Gebruikers- en beheerdershandleiding voor SIP - Mitel Edocs

Gebruikers- en beheerdershandleiding voor SIP voor de 5212 en 5224 IP Phone
Cijfers en letters invoeren
5212 IP Phone
Op de 5212 IP Phone gebruikt u het toetsenblok om het volgende in te voeren:
• Toestelnummers.
• Telefoonnummers (‘gewone’ PSTN-nummers).
Opmerking: druk niet op de toetsen en # als u een toestel- of telefoonnummer
belt op een 5212 IP Phone. Druk op # om het gekozen nummer te bellen.
Druk op om het laatst ingevoerde cijfer te verwijderen.
5224 IP Phone
Afhankelijk van de context kunt u met het toetsenblok van de 5224 IP Phone alleen cijfers,
of cijfers en letters en enkele speciale tekens invoeren. Op de 5224 IP Phone kunt u het
volgende kiezen:
• Toestelnummers.
• Telefoonnummers (‘gewone’ PSTN-nummers).
• IP-adressen.
• SIP URL’s.
• Gebruikers-id’s in de vorm van namen.
Letters corresponderen met de letters op het toetsenblok en met tekens in de volgende tabel.
Een knipperende cursor geeft de positie aan waar het teken wordt ingevoegd. De cursor gaat
automatisch naar de volgende positie als u één seconde wacht of op een andere toets op het
toetsenblok drukt.
U voert letters en speciale tekens als volgt in:
• Druk snel op de desbetreffende nummertoets tot het gewenste teken op de display wordt
weergegeven.
U voert een hoofdletter als volgt in:
• Druk op (OMHOOG) voordat u de letter invoert. Druk op (OMLAAG) om terug
te keren naar de modus voor kleine letters.
U verwijdert het laatst ingevoerde teken als volgt:
• Druk op de functietoets