04.05.2013 Views

Untitled - Stichting Papua Erfgoed

Untitled - Stichting Papua Erfgoed

Untitled - Stichting Papua Erfgoed

SHOW MORE
SHOW LESS

Create successful ePaper yourself

Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.

zonnige lente; zoo geleek Wepib op een strammen stronk in den grauwen<br />

kouden winter.<br />

Zoo kaal was ze. Geen vroolijke opschik paste meer bij haar verdorde<br />

knekellijf. Als dorre bladeren hingen alleen nog enkele sliertjes van<br />

afgesleten aanvlechtsels in haar dunne verwaarloosde haartresjes; en<br />

bundeltjes verdroogde biezen bungelden als afgestorven twijgjes in de<br />

groote gaten harer lang-uitgerekte oorlellen.<br />

Gewoonlijk zat ze te clutselen voor de groote vrouwenhut, waar ze<br />

thuis hoorde, naast een smeulend vuurtje ineen geschrompeld; of lag<br />

daar te soezen tusschen haar lievelingen: een paar honden of varkens en<br />

een gore, groezelige oude poes, knusjes tegen haar aangevleid, die ze af<br />

en toe met de dorre handen streelde.<br />

Nog deed ze wel haar best, om in en rondom de hut wat te redderen<br />

en te knutselen, opdat men zou merken, dat zij er ook nog was en om<br />

den waan te wekken, dat ze nog niet gemist kon worden.<br />

Doch allengskens ging dat niet meer. De stramme leden waren niet<br />

meer te bewegen in de stroeve gewrichten. Ze was versleten....<br />

Als een versleten ding lag ze daar voortaan in den weg. Men plaatste<br />

een klapperdop vol water en een brok sagokoek naast haar en niemand<br />

keek verder naar haar om. Zoo volgden de dagen op de nachten en in<br />

stompzinnige gelatenheid, geheel in zichzelve gekeerd, wachtte ze den<br />

nacht af, waarop geen dag meer volgen zou.<br />

Toen ik een tijdje later weer in haar dorp terugkwam, trof ik haar<br />

niet meer op haar oude plaats. Den volgenden dag viel 't mij op, dat ik<br />

haar miste; zoo was ze tot de kenmerkende omgeving dier hut gaan<br />

behooren.<br />

Ik keek rond en zag wat verderop, in de schaduw van een struik, een<br />

bollende mat liggen. Daaronder lag nu de oude Wepib. Ze was ziek, en<br />

daar lag ze, zonder iets, onder haar mat in 't zand. Naast haar een<br />

zachte kokosnoot, een homp harde taaie sagokoek en de klapperdop met<br />

water.<br />

Onverschillig gaat eenieder haar voorbij, gelijk een dier een stervend<br />

dier voorbijgaat. Wepib was immers toch versleten en kon niet beter<br />

doen, dan maar zoo spoedig mogelijk te sterven. En dit is niet alleen<br />

hardvochtigheid, maar vooral besef der machteloosheid om hulp of<br />

verzachting te brengen. De levensvoorwaarden van den wilde zijn ruw<br />

en hard voor eenieder en wreed voor zieken en gebrekkigen. Geen christelijke<br />

liefde heeft nog toegewijde handen en harten vindingrijk gemaakt<br />

om anderer leed te lenigen. De minste gerieflijkheid kent de wilde niet.<br />

Het harde natuurleven is berekend op sterke, gezonde gestellen: zij, die<br />

niet meer meekunnen, vallen uit.<br />

45

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!