Download - SolarWorld

duo van SolarWorld
Montagesysteem voor
zonnepanelen op platte daken
Planning en uitvoering.
Vertaling van de originele montagehandleiding voor installateurs
07/2012
www.solarworld.com

2
Bewezen kwaliteit – simpelweg slim
Met de duo voor zonnepanelen hebt u gekozen voor een hoogwaardig product uit het assortiment
van SolarWorld AG.
Bij de keuze en het gebruik van alle componenten van het framesysteem is het belangrijk dat ze van uitstekende
kwaliteit zijn,
zodat de zonnepaneelinstallatie probleemloos functioneert. In deze handleiding
wordt de montage van de duo aan de hand van een voorbeeld uitgelegd. Op basis daarvan kunt u
het framesysteem probleemloos installeren. Bouwkundige bijzonderheden moeten worden gedocumenteerd,
zodat bij de planning van het framesysteem rekening kan worden gehouden met de bijzonderheden van uw dak.
Laatste update: 07/2012

Inhoudsopgave
A
B
C
D
E
Veiligheidsaanwijzingen A1 Classificatie van de veiligheidsaanwijzingen 4
Seite
A2 Veiligheidsaanwijzingen 5
A3 Aanwijzingen voor de installatieplanning 6
A4 Montageaanwijzingen 7
Systeembeschrijving B1 Eigenlijk en oneigenlijk gebruik 8
B2 Technisch overzicht 9
B3 Opbouw 10
Montagevoorbeeld C1 Bepaling van positie van installatie 14
C2 Leggen van antislipmatten 15
C3 Leggen van bodemprofielen 16
C4 Voormonteren van frame 18
C5 Vastschroeven van frame en frontprofiel 19
C6 Aanbrengen van verzwaring 22
C7 Montage van zonnepanelen 24
C8 Aansluiten van zonnepanelen 27
C9 Aarding/equipotentiaal 28
Onderhoud/reiniging Onderhoud en reiniging 29
Aansprakelijkheid Aansprakelijkheid 30
3

4
A
Veiligheidsaanwijzingen
A1 Classificatie van de veiligheidsaanwijzingen
Lees de volledige montagehandleiding aandachtig door en respecteer de veiligheidsaanwijzingen!
Waarschuwingstekens, signaalwoorden
Waarschuwingsniveaus
GEVAAR! Waarschuwt voor onmiddellijk levensgevaar.
WAARSCHUWING! Waarschuwt voor mogelijk levensgevaar en/of zware verwondingen.
VOORZICHTIG! Waarschuwt voor mogelijk lichamelijk letsel.
OPGELET
Bijkomende symbolen
Verwijst naar bijkomende belangrijke informatie.
Waarschuwt voor materiële schade zonder de mogelijkheid van
lichamelijk letsel.
Neem bij de montage de geldende ongevalpreventievoorschriften in acht.
Het betreden van de zonnepanelen is verboden.
f Controleer of de Sunfix aero duo uitsluitend wordt gebruikt voor het doel waarvoor de installatie is bestemd.
Houdt u zich bij de montage aan de plaatselijk geldende normen, bouwvoorschriften en ongevalpreventievoorschriften.
De veiligheidsaanwijzingen van andere installatieonderdelen moeten worden gevolgd.
f Het niet naleven van de hieronder genoemde aanwijzingen kan een elektrische schok,
brand en/of ernstig letsel tot gevolg hebben.
f Bewaar de montagehandleiding goed!

A2 Veiligheidsaanwijzingen
GEVAAR!
Levensgevaar door elektrische schok
f Zonnepanelen wekken elektriciteit op zodra er
licht op valt. De spanning van één zonnepaneel is
lager dan 50 VDC. Als er meerdere zonnepanelen
in serie zijn geschakeld, dan is de totale spanning
de som van de spanning van alle panelen en
die is gevaarlijk. Als er meerdere panelen parallel
worden geschakeld, dan geldt het bovenstaande
voor de totale stroomsterkte. Dankzij de volledig
geïsoleerde contactdozen bestaat weliswaar geen
gevaar van aanraking, maar om brand, vonken
of een gevaarlijke elektrische schok te vermijden
moet op de volgende punten worden gelet:
f Monteer zonnepanelen en leidingen niet met natte
stekkers en contactdozen!
f Voer alle werkzaamheden aan de leidingen zeer
voorzichtig uit!
f In de omvormer kunnen ook in verbroken toestand
hoge aanrakingsspanningen optreden!
f Wees bij alle werkzaamheden aan de omvormer
en de leidingen altijd voorzichtig!
GEVAAR!
Levensgevaar door elektrische lichtbogen
f Zonnepanelen produceren bij lichtinval gelijkstroom.
Wanneer een gesloten string (bijv. bij
het losmaken van de gelijkstroomleiding van de
omvormer onder belasting) wordt verbroken, kan
er een gevaarlijke elektrische lichtboog ontstaan.
Houd rekening met de volgende aanwijzingen:
f Verbreek nooit de verbinding tussen de zonnegenerator
en de omvormer zolang deze op het net is
aangesloten.
f Controleer of de kabelverbindingen volledig in
orde zijn (geen spleten, geen vuil)!
WAARSCHUWING!
Valgevaar
f Bij werkzaamheden op het dak of bij het betreden
of verlaten van het dak bestaat valgevaar. Houdt
u zich altijd aan de ongevalpreventievoorschriften
en gebruik geschikte valbeveiligingen.
WAARSCHUWING!
Brandgevaarlijke stoffen
f Zonnepanelen mogen niet in de buurt van apparaten
of ruimtes worden gebruikt waar ontvlambare
gassen of stoffen kunnen vrijkomen of waar deze
zich kunnen verzamelen.
VOORZICHTIG!
Handblessures mogelijk
f Bij de montage van het frame en de zonnepanelen
kunnen handen gekneusd raken.
f De werkzaamheden mogen dan ook alleen door
geschoold personeel worden uitgevoerd.
f Gebruik veiligheidshandschoenen!
VOORZICHTIG!
Vallende voorwerpen
f Bij het monteren van het systeem op het dak
kunnen gereedschap, montagemateriaal of
zonnepanelen van het dak vallen en personen verwonden.
f Zet de gevarenzone op de grond voor het begin
van de montagewerkzaamheden af en waarschuw
personen die zich in de buurt bevinden.
5

6
A3 Aanwijzingen voor de installatieplanning
f Controleer of de onderconstructie met betrekking
tot de draagkracht (afmetingen, onderhoudstoestand,
juiste materiaalkengetallen), draagstructuur
en overige daarmee in verbinding staande lagen
(bijv. isolatielaag) geschikt is.
f Zorg ervoor dat het neerslagwater ongehinderd
kan wegstromen.
f Houdt u rekening met de bouwfysische aspecten.
f Controleer de vlakheid van de dakconstructie en
corrigeer deze eventueel op vakkundige wijze.
VOORZICHTIG!
f De door de wind gegenereerde horizontale kracht
op de zonnepaneelinstallatie wordt door de antislipmatten
via statische wrijving overgedragen op
de dakconstructie. Voor een juiste configuratie van
de installatie moet de statische-wrijvingswaarde
tussen het frame, de antislipmat en het dak worden
berekend.
OPGELET!
f Bij de keuze van de antislipmat dient u de
chemische compatibiliteit met het aanwezige dakoppervlak
te controleren.
Brandbeveiliging
Bij de planning en de bouw moeten alle plaatselijk
geldende bouwvoorschriften en wetten in acht worden
genomen.
Opmerking over tussenwanden voor brand en
gebouwen
Afhankelijk van de gebouwklasse resp. de aard en het
gebruik van bijzondere gebouwen zijn er verschillende
bouwrechtelijke eisen voor de uitvoering van een
fotovoltaïsch zonnesysteem. Deze zijn in plaatselijk
geldende wetten/bepalingen vastgelegd en/of
f Vraag bij twijfel advies aan een deskundige (bijv.
staticus).
f Bescherm kabels die u buiten legt, door geschikte
maatregelen te nemen (bijv. door het leggen
in UV-bestendige kunststofbuizen of metalen
kabelkanalen) tegen weersinvloeden, UV-licht en
mechanische beschadiging.
OPGELET!
f Neem bij het opstellen van het frame vlucht-, reddingswegen
en routes voor het onderhoud in acht
en houd deze vrij.
kunnen daarvan worden afgeleid.
In principe geldt:
1. De functie van tussenwanden voor brand en
gebouwen mag niet afgezwakt worden.
2. Tussenwanden voor brand en gebouwen mogen
niet met fotovoltaïsche modules bedekt worden.
3. Er moet tussen het fotovoltaïsche zonnesysteem
en de tussenwanden voor brand en gebouwen
voldoende afstand gelaten worden. Deze kan
van de plaatselijk geldende wetten/bepalingen
worden afgeleid of door een deskundige worden
bepaald.

A4 Montageaanwijzingen
f Neem bij de montage de geldende ongevalpreventievoorschriften
in acht.
f Houdt u zich aan de technische regels en normen
die voor montage op daken gelden.
f Houdt u zich bij de installatie en inbedrijfstelling
aan de geldende bepalingen, normen en voorschriften.
f Zorg dat personen die zich op het dak van een
Benodigd gereedschap
1 Accuboormachine (20 Nm) met Torx T40-bit
2 Klinknageltang
3 Kapzaag (op lengte zagen van aluminiumprofielen)
gebouw bevinden dat 3 meter of hoger is, beveiligd
zijn met een veiligheidsuitrusting tegen vallen.
f Bescherm personen op de grond tegen naar
beneden vallende delen door het plaatsen van
beschutting.
f Houdt u zich ook aan de veiligheidsaanwijzingen
van alle andere installatiecomponenten (bijv.
omvormers en zonnepanelen).
f Laat een elektromonteur de installatie aansluiten
op het openbare elektriciteitsnet. De elektromonteur
moet in het bezit zijn van een goedkeuring
door de verantwoordelijke stroomaanbieder.
f Houdt u zich aan de meegeleverde montagehandleidingen
van de zonnepanelen en de omvormer,
en aan het montage- en bedradingsschema.
f Zorg dat alle schroefverbindingen goed vastzitten.
f Voer de zaagwerkzaamheden (bodemprofielen)
niet op het dak uit. De metaalspanen kunnen het
dak beschadigen.
Aanvullend benodigde materialen
1 Antislipmat (letten op statische-wrijvingswaarde
en chemische compatibiliteit met het dak)
2 Evt. verzwaringselementen (bijv. stoeptegels)
7

B
8
Systeembeschrijving
B1 Eigenlijk en oneigenlijk gebruik
Eigenlijk gebruik
Het montagesysteem Sunfix aero duo dient voor de
installatie van zonnepanelen op platte daken met een
gebruikelijke constructie en hoogte.
Tot het eigenlijke gebruik behoort het in acht nemen
van de montagehandleiding en de naleving van de
vermelde onderhouds- en reinigingsaanwijzingen.
Voor schade die voortvloeit uit het niet naleven van
de montagehandleiding, kan de producent niet aansprakelijk
worden gesteld.
Oneigenlijk gebruik
Deze opsomming bevat niet alle denkbare vormen van
oneigenlijk gebruik en maakt bijgevolg geen aanspraak
op volledigheid. De genoemde aanwijzingen zijn
slechts bedoeld als voorbeeld om een idee te krijgen
van wat oneigenlijk gebruik betekent.
f De aanwijzingen in deze montagehandleiding werden
niet nageleefd.
f Het montagesysteem werd:
• op een oneigenlijke manier voor de bevestiging
van zonnepanelen gebruikt,
• niet in overeenkomst met de randvoorwaarden
van deze montagehandleiding gemonteerd (bijv.
voor de bevestiging aan gevels),
• verkeerd gemonteerd,
• verkeerd of niet onderhouden,
• omgebouwd,
• aan te grote belastingen blootgesteld.
f Reparaties werden ondeskundig uitgevoerd.
f De installatie werd met componenten van andere
fabrikanten gecombineerd.

B2 Technisch overzicht
Het montagesysteem Sunfix aero duo is een flexibel
inzetbare draagstructuur voor installatie van zonnepanelen
op platte daken. Het systeem wordt
individueel als compleet bouwpakket voorbereid.
Uitgangspunt voor de individuele planning is de
aanwezige dakconstructie en de statische eisen
(belasting door sneeuw en wind, enz.) op de plaats
Afb. B 2-1 Voorbeeld frameplanning Afb. B 2-2 Voorbeeld DC-bedradingsschema
AANWIJZING
Het systeem wordt niet aan de dakconstructie
bevestigd. De stabiliteit op het dak is uitsluitend
gewaarborgd door het eigen gewicht en de verzwaring.
Deze waarden worden bepaald op basis van
van installatie. U krijgt bij elk systeem een bijpassende
frameplanning en een DC-bedradingsschema. Hierop
staan de indeling van de Sunfix aero duo elementen
en de aansluiting van de zonnepanelen op de omvormers,
allemaal aangepast aan uw dakconstructie en
de verdeling van de zonnepanelen.
Eigenschappen montagesysteem Sunfix aero
f Toegestane windbelasting w = 0,90 kN/m²
f Toegestane gebouwhoogte H ≤ 20 m
f Toegestane sneeuwbelasting s =4,76 kN/m²
K
f Afstand tot de dakrand rondom a ≥ 0,50m
f Toegestane dakhelling ≤ 5°(plat dak)
f Frame geschikt voor helling van zonnepanelen 10°
f Minimale afmetingen installatie 3 x 3 x 2 zonnepanelen
f Tussen het frame en het dakoppervlak dient op locatie een antislipmat of een andere beschermingsmat
voor de zonnepaneelinstallatie onder de bodemprofielen te worden aangebracht om te voorkomen dat de
installatie door wind verschuift.
f Standaard statische-wrijvingswaarde: µ ≥ 0,60 [-]
Lagere waarden zijn mogelijk na overleg met SolarWorld AG. Daarvoor kunnen meer verzwaringen noodzakelijk
zijn!
f Minimale breedte antislipmat b ≥ 15 cm
f Bij de keuze van de installatiebeschermings-/antislipmat dient u rekening te houden met de chemische
compatibiliteit met het aanwezige dakoppervlak!
f Meting van het systeem volgens actueel geldende sneeuw- en windbelastingsnormen
f De vereiste verzwaring wordt bepaald op basis van de installatieplanning. Ze is afhankelijk van de grootte
van de installatie, de windbelasting (locatie, gebouwhoogte), de statische-wrijvingswaarde tussen installatie
en dak en de eventuele aanwezigheid van attieken.
de actuele windbelastingsnormen. Desondanks moet
de positie van de zonnepaneelinstallatie na extreme
windomstandigheden worden gecontroleerd aangezien
een verschuiving van enkele centimeters nooit
volledig kan worden uitgesloten.
9

10
B3 Systeemopbouw
9
4
5
3
1
Afb. B3-1 systeemopbouw
C
7 6 12 8 2 11 14
B
A

A B
8
Afb. B 3-1 detail A Afb. B 3-1 detail B
Onderdelenlijst Sunfix aero duo
1 Verbindingssteunplaat
2 Frontprofiel 10°
3 Dragerplaat verzwaring
4 Zonnepaneelklemmen
5 Eindstuk
6 Bodemprofiel
7 Draagprofiel frame 1060 mm
8 Verbindingshoek 10°
9 Verbindingsdeel bodemprofiel
10 Nokverbindingsdeel bodemprofiel (alternatief)
11 Bevestigingsset geel (gleufsteen)
12 Schroef M8x16
13 Klinknagel 5,0
14 Zonnepaneel
C C
Afb. B 3-1 detail C Afb. B 3-1 detail C doorsnede
1
11

12
Afmetingen opbouw (voorbeeld)
≥ 0,50 m
Afb. B 3-2 afmetingen opbouw
Afb. B 3-3 detail opbouw
≥ 0,50 m
≥ 0,50 m
≥ 0,50 m

≥ 100 mm
≥ 300 mm
Afb. B 3-4 zijaanzicht opbouw
2169 mm
10° 255 mm
≤ 500 mm
Afb. B 3-4 detail
13

14
C
Montagevoorbeeld
Als voorbeeld wordt de montage van een zonnepaneelinstallatie met 3 x 3 x 2 zonnepanelen beschreven.
C1 Bepaling van de positie van de installatie
VOORZICHTIG!
Oppassen voor windbelasting tijdens montage
f Het framesysteem Sunfix aero duo is alleen in
gereed gemonteerde toestand bestand tegen alle
windbelasting!
f Tijdens de montage is de windweerstand geringer.
f Tijdens montage moeten de frames door de
opdrachtgever afhankelijk van de weersomstandigheden
voldoende worden bevestigd.
1. Bepaal de positie van de installatie op het dak.
f Minimale afstanden a ≥ 0,50 m handhaven.
Afb. C 1-1
≥ 0,50 m
≥ 0,50 m
≥ 0,50 m
≥ 0,50 m

C2 Leggen van antislipmatten
1. Bepaal de positie van de antislipmatten en
leg de matten vervolgens op de vereiste afstanden
van elkaar.
Afb. C 2-1
AANWIJZING
Tussen het frame en het dakoppervlak dient op
locatie een installatiebeschermings-/antislipmat
aangebracht te worden om te voorkomen dat de
installatie door wind verschuift.
AANWIJZING
Zorg dat het dak is uitgerust met een adequate
afvoer van het neerslagwater. Hiervoor dienen
de antislipmatten telkens na ca. 3,00 m over een
lengte van ca. 0,20 m te worden onderbroken
zodat het water beter wordt afgevoerd.
AANWIJZING
Bij het plaatsen en positioneren van de installatiebeschermings-/antislipmatten
kan een frontprofiel
als hulp voor de juiste afstanden worden gebruikt.
1100 mm 583 1100 mm 583 1100 mm
Standaard statische-wrijvingswaarde: µ ≥ 0,60 [-]
Lagere waarden zijn mogelijk na overleg met Solar-
World AG. Daarvoor kunnen meer verzwaringen
noodzakelijk zijn! Bij de keuze van de installatiebeschermings-/antislipmat
dient u rekening te houden
met de chemische compatibiliteit met het aanwezige
dakoppervlak!
15

16
C3 Leggen van bodemprofielen
1. Zaag de bodemprofielen volgens de zaaglijst. Voer
de zaagwerkzaamheden niet op het dak uit. De
metaalspanen kunnen het dak beschadigen.
Afb. C 3-1
Bodemprofielen stompe verbinding
1 2
Afb. C 3-2
3 4
9
Afb. C 3-3
Afb. C 3-4 Afb. C 3-5
6
2. Schroef de bodemprofielen met de verbindingsdelen
in lengterichting aan elkaar en positioneer ze volgens
de aangegeven afstand op de antislipmatten.
90°
90°
9
583 583
1100 mm 1100 mm 1100 mm
90°
90°
M A = 20 Nm

Gebruik op plaatsen waar de hellingsgraad van het
dak verandert, in plaats van de standaardverbindingsdelen
de nokverbindingsdelen.
Met een nokverbindingsdeel kan het bodemprofiel
worden aangepast aan de gewijzigde hellingsgraad.
Nokverbindingsdeel stompe verbinding
1 2
10
Afb. C 3-6 Afb. C 3-7
Montage nokverbindingsdeel
1. Aanbrengen van nokverbindingsdeel
2. Aanpassing van hellingshoek
3. Positioneren van bodemprofiel
Afb. C 3-8
Afb. C 3-9
Afb. C 3-10
M A = 20 Nm
10
α α
Dakconstructie
17

18
C4 Voormonteren van frame
1. Schroef de korte en lange draagprofielen met de
schroeven M8, de bevestigingssets (gleufstenen)
en de verbindingshoeken 10° vast volgens de
afbeelding.
8
Afb. C 4-1
20 Nm
Afb. C 4-2
20 Nm
Aandraaimoment M A = 20 Nm
11 11
12 1
12
1
draaibaar
verlengstuk
Afb. C 4-2 detail montage verbindingssteunplaat
20 Nm
8
20 Nm
AANWIJZING
Voor een optimale montage van de
schroeven wordt een draaibaar verlengstuk
aanbevolen (bijv. Hazet 871-1).

C5 Vastschroeven van frame en frontprofiel
Rijenafstand
volgens
frameplanning
Afb. C 5-1 overzicht montage frame en frontprofiel
AANWIJZING
Frames voor platte daken/verbindingssteunplaten
tegengesteld monteren.
2
Afb. C 5-2 zijaanzicht montage frame
1
Afb. C 5-1 detail 1 steunelement links
Afb. C 5-2 detail 1 Afb. C 5-2 detail 2 Afb. C 5-2 detail 3
1
6
Afb. C 5-1 detail
2 steunelement
rechts
2
19

20
1. Schroef de voorgemonteerde frames op de aangeduide
afstand met de frontprofielen op de bodemprofielen
vast.
Schroefverbinding frame-frontprofiel-bodemprofiel
1 2
Afb. C 5-3
Afb. C 5-5
Vastklinken van frontprofielen
Afb. C 5-7
11
3 12 4
2. Monteer de frontprofielen bij de kopzijden met
2 blindklinknagels aan elkaar. 1 klinknagel moet aan
de bovenzijde en 1 klinknagel moet aan de voorzijde
worden aangebracht.
13
Aandraaimoment M A = 20 Nm
Afb. C 5-4
Afb. C 5-6
Afb. C 5-8
90°
20 Nm

Montage op de verbindingsdelen
De frames kunnen ook op een verbindingsdeel
worden gemonteerd. Het frame moet met een
schroef op het verbindingsdeel worden vastgeschroefd.
Afb. C 5-9 Afb. C 5-10
21

22
C6 Aanbrengen van verzwaring
Afb. C 6-1
1. Indien verzwaring noodzakelijk is: Schroef de
dragerplaat voor verzwaring in het midden in het
bodemprofiel vast.
Afb. C 6-2
Afb. C 6-4
3
2. Klap de dragerplaat op het profiel en plaats vervolgens
de verzwaring erop.
AANWIJZING
Het vaststellen van de benodigde verzwaring
maakt deel uit van de frameplanning.
Afb. C 6-3
Afb. C 6-5

Indien slechts één dragerplaat/verzwaringseenheid
per zonnepaneel aangebracht hoeft te worden,
dienen de dragerplaten om en om te worden
gemonteerd zodat een gelijkmatige belasting van
het dak wordt verkregen.
Afb. C 6-6 afwisselend aangebrachte verzwaringen
6 3 14
23

24
C7 Montage van zonnepanelen
Afb. C 7-1
1. Schuif het zonnepaneel op twee zonnepaneelframes.
Afb. C 7-2 Afb. C 7-3

2. Positioneer het zonnepaneel met behulp van het
frontprofiel.
Afb. C 7-4
25

26
2. Schroef het zonnepaneel met 4 schroeven vast.
Afb. C 7-5
Montage van onderste klemverbinding
Afb. C 7-6
Montage van bovenste klemverbinding
Afb. C 7-9
Afb. C 7-7
90°
Afb. C 7-10
AANWIJZING
Geadviseerd gereedschap: Accuboormachine
Aandraaimoment M A = 15 Nm
Aandrijving zonnepaneelklemmen: T40
Afb. C 7-8
Afb. C 7-11
15 Nm
15 Nm

C8 Aansluiten van zonnepanelen
GEVAAR!
Levensgevaarlijke spanningen
f Het in serie schakelen van zonnepanelen kan leiden
tot levensgevaarlijke spanningen!
f Sluit de omvormer nooit aan om deze te proberen.
f De zonnepaneelinstallatie mag uitsluitend door
een daartoe bevoegde elektromonteur op het
openbare elektriciteitsnet worden aangesloten en
vrijgegeven.
String 2
String 1
3
1 Elektriciteitsnet
2 Omvormer
3 Zonne-energiegenerator
f Sluit de zonnepanelen met behulp van het elektrische
schema aan.
f Houdt u zich altijd aan de gegevens op het elektrische
schema (opdeling van de strings, eventuele
wissels, groepskabels). Door onjuist aansluiten kunt
u de omvormer en/of zonnepanelen onherstelbaar
beschadigen.
f Om in het geval van een bliksemstroom de
inductieve koppeling zo laag mogelijk te houden,
moeten de heen- en retourleiding (+/-) van de
string zo dicht mogelijk bij elkaar worden gelegd
(lusvorming voorkomen).
f De buigradii van de kabels mogen in geen geval
lager liggen dan de minimumwaarden (5 x kabeldiameter).
GEVAAR!
Levensgevaarlijke spanningen
f Voor de montage, het elektrisch aansluiten en het
bedrijf van de omvormer moeten de instructies in
de technische beschrijving die bij het apparaat is
gevoegd, verplicht worden opgevolgd.
2
f Het wordt ten strengste afgeraden om bij temperaturen
onder -5°C zonnepanelen te monteren en/
of kabels te leggen.
f Houd de stekkers en de contactdozen tijdens de
montage droog.
f Let op de juiste polariteit.
Controle
1. Controleer of de zonnegenerator met meerdere
strings juist is aangesloten door de nullastspanningen
van de afzonderlijke strings te meten.
2. Vergelijk de gemeten waarden met de aangegeven
waarden.
Afwijkende waarden duiden op een foute aansluiting.
1
27

28
C9 Aarding/equipotentiaal
De onderneming die de installatie uitvoert, is tevens
verantwoordelijk voor een deskundige aarding.
X Geen externe bliksembeveiliging aanwezig
Voor het zonnepaneelframe wordt een functionele
aarding aanbevolen. Verbind alle elektrisch
geleidende delen met elkaar met hiervoor geschikt
materiaal en sluit deze met minimaal 6 mm²
(koper) aan op de potentiaalvereffeningsrail.
X Externe bliksembeveiliging aanwezig
Het zonnepaneelframe moet worden opgenomen
in het veiligheidsconcept tegen directe blikseminslag.
Vraag eventueel advies aan een firma die deskundig
is op het gebied van bliksembeveiliging.

Onderhoud en reiniging D
OPGELET!
f Gebruik bij herstelwerkzaamheden alleen originele
reserveonderdelen!
f Het gebruik van afwijkende reserveonderdelen
kan ernstige materiële schade en zware persoonlijke
letsels veroorzaken!
f Evt. vereiste reiniging van de zonnepanelen volgens
Sunmodule Plus gebruiksinformatie.
f Wanneer de panelen erg vuil zijn (verminderde
prestatie), raden wij aan om ze zonder reinigingsmiddel
met veel water (waterslang) en een zachte
spons schoon te maken. Het is absoluut niet toegestaan
om het vuil er droog af te krabben of af
te wrijven omdat u hierdoor microkrassen kunt
maken op het zonnepaneel, waardoor de prestatie
ervan vermindert.
f Het zonnepanelenveld moet regelmatig worden
gecontroleerd, zodat zeker is dat het in uitstekende
toestand verkeert (visuele controle, controle van de
aansluitingen).
f Zonnepanelen niet betreden.
Zonnepaneelsysteem onderhouden
Elk jaar moeten de volgende aspecten van de installatie
worden gecontroleerd:
f Zitten de bevestigingen goed vast en zijn ze vrij
van corrosie?
f Zijn de kabelverbindingen goed aangesloten,
schoon en vrij van corrosie?
f Zijn de kabels en het frontglas onbeschadigd?
29

E
30
Aansprakelijkheid
f De naleving van deze montagehandleiding en
de voorwaarden en methoden van installatie,
bedrijf, gebruik en onderhoud van het Sunfix aero
montagesysteem kunnen niet worden gecontroleerd
of bewaakt door SolarWorld AG. Daarom is
SolarWorld niet aansprakelijk voor schade die is
ontstaan door oneigenlijk gebruik, foutieve installatie,
bedrijf, gebruik of onderhoud. Bovendien is
SolarWorld niet aansprakelijk als SolarWorld, zijn
vertegenwoordigers of ondersteunende personen
geen grove nalatigheid of opzet kan worden verweten.
De hiervoor genoemde beperkingen gelden
niet voor schade wegens dood, lichamelijk letsel of
beschadigde gezondheid alsmede in die gevallen
waarin aansprakelijkheid wettelijk is verplicht, bijv.
bij aansprakelijkheid voor de overname van een
garantie, aansprakelijkheid volgens de Duitse productaansprakelijkheidswet
of in gevallen van een
schending door schuld van wezenlijke verplichtingen
in de overeenkomst (kardinale plichten).
f Ongeacht de hiervoor genoemde aansprakelijkheidsbeperkingen
is SolarWorld niet aansprakelijk
voor octrooirechtelijke schendingen of schendingen
van andere rechten van derden die
voortvloeien uit het gebruik van de zonnepanelen
en het montagesysteem, voor zover SolarWorld
hiervoor niet overeenkomstig de hiervoor genoemde
regelingen aansprakelijk is.
f De tekst en de afbeeldingen in deze montagehandleiding
stemmen overeen met de technische stand
bij het ter perse gaan. Wijzigingen voorbehouden.

Notities
31

Productie- en verkoopvestigingen
van het SolarWorld concern
Productie
1 Deutsche Solar/Freiberg, Duitsland
Deutsche Cell/Freiberg, Duitsland
Solar Factory/Freiberg, Duitsland
Sunicon/Freiberg, Duitsland
SolarWorld Innovations/Freiberg, Duitsland
2 SolarWorld Industries America/Hillsboro, VS
SolarWorld AG
Martin-Luther-King-Str. 24
53175 Bonn
Duitsland
SolarWorld Ibérica, S.L.
C/La Granja 15,
Bloque B-1ºB
28108 Alcobendas, Madrid
Spanje
SolarWorld Americas LLC.
4650 Adohr Lane
Camarillo, CA 93012
VS
SolarWorld AG
Martin-Luther-King-Str. 24
53175 Bonn
Duitsland
Telefoon: +49 228 55920 0
Fax: +49 228 55920 99
service@solarworld-global.com
www.solarworld.com
2
8
3
1
2
3
4
5
6
7
8
4
3
3
5
1
6
Verkoop
3 SolarWorld hoofdvestiging/Bonn, Duitsland
4 SolarWorld Ibérica/Madrid, Spanje
5 SolarWorld France/Grenoble, Frankrijk
6 SolarWorld Africa/Kaapstad, Zuid-Afrika
7 SolarWorld Asia Pacifics/Singapur, Singapore
8 SolarWorld Americas/Camarillo, VS
7
SolarWorld France SAS
Hôtel de l‘Entreprise, Petite Halle, Bouchayer-Viallet
31, rue Gustave Eiffel
38000 Grenoble
Frankrijk
SolarWorld Africa Pty. Ltd.
20 th Floor
1 Thibault Square
Kaapstad, 8001
Zuid-Afrika
SolarWorld Asia Pacific Pte. Ltd.
72 Bendemeer Road
#07-01, Luzerne
Singapore 339941
Singapore
Printed on FSC-certified paper | 17.12.2012 NL | KA0166