DE REKENINGEN VAN DE STAD BRUGGE - Koninklijke ...

Wisselaars, 305, 15-36; 507, 336; 721, 40; 955, 30; 993, 12; 994,
23; 1038, 20; 1039, 19; - Witschepen, 104, 19; zie Banst (Gillise
den); - Woekeraars, 507, 37; 602, 15; 722, 9, 12; 955, 27; -
Zegelmaker, zie Willemme; - Zeggers, secghers, 1081, 3; -
Kruisboogschutters van, seilscotters, ze(e)lscotters,
zel(f)scutters, 12, 41; 14, 7, 10; 97, 1; 99, 28; 101, 14, 33;
103, 23; 106, 2, 4; 110, 2, 3, 6, 9, 12, 16, 17, 20, 22, 24; 111,
19; 115, 24; 123, 8, 36; 1005, 10; 1007, 19; 1009, 18; 1073, 21,
28; zie ook Morenghem (Pietere van), Vos (Jacoppe den);
aanvoerders, coningstavle, hoftman zie Beckine (Jacoppe van den),
Biest (Veyse van der), Busard (Janne), Dullekine (Meuse), Gartere
(Colarde den), Goedcoep (Pietre), Handscoewerkre (Ghiseline),
Hollandre, Inghelmonstre (Willemme van), Jonghen (Colarde den),
Ketelboetre (Gherarde den), Lauwarde (Diederic), Oudenburch
(Clayse van), Quaetjong (Jan), Rommel (Boudene), Rommele
(Gillis), Sailgen (Janne), Volcard (Janne), Vos (Boudene den),
Vos (Jacoppe den), Wedericke (Willemme); - Zesters draghers, 997,
10; - Zilverbranders, zelverberners, 722, 15; - Zilversmeden,
568, 26; - (Avelin van der), 373, 4; - (Jan van), B.,
paternostermaker, 702, 28, 30, 31, 32; - (Laurent, Leurens de),
824, 36; 830, 7; - Wesen, 966, 18; - (Willekine van), 372, 31;
- (Yuwain de), 830, 8; Inwoner, zie Rinvisch (Evrart)
BRUGGEDAMME, Brugghedamme, wijknaam te Werken; - (Symon van),
hoofdman van de Zeelanders, 846, 27, 28;
Brugit (Leurent de), 823, 1;
BRUGSE VRIJE, castel(le)rie de Bruges, den Vrien, kasselrij van
Brugge, 565, 7; 886, 5; 891, 26-27; 1083, 31;
Bruiere
(Janne van den, Jehan de le), "de deurwaarder", lid van het hotel
van Willem van Gulik, 77, 3; 774; 824, 18; 829, 34; 832, 15; 849,
36; -(Piron de le), 836, 9;
Brukerke Heer van, 56, 29;
Brule
(Jakeme), broer van Mielet, 798, 28; - (Mielet de), broer van
Jakeme, 798, 28;
Brulli (Roger de), Frans soldaat, dissenier of hoofdman van tien,
798, 32; 799, 1;
Brumans
(Katelinen), i.v. Mariakerke, ´s Heer Woutermanambacht, 337, 34;
- (Katelinen, f. Symons), B., 1093, 11;
Brun(e) (Clayse), ‘ghistelsay copere’, 66,26; - (Hannin), 812, 40;
Bruneberch 794, 1
Brunele (Arnoud), 215, 17; - (Gillis), i.v. Stavele, 56, 25;
Brune(n)
(Arnoude), i.v. Aardenburg, 323, 36; - (Arnoude den), i.v.
Houtave, 142, 9, 11, 12; 267, 20; 335, 23; 537, 22-24; - (Avezoete,
Jan - wedewe), B., 749, 9; - (Boudene den), i.v. Lapscheure, 254,
27; 326, 29; 614, 7; - (Boudene den), broer van Reinghere, 250,
63