03.05.2013 Views

Bijlage 6 Archeologisch vervolgonderzoek Centrumplan

Bijlage 6 Archeologisch vervolgonderzoek Centrumplan

Bijlage 6 Archeologisch vervolgonderzoek Centrumplan

SHOW MORE
SHOW LESS

Create successful ePaper yourself

Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.

5. Conclusie<br />

B&G rapport 1288<br />

Versie 1.0 (concept)<br />

In opdracht van AGEL adviseurs heeft archeologisch onderzoeksbureau IDDS Archeologie 27 juli en<br />

7 september 2011 een inventariserend veldonderzoek door middel van proefsleuven uitgevoerd aan<br />

de Biestsestraat 38-42 in Biest-Houtakker, gemeente Hilvarenbeek.<br />

Uit de profielen kan worden opgemaakt dat in een groot deel van het plangebied de originele<br />

bodemopbouw is verdwenen. Alleen in profiel 2 van werkput 1 en profiel 5 van werkput 3 zijn nog<br />

lagen aanwezig die waarschijnlijk de resten zijn van oude bodemvorming (B-horizont). In alle ander<br />

profielen zijn deze lagen verdwenen door (sub)recente afgravingen. Een plaggendek (esdek) is<br />

nergens aangetroffen. Dit wijkt af met de bevindingen van het vooronderzoek, waarin wordt gesteld<br />

dat het huidige plangebied weinig of niet-vergraven zou zijn. Dit is waarschijnlijk veroorzaakt door het<br />

feit dat met een booronderzoek de locale differentiatie van de bodemopbouw maar met een beperkte<br />

nauwkeurigheid in beeld kan worden gebracht.<br />

Tijdens het proefsleuvenonderzoek is slechts één spoor gevonden. Het gaat hier om een drie en een<br />

halve meter brede sloot (spoor 1) in werkput 2 (bijlage 3). Aan de hand van het vondstmateriaal en<br />

het ontbreken van de sloot op historisch kaartmateriaal vanaf 1811, kan de sloot gedateerd worden<br />

tussen de 16 e en 18 e eeuw. Het ontbreken van sporen in werkputten 1 en 3 komt wel overeen met het<br />

historische kaartmateriaal (bijlage 4).<br />

Aan de hand van de resultaten van het onderzoek kan worden gesteld dat er geen sprake is van een<br />

archeologische vindplaats en dus ook niet van behoudenswaardige archeologische resten.<br />

5.1. Beantwoording van de onderzoeksvragen<br />

Wat is de aard, omvang, kwaliteit en het verloop van de archeologische sporen en<br />

sporenclusters?<br />

Tijdens het proefsleuvenonderzoek is slechts één spoor gevonden. Het gaat om een drie en een<br />

halve meter brede sloot (spoor 1) in werkput 2 (bijlage 3). Aan de hand van het vondstmateriaal en<br />

het ontbreken van de sloot op historisch kaartmateriaal vanaf 1811, kan de sloot gedateerd worden<br />

tussen de 16 e en 18 e eeuw.<br />

Wat is de conservering en gaafheid van de vindplaats(-en)?<br />

Er is geen sprake van een vindplaats.<br />

Wat is de fasering van de vindplaats(-en)?<br />

Het enige spoor is een sloot die aan de hand van het vondstmateriaal gedateerd kan worden in de<br />

16 e tot 18 e eeuw.<br />

Wat is de datering van de archeologische vondsten en tot welke vondsttypen of<br />

vondstcategorieën behoren zij?<br />

Tijdens het proefsleuvenonderzoek zijn in totaal zeven vondstnummers uitgegeven (bijlage 5).<br />

Vondstnummers 1 tot en met 4 komen uit de bouwvoor en verstoorde bovengrond van werkput 1. Het<br />

gaat om een verzameling van aardewerk, glas en bouwmateriaal. De meeste vondsten dateren<br />

tussen de 15 e eeuw en heden. Twee stukken aardewerk zijn beduidend ouder en dateren uit de<br />

Bronstijd/Vroege IJzertijd en de Romeinse tijd. Uit werkput 2 komen twee vondstnummers.<br />

Vondstnummer 5 komt uit de bouwvoor en vondstnummer 6 is afkomstig uit spoor 1. De vondsten uit<br />

de bouwvoor zijn stukken dakpan en aardewerk uit de 18 e tot 20 e eeuw. Uit spoor 1 komen stukken<br />

aardewerk en baksteen, die dateren tussen de 16 e en 18 e eeuw. Het laatste vondstnummer (7) is<br />

afkomstig uit de ophooglaag van werkput 3. Het gaat om stukken baksteen, dakpan, aardwerk en<br />

glas. De datering van de vondsten is vanaf de 17 e tot de 20 e eeuw.<br />

Uit welke periode dateren de eventuele sporen?<br />

Tijdens het proefsleuvenonderzoek is slechts één spoor gevonden. Het gaat hier om een drie en een<br />

halve meter brede sloot (spoor 1) in werkput 2 (bijlage 3). Aan de hand van het vondstmateriaal en<br />

het ontbreken van de sloot op historisch kaartmateriaal vanaf 1811, kan de sloot gedateerd worden<br />

tussen de 16 e en 18 e eeuw.<br />

16

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!