van</strong> besluiten over politiepersoneel en dienstauto’s, zo kaatsten de minister en zijn<br />

<strong>ambtenaren</strong> de bal terug? Den Haag vond <strong>van</strong> niet. Cramwinckel: “Het burgemeestersverleden <strong>van</strong> de minister,<br />

dat maakte dat hij goed kon meepraten over de lokale werkelijkheid, en zijn manier <strong>van</strong> communiceren - zijn<br />

zware stem! - hielpen enorm.”<br />

“Op het hoe <strong>van</strong> de vraag over de bestuurlijke inrichting <strong>van</strong> de nationale politie bestond dus wel ruimte. We

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!