2 7 N O V E M B E R 1 9 3 2
2 7 N O V E M B E R 1 9 3 2
2 7 N O V E M B E R 1 9 3 2
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
2 7 N O V E M B E R 1 9 3 2<br />
PrijS 0.50 fr. HUMORISTISCH WEEKBLAD • 2e Jaargang - Nr 30 24 NoV. 1932
2 KOEKOEK<br />
WETENSCHAPPELIJKE KRONIEK<br />
De schoone ziel<br />
van 't kind<br />
Iedereen weet, of daaromtrent,<br />
wat een maag is, een lever, een<br />
hart, een duim, een dikke darm<br />
en een achterfacade.<br />
Van al deze lichaamsdeelen kent<br />
men zelfs de goede en de kwade<br />
eigenschappen. Zóó spreekt men<br />
van een gekeerde maag, een<br />
drogen lever, een natten vinger,<br />
enz., enz.<br />
Maar met de ziel is het anders<br />
gesteld. Zelfs de specialisten weten<br />
niet, waar ze gehuisvest is. Sommigen<br />
beweren, dat zij zich schuil<br />
houdt tusschen de hersenkronkelingen,<br />
anderen in de galblaas, en<br />
nog anderen ln den onderbuik.<br />
Dat zijn natuurlijk al goedkoope<br />
veronderstellingen.<br />
Wat is de ziel feitelijk?<br />
Iemand, die zijn lief verloren<br />
heeft, die onverwachts het bezoek<br />
van zijn schoonmoeder krijgt, die<br />
den Maandag den toestand van<br />
zijn financies nagaat, al dezen<br />
kunnen we wel zeggen, hebben een<br />
belabberde ziel, die ongeveer nog<br />
0,35 fr. waard ls.<br />
Hij, daarentegen, die warme<br />
voeten heeft en een groote sigaar<br />
in zijn hoofd, die eèn rijke tante<br />
komt te begraven of alle acht<br />
dagen een andere «kiene» ln zijn<br />
netten vangt, hij heeft veel kans<br />
een rustige, schoone ziel te bezitten.<br />
Zoodat we dus wel met eenigen<br />
schijn van waarheid mogen zeggen,<br />
dat de ziel ln den portemonee<br />
te zoeken ls.<br />
In deze overtuiging staan we<br />
niet alleen. Mgr. Courcoux, bisschop<br />
van Orléans, die zijn centen<br />
schampavie liet spelen over de<br />
Zwitsersche grens, alsook de<br />
generalen, die 't zelfde deden, zijn<br />
insgelijks onze meening toegedaan.<br />
En dat ls de juiste.<br />
Wanneer de groote menschen u<br />
dus komen spreken van de<br />
«schoone ziel van 't kind», ls er<br />
kans, dat ze gelijk hebben, ten-<br />
. minste als dit kind de' wettelijke<br />
spruit ls van een beheerder der<br />
Bociété Générale, van een lnvalieden<br />
generaal ln aktleven dienst,<br />
of iets in dien aard.<br />
Wat de kinderen der werkloozen<br />
betreft, die de ziel van hun vader<br />
geërfd hebben, samen met zijn<br />
armoede, ik zou u aanraden daar<br />
het gekende liedje van «de<br />
schoone ziel» niet al te luid te<br />
zingen.<br />
En vooral niet op Zondag aanstaande.<br />
't Zou kunnen lukken, dat ge<br />
van een kale reis thuiskomt.<br />
En 't ware verdiend.<br />
Dr PANGLOSS.<br />
Het ideaal, zoo als de liberalen<br />
het voor de a rbeiders willen<br />
(Teekening van Steinlen)<br />
Éen beetje straffer dan In Gent!<br />
Onze lezers weten nog dat verleden<br />
Jaar op de Korenmarkt twee leeuwen<br />
moesten verkocht worden in openbare<br />
veiling.<br />
De eigenaar kocht het boeltje echter<br />
weer in en de «Koning van de Woestijn»<br />
kwam niet onder den hamer ln<br />
de Artevelde-stad.<br />
In Budapest gaan ze er wat Hoeker<br />
op af.<br />
Een clrkusdirekteur kon zijn belastingen<br />
niet betalen. Hij trok naar het<br />
kantoor van den ontvanger en stelde<br />
deze vóór 7 leeuwen en 13 apen in<br />
pand te geven voor zün achterstallige<br />
belastingen.<br />
Dierenkenners uit den dierentuin<br />
werden naar het cirkus gezonden om<br />
de waarde van het aanbod te schatten.<br />
Zij vielen akkoord om deze op<br />
4.600 pengos te bepalen. Dat was voldoende<br />
om de belastingen te vereffenen.<br />
Doch de ontvanger stelde als voorwaarde<br />
dat de dieren niet op zijn kantoor<br />
zouden geleverd worden en dat<br />
men ze moest over brengen naar den<br />
dierentuin.<br />
Van dien dag werden nieuwe kooien<br />
geplaatst in de Zoölogie, waar leeuwen<br />
en apen zullen opgesloten worden, en<br />
als opschrift dragen: «Voor. belastingen<br />
geïnd!».<br />
Waarom heeft men ten onzent hetzelfde<br />
met gedaan? Ja! Waarom??<br />
IIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIII<br />
Wordt lezer van Koekoek !<br />
iiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiimiiiiK
Abonnement l Jaar fr. 25.00<br />
Abonnement c maanden fr. 12.50<br />
Abonnement 3 maanden fr. 6.25<br />
Postcheckrekenlng «Het Licht» n. 56733<br />
HUMORISTISCH WEEKBLAD van VOORUIT<br />
Redaktie : 64, St. Pietersnieuwstraat, Gent — Telefoon 157.40<br />
Verschijnt den Donderdag — 0.S0 fr. per nummer<br />
Nummer 30 - Tweede Jaargang — 24 Nov. 1932<br />
EEN ERNSTIG WOORDIE<br />
VOOR DE VERKIEZINGEN<br />
Nu de verkiezingen met bliksemsnelle<br />
voetjes naderen, zouden alle<br />
weldenkende burgers het ons zeker<br />
ten kwade duiden, indien wij voortgingen<br />
met lachen en zwetsen.<br />
Dat zullen wij ook niet.<br />
Een tweede opmerking dienen wij<br />
te maken aan den vooravond van<br />
onderstaand artikel. In verkiezingstijd<br />
wordt er maar al te veel aan demagogie<br />
gedaan. Gij zult overal de socialisten<br />
hooren roepen, dat zij het niet op de<br />
ziel van het kind hebben gemunt;<br />
maar eenieder weet, dat er in de<br />
openbare scholen overal aan kindermoord,<br />
beurzensnijderij, vruchtafdrijving<br />
en afpersing wordt gedaan. Dit<br />
loochenen noemen wi) bij vooiheeld<br />
demagogie, en «Koekoek» zal zich tot<br />
zulke propaganda niet of nooit leenen,<br />
des te minder daar al deze propaganda<br />
niet betaald wordit.<br />
Hiermede weet de lezer van de volgende<br />
regelen waaraan zich te houden.<br />
Eerlijk zeggen wij onze meening,<br />
spyt vriend en vijand.<br />
Welnu dan, wij vragen u nergens<br />
voor de socialisten te stemmen. O, wij<br />
zijn geen kiesblaadje, en wij zullen<br />
u niet toeroepen:<br />
Stemt voor de katholieke lijst en<br />
God!<br />
Stemt voor de liberale lijst en het<br />
Vaderland!<br />
Stemt voor de kristen-demokraten<br />
en de sociale wetten!<br />
Neen, W'ij zijn aan geen enkele partij<br />
verkocht. Stemt 'voor wien gij wilt,<br />
als het maar niet voor de socialisten<br />
is.<br />
Als wij u dezen raad geven, dan is<br />
het niet enkel voor het welzijn van<br />
de arbeiders die alles te verwachten<br />
hebben van de katholieken en de liberalen,<br />
maar dan is het vooral ter wille<br />
van «Koekoek». • -<br />
\<br />
Gij hebt reeds kunnen vaststellen,<br />
dait «Koekoek» zonder lachen \niet<br />
leven kan. Daarom moeten er in het<br />
Parlement en in de regeering plezante<br />
typen zitten. Stel u een oogenblik<br />
voor, dlat Heyman geen minister<br />
blijft. Misschien zou het dan wat beter<br />
gaan met de pensioenen, maar dan<br />
zouden wij zijn redevoeringen moeten<br />
missen, waarbij wij zoo vele genoeglijke<br />
eeuwen hebben gesleten. Stel u<br />
voor, dat Butaye niet herkozen werd:<br />
dan zou er misschien wat negervlaamsch<br />
uit de Kamer verdwijnen,<br />
maar tevens zouden wij een nieuwen<br />
Butaye moeten uitvinden, en wij zelf<br />
zijn met bij machte zulk vroolijk<br />
schepsel uit onze inspiratie op te<br />
tooveren.<br />
Als Pieullien geklopt wordit, bij<br />
voorbeeld, dan beteekent dit noch min<br />
noch meer dan het onmiddellijke<br />
einde van onzen «Koekoek». Als<br />
Devèze met herkozen wordt, dan zal<br />
het onvermijdelijke gevolg zijn:<br />
5o percent minder Brabanconnen! En<br />
komt de liberale partij gansch verslagen<br />
uit den strijd dan is het gevolg:<br />
100 percent minder plezier.<br />
Daarom, als gij van «Koekoek»<br />
houdt, stemt voor de kristen-demokraten;<br />
de klerikale konservatieven; de<br />
liberalen; of de fronters. Gij moogt<br />
ons nu toeroepen dat wij het land naar<br />
den dieperik helpen, wat kan ons dat<br />
allemaal niet schelen, als wij maar<br />
lachen kunnen! 11<br />
VIEREN OP VOORHAND<br />
De katholieken voeren den kiesstrijd<br />
in de grootste opgewektheid. In alle<br />
hoeken van het land, van 's morgens<br />
tot 's avonds, op banketten, uitstapjes,<br />
meetings, dansen en zingen<br />
zij ter wille van de eenheid die zij<br />
weer verwezenlijkt hebben. En bij elke<br />
gelegenheid wordt een glas geledigd<br />
op de overwinning van 27 November.<br />
Wij kunnen deze nieuwe methode<br />
van de overwinning met genoeg aanbevelen.<br />
Hoe dikwijls gebeurt het niet<br />
dat een lang verwachte droom eindelijk<br />
in vervulling zal gaan, en dan<br />
op het laatste knipje in duigen stort?<br />
Hoe dikwijls gebeurt het niet dat een<br />
eeuwige liefde eenige dagen voor het<br />
huwelijk plots in haat en revolverschoten<br />
vergaat?<br />
De katholieken weten dat 27 Novem<br />
ber harde ontgoochelingen zou kunnen<br />
brengen. En zouden zij daarom<br />
de vreugden van de overwinning<br />
moeten derven?<br />
Terecht redeneeren zij: Het kan zijn<br />
dat wij geklopt worden. Maar in ieder<br />
geval hebben wij de vreugde die wij<br />
op voorhand nemen.<br />
En zij vieren.<br />
Zij hebben trouwens deze methode<br />
niet uitgevonden. Vele bankiers en<br />
wisselagenten hebben van deze levenswijze<br />
een princiep gemaakt.<br />
Zij rotsen en botsen per auto of per<br />
auto's; zij boemelen en feesten. Het<br />
gebeurt dat de klanten hun geld kwijt<br />
zijn, maar intusschen hebben de bankiers<br />
en wisselagenten van het heerlijke<br />
leven genoten.<br />
Waarom kunnen wij niet allen op<br />
deze wijze leven? Waarom worden de<br />
opstellers van «Koekoek» niet betaald<br />
alvorens zij hun hersenen usitgeput<br />
hebben om geestig te zijn?<br />
Waarom zou Heyman het ouderdomspensioen<br />
met betalen aan den<br />
ouderdom van zeventien jaar? Dat<br />
ware trouwens geen dag te vroeg,<br />
want met de gebruikelijke vertraging<br />
zou de gepensionneerde toch al lang<br />
de zestig voorbij zijn aleer hij het geld<br />
trekt.<br />
Waarom zou de jonggezel zijn<br />
vrouw niet wandelen zenden voor hij<br />
getrouwd is, wamt later is het te<br />
laat.<br />
Wat ons betreft, wij hebben onze<br />
princiepen van den eersten dag toegepast.<br />
Men zal zich herinneren dat<br />
«Koekoek» bij zijn 25ste wekelijksch<br />
nummer zijn zilveren jubileum heeft<br />
gevierd en wij maken ons gereed<br />
eerlang ons millioenste abonneetje te<br />
vieren op een intieme bijeenkomst.<br />
Wij zullen misschien met een zwaar<br />
hoofd opstaan...<br />
Maar hoe zullen de klerikalen op<br />
28 November opstaan... God gave dal<br />
zij niet meer opstonden. Dan zouden<br />
zij gelijken aan de kristen-demokra»<br />
ten, die van danig op den buik te lig"<br />
gen, niet meer weten wat opstaan ia.
_ 4 • KOEKOEK 1<br />
_ r<br />
Jioven de laagheid éen, politiek<br />
Onze goede konfrater in ernstig<br />
proza, Jozef De Mie van «'t Getrouwe<br />
Maldeghem» zal ons wel toelaten zijn<br />
klassieken titel voor eenmaal over te<br />
nemen. Dit artikel wil overigens Jozef<br />
De 1411e naar waarde doen schatten.<br />
Want we hebben den indruk, dat men<br />
in het arrondissement Gent-Bekloo de<br />
vijf minuten wil houden met De Lüle.<br />
De bard van Maldegem pakt zoo hier<br />
en daar de katholieken bij de schabbernak.<br />
Maar dat is geen reden om<br />
De Lüle te kleineeren...<br />
HET PROGRAMMA VAN DE LILLE<br />
Jozef De Lille schrijft:<br />
«Nu komt Jozef De Lille nog driemaal<br />
sterker in de Kamer, en zal ze<br />
afzweepen: de bankiers-militaristen, zij<br />
die de Duitsche keizer zijn duizende<br />
hectaren bezittingen hebben gelaten, zij<br />
die de honderde Duitsche baronnen en<br />
graven en prinsen hun kusteelen en<br />
rijkdommen hebben gelaten, in plaats<br />
tot den bedelstaf te zijn gedoemd, zoodat<br />
de keizer terug op den troon gaat<br />
stijgen en Europa weer staat lijk in<br />
1914».<br />
Dat is oneindig meer dan een eng<br />
nationaal programma, dat reikt over<br />
de grenzen, dat is een nieuw Verdrag<br />
van Versailles, dat is de Volkenbond<br />
uiteengejaagd! Gelukkig dat Clémenceau<br />
en Wilson dood zijn, maar Lloyd<br />
George zal er alles van weten! ,<br />
DE VELDSLAG VAN DRONGEN<br />
De katholieken hebben geprobeerd<br />
De Lüle te beletten een meeting te<br />
geven te Drongen:<br />
— Toen de Vredesboot van Jozef De<br />
Lille, Woensdagavond 8 uur, stipt op<br />
de minuut in de gemeente Drongen<br />
verscheen, bij Gent, had de oudekatholieke<br />
partij 20 man met stokken<br />
en ladders gestuurd om ons te beletten<br />
te spreken.<br />
Zij oude-katholieken, hebben inaar<br />
van één schrik, en het is van de betere<br />
dan zij.<br />
Wat er gebeurde?<br />
Ze schreeuwden als bezetenen:<br />
«kerre-kerre-kerre, nummer vier die<br />
ligt omverre en nummer vijf is troef,<br />
enzoovoorts>.<br />
Ze sloegen op onze boot, ze bekladden<br />
mijn nieuwe Ford, doch onze lui'.lsprekers<br />
zijn sterker dan duizend men<br />
en dat konden ze niet beletten, dat we<br />
boven hun gehuil de waarheid tot de<br />
menigte van Drongen spraken.<br />
Ja! Ja!! Driemaal: ja!!! De Lille<br />
sprak algelijk en de katholieken<br />
«drumden beteuterd weg».<br />
Het gevolg van deze «domheid»,<br />
schrijft De Lille, zal zijn, dat ik met...<br />
30.000 voorkeurstemmen verkozen<br />
word!<br />
Deze «veldslag van Drongen» had<br />
voor het' kleinste zoontje van De Lille<br />
gelukkige gevolgen:<br />
«7Jfc heb 's avonds, toen ik thuis<br />
kwam, het kleinste mannetje uit de<br />
wieg genomen en aan mijn liart gedrukt.<br />
«Mijn Vredekindje, u. zullen ze<br />
niet meer dooden, u zullen ze niet meer<br />
aan den kerkmuur zetten en fusilleerea,<br />
wanneer u naar Gods woord andermans<br />
kinderen niet dooden keilt, want, kindje<br />
lief, ik heb het gezien in alle dorpen en<br />
dezen avond in den Slag van Drongen:<br />
Vlaanderen kiest de verdwaalden niet<br />
meer, o Goie dank, dat nog op tijd<br />
de beternis komt!»<br />
GRATIS NAAR BRUSSEL<br />
PER AUTO<br />
Intusschen volgt Jozef De Lille<br />
trouw de sporen van zijn vader Victor<br />
De Lille, dcor het uitschrijven van een<br />
schatting-wedstrijd:<br />
Hoeveel VOORKEURSTEMMEN zal<br />
Jozef De Lille, tweede kandidaat op<br />
lijst nr 4, behalen in de aanstaande<br />
Kamerkiezing van 27 Noveniber?<br />
Iedereen mag antiooorden per br\ej<br />
of postkaart ten laatste tegen Zondagmorgen<br />
27 November. Het getal ttzenden<br />
aan<br />
«'t Getrouwe Maldeghem» •••«<br />
te Maldegem<br />
De tien inzenders die er dichtst bij<br />
zijn, mogen per auto medereizen naar<br />
Brussel en de Kamer van Volksvertegenwoordigers<br />
bezoeken.<br />
» * *<br />
We doen een bijzonderen oproep tot*<br />
onze katholieke lezers om mede te.<br />
dingen in den wedstrijd van De Lille.-<br />
Ze zullen er meer plezier aan beleven,,<br />
dan den 27n November voor de katho-.<br />
lieken te stemmen. En we verzekeren<br />
hun 99 kansen op 100 van te mogen<br />
mederijden naar Brussel... als ze voor<br />
de socialisten stemmen.<br />
De schoone ziel van 't kind<br />
onder het klerikaal bewind in België<br />
Ze mochten schooien gaan, de kinders!<br />
(Teekening van Steinlen)
KOEKOEK<br />
DE GAANDE EN DE KOMENDE WAN<br />
' Niettegenstaande het aandringen<br />
van de Vrière en van al dezen, die<br />
klaarte willen in de geheimen van<br />
Beemem, heeft onsje vriend Victor<br />
Delille geweigerd esijn mandaat als<br />
volksvertegenwoordiger te laten vernieuwen.<br />
In den grond is dat een snodde aanval<br />
tegen het parlementarisme eenerzijds,<br />
en tegen Koekoek anderzijds.<br />
Maar «'t Getrouwe Maldeghem»<br />
blijft bestaan, «de. week te samen gevat»<br />
en «de mekanieke wereld», benevens<br />
«boven de laagheid der politiek»<br />
en de «geneeskundige voorlichting».<br />
En dat moet voor ons allen<br />
een troost zijn in het verlies, dat de<br />
Kamer van Volksvertegenwoordigers<br />
ondergaat in den baard, de patatten<br />
en de overige toebehoortén van Victor<br />
Delille.<br />
Marinus De Rycke, geïnterviewd<br />
over den politieken aftocht van Delüle,<br />
heeft ons vierkantig verklaard :<br />
«Ge moogt in «Koekoek» schrijven,<br />
dat mijn konkurrent in Beernemsche<br />
zaken Europa onschatbare diensten<br />
heeft bewezen.»<br />
Deze verklaring strekt heelemaal<br />
ter eere van Marinus.<br />
• » *<br />
Het arrondissement Gent-Eekloo<br />
wordt, van liberaal standpunt gezien,<br />
een feodale staat, met menheer Maurice<br />
Lippens als leenheer en «La<br />
Plandre libérale» als vazaal. De toestand<br />
der lijfeigenen, waaronder M.<br />
Carpentier, is niet al te schitterend.<br />
Op één der laatste groote bijeenkomsten<br />
van den leenheer met zijn<br />
ondergeschikiten, werd zekere menheer<br />
Marien tot ridder geslagen.<br />
«Het laatste Nieuws», het blad der<br />
zes-da genkoersen en der VTaamschgezinde<br />
liberalen, dat M. Lippens<br />
onder deze laatsten heeft gekatalogeerd,<br />
was zoo welwillend' de wereld<br />
kond te maken, welke historische<br />
woorden de nieuwe ridder Marien<br />
heeft uitgesproken.<br />
Deze heeft het aangedurfd het volgende<br />
te zeggen: «De Vlamingen<br />
vragen gelijkheid».<br />
Die revolutionnaire taal heeft begrijpelijkerwijze<br />
op de vazallen en<br />
lijfeigenen een overweldigenden indruk<br />
gemaakt. In het steekspel, dat<br />
daarop volgde, werd M. Carpentier<br />
van zijn paard gestooten.<br />
Er dienen echter verzachtende omstandigheden<br />
in acht genomen: de<br />
garde-civiek, waarvan M. Carpentier<br />
majoor was, is sedert 18 jaar ontbonden,<br />
zoodat hij ongetwijfeld fel gehandicapeerd<br />
was.<br />
Wat verder M. Marien betreft, lüj<br />
ÉBrft niet alleen gevleugelde woorden<br />
Uitflappen als deze hierboven, hij bezit<br />
daarenboven, naar het schijnt, al<br />
de eigenschappen van de suiker : zoetigheid<br />
en smeltbaarheid.<br />
• • •<br />
M. Catteeuw, de kristen demokraat<br />
van Kortrijk, heeft, evenals Delille,<br />
elke kandidatuur beleefd van de hand<br />
gewezen.<br />
Als men zekere geruchten mag gelooven,<br />
zou hij zich in een klooster<br />
terugtrekken.<br />
Groote feestelijkheden worden in<br />
het vooruitzicht gesteld, met o.m.<br />
plechtige overhandiging van een medaille.<br />
+ • *<br />
Ook de ouderdomsdeken van de<br />
Kamer, M. Siffer van Gent, wil geen<br />
ouderdomsdeken meer zijn. Wat zeer<br />
spijtig is voor de haven der Arteveldestad,<br />
gezien den grooten invloed van<br />
M. Siffer in het parlement.<br />
De toestand van iefer Boonants,<br />
schepen, is anders goed, en menheer<br />
D'Havé heeft een nieuw amendement<br />
gereed tegen de forten.<br />
* * * .<br />
Onze vriend Conieille Pieullien verzoekt<br />
ons kosteloos volgende advertentie<br />
te plaatsen :<br />
«Dringend en beleefd verzoek geen<br />
vuilnisbakken meer door den reinigingsdienst<br />
uwer gemeente te laten ledigen.<br />
Heb voor de laatste dagen<br />
grooten voorraad van afval en vuiligheid<br />
noodig. Alles in dank aanvaard<br />
bij Pieullien, Schaarbeek.»<br />
Waarvan akte.<br />
Bij een der heeren van<br />
het burgerblok<br />
— Enne... wanneer vertrekt<br />
gü?<br />
— Ge weet het immers wel :<br />
den 27n !<br />
(Teekening uit «Le Peuple»)<br />
In tegenstrijd met zekere geruchten,<br />
is M. Petitjean, ex-minister van Kunsten<br />
en Wetenschappen, wél kandidaat<br />
voor de Kamer van volksvertegenwoordigers.<br />
Maar hij zal niet meer<br />
verkozen worden, wat zijn vriend<br />
Cocq, ex-minister van Justitie, ten<br />
zeerste betreurt, — ook voor zichzelf.<br />
Ward Hermans vraagt ons :<br />
«Wat vindt ge nu dommer : een<br />
redevoering van een ander uit te<br />
spreken en zorgvuldig te verzwijgen,<br />
van wien ge afgeschreven hebt, of u,<br />
gelijk Staf Declercq, door een stuk<br />
magistraat van een kandidatenlijst te<br />
laten kegelen, omdat ge de elementairste<br />
onderrichtingen niet hebt nageleefd?»<br />
We wenschen die vraag niet te beantwoorden.<br />
Godsdienst is en blijft<br />
privaatzaak.<br />
• * *<br />
We verstouten ons advokaat Elias,<br />
den eersten kandidaat van de fronters<br />
voor Gent-Eekloo, een verzoek te doen.<br />
Hij heeft een verbond afgesloten<br />
met Jozef Delille, den zoon van z*jn<br />
vader. Elias heeft als blad «De Voorwacht»<br />
en Delille «'t Getrouwe Maldeghem».<br />
Wanneer ze beiden in malkaars<br />
blad zullen gaan schrijven, kan<br />
dat tot schromelijk misverstand onder<br />
de respektievelijke lezers aanleiding<br />
geven. In het hooger belang van<br />
de folklore en het ongeschonden bewaren<br />
van antikwiteiten, verzoeken<br />
we Dr. Elias het gave «Getrouwe Maldeghem»<br />
met met zijn proza te bezoedelen.<br />
• »<br />
De broerkens van Manage en hun<br />
kollega's van Maltebrugge, mitsgaders<br />
de andere elementen, die er mee sympathiseeren,<br />
richten een oppersten oproep<br />
tot de kiezers van den lande,<br />
opdat ieder overtuigd zou zijn, dat de<br />
schoone ziel van het kind in gevaar<br />
is.<br />
Het verhoor van hun bede wordt<br />
vergoed met 30 dagen aflaat en een<br />
lepel siroop.<br />
• • •<br />
We bieden bij voorbaat aan al dezen,<br />
die niet meer herkozen worden<br />
den 27n November, onze meest oprechte<br />
blijken van deelneming aan.<br />
Dat ze de moedige woorden van<br />
president Hoover tot de hunne maken<br />
: «Voor ons gemeenschappelijk<br />
doel hebben wij steeds al onze beste<br />
krachten veil».<br />
En wij ook.<br />
Anderzijds willen we tevens de eersten<br />
zijn, die de verkozenen geluk<br />
wenschen. We voegen daar echter onmiddellijk<br />
aan toe, dat we van niemand<br />
een demi in vergelding willen<br />
aanvaarden. Het is niet, omdat de<br />
«natten» in Amerika hebben gewonnen,<br />
dat wij dadelijk oneerbiedig moeten<br />
zijn tegenover Hoover.<br />
5
_ 6 • KOEKOEK _ _<br />
2>e schoone z>i&I van 't kind<br />
EEN INTERVIEW MET<br />
KARDINAAL VAN ROEY<br />
' «Koekoek», die voor niets terug<br />
deinst, wist binnen te sluipen ln het<br />
aartsbisdom te Mechelen. Zoo gelukt<br />
het den duivel soms ln de meest geheiligde<br />
plaatsen z-Hn duivel te ontbinden.<br />
Toen wij zachtjes de deur open staken<br />
van de kamer waar de kardinaal<br />
een kiesmanifest opstelde, en wij ons<br />
zelf rechtzinnig aankondigden als de<br />
duivel in menschen gedaante, bemerkten<br />
wij bi) den eersten oogopslag, dat<br />
Mgr. Van Roey geen den minsten afkeer<br />
had voor onze bokspooten.<br />
— Kom binnen en zet u, sprak hij,<br />
hoe is 't thuis en met de kinders?<br />
— De kinders, begon ik, de kinders,<br />
lk versta er niets van. Als ik mijn kinders<br />
gadesla, schijnt het mü dat de<br />
wereld op haar hoofd draait.<br />
— Wat is er met de kinders, vroeg<br />
de kardinaal?<br />
' — Monseigneur, zei lk bedroefd,<br />
mijn kinders zijn niet gedoopt, zij deden<br />
hun eerste komnrunie niet, en zie,<br />
ze zijn slechter dan andere kinderen.<br />
Dat versta ik niet. Die kindereen spreken<br />
niet van hun moeder te vermoorden,<br />
ze loopen met geen broodmes tusschen<br />
de tanden, kortom er is iets dat<br />
niet in orde is.<br />
De kardinaal schudde bedenkelijk<br />
het hoofd.<br />
— Ja, sprak hü, ik heb betere tijden<br />
gekend. Ik herinner mij... 't was in een<br />
gemeenteschool nochtans, maar zelfs<br />
in de gemeentescholen van dien tijd<br />
was de pastoor baas. Het was ia een<br />
groote gemeente van West-Vlaanderen.<br />
In die school waren twee kinderen, die<br />
de godsdienstles niet volgden. Al de<br />
andere kinderen kregen ten strengste<br />
verbod met die twee kinderen om te<br />
gaan. Het deed deugd aan het hart te<br />
zien, hoe die twee altijd alleen...<br />
— Alleen met twee, onderbraken wij.<br />
— ... in een hoekje van het speelplein<br />
stonden toen de andere kinderen<br />
zich vermaakten.<br />
— Ja, gaven wij toe, de katholieken<br />
hebben steeds de edelmoedigheid beoefend.<br />
— Die kinderen, vervolgde de kardinaal,<br />
schreiden soms in hun uitgeworpenheid.<br />
Maar dan wierpen wij er naar<br />
met modder en steenen, want wij wisten<br />
dat het duivelsohe tranen waren<br />
die zij weenden.<br />
— Christus, gaven wij toe, zal met<br />
welgevallen neergezien hebben op dat<br />
hartverheffend schooltooneeltje, hij die<br />
gezegd heeft: Laat de kinderen tot mij<br />
komen.<br />
— Ja, besloot de kardinaal, wij hadden<br />
die kinderen gaarne subiet bij<br />
Christus gehad. En onze meesters gaven<br />
ons les over den vreeselijken dood<br />
dien deze twee duivelskinderen zouden<br />
sterven. Helaas, die schoone tijd ls<br />
voor een groot deel voorbij.<br />
— Een groot deel, Jawel, maar nog<br />
niet gansch, gelukkig! Monseigneur, gij<br />
leest zeker de «Standaard», en het<br />
«Volkske», en de vele kiesblaadjes van<br />
de katholieken.<br />
— O, ja! En dan schijnt het mij dat<br />
de schoone oude tijd terug keert. Potverrnllle,<br />
mijn propagandisten kunnen<br />
er weg mee! Zij jongleeren met de ziel<br />
van het kind, alsof wij' nog ia het jaar<br />
1900 leefden.<br />
— Die heropleving van het gulden<br />
tijdperk is grootelijiks aan u te danken,<br />
Monseigneur, en aan uw bisschoppen<br />
met hun herderlijke brieven.<br />
— Ja, lachte de kardinaal, en zie,<br />
ik ben hier juist weer bezig een kiesmanifest<br />
op te stellen. Op den buiten<br />
maakt dat vreeselijk effekt.<br />
— Zoodanig, gaf ik toe, dat «Vooruit»<br />
uw wachtwoord heeft overgenomen.<br />
— Welk wachtwoord?<br />
— Zij zullen haar niet hebben, de<br />
schoone ziel van 't kind. En de «Vooruit»<br />
herinnert er aan hoe kinderen<br />
van 7-8 jaar 12 en 14 uren naar de fabriek<br />
moesten, hoe zij 75 centiem boete<br />
kregen om te hebben gelachen bij het<br />
getouw. Toen hebben de bisschoppen<br />
ook herderlijke brieven opgesteld, namelijk<br />
om de patroons te 'beschermen<br />
tegen die kinderen welke soms durfden<br />
lachen, en erger nog, die soms in slaap<br />
vielen bij het werk. Verdomme, Mon-<br />
Als wij na een paar weken nog terugkomen<br />
op den werelds-paasdag, dan<br />
is het omdat wij zoo maar niet willen<br />
paren op een gestelden dag.<br />
In onze dokumentatle vinden wij<br />
een knipsel terug uit «HET LAATSTE<br />
NIEUWS», en wij lezen er de erotische<br />
woorden van M. Benkin:<br />
«In de moeilijke omstandigheden,<br />
welke de wereld thans doorworstelt,<br />
heeft de viering van den<br />
Wereldspaardag een bijzondere<br />
beteekenis. Op dien dag worden<br />
de enkelingen en de volken herinnerd<br />
aan een hoofddeugd, welke,<br />
alom verspreid, er ten zeerste moet<br />
toe bijdragen om de huidige moeilijkheden<br />
te boven te komen».<br />
Een hoofddeugd? En dat in den<br />
mond van een katholiek? Wij dachten<br />
veeleer dat de ohkuischheid een hoofdzonde<br />
was?<br />
Men raadt hier duidelijk den invloed<br />
van senator Lindekens, den man, die<br />
van het wufte, laffe, smerige, verdoemde<br />
Frankrijk spreekt, omdat er niet<br />
genoeg vruchten van den parensboom<br />
vallen.<br />
Dat M. Benkin dooj den Wereldspaardag<br />
deze hoofddeugd alom wil<br />
verspreiden ls zeker om te lachen? De<br />
mensoMieid heeft voorwaar naar Renkin<br />
niet gewacht om deze deugd te<br />
beoefenen.<br />
Maar waar M. Renkin werkelijk te<br />
ver gaat, dan Is het wel met volgende<br />
woorden:<br />
Opdat hij zijn volste beteekenis<br />
seigneur, dat was een schoone tijd. En<br />
toen was er veel minder gevaar dat de<br />
ziel van 't kind verloren ging, want er<br />
kreveerden er 40 ten honderd vóór ze<br />
den ouderdom der zonde hadden bereikt.<br />
— Schoone tijd, schoone tijd... prevelde<br />
de kardinaal. En toen kreeg de<br />
kerk meer geld van de patroons. Nu is<br />
't overal krisis, en ik begin te vreezen<br />
dat er een oorlog, een verfoeilijke oorlog<br />
konit.<br />
— Wat zal de kerk dan doen?<br />
— O, we zijn gereed. In onze herderlijke<br />
brieven zullen wij Gods zegen inroepen<br />
voor de nationale wapens. Maar<br />
a propos, begon zich de kardinaal ineens,<br />
gij züt hier bezig nntj voor den<br />
aap te houden. Gij hebt geen eerbied<br />
voor het priesterkleed en voor den<br />
godsdienst.<br />
— Wat dat betreft, Monseigneur,<br />
kijk eens in uw spiegel. Gij zult eenige<br />
kwezels voor u winnen uit schrik voor<br />
de hel. Maar gij met uw bisschoppen<br />
zijt bezig zooveel menschen te degouteeren<br />
van uw gezalfden mond, dat<br />
men hem weldra zal dichtplakken met<br />
een afficheke :<br />
Gesloten wegens openbare maatregel<br />
van sociale hygiène. En de godsdienst<br />
zal dan misschien niet meer door de<br />
modder gesleurd worden.<br />
D E W E R E L D S - P A A R D A G<br />
hebbe, moet de Wereldspaardag<br />
ook, dunkt mij, gevierd worden<br />
ln den vorm van een kruistocht<br />
tegen het «potten». Uit algemeen<br />
oogpunt, is het potten een onvruchtbare<br />
vorm van voorzorg.<br />
Met ruilmiddelen aan bet verkeer<br />
te onttrekken, dreigt het alle<br />
voortbrengende takken van dè<br />
bedrijvigheid in de war te sturen...»<br />
Onder die ruilmiddelen kunnen alleen<br />
de vrouwen worden begrepen.<br />
Welnu, wij verklaren het onomwonden!<br />
Wij weigeren onze vrouwen van<br />
hand tot hand te laten gaan, en al<br />
zijn wij voorstanders van de Wereldspaardag,<br />
dan wenschen wij hem toch<br />
in den engsten familiekring te vieren.<br />
En Renkin heeft er zijn neus niet<br />
ia te steken!<br />
OOK DE PAUS DOET MEE<br />
In hetzelfde nummer van HET<br />
LAASTE NIEUWS lezen wij, dat ook<br />
de paus zich met paren inlaat:<br />
«Jonge paren kunnen nu ia den<br />
namiddag onaangemeld ia het<br />
Vatikaan verschijnen; zijn er genoeg<br />
liefhebbers, dan worden zij<br />
spoedig tot den paus toegelaten,<br />
die hun persoonlijk een herinneringsmedalje<br />
overhandigt».<br />
Wel te verstaan wordt de medalje<br />
niet uitgeloofd voor den eerste of den<br />
beste. Ieder doet wat hij kan, al wordt<br />
er telkens op gewezen, dat het geloof<br />
zonder de werken een blank huwelijk<br />
Is.
KOEKOEK<br />
ONEERLIJKE<br />
KONK URRENTIE<br />
Al onze lezers kennen Pierken. Maar<br />
nu heeft Pierken een konkurrent gekregen.<br />
En die konkurrent is aan<br />
't woord (bij manier van spreken), in<br />
De Gazet van Antwerpen.<br />
Gij allen, moet ook Pierken II leeren<br />
kennen.<br />
Pierken II komt een «Alarmbrief<br />
van het Volkskind aan de Socialistische<br />
Paritij» te richten. Noch min,<br />
noch meer!<br />
En geleerd, zulle vriend! Tegenover<br />
Pierken van De Gazet van Antwerpen<br />
moet de onze het afleggen.<br />
Br ]s daar, in dien Alarmbrief, zoo<br />
maar sprake van «experiment» en<br />
«privaatzaak», precies gelijk over<br />
boterkoeken. En fijn, meneer! Voor<br />
Pierken N heeft de gekruide, Vlaam-<br />
Khe volkshumor zelfs geen geheimen<br />
en hij spreekt van «smeerlapperij»<br />
gelijk wij van ons eerste hemd.<br />
Maar luister:<br />
Is het dan toch waar? Ik kon<br />
eerst mijn ooren met gelooven, als<br />
Ik het van den meester na school<br />
vernam... Maar de gazet, die<br />
vader naar huis meebrengt, drukte<br />
het zwart op wit. En zoo weet ik<br />
vast: Daar is een kongres geweest<br />
van uw roode menschen in<br />
't Walenland ergens. Daar is nog<br />
een kongres geweest van de<br />
blauwe menschen, in Brussel<br />
ergens. En die twee kongressen<br />
zijn er maar geweest, omdat een<br />
ander kongres van donkere, geheimzinnige<br />
menschen in 't geniep<br />
het had bevolen: de Loge.<br />
Zie, dat noemen' wij nu eens een<br />
toegewijden meester: die zijn kinderen<br />
na school ophoudt, om ze in te wijden<br />
ln de duistere geheimen der politiek!<br />
Het moet u dan ook niet verwonderen<br />
dat Pierken ü 's nachts niet<br />
meer kan slapen. Niet dat hij van<br />
Stat-Niklaas of van zijn jo-jo droomt,<br />
neen, maar van al die verschrikkelijke<br />
diskoers die hij te hooren krijgt!<br />
Deze van zijn moeder b.v.:<br />
«Trappen die kongresheeren zoo<br />
maar op 't hart van ouders en<br />
kinderen? Steekt die fameuze<br />
Loge zoo maar 'den dolk in de<br />
ziel van het simpele werkmanskind?<br />
De moordenaars! Moordenaars<br />
zet men in den bak, en die<br />
laat men loopen. En laat gij dat<br />
toe, man? Gij hebt toch ooit<br />
geloof gehad? En uw ouders en<br />
de mijne ook, zijn in dat geloof<br />
gestorven? En het kruis staat toch<br />
op uw schapraai onder 'n glazen<br />
stoep: een erfgeschenk van uw<br />
moeder!» En toen hebben wij<br />
miks gehoord meer... Jawel...<br />
Vader's stem... na een poos... die<br />
zei: «Vrouw, ik ben ongelukkig.<br />
Een smeerlapperij!»<br />
Het is begrijpelijk dat dit alles het<br />
verstand van Pierken II in de war<br />
heeft gebracht:<br />
't Blauw is al opgevreten door<br />
het rood.<br />
't Bood wordt al opgevreten door<br />
het zwart.<br />
't Zwart zal zich zelf opvreten.<br />
Na dergelijke diepzinnige en mystieke<br />
wijsheid te hebben verkondigd, blijft<br />
er hem natuurlijk maar iets over:<br />
Hij gaat zich als lid aangeven bij de<br />
Kajotters.<br />
• • •<br />
Wij hebben natuurlijk niets tegen<br />
konkurrentie. Maar ze moet eerlijk<br />
zijn! En 't schijnt ons veeleer, dat<br />
't Pierken van De Gazet van Antwerpen<br />
met tot de eerste kommunikanten,<br />
maar veeier tot dit speciaal soort<br />
kinderen behoort, die al lang op<br />
pensioen staan en al een goede<br />
scheute de tachtig voorbij zijn.<br />
LIL<br />
BRIEVENBUS<br />
A. D. — We het", a liever acht<br />
dagen te wachten, dan kunt ge het<br />
ineens dubbel doen: eens voor uw<br />
biografie en eens voor uw herkiezing.<br />
OHALMET. — Wij achten het geraden<br />
niet meer te biecht te gaan vóór<br />
de verkiezingen, of de biechtvader zal<br />
u voor de katholieken doen stemmen.<br />
E. P., UIT MANAGE. — Zij dachten<br />
misschien dat zij best de ziel van het<br />
kind konden hébben door eerst het lichaam<br />
te nemen? Ge moet alle redens<br />
een plaats geven.<br />
BROKA. — Ja maar, wie zijt ge?<br />
Broka van Luik? Een oud-leerling van<br />
de katholieke scholen! Poert!<br />
LOUTSA. — Eerst een feuilleton van<br />
Hans lezen, daarna een glas water<br />
drinken en een raap eten. Niet purgeeren.<br />
D'HAVE. — Overvloed van kopij<br />
belette ons uw artikel tegen de forten<br />
een plaatsje te geven.<br />
BRUNETTE. — «Les hommes<br />
preferent les blondes», dat onderschrijven<br />
wij slechts in speciale<br />
gevallen.<br />
Klerikaal en liberaal bewind van vroeger<br />
iüfl<br />
«MM-<br />
JVCHTER DE GRENDELS, OMDAT HIJ STEMRECHT EISCHTEF<br />
(Teekening van Steinlen)<br />
7
8<br />
De broek van Eva<br />
T VOLKSKE geeft een interessant<br />
betoog over het huiselijk geluk. Kijk:<br />
«Baas ls de man, maar dc vrouw<br />
moet hij in volgen».<br />
Grondwet van alle huiselijk gehik<br />
en zooals hij het schrijft, in<br />
haar wortelt de stevigste vrede.<br />
«Hij», dat ls een zekere Frans Groentjes,<br />
maar «'t Volkske» doet hem opmerken.:<br />
Zoolang Eva onder den appelaar<br />
staat heeft Groentjes gelijk met<br />
zijn ongeschreven Codex van het<br />
beroepsonderwijs Kapitel I; Confectie<br />
afdeeling: broeken. Maar 't<br />
gebeurt veelal dat de moderne<br />
Adam zijne Eva liever verloren dan<br />
gevonden heeft en dan, Groentjes<br />
optimisme ter beschaming, is de<br />
wet van 20 Juli 1932 van groot nut<br />
en de advokaten die de wisselrekening<br />
dezer wet kennen, treden<br />
op als ministers der .echtvaardigheid,<br />
beschermers der verstootene<br />
vrouw met wijd opgezetiten mond<br />
of droppelende stem elk volgens<br />
geaardheid.<br />
Daar ls niemand, dfe 't schooner<br />
Bou kunnen zeggen.<br />
Gepaste titels<br />
Het is voor een Journalist, voor een<br />
dichter, voor een romanschrijver of<br />
voor lieden van dat slag, soms een<br />
heele toer een gepasten titel te vinden.<br />
Dat weet ge.<br />
Welnu, we waren gelukkig in ons<br />
bijblad VOORUIT een proeve van<br />
titel te vinden, die zeker als wel<br />
geslaagd mag bestempeld worden.<br />
Alstublief:<br />
Het kalf van den burgemeester<br />
van Zuienkerke verwekt paniek<br />
te Brugge.<br />
Dat heeten wij de volmaaktheid<br />
nabijkomen.<br />
Denationalisatie<br />
Den ln November J.1. gaf DE TIJD—<br />
HET VOLK een foto. Bovenaan stond:<br />
Wapenstilstandsdag te Brussel.<br />
Een onder de foto:<br />
Zweedsche prinsen bij het graf.<br />
Als men nu die «Zweedsche prinsen»<br />
goed bekeek, herkende men ministers<br />
de Broqueville, Poullet, Jaspar,<br />
Theunis, Forthomme, Lippens, Janson,<br />
kortom het gansche ministerie.<br />
Voor ons niet gelaten als deze heeren<br />
vanzins zijn er uit te muizen en<br />
als prinsen naar Zweden te gaan wonen!<br />
We zullen ze zelfs een handje<br />
toesteken, Zondag aanstaande.<br />
TLARJ/UT "<br />
van «?rv<br />
VAM AMDfcRtrl<br />
Beleedigende taal<br />
Dat Frans Van Cauwelaert, de burgemeester<br />
van Antwerpen, beleedlgt<br />
wordt in zijn eigen pers, dat is waarachtig<br />
al te straf!<br />
HET HANDELSBLAD spreekt van<br />
«onze burgebeester». Hebt ge van uw<br />
leven!?<br />
o<br />
Hollandsen<br />
Men moet soms voorzichtig zijn met<br />
Hollandse he uitdrukkingen. Zoo lazen<br />
we in de DE TELEGRAAF:<br />
Invoer van huisbrand in België.<br />
Een gevaarlijke invoer waarachtig,<br />
minder gevaarlijk nochtans als men<br />
weet, dat «huisbrand» synoniem is<br />
van «huiökolen».<br />
Toen de katholieken<br />
heer en meester waren<br />
in België...<br />
DE SCHOONE ZIEL VAN 'T KIND!<br />
(Teekening van Stelnlen)<br />
KOEKOEK<br />
De nood der<br />
intellektueelen<br />
Hn het November-nummer van<br />
DE EVANGELIST, «Vlaamsen methodistisch<br />
orgaan», wordt een treffend<br />
bewijs gegeven van den nood der üv,<br />
tellektueelen:<br />
Gevraagd<br />
INGENIEUR EVANGELIST<br />
om de oude, afgedane Evangeli.<br />
satie-middelen te vervangen door<br />
nieuwe — zonder evenwel te tornen<br />
aan de oude boodschap wa<br />
het evangelie • .M<br />
Akademische opleiding WORDT<br />
niet vereischt!<br />
Oe ziet dat nu, nietwaar! 't Is slecht<br />
gesteld met de inltellekitueelen en met<br />
het evangelie. Maar voor de ingenieurs,<br />
evangelisten schijnt er een toekomst<br />
Wilderen<br />
Uit een interview van Herman Tefr. j<br />
linck met den Brusselschen redakteur<br />
ven ons bijblad VOORUIT (Teirlinck I<br />
is aan het woord):<br />
— Ik wilder zelf niet; en heb I<br />
geen galerij van schilderijen; K I I<br />
ben dus voor niemand verdacht, I<br />
lacht hij.<br />
Maar het ls te hopen, dat DE I<br />
vereeniging «Vlaanderen», vele '<br />
verzamelaars zal aanzetten, Ih 1<br />
dezen tijd van hoogen nood voor<br />
vele schilders, een galerij van ]<br />
Vlaamsche kunst aan te leggen.<br />
Dus: Herman Teirlinck «wildwttj<br />
zelf niet. Dat wil zeggen, dat hij anderen<br />
laat «wilderen».<br />
We durven niettemin de verzekering<br />
geven, dat Teirlinck vroeger wel «gewilden!»<br />
heeft, en als hij niet<br />
«wildert», 't is, dat hij niet m<br />
«wilderen» kan. Volle,!<br />
Wat zijn wensen betreft, vele verss*<br />
meiaars galerijen van Vlaamsche kunst<br />
te zien aanleggen, dat is zeer schoon<br />
van zijn part.<br />
Ge mocht het<br />
soms niet weten!<br />
In een advertentie van een Hollandsch<br />
blad lezen we volgende gegronde<br />
vaststelling:<br />
Wat gebeurt er, wanneer n vergeet<br />
het licht aan te draalen? U tast<br />
in het duister!<br />
Goed om weten!
KOEKOEK . 0<br />
Generaal de Ceuninck trekt zijn<br />
«abel en opent de vergadering te 2 uur.<br />
VOORZITTER. — Zit neer, nondeju!<br />
En in 't vervolg moet ge hier<br />
te 12 uur zijn!<br />
M. BEATJPAIN, hoofdopsteller van<br />
de «Etoile Beige». — Maar de vergadering<br />
begint toch maar te 2 uur.<br />
GENERAAL DE CEUNINCK. —<br />
Zwijg, kalf! In het leger gaat dat<br />
zoo. Als een revue te 10 uur begint<br />
moeten de soldaten te 5 uur reeds in<br />
de rangen staan.<br />
M. HOTTON, hoofdopsteller van de<br />
«Gaaette». — En als een soldaat moet<br />
pissen?<br />
GENERAAL DE CEUNINCK. —<br />
Nondedju, een soldaat moet niet pissen.<br />
M. HOTTON. — Maar wij wel.<br />
CEUNINCK. — Zwn'gen, godver! Die<br />
zijn bank verlaat vóór ik het kommando<br />
heb gegeven zal gedegradeerd<br />
worden. Zit allen neer, marsen! Bek<br />
toe! En luistert naar mijn regeeringsverklaring.<br />
REGEERINGSVERKLARING<br />
VAN GENERAAL<br />
DE CEUNINCK<br />
XK moet u niet vertellen hoe wü aan<br />
bet bewind zijn gekomen.<br />
M. MATAGNE, hoofdopsteller van<br />
de «Indépendance». — Wij weten het,<br />
het heeft in alle bladen gestaan, b.v.<br />
• in de «Vooruit».<br />
CEUNTNCK (neemt een wetboek en<br />
'slingert het naar het hoofd van Matagne).<br />
— Voila, varken, een wetboek<br />
naar uw kop, die niet meer waard is<br />
dan een wetboek er op te krijgen! En<br />
als ge* nu nog eens den naam van een<br />
socialistische gazet uitspreekt, laat ik<br />
hier een mitraljeuze plaatsen. Ik ver-<br />
«>lg.<br />
GÜ weet dus hoe wij aan het bewind<br />
«ijn gekomen. Met eenige officieren,<br />
met eenige authentieke jezuïeten...<br />
M. BEATJPAIN. — Hola, wil dat<br />
«eggen, dat ik, liberaal, geen authentiek<br />
jezuïet ben?<br />
CEUNINCK. — Bekkeneel dicht.<br />
...Dus, eenige jezuïeten en met de<br />
hoofdopstellers van katholieke en libs-<br />
'rale bladen, een verbond hadden gesticht<br />
tegen de verdomde dernokratie...<br />
M. MATAGNE. — Pardon, tegen het<br />
koramunistne...<br />
CEUNINCK. — Nondedju! Geen Jeïuïterijen<br />
meer! Geen spitsvondigheden<br />
meer, wij hebben die niet meer<br />
noodlg. Onze aktie was tegen de socialisten<br />
gericht.<br />
M. BEAUPAIN. — Wij zouden misschien<br />
goed doen dat niet openlijk aan<br />
bet publiek te zeggen.<br />
CEUNINCK. — Lafaard! We gaan<br />
er met den groven borstel door. Overigens,<br />
het publiek, dat bestaat niet<br />
meer. Het publiek heeft op 27 November<br />
voor de socialisten gestemd en wij<br />
erkennen zulk publiek niet! (Toejuichingen<br />
op alle banken). Gij kent ook<br />
het vervolg. Wij hebben onze fascistische<br />
gelederen opgeroepen en op<br />
28 November was de boel weggeveegd.<br />
Zoo zijn wij hier, aan het hoofd van<br />
het land.<br />
EEN JEZUTETENSTEM. — ... Bij de<br />
genade Gods.<br />
CEUNINCK. — Zwijg godver! Als<br />
God niet meewil hebben we nog luchtkanonnen.<br />
DE JEZUÏET. — Godslastering! Dat<br />
kan ik niet aanhooren! (HIJ wil weg).<br />
CEUNINCK. — Zit neer godver! (Hij<br />
daalt van zijn voorzitterszetel en geeft<br />
den jezuïet een muilpeer).<br />
EEN ANDERE JEZUÏET. — Dat kan<br />
ik niet zien, een broeder van mijn<br />
confrérie!<br />
M. BEAUPAIN. — Ja maar, 't is.<br />
voor 't vaderland.<br />
DE ANDERE JEZUÏET. — O, dan is<br />
't wat anders.<br />
CEUNINCK. — Dat is dus geregeld.<br />
Nu we baas zijn moeten we konstruktieven<br />
arbeid verrichten. Wy zullen<br />
eerst en vooral de plaag van de werkloosheid<br />
oplossen. Ik stel voor dat alle<br />
werkloozen in het leger worden ingelijfd.<br />
— Aangenomen.<br />
M. MATAGNE. — Aangenomen?<br />
Maar we hebben daarover nog niet<br />
gestemd?<br />
CEUNINCK. — O, gij godverstommeling!<br />
Als dat woord «stemmen» nog<br />
een keer van tusschen uw rotte tanden<br />
rolt, dan zult ge mijn sabel tusschen<br />
uw vierde en vijfde rib veilen<br />
kriebelen. (Zeer wel, op vele banken).<br />
En zeg mij eens wat gij er tegen hebt,<br />
dat alle werkloozen soldaat worden,<br />
ellendige demokraat?<br />
,M. BEAUPAIN (bibberend). — Wel,<br />
wij zullen geen voeder genoeg hebben<br />
voor zooveel soldaten.<br />
CEUNINCK. — Primo, goede soldaten<br />
moeten niet eten, kieken. Secundo,<br />
wij zullen eten genoeg hebben vermits<br />
de begrooting voor het leger de<br />
eenige is die wij over houden.<br />
M. HUBERT, nijveraar. — En de<br />
begrooting voor de sociale verzekeringen?<br />
(Een sekonde wordt het zeer stil.<br />
Dan breekt een oorverdoovend lawaai<br />
los. Van alle kanten worden inktpotten,<br />
schoenen, horloges, tandenkuischers,<br />
wetboeken, enz., naar. Hubert<br />
geworpen. Kreten weerklinken: Verrader!<br />
Demokraat! Socialist! Kop af!<br />
Smeerlap!).<br />
CEUNINCK. — Stttillllte! Godvermilledju!<br />
(Rood van ongeveinsde en<br />
patriottische woede daalt de-generaal<br />
weer de treden van het verhoog af<br />
en komt statig naar M. Hubert toe<br />
en steekt hem zijn sabel tot aan het<br />
handvat in den buik).<br />
M. HUBERT (in zijn doodsgereutel).<br />
— Ik... wilde... alleen maar de... zekerheid...<br />
hebben, dat... er geen... geen...<br />
geen... nooit meer sociale verzekeringen<br />
zouden gestemd worden.<br />
CEUNINCK. — Wel, goed voor een<br />
keer! Gij zult met de militaire eer<br />
begraven worden.<br />
M. HUBERT. — Dank u... merci...<br />
(Hij sterft).<br />
CEUNINCK. — Heeren, 't is schoon<br />
voor 't vaderland te sterven. Hoed af<br />
voor dien man!<br />
SCHUCHTERE STEMMEN. — Wij<br />
hebben geen hoed aan.<br />
CEUNINCK. — Nondedju! Als lk<br />
zeg hoed af, dan is het hoed af! En<br />
gij hebt er niet over te oordeelen of<br />
gij een hoed op hebt of niet!<br />
Zet u nu! En als er nog een piept<br />
zal hij van mijn krijgsraad een zelfde<br />
toefeling krijgen als Hubert. (Sidderingen<br />
golven door de zaal).<br />
We zijn dus van de werkloosheid<br />
verlost.<br />
Dan zullen wij de beurs doen stijgen.<br />
Iedereen zal weer hooge dividenden<br />
ontvangen.<br />
M. BEAUPAIN. — Zoudt ge ook de<br />
dividenden van de «Etoile Beige» niet<br />
kunnen doen stijgen?<br />
M. ZWAENEPOEL. — En van de<br />
«Vingtième Siècle»?.<br />
OEUNINCK. — Zwijgt, kalvers. Gij<br />
hebt niets te vragen zonder dat ik u<br />
kommandeer. En laat het nu eens voor<br />
goed gezeid wezen. Niemand heeft hier<br />
den smoel te openen. Wie heeft daar<br />
tegen te protesteeren. Wie vraagt, het<br />
woord?<br />
M. MATAGNE. — Generaal. *<br />
heb...<br />
CEUNINCK (donderend). — Smoeï<br />
toe, zeg ik!<br />
M. MATAGNE. — Maar ge vraagt<br />
of iemand het woord vraagt!<br />
CEUNINCK. — Ik heb u inderdaad<br />
een vraag gesteld, maar ik heb u niet<br />
gezegd dat gij antwoorden moest!<br />
M. MATAGNE. — Dat versta ik<br />
niet.<br />
CEUNINCK (zijn oogen rollen in<br />
zijn hoofd). — Wattene? Ge spreekt<br />
nog?! (Hij trekt den sabel en stapt<br />
naar Matagne. Deze, in radeloozen<br />
angst, trekt een revolver en pleegt<br />
zelfmoord).<br />
CEUNINCK. — O gij nondedju! Heb<br />
ik u dat gezegd? Wel 't is goed! Maar<br />
de eerste die nog zelfmoord pleegt,<br />
zonder op mijn kommando te wachten,<br />
die zal godver voor mijnen krijgsraad<br />
verschijnen, 't Is gedaan voor<br />
vandaag. Recht! Tête a droite! En<br />
avantü Archeü!<br />
De vergadering van de nieuwe Kamer<br />
wordt te 2.15 uur gesloten. De lijken<br />
worden gelogenstraft.
10<br />
KOEKOEK<br />
ïBcievw- van- JUeckm-<br />
— Jongens zeit den Broeder, de tijden<br />
zijn emstlch en tls al zo eren of<br />
in 1914! Daarom en zulde vandage<br />
geen Eilege Geschgiedenise krelgen.<br />
— Braavo! rlepten wij alemal, en<br />
ons gebalde vuist op d'oogte van ons<br />
oovertuiginch effent, zongen wij eensgezlnt<br />
in koor den katholieken brabason:<br />
Zij zullen haar niet ebben<br />
de schgoone ziel van tkint!<br />
Den Broeder pinkte een diepgevoelde<br />
traan wech in zijnen zakneusdoek<br />
«n sprakt:<br />
— Ale oop en is noch nie gaan vliegen<br />
als tezoo is, neemd ulder penne<br />
en schgrijft! Kga ulder nen schgoonen<br />
faabel diekteer n voor zondach' aanstaande<br />
over de kriestelijke pligten<br />
van den kiezer. Ge moe dat goet op<br />
ulder duimken leren en als ge ie verst<br />
tgat schgoone ziet, moede maar zeggen<br />
teegen de grote menschgen: Mach<br />
ik ook nen keer mijn woordeken loosen?<br />
en geef maar van ulderen lamar,<br />
mee ulder hant op ulder erte en<br />
ulder oogen naar den eemel gerigt.<br />
Alee jongens vooruit!:<br />
DE KIEZINCH<br />
De kiezinch is nen veltslach<br />
zonder poer of kanon,<br />
maar mee een stuk papier<br />
en nen geschgerpten kreejon<br />
Zondach is tweer om doen.<br />
Den vijjant, vergetet niet, o wee!<br />
eist on hoofden -p!<br />
i (in den fieguree)<br />
DE KIEZINCH<br />
Maar gotdank den biskop sprakt<br />
en elkeen zegget agter:<br />
den vei jan t is boelie<br />
en den ooverschgot door den tragter!<br />
Gebruikt dus den kreejon<br />
met veel verstaat en zin,<br />
want hij die t'anders doet<br />
vliecht den elschgen keetel ial<br />
Daarom gij burgers en boerinen,<br />
luistert naar wat ik zech:<br />
Moesten de sossen winen<br />
ze liepen mee uw senten wech!<br />
— Oe zegde? vroecht ik, ken versta<br />
u niet goet?<br />
— Moesten de sossen winen<br />
ze liepen mee uw senten wech!<br />
riept den Broeder. En als g'uwen faabel<br />
opzecht, zeit hij, moogde da gerust<br />
ne keer of vier erhaalen: Ze vlugten<br />
mee uw senten wech!<br />
— Zuust zeit ik, naar Zwitserlandt<br />
zeeker?<br />
— Waarom naar Zwitserlandt?<br />
— Ewel agter den biskop van Oorelejans!<br />
zeit ik.<br />
— Wa* is dat voor een iestorie? riepten<br />
al de jongens te geleïk, Leejonaar,<br />
de Rosten, Seesar en geel de bende<br />
van smeerop. Voor de pine mee uwen<br />
biskop!<br />
— Kijk zeit ik, verleeden weeke<br />
zondach koomt onzen Homer van<br />
Mons mee zijn franschge gaazete in<br />
konz>ee. Wilde nu wa weeten? zecht<br />
hij, da zijn algeleik toeren in Vrankerijk<br />
mee tgelof. Gen ebt gulder da<br />
waarschgijnlijk nie geleezen ia Tgentenarken<br />
zeit hij van monsjinjeur<br />
Koerekoe, biskop van Oorelejans, in<br />
de plaatse van zijn zuurgewonnen<br />
sparsenten af te doeken aan den ontvanger<br />
van de belastinöhen en alduus<br />
tsijne bei te draagen tot de verspreidinch<br />
van de sleghte zeeden, de kinderbeperkinch<br />
en tongelof in zijn<br />
vaaderlant, eeft zijnen schgat naar<br />
Zwitserlant gezonden waardat hij nu<br />
een welverdiende rust en nen zaaligen<br />
kroos geniet. Maar geleik dat taltijt<br />
gaat, ter zijn altijt kerjeuzentees om<br />
ulderen neuze ia de menschgen ulder<br />
afeires te steeken en tspel aan tklokzeel<br />
tangen. En nu wort monsjinjeur<br />
zijnen eerbiet voor tfieskaallblegtgejeim<br />
en zijnen apoostoliekschgen<br />
schgampavie als kapetaalvlught bestenpelt.<br />
Verstaade gij daar iets van?<br />
zeit mijn vaader teegen mijn moeder.<br />
Geenen letter! zeit ze maar tls algeleik<br />
noch een bewels dat den veijjant<br />
niets onverlet en laat om tgelof naar<br />
den dieperik telpen. Van den avent<br />
leezek nen rozenkrans voor dienen<br />
vent, hij eeft tmischgien meer vandoen<br />
dan wij. Weete wat dade doet,<br />
zeit mijn vaader trekt gij u da liever<br />
nie aan, want ziede gij dade ook noch<br />
bei meneere moat koomsn voor hulp<br />
en meedepligtigeit van vaandelvlught...<br />
— Pier, zeit den Broeder zet u op<br />
de laatste bank, en g'ulder alemal<br />
neemt ulder Eilege Geschgiedenis,<br />
ge zeit noch veel te groen om ulder<br />
te moejen mee tpooletlek...<br />
f
KOEKOEK 11<br />
Q&JjlAl VOO ^MM^<br />
A<br />
l r n i t i i i " i , ' ' " " i l " l<br />
! • « • • • •<br />
(>•» •<br />
Cl*
12<br />
KOEKOEK<br />
KRONIEK DER POËZIE<br />
Het strijdlied van de vereenigde katholieken in 1932<br />
Na het «Volkske», wil ook de «Standaard»<br />
nu lauweren plukken op het<br />
veld der poëzije. Maar de «Standaard»<br />
vat zijn taak op breede schaal op en<br />
kondigt noch min noch meer dan het<br />
strijdlied van de vereenigde katholieken<br />
af. Van allemaal, van Fieullien<br />
zoowel als van de bisschoppelijke propagandisten.<br />
Het verbazende jn dat Belgisch gedicht<br />
is nu wel, dat het gezongen moet<br />
worden op de wijze van den Vlaamschen<br />
Leeuw!!<br />
Wat zal Paul Segers daarvan zeggen?<br />
En Jaspar? Nooit! Nooit! zullen<br />
zij zonder twijfel uitroepen.<br />
Dat zal ons echter niet beletten hier<br />
propaganda te maken voor dien nieuwen<br />
Vlaamschen Leeuw, des te meer<br />
daar de ziel van het kind er weer door<br />
gered moet worden.<br />
Zoo krijgen de katholieken langzamerhand<br />
een specialiteit. Tot hiertoe<br />
waren de liberalen de authentieke verdedigers<br />
van het vaderland. Nu worden<br />
de katholieken de authentieke verdedigers<br />
van de ziel van het kind.<br />
Plaatsgebrek verplicht ons helaas ons<br />
te beperken tot twee strofen van de<br />
Vlaamsche Leeuwenzael van 't Kind.<br />
De eerste luidt:<br />
Zij zullen haar niet hebben<br />
De schoone ziel van 't kind,<br />
Ondanks de helsche listen<br />
Van 't geuze schrikbewind,<br />
Zoolang Gods lieve zonne<br />
Op Vlaandren nederblinkt,<br />
Zoolang er in ons gordel<br />
Een kop'ren penning klinkt.<br />
Niet slecht, om te beginnen. En let<br />
wel dat er staat: in ons gordel, een<br />
koopren penning klinkt. Er staat niet:<br />
zoolang er in ons gordel een penning<br />
van ONS klinkt. Want die penningen<br />
zijn juist de mijne en de uwe.<br />
Maar nu stijgt de toon van het lied,<br />
het wordt lyrisch, het wordt beschaafd;<br />
de hoofdredakteur van de «Standaard»,<br />
de heer Jan Boon, zou zeggen,<br />
dat de volgende strofe van een katholieken<br />
gentleman is:<br />
Laat 't geusgebroed maar komen,<br />
Wy staan ten strijd gegord!<br />
Wij willen niet dat Vlaandren<br />
EEN NEST VAN ROOVERS<br />
[WORDT.<br />
Wij willen dat ons kindren<br />
Getrouw aan kerk en God<br />
Geen nagels van ons doodkist,<br />
GEEN AAS ZIJN VOOR<br />
[SCHAVOT.<br />
Astenblief. Als ge zoo een klein beetje<br />
kunt rekenen, moet ge met ons erkennen<br />
dat er ongeveer 4 millioen echte<br />
roovers in België rond loopen. Die<br />
vier millioen roovers betalen belastingen<br />
om de ziel van 't land in de katholieke<br />
scholen te redden. Dat is iets.<br />
Maar dat belet niet, dat die vier millioen<br />
leerlingen en oud-leerlingen uit<br />
de officieele moordenaarssoholen aas<br />
zijn voor 't schavot.<br />
Wij voegen onze stem bij deze van<br />
den gentleman, die den «Standaard»<br />
opstelt en wij eischen dat de doodstraf<br />
ONMIDDELLIJK weer wordt ingevoerd,<br />
NOG VOOR DE VERKIEZIN<br />
GEN!<br />
Neen, het mag niet zijn dat menschen<br />
welke uit de officieele scholen<br />
komen nog vrij rond loopen, nadat zij<br />
hun moeder de darmen uit het lijf<br />
hebben gestampt, nadat zij reeds verscheidene<br />
priesters in stukskens hebben<br />
gesneden, nadat zdj hun eigen<br />
dochters hebben verkracht. Neen, en<br />
neen, wij moeten beletten, dat er bij<br />
voorbeeld door dat galgenaas liedjes ini<br />
dezen zin zouden gezongen worden: . j<br />
Zangwijze: De Vlaamsche Leeuw. I<br />
Laat 't Standaardlied maar klinken<br />
Wij staan ten strijd gegord,<br />
Als zij de kerk doen stinken<br />
dat is voor ons geen sport.<br />
Wij willen dat ons kindren,<br />
getrouw aan Kerk of niet,<br />
wat eediers zouden zingen<br />
dan 't rotte Standaardlied<br />
Refrein.<br />
Men zal ze met meer hebben .<br />
De zuivre ziel van 't kind<br />
om ze in den drek te mengen •<br />
van 't klerikaal bewind.<br />
KABINET-MOEILIJKHEID<br />
FRANCQUI TOT DE BROQUEVILLE<br />
En het plan van financieel herstel... het komt ?...<br />
(Teekening uit « LE PEUPLE),
er e<br />
knappen:<br />
i<br />
KOEKOEK<br />
VAN TWEE HEILIGEN<br />
ln de verloopen week werden te<br />
Brussel twee Heiligen gevierd: Sint<br />
Maarten, of zooals luidt in den volksmond:<br />
Sinte Mètte, en Sint Verhaegen,<br />
die niet vermeld staat in het gregoriaansche<br />
kalender.<br />
SINTE METTE TE PEERD<br />
Het is vooral in de buurten en voorsteden<br />
van den noord^westerkant der<br />
hoofdstad dat Sint Maarten gevierd<br />
wordt. Hij is trouwens de patroon van<br />
Ganshoren en dat is niet weinig gezegd.<br />
Indien we de legende gelooven, en<br />
dat mogen we van tijd tot ,tijd wel<br />
eens doen, zou die Sankt op zekeren<br />
dag dat hy te paard en gehuld in een<br />
mooien fluweelen mantel een plezierrit<br />
ondernam, een naakten bedelaar<br />
ontmoet hebben die hem een aalmoes<br />
vroeg. Door kompassie getroffen zou<br />
~'nte Mètte zijn sabel getrokken hebn<br />
— niet om den bedelaar te dooden<br />
at een middel zou geweest zijn om<br />
n eind te stellen aan zün lijden en<br />
rïvoor een heilige toch onbestraft zou<br />
(gebleven zijn — maar om zijn mantel<br />
En twee te hakken en met den bedelaar<br />
te deelen. Beiden hadden er dan nog<br />
[genoeg aan om zich warm te houden,<br />
t Die ridderlijke daad dus wordt elk<br />
nar rond half November herdacht.<br />
T Zooals het geval is met alle «ge-<br />
Behiedkundiige» gebeurtenissen, geeft<br />
'deze manifestatie aanleiding tot een<br />
Soatte processie». Een stoet wordt getalmd,<br />
Sint Maarten rijdt voorop, te<br />
•paard, gehuld in een fluweelen mantel<br />
met veel goud op, met een scepter in<br />
m hand en een mijter op het hoofd.<br />
[Daarachter komen zijne volgelingen,<br />
itrie, vier, te paard en dan de koetsen<br />
met de dames van de heeren, rijkelijk<br />
bebloemd.<br />
: Den «beeweg» naar Ganshoren wordt<br />
jtin ingezet onder de min of meer<br />
—ite belangstelling van de toeschou-<br />
" die den bedelaar vertegen woord i-<br />
.Sint 'Maarten hakt zün mantel<br />
meer in twee — het is trouwens<br />
«en gehuurde — maar gooit op zijn<br />
SJoortocht de kinderen niknakskes toe,<br />
idie ze dan opgrabbelen in stof en modder.<br />
rZooals het betaamt voor echte pelfrims<br />
wordt halt. gemaakt in de voornaamste<br />
kappellekes ofte staminees die<br />
pderweg ontmoet worden, en wordt<br />
(reen liedje gezongen cm den moed op<br />
En lotj het meuleke mo droeie,<br />
SlTaaile genêire ons toch ni<br />
I' Waaile genêire ons toch ni<br />
ofwel nog:<br />
r En ik hem thoeis nog twee<br />
[matantjes,<br />
• Ze goen mê mandjes<br />
BZe goen mê mandjes<br />
I Ze goen mê mandjes langs de<br />
[stroet.<br />
L En wanneer men dan te Ganshoren<br />
pnkomt en Sint Maarten en zijn- vol-<br />
JCetjes m JCiekeptettecs<br />
gelingen te paard de kerk inrijden,<br />
ziooalis een aloude privilegie hun daartoe<br />
het recht geeft — zit er meer dan<br />
eene krimineel scheel zat op zijn ros.<br />
's Anderendaags, dit is den Dinsdag,<br />
is het de Sinte Mètte van de vrave,<br />
en dat as nog veel plezieriger. Dan ziet<br />
men Marie Bleompansj, een wijf van<br />
over de honderd twintig kilo, op een<br />
zwaar boerenpaard gezeten, Sint Maarten<br />
verbeelden. Mannen zijn uit die<br />
tweede bedevaart verbannen. Ook<br />
wordt er niet naar de kerk gegaan,<br />
maar worden alle kappellekes druk bezocht.<br />
En tot laat in den avond duurt<br />
de braspartij. En als alles dan tot het<br />
toppunt gestegen is, en de mannen.er<br />
zich mee bemoeien wordt het heel vaak<br />
«bal op de boetjes».<br />
SINT VERHAEGHEN<br />
Die Verhaeghen was ne «vieze kadéi».<br />
Rond de jaren 1840-45 werden in<br />
België te twee Staatsuniversiteiten te<br />
Luik en te Gent gesticht. De «kattekoppen»<br />
die daarmee niet tevreden<br />
waren richtten onmiddellijk de katholieke<br />
universiteit te Leuven op en Verhaeghen<br />
die een vrijdenker was, ontwierp<br />
van te Brussel een «Vrije Universiteit»<br />
te stichten. Hij zelf verzamelde<br />
de nocdige gelden en weldra kon<br />
de Universiteit te Brussel gesticht worden.<br />
Officieele plechtigheden herinneren<br />
daaraan elk jaar; officieele plechtigheden,<br />
met groote redevoeringen, neerleggen<br />
van kransen aan den vöét van<br />
Verhaeghens standbeeld, enz., ena., die<br />
onmiddellijk gevolgd worden door «officieuze»<br />
plechtigheden waaraan alleen<br />
studenten deelnemen.<br />
En hoe het er dan aan toegaat hoe<br />
ven wy nauwelijks te zeggen.<br />
Vóór den oorlog trokken de studen<br />
ten in groep de stad door en onder het<br />
zingen van «A bas la calotte, a bas la<br />
calotte, è, bas les calottins», werden<br />
ruiten ingegooid van de katholieke<br />
dagbladen, katholieke uitgevershuizen,<br />
enz. Ook gebeurde het vaak dat het<br />
beeld van M. Woeste op het dè Brouckère<br />
plein, op een houtstapel geplaatst<br />
en onder allerhande geschreeuw en geroep<br />
— ook onder applaus van toe><br />
schouwers — verbrand werd.<br />
Dat is alles gewijzigd.<br />
Ten eerste in die vrijdenkers uni-<br />
I I I I I I 9 I I I I I I I I E I I I<br />
Palmyre zit vast!<br />
Een bericht dat da redakteurs en<br />
lezers van «Koekoek» ten zeerste spijten<br />
zal:<br />
«Een 18-jarig meisje, de genaamde<br />
Palmyre K..., uit de Leguitstraat, die<br />
juist riep, wanneer een gendarm in<br />
haar nabijheid kwam, werd -angehouden<br />
en ter beschikking van den Prokureur<br />
des Konings opgesloten.»<br />
Is het daaraan te wijten, dat onze<br />
vriend Jo-Jo ziek is? Ziek van verdriet?<br />
13<br />
versiteit telt men thans talrijke «kadotters»<br />
die aan zulk sport met meer<br />
zouden mee doen. Ten andere de jeugd<br />
van heden is met een anderen geest<br />
bezield: er steekt veel minder idealisme<br />
in. Haar plezier wordt verlaagd tot<br />
«potte zuipen, zich een stuk in zijn<br />
kraag drinken om het er voor te doen.<br />
Gejoel, getier, geschreeuw tot laat in<br />
den nacht daarmee gepaard en 's anderendaags<br />
loopen ze dan met een gezicht<br />
«gelak ne koekenbak».<br />
Soms ontmoet men er nog wel een<br />
geestigaard tusschen. Zoo deze die Zaterdag<br />
avond in de Nieuwstraat stond<br />
te weenen geleund tegen het raam van<br />
de «Innovation». Weenen deed hij als<br />
een kalf. Een groote menigte stond er<br />
rond geschaard. Elkeen vroeg zich af<br />
wat de sukkelaar overkomen was. Toen<br />
eindelijk een oud madameke het toch<br />
waagde hem te vragen wat er scheelde,<br />
haalde hij een stuk worst te voorschijn<br />
en zegde, nog harder weenend:<br />
«Dc ben naar het banket geweest en<br />
heb niet alles kunnen opeten».<br />
Algemeen gelach lokte dit uit en de<br />
menigte ging uiteen. Onze student verliet<br />
eveneens zijn plaats om elders den<br />
zelfden toer te gaan uithalen.<br />
— Na moeke ze zoevuel van eulen<br />
uure, sprak iemand bij het weg gaan,<br />
en as ze genoeminéid zaain, kunne ze<br />
gien draa nemi telle.<br />
Sint Verhaeghen is zeer vervallen.<br />
TWEE COMBATTANTS?<br />
Of voor een gsmeente de patronage<br />
van een beroemde Heilige steeds een<br />
zegen is, staat hoegenaamd niet vast.<br />
Wij zouden er zelfs erg aan twijfelen<br />
als we alleen het geval van Ganshoren<br />
moesten beschouwen waarvan, wij hebben<br />
het gezegd, Sint Maarten de patroon<br />
is.<br />
Het gemeentebestuur van Ganshoron<br />
had besloten een gansch nieuwe wijk<br />
aan den buitenkant aan te leggen.<br />
Twee ondernemers hadden de aanbesteding<br />
bekomen; verschillende straten<br />
en ook twee «avenues» twee lanen werden<br />
aangelegd.<br />
De twee ondernemers hadden niets<br />
beters gevonden dan die lanen naar<br />
hun eigen naam Pottelbergslaan en<br />
Van Wayenbergslaan te doopen.<br />
Het geval kwam vóór den gemeenteraad<br />
waar een der gemeentevaren terecht<br />
deed opmerken dat zulke handelwijze<br />
onduldbaar was, dat alleen de<br />
Rïid de macht had namor. aan straten<br />
te geven en dat hij voorstelde die<br />
twse lanen te benoemen: Verdilaan en<br />
Beethovenlaan.<br />
De gemeenteraad was het algemeen<br />
eens om die zienswijze te deelen; algemeen,<br />
op één stem na. Een katholiek<br />
vertegenwoordiger die méér dan vijftig<br />
jaar in dm raad zetelde stond op<br />
en sprak:<br />
— Burgemeester, ik ben *t akkoord<br />
met wat ge komt te zeggen, maar die<br />
namen die ge genoemineerd hebt, zija<br />
dat wel twee combattants, hé?
14 KOEKOEK<br />
UIT HET LEVEN VAM DEN PLATTE<br />
HIJ KOMT GETUIGEN<br />
De Platte was een poosje in een clrfcus<br />
geëngageerd geweest.<br />
— Als stalknecht? hoor ik u vragen.<br />
— Neen. Als artdst.<br />
Hij was de man, die in de pantomine<br />
w*rd doodgeschoten. Door dronken<br />
cow-fcoys.<br />
HU stekte een Indiaan voor. Men<br />
maakte hem bruin, stak hem een bos<br />
pluimen in zijn haar en klaar was kees<br />
Zoö werd hij eiken avond losgelaten<br />
op het tooneel dat een paardenkamp<br />
voorstelde.<br />
De Platte moest een paard verdonkermanen.<br />
Doch telkens als hij bijna<br />
met zijn knol weg was, kwamen de cow<br />
boy's toegesneld en die schoten hem<br />
dan dood met een revolver van zwaar<br />
kaliber.<br />
Ik vertel dat natuurlijk maar in twee<br />
woorden, maar geloof me, het was een<br />
wreed spektakel en iederen keer els<br />
de Platte afgevangen was en de cowboy's<br />
gingen hem te lijf, beefden de<br />
toeschouwers van angst en spanning.<br />
Maar de tijden zijn beroerd.<br />
Er kwam hoe langer hoe minder volk<br />
naar het cirkus en men kon het op het<br />
gezicht van den direkteur lezen, dat<br />
de flnancieele toestand van zijn onderneming<br />
al zoo bedenkelijk was, als deze<br />
van het land, waar minister, de Broqueville<br />
zich heeft voorgespannen.<br />
Op zekeren morgen riep de direkteur<br />
eijn artlsten bijeen.<br />
— Dames en heeren, sprak hij, ik<br />
moet u met zeggen, dat het met de<br />
zaak niet vlotten wil. De inkomsten<br />
slinken van vertooning tot vertooning.<br />
He zie me verplicht u van morgen af<br />
naar de alfabetische volgorde van uw<br />
namen te betalen...<br />
De Platte, die Wijkimans heet, stond<br />
•» anderendaags de eerste aan de kas.<br />
De direkteur keek hem vragend aan.<br />
— Wat is er, man?<br />
— De kom mijn pree halen, direkteur<br />
— Maar, zei de andere, ge heet gij<br />
toch Wijkmans.<br />
— Gisteren, ja. Maar vandaag niet<br />
meert<br />
— Hoezoo?<br />
— Ik heb een deknaam aangenomen.<br />
Ik heet nu Almans.<br />
De direkteur was het niet eens met<br />
hem. Met het gevolg, dat de Platte<br />
nog dienzelfden avond ontslag nam<br />
als Indiaan-<br />
Maar acht dagen nadat hij uit het<br />
cirkus verdwenen was, kreeg de Platte<br />
een dagvaardiging om voor het gerecht<br />
te verschijnen. Hij moest komen getuigen<br />
in een zedenzaak, die zich n. 1.<br />
in het cirkus had voorgedaan.<br />
De Platte trok zijn Zondaagsch pak<br />
«an en begaf zich op den gestelden<br />
dag naar het Paleis van Justitie.<br />
Hij was te vroeg op zijn post.<br />
Voor zijn zaak voorkwam, werd de<br />
zaak van een dronkenman behandeld.<br />
Ik weet niet of gijlte er zult mee<br />
lachen, maar de Platte lachte zich<br />
een bult.<br />
Hst gold twee drinkebroers, die<br />
nachtlawaai gemaakt, gevochten en<br />
opstand tegen de politie gepleegd hadden.<br />
— Zat u er bij, vroeg de rechter aan<br />
den kornuit, toen den beklaagde den<br />
man met een flesch bier op het hoofd<br />
sloef?<br />
— Ja, Edelachtbare.<br />
— En wat deed de getroffene?<br />
— Schreeuwde hij?<br />
— Neen, meneer de Juge, hij lachte.<br />
— Lachte hij?<br />
— Dat hij schokte.<br />
— Eh waarom?<br />
— Omdat de andere het fleschje<br />
stuksloeg, want toen was hij zijn bier<br />
kwijt.<br />
— En gij?<br />
— Ik!<br />
— Gij ook waart stomdronken.<br />
— Wie vertelt dat, meneer de Juge?<br />
— De agent, die u naar den Amigo<br />
bracht!<br />
— Maar die man liegt.<br />
— Geen stadhuiswoorden gebruiken.<br />
— Maar Edelachtbare, die agent vergist<br />
zich.<br />
— Een agent vergist zich nooit.<br />
— In elk geval, het zou bewezen<br />
moeten worden, dat ik stomdronken<br />
was.<br />
— De agent, begon de rechter...<br />
— Hoeveel om me naar het Noordstation<br />
te voeren?<br />
— Twintig frank, menheer!<br />
— En voor mijn bagage?<br />
— Ik zal daar niets voor rekenen.<br />
— Zeer goed, vriend! Laad ze open<br />
ik ga te voetl<br />
li<br />
Maar de beklaagde liet hem niet<br />
uitspreken.<br />
— Met den agent, zoo antwoordde<br />
hij, heb ik niets te maken. Maar het<br />
laatste wat ik me herinner is, dat ik<br />
over de Groote Markt liep en toen<br />
viel Ons Lieve-Vrouwentoren omver.<br />
En toen maakte ik, dat iik er tusschen<br />
uit kwam.<br />
— Wat wilt ge daarmee zeggen? hengelde<br />
de rechter.<br />
— Wel alleen dit, zed de andere, ligt<br />
de kerktoren er, dan heb ik gelijk, maar<br />
staat hij nog overeind, dan zal de<br />
agent wel gelijk hebben...<br />
Zoo kwam dan de zaak vóór, waa<br />
voor de Platte was opgeroepen geworden.<br />
Men had een paardrijdster en een<br />
leeuwentemmer in de stallingen betrapt<br />
op onwelvoegelijtoe handelingen. De<br />
Platte was daar onwillekeurig getuige<br />
van geweest. Het koppel was gesnapt<br />
geworden door den pompier van dienst<br />
die in die historie een oneerlijke konkurrentle<br />
had gezien en een klacht!<br />
ingediend bij het parket.<br />
De Platte werd één van de eerstenI<br />
ondervraagd.<br />
— Wat hedde gij gezien? vroeg de<br />
Juge.<br />
— Ha! zei de Platte, met een on-j<br />
noozel gezicht, ik heb die twee bijeen<br />
zien komen in den stal.<br />
— En dan?<br />
— Ze hebben malkander een hand]<br />
gegeven.<br />
— Ga voort.<br />
— En dan?<br />
— En een tootje!<br />
— Daarop zijn ze in malkander!<br />
armen gevallen.<br />
— En?<br />
— Ik heb de vrouw hooren zuchten.<br />
— En hü?<br />
— Hij was intusschen aan iets aas<br />
het frutselen met zijn hand.<br />
— Waaraan?<br />
— Dat kon ik niet zien . .<br />
— En dan?<br />
— Dan heb ik iets hooren kraken!<br />
— Hooren kraken? En dan...<br />
— Dan?<br />
— Ja...<br />
— Dan werd het stil, muisstil natuur.!<br />
lijk.<br />
— Stil. Toe jongen, ga voort.<br />
— Wel, meneer de Juge, om u de<br />
waarheid te zeggen, dan heb ik<br />
meer kunnen zien.<br />
— Waarom niet? Was het plots<br />
donker?<br />
— Neen, daarom niet!<br />
— Waarom dan wèl?<br />
— Ja, hoe zal ik dat explükeeren?'<br />
— Gelijk ge wilt!<br />
— Welnu, meneer de Juge, dan deed<br />
de leeuwentemmer aldoor maar teeken<br />
met zijn achterste dat ik moest weggaan.<br />
En ik ben weggegaan!
.<br />
KOEKOEK 15<br />
Samen gevangen, samen gehangen<br />
« I<br />
Twee schelmen sloten een akkoord<br />
Om, met vereende krachten<br />
Er uit te gaan, op roof en moord<br />
In roekloos zelfverachten.<br />
* * *<br />
Hun plan gelukte wonderwel :<br />
Ze plunderden en stroopten, —<br />
Beducht op vagevuur noch hel, •<br />
Zoo ketters als gedoopten.<br />
* * *<br />
En iedre boer uit deze streek,<br />
Bad vaak na 't Wees-Gegroetje :<br />
« O, Lieve Heer, ik bid en smeek,<br />
Laat mij mijn laatste koetje ».<br />
* * *<br />
De schurken echter allebei,<br />
Met harten hard lijk steenen,<br />
Ze kenden vrees noch medelij<br />
En lachten om dat stenen.<br />
* * *<br />
Zoo raakte heel de omtrek schraal,<br />
Ellende en armoe kwamen.<br />
Toch bleven beiden steeds brutaaj<br />
Volharden zonder schamen.<br />
* * *<br />
Toen grepen op een schoonen dag,<br />
De lui, het tergen moede,<br />
Naar jachtgeweer of goedendag<br />
Naar spade, riek of roede.<br />
Ze richtten dan een klopjacht in,<br />
Wanhopig, onbevangen,<br />
't Verliep behoorlijk naar hun zin,<br />
Het koppel werd gevangen.<br />
* * *<br />
Maar, niet zoo gauw was dit geschied<br />
Of één der boeven zeide :<br />
« Myn vrienden, ik ben ik het niet<br />
Die schuld heb van ons beiden ».<br />
* * »<br />
En d'andre sprak : « Hij liegt, de guit,<br />
En maakt me nog verbolgen :<br />
Hij voerde al de plannen uit<br />
En ik moest enkel volgen ».<br />
* * *<br />
Toen kwam het gauw tot haarke-plukj<br />
Het bleef wel uren duren;<br />
Ze sloegen zich de tronie stuk,<br />
Het stof vloog by de buren.<br />
* * *<br />
Toen kwam het vonnis, kort en goed j<br />
Gij zyt te saam gevangen<br />
En zult dus, met bekwamen spoed<br />
Ook maar te samen hangen.<br />
* * *<br />
Zoo zullen w'ook in Belgenland<br />
De blauw en gele benden<br />
Tezaam gekoppeld hand in hand<br />
Dra naar den duivel zenden !<br />
VooruH, allemaal ...voor de paruien der orde!<br />
EDMOND RUBBENS WIL<br />
EEN TONGGEVECHT MET<br />
PAUL SEGHERS<br />
Paul Seghers, niet te verwarren met<br />
den Antwerpschen nachtegaal, was<br />
tien jaar lang sekretaris der katholieke<br />
Associatie te Dendermonde. Maar nu<br />
heeft hrj zich plots'aan het hoofd ge-<br />
:<br />
lAaatst van de fronterslijst. Daarop<br />
iieeft Edmond Ruibfcens hem een uitdaging<br />
gezonden. «De Standaard» wijdt<br />
•daar een kolom aan met het portret<br />
ren Rubbens, die zijn portret verdient<br />
tl stemmen de jonge vrouwen en zelfs<br />
de oude niet. Het slot van de uitdaging<br />
luidt:<br />
«P. S. — Indien Gij dit debat aanneemt,<br />
gelief dan een afgevaardigde<br />
Ie sturen naar het Werkmanshuis te<br />
Dendermonde, Maandag a.s. 14 Nowmber,<br />
te 10 uur.<br />
Een afgevaardigde van mij zal daar<br />
ter beschikking staan om van uw antwoord<br />
kennis te nemen en gemeenschappelijk<br />
alle schikkingen te treffen<br />
».<br />
Eh, pstl ze gaan elkander eens vertellen<br />
waarom ze belden katholiek en<br />
flamingant zijn. De tongen zullen tegen<br />
elkander kletsen dat er vonken<br />
uit spatten.<br />
ALS WIJ PAUL SEGHERS<br />
WAREN<br />
Als wij Paul Seghers waren, zouden<br />
wij het tongduel aanvaarden en er<br />
overigens met veel woorden aan vuil<br />
maken. Wij zouden zeggen:<br />
1. Het degouteert mij katholiek te<br />
zijn met Jaspar.<br />
2. Het degouteert mij flamingant te<br />
aijn met Paul Segers (Antwerpen).<br />
3. En ge moet u niet dik maken,<br />
want zoo ik vandaag fronter ben, dan<br />
ben ik morgen toch weer klerikaal.<br />
ZOOALS VAN MIERLO<br />
Gij hebt het voorbeeld van senator<br />
Van Mierlo, fronter. In een oproep aan<br />
de fronters, verschenen in «De Standaard»<br />
(vette letters), verklaart hij:<br />
« dat nooit iemand er aan getwijfeld<br />
heeft dat de katholieke rangen weer<br />
zouden aaneensluiten, van zoodra de<br />
godsdienst van ons volk bedreigd<br />
werd ».<br />
Zoo moet het zijn! Met de bisschoppen<br />
roepen wij: Stemt voor de partyea<br />
der orde! Voor de Brcqueville en<br />
mans, allen vooruit! Voor Devèze eM<br />
Jaspar, demokraten vooruit! Voor B»<br />
vesse en Max, Vlamingen voorüitl<br />
Want de godsdienst is in gevaar.
16 KOEKOEK<br />
HUMOR VAN ANDEREN<br />
NOTA DER REDAKTIE • We nemen geen Verantwoordelijkheid op Voor Wat We zelf<br />
schrijven. dusnogminderVoor de karikaturen Van deze bladzijde. Het feit dat Wij deze teekeningen<br />
overnemen. Van Vriend en tegenstander, bewijst niet dat Wij het met de strekking eens zijn<br />
•<br />
De verwisselingen van Herriot op zyn<br />
talrijke reizen: te*Londen, te Genève,<br />
ne Madrid, te Tbulouse.<br />
(Canard Enchainé»).<br />
De Dierenvriend en zijn hond.<br />
S'wiatowid, Krakaa.<br />
— Klapperen uw tanden als ge te<br />
bed ligt?<br />
— Neen dokter, ze liggen altijd op<br />
de waschtafel.<br />
Gazebtilno IUustrato, Venetië.<br />
— Och nee, Pietje, dat is papa niet;<br />
ge weet tooh wel, dat papa een snor<br />
heeft.<br />
(Passing Show).<br />
ZIJ. — Maar zult ge ook ook nef*<br />
ven me houden ventje, als mijn haren<br />
grijs worden?<br />
HIJ. — Natuurlijk, schat, ben ik u<br />
niet trouw gebleven tijdens brutol<br />
rood en alle schakeeringen blond?<br />
(Ideas). i<br />
De straatventer spreekt in zyn slaap,<br />
(Idfas). 1<br />
DE RECHTEN VAN DE HOGENZOLLERN OP DEN DUITSCHEN TROON<br />
(El Socialisrta Madrid)