Projectvoorstel (PDF, 1,8 MB) - Grontmij
Projectvoorstel (PDF, 1,8 MB) - Grontmij
Projectvoorstel (PDF, 1,8 MB) - Grontmij
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
3.3.1 Vogels<br />
Het estuarium geeft extra mogelijkheden voor verschillende vogels, waaronder zeldzame soorten.<br />
Het eiland geeft ruimte als broedgelegenheid voor vogels als grote stern (bedreigde soort),<br />
visdief (kwetsbare soort) en dwergstern(kwetsbare soort), de kleine mantelmeeuw en strandbroeders<br />
als strandplevier (bedreigde soort) en bontbekplevier (kwetsbare soort). De grote<br />
stern, visdief (kwetsbare soort) en dwergstern zijn grondbroeders van kaal substraat, bij voorkeur<br />
schelpengruis en vinden op het opgespoten deel een<br />
uitstekende habitat. De strandplevier en de Bontbekstrandloper<br />
hebben om te broeden stranden of duinen nodig. Door<br />
het aanbrengen van hoogteverschillen en het verstuiving<br />
zullen ook deze habitats ontstaan. Het ontbreken van predatoren<br />
als de vos en de afwezigheid van verstoring maken<br />
een eiland erg geschikt als broedgelegenheid.<br />
Het herstel van de estuarine dynamiek en de broedkamerfunctie<br />
voor vissen maakt dat er voor o.a. stern-achtingen<br />
veel voedsel beschikbaar komt waardoor het broedsucces<br />
(die bij visdiefjes de afgelopen jaren slecht was) zal verbeteren.<br />
3.3.2 Vis<br />
Visdief ( met dank aan Steve Geel-<br />
De afgelopen decennia zijn door o.a. de verslechtering van de waterkwaliteit, het onbereikbaar<br />
worden van de paaigronden, en het verdwijnen van habitat een aantal migrerende vissoorten<br />
als de Atlantische Steur, houting, Elft en de Zalm uit Nederland verdwenen. Andere zoals de<br />
Fint, Aal en Zee- en Riverprik zijn zeldzaam geworden.<br />
De laatste jaren is de waterkwaliteit in het stroomgebied van de Rijn en de Maas erg verbeterd,<br />
zodat door uitzetprojecten van de zalm, houting en elft een aantal verdwenen soorten weer in<br />
het stroomgebied van de Maas de Rijn voorkomen. Deze populaties van de Zalm en de Elft<br />
staan echter nog niet op zichzelf en zijn afhankelijk van nieuwe uitzettingen. Een van de oorzaken<br />
hiervoor zijn de vismigratie barrières, zoals stuwen, waterkrachtcentrales en dammen. Door<br />
het kierbesluit uit te voeren waardoor de Haringvlietsluizen ook bij vloed deels open worden<br />
gezet vervalt hier een belangrijk knelpunt. Hierdoor wordt er samen met alle internationale vismigratie<br />
projecten een grote stap gezet naar het behoud en het realiseren van duurzame vispopulaties.<br />
Ook voor de aal die de afgelopen jaren sterk in aantallen zijn gedaald is dit van groot<br />
belang. Schieraal (paairijpe Aal) kan door de vrije vismigratie naar zee migreren om zich in de<br />
Sargasso zee voort te planten. De Glasaal afkomstig uit deze zee kan door het open estuaria<br />
door middel van de getijdenwerking het stroomgebied van de Rijn en de Maas in zwemmen.<br />
Het estuarium dat ontstaat door Balance Island dient naast migratiemogelijkheden ook als<br />
broedkamer en leefgebied voor verschillende (zeldzame) typische brakwater en estuarine soorten.<br />
Het zoetwater getijdengebied dat ontstaat, biedt mogelijkheden voor paaigebieden voor de<br />
fint, bijvoorbeeld de Biesbosch. Voor het afsluiten het Haringvliet was spiering veel voorkomend.<br />
Door de migratie weer mogelijk te maken en ervoor te zorgen dat er voldoende paaiplaats<br />
is kan er weer een gezonde populatie ontstaan.<br />
3.4 Natura 2000<br />
Bij de aanleg van Balance Island wordt er zand aangebracht op de zuidelijke punt van de hinderplaat<br />
en ten zuiden ervan. Dit is onderdeel van het Voordelta N2000 gebied. Hoewel de natuur<br />
baadt heeft bij de maatregel zijn er tijdelijke effecten te verwachten op enkele kwalificerende<br />
soorten van het vogelrichtlijngebied Voordelta en mogelijk ook op een Habitatrichtlijnsoort is<br />
een Natuurbeschermingswet vergunning noodzakelijk om het plan uit te voeren. De directe effecten<br />
van de aanleg zijn vooral relevant voor het habitattype H1110 permanent overstroomde<br />
zandbanken en H1140 slik- en zandplaten.<br />
Pagina 5 van 6