DE REKENINGEN VAN DE STAD BRUGGE - Koninklijke ...

756, 9;
Meremghien (Olivier de), 823, 14;
Merens, Merenche(n)
(minen here Boudene van), baljuw van B., 568, 34; 711, 32; 718,
8-9, 28; 724, 6; 772, 8;
Mer(e)ga(e)rd(e) (Gherard(e)), i.v. Snellegem, 35, 19; 143, 28;
271, 12; 543, 18;
Mergriete(n), zie Margriete
MEERHEM, Merhem, Marham, Merhin, Merlem (min here Gherard van), 79,
15; 801, 32; - (min here, mon signeur Godefroit, Godefroy de, van),
ridder, 801, 33; 822, 24; 830, 35; 831, 9;
Merhem, zie MEERHEM
Merheym, zie MEERHEM
Merhin, zie MEERHEM
MEERHOUT, NL, Merhoud, Merhout, Meroud (Janne van), B., 595, 13;
1043, 32;
MERKEM,
Merchem, W.-Vl., k. Diksmuide, 50, 29; 51, 1; 52, 16; 121, 32;
145, 39; 204, 23; 273, 4; 541, 24; 542, 12; 884, 1;
Merlem, zie MEERHEM
Merline (Wouter), i.v. Aardenburg, 610, 15;
Mernaelge (Hughe), "die scheppere", 837, 19;
Meroud, zie Merhout
Mersaillen, Merse(i)llen (Weitine), B., 968, 12; 969, 15, 18, 37;
1066, 17;
Me(e)rsch, plaatsnaam te Brugge, 291, 21; 632, 14; 994, 41;
Mersch(e)
(Clayse uter), 62, 6; 68, 6; - (Clayse van der), B., 165, 36; -
(Janne van der), 77, 20; - (Pieter van der), 801, 16; - (Pietre
van der), 79, 30; - (Willemme van der), B., 773, 32; - (mestre
Willemme van der), 83, 22;
Merscht (Jehan de le), 830, 17;
Merse(i)llen, zie Mersaillen
Mers(s)eman, Merzemam
(Janne, Jhan den, Jehan (de)), in dienst van Willem van Gulik,
85, 11; 801, 12; 824, 4; 851, 23; - (Lauwerse den), B., wisselaar,
169, 40; 507, 5; 601, 1; zijn zuster, zie Christinen; - (Piet(e)re
den), B. 190, 20; 291, 27; 292, 19; 568, 15; 674, 29, 30, 31; -
(Wouteren den), i.v. Maldegem, 750, 34;
Mersen(n)ier, Mercennier, Merchenier (Arnoud, Arnoudekin die), B.,
312, 29; 376, 35; 385, 35; 390, 14; 400, 26; 410, 32; 422, 30;
Mersen (Jacoppe f.), 598, 6;
Mersoeten (Janne f.), marktkramer, 592, 31;
Mertins (vidua Clais), B., 313, 4;
Mervaille, Mervaelge (Hughe), B., 671, 41; zijn echtgenote, 862, 31;
Mervaelge, zie Mervaille
Merzemam, zie Merseman
Mes (Coenrart du), 794, 35;
215