22.08.2013 Views

CASESTUDY 'analyse v/d toeschouwergerichte ... - Cultuurnetwerk.nl

CASESTUDY 'analyse v/d toeschouwergerichte ... - Cultuurnetwerk.nl

CASESTUDY 'analyse v/d toeschouwergerichte ... - Cultuurnetwerk.nl

SHOW MORE
SHOW LESS

Create successful ePaper yourself

Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.

<strong>CASESTUDY</strong><br />

‘analyse v/d <strong>toeschouwergerichte</strong> aspecten v/h Moussemproject in het MuHKA’<br />

- PAPER VOOR DE CONFERENTIE ONDERZOEK IN CULTUUREDUCATIE, UTRECHT, 22 JUNI 2007 -<br />

Marijke Van Eeckhaut, UGent<br />

De casestudy ‘analyse van <strong>toeschouwergerichte</strong> aspecten van het Moussemproject in het<br />

MuHKA’ maakt deel uit van een onderzoek naar de mogelijkheden en beperkingen van<br />

een <strong>toeschouwergerichte</strong> bemiddeling 1 in musea voor hedendaagse kunst. De ontmoeting<br />

tussen – de individuele volwassen – toeschouwer en hedendaagse kunst verloopt niet<br />

noodzakelijk zonder conflicten en het museum tracht hierin te bemiddelen. Deze<br />

bemiddeling dient echter zelf telkens weer het conflict tussen kunstgericht en<br />

toeschouwergericht op te lossen en de belangen van beide partijen met elkaar te<br />

verzoenen. De theorieën in verband met toeschouwergerichtheid zijn ondertussen in de<br />

museumwereld min of meer bekend en het onderzoek focust dan ook op de omzetting<br />

naar de praktijk: in hoeverre wordt de theorie echt in de praktijk gebracht en in hoeverre<br />

kán dat met het oog op de eigenheid van kunst als museumobject gebeuren?<br />

De casus betreft een uitgebreid project dat is ontstaan uit de samenwerking tussen het<br />

MuHKA en Moussem: ‘ZONDER TITEL Moussem Festival Lente 2007’ in het MuHKA. Het<br />

Festival omvatte verschillende kunstdisciplines (beeldende kunst, muziek en film) en<br />

andere programmaonderdelen zoals debatten, maar het onderzoek focust op de<br />

presentaties van hedendaagse beeldende kunst in het museum. Aangezien een bepaald<br />

toeschouweridee met alle facetten van het project was verweven, bood de casus de<br />

gelegenheid om te analyseren hoe een uitgesproken <strong>toeschouwergerichte</strong> optie – de<br />

theorie – in de praktijk wordt omgezet. Via een doorgedreven samenwerking met ‘nieuwe<br />

Vlamingen’ met Noord-Afrikaanse wortels werd namelijk een andere<br />

toeschouwergerichtheid beoogd, verbonden met ideeën rond het interculturele,<br />

inclusieve, op de maatschappij betrokken museum.<br />

De toeschouwergerichtheid werd in alle fasen van de totstandkoming van dit project<br />

geanalyseerd, met bijzondere aandacht voor de processen verbonden met de<br />

samenwerking met de nieuwe Vlamingen en hun impact op de concrete realisaties. Aan<br />

de conclusies uit de kwalitatieve analyse van het bronnenmateriaal werden reflecties<br />

verbonden met betrekking tot de MuHKA-visie op toeschouwer en kunst(enaar),<br />

bemiddelen en leren, de maatschappelijke inbedding en vergelijkbare eerdere MuHKAinitiatieven.<br />

1 Voor een uitwerking van het concept ‘bemiddeling’: SAEY P. & M. VAN EECKHAUT, Bemiddeling tussen<br />

cultuuruiting en publiek in cultuurhuizen. Van educatie naar bemiddeling. Brussel, CultuurNet Vlaanderen, 2006<br />

(internetpublicatie, www.cultuurnet.be).<br />

1


context<br />

<strong>CASESTUDY</strong> – ANALYSE V/D TOESCHOUWERGERICHTE ASPECTEN V/H MOUSSEMPROJECT IN HET MUHKA – JUNI 2007<br />

MuHKA 2<br />

“Musea zijn kruispunten waar mensen, ideeën, zienswijzen en activiteiten samenkomen,<br />

waar je kan vertoeven, deelnemen, genieten, uit je evenwicht kan geraken, (nieuwe)<br />

inzichten kan verwerven, geraakt kan worden,... ongeacht ervaringen en afkomst.” 3<br />

Het Museum voor Hedendaagse Kunst te Antwerpen (MuHKA) is een van de grote<br />

cultuurinstellingen van de Vlaamse Gemeenschap. Het museum bestaat sinds 1987 en<br />

heeft van in het begin een sterke bemiddeling uitgebouwd. In zijn recente beleidsnota’s 4<br />

heeft het zijn visie, doelstellingen en prioriteiten voor de periode 2006-2010 uiteengezet<br />

en daarmee zijn koerswijziging, ingezet door de komst van een nieuwe directeur in 2002<br />

en de daaropvolgende fusie met het Centrum voor Beeldcultuur, bevestigd. In deze<br />

nieuwe koers staat de bemiddeling tussen toeschouwer en kunst meer dan ooit centraal,<br />

ingegeven door een engagement voor personen (kunstenaars en toeschouwers), kunst<br />

(kunstwerk, context en traject), beleving (denken en voelen, individueel en complex) en<br />

maatschappelijke inbedding (van kunst en via kunst).<br />

Moussem 5<br />

“Oorspronkelijk is een “moussem” een culturele en economische manifestatie,<br />

opgedragen aan een heilige die verbonden is aan een bepaalde streek. Etymologisch<br />

verwijst het woord ook naar een periodiek weerkerend, seizoensgebonden evenement.<br />

Marokko wordt soms voorgesteld als het land van de 1001 “moussems”. Een “moussem”<br />

staat symbool voor uitwisseling en discussie, maar ook voor identiteitsvorming en<br />

verbondenheid over alle grenzen heen. (...) De artistieke visie van Moussem vzw is er één<br />

van essentiële kunstbemiddeling die de culturele vrijheid en competentie van de oude en<br />

de nieuwe Vlamingen vergroot.” 6<br />

Moussem vzw werd in 2000 in Antwerpen opgericht door Vlamingen van Marokkaanse<br />

oorsprong die meer Marokkaanse cultuur in hun nieuwe thuisland wilden presenteren:<br />

vooral muziek, literatuur, dans en theater en vanaf dit project ook beeldende kunst. De<br />

Marokkaanse cultuur vormt daarbij het vertrekpunt, met oog voor andere Arabische en<br />

islamitische culturen en interculturele ontmoetingen. Hun belangrijkste activiteit bestaat<br />

uit twee festivals per jaar. Moussem heeft daarbij niet gekozen voor een eigen<br />

infrastructuur, maar voor samenwerking met Vlaamse cultuurinstellingen in een streven<br />

naar inclusie. Moussem stelt de toeschouwer voorop en ziet de festivals als<br />

ontmoetingsplaatsen waar ervaringen worden uitgewisseld en banden gesmeed. Moussem<br />

wordt ook gedragen door toeschouwers: de organisatie steunt op haar vele vrijwilligers die<br />

de activiteiten mee op het getouw zetten. 7<br />

ZONDER TITEL Moussem Festival Lente 2007 8<br />

Zowel het MuHKA als Moussem hebben een artistiek vertrekpunt en een<br />

maatschappelijke bewogenheid. Beide organisaties benadrukken de aandacht voor de<br />

toeschouwer en de bemiddelingsrol die ze willen opnemen in de relatie tussen<br />

toeschouwer en kunst. Ze dragen openheid, diversiteit, samenwerking, dialoog, inclusie<br />

en de (interculturele) ontmoeting hoog in het vaandel. Deze gemeenschappelijke<br />

2 http://www.muhka.be/<br />

3 Beleidsnota 2006-2010 erfgoeddecreet: visietekst, z.p. [p.18].<br />

4 Een beleidsnota als museum binnen het erfgoeddecreet en één als kunstenorganisatie binnen het<br />

kunstendecreet.<br />

5 http://www.moussem.be/<br />

6 http://www.moussem.be/<br />

7 http://www.moussem.be/<br />

8 http://www.moussem.muhka.be/ (tijdelijke festivalwebsite)<br />

MARIJKE.VANEECKHAUT@UGENT.BE 2


<strong>CASESTUDY</strong> – ANALYSE V/D TOESCHOUWERGERICHTE ASPECTEN V/H MOUSSEMPROJECT IN HET MUHKA – JUNI 2007<br />

bekommernissen hebben allicht het project ‘Moussem Festival Lente 2007’ mogelijk<br />

gemaakt. “Het is ook een verhaal van mensen die dezelfde bekommernis delen en van een<br />

betere wereld dromen.” 9 Het is een project met vele gezichten geworden, met in het<br />

MuHKA een tentoonstelling, een collectiepresentatie en een zeer divers festivalprogramma<br />

en buiten het MuHKA een aantal activiteiten en manifestaties op locatie, onder meer in<br />

het naburige Zuiderpershuis en de Beursschouwburg en het Vlaams-Nederlands Huis<br />

deBuren in Brussel.<br />

BEELDENDE KUNST<br />

De tentoonstelling op de benedenverdieping van het MuHKA werd samengesteld door<br />

Charif Benhelima 10, samen met Bart De Baere (MuHKA-directeur) en Mohamed<br />

Ikoubaân, (Moussemdirecteur) (15.03-20.05.2007, verlengd tot 3 juni). Er werd werk<br />

getoond van Wafae Ahalouch el Keriasti, Hicham Benohoud, Ali Chraïbi, Abdelali<br />

Dahrouch, Hassan Darsi, Touhami Ennadre, Safaâ Erruas, Khaled Hafez, Amal Kenawy,<br />

Younès Rahmoun en Studio Ifriqia. De tentoonstelling – en bij uitbreiding het hele project<br />

– kreeg de titel ‘ZONDER TITEL’ mee: “Wat we willen brengen (...) is niet te benoemen...,<br />

is ZONDER TITEL. We nodigen onze participanten, de bezoekers van Moussem Festival<br />

lente 2007, uit om hun ervaring tijdens het festival te verwoorden in een zelfgekozen titel.<br />

ZONDER TITEL zal zo uiteindelijk dus een project worden met vele titels.” 11<br />

Op de tweede verdieping van het MuHKA werd de Collectiepresentatie XVIII ‘Ontmoeting’<br />

getoond (15.03-13.05.2007). Bijzonder was dat deze presentatie werd samengesteld door<br />

Moussemvrijwilligers: een presentatie door toeschouwers voor toeschouwers, waarbij de<br />

samenstellers zeggingsschap kregen over alle aspecten van het proces en de realisatie en<br />

hun persoo<strong>nl</strong>ijke stempel konden drukken op het Festival.<br />

Het beeldende-kunstluik van het Festival werd gecompleteerd met de parallel lopende<br />

tentoonstelling ‘Black-Out’ met werk van Charif Benhelima in het Vlaams-Nederlands<br />

Huis deBuren in Brussel (22.03-11.05.2007).<br />

Het MuHKA en deBuren brachten voor deze gelegenheid samen een<br />

tentoonstellingspublicatie uit. Hierin benadrukt ook Dorian van der Brempt, deBurendirecteur,<br />

het maatschappelijke belang van het project: “MuHKA en deBuren hadden<br />

geen stille afspraak om een tentoonstelling te maken met kunstenaars die een band<br />

hebben met of een lijn naar Marokko. Het is toeval, een gelukkig toeval, maar ook een<br />

noodzakelijke aandacht voor talrijke mensen in onze steden.” 12 Hij drukt ook de hoop uit<br />

dat het project kan bijdragen tot het wegwerken van vooroordelen, dat ZONDER TITEL<br />

“een vitamine [moge] zijn voor het gezond verstand.” 13<br />

FESTIVALPROGRAMMA<br />

De festivalprogrammering bestond uit de luiken ‘film’, ‘muziek’, ‘woord’ en ‘gasten’.<br />

Samensteller van het programma was Mohamed Ikoubaân in samenspraak met het<br />

MuHKA. Dit programma concentreerde zich in de weekends: vrijdag- en zaterdagavond en<br />

zondagmiddag. Het werd op die manier over de hele tentoonstellingsperiode gespreid, in<br />

tegenstelling tot andere Moussemfestivals die gedurende één maand worden<br />

georganiseerd. Het grootste deel van dit programma vond plaats in een van de<br />

museumzalen waar een podium was geïnstalleerd (met aansluitend een lounge/café) en<br />

in de filmzalen van MuHKA_media. Bijzonder aan het programma was het deel ‘gasten’<br />

9 IKOUBAÂN M., ‘De Hybride identiteit of de eindeloze zoektocht naar de schoonheid’, in: ZONDER TITEL<br />

Moussem Festival Lente 2007, MuHKA, Tentoonstelling Black-Out Charif Benhelima, deBuren, Collectiepresentatie<br />

XVIII Ontmoeting, MuHKA [tentoonstellingscatalogus], Brussel, deBuren, 2007, p.15.<br />

10 Moussem wenste hedendaagse beeldende kunst in zijn festivals te integreren en sprak daartoe beeldend<br />

kunstenaar Charif Benhelima aan, zelf Belg met Marokkaanse wortels. Benhelima suggereerde om met het<br />

MuHKA in zee te gaan. MuHKA-document ‘ZONDER TITEL_basistekst.doc’, p.1 + schriftelijke toelichting door<br />

het MuHKA in ‘antwoorden 24.05.07.doc’<br />

11 MuHKA-document ‘ZONDER TITEL_basistekst.doc’, p.3.<br />

12 VAN DER BREMPT D., ‘Zonder Titel’, in: ZONDER TITEL Moussem Festival Lente 2007, MuHKA,<br />

Tentoonstelling Black-Out Charif Benhelima, deBuren, Collectiepresentatie XVIII Ontmoeting, MuHKA<br />

[tentoonstellingscatalogus], Brussel, deBuren, 2007, p.9.<br />

13 IDEM, p.10.<br />

MARIJKE.VANEECKHAUT@UGENT.BE 3


<strong>CASESTUDY</strong> – ANALYSE V/D TOESCHOUWERGERICHTE ASPECTEN V/H MOUSSEMPROJECT IN HET MUHKA – JUNI 2007<br />

waarvoor in België verblijvende gemeenschappen werden uitgenodigd om activiteiten te<br />

programmeren. Met het gaste<strong>nl</strong>uik trok Moussem de culturele spanwijdte van zijn<br />

activiteiten open naar andere culturen dan Arabische of islamitische en breide zowel voor<br />

zichzelf als voor het MuHKA een nieuw hoofdstuk aan hun interculturele en inclusieve<br />

verhaal.<br />

LANGE-TERMIJNTRAJECT<br />

Het concrete project ‘ZONDER TITEL Moussem Festival Lente 2007’ heeft aa<strong>nl</strong>eiding<br />

gegeven tot een samenwerking tussen het MuHKA en Moussem op langere termijn. Aan<br />

de ene kant was er een voortraject: “Er wordt een traject uitgezet waarbij het hele MuHKA<br />

in dialoog met Moussem zichzelf doorlicht en waarbij het kernpubliek van Moussem de<br />

referentie is om te kijken of het museum niet een stukje anders kan gaan functioneren.<br />

Moussem wordt in die periode bij wijze van spreken meerderheidsaandeelhouder.” 14 Het<br />

MuHKA wenste de samenwerking aan te grijpen om zijn eigen werking te toetsen in het<br />

licht van de ander. Het museum verwachtte daarvan niet noodzakelijk spectaculaire of<br />

spraakmakende veranderingen, maar wel dat het beweeglijker en bewuster uit het proces<br />

zou komen. 15 Aan de andere kant zal de samenwerking de volgende jaren worden<br />

voortgezet. Er worden bijvoorbeeld vertegenwoordigers uitgewisseld in de respectievelijke<br />

beheersorganen en ook met de Moussemvrijwilligers wordt contact gehouden. 16<br />

Deze samenwerking sluit aan op het beleid van cultuurminister Anciaux. In de Moussem-<br />

MuHKAconcepttekst wordt zelfs aangehaald hoe diens beleid met betrekking tot culturele<br />

diversiteit niet alleen op het aanbod betrekking heeft, maar ook op de organisaties zelf: of<br />

ze van raden van beheer tot werkvloer cultureel divers zijn en een interculturele houding<br />

en praktijk nastreven. 17 Door de samenwerking met Moussem wordt in ieder geval een<br />

belangrijke stap op de weg naar het ideaal van het inclusieve en interculturele museum<br />

gezet.<br />

14 MuHKA-document ‘Concepttekst_200512.doc’, p.2.<br />

15 IBIDEM.<br />

16 MuHKA-document ‘Intentieverklaring_070129.doc’, p.2.<br />

17 MuHKA-document ‘Concepttekst_200512.doc’, p.1.<br />

MARIJKE.VANEECKHAUT@UGENT.BE 4


<strong>CASESTUDY</strong> – ANALYSE V/D TOESCHOUWERGERICHTE ASPECTEN V/H MOUSSEMPROJECT IN HET MUHKA – JUNI 2007<br />

analyse van de toeschouwergerichtheid<br />

Aangezien zowel het MuHKA als Moussem in hun visie een betrokkenheid op<br />

toeschouwer en maatschappij betonen, valt het te verwachten dat verschillende aspecten<br />

van hun samenwerking toeschouwergericht zijn. Zoals aangegeven zal hier de<br />

toeschouwergerichtheid met betrekking tot de presentaties hedendaagse beeldende kunst<br />

in het MuHKA worden geanalyseerd.<br />

concept<br />

De concepttekst, basistekst en intentieverklaring 18 geven vooral de achtergronden mee,<br />

maar er kan ook een concept uit worden gedestilleerd. Aan de ene kant wordt de<br />

verzoening van een museumpresentatie, -ruimte en -organisatie met een<br />

podiumkunstenfestival als de grootste uitdaging genoemd (de ontsnapping aan de<br />

klassieke invulling van zowel tentoonstelling als festival), maar aan de andere kant wordt<br />

grote nadruk gelegd op publieksaspecten. Er wordt weliswaar niet veel letterlijk over de<br />

toeschouwer gesproken, maar doorheen het maatschappelijk discours weerklinkt de<br />

beoogde positie van en de aandacht voor de toeschouwer.<br />

Het MuHKA wil toegankelijk zijn voor zoveel mogelijk mensen en daarom wil het de<br />

uitdaging aangaan om ook aan toeschouwers die traditioneel weinig vertrouwd zijn met<br />

hedendaagse kunst te appelleren (dit kan als een kwantitatieve doelstelling worden<br />

gezien 19, maar binnen de algemene visie van het museum wordt die toch vooral<br />

kwalitatief ingevuld: iedereen welkom maken en de kans bieden op een zinvolle<br />

ontmoeting met kunst). Deze kwalitatieve ‘brede toegankelijkheid’ wou het museum in dit<br />

project concreet via de samenwerking met Moussem realiseren. Het experiment bestond<br />

ten eerste uit een verbreding van het aanbod met een tentoonstelling van Marokkaans-<br />

Arabische kunst en ten tweede uit een verbreding van de ontsluiting door<br />

Moussemvrijwilligers uit te nodigen om met de collectie aan de slag te gaan.<br />

Aan de opstart van het Moussemproject liggen voor het MuHKA dus duidelijk belangrijke<br />

<strong>toeschouwergerichte</strong> overwegingen ten grondslag.<br />

tentoonstelling ZONDER TITEL<br />

ONTWIKKELING<br />

Ondanks het <strong>toeschouwergerichte</strong> uitgangspunt was de ontwikkeling van de<br />

tentoonstelling in de praktijk toch vooral een zaak van kunst en kunstenaars (de<br />

samenstelling gebeurde ook in de eerste plaats door een kunstenaar). Er werden<br />

krijtlijnen uitgezet getrouw aan de Moussemwerking waarin de Marokkaanse cultuur een<br />

niet-exclusief vertrekpunt vormt voor interculturele ontmoetingen: Marokko met zijn<br />

interne diversiteit, Marokko in de emigratie en Marokko in zijn bredere geografische en<br />

culturele regio. 20 Binnen dit kader werden artistieke keuzes gemaakt. 21 We zien dus een<br />

klassieke kunstgerichte ontwikkeling, waarbij de toeschouwer pas later in het proces in<br />

beeld kwam, wanneer het werk aan de bemiddeling werd opgestart (door de afdeling<br />

Publiekswerking, in overleg met de tentoonstellingsmakers en kunstenaars). 22<br />

18 MuHKA-documenten ‘Concepttekst_200512.doc’; ‘ZONDER TITEL_basistekst.doc’ (november 2006);<br />

‘Intentieverklaring_070129.doc’<br />

19 Een kruisbestuiving van de twee ‘publieken’ – het MuHKA-museumpubliek en het Moussem-festivalpubliek –<br />

is bij dergelijke samenwerking meestal een van de beoogde effecten.<br />

20 MuHKA-document ‘Concepttekst_200512.doc’, p.3.<br />

21 Dit ontwikkelingsproces is nauwelijks gedocumenteerd door het ontbreken van formele verslagen.<br />

22 De ontwikkeling van de bemiddeling valt te volgen in de verslagen van de project+vergaderingen<br />

(vergaderingen van Publiekswerking ter voorbereiding van een tentoonstelling): 6 vergaderingen tussen 29<br />

januari en 12 maart 2007.<br />

MARIJKE.VANEECKHAUT@UGENT.BE 5


foto Clinckx<br />

foto Clinckx<br />

foto Clinckx<br />

SELECTIE<br />

<strong>CASESTUDY</strong> – ANALYSE V/D TOESCHOUWERGERICHTE ASPECTEN V/H MOUSSEMPROJECT IN HET MUHKA – JUNI 2007<br />

Het concept van het verbreden van het aanbod werkte met betrekking tot<br />

de toeschouwer in twee richtingen. Ten eerste was het de bedoeling om<br />

nieuwe toeschouwers aan te spreken via een voor hen meer vertrouwde<br />

cultuur (met het festival als opstap) en zo meer mensen in de gelegenheid<br />

te stellen om hedendaagse kunst te ervaren – een verdere stap naar het<br />

interculturele, inclusieve, op de maatschappij betrokken museum. Ten<br />

tweede was het de bedoeling om de ‘gewone’ toeschouwer een perspectief<br />

te bieden op ‘het andere’: kunstenaars met een Marokkaans/Arabische<br />

achtergrond, kunst uit een context met een andere verhouding tot de<br />

moderniteit in het algemeen en de hedendaagse kunst in het bijzonder.<br />

Binnen deze <strong>toeschouwergerichte</strong> en op de maatschappij betrokken overwegingen werd<br />

de selectie op zuiver artistieke gronden ingevuld. De tentoonstelling was geen didactische<br />

presentatie, zij toonde hedendaagse kunst die weliswaar een bepaalde context<br />

gemeenschappelijk heeft, maar tegelijk haar plaats in de globale kunstwereld inneemt en<br />

ook die taal hanteert (waardoor de selectie voor de nieuwe toeschouwer niet beduidend<br />

toegankelijker was dan hedendaagse kunst uit een andere context). Charif Benhelima in<br />

de tentoonstellingspublicatie: “Maar Marokko verleent mij toegang tot<br />

het verleden, of tot de idee van het verleden, wat slechts enkele<br />

plaatsen kunnen, dankzij hun tradities die nog steeds deel uitmaken<br />

van het dagelijkse leven. (...) Als ik denk aan Marokko, denk ik ook aan<br />

mijn persoo<strong>nl</strong>ijke geschiedenis. (...) Het tentoonstellingsluik is geen<br />

poging om een Marokkaanse kunstscène in beeld te brengen, maar<br />

focust op een aantal kunstenaars die soms inhoudelijk, soms vormelijk<br />

of soms op beide manieren tradities beïnvloeden, en de manier waarop<br />

kunst een rol kan spelen in sociale en politieke veranderingen.” 23<br />

Daardoor was het geselecteerde werk verscheiden: het bood verschillende<br />

aanknopingspunten, maar juist door die diversiteit weinig houvast.<br />

PRESENTATIE<br />

De presentatie volgde eveneens vooral een kunstgerichte logica, zonder verhaallijn of<br />

route. Een route wordt in het MuHKA zelden of nooit bepaald: aan de ene kant geeft dat<br />

de toeschouwer vrijheid om zijn eigen verhaal te schrijven, aan de andere kant zorgt het<br />

voor onzekerheid bij de onervaren museumbezoeker. 24 Bijzonder was<br />

de integratie van een ‘podiumzaal’ en een ‘lounge’ in de<br />

tentoonstellingszalen: festivalruimte en tentoonstellingsruimte vloeiden<br />

hier in elkaar over. In de praktijk werden de disciplines echter niet<br />

geïntegreerd. Wie het museum bezocht, moest bijbetalen voor de<br />

podiumactiviteiten, wat doorgaans niet werd gedaan. 25 In een<br />

podiumticket was de toegang tot het museum wel inbegrepen, maar<br />

enkel tijdens de namiddagactiviteit op zondag bestond de gelegenheid<br />

om heen en weer te lopen. Bij de avondactiviteit op zaterdag sloot het<br />

museum om 20u (de toegang tot de tentoonstelling werd afgezet en er<br />

werd een andere ingang in gebruik genomen) – waarmee het museum wel de inspanning<br />

leverde om festivalgangers vooraf op te vangen, maar tentoonstelling en podiumfestival in<br />

de praktijk gescheiden bleven – en de activiteit op vrijdag werd in MuHKA_media<br />

23 BENHELIMA Ch., ‘ZONDER TITEL. Een gedachte vrij van label’, in: ZONDER TITEL Moussem Festival Lente<br />

2007, MuHKA, Tentoonstelling Black-Out Charif Benhelima, deBuren, Collectiepresentatie XVIII Ontmoeting,<br />

MuHKA [tentoonstellingscatalogus], Brussel, deBuren, 2007, p.43.<br />

24 Aangezien het toch de bedoeling was om een nieuw publiek aan te spreken en het museum zich bewust is<br />

van de vreemdheid van de instelling en haar codes voor niet-ingewijden (MuHKA-document<br />

‘Concepttekst_200512.doc’, p.2), is dit een punt dat meer aandacht had verdiend.<br />

25 De verwachte kruisbestuiving van publieken bleef grotendeels uit. Het museumpubliek ontpopte zich<br />

nauwelijks tot een festivalpubliek en het museum trok niet noemenswaardig meer of andere bezoekers.<br />

Mondelinge toelichting MuHKA, 10.05.2007.<br />

MARIJKE.VANEECKHAUT@UGENT.BE 6


foto Clinckx<br />

foto Clinckx<br />

<strong>CASESTUDY</strong> – ANALYSE V/D TOESCHOUWERGERICHTE ASPECTEN V/H MOUSSEMPROJECT IN HET MUHKA – JUNI 2007<br />

georganiseerd, enkele huizenblokken verderop. Op de momenten dat er<br />

geen activiteit was, lagen zowel de podiumzaal als de lounge er, op één<br />

kunstproject en enkele bemiddelingsactiviteiten na, verlaten bij. 26<br />

BEMIDDELING<br />

De bemiddeling in het MuHKA zoekt altijd een evenwicht tussen de<br />

polen kunstgericht en toeschouwergericht: beide hebben hun rechten<br />

én hun noden. In een recent artikel over de bemiddeling in het MuHKA<br />

wordt het dilemma mooi verwoord: “tussen ontregeling en comfort”. 27 Hedendaagse kunst<br />

vraagt ruimte om te ontregelen, de toeschouwer vraagt een comfortabel kader – dit is<br />

natuurlijk een karikatuur, maar voor de bemiddeling is het inderdaad steeds zoeken naar<br />

het aanreiken van aanknopingspunten zonder het kunstwerk of de toeschouwer te<br />

verstikken. Voor groepen volwassen toeschouwers werd daartoe de interactieverondleidingsmethodiek<br />

ontwikkeld: ideaal omdat er op maat van de toeschouwer en van<br />

het kunstwerk kan worden gewerkt en het evenwicht tussen beide telkens opnieuw kan<br />

worden opgezocht. Voor de individuele volwassen toeschouwer ligt de ontwikkeling van<br />

een dergelijke ‘ideale bemiddeling’ moeilijker, aangezien elke toeschouwer zijn eigen<br />

kennis en ervaring, leermethode, gemoedstoestand, wensen, verwachtingen enzovoort<br />

meebrengt en elk kunstwerk en iedere presentatie ook weer anders is. Een passepartoutbemiddeling<br />

die dan ook écht telkens weer past is een utopie, maar er wordt<br />

constant met bemiddelingsinstrumenten geëxperimenteerd op zoek naar de beste<br />

oplossingen. 28 Voor de bemiddeling in de tentoonstelling ZONDER TITEL werden<br />

verschillende instrumenten ingezet.<br />

macro<br />

Bij binnenkomst van de tentoonstelling vond de toeschouwer een<br />

i<strong>nl</strong>eidende muurtekst (N/F/E). Daarin werd de samenwerking met<br />

Moussem genoemd en de combinatie van festivalprogramma,<br />

tentoonstelling en collectiepresentatie aangekondigd (zonder<br />

toelichting). Vervolgens werd de tentoonstelling kort geïntroduceerd:<br />

“In het tentoonstellingsluik ligt de nadruk op kunstenaars die op<br />

eigentijdse en bewuste wijze, soms inhoudelijk soms vormelijk en soms<br />

op beide manieren verwijzen naar Marokko. Het bijzondere aan de<br />

presentatie is dat ze afrekent met bewust of onbewuste ‘vooronderstellingen’ over oost en<br />

west en dat ze het publiek de verrassende verschillen en raakvlakken laat zien tussen de<br />

Arabische en de westerse, hedendaagse beeldende kunst.” 29 In deze introductie was de<br />

nuancering met betrekking tot Marokko gesneuveld (waardoor de<br />

toeschouwer zich vragen zou kunnen stellen bij de aanwezigheid van twee<br />

Egyptische kunstenaars), bleef de uitspraak over de vooronderstellingen<br />

nogal vaag en de verschillen en raakvlakken tussen de Arabische en de<br />

westerse kunst konden alleen duidelijk worden voor de ervaren<br />

toeschouwer die een helder beeld in zijn hoofd had van de westerse<br />

hedendaagse beeldende kunst. De vaagheid van dit<br />

bemiddelingsinstrument is allicht een gevolg van het gebrek aan een<br />

tentoonstellingsverhaal. Wat wel goed overkwam, was de anders-maarook-weer-niet-zo-anders-Marokkolink.<br />

Daarnaast vermeldde de muurtekst<br />

26 Enkel gedurende de laatste weken, tijdens de verbouwingen aan het MuHKAFE, werd de bar in de lounge alle<br />

dagen opengehouden (door het MuHKA). Voor het overige was de bar enkel tijdens een festivalactiviteit in de<br />

podiumzaal open (door Moussem).<br />

27 JANSSENS J., ‘MuHKA. Tussen ontregeling en comfort’, in: VAN DIENDEREN A., JANSSENS J. & K. SMITS,<br />

Tracks. Artistieke praktijk in een diverse same<strong>nl</strong>eving, Berchem, uitgeverij EPO vzw, 2007, pp.240-254.<br />

28 Beleidsnota 2006-2010 erfgoeddecreet: visietekst, z.p. [pp.20-21]. Dit is geen gemakkelijk proces, zeker niet<br />

in het MuHKA waar de presentaties tot vlak voor de opening zowel inhoudelijk als qua opstelling blijven wijzigen<br />

en er onder grote tijdsdruk moet worden gewerkt. In dit geval werd enkele weken voor de opening een<br />

kunstenaar vervangen. MuHKA-document ‘v_project+_20070205.doc’, p.1. Het overleg met kunstenaars en<br />

tentoonstellingsmakers noopt eveneens tot compromissen; in dit geval werd op het laatste moment de inrichting<br />

van de wedstrijdhoek nog aangepast. Mondelinge toelichting MuHKA 01.06.07.<br />

29 Letterlijk overgenomen van de muur.<br />

MARIJKE.VANEECKHAUT@UGENT.BE 7


<strong>CASESTUDY</strong> – ANALYSE V/D TOESCHOUWERGERICHTE ASPECTEN V/H MOUSSEMPROJECT IN HET MUHKA – JUNI 2007<br />

de deelnemende kunstenaars en Charif Benhelima als de samensteller van de<br />

tentoonstelling.<br />

De tentoonstelling op zich ontvouwde geen verhaal, maar was wel binnen een duidelijk<br />

kader tot stand gekomen, wat de toeschouwer bij zijn interpretatie kon helpen. In de<br />

tentoonstelling zelf viel er buiten de korte algemene introductie echter geen informatie te<br />

rapen over het concept van de tentoonstelling, maar evenmin over de aard van de<br />

samenwerking met Moussem, wie of wat Moussem is, het festivalprogramma en de visie<br />

die aan het project ten grondslag lag. Ook hier waren de tentoonstelling en het<br />

podiumfestival gescheiden werelden. Buiten de presentatie was deze informatie wel<br />

ruimschoots aanwezig: op de website 30 (N/F/E), in de programmafolder (N) en in de<br />

tentoonstellingspublicatie (N/F). De informatie was dus beschikbaar (de programmafolder<br />

werd aan de balie uitgedeeld), maar niet vlot toegankelijk tijdens het bezoek. Wat het<br />

programma betreft was de kalender van de week ook op een scherm tegenover het<br />

toegangssas te zien (samen met impressies van de activiteiten), maar dat was misschien<br />

in de lounge/podiumzaal effectiever geweest. 31<br />

micro<br />

De voornaamste bemiddelingsinstrumenten focusten dan ook op de<br />

kunstenaars en kunstwerken: de titelbordjes en kunstenaarsteksten. Deze<br />

instrumenten waren discreet aanwezig, zodat de toeschouwer de vrijheid<br />

kreeg om er zich desgewenst niets van aan te trekken – iets wat door vele<br />

toeschouwers als belangrijk wordt ervaren bij het kijken naar kunst. Op<br />

de titelbordjes stonden de naam van de kunstenaar, de titel en datum van<br />

het kunstwerk en de rechtenhouder/bruikleengever. De titel werd<br />

weergegeven zoals de kunstenaar die aa<strong>nl</strong>everde, dus in dit geval meestal<br />

in het Frans, zonder vertaling. Het is niet vanzelfsprekend om de titel van een<br />

hedendaags kunstwerk te vertalen, maar voor een aantal toeschouwers is dat een<br />

handicap. Ook het ontbreken van materialen en technieken kan als een gemis worden<br />

ervaren. Pluspunt is dat de duur van de projecties werd aangegeven. Op de<br />

kunstenaarsteksten (N/F/E) stonden de naam van de kunstenaar, een citaat (van de<br />

kunstenaar of van iemand anders), geboortejaar en -plaats van de kunstenaar en de<br />

plaats waar hij leeft en werkt en een korte oriënterende tekst. 32 Deze<br />

teksten hingen op A4-bladen aan de muur in de buurt van het kunstwerk<br />

of het ensemble werken en indien de werken te ver van elkaar waren<br />

geplaatst, werd het bordje herhaald. In de tekst werd het tentoongestelde<br />

werk niet uitgelegd: de interpretatie werd opengehouden, maar mogelijke<br />

denkpistes (aanwijzingen in verband met de visie, context, werkwijze,<br />

interesses, bedoelingen... van de kunstenaar) werden gesuggereerd. De<br />

toeschouwer wordt serieus genomen – hij krijgt geen dogma’s in de maag<br />

gesplitst en hoeft ook geen raadseltje op te lossen op zoek naar dat ene<br />

juiste antwoord – maar niet aan zijn lot overgelaten, wat ook een nieuwe<br />

toeschouwer kan aanspreken. Het citaat bracht bovendien nog een andere ‘stem’ of<br />

invalshoek aan. Zo kreeg de toeschouwer aanknopingspunten, zonder verstikt te worden<br />

in het ene ware verhaal: “de hand reiken, niet bij het handje nemen”. 33 Vakjargon,<br />

hermetische redeneringen en obscure verwijzingen werden vermeden, maar de teksten<br />

mikten op de doorsnee toeschouwer, dus op een lezer met een bepaald<br />

competentieniveau.<br />

30 Er was een speciale projectwebsite: www.moussem.muhka.be<br />

31 Bij een – weliswaar zeer beperkte – publieksbevraging die door 2 MuHKA-stagiaires werd uitgevoerd, is<br />

bijvoorbeeld gebleken dat bezoekers moeite hadden met het Moussemaspect en de podiumzaal niet altijd<br />

konden plaatsen en een minderheid had het scherm met de kalender aan de ingang opgemerkt. ‘Reflectie:<br />

publieksbevraging’ door L. Hellemond, Artevelde Hogeschool, Gent.<br />

32 Bij de maquette van Hassan Darsi was op vraag van de kunstenaar extra informatie beschikbaar. Mondelinge<br />

toelichting MuHKA 01.06.07.<br />

33 Beleidsnota 2006-2010 erfgoeddecreet: visietekst, z.p. [p.6].<br />

MARIJKE.VANEECKHAUT@UGENT.BE 8


<strong>CASESTUDY</strong> – ANALYSE V/D TOESCHOUWERGERICHTE ASPECTEN V/H MOUSSEMPROJECT IN HET MUHKA – JUNI 2007<br />

extra<br />

De bemiddeling is hier wel erg op tekst en het cognitieve betrokken,<br />

daarom werd – zeker met de mogelijkheid van nieuwe toeschouwers in het<br />

achterhoofd – gezocht naar niet-tekstuele bemiddelingsinstrumenten: een<br />

doe-activiteit, iets wat andere zintuigen zou aanspreken... Uiteindelijk is<br />

deze piste met het van-zonder-titel-naar-vele-titels-idee samengesmolten<br />

in de wedstrijd “Verzin zelf een titel en ... win een reis naar Marrakech!”. 34<br />

De toeschouwer werd uitgenodigd om zelf een titel voor de tentoonstelling<br />

te kiezen en al dan niet creatief vorm te geven. Dit instrument kan de<br />

betrokkenheid verhogen, het wedstrijdelement motiveert om serieus op de tentoonstelling<br />

te reflecteren en de indrukken kunnen ‘spelenderwijs’ en actief worden verwerkt, hoewel<br />

het verbale element belangrijk blijft. Aan de balie lagen blaadjes met meer uitleg hierover<br />

(N/F/E) en in de podiumzaal was een hoek geïnstalleerd waar je de handen uit de<br />

mouwen kon steken. Deze hoek was zeer kleurrijk ingericht, met veel knutselmateriaal en<br />

lage zitjes met dito tafel, waardoor een onoplettende bezoeker hem voor een kinderhoek<br />

kon aanzien. 35 Er waren meer dan 150 inzendingen en de winnende titel is uiteindelijk<br />

geworden: ‘vrij begrensd’.<br />

De individuele volwassen toeschouwer kon op de meeste zondagen deelnemen aan een<br />

wandelgesprek (interactieve rondleiding) in de tentoonstelling. Het wandelgesprek is<br />

natuurlijk het meest complete instrument, onder meer door de gespreksvorm, de sociale<br />

ervaring en het extra materiaal dat wordt gebruikt. Op hetzelfde moment werd doorgaans<br />

ook een workshop voor kinderen georganiseerd en met de mogelijkheid om vooraf samen<br />

in het MuHKAFE te brunchen kon je er helemaal een gezinsuitstap van maken. 36 De dag<br />

na de opening kon het publiek ook deelnemen aan ‘thee met de kunstenaars’: een<br />

(Franstalig) gesprek met enkele van de deelnemende kunstenaars.<br />

comfort<br />

Het mentale comfort van de (nieuwe) toeschouwer werd niet gemaximaliseerd: er bleven<br />

wat we zouden kunnen noemen ‘trajectonzekerheden’ bestaan. Hieronder begrijpen we<br />

bijvoorbeeld het ontbreken van routeaanwijzingen, maar ook signalisatieproblemen in<br />

verband met de eigenaardige (festival)aspecten van de presentatie zoals de podiumzaal.<br />

De podiumzaal en lounge hadden behalve op zondagmiddag geen duidelijke functie 37 en<br />

er werd daaromtrent ook geen uitleg of programma gegeven. In de podiumzaal werd wel<br />

de wedstrijdactiviteit georganiseerd en er was een projectie met festivalimpressies (zonder<br />

titelbordje of andere uitleg). Vanaf de erfgoeddag op 22 april kwamen daar ook nog vijf<br />

monitoren bij waarop interviews speelden met mensen met uitee<strong>nl</strong>opende achtergronden<br />

die over een geliefd aspect van hun erfgoed vertelden (Nederlands gesproken). Buiten het<br />

titelbordje werd hier evenmin verdere toelichting gegeven.<br />

Ook het fysieke comfort werd veronachtzaamd: de kunstenaarsteksten waren<br />

bijvoorbeeld in kleine letters gesteld, moesten rechtopstaand worden gelezen en hun<br />

belichting was niet altijd optimaal. Sowieso was er geen zitgelegenheid die het rustig<br />

beschouwen van de kunstwerken aanmoedigde (het ene werk in de lounge uitgezonderd);<br />

de zitgelegenheid werd sterk bepaald door de presentatie. In dit geval heeft de<br />

Publiekswerking voor de lounge gezorgd, maar elders werd – buiten de permanente<br />

ombouw rond de verhoging in de centrale zaal – omwille van de vormgeving van de<br />

presentatie geen zitgelegenheid voorzien, ook niet bij de, weliswaar korte, projecties. 38<br />

Opvallend is dat een aantal van de zaken die het comfort verminderen, juist worden<br />

ingegeven door overwegingen in verband met toeschouwergerichtheid: het ontbreken van<br />

34 verslagen project+vergaderingen en mondelinge toelichting MuHKA 01.06.07.<br />

35 Dat deze vergissing ook voorkwam, bleek uit de eerder aangehaalde publieksbevraging, ‘Reflectie:<br />

publieksbevraging’. Deze indruk was niet gezocht, maar het gevolg van een late wijziging van de inplanting van<br />

de hoek, waardoor het perspectief veranderde. Mondelinge toelichting MuHKA 01.06.07.<br />

36 Wandelgesprek en workshop werden op zondagen georganiseerd tegelijk met de festivalactiviteit op<br />

zondagmiddag; op die manier kon een gezin ook voor de combinatie festival/workshop kiezen.<br />

37 Hier werd vanaf 18 mei in het kader van het gaste<strong>nl</strong>uik van het festivalprogramma wel een presentatie<br />

georganiseerd rond hedendaagse kunst en cultureel erfgoed uit Noord-Kaukasië. programmafolder ‘ZONDER<br />

TITEL Moussem Festival Lente 2007’, p.43.<br />

38 Mondelinge toelichting MuHKA 01.06.07. In de beleidsnota wordt het belang van “rust- en bezinningspunten”<br />

nochtans expliciet vermeld. Beleidsnota 2006-2010 erfgoeddecreet: visietekst, z.p. [p.20].<br />

MARIJKE.VANEECKHAUT@UGENT.BE 9


foto Leriette<br />

Desir van<br />

Bergen<br />

<strong>CASESTUDY</strong> – ANALYSE V/D TOESCHOUWERGERICHTE ASPECTEN V/H MOUSSEMPROJECT IN HET MUHKA – JUNI 2007<br />

een vaste route staat de toeschouwer toe zijn eigen verhaal te schrijven en de discrete<br />

omvang en plaatsing van de kunstenaarsteksten heeft te maken met terughoudendheid<br />

ten opzichte van de toeschouwer die geen bemiddeling wenst.<br />

COLLECTIEPRESENTATIE XVIII ‘Ontmoeting’<br />

ONTWIKKELING<br />

De collectiepresentatie werd volledig ontwikkeld door acht<br />

Moussemvrijwilligers, in samenspraak met twee MuHKA-medewerkers<br />

(afdeling Publiekswerking). Begin 2006 werd er een oproep gericht aan<br />

de Moussem Club 39 en op 26 maart vond de eerste ontmoeting plaats<br />

tussen een twintigtal Moussem-Clubleden, enkele medewerkers van<br />

het MuHKA en van Moussem, waaronder de beide directeurs, en Charif<br />

Benhelima. Dit werd informeel aangepakt met een museumontbijt: een<br />

ontbijt in het MuHKAFE waarbij iedereen kennis met elkaar kon<br />

maken gevolgd door een wandelgesprek in de toenmalige<br />

collectiepresentatie. Bij de volgende samenkomst op 30 april werd kennisgemaakt met<br />

het museum achter de schermen en bij de derde ontmoeting op 14 mei werd besloten wie<br />

het engagement wilde opnemen. Er vormde zich een groep van acht: Layela Chammam,<br />

Farid Darmach, Eva Maghari, Farida Johri, Bouchra Lechkar, Belgiz Polat, Hafida Raoui<br />

en Meriam Raoui. Allemaal Antwerpenaars met exotische wortels (6x Marokko, 1x Turkije<br />

en 1x Spanje/Filippijnen), een mix van eerste en tweede generatie, sommigen wel en<br />

anderen niet met de dubbele nationaliteit, 7 vrouwen en 1 man, deels met onderlinge<br />

familie- en vriendschapsbanden, tussen 24 en 35 jaar, ongehuwd of gescheiden, met<br />

uitee<strong>nl</strong>opende beroepen zoals tandarts, chirurg, OCMW-medewerker, arbeider,<br />

administratief bediende, schoonheidsspecialiste, geneesmiddelenvertegenwoordiger en<br />

programmamedewerker in een cultuurcentrum. Voor de meerderheid was deze ervaring<br />

de eerste serieuze ontmoeting met hedendaagse beeldende kunst. Zij werden binnen het<br />

project met ‘de Moussem Club’ of ‘Moussemers’ aangeduid. 40<br />

De totstandkoming van de collectiepresentatie – selectie, presentatie en bemiddeling –<br />

was een lang proces waarbij de Moussemers zich eerst inwerkten in de hedendaagse<br />

beeldende kunst en in de MuHKA-collectie, vervolgens een kader ontwikkelden om de<br />

selectie richting te geven, tot een keuze kwamen, deze onder de loep namen om de<br />

presentatie vorm te geven en de bemiddeling bepaalden en realiseerden. In totaal waren<br />

er 17 bijeenkomsten, enkele gezame<strong>nl</strong>ijke uitstappen naar culturele activiteiten, een<br />

Marokkoreis 41 en veel (huis)werk nodig om de hele onderneming rond te krijgen. Daarbij<br />

waren het echt de Moussemers die het traject in handen hadden en beperkte de MuHKAinbreng<br />

zich essentieel tot die van moderator die het proces op gang brengt, houdt en<br />

indien nodig stimuleert (onder meer door het telkens weer bundelen van opmerkingen en<br />

resultaten en via vragen en opdrachten aanzetten tot reflectie). 42<br />

De ontwikkeling van deze collectiepresentatie is alleszins toeschouwerbetrokken omdat ze<br />

vertrok van de toeschouwer – de nieuwe, niet met het museum en hedendaagse kunst<br />

vertrouwde toeschouwer – en in zeer belangrijke mate door hem werd bepaald, waarbij de<br />

ervaring, de kijk- en interpretatieprocessen primeerden. Het was de bedoeling om de<br />

39 Kort voordien was in de schoot van de Moussemvrijwilligers de Moussem Club ontstaan: mensen die graag op<br />

meer regelmatige basis samen aan een brede waaier culturele activiteiten wilden participeren – ook andere dan<br />

deze die door Moussem werden georganiseerd. Het MuHKA-project vormde een stevige kern voor deze Club.<br />

Mondelinge toelichting MuHKA 01.06.07.<br />

40 MuHKA-document ‘o_vergaderingen.doc’, p.1 en ‘t_moussem_publicatie_def.doc’, p.1, 5; ‘antwoorden<br />

24.05.07.doc’.<br />

41 De Marokkoreis (24-27.01.07) werd voornamelijk georganiseerd om tentoonstellingslocaties te prospecteren<br />

(een voorstel van de Moussemers om ‘hun’ presentatie naar Marokko te laten reizen was door het MuHKA en<br />

Moussem enthousiast onthaald) en een langere tijd samen te kunnen doorbrengen (om stevig te kunnen<br />

doorwerken en voor teambuilding). Mondelinge toelichting MuHKA 01.06.07.<br />

42 MuHKA-document ‘o_vergaderingen.doc’ en ‘t_moussem_publicatie_def.doc’, p.2.<br />

Omdat de MuHKA-collectie niet volledig toegankelijk is, werden op basis van het eerste voldragen<br />

selectievoorstel van de Moussemers door het MuHKA enkele extra werken gesuggereerd, maar de beslissing lag<br />

ook hier volledig bij de vrijwilligers. ‘antwoorden 24.05.07.doc’.<br />

MARIJKE.VANEECKHAUT@UGENT.BE 10


<strong>CASESTUDY</strong> – ANALYSE V/D TOESCHOUWERGERICHTE ASPECTEN V/H MOUSSEMPROJECT IN HET MUHKA – JUNI 2007<br />

intense kunstervaring van acht toeschouwers over te brengen op de toekomstige<br />

toeschouwer; om via een toeschouwergestuurd proces tot een toeschouwergericht<br />

resultaat te komen.<br />

SELECTIE<br />

Vanaf de eerste samenkomst waren het kunstwerken met een<br />

maatschappelijke thematiek die de aandacht van de Moussemers trokken<br />

en dat is zo gebleven. Tijdens de vijfde ontmoeting (18.06.06) was er<br />

bijvoorbeeld een discussie over wat hen al dan niet aansprak en ook toen<br />

bleek dat vooral de maatschappijgerichte werken in de smaak vielen,<br />

naast een aantal keuzes op esthetische gronden, maar dat werken die te<br />

weinig aanknopingspunten boden (zoals minimal art) uit de boot vielen. 43<br />

Een andere rode draad in de selectie was de kwestie van identiteit –<br />

eveneens een universeel gegeven en bovendien met een link naar het<br />

maatschappelijke. Reeds vroeg in het proces werd geopperd om een invalshoek vast te<br />

leggen en werd ‘identiteit’ als mogelijkheid naar voor geschoven, gecombineerd met<br />

persoo<strong>nl</strong>ijke ontwikkeling. 44 Binnen deze thema’s werden persoo<strong>nl</strong>ijke<br />

keuzes gemaakt.<br />

Een <strong>toeschouwergerichte</strong> selectie wil niet zeggen dat alle werken figuratief,<br />

‘mooi’ of hapklaar moeten zijn. Deze selectie was toeschouwergericht door<br />

de grote herkenbaarheid: de kunstwerken raakten thema’s aan waartoe<br />

iedereen zich kan verhouden. Anderzijds weerspiegelde de selectie<br />

evengoed een persoo<strong>nl</strong>ijke visie als wanneer ze door een professionele<br />

curator was gemaakt – misschien toegankelijker, maar de ene<br />

toeschouwer zal er altijd dichter bij aansluiten dan de andere.<br />

PRESENTATIE<br />

Voor de presentatie werd afgewogen welk verhaal de Moussemers wilden<br />

vertellen en op welke manier de individuele accenten zich tot de<br />

groepslijn konden verhouden. 45 Toen de Moussemers hun selectie onder<br />

de loep namen, werd duidelijk dat er een aantal associatieve<br />

zwaartepunten of thematische groepen kunstwerken was ontstaan –<br />

zoals kwetsbaarheid, de vrouw, reizen/vluchten. Ze namen de<br />

<strong>toeschouwergerichte</strong> optie om de presentatie volledig op deze<br />

thematisch-inhoudelijke argumenten te baseren: er werd besloten om<br />

een presentatie van vele kleine verhalen te maken met identiteit – wie<br />

ben ik? – als rode draad. 46 De presentatie groepeerde telkens kunstwerken die door een<br />

bepaalde associatieketen 47 met elkaar verbonden waren en een thematische groep<br />

vormden, wat de toeschouwer extra toegangen tot de kunstwerken én tot<br />

de totale presentatie bood. Daarbij werd er geen route voorzien: de<br />

verschillende groepen konden op zichzelf worden ervaren. 48<br />

43 MuHKA-document ‘o_vergaderingen.doc’, p.1, 3.<br />

44 IDEM, pp.1-2. Er werd in dat verband opgemerkt dat de collectie weinig werk van Noord-Afrikaanse<br />

kunstenaars omvat.<br />

45 IDEM, p.3.<br />

46 programmafolder ‘ZONDER TITEL Moussem Festival Lente 2007’, p.41.<br />

47 Tijdens het ontwikkelingsproces werd rond de geselecteerde kunstwerken geassocieerd, waardoor ze<br />

gegroepeerd konden worden en er lijn kwam in de presentatie. MuHKA-document ‘o_vergaderingen.doc’, pp.4-5.<br />

48 Ook hier is er dus weer die onzekerheid voor de toeschouwer in het ‘labyrintische’ MuHKA.<br />

MARIJKE.VANEECKHAUT@UGENT.BE 11


<strong>CASESTUDY</strong> – ANALYSE V/D TOESCHOUWERGERICHTE ASPECTEN V/H MOUSSEMPROJECT IN HET MUHKA – JUNI 2007<br />

BEMIDDELING<br />

Aan de bemiddeling werd bijzonder veel aandacht besteed door de Moussemers. De<br />

ontwikkeling ervan liep voor een groot deel parallel met die van de selectie en de<br />

presentatie, waardoor er een voortdurende wisselwerking was. 49 De Moussemers zagen de<br />

presentatie als een ontmoetingsplaats (vandaar de titel: Ontmoeting) waar de<br />

kunstwerken een gesprek op gang kunnen brengen tussen heel verschillende mensen. 50<br />

Getrouw aan dit uitgangspunt kozen ze voor een persoo<strong>nl</strong>ijke aanpak en probeerden ze<br />

een gesprek aan te knopen met de toeschouwer: in vele bemiddelingsinstrumenten<br />

richtten ze zich rechtstreeks tot hem.<br />

macro<br />

In de collectiepresentatie hingen drie muurteksten. Bij het betreden van<br />

de presentatie kondigden ze in een eerste tekst (N) aan dat het MuHKA nu<br />

van hen, de Moussem Club, was en dat ze iedereen uitnodigden<br />

(ondertekend met alle voor- en achternamen). In een tweede tekst (N)<br />

stelden ze zich voor, als jonge mensen, geïnteresseerd in cultuur. Er werd<br />

niet expliciet uitgelegd wat hun rol was in de collectiepresentatie en<br />

Moussem en de Moussem Club werden vermeld, maar niet toegelicht. Hier<br />

hing ook een fotocollage die de Moussemers-curatoren dichter bij de<br />

toeschouwer bracht en een hint vormde naar de opzet van de<br />

collectiepresentatie. De derde tekst (N/F/E) was het “Moussemmanifest” (ondertekend<br />

met alle voornamen). Dit manifest was zowel op een muur in de presentatie te vinden, als<br />

vooraan in de programmafolder en in de tentoonstellingspublicatie. Je zou het een soort<br />

kijkwijzer kunnen noemen, met een beschrijving van wat er gebeurt bij de eerste<br />

beschouwing van het kunstwerk, hoe die eerste ontmoeting – indien<br />

boeiend – aanzet tot reflectie en een zoektocht naar betekenissen, hoe die<br />

zoektocht kan verlopen en tot persoo<strong>nl</strong>ijke interpretaties kan leiden, dat<br />

een kunstwerk een wegwijzer is naar het verhaal van de kunstenaar maar<br />

tegelijk iets zegt over jezelf en de maatschappij. De tekst stimuleerde de<br />

toeschouwer om in de voetsporen van de Moussemers te treden.<br />

De teksten werden door de Moussemers, samen met de Moussemers of<br />

door MuHKA-medewerkers op basis van opmerkingen van de Moussemers<br />

geschreven en droegen echt hun persoo<strong>nl</strong>ijke stempel. 51 Het voordeel van<br />

deze aanpak is dat de bemiddeling (en bij uitbreiding de hele collectiepresentatie) zeer<br />

dicht bij de toeschouwer komt te staan: hij wordt aangesproken als gelijke door gelijken.<br />

Het nadeel is dat de Moussemers ‘er teveel in zaten’: ze hebben zich niet<br />

altijd voldoende verplaatst in de toeschouwer zonder voorkennis van het<br />

project. Daardoor ontbrak in de collectiepresentatie zelf belangrijke<br />

informatie om het verschil met gewone collectiepresentaties te begrijpen,<br />

zoals over het concept van het project, over Moussem, de Moussemers en<br />

hun rol in de presentatie. 52 Buiten de presentatie (website,<br />

programmafolder, tentoonstellingspublicatie) was deze informatie wel<br />

ruimschoots voorhanden.<br />

micro<br />

De bemiddeling bij de kunstwerken bestond uit een combinatie van ‘neutrale’ MuHKAbemiddeling<br />

(titelbordjes en collectiefiches) en persoo<strong>nl</strong>ijke Moussem-bemiddeling<br />

(videogetuigenissen). De standaardbordjes vermelden de naam van de kunstenaar, de<br />

titel (in de oorspronkelijke taal) en datum van het kunstwerk en de herkomst van het<br />

werk (aankoop, bruikleen, schenking, deelcollectie). De collectiefiches (N) worden door het<br />

MuHKA geschreven (Publiekswerking) en worden op geplastificeerde A5-bladen los<br />

49 MuHKA-document ‘o_vergaderingen.doc’.<br />

50 programmafolder ‘ZONDER TITEL Moussem Festival Lente 2007’, p.41.<br />

51 MuHKA-document ‘o_vergaderingen.doc’, p.3.<br />

52 Uit de eerder vermelde publieksbevraging is inderdaad gebleken dat de toeschouwer dikwijls het bijzondere<br />

van de presentatie niet had opgepikt, de rol van de Moussem Club werd niet begrepen. ‘Reflectie:<br />

publieksbevraging’.<br />

MARIJKE.VANEECKHAUT@UGENT.BE 12


<strong>CASESTUDY</strong> – ANALYSE V/D TOESCHOUWERGERICHTE ASPECTEN V/H MOUSSEMPROJECT IN HET MUHKA – JUNI 2007<br />

opgehangen doorheen de presentatie zodat de toeschouwer ze kan meenemen naar het<br />

kunstwerk of een zitbank. Op de ene kant staan een afbeelding van het kunstwerk, de<br />

naam van de kunstenaar, de titel en datum van het kunstwerk en de naam van de<br />

fotograaf. Op de andere kant staan de naam van de kunstenaar, zijn geboortejaar en -<br />

plaats, de titel en datum van het kunstwerk en een uitleg. Hoewel deze uitleg meer is<br />

toegespitst op dat ene kunstwerk (de titel wordt bijvoorbeeld geduid), wordt dezelfde visie<br />

gevolgd als bij de kunstenaarsteksten in de tentoonstelling: de tekst is toegankelijk en de<br />

interpretatie wordt zoveel mogelijk opengehouden, maar tegelijk richting gegeven.<br />

Aan deze MuHKA-bemiddeling hebben de Moussemers persoo<strong>nl</strong>ijke<br />

getuigenissen toegevoegd. Er is lang nagedacht over de manier waarop ze<br />

de bemiddeling wilden aanpakken: met citaten/vragen/overwegingen in<br />

plakletters op de muren per thematische groep kunstwerken of met eigen<br />

teksten bij de kunstwerken bijvoorbeeld. Het idee van de plakletters<br />

sneuvelde omdat het te overheersend en te duur zou zijn en de eigen<br />

teksten werden evenmin gerealiseerd. 53 Er werd uiteindelijk beslist om<br />

videogetuigenissen (N) te maken: elke Moussemer zou bij zijn favoriete<br />

kunstwerk – en de thematisch daarmee verbonden kunstwerken eromheen<br />

– een diavoorstelling maken met alle soorten beelden die hij met de werken associeerde,<br />

met daarbij een zelf geschreven en ingesproken tekst waarin hij zijn keuze, associaties en<br />

interpretaties toelicht. In die tekst werd ook een aantal van de ideeën verwerkt die voor<br />

eerdere pistes werden verzameld. 54 De toeschouwer kreeg hier diverse<br />

prikkels, zowel verbaal als visueel, zowel op het vlak van kennis als<br />

verbeelding als emoties. De getuigenissen waren spontaan en konden de<br />

toeschouwer zeker inspireren bij zijn interpretatie van de kunstwerken,<br />

maar anderzijds hadden ze een zeker amateuristisch gehalte wat sommige<br />

toeschouwers kon afstoten. Ze werden getoond op kleine schermpjes met<br />

hoofdsets die telkens in de buurt van de besproken werken werden<br />

opgesteld. Op een titelbordje naast het schermpje werd de naam van de<br />

Moussemer vermeld, zonder verdere uitleg (of duuraanduiding), wat gezien<br />

het niet zo duidelijke kader tot verwarring kon leiden. Anderzijds werd het<br />

idee snel helder bij het beluisteren van een van de getuigenissen.<br />

Bij het sneuvelen van het idee om zelf teksten bij de kunstwerken te schrijven, ontstond<br />

discussie over het al dan niet gebruiken van de MuHKA-collectieteksten in de plaats: aan<br />

de ene kant wilden de Moussemers de bemiddeling helemaal zelf doen, maar aan de<br />

andere kant vonden ze het belangrijk om bij elk werk uitleg te geven (cf. het verhaal van<br />

de kunstenaar uit het Moussemmanifest). Uiteindelijk werd beslist om de collectiefiches<br />

per thematische groep te bundelen en naast de videogetuigenis te hangen, zodat de twee<br />

verhalen naast elkaar zouden bestaan. 55<br />

Het sneuvelen van het idee om met plakletters op de muur een bemiddeling rond de<br />

thematische groepen kunstwerken op te bouwen, had als gevolg dat de verschillende<br />

kleine verhalen in de presentatie niet in de verf werden gezet. Er werd enkel op<br />

gealludeerd in de videogetuigenissen (en in de teksten buiten de presentatie); de<br />

Moussemers hadden hiervoor gekozen omdat deze thematische groeperingen hún visie<br />

weerspiegelden, die ze niet wilden opdringen. 56 Hierdoor was het wel mogelijk dat de<br />

toeschouwer deze inhoudelijke laag en de extra toegangen tot de presentatie kon missen.<br />

53 MuHKA-document ‘o_vergaderingen.doc’, pp.4-6; ‘antwoorden 24.05.07.doc’. De tijdsdruk werd te groot en de<br />

Moussemers hadden onvoldoende vertrouwen in hun schrijverscapaciteiten.<br />

54 MuHKA-documenten ‘o_vergaderingen.doc’, pp.4-6 en ‘o_videogetuigenissen.doc’; ‘antwoorden 24.05.07.doc’.<br />

55 MuHKA-document ‘o_vergaderingen.doc’, pp.4-5; ‘antwoorden 24.05.07.doc’.<br />

56 ‘antwoorden 24.05.07.doc’.<br />

MARIJKE.VANEECKHAUT@UGENT.BE 13


<strong>CASESTUDY</strong> – ANALYSE V/D TOESCHOUWERGERICHTE ASPECTEN V/H MOUSSEMPROJECT IN HET MUHKA – JUNI 2007<br />

extra<br />

De eerste beslissing die de Moussemers namen met betrekking tot de<br />

bemiddeling was dat ze een zithoek wilden waar de toeschouwer actief kon<br />

participeren en feedback kon geven. 57 Het is een sfeervolle zithoek<br />

geworden met laag meubilair en kussens onder een hemel/tentdak. Hier<br />

werd het Moussemmanifest opgehangen en lagen papiertjes waarop de<br />

toeschouwer een reactie ter attentie van de Moussem Club kon schrijven<br />

en die aan twee borden kon achtergelaten. Dit leverde een 300-tal reacties<br />

op – van kindertekeningen tot gefundeerde feedback. Hier hing ook<br />

prominent een collectiewerk van Charif Benhelima, echter zonder verwijzing naar de<br />

tentoonstelling (dat was allicht niet de eerste bekommernis van de Moussemers die<br />

volledig op hun presentatie waren gefocust, maar het is wel een gemiste kans om de link<br />

te verduidelijken, aangezien slechts weinig toeschouwers de naam onthouden zullen<br />

hebben). De Moussemers hebben nog een tweede zithoek geconcipieerd 58, waar de tweede<br />

muurtekst gecombineerd met de fotocollage van de Moussemers werd geïnstalleerd.<br />

De bemiddeling is gericht op verschillende types toeschouwers. Aan de ene kant<br />

zijn er de muurteksten en videogetuigenissen, die zeer persoo<strong>nl</strong>ijk zijn, de<br />

toeschouwer rechtstreeks aanspreken en waarin uitee<strong>nl</strong>opende stemmen en<br />

interpretaties weerklinken die door de ‘goedkeuring’ van het museum gewicht<br />

krijgen en zo ook de onervaren toeschouwer aanmoedigen om zelf te kijken en te<br />

interpreteren. Aan de andere kant zijn er de meer neutrale collectiefiches. De<br />

getuigenissen, collectiefiches en zelfs tot op zekere hoogte de muurteksten zijn zo<br />

discreet ingeplant, dat ook de toeschouwer die liever zijn eigen weg gaat,<br />

probleemloos voor deze optie kan kiezen. De bemiddeling is een mix van tekst en<br />

beeld, en spreekt zowel het denken als het voelen aan; de feedbackmogelijkheid<br />

zet aan tot reflectie en biedt een vorm van activiteit.<br />

comfort<br />

Op het vlak van mentaal comfort moeten we zoals in de tentoonstelling het ontbreken van<br />

een route aanstippen. In dit geval had het bestaan van verschillende parcours onder<br />

andere als gevolg dat sommige toeschouwers de introductie van de Moussemers<br />

(muurtekst met foto’s) pas op het einde van hun route tegenkwamen, waardoor zij deze<br />

informatie bij het bekijken van de presentatie niet meekregen. Een ander gevolg van de<br />

verschillende mogelijke routes was dat de plaatsing van de getuigenissen en<br />

collectiefiches niet altijd logisch was; sowieso werd de toeschouwer verplicht om heen en<br />

weer te lopen om de fiches te halen en/of terug te brengen. Op het vlak van fysiek<br />

comfort was er anderzijds ruim in zitgelegenheid voorzien: naast de twee zithoeken<br />

werden over de presentatie verspreid nog drie extra banken geplaatst.<br />

57 MuHKA-document ‘o_vergaderingen.doc’, pp.3-4.<br />

58 IDEM, pp.5-6.<br />

MARIJKE.VANEECKHAUT@UGENT.BE 14


<strong>CASESTUDY</strong> – ANALYSE V/D TOESCHOUWERGERICHTE ASPECTEN V/H MOUSSEMPROJECT IN HET MUHKA – JUNI 2007<br />

conclusies & reflecties<br />

De uitgesproken <strong>toeschouwergerichte</strong> optie levert in de praktijk een geschakeerd beeld<br />

van toeschouwergerichtheid op.<br />

tussen toeschouwer en kunst(enaar)<br />

Het project ‘ZONDER TITEL Moussem Festival Lente 2007’ werd opgezet met de bedoeling<br />

om de toegankelijkheid te verbreden en het museum meer inclusief te maken. Dit<br />

uitgangspunt sluit aan bij de visie op de toeschouwer in het MuHKA. Voor het MuHKA<br />

zijn er toeschouwers, geen publiek: elke toeschouwer is een individu met zijn unieke mix<br />

van kennis en ervaring, voor- en afkeuren enzovoort. Iedereen kan potentieel ook<br />

toeschouwer zijn: het MuHKA gelooft dat hedendaagse kunst voor iedereen zinvol kan<br />

zijn en vult de klassieke doelgroepenwerking in als een constant streven naar inclusie.<br />

Openen en verbreden is het doel, niet vernauwen. “Doelgroepen maken mensen tot<br />

mikpunten.” 59 Deze verbreding en inclusie streeft Publiekswerking al sinds de oprichting<br />

van het museum na door acties en instrumenten op diversiteit af te stemmen. In dit<br />

project was het de bedoeling om de inclusie ook via de selectie en de presentatie te<br />

realiseren.<br />

De tentoonstelling wilde niet alleen de ‘gewone’ kunstliefhebber aanspreken, maar ook<br />

een nieuwe toeschouwer met andere culturele wortels: geen tentoonstelling voor een<br />

doelgroep, wel één voor diverse toeschouwers, met of zonder ervaring. Hiertoe werd<br />

hedendaagse kunst uit een andere context getoond. Dat deze kunst ook gewoon de taal<br />

van de internationale hedendaagse kunst hanteert, zwakt een eventuele<br />

aantrekkingskracht op de onervaren toeschouwer echter af en zowel de selectie als de<br />

presentatie gebeurden vanuit een kunstgerichte visie. Naast de toeschouwer vormen ook<br />

kunst en kunstenaar een prioriteit van het MuHKA. Het museum ziet kunst als een<br />

complex conglomeraat van ideeën, informatie, contexten, betekenissen en inzichten: het<br />

kunstwerk als “eigenzinnig denken” van een kunstenaar en het traject dat erdoor wordt<br />

afgelegd. Het wil een plek zijn waar naar kunstenaars wordt geluisterd en waar zij zich<br />

thuis voelen. 60 Dat wil zeggen dat kunst en kunstenaar ruimte moeten krijgen en dat er<br />

aandacht moet zijn voor betekenislagen en nuancering.<br />

Een van de MuHKA-motto’s luidt: “Het museum is geen verzameling van objecten, maar<br />

van trajecten.” 61 Het afstappen van de conventionele visie op kunst heeft als gevolg dat<br />

het museum tracht om de complexiteit en de nuances van hedendaagse beeldende kunst<br />

te duiden en te tonen. Deze complexiteit maakt de interpretatie en beleving door<br />

toeschouwers er niet noodzakelijk gemakkelijker op, maar biedt anderzijds wel nieuwe<br />

invalshoeken en dus extra kansen op een rijke, betekenis- en waardevolle ontmoeting<br />

tussen kunst en toeschouwer. 62 De aandacht voor kunst en kunstenaar hoeft dus niet in<br />

tegenspraak te staan tot toeschouwergerichtheid, integendeel: toeschouwergerichtheid is<br />

pas succesvol als een kunstwerk tot haar recht kan komen. Toch blijkt in de praktijk –<br />

vooral bij tijdelijke tentoonstellingen – het evenwicht tussen kunstgericht en<br />

toeschouwergericht in de bemiddeling te worden opgezocht, en minder in de selectie en<br />

presentatie die kunstgericht blijven. In de collectiepresentaties bestaat er wat dat betreft<br />

meer manoeuvreerruimte.<br />

Dat er in de collectiepresentaties meer ruimte is voor de toeschouwer in alle fasen van de<br />

ontwikkeling blijkt eveneens uit het Moussemproject. Hier gebeurden selectie en<br />

presentatie toeschouwergestuurd, met een meer toeschouwergericht resultaat als gevolg.<br />

Hier kon in de intensieve ontmoeting tussen onervaren toeschouwers en hedendaagse<br />

kunst naar een nieuwe toeschouwergerichtheid worden gezocht. De<br />

toeschouwergerichtheid werd vooral gerealiseerd door een grote herkenbaarheid, onder<br />

59 Beleidsnota 2006-2010 erfgoeddecreet: visietekst, z.p. [p.19].<br />

60 IDEM, z.p. [pp.4-5, 9-10, 14, 18].<br />

61 Beleidsnota 2006-2010 kunstendecreet: motto 17, p.209.<br />

62 Beleidsnota 2006-2010 erfgoeddecreet: visietekst, z.p. [p.5, 13].<br />

MARIJKE.VANEECKHAUT@UGENT.BE 15


<strong>CASESTUDY</strong> – ANALYSE V/D TOESCHOUWERGERICHTE ASPECTEN V/H MOUSSEMPROJECT IN HET MUHKA – JUNI 2007<br />

meer terug te vinden in de selectie, maar ook in het gesprek onder gelijken: als wij dit<br />

kunnen (op een zinvolle manier met kunst omgaan, de werken interpreteren en<br />

betekenisvolle verbanden leggen, een eigen verhaal schrijven), dan kunnen jullie dat ook.<br />

De drempel verlaagt, de toeschouwer wordt gestimuleerd om in zichzelf te geloven en<br />

geïnspireerd om in hun voetsporen te treden. De omslag van toeschouwergestuurd proces<br />

naar toeschouwergericht resultaat is grotendeels maar niet volledig gebeurd: de<br />

Moussemers waren zodanig betrokken op hun persoo<strong>nl</strong>ijke proces dat er soms te weinig<br />

afstand werd genomen om zich in de toekomstige toeschouwer zonder voorkennis van het<br />

project te verplaatsen, waardoor die in het resultaat bepaalde belangrijke gegevens<br />

minder gemakkelijk terugvond.<br />

van leren naar bemiddelen<br />

In theorie is toeschouwergerichtheid voor het MuHKA een collectieve<br />

verantwoordelijkheid 63, maar in de praktijk blijft het vooralsnog in de eerste plaats een<br />

zaak van de afdeling Publiekswerking en dus zichtbaar in de bemiddeling. 64<br />

In het MuHKA wordt gekozen voor bemiddeling in plaats van educatie: de ontmoeting<br />

tussen kunst en toeschouwer kan veel meer verschillende dingen inhouden en betekenen<br />

dan educatie en kan tot andere effecten leiden dan leren. Hoewel leren niet het enige doel<br />

meer is, blijft het minstens onintentioneel een belangrijke component in<br />

kunstontmoetingen van toeschouwers. Het MuHKA onderbouwt zijn bemiddeling dan ook<br />

met principes en ideeën uit educatie- en leertheorieën. 65 Het vertrekt vanuit een<br />

constructivistische visie: toeschouwers zijn actieve partners. De ontmoeting tussen<br />

toeschouwer en kunst wordt niet verarmd door het opdringen van één meesterverhaal, de<br />

bemiddeling wil prikkelen om zelf te interpreteren en mogelijkheden bieden om de<br />

ervaring te verrijken en verdiepen op het ritme van kunstwerk én toeschouwer. Daartoe<br />

worden ook noties uit andere theorieën kritisch geïntegreerd, onder meer met betrekking<br />

tot verschillende intelligenties (Howard Gardner), verschillende ontwikkelingsniveaus<br />

(Michael Parsons), verschillende leerstijlen (David Kolb) en de nood aan flow (Mihaly<br />

Csikszentmihalyi). Ook de bemiddeling in het Moussemproject vertrok van deze basis in<br />

de zoektocht naar diversiteit in toegangen en sleutels en naar een balans tussen<br />

uitdaging en comfort. Dit resulteerde in een aantal geslaagde instrumenten met gelaagde<br />

informatie tussen openheid en sturing, een appel aan ratio en gevoel, de uitnodiging tot<br />

reflectie en de combinatie van tekst, beeld en actie. Anderzijds werd de toeschouwer<br />

geconfronteerd met trajectonzekerheden (parcours en signalisatie) en onduidelijkheden in<br />

verband met het conceptuele kader of het ontbreken van het grote verhaal. Dat ook een<br />

sterke theorie zoals die van het MuHKA zich niet zomaar laat vertalen in de praktijk heeft<br />

alles te maken met de moeilijke evenwichtsoefening tussen kunst en toeschouwer en met<br />

de grenzen van het praktisch haalbare binnen een museumwerking.<br />

maatschappelijke inbedding & vergelijkbare initiatieven<br />

Het MuHKA concentreert zich sinds enkele jaren met een vernieuwd elan op zijn<br />

maatschappelijke opdracht; het wil daarbij de vinger aan de pols van de maatschappij<br />

houden en inspelen op de multiculturele uitdaging. 66 Aan de ene kant wil het kunst in de<br />

maatschappij inbedden: het is van mening dat kunst en maatschappij niet uiteengehaald<br />

kunnen worden en tracht daarom kunst in een breder kader te situeren én toe te lichten<br />

wat kunst voor de maatschappij kan betekenen. 67 Aan de andere kant wil het de<br />

63 IDEM, z.p. [p.21].<br />

64 In het Moussemproject heeft toeschouwergerichtheid een belangrijke plaats in het concept, maar wordt toch<br />

vooral door de afdeling Publiekswerking gerealiseerd: in de tentoonstelling is het vooral de bemiddeling die<br />

toeschouwergericht blijkt en het collectiepresentatieproject met de Moussemers wordt volledig door<br />

publiekswerkers begeleid.<br />

65 zie ook: SAEY P. & M. VAN EECKHAUT, Op. Cit.<br />

66 Beleidsnota 2006-2010 erfgoeddecreet: visietekst, z.p. [p.1, 18].<br />

67 IDEM, z.p. [p.10].<br />

MARIJKE.VANEECKHAUT@UGENT.BE 16


<strong>CASESTUDY</strong> – ANALYSE V/D TOESCHOUWERGERICHTE ASPECTEN V/H MOUSSEMPROJECT IN HET MUHKA – JUNI 2007<br />

toeschouwer via de kunst een andere kijk geven op de maatschappij: (leren) omgaan met<br />

de complexiteit en ‘het andere’ van hedendaagse kunst biedt een ander perspectief op<br />

maatschappelijke thema’s en sterkt de toeschouwer in zijn omgang met maatschappelijke<br />

uitdagingen. 68<br />

Beide sporen kwamen in het Moussemproject aan bod. Binnen het eerste spoor werd<br />

getracht om kunst dichter bij de (multiculturele) maatschappij te brengen door nieuwe<br />

(multiculturele) toeschouwers uit te nodigen voor een ontmoeting met hedendaagse kunst<br />

via kunst uit een context waartoe ze zich kunnen verhouden (tentoonstelling) en via het<br />

voorbeeld van gelijken (collectiepresentatie). Binnen het tweede spoor was het de<br />

bedoeling om de toeschouwer vertrouwd(er) te maken met het andere, in casu het<br />

Arabisch/islamitische andere, door kunst uit deze andere context te tonen<br />

(tentoonstelling) en via de keuzes, associaties en interpretaties van de ander<br />

(collectiepresentatie).<br />

Beide sporen werden in min of meer vergelijkbare initiatieven van het MuHKA reeds<br />

eerder bewandeld. Zo heeft het museum ook vóór Moussem ‘contexttentoonstellingen’ 69<br />

georganiseerd, zoals met kunst uit Rusland 70, kunst uit China 71 en kunst uit<br />

Vancouver 72. Zeker bij Rusland en China waren maatschappelijke overwegingen<br />

belangrijk: de lokale Russische en Chinese gemeenschappen werden uitgenodigd (eerste<br />

spoor) en het discours over gelijkenissen en verschillen zoals bij Moussem was eveneens<br />

tot op zekere hoogte aanwezig (tweede spoor). In 2000 (21.05-31.08.2000) was er ook de<br />

collectiepresentatie ‘Watch me (This is my truth)’ samengesteld door vijf jongeren tussen<br />

16 en 18 jaar. Vanuit hun eigen leefwereld en visie kozen ze de kunstwerken die hen<br />

persoo<strong>nl</strong>ijk aanspraken en gingen met die kunstwerken en met elkaar een dialoog aan.<br />

Hier was het eveneens de bedoeling om jongeren aan te spreken via hun peers (eerste<br />

spoor) en de toeschouwer inzicht te bieden in de kijk van de jongeren (tweede spoor). We<br />

zien opvallende parallellen tussen de presentatie van de Moussemers en die van de<br />

jongeren: van het proces over de focus op identiteit (met zelfs een paar dezelfde<br />

kunstwerken) tot de bemiddeling via hun eigen associaties, interpretaties en gevoelens.<br />

Er bestaat blijkbaar niet zoiets als een typische allochtone of tienerkeuze en deze sterke<br />

overeenkomsten lijken de optie van het MuHKA te bevestigen om niet met doelgroepen,<br />

maar met de individuele diversiteit van de toeschouwer te werken.<br />

68 IDEM, z.p. [pp.5-6].<br />

69 De geografisch-culturele context was daarbij niet noodzakelijk het thema van de tentoonstelling, maar altijd<br />

wel een bepalende factor.<br />

70 Werkelijkheidshorizonten (15.03-01.06.03); Angels of History. Het Moskous conceptualisme en zijn invloed<br />

(17.09-27.11.05)<br />

71 Alles onder de hemel. China now! (20.03-30.05.04)<br />

72 Intertidal. Vancouver Art & Artists (16.12.05-26.02.06)<br />

MARIJKE.VANEECKHAUT@UGENT.BE 17

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!