Toelichting
Toelichting
Toelichting
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
6 Procedure<br />
6.1 Projectbesluit<br />
Door middel van een projectbesluit op grond van artikel 3.10 van de Wet ruimtelijke ordening<br />
kan de gemeenteraad planologische medewerking verlenen om de realisatie van een project<br />
mogelijk te maken door het bestemmingsplan buiten toepassing te verklaren voor het project.<br />
Binnen één jaar na het onherroepelijke projectbesluit moet voor het gebied een ontwerp bestemmingsplan<br />
ter inzage worden gelegd (uitzonderingen hierop zijn conform artikel 3.13 Wro<br />
mogelijk). Een projectbesluit dient te zijn voorzien van een goede ruimtelijke onderbouwing.<br />
Tevens is het mogelijk regels en een verbeelding aan een projectbesluit te verbinden, zoals ook<br />
in voorliggend geval is gedaan.<br />
De procedure ziet er in grote lijnen als volgt uit:<br />
Na de voorbereidende fase start de formele procedure met de ter inzagelegging van het ontwerp<br />
projectbesluit. Dit besluit wordt tevens aan de overlegpartners gezonden. Een ieder krijgt<br />
de gelegenheid te reageren op het project.<br />
Eventueel ingekomen zienswijzen worden beantwoord en het plan wordt - waar nodig - bijgesteld.<br />
Vervolgens stelt de gemeenteraad het projectbesluit vast.<br />
Tot slot is er de mogelijkheid om beroep in te dienen en treedt het projectbesluit in principe in<br />
werking. Indien geen beroep is ingesteld is het projectbesluit dan ook onherroepelijk. Indien wel<br />
beroep is ingesteld, zal de uitspraak in het beroep en eventueel hoger beroep moeten worden<br />
afgewacht alvorens sprake kan zijn van een onherroepelijk besluit.<br />
6.2 Bestemmingsplan<br />
Binnen een jaar nadat het projectbesluit onherroepelijk is geworden, dient een ontwerp bestemmingsplan<br />
ter inzage te worden gelegd. Deze termijn kan in bepaalde omstandigheden<br />
verlengd worden.<br />
Voor het projectgebied zal direct nadat het projectbesluit is genomen, gestart worden met de<br />
voorbereiding van een bestemmingsplan. Voorliggende ruimtelijke onderbouwing, met regels en<br />
verbeelding, kan daarvoor de basis vormen. In dat kader zal ook bezien worden of een groter<br />
gebied, bijvoorbeeld het gehele sportpark, wordt meegenomen in het bestemmingsplan en of<br />
aanvullende wensen van de verenigingen gehonoreerd worden. Het gaat daarbij met name om<br />
wensen op het gebied van bouwmogelijkheden (situering en/of omvang). De gemeente zal die<br />
wensen inventariseren en afwegen of zij gewenst zijn.<br />
6.3 Benodigde vergunningen<br />
Voor de ontwikkeling van de lichtmasten is een bouwvergunning nodig. Deze kan verleend worden<br />
gelijktijdig c.q. nadat het projectbesluit is genomen.<br />
Daarnaast is een aanlegvergunning vereist. Deze procedure loopt voor de herinrichting van het<br />
sportpark reeds. Voor de lichtmasten zal deze vergunning worden verleend nadat het projectbesluit<br />
is genomen.<br />
Voor de ontwikkeling is daarnaast een monumentenvergunning nodig. Deze is inmiddels aangevraagd.<br />
Tot slot is een bouwvergunning vereist voor de plaatsing van hekwerken/ ballenvangers.<br />
Om deze bouwvergunning te kunnen verkrijgen, zal middels artikel 3.23 Wet ruimtelijke<br />
ordening een (buitenplanse) ontheffing van het geldende bestemmingsplan worden verleend.<br />
13/99095636/LVr, revisie D1<br />
Pagina 20 van 24