07.08.2013 Views

Toelichting

Toelichting

Toelichting

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

Projectbesluit Lichtmasten sportpark<br />

Achter Het Slot, Hernhuttersingel<br />

NL.IMRO.0355.PBHHSJonathan-VO01<br />

Definitief<br />

Gemeente Zeist<br />

Grontmij Nederland B.V.<br />

Houten, 24 november 2009<br />

13/99095636/LVr, revisie D1


Verantwoording<br />

Titel : Projectbesluit Lichtmasten sportpark Achter Het Slot, Hernhuttersingel<br />

Subtitel : NL.IMRO.0355.PBHHSJonathan-VO01<br />

Projectnummer : 283908<br />

Referentienummer : 13/99095636/LVr<br />

Revisie : D1<br />

Datum : 24 november 2009<br />

Auteur(s) : de heer drs. L. Vranken<br />

E-mail adres : Luuk.Vranken@grontmij.nl<br />

Gecontroleerd door : de heer C.J. Nell<br />

Paraaf gecontroleerd :<br />

Goedgekeurd door : de heer M.A.W. Koning<br />

Paraaf goedgekeurd :<br />

Contact : De Molen 48<br />

3994 DB Houten<br />

Postbus 119<br />

3990 DC Houten<br />

T +31 30 634 47 00<br />

F +31 30 637 94 15<br />

midwest@grontmij.nl<br />

www.grontmij.nl<br />

13/99095636/LVr, revisie D1<br />

Pagina 2 van 24


Inhoudsopgave<br />

1 Inleiding......................................................................................................................... 5<br />

1.1 Aanleiding ..................................................................................................................... 5<br />

1.2 Projectbesluit................................................................................................................. 5<br />

1.3 Leeswijzer ..................................................................................................................... 5<br />

2 Het gebiedsprofiel ......................................................................................................... 6<br />

2.1 Inleiding......................................................................................................................... 6<br />

2.2 Omgeving projectgebied............................................................................................... 6<br />

2.3 Projectgebied ................................................................................................................ 8<br />

2.4 Geldend bestemmingsplan ........................................................................................... 8<br />

3 Het projectprofiel........................................................................................................... 9<br />

3.1 Inleiding......................................................................................................................... 9<br />

3.2 Inrichtingsvoorstel ......................................................................................................... 9<br />

3.3 Onderdelen van het projectbesluit .............................................................................. 11<br />

4 Effecten en afwegingen .............................................................................................. 13<br />

4.1 Inleiding....................................................................................................................... 13<br />

4.2 Toets aan bestemmingsplan....................................................................................... 13<br />

4.3 Beleidsafstemming...................................................................................................... 13<br />

4.3.1 Rijksbeleid................................................................................................................... 13<br />

4.3.2 Provinciaal beleid........................................................................................................ 14<br />

4.3.3 Gemeentelijk beleid .................................................................................................... 15<br />

4.4 Milieuaspecten ............................................................................................................ 15<br />

4.4.1 Bedrijfshinder .............................................................................................................. 15<br />

4.4.2 Lichthinder................................................................................................................... 15<br />

4.4.3 Bodem......................................................................................................................... 15<br />

4.4.4 Flora en fauna............................................................................................................. 16<br />

4.4.5 (Hemel)water............................................................................................................... 17<br />

4.4.6 Geluid.......................................................................................................................... 17<br />

4.4.7 Luchtkwaliteit............................................................................................................... 17<br />

4.4.8 Externe veiligheid........................................................................................................ 17<br />

4.5 Archeologische en cultuurhistorische waarden .......................................................... 17<br />

4.6 Financieel-economische haalbaarheid ....................................................................... 17<br />

5 Juridische planopzet ................................................................................................... 18<br />

5.1 Algemeen.................................................................................................................... 18<br />

5.2 Systematiek van de planregels................................................................................... 18<br />

5.3 Beschrijving per bestemming...................................................................................... 18<br />

6 Procedure.................................................................................................................... 20<br />

6.1 Projectbesluit............................................................................................................... 20<br />

6.2 Bestemmingsplan ....................................................................................................... 20<br />

6.3 Benodigde vergunningen............................................................................................ 20<br />

7 Conclusie .................................................................................................................... 21<br />

13/99095636/LVr, revisie D1<br />

Pagina 3 van 24


Inhoudsopgave (vervolg)<br />

Bijlage: Advies monumentencommissie...................................................................................... 22<br />

Regels bij projectbesluit<br />

Verbeelding bij projectbesluit<br />

Separaat “Bijlagenboek Projectbesluit Lichtmasten sportpark Achter Het Slot, Hernhuttersingel”,<br />

Grontmij, 2 november 2009, waarin opgenomen:<br />

• Sportveldverlichting voetbalvelden vv Jonathan op sportpark Blikkenburg te Zeist, Grontmij,<br />

15 april 2009;<br />

• Rapportage Keuringen Grontmij V.V. Jonathan, Certicon Kwaliteitskeuringen, 25 maart<br />

2009;<br />

• Quick scan natuurwetgeving lichtmasten sportpark Achter Het Slot, Hernhuttersingel te<br />

Zeist. Toetsing van de aanwezige natuurwaarden aan de wet- en regelgeving voor natuur,<br />

Grontmij, 2 november 2009.<br />

13/99095636/LVr, revisie D1<br />

Pagina 4 van 24


1 Inleiding<br />

1.1 Aanleiding<br />

Voetbalvereniging Jonathan is gevestigd op sportpark Achter Het Slot aan de Hurnhuttersingel<br />

te Zeist. De voetbalvereniging heeft vijf velden tot haar beschikking. Het terrein wordt heringericht,<br />

waarbij twee grasvelden worden vervangen door kunstgrasvelden. Bij de herinrichting<br />

worden bestaande lichtmasten verplaatst en nieuwe lichtmasten geplaatst, zodat het hoofdveld<br />

en de twee oostelijke velden verlicht worden. De (ver)plaatsing van lichtmasten is niet toegestaan<br />

op grond van het geldende bestemmingsplan ‘Het Slot en omgeving’. Om de gewenste<br />

ontwikkelingen mogelijk te maken, is de gemeente Zeist voornemens een projectbesluit conform<br />

artikel 3.10 van de Wet ruimtelijke ordening te nemen. Voorliggend rapport vormt de ruimtelijke<br />

onderbouwing behorende bij het projectbesluit.<br />

1.2 Projectbesluit<br />

Artikel 3.10 van de Wet ruimtelijke ordening (Wro) biedt de mogelijkheid om vooruitlopend op<br />

een bestemmingsplan een project te realiseren. Voorwaarde is dat het initiatief betrekking heeft<br />

op één samenhangend project. Door middel van een projectbesluit kan de gemeenteraad planologische<br />

medewerking verlenen om de realisatie van een project mogelijk te maken door het<br />

bestemmingsplan buiten toepassing te verklaren voor het project. Binnen één jaar na het onherroepelijke<br />

projectbesluit moet voor het gebied een ontwerp bestemmingsplan ter inzage worden<br />

gelegd (uitzonderingen hierop zijn conform artikel 3.13 Wro mogelijk). Een projectbesluit dient<br />

te zijn voorzien van een goede ruimtelijke onderbouwing. Tevens is het mogelijk regels en een<br />

verbeelding aan een projectbesluit te verbinden.<br />

Voor onderliggend initiatief is gekozen om aan de ruimtelijke onderbouwing eveneens regels en<br />

een verbeelding te verbinden. In hoofdstuk 5 wordt hier nader op ingegaan.<br />

1.3 Leeswijzer<br />

Deze rapportage bestaat uit drie onderdelen: een ‘ruimtelijke onderbouwing’ waarin het project<br />

wordt beschreven en in relatie tot de omgeving wordt beoordeeld. De andere twee onderdelen<br />

‘regels’ en ‘verbeelding’ bevatten tezamen de juridische regeling en bepalen de gebruiks- en<br />

bouwmogelijkheden van de gronden in het projectgebied.<br />

Het onderdeel ruimtelijke onderbouwing is verdeeld in 7 hoofdstukken. Naast dit inleidende<br />

hoofdstuk wordt in hoofdstuk 2 een beschrijving van de huidige situatie in het projectgebied gegeven.<br />

In hoofdstuk 3 is het project omschreven. Vervolgens wordt in hoofdstuk 4 een integrale<br />

afweging gemaakt ten aanzien van de aanvaardbaarheid en wenselijkheid van het project.<br />

Hoofdstuk 5 bevat een toelichting op de bijbehorende regels en verbeelding en in hoofdstuk 6<br />

wordt de procedure toegelicht. De ruimtelijke onderbouwing sluit af met een conclusie.<br />

13/99095636/LVr, revisie D1<br />

Pagina 5 van 24


2 Het gebiedsprofiel<br />

2.1 Inleiding<br />

Het gebiedsprofiel omvat een beschrijving van de huidige situatie in het projectgebied en omgeving.<br />

Allereerst wordt het projectgebied in zijn omgeving gepositioneerd en vervolgens beschouwen<br />

we het projectgebied nader. Tot slot wordt ingegaan op de huidige bestemmingen in<br />

het gebied.<br />

2.2 Omgeving projectgebied<br />

De velden van voetbalvereniging Jonathan liggen op sportpark ‘Achter Het Slot’ aan de Hernhuttersingel.<br />

Het gebied ligt dan ook direct ten zuiden van Slot Zeist, aan de zuidzijde van de<br />

kern Zeist. Figuur 2.1 laat de ligging van het projectgebied in de omgeving zien.<br />

Projectgebied<br />

Figuur 2.1 Topografische situatie met indicatie projectgebied Bron: Topografische Dienst Emmen, 2004.<br />

13/99095636/LVr, revisie D1<br />

Pagina 6 van 24


Figuur 2.2 Huidige situatie projectgebied Bron: Grontmij, 2008.<br />

Het gebiedsprofiel<br />

13/99095636/LVr, revisie D1<br />

Pagina 7 van 24


Het gebiedsprofiel<br />

Het projectgebied wordt omsloten door de Koelaan in het westen, de Hernhuttersingel in het<br />

noorden, het Filosofenlaantje in het oosten en de Blikkenburgerlaan in het zuiden.<br />

Ten noorden van het projectgebied bevindt zich Slot Zeist, aansluitend op het centrum van<br />

Zeist. Ten oosten zijn sportvelden gelegen, onder meer van honk- en softbalvereniging “Phoenix”<br />

en voetbalverenigingen “FZO” en “Patria” alsmede de ijs- en skeelerbaan. Aan de zuidzijde<br />

vormt het projectgebied de grens van de bebouwde kom, het gebied ten zuiden van de Blikkenburgerlaan<br />

kent een agrarisch gebruik. Ten oosten ligt een overgangsgebied richting het woongebieden<br />

Gouwenhoven en Griffensteyn. In de zone tussen de Koelaan en de Waterigeweg<br />

bevinden zich diverse functies. Het betreft een woning, een tennisvereniging, jeu-desboulesaccommodatie<br />

(met verlichting) en volkstuinen met bijbehorende voorzieningen zoals<br />

parkeergelegenheid.<br />

2.3 Projectgebied 1<br />

Voetbalvereniging Jonathan is in 1946 opgericht. In de beginjaren werd gebruik gemaakt van<br />

een terrein achter De Krakeling in Zeist. Vanwege de groei van de vereniging is al snel naar<br />

een volwaardige huisvesting gezocht. Deze is gevonden op de huidige locatie.<br />

De vereniging heeft momenteel de beschikking over vijf grasvelden, te weten één hoofdveld,<br />

twee velden van wedstrijdformaat en twee trainingsvelden. Daarnaast is een (kleiner) boardingveld<br />

beschikbaar, waar voornamelijk 4 tegen 4 gespeeld wordt. Twee van de voetbalvelden zijn<br />

voorzien van verlichting. Het betreft het meest noordelijke hoofdveld en een trainingsveld direct<br />

ten zuiden daarvan, aan de zijde van de Koelaan.<br />

Op het terrein zijn daarnaast een clubgebouw en enkele kleedruimtes aanwezig. Het terrein is<br />

toegankelijk vanaf de zijde Hernhuttersingel. Daar is ook een fietsenstalling aanwezig.<br />

De vereniging kent momenteel een stabiel ledenbestand van circa 900.<br />

2.4 Geldend bestemmingsplan<br />

De gronden in het projectgebied behoren tot het plangebied van het bestemmingsplan ‘Het Slot<br />

en omgeving’. Dit bestemmingsplan is vastgesteld op 19 januari 2004 en gedeeltelijk goedgekeurd<br />

door Gedeputeerde Staten van de provincie Utrecht op 24 augustus 2004. Vervolgens is<br />

er beroep ingesteld en na de uitspraak van de ABRS op 3 augustus 2005 is het plan onherroepelijk<br />

geworden.<br />

Op grond van dit bestemmingsplan geldt voor het projectgebied de bestemming ‘Sport- en recreatiedoeleinden’.<br />

Binnen deze bestemming zijn lichtmasten van de gewenste hoogte niet toegestaan.<br />

1 Voor deze paragraaf is gebruik gemaakt van gegevens van de website www.vvjonathan.nl.<br />

13/99095636/LVr, revisie D1<br />

Pagina 8 van 24


3 Het projectprofiel<br />

3.1 Inleiding<br />

In dit hoofdstuk wordt het project beschreven. Hier vindt een beschrijving plaats van de gewenste<br />

veranderingen in het gebied, waarvoor een projectbesluit genomen dient te worden.<br />

3.2 Inrichtingsvoorstel<br />

De velden van de voetbalvereniging worden heringericht. Door de velden te herschikken, is het<br />

mogelijk om vijf velden van wedstrijdformaat te creëren.<br />

Twee van deze velden worden voorzien van kunstgras. Het betreft het hoofdveld en een veld<br />

direct ten zuiden daarvan aan het Filosofenlaantje. Bovendien worden drie kunstgras boardingvelden<br />

aangelegd, aan de noordzijde van het projectgebied.<br />

Deze herschikking van velden leidt ook tot inrichtingsaanpassingen. Zo worden ballenvangers<br />

gerealiseerd, en langs de Koelaan een nieuwe haag geplant. Ook worden de bestaande lichtmasten<br />

verplaatst en nieuwe lichtmasten geplaatst. Beide kunstgrasvelden en een grasveld aan<br />

de zuidzijde (zijde Filosofenlaantje) worden voorzien van verlichting.<br />

Dankzij deze herinrichting wordt de beschikbare ruimte intensiever gebruikt en voldoen de<br />

sportvelden voor een voetbalvereniging met 900 leden.<br />

13/99095636/LVr, revisie D1<br />

Pagina 9 van 24


Het projectprofiel<br />

Figuur 3.1 Toekomstige situatie projectgebied Bron: Grontmij, 2009.<br />

Lichtmast 15 meter, enkel armatuur<br />

Lichtmast 15 meter, dubbel armatuur<br />

13/99095636/LVr, revisie D1<br />

Pagina 10 van 24


Het projectprofiel<br />

3.3 Onderdelen van het projectbesluit<br />

Het projectbesluit heeft enkel betrekking op de oprichting c.q. verplaatsing van de lichtmasten.<br />

Alle overige onderdelen van de herinrichting kunnen op grond van het geldende bestemmingsplan<br />

plaatsvinden of worden met een andere (korte) procedure mogelijk gemaakt.<br />

In het projectgebied worden in de nieuwe situatie 20 lichtmasten geplaatst, 8 langs het hoofdveld<br />

en voor de andere twee velden ieder 6. Langs het hoofdveld zijn nu reeds lichtmasten<br />

aanwezig. Vanwege de herschikking van de velden, worden de bestaande lichtmasten verplaatst.<br />

De verlichting die nu langs een trainingsveld aanwezig is, wordt eveneens herplaatst.<br />

Deze zijn voorzien langs het meest zuidelijke veld, aan de zijde van het Filosofenlaantje. Het<br />

derde veld krijgt nieuwe lichtmasten.<br />

Figuur 3.2 Lichtmast Bron: Grontmij, 2009.<br />

Alle lichtmasten zijn 15 meter hoog en worden voorzien van enkele of dubbele armaturen.<br />

Dankzij de hoogte kan met een beperkt aantal lichtmasten per veld worden volstaan en kunnen<br />

de armaturen relatief vlak afgesteld worden, zodat er minimale hinder optreedt voor de omgeving.<br />

Daarnaast worden de lichtmasten aan de zijden van het Filosofenlaantje, de Koelaan en<br />

de Blikkenburgerlaan voorzien van lichtkappen zodat lichtuitstraling buiten het sportterrein wordt<br />

beperkt. Op die manier worden negatieve effecten voor aanwezige fauna voorkomen (zie ook<br />

paragraaf 4.4.4).<br />

13/99095636/LVr, revisie D1<br />

Pagina 11 van 24


Het projectprofiel<br />

In figuur 3.1 is de exacte locatie van de lichtmasten weergegeven. Deze zijn rood omcirkeld.<br />

Een enkele rode lijn staat voor een lichtmast met enkel armatuur en een dubbele rode lijn voor<br />

een lichtmast met dubbel armatuur.<br />

13/99095636/LVr, revisie D1<br />

Pagina 12 van 24


4 Effecten en afwegingen<br />

4.1 Inleiding<br />

De effecten van realisatie van het project worden in dit hoofdstuk op een rij gezet. In feite wordt<br />

afgewogen of het project, in relatie tot de omgeving, ruimtelijk, functioneel, financieeleconomisch<br />

en milieuhygiënisch verantwoord is. Om deze afweging te kunnen maken, wordt<br />

het project op de volgende criteria beoordeeld:<br />

• afwijking ten opzichte van het geldende en toekomstige bestemmingsplan;<br />

• beleidsafstemming;<br />

• ruimtelijke effecten;<br />

• milieuaspecten;<br />

• archeologische en cultuurhistorische waarden;<br />

• financieel-economische haalbaarheid.<br />

Deze criteria worden achtereenvolgens behandeld. Elk onderdeel eindigt met een conclusie<br />

omtrent de aanvaardbaarheid op dat deelaspect. Deze conclusies zijn samengebracht in hoofdstuk<br />

7, waarin een integrale eindconclusie is opgenomen.<br />

4.2 Toets aan bestemmingsplan<br />

De gronden in het projectgebied behoren tot het plangebied van het bestemmingsplan ‘Het Slot<br />

en omgeving’. Dit bestemmingsplan is vastgesteld op 19 januari 2004 en gedeeltelijk goedgekeurd<br />

door Gedeputeerde Staten van de provincie Utrecht op 24 augustus 2004. Vervolgens is<br />

er beroep ingesteld en na de uitspraak van de ABRS op 3 augustus 2005 is het plan onherroepelijk<br />

geworden.<br />

Op grond van dit bestemmingsplan geldt voor het projectgebied de bestemming ‘Sport- en<br />

recreatiedoeleinden’. Binnen deze bestemming was het oorspronkelijk de bedoeling om lichtmasten<br />

tot 18 meter hoogte toe te staan. Aan deze bepaling is goedkeuring onthouden, omdat<br />

onvoldoende zicht was op mogelijke effecten hiervan voor de cultuurhistorische waarde van het<br />

gebied. Derhalve is de herplaatsing en toevoeging van lichtmasten van 15 meter hoogte niet<br />

mogelijk op grond van het geldende bestemmingsplan.<br />

Inmiddels zijn de effecten voor de cultuurhistorie in kaart gebracht en is het initiatief tot herinrichting<br />

besproken met de Monumentencommissie. Deze commissie heeft positief advies uitgebracht<br />

over het voornemen (zie paragraaf 4.5), inclusief de 20 lichtmasten van 15 meter hoogte.<br />

De gemeente Zeist wil dan ook de realisering van de lichtmasten mogelijk maken door het<br />

nemen van een projectbesluit. Dit besluit zal, nadat de procedure van het projectbesluit is doorlopen,<br />

worden verankerd in een bestemmingsplan.<br />

4.3 Beleidsafstemming<br />

4.3.1 Rijksbeleid<br />

Het nationale ruimtelijke ordeningsbeleid is weergegeven in de Nota Ruimte. De Tweede en<br />

Eerste Kamer der Staten Generaal hebben achtereenvolgens op 17 mei 2005 en 17 januari<br />

2006 ingestemd met de Nota Ruimte 2 . Deze nota bevat op hoofdlijnen de strategische visie op<br />

het ruimtelijke beleid op rijksniveau. Dit ruimtelijke beleid spitst zich toe op inrichtingsvraagstukken<br />

tussen nu en 2020, met een doorkijk naar 2030.<br />

2 “Nota Ruimte”, ministeries van VROM, LNV en EZ, Den Haag.<br />

13/99095636/LVr, revisie D1<br />

Pagina 13 van 24


Effecten en afwegingen<br />

Hoofddoel van het nationaal ruimtelijk beleid is ruimte te scheppen voor de verschillende ruimtevragende<br />

functies op het beperkte oppervlak dat in Nederland beschikbaar is. Meer specifiek<br />

richt het kabinet zich hierbij op vier doelen:<br />

• versterken van de internationale concurrentiepositie van Nederland;<br />

• bevorderen van krachtige steden en vitaal platteland;<br />

• borgen en ontwikkelen van belangrijke (inter)nationale ruimtelijke waarden;<br />

• borgen van de veiligheid.<br />

Deze vier doelen worden in onderlinge samenhang nagestreefd, met tegen de achtergrond de<br />

algemene wens om de economische, ecologische en sociaal-culturele waarden van de ruimte<br />

te versterken en duurzaam te ontwikkelen. Van duurzame ruimtelijke ontwikkeling is in de ogen<br />

van het Rijk sprake als aan elk van deze waarden gelijkwaardig en in onderlinge samenhang<br />

recht wordt gedaan en daarmee de aantrekkelijkheid van de ruimte voor bewoners, bezoekers<br />

en ondernemers toeneemt.<br />

Het ruimtelijk beleid moet er voor zorgen dat de verhouding tussen bouwen in stedelijke gebieden<br />

en in landelijke gebieden in balans blijft. Bundeling van verstedelijking (wonen, werken<br />

en voorzieningen) staat voorop.<br />

De beoogde herontwikkeling, waar de plaatsing van de lichtmasten onderdeel van uitmaakt,<br />

versterkt de sportvoorzieningen in de kern Zeist. Door de herstructurering op deze locatie vindt<br />

een intensivering van het stedelijk ruimtegebruik plaats, waardoor het buitengebied gespaard<br />

blijft. De ontwikkelingen leiden tot een opwaardering van de ruimtelijke en functionele kwaliteit.<br />

4.3.2 Provinciaal beleid<br />

Het provinciaal ruimtelijk beleid is vastgelegd in het streekplan 2005-2015. Op de bij dit streekplan<br />

behorende plankaart is het gebied aangeduid ‘Landelijk gebied 1’ (zie figuur 4.1). Dit zijn<br />

gebieden buiten de rode contour, maar wel grenzend aan stedelijk gebied en met een stedelijke<br />

invloed door een afwisseling van (dag)recreatieterreinen, recreatief groen, fiets- en wandelpaden,<br />

begraafplaatsen, volkstuincomplexen, maneges, sportvelden, agrarisch gebruik, incidenteel<br />

tuinbouw en kleine natuurgebieden en ecologische verbindingszones.<br />

Figuur 4.1 Uitsnede streekplankaart Bron: provincie<br />

Utrecht, 2005.<br />

Projectgebied<br />

Voor deze gebieden, voor zover zij direct aansluiten bij de kernen, geldt dat zoekgebied zijn<br />

voor uitbreiding en vestiging van functies die afhankelijk zijn van de stadsrandzones, zoals<br />

volkstuincomplexen, begraafplaatsen, maneges en sportvelden, voor zover de mogelijkheden<br />

als stedelijk uitloopgebied niet worden belemmerd. De kwetsbare delen en de EHS komen niet<br />

in aanmerking voor nieuwe stadsrandactiviteiten.<br />

13/99095636/LVr, revisie D1<br />

Pagina 14 van 24


Effecten en afwegingen<br />

Het projectgebied is niet aangemerkt als kwetsbaar gebied of EHS en komt dan ook in aanmerking<br />

voor voortzetting en intensivering/opwaardering van de sportfunctie. De ontwikkelingen<br />

passen dan ook binnen het provinciale beleidskader.<br />

4.3.3 Gemeentelijk beleid<br />

In het Ontwikkelingsperspectief 2030 bepaalt de gemeente Zeist de ambities voor de toekomst.<br />

De gemeente wil een optimaal voorzieningenniveau met verbeteringen op schaal van buurt,<br />

kern en gemeente. Daarom zorgt zij voor voldoende lokale en wijkfuncties, zoals sport, buurtwinkels,<br />

speelgelegenheid, en voorzieningen op het gebied van welzijn. De aanwezige sportvoorzieningen<br />

mogen niet verslechteren. Het is nodig dat ze verspreid over de gemeente Zeist<br />

liggen, en verschillende soorten sport mogelijk zijn. De herinrichting van de sportvelden op<br />

sportpark Achter Het Slot, Hernhuttersingel past binnen dit beleid.<br />

4.4 Milieuaspecten<br />

4.4.1 Bedrijfshinder<br />

Voor een veldsportcomplex met verlichting geeft de brochure ‘Bedrijven en milieuzonering’ van<br />

de VNG (2009) een indicatieve hinderzone aan van 50 meter ten opzichte van een rustige<br />

woonomgeving in verband met geluid. De dichtstbijzijnde woning (aan de Waterigeweg) ligt<br />

zelfs op meer dan 100 meter afstand. In de omgeving bevinden zich geen gevoelige functies.<br />

Ten oosten is sprake van een sportcomplex, aan de noordzijde is - op geruime afstand - Slot<br />

Zeist gevestigd, ten westen zijn volkstuinen en een tenniscomplex en ten zuiden bevindt zich<br />

een agrarisch gebied.<br />

De ontwikkeling zal geen onevenredige hinder opleveren voor de omgeving en de functies die<br />

in de omgeving voorkomen zijn verenigbaar met de sportfunctie in het projectgebied.<br />

4.4.2 Lichthinder<br />

De hinder van de sportveldverlichting voor de omgeving is onderzocht 3 . Door het NOC*NSF en<br />

de KNVB worden eisen gesteld waaraan een voetbalveldverlichting moet voldoen om op een<br />

verantwoorde manier een voetbalwedstrijd te kunnen spelen. Voor lichthinder naar de omgeving<br />

zijn richtlijnen opgesteld door de Nederlandse Vereniging voor Verlichtingskunde (NSVV). Zowel<br />

de eisen vanuit het NOC*NSF en KNVB als de richtlijnen van de NSVV zijn voor het ontwerp<br />

van de sportveldverlichting toegepast.<br />

Gekozen is voor een ontwerp van de lichtinstallatie waarbij voor twee velden ieder zes lichtmasten<br />

met een hoogte van 15 meter worden toegepast. Het hoofdveld behoudt acht lichtmasten,<br />

die eveneens 15 meter hoog zijn. Deze lichtmasten worden (beperkt) verplaatst. Elke lichtmast<br />

is voorzien van twee armaturen, die zodanig vlak worden afgesteld dat de lichthinder naar de<br />

omgeving binnen de eisen valt. De armatuur dient iets schuin te staan, om ook het midden van<br />

het veld te kunnen verlichten. Dankzij de hoogte van de mast, kunnen de armaturen vlakker<br />

worden afgesteld. Bijkomend voordeel is dat de inkijk minimaal is. Bovendien worden de lichtmasten<br />

aan de zijden van de Blikkenburgerlaan, het Filosenlaantje en de Koelaan voorzien van<br />

kappen om lichtuitstraling naar de omgeving verder te beperken (zie ook paragraaf 4.4.4).<br />

4.4.3 Bodem<br />

De lichtmasten zijn geprojecteerd in een gebied dat momenteel reeds ingericht en in gebruik is<br />

als sportvelden. Ten behoeve van de aanleg van de kunstgrasvelden (geen onderdeel van dit<br />

projectbesluit) is een keuring gedaan van de bodemkwaliteit van een partij grond 4 . De partij is<br />

onderverdeeld in drie deelpartijen, allen ter hoogte van de velden waar de lichtmasten zijn geprojecteerd.<br />

Het onderzoek heeft tot doel om de kwaliteit van de grond vast te stellen om zo te<br />

kunnen beoordelen wat de gebruiksmogelijkheden van het materiaal zijn.<br />

Bij het onderzoek is gebleken dat van de keuringslocatie geen bodeminformatie beschikbaar is.<br />

Ook uit de proefboringen zijn geen bijzonderheden aan het licht gekomen.<br />

3 Sportveldverlichting voetbalvelden vv Jonathan op sportpark Blikkenburg te Zeist, Grontmij, 15 april 2009<br />

4 Rapportage Keuringen Grontmij V.V. Jonathan, Certicon Kwaliteitskeuringen, 25 maart 2009<br />

13/99095636/LVr, revisie D1<br />

Pagina 15 van 24


Effecten en afwegingen<br />

Deelpartij 1 en 2 betreft de velden die als kunstgrasveld worden uitgevoerd. Deze deelpartijen<br />

voldoen in het kader van het Besluit Bodemkwaliteit aan de eisen voor “klasse Achtergrondwaarde”.<br />

Deelpartij 3 betreft een grondlichaam langs het meest noordelijke voetbalveld, aan de zijde van<br />

de Koelaan. Deze deelpartij voldoet in het kader van het Besluit Bodemkwaliteit aan de eisen<br />

voor “klasse Wonen”.<br />

4.4.4 Flora en fauna<br />

Ten behoeve van de herontwikkeling van het sportpark, inclusief de aanleg van lichtmasten, is<br />

een onderzoek verricht naar de mogelijke effecten voor natuurwaarden 5 . De conclusies van dit<br />

onderzoek zijn hieronder weergegeven.<br />

Soortenbescherming<br />

• met de plaatsing van de lichtmasten op het sportpark worden geen verbodsbepalingen<br />

uit de Flora- en faunawet overtreden ten aanzien van beschermde soorten planten,<br />

grondgebonden zoogdieren, reptielen, amfibieën, vissen en ongewervelden;<br />

• wanneer de lichtmasten in het broedseizoen van vogels geplaatst worden, dan kunnen<br />

daarmee vogels worden verstoord die in de bomen of de beukenhaag rondom de sportvelden<br />

broeden. Wanneer het plaatsen van de masten buiten het broedseizoen van vogels<br />

plaatsvindt, dan worden ten aanzien van vogels geen verbodsbepalingen uit de<br />

Flora- en faunawet overtreden;<br />

• door het (ver)plaatsen van de lichtmasten op het sportpark kan extra lichtuitstraling<br />

plaatsvinden op het Filosofenlaantje en de Blikkenburgerlaan. Ook vindt lichtuitstraling<br />

plaats op de Koelaan, hoewel die minder zal zijn dan in de huidige situatie. Al deze lanen<br />

zijn potentieel geschikt als vliegroute voor verschillende vleermuissoorten.<br />

Door middel van speciale armatuur kan er echter voor worden gezorgd dat het licht alleen<br />

op de sportvelden schijnt en niet naar achteren in de richting van de lanen. Op die<br />

manier kunnen negatieve effecten op de potentiële vliegroutes van vleermuizen worden<br />

voorkomen. In de lanen zal dan niet meer licht aanwezig zijn dan dat van de straatlantaarns<br />

die momenteel in deze lanen staan.<br />

Wanneer de lichtmasten buiten het broedseizoen van vogels worden geplaatst en verplaatst<br />

en wanneer er met speciale armatuur / lichtkappen wordt gewerkt zodat er alleen<br />

directe lichtuitstraling op de sportvelden plaatsvindt, dan worden geen verbodsbepalingen<br />

uit de Flora- en faunawet overtreden en is nader onderzoek of het aanvragen<br />

van een ontheffing op grond van artikel 75 Flora- en faunawet niet noodzakelijk.<br />

Gebiedsbescherming<br />

De plaatsing van de lichtmasten op het sportpark heeft geen (significant) negatieve effecten op<br />

Natura 2000-gebieden of beschermde natuurmonumenten. Degelijke gebieden liggen niet in de<br />

omgeving van het plangebied. Nader onderzoek in de vorm van een verslechteringstoets of een<br />

passende beoordeling is derhalve niet noodzakelijk. Er hoeft voor de ingreep ook geen vergunning<br />

te worden aangevraagd op grond van artikel 19d Natuurbeschermingswet.<br />

De plaatsing van de lichtmasten heeft ook geen invloed op gebieden die zijn aangewezen als<br />

EHS-gebied. Het dichtstbijzijnde (geplande) EHS-gebied ligt ten zuidwesten van het sportpark,<br />

daar waar geen directe lichtuitstraling van de lichtmasten plaatsvindt. De bomen langs de Blikkenburgerlaan<br />

vormen een natuurlijke afscheiding tussen de sportvelden en het geplande EHSgebied.<br />

De wezenlijke kenmerken van andere EHS-gebieden in de omgeving van het sportpark<br />

blijven onaangetast.<br />

5 Quick scan natuurwetgeving lichtmasten vv Jonathan Zeist. Toetsing van de aanwezige<br />

natuurwaarden aan de wet- en regelgeving voor natuur, Grontmij, 26 oktober 2009.<br />

13/99095636/LVr, revisie D1<br />

Pagina 16 van 24


Effecten en afwegingen<br />

4.4.5 (Hemel)water<br />

De oprichting en verplaatsing van lichtmasten leidt niet tot een verandering in de waterhuishoudkundige<br />

situatie. Er is ook geen sprake van een toename van verhard oppervlakte. Ten<br />

behoeve van de totale herinrichting van het sportpark, inclusief de aanleg van kunstgrasvelden,<br />

is overleg geweest met Hoogheemraadschap De Stichtse Rijnlanden. Bij de verdere planuitwerking<br />

wordt bekeken of de waterhuishoudkundige situatie als gevolg van de andere ontwikkelingen<br />

op het sportpark aanpassing behoeft. Dit is echter geen direct gevolg van de ontwikkeling<br />

die met dit projectbesluit mogelijk worden gemaakt.<br />

4.4.6 Geluid<br />

De lichtmasten zijn geen geluidgevoelige of geluidproducerende inrichtingen. Op de geluidhinder<br />

als gevolg van het gebruik van het veldsportcomplex is in paragraaf ‘Bedrijven en milieuzonering’<br />

ingegaan.<br />

4.4.7 Luchtkwaliteit<br />

De aanleg van lichtmasten leidt niet tot een toename van verkeersbewegingen. Het project<br />

draagt dan ook niet in betekenende mate bij aan (verslechtering van) de luchtkwaliteit.<br />

4.4.8 Externe veiligheid<br />

De lichtmasten leiden niet tot een vergroting van risico’s op de omgeving. Anderzijds bevinden<br />

zich in de omgeving geen risicovolle inrichtingen die effect kunnen hebben op de ontwikkeling in<br />

het projectgebied.<br />

4.5 Archeologische en cultuurhistorische waarden<br />

Op de Indicatieve Kaart Archeologische Waarden (bron: www.kich.nl) is de archeologische verwachtingswaarde<br />

aangegeven. Het projectgebied heeft een hoge indicatieve waarde. Het project<br />

leidt mogelijk tot een verstoring van de bodem, die verder gaat dan de huidige bouwvoor.<br />

De verstoring is, ten behoeve van de lichtmasten, echter in omvang zeer beperkt. Indien de<br />

verstoring minder bedraagt dan 100 m 2 is op grond van artikel 41a van de Monumentenwet<br />

geen archeologisch onderzoek vereist. Indien bij graafwerkzaamheden archeologische sporen<br />

worden aangetroffen, geldt een meldingsplicht. Dit biedt voldoende bescherming voor de mogelijke<br />

archeologische resten die als gevolg van de realisering van lichtmasten worden verstoord.<br />

Het projectgebied behoort tot het rijksbeschermd stads- en dorpsgezicht van de gemeente<br />

Zeist. Daarnaast is op provinciaal niveau een cultuurhistorische hoofdstructuur bepaald, die beleidsmatig<br />

beschermd wordt. In de cultuurhistorische atlas van de provincie Utrecht is aan het<br />

projectgebied cultuurhistorische waarde toegekend. Deze is vooral ingegeven vanuit de nabijheid<br />

van Slot Zeist. Zichtlijnen vanuit het Slot Zeist richting het buitengebied dienen bewaard te<br />

blijven.<br />

Het volledige plan voor herontwikkeling van de sportvelden, dus inclusief de oprichting c.q. verplaatsing<br />

van de lichtmasten, is voorgelegd aan de monumentencommissie. Deze commissie<br />

heeft positief geadviseerd over het plan (zie bijlage). De ontwikkelingen leiden niet tot een<br />

onaanvaardbare verstoring van cultuurhistorische waarden.<br />

4.6 Financieel-economische haalbaarheid<br />

De kosten die voortvloeien uit de voorbereiding en realisatie van dit project worden bekostigd<br />

door de gemeente Zeist. Deze kosten zijn opgenomen in de begroting. Daarmee is voldoende<br />

zekerheid omtrent de financieel-economische haalbaarheid van het project.<br />

Omdat met alle grondeigenaren in het gebied overeenstemming is, is bij het toekomstig vast te<br />

stellen bestemmingsplan geen exploitatieplan benodigd. De kosten zijn immers anderszins verzekerd.<br />

13/99095636/LVr, revisie D1<br />

Pagina 17 van 24


5 Juridische planopzet<br />

5.1 Algemeen<br />

De aanleiding voor het projectbesluit is de wens om lichtmasten te realiseren langs sportvelden<br />

op sportpark Achter Het Slot te Zeist. De gemeente Zeist kiest er voor om bij een ruimtelijke<br />

onderbouwing eveneens regels en een verbeelding op te nemen, conform de mogelijkheid die<br />

artikel 3.10 lid 3 van de Wet ruimtelijke ordening biedt. Deze regels en verbeelding bij een projectbesluit<br />

kunnen worden beschouwd als ruimtelijke voorwaarden die aan de buiten toepassing<br />

verklaring van het geldende bestemmingsplan worden verbonden.<br />

Gelet op het vereiste om het projectbesluit binnen een jaar in een nieuw bestemmingsplan op te<br />

nemen, is de juridische regeling zoveel mogelijk gericht op de inpassing in het toekomstige bestemmingsplan.<br />

De regels en verbeelding van het projectbesluit voldoen aan de eisen zoals<br />

gesteld in de Wet ruimtelijke ordening (Wro) en het Besluit ruimtelijke ordening (Bro). Vooruitlopend<br />

op de inwerkingtreding van de digitale vereisten per 1 januari 2010 voldoet voorliggend<br />

plan aan de digitale verplichtingen, zoals deze zijn opgenomen in de RO Standaarden 2008.<br />

Naast de (toekomstige) wettelijke vereisten, is de regeling gebaseerd op de standaardregels<br />

(versie voorjaar 2009) zoals de gemeente Zeist deze heeft opgesteld.<br />

De gronden in het projectgebied krijgen de bestemming ‘Sport’.<br />

5.2 Systematiek van de planregels<br />

De planregels van het projectbesluit bestaan uit vier hoofdstukken.<br />

Inleidende regels<br />

De inleidende regels bevatten twee artikelen die duidelijkheid verschaffen over de gehanteerde<br />

begrippen en de wijze van meten.<br />

Bestemmingsregels<br />

In het tweede hoofdstuk komen de gehanteerde bestemmingen aan de orde. Per bestemming<br />

zijn regels opgenomen voor het doel, gebruik en bouwmogelijkheden van de gronden.<br />

Algemene regels<br />

Het derde hoofdstuk bevat regels die gelden voor het gehele plangebied en alle bestemmingen,<br />

zoals een anti-dubbeltelregel, procedureregels en algemene bouwregels.<br />

Overgangs- en slotregels<br />

Het laatste hoofdstuk bevat regels die betrekking hebben op het overgangsrecht en de titel van<br />

het plan.<br />

5.3 Beschrijving per bestemming<br />

Het plan kent één bestemming. Deze wordt hieronder toegelicht.<br />

Bestemming ‘Sport’<br />

Gebruik<br />

Aan het hele plangebied is de bestemming ‘Sport’ toegekend. De gronden zijn immers in gebruik<br />

door voetbalvereniging Jonathan en dit gebruik wordt voortgezet. Sport en recreatie (geen<br />

verblijfsrecreatie) zijn toegestaan evenals bijbehorende voorzieningen als kleedruimtes, kantine,<br />

groenvoorzieningen en fietsenstallingen.<br />

13/99095636/LVr, revisie D1<br />

Pagina 18 van 24


Juridische planopzet<br />

Bouwen<br />

Gebouwen dienen in principe binnen een bouwvlak te worden gebouwd. Het bestaande clubhuis<br />

en kleedruimten liggen binnen een bouwvlak. Daarnaast zijn beperkte gebouwen buiten<br />

het bouwvlak toegestaan. Andere bouwwerken, zoals erfafscheidingen en ballenvangers zijn<br />

verspreid over het terrein mogelijk.<br />

Voor lichtmasten geldt een bijzondere regeling. Deze zijn verspreid over het terrein tot 5 meter<br />

hoogte toegestaan. Daarnaast is een gebied aangegeven met de aanduiding ‘specifieke bouwaanduiding<br />

- lichtmast’ waar lichtmasten tot 15 meter hoogte mogelijk zijn.<br />

Dubbelbestemming Waarde – Beschermd stads- en dorpsgezicht<br />

Conform de standaardregels van de gemeente Zeist is aan het gebied dat behoort tot het beschermde<br />

stads- en dorpsgezicht een dubbelbestemming toegekend. Deze bestemming beschermt<br />

de cultuurhistorische waarden die in het gebied aanwezig zijn. De dubbelbestemming<br />

is afgestemd op de specifieke waarden in het gebied, die vooral gericht zijn op de historische<br />

patronen en structuren en het behoud van zichtlijnen vanuit Slot Zeist.<br />

Het gebruik en toegestane bouwwerken op grond van de bestemming Sport mogen uitsluitend<br />

worden toegepast voor zover de belangen van het beschermde stads- en dorpsgezicht dat gedogen<br />

en nadat advies is ingewonnen bij de Monumentencommissie van de gemeente Zeist.<br />

Tevens is een aanlegvergunning vereist voor het ophogen, en egaliseren van de gronden, het<br />

aanleggen en dempen van watergangen, sloten en andere waterpartijen en het vellen en rooien<br />

van bomen, hakhout en andere houtopstanden en het verrichten van handelingen, die de dood<br />

of ernstige beschadiging daarvan ten gevolge hebben of kunnen hebben. Voor de aanlegvergunning<br />

gelden ook de voorwaarden dat de belangen van het beschermde stads- en dorpsgezicht<br />

niet onevenredig aangetast mogen worden en dat advies ingewonnen moet worden bij de<br />

Monumentencommissie van de gemeente Zeist.<br />

13/99095636/LVr, revisie D1<br />

Pagina 19 van 24


6 Procedure<br />

6.1 Projectbesluit<br />

Door middel van een projectbesluit op grond van artikel 3.10 van de Wet ruimtelijke ordening<br />

kan de gemeenteraad planologische medewerking verlenen om de realisatie van een project<br />

mogelijk te maken door het bestemmingsplan buiten toepassing te verklaren voor het project.<br />

Binnen één jaar na het onherroepelijke projectbesluit moet voor het gebied een ontwerp bestemmingsplan<br />

ter inzage worden gelegd (uitzonderingen hierop zijn conform artikel 3.13 Wro<br />

mogelijk). Een projectbesluit dient te zijn voorzien van een goede ruimtelijke onderbouwing.<br />

Tevens is het mogelijk regels en een verbeelding aan een projectbesluit te verbinden, zoals ook<br />

in voorliggend geval is gedaan.<br />

De procedure ziet er in grote lijnen als volgt uit:<br />

Na de voorbereidende fase start de formele procedure met de ter inzagelegging van het ontwerp<br />

projectbesluit. Dit besluit wordt tevens aan de overlegpartners gezonden. Een ieder krijgt<br />

de gelegenheid te reageren op het project.<br />

Eventueel ingekomen zienswijzen worden beantwoord en het plan wordt - waar nodig - bijgesteld.<br />

Vervolgens stelt de gemeenteraad het projectbesluit vast.<br />

Tot slot is er de mogelijkheid om beroep in te dienen en treedt het projectbesluit in principe in<br />

werking. Indien geen beroep is ingesteld is het projectbesluit dan ook onherroepelijk. Indien wel<br />

beroep is ingesteld, zal de uitspraak in het beroep en eventueel hoger beroep moeten worden<br />

afgewacht alvorens sprake kan zijn van een onherroepelijk besluit.<br />

6.2 Bestemmingsplan<br />

Binnen een jaar nadat het projectbesluit onherroepelijk is geworden, dient een ontwerp bestemmingsplan<br />

ter inzage te worden gelegd. Deze termijn kan in bepaalde omstandigheden<br />

verlengd worden.<br />

Voor het projectgebied zal direct nadat het projectbesluit is genomen, gestart worden met de<br />

voorbereiding van een bestemmingsplan. Voorliggende ruimtelijke onderbouwing, met regels en<br />

verbeelding, kan daarvoor de basis vormen. In dat kader zal ook bezien worden of een groter<br />

gebied, bijvoorbeeld het gehele sportpark, wordt meegenomen in het bestemmingsplan en of<br />

aanvullende wensen van de verenigingen gehonoreerd worden. Het gaat daarbij met name om<br />

wensen op het gebied van bouwmogelijkheden (situering en/of omvang). De gemeente zal die<br />

wensen inventariseren en afwegen of zij gewenst zijn.<br />

6.3 Benodigde vergunningen<br />

Voor de ontwikkeling van de lichtmasten is een bouwvergunning nodig. Deze kan verleend worden<br />

gelijktijdig c.q. nadat het projectbesluit is genomen.<br />

Daarnaast is een aanlegvergunning vereist. Deze procedure loopt voor de herinrichting van het<br />

sportpark reeds. Voor de lichtmasten zal deze vergunning worden verleend nadat het projectbesluit<br />

is genomen.<br />

Voor de ontwikkeling is daarnaast een monumentenvergunning nodig. Deze is inmiddels aangevraagd.<br />

Tot slot is een bouwvergunning vereist voor de plaatsing van hekwerken/ ballenvangers.<br />

Om deze bouwvergunning te kunnen verkrijgen, zal middels artikel 3.23 Wet ruimtelijke<br />

ordening een (buitenplanse) ontheffing van het geldende bestemmingsplan worden verleend.<br />

13/99095636/LVr, revisie D1<br />

Pagina 20 van 24


7 Conclusie<br />

In het algemeen kan gesteld worden dat de voorgestane ontwikkeling in het projectgebied in<br />

relatie tot de omgeving ruimtelijk, functioneel, financieel-economisch en milieuhygiënisch verantwoord<br />

is.<br />

De lichtmasten voorzien in voortzetting van het gebruik van de sportvelden. Daarbij is sprake<br />

van een aanzienlijke kwaliteitsverbetering. De ontwikkeling kan dan ook als een uitwerking van<br />

het beleid van de diverse overheden worden gezien.<br />

In milieuhygiënisch opzicht zijn er geen belemmeringen geconstateerd op grond waarvan de<br />

lichtmasten niet geplaatst kunnen worden.<br />

Ter voorkoming van verstoring van aanwezige flora en fauna zullen de lichtmasten buiten het<br />

broedseizoen van vogels worden geplaatst en verplaatst en worden voorzien van een speciale<br />

armatuur / lichtkappen zodat er alleen directe lichtuitstraling op de sportvelden plaatsvindt.<br />

Mede op basis van een positief advies van de monumentencommissie kan geconstateerd worden<br />

dat de lichtmasten geen archeologische of cultuurhistorische waarden aantasten.<br />

Tot slot is de ontwikkeling financieel-economisch te realiseren.<br />

13/99095636/LVr, revisie D1<br />

Pagina 21 van 24


Bijlage: Advies monumentencommissie<br />

13/99095636/LVr, revisie D1<br />

Pagina 22 van 24


Bijlage: Advies monumentencommissie<br />

13/99095636/LVr, revisie D1<br />

Pagina 23 van 24


Bijlage: Advies monumentencommissie<br />

13/99095636/LVr, revisie D1<br />

Pagina 24 van 24

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!