februari(pdf, 2 MB) - UWV
februari(pdf, 2 MB) - UWV
februari(pdf, 2 MB) - UWV
You also want an ePaper? Increase the reach of your titles
YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.
Een driemaandelijkse uitgave van <strong>UWV</strong><br />
Nummer 1 <strong>februari</strong> 2009<br />
Recessie:<br />
crisis op de arbeidsmarkt<br />
Mobiliteitscentra blijken succesvol<br />
Elco Brinkman: ‘Bouw moet blijven opleiden’
Onderzoek Interview<br />
Praktijk<br />
Ook in laagconjunctuur vinden<br />
veel mensen ander werk<br />
Het investeren in ‘van werk naar werk’<br />
en competenties van werknemers is de<br />
beste remedie voor economische neergang,<br />
zo wijst onderzoek in opdracht<br />
van de RWI uit.<br />
En verder...<br />
07 Gastschrijver<br />
De werkloosheidsuit-<br />
kering als investeringsproject<br />
De werkloosheidsuitkering is veel meer<br />
dan een uitkering. Het is een investeringsproject<br />
in menselijk kapitaal.<br />
10 Praktijk<br />
Bouw tussen twee vuren<br />
Jaren werkte de bouw aan zijn imago op<br />
de arbeidsmarkt. Nu er weer klappen<br />
dreigen, wil de sector de lange termijn<br />
niet uit het oog verliezen.<br />
11 Trend<br />
Arbeidsmarkt<br />
en economie<br />
De arbeidsmarkt voelt de eerste<br />
gevolgen van de economische crisis.<br />
<strong>UWV</strong> WERKbedrijf verwacht dit jaar<br />
460.ooo werklozen.<br />
2 <strong>UWV</strong> Arbeidsmarkt Journaal<br />
4 7 18<br />
‘Gevolgen crisis<br />
zijn ongelijk verdeeld’<br />
De Tilburgse professor Ruud Muffels<br />
adviseert de Europese Commissie over<br />
arbeidsmarkt en sociale zekerheid. Het<br />
Nederlandse systeem kent te veel outsiders,<br />
vindt hij. Mede door de Flexwet.<br />
16 Focus<br />
De omslag in beeld<br />
De krapte op de arbeidsmarkt neemt<br />
fors af. Dat begon eind 2008. De langdurige<br />
werkloosheid nam nog wel af.<br />
Maar er komen nieuwe werklozen bij.<br />
20 Onderzoek<br />
Vacatures in Nederland<br />
Al stelden werkgevers hun eisen bij, de<br />
afgelopen hoogconjunctuur heeft de<br />
kansen van sommige groepen nauwelijks<br />
verbeterd. Met uitzondering van ‘allochtone’<br />
Nederlanders.<br />
22 Gastschrijver<br />
Niet opnieuw<br />
Jan Luiten van Zanden is hoogleraar<br />
Economische Geschiedenis. Hij voorziet<br />
moeilijke jaren, maar geen jaren dertig.<br />
Mobiliteitscentra<br />
nemen rol WTV over<br />
Werktijdverkorting ving de eerste<br />
recessiegevolgen op. Om werknemers<br />
inzetbaar te houden is meer nodig.<br />
Mobiliteitscentra blijken succesvol.<br />
24 Boekrecensie<br />
Orde in de chaos<br />
Binnenkort verschijnt Het hervormingsmoeras<br />
van de verzorgingsstaat: veranderingen<br />
in beleid en organisatie van de<br />
sociale zekerheid en de arbeidsvoor-<br />
ziening, 1980-2008.<br />
25 Achtergrond<br />
Taskforce DeeltijdPlus<br />
Weinig werkgevers bespreken met hun<br />
werknemers wat de mogelijkheden van<br />
deeltijdwerk zijn.<br />
27 Column<br />
‘Crisis’ betekent<br />
beslissingen nemen<br />
De Nederlandse polder dreigde te verzanden<br />
in een discussie over ontslagrecht.<br />
Maar nu zien we toch tekenen<br />
van echte vernieuwing.
Colofon<br />
Tegenwind<br />
De gevolgen van de economische crisis voor de arbeidsmarkt tekenen zich steeds scherper<br />
af. In oktober vorig jaar is de daling van het aantal werkzoekenden tot stilstand gekomen<br />
en sindsdien gaat de curve weer omhoog. In verschillende sectoren zijn collectieve ontslagen<br />
bijna wekelijks aan de orde. Hoe lang de economische crisis zal duren en tot hoever<br />
de gevolgen zullen reiken, is nog volop onderwerp van speculatie. Maar we weten nu al<br />
genoeg om maatregelen te nemen die de schade zullen beperken.<br />
Ook bij de huidige economische tegenwind zijn er nog veel werknemers die van baan wisselen.<br />
Die dynamiek moeten we zo veel mogelijk benutten om de juiste persoon op de juiste<br />
plaats te krijgen. Maar ook om werkloosheid te voorkomen en nieuwe kansen te creëren voor<br />
werkzoekenden. Er zijn nog steeds veel vacatures en in enkele sectoren is zelfs nu nog sprake<br />
van krapte. Door de vergrijzing groeit de beroepsbevolking nog maar mondjesmaat. Zodra er<br />
weer sprake is van enige groei, zal die krapte snel toenemen. Dat moment hoeven we niet af<br />
te wachten. Het is belangrijk om de mobiliteit van werknemers – binnen sectoren maar ook<br />
tussen sectoren – te stimuleren en te ondersteunen. Her-, om- en bijscholing van werknemers<br />
moeten we afstemmen op de kwaliteiten en vaardigheden waar werkgevers nu en in de<br />
nabije toekomst om verlegen zitten.<br />
Als we economisch gezien de wind mee hebben en als de arbeidsmarkt bruist, is het zaak om<br />
de arbeidsmobiliteit te bevorderen. Alleen dan kunnen werkgevers immers al hun vacatures<br />
vervullen. Als het economisch zwaar weer is, als de arbeidsmarkt hapert, moeten we hetzelfde<br />
doen. Van werkgevers, van werknemers en van werkzoekenden mogen we verwachten<br />
dat ze bereid zijn om voortdurend in zichzelf te investeren, de markt te verkennen en daarin<br />
nieuwe kansen te ontdekken of te creëren. <strong>UWV</strong> WERKbedrijf kan daarin een belangrijke<br />
ondersteuning bieden.<br />
Economische krimp leidt onvermijdelijk tot verlies van banen. Maar het is geen natuurramp<br />
die we alleen maar over ons heen kunnen laten komen. Een arbeidsmarkt waarin de<br />
betrokken partijen alert reageren op nieuwe ontwikkelingen, met vraaggerichte scholing<br />
dreigende werkloosheid vóór zijn en nieuwe kansen weten te benutten; zal een bijdrage<br />
leveren aan het herstel van die economie.<br />
Dr. Joop Linthorst, voorzitter Raad van Bestuur <strong>UWV</strong><br />
Jaargang 9, nummer 1, <strong>februari</strong> 2009<br />
Arbeidsmarkt Journaal is bestemd voor bestuurders, managers, beleidsmakers, onderzoekers en andere professionals<br />
werkzaam op het terrein van de arbeidsmarkt. Arbeidsmarkt Journaal verschijnt 4 maal per jaar.<br />
Eindredactie Petra van der Meer (e-mail Petra. vanderMeer-01@uwv.nl) in samenwerking met Hesp & Robroek Journalistieke<br />
Producties | Redactie Ronald van Bekkum, Bart Crouwers, Peter Hilbers, Bas Kamps, Hans Leijte, Petra van der Meer, Frank<br />
Robroek, Arie Vreeburg | Medewerkers aan dit nummer Peter Hamers, Rob de Krieger, Bernard van Lammeren, Peter van<br />
Leeuwen, Hans Leijte, Karin Pilgram, Elke van Riel, Rik van Schagen, Arie Vreeburg, Menno de Vries, Ton Wilthagen, Jan Luiten<br />
van Zanden | Redactie-adres <strong>UWV</strong>, Corporate Communicatie, Postbus 58285, 1040 HG Amsterdam.<br />
Abonnementenadministratie / Adreswijziging Arbeidsmarkt Journaal wordt gratis verspreid door <strong>UWV</strong>.<br />
U kunt zich aanmelden als abonnee of adreswijzigingen doorgeven via arbeidsmarktjournaal@uwv.nl<br />
Vormgeving SUM=printmanagement | Productiebegeleiding SUM=printmanagement | Omslagfoto Nationale Beeldbank<br />
Alles uit deze uitgave mag worden overgenomen, echter uitsluitend met bronvermelding. ISSN 1569-4550 |<br />
© <strong>UWV</strong>, Amsterdam<br />
<strong>UWV</strong> Arbeidsmarkt Journaal 3
Foto: Flip Fransen (H.H.)<br />
Onderzoek | Arbeidsmobiliteit<br />
Ook in laagconjunctuur vinden veel mensen ander werk<br />
Van de ene baan naar de andere<br />
De huidige crisis is van een andere orde dan recente recessies. Dat neemt niet weg dat er lessen te trekken zijn uit<br />
eerdere ervaringen. Uit onderzoek blijkt dat er ook in laagconjunctuur heel veel mensen zijn die een andere baan weten<br />
te vinden, zonder een tussenliggende periode van werkloosheid. Deze baan-baanmobiliteit is het hoogst bij jongeren en<br />
hoger opgeleiden. Maar ook het beleid van sociale partners maakt verschil.<br />
Rob de Krieger en Peter van Leeuwen<br />
Op verzoek van de Raad voor Werk en<br />
Inkomen (RWI) deed TNO Kwaliteit van<br />
Leven onderzoek naar arbeidsmobiliteit,<br />
en meer in het bijzonder ‘baan-baanmobiliteit’.<br />
Hoeveel mensen verwisselen<br />
de ene baan voor de andere, en waarmee<br />
hangen zulke bewegingen samen? Het<br />
onderzoek geeft inzicht in mobiliteit<br />
over sectorale en regionale grenzen heen.<br />
Ook werpt het licht op het verband met<br />
economische conjunctuur.<br />
De term baan-baanmobiliteit geeft aan<br />
dat de focus is gericht op werkzame<br />
personen die van baan wisselen. Niet<br />
4 <strong>UWV</strong> Arbeidsmarkt Journaal<br />
meegenomen zijn toetreders tot de<br />
arbeidsmarkt (schoolverlaters, werklozen<br />
of immigranten) en personen die<br />
de arbeidsmarkt verlaten (pensioen en<br />
emigratie).<br />
Uit het onderzoek blijkt dat de meest<br />
mobiele werknemers relatief jong en<br />
hoger opgeleid zijn. Daarmee zijn ze<br />
het spiegelbeeld van de groep werkzoekenden<br />
in de bestanden van de ‘SUWIketen’,<br />
ofwel mensen die een beroep<br />
doen op de sociale zekerheid. Uit het<br />
RWI-onderzoek De lange weg naar<br />
werk ( 2008) blijkt dat het daar dikwijls<br />
gaat om oudere werknemers met een<br />
geringe opleiding.<br />
Verkeer tussen sectoren<br />
Werknemers in de sectoren landbouw,<br />
bouw en onderwijs zijn naar verhouding<br />
het minst mobiel, werknemers<br />
in de financiële sector en in de overige<br />
dienstverlening het meest. Het ligt in<br />
de aard van de uitzendsector dat die het<br />
hoogste aandeel in de baan-baanmobiliteit<br />
heeft (45%).<br />
Als we kijken naar de baan-baanmobiliteit<br />
tussen sectoren, dan blijkt dat er
in de meeste dienstensectoren (detailhandel,<br />
toerisme en ICT uitgezonderd)<br />
meer mensen bij komen dan er vertrekken<br />
(we noemen dat een positief mobiliteitssaldo).<br />
Hetzelfde geldt in sectoren<br />
als onderwijs, de zorg en het openbaar<br />
bestuur. In de landbouw en vrijwel alle<br />
industriële sectoren is het saldo juist<br />
negatief: meer uitstroom dan instroom.<br />
Dit duidt op een verdere ‘verdienstelijking’<br />
van de economie.<br />
Baanwisselingen waarbij iemand de<br />
ene sector verruilt voor een andere zien<br />
we vooral tussen verschillende dienstensectoren,<br />
zoals de schoonmaak, de<br />
horeca, de detailhandel, de zakelijke<br />
dienstverlening en het uitzendwezen.<br />
Verder vindt intersectorale mobiliteit<br />
vooral plaats tussen ‘aanpalende’ sectoren<br />
waar min of meer dezelfde competenties<br />
worden gevraagd. Voorbeelden<br />
hiervan zijn gezondheidszorg en welzijn,<br />
de financiële sector, de zakelijke<br />
dienstverlening en de ICT.<br />
De minste intersectorale mobiliteit<br />
doet zich voor van en naar de sectoren<br />
onderwijs en openbaar bestuur. De<br />
nadruk ligt daar meer op baanwisselingen<br />
binnen de eigen sector (intrasectorale<br />
mobiliteit). Het betreft hier ook<br />
relatief grote sectoren.<br />
Vrouwen stappen minder<br />
over naar een andere<br />
sector dan mannen<br />
Vrouwen zijn vaker dan mannen binnen<br />
een sector mobiel. Mannen maken<br />
vaker de overstap naar een andere.<br />
Hoger opgeleiden zijn mobieler dan<br />
lager opgeleiden, zowel binnen hun<br />
eigen sector als over sectorgrenzen<br />
heen. Het wisselen van sector neemt af<br />
als mensen ouder worden.<br />
Verkeer tussen provincies<br />
Baan-baanmobiliteit vindt meer plaats<br />
binnen provincies dan tussen provincies.<br />
Interregionale baan-baanmobiliteit,<br />
voor zover die plaatsvindt, brengt<br />
geen grote verschuivingen tussen provincies<br />
teweeg. Het aandeel van de<br />
interregionale baan-baanmobiliteit in<br />
de totale baan-baanmobiliteit neemt<br />
licht toe in Flevoland, Gelderland,<br />
Utrecht en Noord-Holland. Het neemt<br />
af in Groningen, Drenthe en Zeeland.<br />
Interregionale mobiliteit is er vooral<br />
tussen ‘buurprovincies’ (van Friesland<br />
naar Groningen en Noord-Holland,<br />
van Limburg naar Noord-Brabant en<br />
van Zeeland naar Zuid-Holland en<br />
Noord-Brabant). De provincies met de<br />
meeste inwoners en de meeste banen<br />
zijn ook de populairste bestemmingsprovincies.<br />
In aflopende volgorde zijn<br />
dat Zuid- en Noord-Holland, Noord-<br />
Brabant en Gelderland.<br />
Ook in laagconjunctuur<br />
Zeker in de huidige economische<br />
omstandigheden is het van belang om te<br />
bezien wat de invloed van de conjunctuur<br />
is. In de jaren waarop het onderzoek<br />
van TNO betrekking heeft, volgt<br />
de baan-baanmobiliteit de conjunctuur<br />
met enige vertraging. In laagconjunctuur<br />
zijn werknemers minder geneigd,<br />
en hebben ze vaak ook minder de kans,<br />
om op zoek te gaan naar een andere<br />
baan, binnen of buiten het bedrijf of de<br />
instelling waar ze werkzaam zijn. Als<br />
ze dat wel doen, vinden ze relatief vaak<br />
nieuw werk in een andere sector.<br />
In een tijd van economische groei zien<br />
we het omgekeerde. Dan is het aandeel<br />
van de intersectorale mobiliteit in<br />
de totale mobiliteit over het algemeen<br />
kleiner. De mate waarin deze ontwikkelingen<br />
zich voordoen, verschilt wel<br />
per sector.<br />
Het TNO-onderzoek laat zien dat ook<br />
in tijden van economische teruggang<br />
sprake blijft van baan-baanmobiliteit.<br />
In figuur 1 is de economische groei<br />
in de jaren 1986-2006 weergegeven.<br />
Daaruit blijkt dat er in 2002 sprake was<br />
van een laagconjunctuur. Figuur 2 laat<br />
zien dat in dat jaar toch nog een niet<br />
onaanzienlijke baan-baanmobiliteit<br />
was: 1,4 miljoen baanwisselingen. Ook<br />
in een periode van laagconjunctuur<br />
blijven zich vacatures voordoen, en<br />
bovendien worden niet alle sectoren in<br />
gelijke mate getroffen door een economische<br />
neergang. Figuur 2 laat ook zien<br />
Betere cijfers nodig<br />
TNO maakt voor dit onderzoek vooral<br />
gebruik van gegevens van het Centraal<br />
Bureau voor de Statistiek (SSB-banenbestand<br />
over de jaren 2002-2005) en<br />
van de Organisatie voor Strategische<br />
Arbeidsmarktonderzoek (Arbeidsaanbodpanel<br />
over de jaren 1986-2006).<br />
Het bleek dat er hiaten zijn in onze<br />
kennis van arbeidsmobiliteit en dat de<br />
wel beschikbare gegevens niet altijd<br />
snel en makkelijk toegankelijk zijn.<br />
De RWI zal dan ook in contact treden<br />
met het CBS om te bezien welke<br />
verbeteringen mogelijk zijn. Onder<br />
andere is behoefte aan een koppeling<br />
tussen het SSB-banenbestand van<br />
CBS (banen naar sector en beroep) en<br />
de bestanden over ontslagen (en ontslagaanvragen)<br />
van <strong>UWV</strong> WERKbedrijf<br />
en zo mogelijk ook kantonrechters.<br />
dat de baan-baanmobiliteit groeit als<br />
de economie begint aan te trekken. Het<br />
aantal baanwisselingen nam in 2002<br />
toe tot ruim 2 miljoen.<br />
Ontslagaanvragen<br />
Het onderzoek van TNO geeft geen<br />
inzicht in hoe het op de arbeidsmarkt<br />
gegaan is met werknemers die als gevolg<br />
van een ontslag gedwongen mobiel<br />
geweest zijn. Om daar zicht op te krijgen<br />
is een koppeling nodig tussen het<br />
SSB-banenbestand van het CBS enerzijds<br />
en ontslag(aanvragen)bestanden<br />
anderzijds. Die koppeling heeft in dit<br />
onderzoek niet plaatsgevonden. Maar<br />
het onderzoek vertelt ons wel iets over<br />
de relatie tussen de conjunctuur en het<br />
aantal ontslagaanvragen. Als we figuur<br />
3 vergelijken met figuur 1, dan blijkt<br />
voor de periode van de laagconjunctuur<br />
van 2002 dat de piek van de ontslagaanvragen<br />
zo’n twee jaar na het dieptepunt<br />
van de economische crisis ligt. Bij<br />
een economische teruggang vindt een<br />
afbouw plaats van de ‘flexibele schil’<br />
in personeelsbestanden van bedrijven<br />
(uitzendkrachten en werknemers met<br />
een tijdelijke arbeidsovereenkomst).<br />
<strong>UWV</strong> Arbeidsmarkt Journaal 5
Onderzoek | Arbeidsmobiliteit<br />
Figuur 1<br />
Economische groei, 1986-2006<br />
5%<br />
4,5%<br />
4%<br />
3,5%<br />
3%<br />
2,5%<br />
2%<br />
1,5%<br />
1%<br />
0,5%<br />
0%<br />
1986<br />
1988<br />
1990<br />
Figuur 2<br />
Aantal mobiliteitsbewegingen in 2002-2005<br />
2.500.000<br />
2.000.000<br />
1.500.000<br />
1.000.000<br />
500.000<br />
0<br />
Maar verder proberen de sociale partners<br />
in sectoren vaak om gedwongen<br />
ontslagen zo lang mogelijk te voorkomen<br />
en de negatieve effecten van een<br />
neerwaartse conjunctuur op te vangen.<br />
Bijvoorbeeld door in sociale plannen<br />
afspraken op te nemen over ‘van werk<br />
naar werk’-activiteiten (VWNW). Pas<br />
als deze maatregelen geen effect (meer)<br />
hebben, volgen in de regel ontslagaanvragen.<br />
In de periode van de laagcon-<br />
6 <strong>UWV</strong> Arbeidsmarkt Journaal<br />
1992<br />
1994<br />
1996<br />
2002 2003 2004 2005<br />
Cijfers op basis van het SSB-banenbestand van het CBS<br />
Figuur 3<br />
Ingediende ontslagaanvragen (aantal x1000)<br />
100<br />
90<br />
80<br />
70<br />
60<br />
50<br />
40<br />
30<br />
20<br />
10<br />
0<br />
1995 1997 1999 2001 2003 2005 2007<br />
Bij CWI<br />
Bij Kantonrechter<br />
1998<br />
2000<br />
2002<br />
2004<br />
2006<br />
junctuur van 2002 lag het hoogtepunt<br />
van de ontslagaanvragen daardoor in de<br />
jaren dat de conjunctuur zich al weer in<br />
een opgaande richting bewoog.<br />
Crisis met tempo<br />
Zal nu ook in de huidige economische<br />
crisis sprake zijn van een ontwikkeling<br />
die vergelijkbaar is met het in figuur 3<br />
geschetste beeld? Voor de beantwoording<br />
van deze vraag moet in de eerste<br />
plaats worden geconstateerd dat de<br />
economische crisis van dit moment, die<br />
gepaard gaat met een financiële crisis en<br />
een crisis op de aandelenmarkten, van<br />
een geheel andere orde is dan de conjuncturele<br />
terugval in 2002. Er was toen<br />
veel meer sprake van een geleidelijke<br />
conjuncturele verslechtering. Nu kunnen<br />
we spreken van een crisis met een<br />
tempo en een intensiteit die we lang niet<br />
hebben gezien.<br />
De komende tijd zal de werkloosheid<br />
zeker oplopen. Het recentelijk toegenomen<br />
aantal aanvragen voor een werkloosheidsuitkering<br />
is daarvan een eerste<br />
teken. Voor het tempo waarin deze ontwikkeling<br />
zich zal voltrekken, is het van<br />
belang dat op dit moment vorm wordt<br />
gegeven aan gezamenlijke, op elkaar<br />
afgestemde en elkaar ondersteunende<br />
arbeidsmarktactiviteiten. Activiteiten van<br />
werkgevers en werknemers in bedrijven<br />
en instellingen die met de gevolgen van<br />
de economische crisis worden geconfronteerd,<br />
van werkgevers- en werknemersorganisaties<br />
op het landelijke en het<br />
sectorale niveau, en van publieke en private<br />
partijen en van de overheid.<br />
Naast een tijdelijk gebruik van werktijdverkorting<br />
maakt een gerichte inzet<br />
op VWNW-activiteiten (via onder<br />
meer publiek-private mobiliteitscentra)<br />
een belangrijk onderdeel van deze<br />
activiteiten uit. Daarmee kan worden<br />
bewerkstelligd dat werknemers die in<br />
een bepaalde sector hun baan dreigen te<br />
verliezen niet in een uitkeringssituatie<br />
terechtkomen, maar kunnen doorstromen<br />
naar sectoren waar zich (bijvoorbeeld<br />
door uittreden van oudere werknemers)<br />
baanopeningen blijven aandienen.<br />
In gevallen dat het ontslag van<br />
werknemers onvermijdelijk is, worden<br />
onder meer door <strong>UWV</strong> WERKbedrijf<br />
activiteiten ondernomen om ze binnen<br />
een periode van zes maanden weer aan<br />
de slag te hebben. Ofwel omdat bemiddeling<br />
naar een nieuwe baan heeft<br />
plaatsgevonden, ofwel omdat een reintegratietraject<br />
is ingezet.<br />
Rob de Krieger en Peter van Leeuwen zijn<br />
werkzaam bij de Raad voor Werk en<br />
Inkomen (RWI)
Foto’s: Persbureau van Eijndhoven<br />
Intervieuw | Ruud Muffels<br />
Ruud Muffels: ‘Flexwet vervangen door nieuw type contract voor iedereen’<br />
Betere aansluiting onderwijs op<br />
arbeidsmarkt, maar hoe?<br />
Werktijdverkorting was het eerste instrument waar het kabinet naar greep toen de<br />
eerste gevolgen van de recessie zich aandienden. Het instrument past perfect in<br />
ideeën over een ‘transitionele arbeidsmarkt’. Maar volgens Ruud Muffels, een van de<br />
Tilburgse hoogleraren die daar veel over publiceren, moet er veel meer gebeuren.<br />
Bernard van Lammeren<br />
De eerste berichten over werktijdverkorting<br />
herinnerden Ruud Muffels aan<br />
2002. ‘De Brabantse maakindustrie zag<br />
de orders met 20 tot 30 procent dalen,<br />
en toog naar minister De Geus met het<br />
verzoek om werktijdverkorting toe te<br />
passen. Die regeling bestond al, maar<br />
alleen voor individuele gevallen. Mijn<br />
collega-hoogleraar Ton Wilthagen en<br />
ik maakten als wetenschappers deel uit<br />
van de delegatie. De Geus had ook een<br />
aantal hoogleraren economie van stal<br />
gehaald, en die vonden dat je de markt<br />
zijn werk moest laten doen. De Geus<br />
was daarnaast bang voor een collectieve<br />
regeling. Geen steun dus. Terwijl wij<br />
geen slechte bedrijven overeind wilden<br />
houden. We wilden goede bedrijven<br />
door een moeilijke periode heen helpen,<br />
zodat ze geen werknemers de WW<br />
in hoefden te sturen die ze zelf net hadden<br />
opgeleid en die ze kort daarop misschien<br />
weer nodig hadden.’<br />
Muffels beaamt: de recessie van nu<br />
‘Prioriteit moet zijn om mensen<br />
te laten instromen op de arbeidsmarkt,<br />
en daarna te blijven<br />
zorgen voor opleiding’<br />
is iets anders. ‘Ik denk dat het herstel<br />
niet voor medio 2011 in zicht zal zijn.’<br />
Daarom is werktijdverkorting maar een<br />
deel van het antwoord. Maar het geeft<br />
wel de richting aan waarin we het volgens<br />
hem moeten zoeken: ‘We hebben<br />
het altijd over werk en werkloosheid,<br />
maar waarom zou er niet iets tussenin<br />
kunnen bestaan?’<br />
Hij vindt het wel jammer dat er nog<br />
weinig is te vernemen over de scholingsinspanningen<br />
waarvoor een periode<br />
van werktijdverkorting gebruikt<br />
zou moeten worden. Het pleidooi van<br />
Mariëtte Hamer, fractievoorzitter van de<br />
PvdA in de Tweede Kamer, om daarvoor<br />
de reserves van de sectorfondsen voor<br />
opleiding en ontwikkeling aan te spreken,<br />
is Muffels uit het hart gegrepen.<br />
<strong>UWV</strong> Arbeidsmarkt Journaal 7
Intervieuw | Ruud Muffels<br />
Over Ruud Muffels<br />
Ruud Muffels is opgeleid als macro-econoom en nu hoogleraar Arbeidsmarkt<br />
en Sociale Zekerheid aan de faculteit sociale wetenschappen van de Universiteit<br />
van Tilburg. Tot 1 januari was hij verbonden aan de OSA, de Organisatie voor<br />
Strategisch Arbeidsmarktonderzoek. Samen met Ton Wilthagen en Jan van<br />
Ours gaf Muffels de aanzet tot ReflecT, Institute for Flexicurity, Labour Market<br />
Dynamics and Social Cohesion. ReflecT presenteerde zichzelf eind januari met<br />
een internationale conferentie met sprekers als minister Donner en Europees<br />
Commissaris Vladimír Špidla. De conferentie wil een bijdrage leveren aan een<br />
Europees sociaal model, als alternatief voor het liberaal-Angelsaksische.<br />
8 <strong>UWV</strong> Arbeidsmarkt Journaal<br />
Lat steeds hoger<br />
De theorie van de transitionele arbeidsmarkt<br />
zegt dat er te veel belemmeringen<br />
bestaan om overgangen te maken tussen<br />
scholing, werk, zorg en rusten. Die overgangen<br />
zijn er wel, maar ze zijn te veel<br />
eenrichtingsverkeer. De markt functioneert<br />
daardoor veel minder goed dan<br />
zou moeten, wat bijvoorbeeld blijkt uit<br />
een hoog percentage moeilijk vervulbare<br />
vacatures. De oorzaken liggen niet<br />
alleen in de arbeidsmarkt, maar ook in<br />
ons onderwijs- en opleidingssysteem<br />
en ons stelsel van sociale zekerheid.<br />
Samen met zijn collega Ton Wilthagen<br />
heeft Muffels veel bekendheid gegeven<br />
aan de term flexicurity, ofwel manieren<br />
om de arbeidsmarkt flexibeler te maken<br />
met behoud van sociale bescherming.<br />
Daarmee trokken de Tilburgse hoogleraren<br />
de aandacht van de Europese<br />
Commissie. ‘We zitten meer in Brussel<br />
dan hier’, zegt Muffels.<br />
De econoom onderschrijft de kritiek dat<br />
Nederland wel flexibiliteit kent, maar<br />
dat de lasten daarvan eenzijdig verdeeld<br />
zijn. ‘Er zijn veel werknemers die<br />
van de ene in de andere onzekere baan<br />
terechtkomen: de zogeheten dead end<br />
jobs. Dat heeft veel te maken met scholing.<br />
Het lukt gewoon niet om iedereen<br />
te scholen op het niveau van de vereiste<br />
startkwalificaties. ROC’s zitten daarmee<br />
echt in hun maag. Mijn stelling is dat we<br />
op de eerste plaats moeten zorgen dat<br />
mensen in ieder geval de arbeidsmarkt<br />
binnen kunnen stromen. En daarna dat<br />
ze geschikte vormen van opleiding en<br />
training blijven vinden. Dat moet een<br />
van de centrale doelstellingen zijn van<br />
employability- en flexicuritybeleid.<br />
Met elke recessie worden de problemen<br />
van laaggeschoolden groter, de lat komt<br />
steeds hoger te liggen. Terugleiden naar<br />
Ruud Muffels: ‘Dat ROC’s<br />
en re-integreerders met<br />
de handen in het haar zitten,<br />
ligt niet aan hen’
de arbeidsmarkt, als ze eenmaal werkloos<br />
zijn, lukt slecht. Iedereen die betrokken<br />
is bij re-integratie zit ook met de handen<br />
in het haar. Die moeilijkheden liggen<br />
niet aan hen, ze zitten in ons systeem.<br />
Ik voorzie dat er véél meer duale opleidingstrajecten<br />
nodig zijn, arbeidspools<br />
en andere vormen om werken en opleiden<br />
te combineren en af te wisselen.’<br />
Schotten<br />
In verlaging van het minimumloon ziet<br />
Muffels geen heil. ‘Ik ben het eens met<br />
Kleinknecht (hoogleraar Economie van<br />
Innovatie aan de TU Delft, red.): dat winnen<br />
we nooit. We kunnen beter inzetten<br />
op hoogwaardige arbeid.’ Ook fiscale<br />
prikkels hebben volgens hem beperkt<br />
nut. ‘Het probleem zit er niet in dat mensen<br />
te weinig prikkels krijgen to make<br />
work pay. Daar is het beleid al sinds jaar<br />
en dag op gericht en de achterstand waarop<br />
werkloosheid mensen zet, is al vrij<br />
groot. Om die nog veel groter te maken<br />
lijkt me niet haalbaar en ongewenst. Het<br />
echte probleem zit in de aansluiting tussen<br />
wat gevraagd wordt en wat mensen<br />
aanbieden. Dat heeft te maken met kwalificatie,<br />
en ook met zaken als etniciteit,<br />
leeftijd en geslacht. We noemen dat statistische<br />
discriminatie: mensen vallen af<br />
vanwege vermeende tekortkomingen<br />
die er vaak in de praktijk niet zijn. De<br />
Nederlandse arbeidsmarkt is vergeleken<br />
met andere best selectief.’<br />
Segmentatie op de arbeidsmarkt is een<br />
thema waar Muffels veel vergelijkend<br />
onderzoek naar deed. ‘De meest gesegmenteerde<br />
arbeidsmarkten vind je in<br />
Zuid-Europa, en daar bedoel ik mee:<br />
werkgevers willen best investeren in<br />
mensen op hun interne arbeidsmarkt,<br />
maar staan erg kritisch tegenover buitenstaanders.<br />
De arbeidsmarkten van<br />
de VS, het Verenigd Koninkrijk en in<br />
mindere mate Ierland zijn het minst<br />
gesegmenteerd: flexibeler, met minder<br />
schotten maar ook minder zekerheid.<br />
Duitsland, Nederland en Frankrijk zitten<br />
er tussenin.’<br />
Make transitions pay; maak overgangen<br />
aantrekkelijk, dát is de richting<br />
waarin Nederland en Europa het volgens<br />
Muffels moeten zoeken. Zijn voor-<br />
beeld is Denemarken, waar het beleid<br />
niet is gericht op baanzekerheid, maar<br />
op werkzekerheid. Wie in Denemarken<br />
geen baan heeft, wordt door de overheid<br />
geholpen tot hij er een heeft. ‘Gebrek<br />
aan mobiliteit is een van de grootste<br />
problemen van onze arbeidsmarkt.<br />
Denemarken heeft altijd juist een grote<br />
mobiliteit gehad, ook in tijden van crisis.<br />
De verklaring is dat de mensen daar niet<br />
bang zijn om risico’s te nemen. Ze hebben<br />
vertrouwen in hun werkgever en in<br />
hun overheid.’<br />
Verschil verkleinen<br />
Muffels en Wilthagen zijn op dit<br />
moment druk bezig met onderzoek<br />
naar transities tussen de verschillende<br />
domeinen in de levens van mensen. De<br />
overheid kan daar veel aan verbeteren:<br />
‘De huidige levensloopregeling is voor<br />
lagere inkomens te beperkt. Vijftien<br />
procent van je besteedbaar inkomen<br />
opzijleggen voor later is voor hen niet<br />
interessant. Lans Bovenberg (hoogleraar<br />
economie in Tilburg, red.) was de<br />
bedenker van de levensloopregeling en<br />
lid van de commissie-Bakker. Hij heeft<br />
voorgesteld om werkbudgetten in te<br />
voeren die mensen echt in staat stellen<br />
om te sparen voor verlof, vervroegde<br />
uittreding of scholing. Hoe je dat precies<br />
inricht, individueel of collectief,<br />
moeten we aan de sociale partners overlaten.<br />
Maar ik zeg wel: we moeten die<br />
mogelijkheid niet alleen aan de insiders<br />
op de arbeidsmarkt aanbieden, maar<br />
ook aan de outsiders. Ik vind dat de<br />
sociale partners daarvoor verantwoordelijkheid<br />
moeten nemen. Het verschil<br />
tussen vaste en flexibele krachten moet<br />
kleiner worden.’<br />
Op de vraag of hij van de Flexwet afwil,<br />
zegt Muffels: ‘Ja. We moeten naar een<br />
nieuw type arbeidscontract voor iedereen,<br />
met meer zekerheid voor de een en<br />
minder zekerheid voor de ander. In de<br />
commissie-Bakker is de verantwoordelijkheid<br />
voor een soepele overgang<br />
naar ander werk een beetje naar de<br />
werkgever geschoven, die moet mensen<br />
een half jaar in dienst houden voor<br />
ontslag aan de orde is. Daarmee ben je<br />
er niet, zeker niet in een recessie. Maar<br />
niemand durft nog te praten over het<br />
arbeidscontract als zodanig.’<br />
Muffels vindt dat het nieuwe arbeidscontract<br />
voor iedereen, dat voor de huidige<br />
waaier aan contractvormen in de<br />
plaats moet komen, werkgever én werknemer<br />
moet verplichten tot investeringen<br />
in employability. Hij is het eens met<br />
Hein Knaapen, HR-manager van KPN<br />
en tot voor kort columnist van dit blad,<br />
dat de commissie-Bakker werknemers<br />
hierin te veel ontziet.<br />
‘We moeten naar meer<br />
zekerheid voor de een<br />
en minder zekerheid<br />
voor de ander’<br />
Aan de andere kant mogen werkgevers<br />
zich ook wel achter de oren krabben,<br />
vindt hij. ‘Die hebben heel veel laten<br />
liggen, met hun opleidingsbeleid en<br />
hun traditionele wervings- en selectiebeleid.’<br />
Om een voorbeeld gevraagd: ‘Ik<br />
zie geen enkele economische rechtvaardiging<br />
om niet in ouderen te investeren.<br />
En dan bedoel ik niet slechts scholen,<br />
maar ook andere carrièremogelijkheden<br />
aanbieden. Uit onderzoek blijkt<br />
dat hiermee de inzetbaarheid sterk kan<br />
worden bevorderd.’<br />
Het pleidooi van zijn Amsterdamse collega<br />
Paul de Beer om in de huidige crisis<br />
weer gewoon terug te vallen op het<br />
middel van vervroegde uittreding snapt<br />
hij wel, maar de redenering erachter is<br />
hem te mechanisch. ‘De Beer vertrouwt<br />
erop dat wanneer de bevolking weer gaat<br />
krimpen, je dat wel weer oplost met<br />
meer innovatie. Maar of dat lukt, is niet<br />
zo vanzelfsprekend. De vraag is ook of je<br />
de mensen wel hebt, op de arbeidsmarkt<br />
van nu, om die innovatie te bewerkstelligen.<br />
Daarom moeten we investeren<br />
in employability en zorgen voor andere<br />
loopbaanperspectieven voor werknemers.<br />
Daarmee kunnen bedrijven hun<br />
mensen beter aan zich binden. Nederland<br />
heeft in dat opzicht een voordeel, want<br />
we hebben veel grote en middelgrote<br />
bedrijven waarin mensen mogelijkheden<br />
hebben om zich te ontplooien.’<br />
<strong>UWV</strong> Arbeidsmarkt Journaal 9
Foto: Ron Hendriksen<br />
Praktijk | Arbeidsmarkt bouw<br />
Investeren in nieuwe instroom blijft<br />
door vergrijzing noodzakelijk<br />
Bouw stelt zich in op<br />
vertrek van 20.000 mensen<br />
Van den Berg-Jansen en Brinkman (Bouwend Nederland): niet alleen tijdelijke maatregelen<br />
De bouw zit tussen twee vuren. Er dreigen grote klappen, juist nu de sector<br />
erin is geslaagd zijn aantrekkelijkheid op de arbeidsmarkt te vergroten. Nieuwe<br />
mensen moeten behouden worden, anders komen ze niet snel terug. Sterker:<br />
er moet opgeleid blijven worden.<br />
Hans Leijte<br />
‘Het heeft jaren geduurd om mensen<br />
geïnteresseerd te krijgen voor de bouw,<br />
bijvoorbeeld met de campagne The<br />
Skyline is Yours. Nu orders uitblijven<br />
heb je snel zo’n 20.000 man minder<br />
aan het werk, onder wie mensen die<br />
net zijn opgeleid of in dienst zijn genomen.<br />
Dat zou erg triest zijn. Mensen<br />
die de bouw verlaten, krijg je meestal<br />
niet meer terug.’ Aan het woord is Joba<br />
van den Berg-Jansen, directeur Sociale<br />
Zaken van Bouwend Nederland. Samen<br />
met oud-minister en CDA-politicus<br />
Elco Brinkman spreekt ze namens ruim<br />
5000 bedrijven.<br />
De bouwsector biedt werk aan een half<br />
miljoen mensen. Met een omzet van<br />
10 <strong>UWV</strong> Arbeidsmarkt Journaal<br />
56,6 miljard zijn zij goed voor 6 procent<br />
van het bruto binnenlands product.<br />
Aan het belang van de sector zal<br />
niets veranderen. Maar de dip waarin de<br />
sector nu dreigt terecht te komen kan<br />
wel grote gevolgen hebben.<br />
Brinkman benadrukt dat de sector beslist<br />
geen behoefte heeft aan subsidiëring<br />
door de overheid. De bouw in Nederland<br />
staat op eigen benen en dat moet zo blijven.<br />
‘Wel vind ik het zorgelijk dat we nu<br />
al enkele maanden met de overheid over<br />
tijdelijke maatregelen praten. We hoeven<br />
niet de gehele woningbouw te herzien.<br />
Maar laten we eens beginnen met<br />
garantieregelingen op het gebied van het<br />
Waarborgfonds Sociale Woningbouw<br />
en hypotheken, en verlaging van de<br />
BTW. Het kabinet kan ook een handje<br />
helpen door goedkope leningen te verstrekken<br />
om energiemaatregelen voor<br />
bestaande woningen te nemen.’<br />
Weinig marges<br />
Half januari hadden enkele tientallen<br />
bouwbedrijven een beroep gedaan op<br />
de tijdelijke regeling werktijdverkorting<br />
(WTV), zowel grote als kleine.<br />
Dat het er weinig zijn, komt volgens<br />
Bouwend Nederland doordat de sector<br />
nog op oude orders teert. De maatregel<br />
komt voor de bouw eigenlijk te vroeg.<br />
Joba van den Berg: ‘Samen met de bonden<br />
maken we ons echt zorgen dat er<br />
de komende tijd minder gebouwd gaat<br />
worden. Normaal bouwen we 80.000<br />
nieuwe woningen per jaar. Dit aantal<br />
dreigt nu tussen de 50- en 60.000 uit<br />
te komen.’ Midden januari werd met de<br />
bonden nog gesproken over een plan<br />
om de klappen op te vangen.<br />
Ook al lijkt het op roeien tegen de<br />
stroom in, Bouwend Nederland zet<br />
alles op alles om ervoor te zorgen dat<br />
er geïnvesteerd blijft worden in het<br />
opleiden van nieuwe mensen. Want als<br />
de bouw inderdaad aan de vooravond<br />
staat van een massaontslag van 20.000<br />
mensen, dan zullen er daar veel bij zijn<br />
die tegen hun pensioen lopen. Bij een<br />
nieuwe opleving van de economie keren<br />
zij niet meer terug in het arbeidsproces.<br />
Daarom moet er niet op opleidingen<br />
worden bezuinigd. Met het opleiden<br />
van een vakbekwame medewerker in<br />
de bouw is drie tot vijf jaar gemoeid.<br />
Brinkman benadrukt dat de bouwsector<br />
veel meer is dan ‘beton storten of asfalt<br />
strijken’. Van al het werk gebeurt slechts<br />
15 procent op de bouwplaats, voornamelijk<br />
in de vorm van assemblage. De<br />
meeste productiewerkzaamheden worden<br />
in fabrieken gedaan.<br />
Maar werken op voorraad blijft moeilijk<br />
in de bouw. Brinkman hoopt dan<br />
ook dat de overheid opdrachten naar<br />
voren haalt, liefst op korte termijn.<br />
Een andere reden is dat veel bedrijven<br />
krap gefinancierd zijn, ze kunnen weinig<br />
opvangen. Blijven orders uit, dan<br />
dienen de gevolgen zich snel aan.
Trend | Arbeidsmarkt en economie<br />
<strong>UWV</strong> verwacht dit jaar 460.000 werklozen<br />
Arbeidsmarkt merkt gevolgen<br />
economische crisis<br />
Het wordt steeds duidelijker dat<br />
de kredietcrisis wel als financiële<br />
crisis begon, maar gevolgen krijgt<br />
voor de reële economie. De omslag<br />
begon zich al voor de jaarwisseling<br />
af te tekenen. Aan de hand van een<br />
aantal indicatoren kijken we naar de<br />
gevolgen voor de arbeidsmarkt. 2009<br />
wordt een moeilijk jaar.<br />
Arie Vreeburg<br />
Onrust in de economie meten we met<br />
verschillende indicatoren. Een belangrijke<br />
financiële indicator vormen de<br />
beurskoersen. Bedrijven die zijn opgenomen<br />
in de AEX-index verloren in<br />
2008 ongeveer de helft van hun waarde.<br />
Beurskoersen lopen meestal een<br />
half tot een heel jaar vooruit op economische<br />
ontwikkelingen.<br />
Ook de indicator ‘economische groei’<br />
toont een omslag naar laagconjunctuur.<br />
De omvang van de economische activiteiten<br />
– gemeten als groei van het bruto<br />
binnenlands product van jaar op jaar<br />
– was in het derde kwartaal van 2008<br />
1,8 procent hoger dan in dezelfde periode<br />
een jaar ervoor. Dit is duidelijk lager<br />
dan in de afgelopen jaren. Kijken we<br />
van kwartaal op kwartaal, dan groeit de<br />
Nederlandse economie zelfs al een half<br />
jaar niet meer. Overigens is de omvang<br />
van de economische activiteiten eerder<br />
tot een historisch hoogtepunt gestegen.<br />
Arbeidsmarkt slaat om<br />
Hetzelfde beeld zien we bij de banen. Het<br />
aantal banen in Nederland was nog nooit<br />
zo hoog, maar de groei werd elk kwartaal<br />
minder. In het derde kwartaal van 2008<br />
was het aantal banen 1,4 procent hoger<br />
dan een jaar daarvoor. Als we kijken naar<br />
de ontwikkeling van het aantal banen<br />
Figuur 1<br />
AEX index<br />
800<br />
700<br />
600<br />
500<br />
400<br />
300<br />
200<br />
100<br />
0<br />
1jan 95<br />
1jan 96<br />
1jan 97<br />
1jan 98<br />
1jan 99<br />
Figuur 2<br />
Bruto binnenlands product<br />
6%<br />
5%<br />
4%<br />
3%<br />
2%<br />
1%<br />
0%<br />
-1%<br />
1995<br />
1996<br />
Groei BBP<br />
1997<br />
1998<br />
1999<br />
1jan 00<br />
2000<br />
1jan 01<br />
2001<br />
1jan 02<br />
2002<br />
Groei BBP van kwartaal tot kwartaal<br />
Figuur 3<br />
Ontstane vacatures per kwartaal (x1000)<br />
350<br />
300<br />
250<br />
200<br />
150<br />
100<br />
50<br />
0<br />
1997<br />
1998<br />
1999<br />
2000<br />
2001<br />
2002<br />
2003<br />
1jan 03<br />
2003<br />
2004<br />
1jan 04<br />
2004<br />
2005<br />
1jan 05<br />
2005<br />
2006<br />
1jan 06<br />
2006<br />
1jan 07<br />
2007<br />
2007<br />
1jan 08<br />
2008<br />
2008<br />
<strong>UWV</strong> Arbeidsmarkt Journaal 11
Trend | Arbeidsmarkt en economie<br />
Figuur 4<br />
Ontslagvergunningen per maand<br />
2.500<br />
2.000<br />
1.500<br />
1.000<br />
500<br />
0<br />
jan 07<br />
feb<br />
mrt<br />
apr<br />
mei<br />
jun<br />
12 <strong>UWV</strong> Arbeidsmarkt Journaal<br />
jul<br />
Ontslagvergunningen totaal<br />
aug<br />
sep<br />
okt<br />
van kwartaal op kwartaal dan groeit het<br />
aantal banen nauwelijks meer.<br />
Het aantal vacatures bij bedrijven en<br />
overheid was in het derde kwartaal van<br />
2008 nog hoog, ongeveer evenveel als<br />
in 2007. Het aantal ontstane vacatures<br />
– een graadmeter voor de dynamiek<br />
op de arbeidsmarkt – was iets minder<br />
groot . In de eerste negen maanden van<br />
2008 ontstonden er 5 procent minder<br />
nieuwe vacatures dan in dezelfde periode<br />
van 2007.<br />
Dat de vraag naar arbeid zich minder<br />
gunstig ontwikkelt, is ook zichtbaar bij<br />
een andere belangrijke conjunctuurindicator.<br />
Het aantal uitzenduren, zoals<br />
gemeten door het Centraal Bureau voor<br />
nov<br />
dec<br />
jan 08<br />
feb<br />
mrt<br />
apr<br />
Bedrijfseconomische oorzaak<br />
Figuur 5<br />
Toename banen en beroepsbevolking (x 1000)<br />
300<br />
200<br />
100<br />
0<br />
-100<br />
-200<br />
2002<br />
1e kw<br />
2002<br />
3e kw<br />
2003<br />
1e kw<br />
Toename banen<br />
2003<br />
3e kw<br />
2004<br />
1e kw<br />
2004<br />
3e kw<br />
2005<br />
1e kw<br />
2005<br />
3e kw<br />
Toename beroepsbevolking<br />
2006<br />
1e kw<br />
2006<br />
3e kw<br />
mei<br />
jun<br />
2007<br />
1e kw<br />
jul<br />
aug<br />
sep<br />
2007<br />
3e kw<br />
okt<br />
2008<br />
1e kw<br />
nov<br />
dec<br />
2008<br />
3e kw<br />
de Statistiek (CBS), groeide nog. Kijken<br />
we echter naar het seizoengecorrigeerde<br />
cijfer, dan daalde dat aantal in het derde<br />
kwartaal van 2008, voor het eerst in vier<br />
jaar. Cijfers van de Algemene Bond van<br />
Uitzendondernemingen (ABU) duiden<br />
al sinds begin 2008 op een daling van<br />
het aantal uitzenduren. Het ABU-cijfer<br />
dekt ongeveer 60 procent van de markt.<br />
Een andere belangrijke conjunctuurindicator<br />
is het aantal mensen dat ontslagen<br />
wordt. Ontslag gebeurt veelal op basis<br />
van wederzijds goedvinden, via de kantonrechter<br />
of <strong>UWV</strong> WERKbedrijf. Uit<br />
recente cijfers van <strong>UWV</strong> WERKbedrijf<br />
lijkt het aantal ontslagvergunningen de<br />
laatste maanden toe te nemen. Overigens<br />
is het aantal ontslagvergunningen door<br />
<strong>UWV</strong> WERKbedrijf verleend maar een<br />
klein deel van het totaal aantal beëindigde<br />
arbeidsrelaties. Bijvoorbeeld veel<br />
dienstverbanden eindigen met wederzijds<br />
goedvinden.<br />
In het aanbod van arbeid is een geleidelijke<br />
omslag zichtbaar. De beroepsbevolking<br />
groeide nog, maar minder snel.<br />
In de periode september-november<br />
2008 was de omvang van de beroepsbevolking<br />
1,6 procent groter dan een jaar<br />
ervoor. Deze groei werd veroorzaakt<br />
door toename van de participatiegraad.<br />
De groei van de beroepsbevolking was<br />
lager dan de groei van het aantal banen.<br />
De discrepantie tussen vraag en aanbod<br />
op de arbeidsmarkt komt tot uitdrukking<br />
in het aantal niet-werkende werkzoekenden<br />
(nww). Dit aantal daalde<br />
nog tot ver in 2008. Eind 2008 is het<br />
aantal nww met 417.000 ongeveer 9<br />
procent lager dan een jaar daarvoor.<br />
Maar ook hier zien we het beeld van<br />
een langzamere daling, en een neiging<br />
naar een omslag aan het eind van het<br />
jaar. Het aantal nww steeg in november<br />
en december voor het eerst in jaren.<br />
Minder banen<br />
Cruciaal voor de arbeidsmarkt is het<br />
vertrouwen in de veerkracht van de<br />
Nederlandse economie. Wat deze<br />
indicator betreft zijn de tekenen uitgesproken<br />
ongunstig. Consumenten<br />
zijn al meer dan een jaar negatief. Dit<br />
zorgt ervoor dat consumenten minder<br />
snel geld zullen gaan uitgeven.<br />
Ondernemers in de industrie zijn tot de<br />
zomer van vorig jaar positief gestemd<br />
geweest, maar in september en oktober<br />
sloeg de stemming radicaal om. In<br />
december verslechterde het vertrouwen<br />
verder met 11 punten; de grootste<br />
afname sinds het CBS dit vertrouwen<br />
meet. Hierdoor komt eind 2008 het<br />
vertrouwenscijfer uit op -20,1. Dit is<br />
verreweg de laagste stand ooit gemeten.<br />
In januari 2008 stond de indicator nog<br />
op een dikke plus van 9,5, de hoogste<br />
waarde ooit. Medio 2005 was de laatste<br />
keer dat consumenten én producenten<br />
pessimistisch waren.
1) Mutatie in volume (gecorrigeerd voor prijsveranderingen)<br />
2) Laatste cijfer: driemaandelijks gemiddelde september-november 2008 (CBS)<br />
De meest recente prognoses van het<br />
Centraal Planbureau (CPB) gaan uit van<br />
een krimp van de Nederlandse economie<br />
in 2009 met driekwart procent. Deze<br />
terugval van de economische bedrijvigheid<br />
treedt voor het eerst in dertig jaar<br />
op. Belangrijk daarbij is dat het wereldhandelsvolume<br />
dat relevant is voor de<br />
Nederlandse export in 2009 voor het<br />
eerst sinds 1975 daalt (- 2,75%). De<br />
exportsectoren krijgen het daardoor<br />
extra moeilijk. De ongunstige economische<br />
ontwikkelingen leiden met een<br />
zekere vertraging tot aanpassingen op<br />
de arbeidsmarkt. De verwachting is dat<br />
in 2009 het aantal banen (in fulltimeeenheden)<br />
afneemt met bijna 1 procent<br />
(50.000 fulltime eenheden). Het totaal<br />
aantal banen blijft dus, na verwerking<br />
van afbraak en creatie van banen, in 2009<br />
voor 99 procent op peil. Maar de daling<br />
van de werkgelegenheid is niet evenredig<br />
gespreid over de verschillende secto-<br />
Figuur 6<br />
Vertrouwenscijfers per maand<br />
Producentenvertrouwen<br />
25<br />
20<br />
15<br />
10<br />
5<br />
0<br />
-5<br />
-10<br />
-15<br />
-20<br />
-25<br />
Tabel 1<br />
Kerncijfers ontwikkelingen economie en arbeidsmarkt<br />
% mutaties t.o.v. 1 jaar eerder<br />
2007-4 2008-1 2008-2 2008-3 2008-4 2007-4 2008-1 2008-2 2008-3 2008-4<br />
Vraagkant<br />
BBP mld. euro 148,6 146,3 149,6 143,2 4,1 3,3 3,0 1,8 (1)<br />
Banen x 1.000 7.867 7.881 8.005 8.001 2,6 2,2 2,0 1,4<br />
Ontstane vacatures x 1.000 260 275 287 263 5,7 -6,1 -5,0 -3,3<br />
Index uitzenduren 135 124 136 139 8,4 7,3 7,1 3,0<br />
Faillissementen 864 845 865 939 -6,8 -8,5 -0,1 0,4<br />
Aanbodkant<br />
Beroepsbevolking (CBS) x 1.000 7.600 7.653 7.713 7.767 7.730 1,1 1,6 1,4 1,2 1,6 (2)<br />
Werkloos - CBS x 1.000 301 336 310 284 280 -20,2 -16,2 -10,4 -13,4 -8,5 (2)<br />
Niet werkend - NWW x 1.000 458 441 420 409 417 -17,4 -18,7 -15,9 -13,4 -9,0<br />
Werkloosheidspercentage CBS % 4,0 4,4 4,0 3,7 3,6 (2)<br />
NWW-percentage % 6,0 5,8 5,4 5,3 5,4<br />
1996<br />
juni<br />
1998<br />
juni<br />
Producentenvertrouwen<br />
2000<br />
juni<br />
2002<br />
juni<br />
Consumentenvertrouwen<br />
ren. Vooral de industrie en de bouwnijverheid<br />
liggen in de vuurlinie.<br />
De beroepsbevolking neemt nog maar<br />
beperkt toe. Per saldo verwacht het<br />
CPB in 2009 een toename van de werkloosheid<br />
met 50.000 personen, ofwel<br />
17 procent. Ook het aantal vacatures<br />
zal dalen. Daarmee wordt de spanning<br />
op de arbeidsmarkt kleiner en<br />
maakt de krapte op de arbeidsmarkt in<br />
2008 plaats voor een meer ontspannen<br />
arbeidsmarkt. Het wordt voor werkgevers<br />
makkelijker om te voorzien in de<br />
personeelsbehoefte.<br />
De werkloosheid gaat in 2009 dus stijgen.<br />
<strong>UWV</strong> WERKbedrijf berekende in<br />
november dat het aantal nww in 2009<br />
oploopt naar vermoedelijk 460.000 personen<br />
(tegenover 417.000 eind 2008).<br />
Arie Vreeburg is<br />
beleidsmedewerker Arbeidsmarkt<br />
bij <strong>UWV</strong><br />
2004<br />
juni<br />
2006<br />
juni<br />
2008<br />
juni<br />
50<br />
40<br />
30<br />
20<br />
10<br />
0<br />
-10<br />
-20<br />
-30<br />
-40<br />
-50<br />
Consumentenvertrouwen<br />
Ondernemers<br />
somber<br />
De stemming onder MKB-<br />
ondernemers is in korte tijd volledig<br />
omgeslagen. Was vorig jaar nog bijna<br />
driekwart positief over de economische<br />
situatie, in september 2008 was<br />
tweederde negatief.<br />
Nadat het aantal werknemers in 2007<br />
nog groeide met 94.000, nam het in<br />
2008 nog maar met 39.000 toe. Voor<br />
2009 wordt zelfs uitgegaan van een<br />
daling, met 17.000. Vooral sectoren<br />
als de industrie, de detailhandel en<br />
de horeca hebben het moeilijk. Deze<br />
prognose is afgegeven in september.<br />
Inmiddels is het economisch beeld<br />
verder verslechterd.<br />
Uit de nieuwe conjunctuurenquête<br />
COEN blijkt dat het sentiment eind<br />
2008 in een aantal sectoren van de<br />
zakelijke dienstverlening nog relatief<br />
gunstig is. Maar de industrie, vervoerssector<br />
en de bouwnijverheid<br />
liggen duidelijk in de vuurlinie.<br />
MKB, Vertrouwen mkb-ondernemers<br />
in economie volledig omgeslagen,<br />
11 september 2008<br />
KvK, Conjunctuur-enquête Nederland,<br />
eerste meting, 4e kwartaal 2008<br />
<strong>UWV</strong> Arbeidsmarkt Journaal 13
Arbeidsmarktontwikkelingen<br />
Arbeidsmarktontwikkelingen<br />
Figuur 1<br />
Instroom, uitstroom en aantal NWW, december 2008*<br />
De arbeidsmarkt voelt de eerste effecten van de kredietcrisis. In oktober werd het laagste aantal<br />
niet-werkende werkzoekenden (nww) gemeten: 408.000. Dit was zelfs lager dan het dal in de vorige<br />
hoogconjunctuur in 2001. In november en december loopt het aantal nww echter weer op. Met name<br />
in december liep het aantal ingestroomde werkzoekenden snel op, terwijl de uitstroom achterbleef.<br />
55.000<br />
50.000<br />
45.000<br />
40.000<br />
35.000<br />
30.000<br />
25.000<br />
20.000<br />
15.000<br />
10.000<br />
5.000<br />
0<br />
Figuur 2<br />
Krapte op de arbeidsmarkt per RPA<br />
De krapte op de arbeidsmarkt is in de<br />
laatste twee maanden van 2008 vrijwel<br />
verdwenen. Aan het einde van 2007<br />
was er nog sprake van een (zeer)<br />
krappe arbeidsmarkt in maar liefst<br />
vijftien regio’s. Aan het eind van 2008<br />
zijn alleen de Zeeuwse en Oost-Brabantse<br />
arbeidsmarkten nog (zeer) krap<br />
te noemen. In alle regio’s is de krapte<br />
ten opzichte van een jaar geleden<br />
afgenomen: het aantal openstaande<br />
vacatures nam af, terwijl tegelijkertijd<br />
het aantal kortdurend niet-werkende<br />
werkzoekenden toenam.<br />
14 <strong>UWV</strong> Arbeidsmarkt Journaal<br />
jan feb mrt apr mei jun jul aug sep okt nov dec jan<br />
563.047 563.047<br />
zeer krap<br />
krap<br />
gemiddeld<br />
ruim<br />
zeer ruim<br />
558.264 558.264<br />
542.486 542.486<br />
525.534 525.534<br />
511.901 511.901<br />
499.431 499.431<br />
496.501 496.501<br />
486.022 486.022<br />
472.455 472.455<br />
Krapte op de arbeidsmarkt<br />
december 2007<br />
2007 2008<br />
468.702 468.702<br />
466.437 466.437<br />
Grafiek 3<br />
aantal<br />
NWW<br />
totale<br />
instroom<br />
Krapte op de arbeidsmarkt<br />
december 2008*<br />
totale<br />
uitstroom<br />
feb mrt apr mei jun jul aug sep okt nov dec*<br />
457.981 457.981<br />
458.055 458.055<br />
453.559 453.559<br />
441.012 441.012<br />
435.244 435.244<br />
424.764 424.764<br />
420.023 420.023<br />
421.047 421.047<br />
412.632 412.632<br />
408.997 408.997<br />
408.073 408.073<br />
409.784 409.784<br />
416.891 416.891
Kerngegevens werkloosheidsontwikkeling<br />
Niet-werkende werkzoekenden naar kenmerk en regio<br />
Totaal NWW<br />
Geslacht<br />
Mannen<br />
Vrouwen<br />
Leeftijd<br />
Tot 23 jaar<br />
23 t/m 39 jaar<br />
40 jaar en ouder<br />
Beroepsgroep<br />
Productie/onderhoud<br />
Transport/opslag<br />
Verkoop/bedienend/commercieel<br />
Verzorgend/heelkundig<br />
Beveiliging/politie/militair<br />
Administratief/beleidsadviserend<br />
Onderwijs/onderzoek/creatief<br />
Leiding/bestuurders<br />
Onbekend<br />
Opleidingsniveau<br />
Bo<br />
Vmbo<br />
Mbo/havo/vwo<br />
Hbo<br />
Wo<br />
Onbekend<br />
Duur niet werkend<br />
Korter dan 6 maanden<br />
6 tot 12 maanden<br />
1 tot 3 jaar<br />
3 jaar of langer<br />
Provincie<br />
Groningen<br />
Friesland<br />
Drenthe<br />
Overijssel<br />
Flevoland<br />
Gelderland<br />
Utrecht<br />
Noord-Holland<br />
Zuid-Holland<br />
Zeeland<br />
Brabant<br />
Limburg<br />
Grote steden<br />
Amsterdam<br />
Rotterdam<br />
Den Haag<br />
Utrecht<br />
Rest van Nederland<br />
Bron: <strong>UWV</strong> WERKbedrijf; aantallen x 1000<br />
* Voorlopige cijfers<br />
Aantal ultimo kwartaal, mutaties in % t.o.v. 1 jaar eerder<br />
2007-4<br />
2008-1 2008-2<br />
458<br />
216<br />
242<br />
18<br />
138<br />
302<br />
195<br />
30<br />
48<br />
67<br />
5<br />
59<br />
24<br />
6<br />
25<br />
119<br />
139<br />
138<br />
44<br />
17<br />
0<br />
102<br />
51<br />
121<br />
184<br />
22<br />
20<br />
16<br />
32<br />
12<br />
51<br />
26<br />
73<br />
101<br />
8<br />
58<br />
39<br />
37<br />
36<br />
18<br />
9<br />
358<br />
-18<br />
-20<br />
-17<br />
-29<br />
-26<br />
-13<br />
-15<br />
-22<br />
-21<br />
-16<br />
-24<br />
-21<br />
-21<br />
-17<br />
-6<br />
-19<br />
-23<br />
-22<br />
-25<br />
-10<br />
-28<br />
-32<br />
-6<br />
-18<br />
-19<br />
-19<br />
-18<br />
-20<br />
-17<br />
-21<br />
-16<br />
-17<br />
-15<br />
-22<br />
-19<br />
-10<br />
-10<br />
-19<br />
-21<br />
-19<br />
441<br />
206<br />
235<br />
18<br />
132<br />
291<br />
188<br />
29<br />
46<br />
66<br />
5<br />
56<br />
23<br />
5<br />
23<br />
117<br />
133<br />
132<br />
42<br />
17<br />
0<br />
106<br />
48<br />
110<br />
178<br />
21<br />
19<br />
15<br />
31<br />
11<br />
50<br />
25<br />
71<br />
97<br />
8<br />
56<br />
38<br />
36<br />
34<br />
18<br />
9<br />
345<br />
-19<br />
-20<br />
-17<br />
-26<br />
-25<br />
-15<br />
-16<br />
-22<br />
-21<br />
-17<br />
-23<br />
-21<br />
-20<br />
-19<br />
-8<br />
-20<br />
-23<br />
-23<br />
-23<br />
-4<br />
-25<br />
-35<br />
-11<br />
-21<br />
-20<br />
-20<br />
-19<br />
-20<br />
-17<br />
-22<br />
-16<br />
-19<br />
-16<br />
-21<br />
-17<br />
-11<br />
-14<br />
-23<br />
-22<br />
-20<br />
420<br />
194<br />
226<br />
17<br />
126<br />
277<br />
178<br />
27<br />
44<br />
66<br />
4<br />
53<br />
22<br />
5<br />
21<br />
117<br />
125<br />
122<br />
40<br />
16<br />
0<br />
102<br />
52<br />
98<br />
168<br />
20<br />
17<br />
14<br />
28<br />
11<br />
47<br />
23<br />
73<br />
92<br />
7<br />
52<br />
36<br />
39<br />
33<br />
16<br />
8<br />
324<br />
-16<br />
-17<br />
-15<br />
-19<br />
-19<br />
-14<br />
-13<br />
-19<br />
-19<br />
-10<br />
-19<br />
-19<br />
-17<br />
-16<br />
-5<br />
-19<br />
-20<br />
-19<br />
-19<br />
9<br />
-14<br />
-35<br />
-14<br />
-18<br />
-19<br />
-18<br />
-18<br />
-18<br />
-15<br />
-21<br />
-7<br />
-17<br />
-19<br />
-19<br />
-16<br />
4<br />
-14<br />
-23<br />
-19<br />
-18<br />
mutaties in % t.o.v. 1 jaar eerder<br />
409<br />
189<br />
220<br />
17<br />
123<br />
269<br />
173<br />
26<br />
42<br />
65<br />
4<br />
52<br />
22<br />
5<br />
19<br />
115<br />
120<br />
118<br />
40<br />
16<br />
0<br />
103<br />
54<br />
91<br />
160<br />
19<br />
16<br />
14<br />
28<br />
10<br />
46<br />
22<br />
72<br />
89<br />
7<br />
51<br />
34<br />
39<br />
31<br />
16<br />
8<br />
315<br />
2008-3<br />
-13<br />
-14<br />
-13<br />
-7<br />
-14<br />
-13<br />
-11<br />
-16<br />
-16<br />
-6<br />
-18<br />
-17<br />
-15<br />
-13<br />
-3<br />
-17<br />
-17<br />
-16<br />
-14<br />
17<br />
-6<br />
-33<br />
-16<br />
-15<br />
-17<br />
-14<br />
-15<br />
-15<br />
-14<br />
-18<br />
-3<br />
-15<br />
-18<br />
-16<br />
-15<br />
7<br />
-14<br />
-18<br />
-16<br />
-15<br />
417<br />
200<br />
217<br />
18<br />
128<br />
271<br />
180<br />
28<br />
44<br />
65<br />
4<br />
52<br />
21<br />
5<br />
17<br />
115<br />
120<br />
125<br />
40<br />
16<br />
0<br />
119<br />
58<br />
87<br />
153<br />
20<br />
18<br />
15<br />
29<br />
11<br />
46<br />
22<br />
72<br />
88<br />
7<br />
53<br />
36<br />
39<br />
30<br />
16<br />
7<br />
325<br />
minder dan -15 -15 tot 0<br />
2008-4*<br />
-9<br />
-8<br />
-10<br />
2<br />
-7<br />
-10<br />
-8<br />
-5<br />
-9<br />
-3<br />
-12<br />
-11<br />
-11<br />
-6<br />
-3<br />
-14<br />
-9<br />
-9<br />
-7<br />
17<br />
13<br />
-28<br />
-17<br />
-10<br />
-11<br />
-9<br />
-9<br />
-4<br />
-10<br />
-16<br />
-1<br />
-13<br />
-14<br />
-9<br />
-8<br />
5<br />
-18<br />
-15<br />
-15<br />
-9<br />
2<br />
6<br />
-1<br />
4<br />
4<br />
1<br />
4<br />
9<br />
3<br />
0<br />
4<br />
0<br />
-4<br />
4<br />
0<br />
1<br />
6<br />
1<br />
0<br />
16<br />
6<br />
-5<br />
-5<br />
5<br />
9<br />
6<br />
5<br />
7<br />
0<br />
-3<br />
0<br />
-1<br />
4<br />
4<br />
5<br />
0<br />
-6<br />
0<br />
-4<br />
3<br />
Percentage van<br />
beroepsbevolking<br />
5,4<br />
4,6<br />
6,4<br />
2,6<br />
4,3<br />
6,7<br />
8,9<br />
8,7<br />
3,8<br />
4,8<br />
3,3<br />
3,7<br />
2,3<br />
2,0<br />
28,8<br />
8,3<br />
3,7<br />
2,7<br />
1,7<br />
n.v.t.<br />
n.v.t.<br />
n.v.t.<br />
n.v.t.<br />
7,8<br />
6,0<br />
6,6<br />
5,5<br />
6,0<br />
5,0<br />
3,7<br />
5,6<br />
5,4<br />
4,1<br />
4,6<br />
7,1<br />
10,0<br />
11,0<br />
7,0<br />
5,0<br />
4,9<br />
0 tot 10<br />
10 of meer<br />
<strong>UWV</strong> Arbeidsmarkt Journaal 15
Focus | Trends in 2008<br />
Krapte neemt af<br />
Omslag arbeidsmarkt begon eind 2008<br />
De arbeidsmarkt vertoonde eind 2008 de eerste gevolgen van de economische terugslag. De werkgelegenheid groeide<br />
nog steeds, maar het groeitempo werd steeds lager. Het aantal openstaande vacatures steeg in de eerste helft van 2008<br />
ook nog, maar in de tweede helft zette de daling in.<br />
Menno de Vries<br />
De economische groei, die vorig jaar<br />
nog 4,1 procent bedroeg, zal naar verwachting<br />
negatief worden. Vooral de<br />
export van goederen en diensten loopt<br />
terug. Daarnaast groeien de consumentenbestedingen<br />
steeds langzamer.<br />
Ondanks de vele negatieve berichten<br />
werden er in 2008 nog veel banen<br />
gecreëerd. Vergeleken met 2007 groeide<br />
de werkgelegenheid met 108.000<br />
banen. Met name in de sectoren zakelijke<br />
dienstverlening en handel kwamen<br />
er veel nieuwe banen bij. De<br />
banengroei in deze sectoren stokte in<br />
het derde kwartaal echter wel. In de uitzendbranche,<br />
de horeca, de landbouw<br />
en het openbaar bestuur waren er zelfs<br />
iets minder banen dan een jaar eerder.<br />
De toegenomen vraag naar werknemers<br />
heeft ertoe geleid dat meer mensen zich<br />
hebben aangeboden op de arbeidsmarkt.<br />
In een jaar tijd nam de omvang<br />
van de beroepsbevolking met 91.000<br />
toe. Maar net als bij de werkgelegenheid<br />
neemt ook het groeitempo van de<br />
beroepsbevolking af.<br />
Kanteling<br />
Als we naar de jaarcijfers kijken, dan<br />
lijkt de situatie op de arbeidsmarkt nog<br />
gunstig. De werkgelegenheid is gegroeid<br />
en het aantal werkzoekenden zonder<br />
baan (niet-werkende werkzoekenden,<br />
nww) is historisch gezien laag. Toch<br />
zien we eind 2008 een kanteling op de<br />
arbeidsmarkt. Er komt een einde aan de<br />
robuuste groei van de werkgelegenheid<br />
en de beroepsbevolking groeit minder.<br />
In 2008 wordt de daling omgebogen in<br />
een stijging van het aantal nww.<br />
De omslag op de arbeidsmarkt wordt<br />
nog markanter zichtbaar in de krapte-<br />
16 <strong>UWV</strong> Arbeidsmarkt Journaal<br />
indicator. Deze indicator geeft een beeld<br />
van de krapte op de arbeidsmarkt door<br />
te kijken naar het aantal openstaande<br />
vacatures bij <strong>UWV</strong> WERKbedrijf per<br />
kortdurend werkzoekende (minder<br />
dan zes maanden werkloos).<br />
In de eerste tien maanden van 2008<br />
kon de arbeidsmarkt nog worden getypeerd<br />
als krap. In november en december<br />
nam de krapte echter zeer snel af.<br />
De instroom van nww nam toe, terwijl<br />
het aantal openstaande vacatures dat<br />
bij <strong>UWV</strong> WERKbedrijf werd gemeld,<br />
Figuur 2<br />
Krapte op de arbeidsmarkt<br />
0,9<br />
0,8<br />
0,7<br />
0,6<br />
0,5<br />
0,4<br />
0,3<br />
0,2<br />
0,1<br />
0,0<br />
jan<br />
feb<br />
mrt<br />
apr<br />
mei<br />
jun<br />
jul<br />
aug<br />
sep<br />
okt<br />
nov<br />
dec<br />
jan<br />
feb<br />
mrt<br />
apr<br />
mei<br />
jun<br />
jul<br />
aug<br />
sep<br />
okt<br />
nov<br />
dec<br />
jan<br />
feb<br />
mrt<br />
apr<br />
daalde. Dit laatste wordt niet alleen<br />
verklaard door de economische teruggang,<br />
maar ook doordat werkgevers aan<br />
het eind van het jaar in de regel minder<br />
vacatures plaatsen dan gebruikelijk,<br />
vanwege de vakantieperiode.<br />
Ondanks de recente toename van het<br />
aantal nww is er nog altijd sprake van<br />
een behoorlijke daling ten opzichte van<br />
vorig jaar. Eind 2008 kwam de teller<br />
uit op 416.891. Dit is een afname van<br />
41.090 (-9%) ten opzichte van een jaar<br />
Figuur 1<br />
Ontwikkeling van het aantal niet-werkende werkzoekenden (NWW)<br />
1.000<br />
900<br />
800<br />
700<br />
600<br />
500<br />
400<br />
300<br />
200<br />
100<br />
0<br />
1997 1998 1999 2000 2001 2002 2003 2004 2005 2006 2007 2008<br />
zeer krap<br />
krap<br />
gemiddeld<br />
ruim<br />
zeer ruim<br />
2004<br />
2005<br />
mei<br />
jun<br />
jul<br />
aug<br />
sep<br />
okt<br />
nov<br />
dec<br />
jan<br />
feb<br />
mrt<br />
apr<br />
2006<br />
mei<br />
jun<br />
jul<br />
aug<br />
sep<br />
okt<br />
nov<br />
dec<br />
jan<br />
feb<br />
mrt<br />
apr<br />
2007<br />
mei<br />
jun<br />
jul<br />
aug<br />
sep<br />
okt<br />
nov<br />
dec<br />
2008
Figuur 3<br />
NWW naar werkloosheidsduur<br />
200<br />
180<br />
160<br />
140<br />
120<br />
100<br />
80<br />
60<br />
40<br />
20<br />
0<br />
eerder. Het nww-percentage (aantal<br />
ingeschreven nww als percentage van<br />
de beroepsbevolking) is daarmee gezakt<br />
van 6,0 procent naar 5,4 procent.<br />
Met name het aantal langdurig werk-<br />
Figuur 5<br />
NWW-percentage per provincie<br />
NWW-percentage<br />
0 tot 6 maanden 6 tot 12 maanden 1 tot 2 jaar 2 tot 3 jaar 3 jaar of langer<br />
December 2007<br />
Figuur 4<br />
NWW naar leeftijdsklasse<br />
180<br />
160<br />
140<br />
120<br />
100<br />
80<br />
60<br />
40<br />
20<br />
0<br />
7% of meer<br />
6% tot 7%<br />
5% tot 6%<br />
tot 5%<br />
December 2008<br />
Foto: Koen Verheijden (H.H.)<br />
Praktijk I Mobiliteitscentra<br />
Werktijdverkorting geen blijvend antwoord op de crisis<br />
Mobiliteitscentra nemen<br />
rol WTV over<br />
De regeling werktijdverkorting – die loopt tot 1 maart – is bedoeld om bedrijven te helpen bij het opvangen van de<br />
eerste schokgolf van de crisis en om de inzetbaarheid van hun medewerkers te behouden met scholing en detachering.<br />
Voor die laatste doelstelling is nu ook een structurele oplossing gekomen: mobiliteitscentra.<br />
Peter Hamers<br />
Tot en met 31 december 2008 kregen<br />
164 bedrijven toestemming om gebruik<br />
te maken van de tijdelijke regeling werktijdverkorting<br />
(WTV). Daarna werd de<br />
regeling nog tweemaal verlengd, tot<br />
uiteindelijk 1 maart. Minister Donner<br />
van Sociale Zaken en Werkgelegenheid<br />
hoopt met deze regeling te voorkomen<br />
dat bedrijven overhaast werknemers<br />
ontslaan. Ze moeten bij hun aanvraag<br />
onder meer vertellen welke concrete<br />
afspraken zij hadden gemaakt over scho-<br />
18 <strong>UWV</strong> Arbeidsmarkt Journaal<br />
ling van hun werknemers tijdens de<br />
periode van werktijdverkorting. De regeling<br />
is immers niet bedoeld om normale<br />
bedrijfsrisico’s op te vangen, maar om de<br />
inzetbaarheid van werknemers te behouden<br />
en te vergroten.<br />
Voor die laatste doelstelling zijn inmiddels<br />
ook mobiliteitscentra opgericht.<br />
Vooral in regio’s waar het aantal ontslagen<br />
als gevolg van de kredietcrisis snel<br />
stijgt, en bij bedrijven waar de economische<br />
terugval niet tijdelijk is. De centra<br />
zijn bedoeld om ontslagen te voorkomen<br />
en om werknemers die overbodig zijn<br />
een plek in een ander bedrijf te bezorgen.<br />
Daarbij wordt de hulp ingeroepen van<br />
publieke en private partijen. De mobiliteitscentra<br />
hebben ook een rol voor de<br />
werknemers die nog in een WTV-regeling<br />
zitten.<br />
<strong>UWV</strong> WERKbedrijf (voorheen CWI)<br />
heeft de taak de mobiliteitscentra op te<br />
zetten, in nauw overleg met sociale partners<br />
en lokale en regionale overheden.
Minister Donner tijdens de opening<br />
van het Mobiliteitscentrum in<br />
Eindhoven. Links van hem Oscar<br />
van Herpen, vestigingmanager<br />
van <strong>UWV</strong> WERKbedrijf, en rechts<br />
Rob Schwillens, landelijk projectleider<br />
Mobiliteitscentra<br />
Het heeft al flink wat ervaring opgedaan<br />
met mobiliteitscentra. Succesvolle projecten<br />
liepen en lopen bij NedCar, Cordis,<br />
TNT Post, ING Retail en in de thuiszorg.<br />
Voor zorg behouden<br />
Door de vercommercialisering is in de<br />
thuiszorg veel mobiliteit ontstaan. In het<br />
Mobiliteitscentrum Thuiszorg (MCT) zijn<br />
de volgende partijen bij elkaar gebracht:<br />
VWS, SZW, <strong>UWV</strong> WERKbedrijf, ActiZ,<br />
BTN, Calibris, CNV Publieke Zaak,<br />
Abvakabo FNV, VNG, Unie: Zorg en<br />
Welzijn en RegioPlus. De coördinatie<br />
wordt verzorgd door Jeanette Kruger van<br />
<strong>UWV</strong> WERKbedrijf. Als manager stuurt<br />
zij de staf en veertien MCT-coördinatoren<br />
in heel Nederland aan.<br />
Het hoofddoel van het MCT is om binnen<br />
de projectperiode 80 procent van<br />
de met werkloosheid bedreigde werknemers<br />
in de thuiszorg van werk naar werk<br />
te bemiddelen, zodat zij geen beroep<br />
hoeven te doen op een WW-uitkering.<br />
Kruger: ‘Daartoe informeren en adviseren<br />
wij werknemers en werkgevers<br />
in de thuiszorg over de gevolgen van de<br />
Wet maatschappelijke ondersteuning<br />
voor arbeidsmarkt en werkgelegenheid.<br />
We begeleiden al ontslagen en ook<br />
met ontslag bedreigde werknemers in<br />
de thuiszorgsector. We verbeteren de<br />
loopbaanperspectieven en kansen op<br />
werk in de zorgsector en bevorderen de<br />
inzetbaarheid van de werknemers door<br />
gecoördineerde inzet en het gebruik van<br />
competentieprofielen, portfolio’s, duale<br />
trajecten, scholingsmiddelen en andere<br />
re-integratie-instrumenten. Het voorkomen<br />
van ontslag door het bemiddelen<br />
van werk naar werk staat hierbij steeds<br />
centraal. Het is de bedoeling dat niemand<br />
buiten de boot valt. We willen alle<br />
medewerkers behouden voor de thuiszorg.<br />
Bij de WTV worden in principe<br />
dezelfde instrumenten gebruikt als bij de<br />
al bestaande mobiliteitscentra, maar het<br />
is misschien moeilijker en ingewikkelder<br />
omdat er meer partijen, meer sectoren<br />
en meer bedrijven bij betrokken zijn.<br />
Maar nogmaals, de setting is hetzelfde:<br />
korte lijnen en proactief handelen. Het<br />
landelijk dekkend netwerk van diensten<br />
en dienstverlening voor werkgevers en<br />
werknemers bestaat al.’<br />
Bemiddeling van werk<br />
naar werk behield<br />
werknemers voor de zorg<br />
Het MCT is druk bezig en volgens Jeanette<br />
Kruger zijn de resultaten tot nu toe goed.<br />
‘Bij de 11 instellingen waarbij sprake is<br />
van bemiddelings- of opleidingsactiviteiten<br />
zijn of waren 3170 arbeidsplaatsen<br />
in gevaar. De activiteiten leidden in meer<br />
dan 2000 gevallen tot behoud van werk,<br />
waarvan 1600 in de thuiszorg, 600 in de<br />
zorg en 70 buiten de zorg.‘<br />
Voldoende vacatures<br />
Een ander voorbeeld is het mobiliteitscentrum<br />
voor Cordis, producent van<br />
medische hulpmiddelen als katheters en<br />
stents. Het centrum is opgericht om de<br />
gevolgen op te vangen van de sluiting van<br />
de Nederlandse vestiging van het bedrijf.<br />
Hierbij werkt <strong>UWV</strong> WERKbedrijf<br />
samen met vijf commerciële bureaus,<br />
universiteiten en ROC’s. Projectleider<br />
Kim Heijnen legt uit dat de kosten voor<br />
het centrum betaald worden uit het sociaal<br />
plan. ‘Het personeel heeft zelf gekozen<br />
voor deze aanpak, uit vrije wil, niet<br />
uit dwang. Wij willen alle 586 mensen<br />
weer aan het werk krijgen. Tot nu toe is<br />
dat bij bijna 40 procent gelukt; we gaan<br />
door tot 31 december 2009. Voor sommige<br />
werknemers is het makkelijk om<br />
tot een match te komen. Voor anderen is<br />
niet de baan te vinden die ze graag willen.<br />
In overleg zoeken we dan iets anders wat<br />
bij de persoon past. Alles is gericht op het<br />
krijgen van werk. Met de kredietcrisis<br />
wordt het wel spannend. Nu staan er nog<br />
voldoende vacatures open, maar binnenkort<br />
wordt het wellicht lastiger.’<br />
Heijnen vindt een mobiliteitscentrum<br />
een uitstekend instrument. ‘Alle dienstverlening<br />
die bedrijven in huis hebben,<br />
kunnen we inzetten. We kopen overal in<br />
en kunnen dus overal en altijd maatwerk<br />
leveren. Het concept werkt echt!’<br />
Vooral scholing<br />
Uit de eerste ervaringen van de mobiliteitscentra<br />
met werknemers die werktijdverkorting<br />
hebben gekregen, blijkt<br />
dat de meeste bedrijven inzetten op<br />
scholing. Volgens landelijk projectleider<br />
Mobiliteitscentra Rob Schwillens is<br />
dat ook wel logisch. ‘De meeste werknemers<br />
hebben een à twee dagen in de<br />
week WTV gekregen. Het is niet eenvoudig<br />
om deze mensen voor deze beperkte<br />
periode elders te detacheren. Zo hebben<br />
1100 medewerkers van ASML in<br />
Eindhoven voor 30 procent WTV. Het<br />
valt niet mee om deze werknemers gedurende<br />
zes weken 30 procent van de week<br />
op een andere plek onder te brengen.<br />
Scholingstrajecten, vooral ook intern,<br />
lukken wel, waardoor de inzetbaarheid<br />
van deze mensen wordt vergroot.’<br />
<strong>UWV</strong> Arbeidsmarkt Journaal 19
Onderzoek | Vacatures in Nederland 2008<br />
Weinig bedrijven anticiperen op vergrijzing<br />
Krappe arbeidsmarkt in 2008<br />
In 2008 waren veel vacatures moeilijk te vervullen. Het aantal allochtonen dat<br />
een baan vond, steeg spectaculair. Een derde van de bedrijven waarin over<br />
enkele jaren forse personeelstekorten dreigen, trof maatregelen. Dit zijn enkele<br />
conclusies uit het onderzoek Vacatures in Nederland 2008.<br />
Karin Pilgram<br />
Ecorys voerde het onderzoek uit in<br />
opdracht van CWI, sinds 1 januari<br />
<strong>UWV</strong> WERKbedrijf. Het geeft aan dat<br />
in het afgelopen jaar 1.352.000 vacatures<br />
ontstonden en 1.039.000 vacatures<br />
vervuld werden. Ook blijkt dat vacatures<br />
in 2008 146 dagen openstonden<br />
tegen 128 in 2007. Het aandeel moeilijk<br />
vervulbare vacatures nam nog iets<br />
toe, van 39 naar 40 procent.<br />
Naar verwachting zal de arbeidsmarkt<br />
in 2009 als gevolg van de kredietcrisis<br />
omslaan. De eerste signalen waren in<br />
2008 al zichtbaar. Zo zagen we eind<br />
2008 het aantal niet-werkende werkzoekenden<br />
(nww) weer toenemen en<br />
daalde het aantal nieuwe vacatures in<br />
de periode juli 2007-juni 2008 met<br />
2,4 procent.<br />
Wat opvalt, is dat in die periode meer<br />
ouderen werk vonden. Het aantal aangenomen<br />
personen in de categorie 40-54<br />
Figuur 1<br />
Aangenomen personen naar leeftijd, 2008<br />
20 <strong>UWV</strong> Arbeidsmarkt Journaal<br />
17%<br />
50%<br />
2%<br />
jaar steeg met 11 procent tot 176.000<br />
en het aantal aangenomen 55-plussers<br />
met 10 procent tot 22.000. Het aandeel<br />
van 55-plussers in het totaal aantal aangenomen<br />
personen bleef met 2 procent<br />
echter laag. De kans van een werkloze op<br />
een baan neemt af naarmate hij ouder is<br />
– daarin is ook het afgelopen jaar nauwelijks<br />
verbetering opgetreden.<br />
Verdringing blijft<br />
Ook voor laagopgeleide werklozen<br />
is de kans op het vinden van werk in<br />
2008 klein gebleven. Dit geldt vooral<br />
voor ongeschoolde werklozen (maximaal<br />
basisonderwijs). Zij worden ook<br />
veelal verdrongen door personen die<br />
wel scholing hebben genoten.<br />
In tijden van krapte stellen werkgevers<br />
hun opleidingseisen naar beneden bij.<br />
Terwijl de vraag naar mensen met een<br />
vmbo- of mbo-opleiding afnam en<br />
31%<br />
Jonger dan 25 jaar 25-39 jaar 40-54 jaar<br />
55 jaar en ouder<br />
er ook minder mensen werden aangenomen<br />
die deze opleidingen hadden<br />
genoten, nam de vraag naar ongeschoold<br />
personeel met 13 procent toe,<br />
tot 182.000. Daar staat echter tegenover<br />
dat slechts 81.000 vacatures ook<br />
daadwerkelijk werden vervuld door<br />
personen met maximaal een basisopleiding.<br />
Dat betekent dat 100.000 kansen<br />
voor ongeschoolden niet werden<br />
benut, omdat werkgevers bij het aannemen<br />
van personeel blijkbaar toch<br />
de voorkeur gaven aan iemand die<br />
een vervolgopleiding heeft genoten.<br />
Ondanks de krappe arbeidsmarkt blijft<br />
er nog steeds sprake van een grootschalige<br />
verdringing van ongeschoolden<br />
door geschoolden.<br />
Allochtonen ontdekt<br />
Onder invloed van de krappe arbeidsmarkt<br />
hebben werkgevers in 2007<br />
ontdekt dat jong en goed opgeleid personeel<br />
onder allochtonen nog in voldoende<br />
mate voorhanden is. Dat had<br />
tot gevolg dat het aantal allochtonen<br />
dat in 2007 een baan vond spectaculair<br />
steeg: met 89 procent. In 2008 daalde<br />
het aantal aangenomen allochtonen<br />
weliswaar met 7 procent, maar dat is<br />
toch minder dan de gemiddelde daling<br />
van het totaal aantal aangenomen personen,<br />
die 12 procent bedroeg.<br />
Kans werkloze gedaald<br />
Bij de in 2008 aangenomen personen<br />
ging het in 20 procent van de gevallen<br />
om mensen die in de periode daarvoor<br />
werkloos waren. In 2007 was dat nog<br />
25 procent en in 2006 29 procent. Het<br />
grootste deel van de aangenomen personen<br />
bestaat net zoals in voorgaande<br />
jaren uit baanwisselaars (61%). Het aan-
deel van schoolverlaters nam toe van<br />
7 procent in 2007 naar 11 procent in<br />
2008. Bekend is dat schoolverlaters zich<br />
in een periode van hoogconjunctuur<br />
eerder aanbieden op de arbeidsmarkt, in<br />
plaats van door te studeren.<br />
Web verdringt advertenties<br />
Vacatureadvertenties zijn in 2008 als<br />
belangrijkste wervingskanaal verdrongen<br />
door eigen websites van bedrijven.<br />
Voor het eerst worden meer vacatures op<br />
de eigen website van bedrijven geplaatst<br />
dan er personeelsadvertenties worden<br />
geplaatst. Het marktbereik van ‘eigen<br />
website’ steeg van 17 procent in 2007<br />
naar 34 procent in 2008, dat van advertenties<br />
nam af van 42 tot 28 procent.<br />
Het werven van personeel via de eigen<br />
website past in een trend waarin vacatures<br />
steeds vaker zonder intermediair<br />
worden vervuld. In 2003 werd 40 procent<br />
van de vacatures vervuld zonder<br />
tussenkomst van een intermediair en<br />
nu is dat 51 procent. Het belang van<br />
werving via de eigen website wordt nog<br />
eens onderstreept door het feit dat 50<br />
procent van deze vacatures moeilijk vervulbaar<br />
was. Alleen bij vacatures die via<br />
het voormalige CWI zijn vervuld, was<br />
het aandeel moeilijk vervulbare vacatures<br />
vergelijkbaar (49%).<br />
Moeilijk vervulbaar<br />
Uit een aantal indicatoren blijkt dat de<br />
arbeidsmarkt ook in 2008 is verkrapt. Zo<br />
nam het aandeel (zeer) moeilijk vervulbare<br />
vacatures toe van 38,5 procent in<br />
2007 naar 39,7 procent in 2008. Ook de<br />
vacatieduur (de tijd dat vacatures blijven<br />
openstaan) steeg van 128 kalenderdagen<br />
in 2007 naar 146 kalenderdagen in<br />
2008. Als een vacature langer openstaat,<br />
is dat een indicatie dat deze moeilijk vervulbaar<br />
is. Als hun aantal toeneemt, is<br />
dat een signaal dat de arbeidsmarkt krapper<br />
wordt: werkgevers kunnen vacatures<br />
steeds moeilijker vervullen. Veruit de<br />
belangrijkste reden waarom vacatures<br />
volgens werkgevers moeilijk te vervullen<br />
zijn, is het gebrek aan sollicitanten.<br />
In 2008 gaf 55 procent van de werkgevers<br />
dit antwoord tegen 52 procent in<br />
2007 en 40 procent in 2006. Bedrijven<br />
hadden in 2008 vooral moeite om hoger<br />
Tabel 1<br />
Vervulde vacatures en aangenomen personen naar kenmerk<br />
Aantal (x 1.000) % Mutatie Aandeel<br />
2008 2007 2008 2007<br />
Gevraagde opleiding<br />
Maximaal basisopleiding 182 161 13% 17% 14%<br />
Vmbo 162 229 -29% 16% 19%<br />
Havo, vwo 17 43 -60% 2% 4%<br />
Mbo 368 407 -10% 35% 34%<br />
Hbo, wo<br />
Opleiding aangenomen kandidaat<br />
311 343 -9% 30% 29%<br />
Maximaal basisopleiding 81 68 19% 8% 6%<br />
Vmbo 190 227 -16% 18% 19%<br />
Havo en vwo 35 71 -51% 3% 6%<br />
Mbo 385 412 -7% 37% 35%<br />
Hbo en wo<br />
Leeftijd<br />
348 404 -14% 34% 34%<br />
Jonger dan 25 jaar 325 335 -3% 31% 28%<br />
25-39 jaar 516 670 -23% 50% 57%<br />
40-54 jaar 176 158 11% 17% 13%<br />
55 jaar en ouder<br />
Etniciteit<br />
22 20 10% 2% 2%<br />
Niet-etnische minderheid 900 1.034 -13% 87% 87%<br />
Wel etnische minderheid 139 149 -7% 13% 13%<br />
w.v. Marokkanen 31 37 -16% 3% 3%<br />
w.v. Turken 36 41 -12% 3% 4%<br />
w.v. Surinamers en Antillianen 20 27 -26% 2% 2%<br />
w.v. overig<br />
Arbeidsmarktpositie voor de baan<br />
52 44 18% 5% 4%<br />
Had een baan 633 729 -13% 61% 62%<br />
Nee, zat zonder werk 207 292 -29% 20% 25%<br />
Nee, was schoolverlater 113 84 35% 11% 7%<br />
Nee, hoofdtaak is student 86 77 12% 8% 7%<br />
Totaal vervulde vacatures 1.039 1.183 -12%<br />
Tabel 21<br />
Moeilijk vervulbare vacatures<br />
Aantal (x 1.000) Aandeel % Mutatie<br />
2008 2007 2008 2007<br />
(Zeer) moeilijk vervulbaar 413 456 39,7% 38,5% -9,0%<br />
Niet moeilijk/niet makkelijk vervulbaar 188 326 18,1% 28,0% -42,0%<br />
(Zeer) makkelijk vervulbaar 438 401 42,2% 33,9% 9,0%<br />
Totaal 1.039 1.183 100% 100% -12%<br />
Tabel 31<br />
Percentage moeilijk vervulbare vacatures naar functie en opleiding<br />
2008 2007<br />
Functie Agrarisch personeel 24 24<br />
Productiepersoneel 36 24<br />
Technisch en bouwpersoneel 65 71<br />
Transportpersoneel 38 50<br />
Winkelpersoneel 27 12<br />
Horecapersoneel 49 34<br />
Administratief en commercieel personeel 31 41<br />
Verzorging en (para)medisch personeel 41 48<br />
Onderwijzend personeel 26 24<br />
Overig personeel 35 30<br />
Gevraagde opleiding Max. basisonderwijs 32 29<br />
Vmbo 36 33<br />
Havo, vwo 24 30<br />
Mbo 37 39<br />
Hbo, wo 46 49<br />
<strong>UWV</strong> Arbeidsmarkt Journaal 21
Onderzoek | Vacatures in Nederland 2008<br />
opgeleid personeel te vinden. Zo’n 46 procent van de vacatures<br />
voor hoger opgeleiden werd in 2008 door werkgevers als<br />
moeilijk vervulbaar bestempeld. Naar functie bekeken was<br />
het lastig om vacatures te vervullen voor bouw- en technisch<br />
personeel, horecapersoneel en verzorgend- en (para)medisch<br />
personeel. Maar ook het aantrekken van productiepersoneel<br />
kostte de werkgevers in 2008 veel meer moeite dan in 2007.<br />
Figuur 2<br />
Aandeel makkelijk en moeilijk vervulbare vacatures,<br />
naar leeftijd aangenomen persoon<br />
55 jaar en ouder<br />
40-54 jaar<br />
25-39 jaar<br />
< 25 jaar<br />
Kans voor ouderen<br />
Moeilijk vervulbare vacatures blijken voor ouderen overigens<br />
een goede kans om toch nog aan werk te komen. Zo blijkt het<br />
grootste deel (64 procent) van de in 2008 aangenomen 55plussers<br />
aangesteld te zijn op moeilijk vervulbare vacatures.<br />
Werkgevers proberen op allerlei manieren hun moeilijk vervulbare<br />
vacatures toch vervuld te krijgen. In 21 procent van<br />
de gevallen stellen ze hun eisen bij. Aanpassing van opleidingseisen<br />
is de belangrijkste maatregel. In 32 procent van<br />
de gevallen zien we andere maatregelen, van werving onder<br />
nieuwe doelgroepen tot bij- of omscholing van de aan te<br />
nemen personen.<br />
Opvang vergrijzing<br />
Ongeveer de helft van de bedrijven heeft 55-plussers in dienst.<br />
27 procent van deze bedrijven verwacht dat er binnen twee jaar<br />
problemen zullen ontstaan bij het vervullen van de vacatures<br />
die oudere werknemers achterlaten. Bedrijven in de agrarische<br />
sector (50%), de bouw (41%) en de industrie (34%) scoren<br />
wat dit betreft het hoogst. Ruim een derde heeft plannen voor<br />
tegenmaatregelen. Om- en bijscholen van zittend personeel<br />
wordt hierbij het vaakst genoemd (30%). Een maatregel die<br />
steeds vaker wordt genoemd, is extra beloning van werknemers<br />
die na de pensioengerechtigde leeftijd door blijven werken.<br />
Het rapport Vacatures in Nederland 2008 kan<br />
gedownload worden via www.werk.nl of besteld worden<br />
via cwi@pondres.nl, onder vermelding van CWI330.<br />
Karin Pilgram is beleidsmedewerker Arbeidsmarkt<br />
bij <strong>UWV</strong><br />
22 <strong>UWV</strong> Arbeidsmarkt Journaal<br />
0% 20% 40% 60% 80% 100%<br />
% makkelijk vervulbaar<br />
% moeilijk vervulbaar<br />
Gastschrijver I Jan Luiten van Zanden<br />
Moeilijke<br />
jaren, maar<br />
geen jaren<br />
dertig<br />
Foto: Jeannette Schols<br />
Er zijn prachtige foto’s<br />
van. Mannen in lange rijen<br />
voor de kantoren van de<br />
steun, met allemaal een<br />
pet op. Of, in even lange<br />
rijen maar dan met een<br />
hoed op, voor een bank – een echte ‘bankrun’. De depressie<br />
van de jaren dertig heeft sterke beelden opgeleverd – en het<br />
gevoel ‘dat nooit weer’. Tal van landen voerden wetgeving in<br />
om het ongebonden kapitalisme aan banden te leggen.<br />
Staan wij aan de vooravond van een depressie zoals in de<br />
jaren dertig? De toestand op de arbeidsmarkt is in elk geval<br />
radicaal anders. In de jaren dertig verwerkte Nederland de<br />
gevolgen van geboortegolven van de eerste decennia van de<br />
eeuw, terwijl verbeteringen in de gezondheidszorg de sterfte<br />
enorm hadden doen dalen. Het waren de jaren van de zeer<br />
grote gezinnen, wat leidde tot een explosieve groei van het<br />
arbeidsaanbod. Want veel jongeren gingen al rond hun zestiende<br />
de arbeidsmarkt op. Tegelijkertijd rukte het kostwinnersmodel<br />
nog steeds op , het waren vrijwel alleen mannen<br />
in die lange rijen. Maar per saldo groeide de beroepsbevolking<br />
snel, waardoor de depressie meteen leidde tot massawerkloosheid.<br />
De situatie nu is heel anders. De afgelopen jaren zagen we<br />
vooral een afname in de groei van de beroepsbevolking,<br />
door vergrijzing. Mede door het succes van de Nederlandse<br />
‘jobmachine’ was gebrek aan (vooral hooggeschoold)<br />
personeel een steeds groter probleem. Opvoering van de<br />
arbeidsparticipatie van vrouwen en vijftigplussers werd het<br />
motto. De arbeidsmarkt botste daarmee tegen de grenzen<br />
van de demografie, waar de depressie in de jaren dertig juist<br />
door de bevolkingsgroei verergerd werd. Ook het grote en<br />
nog steeds sterk groeiende aanbod van parttimers maakt<br />
onze arbeidsmarkt heel anders. In de jaren dertig betekende<br />
werkloosheid van de kostwinner bijna altijd armoede. Nu<br />
zijn de risico’s beter gespreid.<br />
Dat betekent niet dat we lichtvaardig moeten doen over de<br />
sociale gevolgen van de kredietcrisis, er liggen zonder twijfel<br />
moeilijke jaren voor ons. Maar die zullen vermoedelijk niet<br />
meer de plaatjes opleveren die we ons nog van de jaren<br />
dertig herinneren. En misschien zal er daardoor ook minder<br />
aanleiding zijn om de bakens echt te verzetten en opnieuw<br />
te pogen het kapitalisme te breidelen.<br />
Jan Luiten van Zanden is hoogleraar Economische Geschiedenis<br />
aan de Universiteit van Utrecht en senioronderzoeker van<br />
het Internationaal Instituut voor Sociale Geschiedenis
Recent verschenen<br />
Meer vermoedens<br />
dan overtredingen<br />
Regioplan onderzocht de effectiviteit<br />
van het beleid voor werknemers<br />
uit de MOE-landen, de nieuwe<br />
EU-lidstaten in Midden- en<br />
Oost-Europa. Het gaat om de ervaringen<br />
van werkgevers in het werken<br />
met werknemers uit deze landen<br />
en om arbeidsvoorwaarden,<br />
huisvestingsvoorwaarden en controle<br />
op de naleving hiervan. De<br />
overheid wil voldoende garanties<br />
creëren voor een verantwoorde<br />
situatie na de invoering van het<br />
vrije verkeer van werknemers,<br />
mede met het oog op de toekomstige<br />
openstelling van de grenzen<br />
voor Roemenen en Bulgaren. Van<br />
belang is ook inzicht te krijgen in<br />
de ontwikkelingen op de arbeids-<br />
Werkende Wajongers<br />
Het aantal jongeren dat de Wajongregeling<br />
instroomt, neemt snel toe<br />
terwijl de uitstroom naar werk nog<br />
zeer beperkt is. Voor het ministerie<br />
van Sociale Zaken en Werkgelegenheid<br />
onderzocht Research voor<br />
Beleid zeventien succesvolle cases<br />
waarin samenwerking van schoolbegeleiders,<br />
coaches en jonggehandicapten<br />
wél leidde tot werk.<br />
Doel van het onderzoek was te<br />
zien hoe sommige jonggehandicapten<br />
succesvol de overstap van<br />
het bijzonder onderwijs naar een<br />
(aangepaste) baan maakten. Hoe<br />
hebben zij de bestaande belemmeringen<br />
overwonnen en wat<br />
waren de omstandigheden waardoor<br />
zij, in tegenstelling tot vele<br />
anderen, die stap konden zetten?<br />
Het onderzoek was geïnitieerd<br />
door het ministerie van SZW<br />
omdat het aantal jongeren dat de<br />
Wajong-regeling instroomt snel<br />
toeneemt en de uitstroom naar<br />
werk nog zeer beperkt is.<br />
Nieuwe grenzen,<br />
oude praktijken<br />
Recent onderzoek door Research<br />
voor Beleid laat zien dat het aantal<br />
malafide bemiddelaars in de uitzendbranche<br />
de afgelopen twee jaar<br />
ongeveer gelijk is gebleven. Meer<br />
dan de helft van alle arbeidsmigranten<br />
die werkzaam zijn als uitzendkracht<br />
wordt bemiddeld door een<br />
malafide uitzendbureau. Hun aantal<br />
markt sinds de openstelling voor<br />
werknemers uit MOE-landen.<br />
Uit het onderzoek blijkt dat het<br />
percentage geconstateerde overtredingen<br />
beperkt is. Maar uit de<br />
gesprekken met sociale partners<br />
en werkgevers blijkt dat er meer<br />
vermoedens van niet-naleving van<br />
wetgeving en de cao zijn dan op<br />
basis van het Arbeidsinspectiemeldpunt<br />
kan worden vastgesteld.<br />
Vooral in arbeidsvoorwaardelijke<br />
sfeer (betaling volgens cao, werktijden<br />
en pensioenafdracht) zijn er<br />
bedrijven die de cao niet naleven.<br />
De Europese grenzen verlegd: evaluatie<br />
flankerend beleid vrij verkeer<br />
van werknemers MOE-landen |<br />
N. van den Berg, M. Brukman,<br />
C. van Rij | Amsterdam, Regioplan<br />
Beleidsonderzoek | 2008 | 96 p. |<br />
Regioplan-publicatie; 1626<br />
Door te kijken en te leren van succesvolle<br />
cases probeerde men het<br />
beleid rondom de regeling aan te<br />
passen. De enorme betrokkenheid<br />
van ouders, jongeren en begeleiders<br />
zorgt ervoor dat deze bijzondere<br />
jongeren een prima plek hebben<br />
gevonden in de maatschappij.<br />
Dit onderzoek was slechts een van<br />
de onderzoeken die de minister<br />
heeft laten verrichten over deze<br />
problematiek. De minister heeft<br />
bezuinigd op de Wajong-regeling<br />
zonder dat er mogelijkheden voor<br />
verruiming van werkgelegenheid<br />
worden geboden. De voorgenomen<br />
bezuiniging op de uitkering is<br />
door politieke druk van de baan.<br />
Hobbels en kruiwagens, Knelpunten<br />
en succesfactoren bij de overgang<br />
van school naar werk door<br />
Wajongers | R.C. Bakker MSc,<br />
S.M. De Visser MA Hons, J.H. van<br />
Velzen Ph.D, M.C.C. van Haeften BA<br />
MSc, Drs. M.W.H. Engelen |<br />
Research voor Beleid 2008 | 53p |<br />
Research voor Beleid | B3414<br />
is wel gestegen van 80.000 naar<br />
meer dan 100.000 personen per jaar.<br />
De Polen (80.000) vormen nog<br />
steeds de grootste groep, daarnaast<br />
zijn er redelijk veel Bulgaren en<br />
Roemenen (15.000). De Stichting<br />
Naleving CAO voor Uitzendkrachten<br />
(SNCU) heeft inmiddels 2,6 miljoen<br />
euro aan boetes opgelegd aan<br />
bureaus die de cao overtraden. De<br />
onderzoekers geven aan dat de uitzendbranche<br />
zelf, maar ook de overheid<br />
en inleners een grote rol kun-<br />
Handhaving<br />
tegen het licht<br />
De Inspectie Werk en Inkomen<br />
onderzocht de werking van preventieve<br />
handhaving door CWI (nu<br />
<strong>UWV</strong> WERKbedrijf), <strong>UWV</strong>, SVB en<br />
gemeenten en hoe preventieve<br />
handhaving zich verhoudt tot<br />
repressieve handhaving. De inspectie<br />
heeft interviews afgenomen bij<br />
een breed scala aan medewerkers<br />
van de bestuursorganen en burgers<br />
met verschillende uitkeringstypen.<br />
Het onderzoek beperkt zich tot de<br />
WIA, WW, WWB en AOW. Uit het<br />
onderzoek blijkt dat zowel uitvoerders<br />
als uitkeringsgerechtigden<br />
veel waarde hechten aan voorlichting<br />
in de vorm van een persoonlijk<br />
gesprek, ondersteund door informatie<br />
op papier. Maatwerk vinden<br />
Inzicht in de gevolgen<br />
van offshoring voor<br />
werknemers<br />
Offshoring is de verplaatsing van<br />
productie naar een ander land. Het<br />
kan daarbij gaan om verplaatsing<br />
naar een buitenlandse productiefaciliteit<br />
die onderdeel is van hetzelfde<br />
concern (captive offshoring)<br />
of om uitbesteding aan<br />
een derde partij in een ander land<br />
(offshore outsourcing). In dit rapport<br />
worden de gevolgen van offshoring<br />
beoordeeld voor individuele<br />
werknemers in het land van<br />
waaruit de productie wordt verplaatst.<br />
Meer in het bijzonder<br />
wordt gekeken naar veranderingen<br />
in de arbeidssituatie van individuele<br />
Nederlandse werknemers die<br />
hun baan zijn kwijtgeraakt in een<br />
offshoring bedrijfstak. Daarbij<br />
wordt gelet op het verlies van<br />
baan, de werkloosheidsduur en de<br />
kans op het vinden van een nieuwe<br />
baan. De loonniveaus vóór en na<br />
het vinden van een nieuwe baan<br />
nen spelen bij het oplossen van deze<br />
problemen. De overheid zou beter<br />
moeten handhaven en zwaardere<br />
boetes uitdelen. Inleners zouden<br />
meer verantwoordelijk moeten worden<br />
gesteld.<br />
Onderzoek naar malafide bemiddelaars<br />
op de arbeidsmarkt: eindrapport<br />
| H. de Bondt, D. Grijpstra |<br />
Zoetermeer, Research voor Beleid |<br />
2008 | 59 p. | Research voor Beleid;<br />
B3432<br />
ze niet alleen belangrijk bij voorlichting,<br />
maar ook bij controles en<br />
bij sancties. Om ervoor te zorgen<br />
dat mensen regels naleven is het<br />
belangrijk dat ze op de hoogte zijn<br />
van hun rechten en plichten en van<br />
eventuele sancties bij niet-naleving.<br />
Voorlichting is dan ook een belangrijk<br />
instrument bij fraudepreventie.<br />
Ook van controleactiviteiten door<br />
de uitkeringsinstanties blijkt een<br />
preventieve werking uit te gaan.<br />
Handhaving: Preventie boven<br />
repressie – opvattingen van uitvoerders<br />
en uitkeringsgerechtigden over<br />
handhaving in het stelsel voor werk<br />
en inkomen | Inspectie Werk en<br />
Inkomen | Den Haag, IWI | 2008 |<br />
30 p. | Rapporten | IWI; R08 | 10 |<br />
ISBN 978-90-5079-216-5 | ISSN<br />
1383-8733<br />
worden met elkaar vergeleken, en<br />
beoordeeld wordt of de nieuwe<br />
baan in dezelfde of in een andere<br />
bedrijfstak is als de oude baan.<br />
Offshoring en de werknemer |<br />
A. Heyma, J. Theeuwes | SEO economisch<br />
onderzoek, Amsterdam |<br />
2008 | 62 p. | SEO-rapport; 2007-<br />
94-A | ISBN 978-90-6733-447-1<br />
<strong>UWV</strong> Arbeidsmarkt Journaal 23
Foto: Robert Rizzo (H.H.)<br />
Boekrecensie | Ontwikkeling arbeidsvoorziening<br />
Een chaotische geschiedenis,<br />
ordelijk verteld<br />
Bernard van Lammeren<br />
Binnenkort verschijnt het boek Het hervormingsmoeras<br />
van de verzorgingsstaat:<br />
veranderingen in beleid en organisatie<br />
van de sociale zekerheid en de<br />
arbeidsvoorziening,1980-2008. Goed<br />
getimed, voor een boek dat beschrijft<br />
hoe de sociale verzekeringen en de<br />
arbeidsvoorziening zich sinds 1980<br />
hebben ontwikkeld. We maken immers<br />
net de fusie van <strong>UWV</strong> en CWI mee. Dat<br />
lijkt een logisch sluitstuk van een ontwikkeling<br />
die eigenlijk geen andere uitkomst<br />
kon hebben. Lijkt, want als er iets<br />
is wat de auteurs duidelijk maken, dan<br />
is het dat de voorgeschiedenis talloze<br />
kronkelpaden heeft bewandeld en dat<br />
er genoeg momenten waren waarop het<br />
heel anders had kunnen lopen.<br />
De auteurs brengen meer dan een feitenrelaas.<br />
Zeker, ze vertellen ordelijk na<br />
wat er allemaal is gebeurd sinds 1980,<br />
toen de sociale verzekeringen nog helemaal<br />
gericht waren op het correct overmaken<br />
van uitkeringen en ‘activerend<br />
arbeidsmarktbeleid’ nog een onbeken-<br />
24 <strong>UWV</strong> Arbeidsmarkt Journaal<br />
de term was. De nasleep van de tweede<br />
oliecrisis (1979) zou die ontwikkeling<br />
gauw genoeg op gang brengen, maar<br />
wat hebben we sinds die tijd wel niet<br />
allemaal voorbij zien komen? Wie kan<br />
nog navertellen hoe we van de oude<br />
bedrijfsverenigingen, via hoogoplopende<br />
debatten over marktwerking, toch<br />
ineens tot een overkoepelend <strong>UWV</strong><br />
gekomen zijn? En hoe uit de oude ambtelijke<br />
GAB’s, via een tripartiet Centraal<br />
Bestuur voor de Arbeidsvoorziening,<br />
CWI is voortgekomen?<br />
Dit en nog veel meer wordt in dit boek<br />
op een rij gezet, en dat maakt het op<br />
zichzelf al tot een goede aanschaf. Maar<br />
het legt ook uit wat er mankeert aan<br />
twee logisch lijkende manieren om<br />
er tegenaan te kijken. Het denkbeeld<br />
dat ontwikkelingen zich ‘rationeel’<br />
voltrekken, waarbij ‘het beste idee<br />
wint’, houdt het kortst stand. Maar<br />
ook het minder naïeve denkbeeld dat<br />
de geschiedenis het product is van een<br />
soort institutionele logica schiet tekort.<br />
Er zijn weliswaar hele perioden waarin<br />
de dingen zich ontrolden zoals je zou<br />
verwachten, bij een gegeven belangenconstellatie.<br />
Toch deden zich wel<br />
degelijk trendbreuken van de eerste<br />
orde voor, waarbij machtige partijen<br />
van hun institutionele basis worden<br />
beroofd: de invloed van de sociale partners<br />
werd sterk beperkt. In de sociale<br />
zekerheid door de vervanging van de<br />
bedrijfsverenigingen door het <strong>UWV</strong>,<br />
en in de arbeidsvoorziening met het<br />
opdoeken van het tripartiete CBA.<br />
De auteurs demonstreren hoe de chaostheorie<br />
de tekortkomingen van de<br />
andere twee benaderingen kan overstijgen.<br />
Daarin is veel plaats voor personen<br />
die op beslissende momenten<br />
hun kans grijpen om een wankel evenwicht<br />
in hun voordeel te doen omslaan.<br />
Bijvoorbeeld door het probleem te herformuleren<br />
en daarvoor steun te mobiliseren.<br />
De auteurs beschrijven zulke<br />
momenten herkenbaar. Vooral de jaren<br />
negentig waren er rijk aan. En vooral het<br />
woord marktwerking is daarbij diverse<br />
keren van inhoud veranderd.<br />
Die beschrijvende stukken hadden best<br />
uitvoeriger gemogen. Maar dat heb je<br />
met interessante geschiedenissen: ze<br />
smaken altijd naar meer. En misschien<br />
zit een vervolg er ook wel in. Wie dit<br />
verhaal uit heeft, ziet geen enkele reden<br />
meer waarom de geschiedenis in 2009<br />
voltooid zou zijn.<br />
Nicolette van Gestel, Paul de Beer en Marc<br />
van der Meer, Het hervormingsmoeras van<br />
de verzorgingsstaat: veranderingen in<br />
beleid en organisatie van de sociale zekerheid<br />
en de arbeidsvoorziening, 1980-2008.<br />
Amsterdam/Nijmegen, Amsterdam<br />
University Press 2009
Achtergrond | Deeltijdwerk<br />
‘Weinig werkgevers praten met hun werknemers over deeltijdwerk’<br />
Taskforce wil dat deeltijders<br />
meer gaan werken<br />
In de jaren negentig nam de werkgelegenheid in de horecabranche fors toe.<br />
De recessie gooit nu even roet in het eten, maar naar verwachting zal de<br />
werkgelegenheid zich weer positief ontwikkelen als de economie aantrekt.<br />
De bedrijfstak zet de komende jaren in op meer scholing en opleiding om het<br />
grote aantal ongediplomeerde medewerkers terug te dringen. ‘We willen de<br />
bekwaamheden van onze werknemers verzilveren.’<br />
Elke van Riel<br />
‘Nederland kent een hoge arbeidsparticipatie,<br />
maar vrouwen werken slechts<br />
weinig uren. Dat betekent dat veel talent<br />
onbenut blijft’, zegt organisatieadviseur<br />
Martijn de Wildt. De Taskforce<br />
waarvan hij deel uitmaakt startte op 1<br />
april 2008 en wil vrouwen met kleine<br />
deeltijdbanen (minder dan 25 uur per<br />
week) stimuleren meer te werken. Dat<br />
is niet alleen nodig om vergrijzing en<br />
ontgroening het hoofd te bieden, maar<br />
ook om de economische zelfstandigheid<br />
van vrouwen te vergroten.<br />
Kansen<br />
Veel vrouwen in kleine deeltijdbanen<br />
geven aan dat ze vijf uur per week<br />
meer willen werken, zo blijkt uit het<br />
afgelopen november verschenen rapport<br />
Verdeelde tijd van het Sociaal<br />
en Cultureel Planbureau (SCP). De<br />
Taskforce heeft berekend dat hiermee<br />
ruim een half miljoen voltijdbanen<br />
kunnen worden ingevuld. Daarvoor<br />
moet wel het nodige veranderen.<br />
Martijn de Wildt,<br />
organisatieadviseur en<br />
Taskforcelid: veel talent<br />
blijft onnodig onbenut<br />
‘Flexibiliteit in werktijden en carrièrepatronen<br />
is van groot belang’, zegt De<br />
Wildt, directeur/mede-eigenaar van<br />
organisatieadviesbureau Qidos en expert<br />
op dit gebied. ‘Nu wordt van werknemers<br />
verwacht dat ze voor hun vijfenveertigste,<br />
dus in de spitsuurtijd van hun<br />
leven, carrière maken. Maar de periode<br />
tussen 25 en 45 jaar is even lang als de<br />
periode tussen 45 en 65 jaar. Daar liggen<br />
veel kansen. In die spitsuurperiode zouden<br />
ouders van jonge kinderen beiden<br />
vier dagen kunnen werken.’<br />
Debat<br />
De Taskforce wil bovenal een maatschappelijk<br />
debat aanjagen. De Wildt<br />
is teleurgesteld in de mannen van zijn<br />
generatie. ‘Nog altijd geven veel mannen<br />
aan dat parttime werken niet kan in hun<br />
baan, vooral in de commerciële sector.<br />
Vervolgens hebben ze wel tijd om een<br />
intensieve cursus van een dag per week<br />
te doen.’ Zelf heeft hij twee jonge kinderen<br />
(acht maanden en bijna drie jaar).<br />
Hij werkt veertig uur per week, maar is<br />
iedere maandag thuis. Zijn vrouw, ook<br />
organisatieadviseur, is twee dagen thuis<br />
en werkt 32 uur. Ze werken regelmatig<br />
’s avonds, ’s ochtends vroeg, of in het<br />
weekend. De Wildt pleit ervoor om<br />
meer te denken in termen van klussen<br />
en minder in termen van aanwezigheid.<br />
Maar hij realiseert zich dat dit voor<br />
hoogopgeleiden makkelijker is en dat<br />
iedere situatie om zijn eigen oplossing<br />
vraagt. ‘Wanneer aanwezigheid op de<br />
werkvloer vereist is, zoals in de thuiszorg,<br />
kun je mensen invloed geven op<br />
hun roosters. KLM doet dat. Ikea laat leidinggevende<br />
functies als duobaan vervullen.<br />
Ook mogen medewerksters hun<br />
zwangerschapsverlof met twee maanden<br />
onbetaald verlengen.’<br />
Het werkplan Een en één is drie, dat de<br />
Taskforce in juli publiceerde, bevat<br />
voorstellen over onder meer flexibilisering<br />
van werktijden, zelfroosteren en<br />
telewerken. Er komen pilots in bedrijven,<br />
belastingmaatregelen om meer<br />
werken aantrekkelijker te maken en<br />
een webwijzer waarmee mensen kunnen<br />
uitrekenen wat dat oplevert. De<br />
Wildt: ‘We gaan ook onderzoek doen,<br />
onder meer in de sectoren onderwijs en<br />
zorg. Hier wordt veel parttime gewerkt<br />
en ontstaat de komende jaren grote<br />
krapte. Werkgevers blijken echter nog<br />
weinig met hun huidige werknemers<br />
om de tafel te gaan zitten om antwoord<br />
te krijgen op de vraag: wat heb je nodig<br />
om meer uren te gaan werken?’<br />
<strong>UWV</strong> Arbeidsmarkt Journaal 25
Foto: Nationale Beeldbank<br />
Trend | Onderzoek besproken<br />
Schoolverlaters tevreden<br />
over richting<br />
Jaarlijks voert het Researchcentrum<br />
voor Onderwijs en Arbeidsmarkt<br />
(ROA) samen met DESAN Research<br />
Solutions een onderzoek uit onder<br />
recente schoolverlaters en pas afgestudeerden.<br />
Daarbij worden vragen gesteld<br />
over hoe de schoolverlaters het gevolgde<br />
onderwijs beoordelen, in welke<br />
banen ze terechtkomen, welke carrièreperspectieven<br />
ze zien en dergelijke. Dit<br />
geeft een beeld van hoe de gevolgde<br />
scholing aansluit op de arbeidsmarkt.<br />
Er deden 38.000 schoolverlaters mee.<br />
Van de tien gediplomeerden vinden er<br />
vier dat de opleiding een goede basis<br />
biedt om te starten op de arbeidsmarkt.<br />
Dit percentage stijgt naarmate het<br />
onderwijs hoger wordt: van 24 procent<br />
bij het vmbo tot 60 procent voor<br />
het wetenschappelijk onderwijs (wo).<br />
Bij de vraag of de opleiding een goede<br />
basis biedt voor het verder ontwikkelen<br />
van kennis en vaardigheden, antwoordt<br />
58 procent bevestigend. 40 procent<br />
vindt dat de docenten niet streng waren<br />
en meer dan een derde van de schoolverlaters<br />
vindt de examens niet pittig<br />
genoeg.<br />
26 <strong>UWV</strong> Arbeidsmarkt Journaal<br />
Veruit de meeste schoolverlaters van het<br />
voortgezet onderwijs stromen door naar<br />
een vervolgopleiding. 60 procent van<br />
hen kiest voor een studie die qua richting<br />
in het verlengde ligt van de eerder gevolgde<br />
opleiding. Van de gediplomeerden die<br />
gaan werken heeft ongeveer driekwart<br />
een baan op minimaal het eigen opleidingsniveau.<br />
Bijna zeven op de tien gediplomeerden<br />
heeft een baan in de eigen of<br />
verwante opleidingsrichting.<br />
De gemiddelde werkloosheid anderhalf<br />
jaar na het behalen van het diploma is<br />
afgenomen van 6 procent vorig jaar naar<br />
4 procent nu. Ongeveer 7 procent van de<br />
gediplomeerden is direct na het behalen<br />
van het diploma vier maanden of langer<br />
werkloos. Deze intredewerkloosheid<br />
is het hoogst onder afgestudeerden van<br />
het hoger onderwijs. Van alle werkzame<br />
respondenten zou 78 procent weer<br />
voor dezelfde richting kiezen. Later zal<br />
het ROA een rapport publiceren over<br />
schoolverlaters zonder diploma.<br />
ROA, Schoolverlaters tussen onderwijs<br />
en arbeidsmarkt 2007, ROA-R-2008/3,<br />
september 2008<br />
EU levert<br />
Nederlanders<br />
geld op<br />
Door het vrije verkeer binnen de<br />
Europese Unie (EU) van goederen,<br />
diensten en kapitaal worden de kosten<br />
van grensoverschrijdende economische<br />
transacties verminderd. Daardoor<br />
neemt de toegang voor bedrijven tot de<br />
internationale economie toe en groeit de<br />
buitenlandse handel. Dit leidt tot meer<br />
productiviteit en groei. Zo betekent<br />
de toegenomen openheid een grotere<br />
markt. Bovendien worden bedrijven<br />
onderworpen aan meer concurrentie.<br />
Een grotere marktschaal geeft ook prikkels<br />
om te investeren in onderzoek en<br />
ontwikkeling. Dit leidt tot meer innovatie<br />
en technologische vooruitgang.<br />
Door de invoering van de Europese<br />
interne markt is de handel substantieel<br />
toegenomen. Het Centraal Planbureau<br />
heeft berekend dat het bruto binnenlands<br />
product in de Europese Unie met<br />
2 tot 3 procent extra is gegroeid, als<br />
gevolg van de Europese interne markt.<br />
Voor Nederland is de bijdrage zelfs<br />
dubbel zo hoog. Volgens het CPB zijn<br />
vooral de export, de import en de buitenlandse<br />
investeringen fors gestegen<br />
door de interne markt. Zo wordt 18<br />
procent van de goederenexport toegeschreven<br />
aan de interne markt. De<br />
effecten voor de handel in diensten is<br />
met 5 procent een stuk lager.<br />
Uiteindelijk rekent het CPB voor dat<br />
‘Europa’ voor 4 tot 6 procent meer<br />
inkomsten zorgt. Dit komt globaal<br />
overeen met 1500 tot 2200 euro per<br />
jaar per hoofd van de bevolking. Het<br />
CPB tekent daarbij aan dat de stimulerende<br />
effecten nog niet zijn uitgewerkt.<br />
De arbeidsmarkt wordt hierdoor<br />
natuurlijk beïnvloed. Onze banengroei<br />
is deels afhankelijk van de Europese<br />
interne markt.<br />
CPB, The internal market and the Dutch<br />
economy, CPB-document 168,<br />
september 2008
Foto: Istock<br />
Vooral onderwijs en<br />
overheid vergrijzen<br />
De beroepsbevolking vergrijst. Tussen 2001 en 2007<br />
steeg de gemiddelde leeftijd met 1,6 jaar tot bijna 40 jaar.<br />
Hiervoor zijn twee oorzaken. De eerste is demografisch.<br />
Tussen de Tweede Wereldoorlog en het begin van de<br />
jaren zeventig werden veel kinderen geboren, gemiddeld<br />
240.000 per jaar. In de jaren erna waren het er zo’n<br />
180.000. Die eerste groep behoort nu tot de oudere leeftijdscategorieën.<br />
De tweede oorzaak is dat na de Tweede Wereldoorlog<br />
de arbeidsdeelname van ouderen decennialang afnam.<br />
Hierdoor werd de gemiddelde leeftijd van de beroepsbevolking<br />
lager. Sinds de jaren negentig is de arbeidsparticipatie<br />
van ouderen weer toegenomen. Pensioenregelingen<br />
werden versoberd en vervroegd pensioen werd ontmoedigd.<br />
Het beleid van de overheid om de arbeidsparticipatie<br />
van ouderen te verhogen leidt tot een meer vergrijsde<br />
beroepsbevolking.<br />
In veertien onderscheiden bedrijfstakken varieert de<br />
gemiddelde leeftijd van de beroepsbevolking van 32,5<br />
(uitzendkrachten) tot 43,4 jaar (onderwijs). Een verschil<br />
van ruim tien jaar. In het onderwijs is bijna een op de vijf<br />
werkenden 55 jaar of ouder. Een andere bedrijfstak met<br />
veel ouderen is het openbaar bestuur.<br />
Als we kijken naar het tempo van vergrijzing, dan blijkt<br />
de vergrijzing van uitzendkrachten nog het snelst te gaan.<br />
Tussen 2001 en 2007 neemt de gemiddelde leeftijd bij<br />
uitzendkrachten toe met 2,7 jaar. Van alle bedrijfstakken<br />
gemiddeld is de groei 1,6 jaar. Ondanks de snellere stijging<br />
bij uitzendkrachten blijft dit wel de categorie met de laagste<br />
gemiddelde leeftijd. Beroepen die het meest vergrijzen<br />
zijn boer, taxichauffeur, beleidsambtenaar ruimtelijke ordening<br />
en welzijn, docent klassieke talen, godsdienst en cultuur.<br />
Van de tien meest voorkomende beroepen zijn docent<br />
basisonderwijs en boekhouder het meest vergrijsd.<br />
CBS, Vergrijzing van bedrijfstakken en beroepen, in<br />
Sociaaleconomische trends, 3e kwartaal 2008<br />
Column I Ton Wilthagen<br />
Crisis<br />
betekent<br />
beslissingen<br />
nemen<br />
Het is crisis in Nederland en<br />
de komende maanden zal<br />
dit nog duidelijker worden,<br />
zeker op de arbeidsmarkt.<br />
Hoewel ik mij terdege realiseer<br />
dat veel mensen te kampen<br />
krijgen met onzekerheid, zijn aan deze crisis ook positieve<br />
kanten te ontdekken. Het woord crisis komt uit het Grieks en<br />
betekent eigenlijk ‘beslissend moment’. Mijn stelling is dat we in<br />
Nederland op het gebied van de modernisering van het arbeidsmarktbeleid<br />
de laatste jaren niet tot beslissingen hebben kunnen<br />
komen en dat de crisis ons nu dwingt dat wel te doen.<br />
De belangrijkste uitdaging voor het arbeidsmarktbeleid<br />
is gelegen in het bieden van werkzekerheid aan iedereen.<br />
Werkzekerheid omschrijf ik als de zekerheid om aan het werk<br />
te komen, aan het werk te blijven en jezelf te kunnen verbeteren<br />
op de arbeidsmarkt. Werkzekerheid is iets anders dan baanzekerheid:<br />
de zekerheid van dezelfde baan bij dezelfde werkgever.<br />
Die laatste zekerheid is tegenwoordig minder makkelijk te<br />
bieden. Enerzijds omdat de ontwikkeling van de economie, de<br />
vraag naar arbeid en de werkgelegenheidsstructuur niet over<br />
lange tijd te voorspellen zijn; anderzijds omdat de bevolkingssamenstelling<br />
en de voorkeuren van mensen aan forse verandering<br />
onderhevig zijn. Het is daarom cruciaal dat mensen en<br />
bedrijven over een groot aanpassingsvermogen beschikken.<br />
Wat betreft mensen zijn drie zaken essentieel: mentaliteit,<br />
capaciteiten en faciliteiten. Mensen moeten zich erop gaan<br />
instellen dat zij op de arbeidsmarkt meer moeten gaan bewegen.<br />
Maar daartoe moeten mensen wél de capaciteiten ontwikkelen<br />
en de faciliteiten aangeboden krijgen. Er is dringende<br />
behoefte aan vooruitziend personeels- en opleidingsbeleid en<br />
aan arbeidsmarktinstituties die systematisch werkzekerheid<br />
bevorderen. Mensen moeten zich blijvend kunnen ontwikkelen<br />
en als het nodig is tijdig naar een andere functie of baan kunnen<br />
overstappen, binnen of buiten het bedrijf of de eigen sector. De<br />
afgelopen jaren is het niet gelukt om veel vorderingen te maken<br />
in het bouwen van werkzekerheidsystemen. De noodzaak werd<br />
onvoldoende ingezien en de ‘polder’ verzandde bovendien in<br />
een veel te enge discussie over het ontslagrecht. Nu zien we<br />
echter de opkomst van mobiliteitscentra, hernieuwde aandacht<br />
voor het belang van scholing en arrangementen voor de overstap<br />
naar een andere baan. Hoewel daarmee het bouwwerk<br />
zeker niet af is, levert de crisis ons in ieder geval meer besliskracht<br />
en een aantal bouwsteentjes op.<br />
Ton Wilthagen is hoogleraar institutionele en juridische aspecten van<br />
de arbeidsmarkt en directeur van het onderzoeksinstituut ReflecT<br />
aan de Universiteit van Tilburg. Hij verzorgt in 2009 deze column.<br />
<strong>UWV</strong> Arbeidsmarkt Journaal 27
Nieuws | <strong>UWV</strong> WERKbedrijf<br />
Jetta Klijnsma opent <strong>UWV</strong> WERKbedrijf<br />
Staatssecretaris Jetta Klijnsma (SZW) gaf op woensdag 7 januari tijdens een<br />
werkbezoek aan de vestiging van Werkplein in Delft het officiële startschot<br />
van <strong>UWV</strong> WERKbedrijf.<br />
<strong>UWV</strong> WERKbedrijf is het onderdeel<br />
van <strong>UWV</strong> waar arbeidsbemiddeling en<br />
re-integratie bij elkaar komen. In <strong>UWV</strong><br />
WERKbedrijf zijn vanaf 1 januari 2009<br />
de activiteiten van CWI (Centrum voor<br />
Werk en Inkomen) en de re-integratieactiviteiten<br />
van <strong>UWV</strong> gebundeld.<br />
<strong>UWV</strong> WERKbedrijf is het trefpunt<br />
voor werkzoekenden en werkgevers.<br />
Werkgevers vinden hier informatie en<br />
ondersteuning bij het zoeken naar gekwalificeerd<br />
personeel. Werkzoekenden worden<br />
ondersteund bij het vinden van werk.<br />
Totdat zij weer aan het werk zijn, kunnen<br />
werkzoekenden bij <strong>UWV</strong> WERKbedrijf<br />
terecht voor het aanvragen van een uit-<br />
Dertig nieuwe mobiliteitscentra<br />
28 <strong>UWV</strong> Arbeidsmarkt Journaal<br />
kering (WW, WWB). Voor werkgevers<br />
behandelt de organisatie ontslagvergunningen<br />
en tewerkstellingsvergunningen.<br />
‘In samenwerken zijn we goed, daarin<br />
schuilt onze kracht’, verklaarde Klijnsma<br />
in haar toespraak. ‘Juist in deze economisch<br />
turbulente tijden is het belangrijk<br />
om samen te blijven werken aan de versterking<br />
van de economische structuur.<br />
Mensen die nu aan de kant staan, moeten<br />
aan de slag. Er zijn ondanks de economische<br />
terugval ook nog steeds veel vacatures.<br />
En degenen die onverhoopt hun<br />
baan verliezen, mogen we niet aan hun<br />
lot overlaten maar moeten we zo snel<br />
mogelijk begeleiden naar ander werk.’<br />
Werkgevers die hun orderportefeuille door de crisis zien teruglopen,<br />
kunnen tot 1 maart 2009 bijzondere werktijdverkorting (WTV) aanvragen.<br />
<strong>UWV</strong> WERKbedrijf richt versneld dertig mobiliteitscentra in om medewerkers<br />
te begeleiden bij scholing of vervangend werk, onder meer in Eindhoven,<br />
Groningen, Rotterdam, Helmond, Zwolle en Enschede.<br />
WTV is een tijdelijke maatregel van<br />
het Ministerie van Sociale Zaken en<br />
Werkgelegenheid om haastige massaontslagen<br />
te voorkomen. Werknemers gaan<br />
voor beperkte duur in de WW. De uren<br />
waarvoor ze in de WW zitten, moeten ze<br />
besteden aan scholing of detachering. Op<br />
deze manier behouden bedrijven ervaren<br />
Foto: Koen Verheijden (H.H.)<br />
werknemers en draaien ze bij een aantrekkende<br />
vraag snel weer op volle toeren.<br />
Een mobiliteitscentrum is een samenwerking<br />
van <strong>UWV</strong> WERKbedrijf met<br />
bijvoorbeeld gemeenten, ondernemers<br />
en onderwijs. Welke partijen hierin met<br />
<strong>UWV</strong> WERKbedrijf participeren is afhankelijk<br />
van de regionale behoefte van<br />
Klijnsma vindt ‘Werkplein’ een goede<br />
naam voor de locaties waar werkgevers<br />
en werkzoekenden terechtkunnen<br />
werkgevers. Bedrijven kunnen bij een<br />
mobiliteitscentrum ondersteuning krijgen<br />
bij opleidingen of detacheringsmogelijkheden<br />
voor werknemers. Wanneer<br />
werkgevers gebruikmaken van de tijdelijke<br />
WTV-regeling zoekt het mobiliteitscentrum<br />
oplossingen om personeel aan<br />
ander werk te helpen of te scholen. Wie<br />
een beschikking heeft voor het toepassen<br />
van WTV kan gebruikmaken van de<br />
dienstverlening van de mobiliteitscentra.<br />
<strong>UWV</strong> WERKbedrijf opende in januari<br />
ook een Coördinatiecentrum Mobiliteit<br />
(CCM) in Zeist. Het CCM biedt landelijke<br />
ondersteuning bij de aanpak van<br />
werktijdverkorting en mobiliteit, vergaart<br />
kennis en expertise en wisselt deze uit. Zo<br />
verzamelt het CCM alle informatie over<br />
sectoren of branches die mogelijkerwijs<br />
assistentie nodig hebben. Sectoren of<br />
branches waar massaontslagen dreigen,<br />
kunnen terecht bij het CCM.<br />
Als u vragen heeft over de tijdelijke<br />
WTV-regeling, dan kunt u bellen met<br />
het Klantcontactcentrum van <strong>UWV</strong>,<br />
tel. 088-898 20 08. Meer informatie<br />
vindt u ook op werk.nl.<br />
Foto: Hilz & Verhoef (H.H.)