decreeten

II APRIL 1797. 469
„ ons daar by, ter beantwoording aan het Decreet
„ van het Provinciaal Beltuur van 10. January, bevorens
opgedragen, en waar van wy ons verflag ia
„ die zelfde order zullen voordragen, ais dezelve daar
„ in zyn genoteerd geworden;
„ i°. Zo hebben wy de nodige conferentien geën-
„ tameert met Commisfarisfen uit Ulieder midden tot
„ de zaaken der Gemeene Lands middelen, als mede
„ met den Advocaat Fiscaal Hoyer, ten einde na te
„ gaan , welke inconvenienten 'er mogten gelegen
„ zyn in de tegenswoordige wyze van heffing, voor
„ die onzer Medeburgers, welke het Noordelyk ge-
„ dcelte dezer Provincie bewoonen, en op welk een
„ voet dezelve zouden kunnen worden uit den weg
„ geruimt ; dan daar geen onzer het plaats hebben
„ van eenige vexes of inconvenienten in, hat heffen
„ der gemeene middelen aldaar, bekend waren, wor-
„ dende dezelve alomme binnen deze Provincie reeds
„ fints het affchaffen der Pagten, op een eenparigen
voet geheven, zo vervallen dan ook van zelve 011-
„ ze coniideratien, over derzelver wegneming, —
„ Dan wy kunnen hier ter plaatze niet voorby,.
„ Ulieder Vergadering te doen opmerken, dat men
„ de redenen hier van zo wel , als van de weinige aan-
„ klagten, welke men over hét algemeen, zo zeld-
„ zaam over het gedrag der Gemeene Lands bedien-
„ dens in dat gedeelte dezer Provincie, ter uwer cor-
„ recfie brengt; meestal, ja byna alleen heeft toete-
„ fchryven aan het aanwezig blyven van het Comptoir
des Gemeene Lands middelen , by colleclie te
„ Hoorn, bevorens onder opzicht van een- Contrarol-
„ leur Generaal, doch thans fints de vernietiging van
„ dien post, flegts wordende geadminiltreert door een
„ Boekhouder en een Clercq, (zynde de eerde Clercq
.,, van Exter, op het Bureau van Financie als Clercq
„ over-