Bijlage 6 Archeologisch vervolgonderzoek Centrumplan
Bijlage 6 Archeologisch vervolgonderzoek Centrumplan
Bijlage 6 Archeologisch vervolgonderzoek Centrumplan
You also want an ePaper? Increase the reach of your titles
YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.
SAMENVATTING:<br />
B&G rapport 1288<br />
Versie 1.0 (concept)<br />
In opdracht van AGEL adviseurs heeft archeologisch onderzoeksbureau IDDS Archeologie 27 juli en<br />
7 september 2011 een inventariserend veldonderzoek door middel van proefsleuven uitgevoerd aan<br />
de Biestsestraat 38-42 in Biest-Houtakker, gemeente Hilvarenbeek.<br />
De aanleiding voor dit onderzoek is de benodigde bestemmingsplanwijziging voor de voorgenomen<br />
nieuwbouw in het kader van de ontwikkeling van het centrumplan voor de woonkern Biest-Houtakker.<br />
Graafwerkzaamheden ten behoeve van deze ontwikkelingen zullen zorgen voor een bodemverstoring<br />
tot een nog onbekende diepte. Voor het archeologisch onderzoek wordt uitgegaan van een<br />
standaarddiepte van maximaal 2,0 m beneden maaiveld. Het vooronderzoek heeft aangetoond dat<br />
voor een gedeelte van het plangebied een hoge archeologische verwachting geldt. Voor dat deel is<br />
een proefsleuvenonderzoek geadviseerd. De bevoegde overheid (gemeente Hilvarenbeek) is akkoord<br />
gegaan met het advies.<br />
Uit de tijdens het proefsleuvenonderzoek gedocumenteerde profielen kan worden opgemaakt dat in<br />
een groot deel van het plangebied de originele bodemopbouw is verdwenen. Alleen in profiel 2 van<br />
werkput 1 en profiel 5 van werkput 3 zijn nog lagen aanwezig die waarschijnlijk de resten zijn van<br />
oude bodemvorming (B-horizont). In alle ander profielen zijn deze lagen verdwenen door (sub)recente<br />
afgravingen. Een plaggendek (esdek) is nergens aangetroffen. Dit wijkt af met de bevindingen van het<br />
vooronderzoek, waarin wordt gesteld dat het huidige plangebied weinig of niet-vergraven zou zijn. Dit<br />
is waarschijnlijk veroorzaakt door het feit dat met een booronderzoek de locale differentiatie van de<br />
bodemopbouw maar met een beperkte nauwkeurigheid in beeld kan worden gebracht.<br />
Tijdens het proefsleuvenonderzoek is slechts één spoor gevonden. Het gaat hier om een drie en een<br />
halve meter brede sloot (spoor 1) in werkput 2 (bijlage 3). Aan de hand van het vondstmateriaal en<br />
het ontbreken van de sloot op historisch kaartmateriaal vanaf 1811, kan de sloot gedateerd worden<br />
tussen de 16 e en 18 e eeuw. Het ontbreken van sporen in werkputten 1 en 3 komt wel overeen met het<br />
historische kaartmateriaal (bijlage 4).<br />
Aan de hand van de resultaten van het onderzoek kan worden gesteld dat er geen sprake is van een<br />
archeologische vindplaats en dus ook niet van behoudenswaardige archeologische resten.<br />
Op basis van de resultaten van het proefsleuvenonderzoek adviseert IDDS Archeologie geen<br />
archeologisch <strong>vervolgonderzoek</strong> voor het plangebied.