Hoofdstuk 1. IBM Rescue and Recovery - Lenovo
Hoofdstuk 1. IBM Rescue and Recovery - Lenovo
Hoofdstuk 1. IBM Rescue and Recovery - Lenovo
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
Bijlage E. Antidote Delivery Manager-opdrachten - Naslag en<br />
voorbeelden<br />
Er wordt een vanaf de opdrachtregel te besturen verpakkingstool meegeleverd<br />
waarmee de beheerder berichten kan definiëren. Daarnaast biedt Antidote Delivery<br />
Manager enkele speciale opdrachtfuncties die in de berichten kunnen worden<br />
gebruikt.<br />
Antidote Delivery Manager - Opdrachtoverzicht<br />
De opdrachtregelinterface voor opstartbeheer (Boot Manager) is BMGR32. Dit<br />
bevindt zich in de directory c:\<strong>IBM</strong>TOOLS\UTILS. In de volgende tabel vindt u de<br />
parameters voor BMGR32.<br />
Opdrachten Beschrijving<br />
APKGMES [/KEY sleutelbest<strong>and</strong>|/NEWKEY sleutelbest<strong>and</strong><br />
|/NOSIG] berichtdirectory berichtnaam<br />
Voor APKGMES /KEY wordt er een berichtenbest<strong>and</strong><br />
gemaakt op basis van de inhoud van TVT.TXTmessage_directory.<br />
De directory moet een best<strong>and</strong> met de<br />
naam GO.RRS bevatten. Als de parameter /KEY<br />
wordt gebruikt, wordt er een ondertekeningssleutel<br />
opgehaald uit keyfile.prv en moet de sleutel in het<br />
best<strong>and</strong> keyfile.pub zijn gedistribueerd aan alle<br />
clients waarop het bericht wordt verwerkt. St<strong>and</strong>aard<br />
wordt het sleutelbest<strong>and</strong> “KEYFILE.PRV” gebruikt.<br />
De parameter /NEWKEY kan worden gebruikt om<br />
een sleutel te maken. Als ondertekening niet vereist<br />
is, wordt met /NOSIG voorkomen dat er iets wordt<br />
ondertekend. Aan het eind van de naam van het<br />
bericht wordt een datum- en tijda<strong>and</strong>uiding toegevoegd,<br />
zoals berichtnaamJJMMDDHHmm.zap.<br />
REBOOT [/RR|/Win] [/wait | /f] De machine opnieuw opstarten. Zonder parameters<br />
wordt er opgestart met de normale opstartvolgorde.<br />
De parameter RR betekent dat er moet worden opgestart<br />
naar <strong>Rescue</strong> <strong>and</strong> <strong>Recovery</strong> en WIN dat er moet<br />
worden opgestart naar het normale besturingssysteem.<br />
Het opnieuw opstarten gebeurt pas bij het<br />
afsluiten van het script, dus gewoonlijk is dit de<br />
laatste opdracht in een script. De optionele parameter<br />
WAIT zorgt ervoor dat het systeem pas later (h<strong>and</strong>matig<br />
of via een <strong>and</strong>er mechanisme) opstart naar de<br />
opgegeven omgeving. Met de parameter /f zorgt u<br />
dat het systeem onmiddellijk opnieuw opstart en de<br />
gebruiker dus niet de kans geeft om gegevens in<br />
geopende programma’s op te slaan. Als er geen<br />
parameters worden opgegeven, wordt st<strong>and</strong>aard de<br />
parameter /win gebruikt (/wait en /f dus niet).<br />
© Copyright <strong>IBM</strong> Corp. 2004 85