DE REKENINGEN VAN DE STAD BRUGGE - Koninklijke ...

(Wouteren den), 261, 15;
Horne
(Katelinen van den), B., 1034, 4; 1094, 2; - (Lis(e)betten van
den), B., 510, 40; 987, 23; 1045, 34; - (Marie van den), B., 695,
17, 18, 19;
Horneweder
(Andriese), i.v. Damme, 615, 40; - (Ghiseline), 194, 27; -
(Hannekine), 203, 23; 203, 23;- (Hughe), i.v. Aardenbeurg,
Hannekinswerve, 19, 15, 20; 134, 26; 609, 7; - (Hughe), schipper,
470, 3-5; - (Hughen - van der E), i.v. Saaftinge, 518, 41; 519,
1-3; 603, 15-16; - (wedewe Jan), B., 20, 7; - (Willemme), B., 514,
7;
Hose(n)
((der) Jan), B., 164, 31; 309, 25; - (Jan, den, die jonghe(n)),
B., 207, 25; 209, 38; 381, 13; 389, 33; 400, 8; 418, 41; 424, 15;
- (Jan, den ouden, doude), B., 207, 24; 209, 37; 382, 9; 389, 34;
400, 7; 415, 13; 419, 36; 424, 18; 431, 22;
Hosekin, Hostkin
(Clays), B., 556, 31; zijn weduwe, zie Katelinen; -(Grielen, f.
Clais), B., 1033, 12; - (Katelinen, Clais - wesen bi Marien, sinen
wive), B., 1030, 25; 1089, 20; - (Katelinen, Clais - wese bi f.
Jans van Maldenghiem), 1089, 21;
Hoste (Jhan), 802, 7; - (Jan - wesen), B., couscepper, 1030, 34;
Hostin(en) 552, 22; 1034, 11; zijn broer, 552, 22
Hostkine (Jacob), B., 984, 41
Houc (Jacoppe), 776, 35;
Houbrekersdam, zie HOUTBREKERSDAM 658, 14;
Houcourne (Henri de), 830, 37;
Houd, zie Hond
Houdenarde, zie OUDENAARDE
Houdenburch, zie OUDENBURG
Houdenem (Pauwelze van), B., in stadsdienst, 1014, 22;
Houden zak, zie OUDE ZAK
Houder moelne (Meuze van der), 1022, 8; - (Thomas wese van der),
1022, 8;
Houdhawe, zie HOUTAVE
Houdiernen (Willem), 814, 34;
Houdvivere (Janne van), B., 1005, 11;
Houfin (Jahan), dissenier of hoofdman van tien, Frans soldaat, 793,
18;
Houke, zie HOEKE
Houk(e)re (Jan(ne) (den)), B., 224, 6; 510, 35; 514, 6; 754, 7; 960,
2; 988, 32;
HOUTAVE,
Houdhawe, Hautawe, Hout(h)awe, Houtauwe, Outawe, W.-Vl.,
fusiegem. Zuienkerke, 31, 20; 41, 11; 121, 18; 142, 9, 11, 12,
13; 203, 29; 267, 19; 335, 19; 438, 34; 535, 41; 537, 13; 624,
15; 874, 38; - ((mestre) Boidine, Bouden, Boudene van, de
156