DE REKENINGEN VAN DE STAD BRUGGE - Koninklijke ...

14; 784, 31; 997, 17; zie ook Broucke (Gillise uten), GIJZEGEM
(Jan van), Merenche (minen here Boudene van); zijn knapen, zie
Bloc (Herenboud den), Moenkin (Woutere), Oudenburch (Wouteren
van); - Assisers, 1008, 1; - Bakkers, ambacht, 992, 19; -
Baljuwsknapen, 102, 12; 105, 22; 109, 18; 560, 40; 573, 22; 711,
29; 713, 17; 715, 8, 26; 732, 11; 735, 42; 736, 2; 769, 6; 969,
22; zie ook SLIJPE (Janne van); - (Barmakre, 500, 11; 992, 21;
- Beenhouwers, vleschambochte, 444, 8; 811, 38; 812, 4-5, 16; 813,
1-2; 815, 24; 1005, 30; Begijn, 867, 10; Barne camere, Bernecamer,
955, 19, 21; 994, 11-12; 1007, 24-25; 1064, 15; - Belfort, 1064,
4; Blijde, 471, 9; 563, 25; - Boden, riders??, 119, 2, 9, 14, 30;
120, 15, 31, 32; 462, 15, 464, 11; 790, 14; 976, 12, 17; 977, 1,
39; 1014, 30; 1017, 35; 1017, 35; 1020, 10; 1081, 28; 1085, 15;
zie ook Blocke; Borengette; Gansekine; Kempen (Coppine);
Moelnebrouch (Claykine); - bornesceppers, 970, 21-22; -
Broodwegers, 762, 25; 968, 25; 1070, 30; hun knaap, zie Kaukine;
Bruggemarkt, 597, 29-30; Bruggen, 720, 27; 972, 4, 14, 31, 34;
973, 2, 8, 13, 28, 37; 974, 7, 14; 1007, 32-33; 1059, 20; 1003,
40; 1011, 5; Buitenpoorters, 316, 24; Burg, Buergh, 343, 9;
Burgemeesters,burchme(i)ster(s),
bourghemestres,bu(e)rghme(i)sters, burghemestres,
burgimagistri, 11, 25-26; 60, 11; 68, 3; 108, 29; 113, 38; 132,
2; 342, 4, 29; 343, 23; 344, 3, 21; 345, 29; 349, 38; 352, 12;
354, 11; 360, 6, 39-40; 364, 30; 369, 28; 452, 19; 455, 12; 480,
8; 550, 12-13, 25-26; 551, 6, 8, 14, 23; 552, 12; 553, 40; 554,
6, 29; 555, 1, 6-7, 15; 556, 2, 6, 29; 558, 3, 5; 560, 7; 561,
35; 562, 22, 40; 563, 4, 11, 20; 565, 7; 566, 22; 571, 32-33, 35;
572, 34; 573, 2, 37; 576, 8-9; 579, 12; 581, 5; 583, 7; 713, 19;
720, 14; 745, 27; 789, 40; 871, 2, 19; 886, 16; 917, 36; 934, 6;
970, 13; 999, 8, 37; zie ook Heme (Jan), Hoye (Jhan van den), Poele
(Symoene van den), Rughe (here Martin van der), ; Burgers, 921,
3; "buetercameren", 507, 40; 509, 3; 593, 1; - cabaretten, - der
stede cauchiedere, 711, 40; zie ook Inkin; - Corenbiters, 722,
15; - 'deken van den corne', zie Meet (Lauwerse uter); - Deken
van de honderdmannen, 737, 41; 738, 1; 766, 17; zie Marcelien
(Pieter f.); - Deken van den papiere, 737, 31; - Deken van de
volders, 763, 5; zijn garsoen, 763, 5; - Deken en vinders, 120,
4; 767, 40; - Deken en vinders van den fruite, 775, 20; - Delvers,
779, 16; - dijken buiten de stad, - Donkere kamer, donker camere,
56, 16; - Drager van de stadskannen, 763, 19; zie ook Ramen (Coppin
van den); - Drapeniers, 1037, 33; - Fonteinen, 764, 41; 1069, 26;
vachters, zie Ardenburch (Boudenen van), Coekelare (Lammekine
van), Ramen (janne van den); - Garsoenen, 13, 19; 97, 5, 9, 12,
16, 20, 24, 28, 32, 36, 40; 113, 34; 348, 19; 447, 41; 465, 28;
709, 16; 762, 35; 769, 14; 778, 14; Garsoenen van de honderdmannen,
561, 31; 966, 32; 1070, 18; 1071, 14; zie Lauwerkine; - Garsoenen
van de stad, 719, 41; 738, 24; 110, 15; 966, 24; 998, 11; 1070,
17, 20; 1071, 13; - Garsoenen van (de vinders van) de ramen, 1070,
55