Download - Cultuurnetwerk.nl
Download - Cultuurnetwerk.nl
Download - Cultuurnetwerk.nl
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
Buitenschools kunstonderwijs in Vlaanderen en Nederland<br />
Verslag symposia 27 maart en 27 november 2002/Gent 5 akkoord<br />
<strong>Cultuurnetwerk</strong> Nederland, Utrecht 2003
Inhoud<br />
Vooraf 5<br />
Buitenschoolse kunsteducatie in Nederland 6<br />
Buitenschoolse kunsteducatie in Vlaanderen 8<br />
Symposium Sint-Niklaas 27 maart 2002 11<br />
Introductie deeltijds kunstonderwijs in Vlaanderen - door Ingrid Leys en Mieke Quintens 12<br />
Introductie binnenschoolse en buitenschoolse cultuureducatie in Nederland - door Martin<br />
Berendse 14<br />
Symposium Bergen op Zoom 27 november 2002 17<br />
Cultuuronderwijs tussen traditie en vernieuwing - door Jan Wagemakers 19<br />
Snelle veranderingen in Vlaams kunstonderwijs - door Jurgen Wayenberg 20<br />
Elke jongere een culturele loopbaan - door Peter Maissan 25<br />
De jongere als rolmodel voor leeftijdgenoten - door Hildegard Draaijer 29<br />
Vernieuwingen zijn vaak afhankelijk van de docent - door Jo De Blieck 31<br />
Samenvatting van de werkgroepen 33<br />
Eindrapportage en afsluiting 37<br />
Bijlage 1 I<strong>nl</strong>eiders en voorzitters 39<br />
Bijlage 2 Deelnemers 27 maart 2002 41<br />
Bijlage 3 Deelnemers 27 november 2002 46
Vooraf<br />
In het kader van het Gent 5-akkoord voor de onderwijssamenwerking tussen Nederland en<br />
Vlaanderen is afgesproken dat de subwerkgroep Deeltijds Kunstonderwijs/Cultuureducatie (binnen de<br />
werkgroep Beroepsonderwijs/Volwasseneneducatie/Permanente Vorming) zich zal richten op de<br />
vergelijking van de systemen voor deeltijds kunstonderwijs in Vlaanderen en cultuureducatie in<br />
Nederland. Tevens is de subwerkgroep gevraagd om het initiatief te nemen om concrete<br />
samenwerkingsprojecten te ontwikkelen (zie artikel 2.5.3 van het Gent 5-akkoord).<br />
De Vlaamse leden van de subwerkgroep zijn vertegenwoordigers van de Administratie Permanente<br />
Vorming en de afdeling Deeltijds Kunstonderwijs:<br />
Christel Rutten (Administratie Permanente Vorming – directoraat-generaal)<br />
Ingrid Leys (afdeling Deeltijds Kunstonderwijs)<br />
Mieke Quintens (afdeling Deeltijds Kunstonderwijs)<br />
Van Nederlandse zijde hebben zitting in de subwerkgroep:<br />
Jan Jaap Knol (Ministerie OCenW, directie Kunsten)<br />
Marjo van Hoorn (senior medewerker onderzoek & beleid <strong>Cultuurnetwerk</strong> Nederland)<br />
Ap de Vries (directeur De Kunstconnectie, branchevereniging voor educatie en participatie in de<br />
kunsten)<br />
Paul de Vries (beleidsmedewerker De Kunstconnectie)<br />
De subwerkgroep heeft concreet invulling gegeven aan haar opdracht door het organiseren van twee<br />
symposia: op 27 maart 2002 in de Stedelijke Academie voor Beeldende Kunsten in Sint-Niklaas en<br />
op 27 november 2002 in Museum De Markiezenhof in Bergen op Zoom. Het ‘Vlaamse’ symposium<br />
werd georganiseerd onder verantwoordelijkheid van de Vlaamse administratie en het ‘Nederlandse’<br />
door het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen, in nauwe samenwerking met De<br />
Kunstconnectie en <strong>Cultuurnetwerk</strong> Nederland. Op het eerste symposium stond de vergelijking van<br />
elkaars systemen centraal en op het tweede symposium ging het om de vak-en beleidsinhoudelijke<br />
verdieping van het thema traditie en innovatie.<br />
Aan beide symposia nam een ruime vertegenwoordiging deel van directeuren van de Vlaamse<br />
academies voor deeltijds kunstonderwijs respectievelijk de Nederlandse centra voor de kunsten.<br />
Daarnaast waren vertegenwoordigers van de Inspectie aanwezig, van de Vereniging van Nederlandse<br />
Gemeenten en van het Interprovinciaal Overleg (IPO cultuur).<br />
Gemeenschappelijke beleidsprioriteiten<br />
Zowel de vergaderingen van de subwerkgroep als de beide symposia brachten aan het licht dat - hoe<br />
verschillend van opzet beide systemen ook zijn (regelgeving, bekostiging, inrichting van het<br />
onderwijssysteem et cetera) - er ook sprake is van belangrijke gemeenschappelijke<br />
beleidsprioriteiten.<br />
Vlaanderen en Nederland hebben gemeenschappelijk: een bezinning op de traditionele methoden en<br />
een behoefte aan onderwijskundige vernieuwing, waarbij interdisciplinair en projectmatig werken in<br />
opmars zijn alsmede het werken met nieuwe media; een noodzaak tot meer doelgroepgericht werken,<br />
waarbij met name jongeren en allochtone groepen prioriteit zijn; een toenemende samenwerking met<br />
het reguliere onderwijs.<br />
Deze publicatie bestaat uit lezingen en verslagen van beide symposia, voorafgegaan door een korte<br />
vergelijking van de Vlaamse en Nederlandse systemen voor buitenschools kunstonderwijs.<br />
5 BUITENSCHOOLS KUNSTONDERWIJS IN VLAANDEREN EN NEDERLAND
Buitenschoolse kunsteducatie in Nederland<br />
Centra voor de kunsten<br />
Onderwijsinstellingen buitenschools<br />
Verzamelnaam: centra voor de kunsten, te verdelen in:<br />
− muziekschool: instellingen waar muzieklessen en soms ook danslessen gegeven worden;<br />
− creativiteitscentrum: instelling waar cursussen gegeven worden als dans, beeldende kunst,<br />
audiovisuele, dramatische en/of literaire vorming;<br />
− gecombineerde instelling: een combinatie van muziekschool en creativiteitscentrum.<br />
In oktober 2002 zijn er in totaal 242 centra voor de kunsten: 118 muziekscholen,<br />
58 creativiteitscentra, 55 gecombineerde instellingen en 11 steunfunctie-instellingen.<br />
Aanbod, eisen leerinhoud en examens<br />
? Kortlopende en langlopende lessen en cursussen in groepsverband, workshops en lezingen. Zowel<br />
breedte-aanbod (in één discipline tot en met meerdere disciplines) als diepte-aanbod (oriëntatie voor<br />
beginners, gevorderden, specialisten op verschillende niveaus). Er zijn geen vastgestelde examens en<br />
leerstofeisen, met uitzondering van het muziekonderwijs, dat ingedeeld is in vier niveaus: A, B, C en<br />
D, waarbij A het hoogste niveau is (certificaatcursussen). Examens hebben geen landelijk erkende<br />
status.<br />
? (Projectmatige) activiteiten voor het regulier onderwijs (primair en voortgezet): workshops,<br />
bemiddeling van aanbod op het gebied van de professionele kunsten (zoals voorstellingen, concerten<br />
en toonstellingen). Geen eisen en examens.<br />
? (Projectmatige) activiteiten voor specifieke doelgroepen, bijvoorbeeld jongeren in<br />
(achterstand)wijken en verstandelijk gehandicapten. Geen eisen en examens.<br />
Organisatie en bestuur, financiering en kwaliteitszorg<br />
? Organisatie en bestuur<br />
− privaatrechtelijke organisaties met eigen bestuur (stichtingen);<br />
− publieksrechtelijke organisaties: onderafdeling van de gemeente, bijvoorbeeld Gemeentelijke<br />
Muziekschool; openbaar lichaam (Wet Gemeente Regelingen), bijvoorbeeld Streekmuziekschool.<br />
? Financiering<br />
Gemeentelijke subsidie, les- en cursusgelden en overige inkomsten. Overige inkomsten zijn:<br />
vergoedingen van amateurverenigingen voor facilitaire dienstverlening; vergoedingen voor<br />
dienstverlening aan het regulier onderwijs, incidentele projectsubsidies van gemeenten en/of<br />
provincies voor specifieke activiteiten en commerciële dienstverlening.<br />
? Kwaliteitszorg<br />
− een waarderingskader voor toetsing door Inspectie Onderwijs Cultuureducatie is in ontwikkeling;<br />
− deelname aan Kwaliteitssysteem Kunstzinnige Vorming (ingevoerd sinds 1997 door de VKV, thans<br />
brancheorganisatie De Kunstconnectie): systeem ter bevordering positionering en profilering,<br />
arbeidsverhoudingen en bedrijfsvoering; niet verplicht.<br />
6 BUITENSCHOOLS KUNSTONDERWIJS IN VLAANDEREN EN NEDERLAND
Docenten<br />
Docenten moeten voldoen aan de benoembaarheideisen, zoals omschreven in de CAO Kunstzinnige<br />
Vorming. Deze omschrijven in detail de eisen voor een docentschap audiovisueel, beeldende kunst,<br />
dans, drama, muziek en literaire vorming.<br />
Over het algemeen wordt een erkende kunstvakopleiding, aangevuld met een pedagogisch-<br />
didactische scholing vereist. Voor docenten beeldende kunst, met uitzondering van kunst-<br />
geschiedenis, wordt bovendien een actuele kunstenaarspraktijk vereist. Op deze benoembaarheid-<br />
eisen zijn uitzonderingen gemaakt voor nieuwe kunstvormen, waarvoor (nog) geen kunstvakop-<br />
leidingen zijn, zoals acrobatiek, grime, poppenspel, circus, kalligrafie, airbrush, glas (in lood) en<br />
zijdeschilderen.<br />
Trends en actuele beleidsvragen<br />
? Inhoudelijke trends<br />
Vernieuwing van het aanbod, zowel breedte als diepte; aanbod dat afgestemd is op specifieke<br />
groepen/activiteiten buiten de instelling (bijvoorbeeld wijkgericht); aanbieden van kortlopende<br />
workshops; aanbod dat aansluit op vragen van het regulier onderwijs (met name in het kader van het<br />
vak Culturele en Kunstzinnige Vorming in het voortgezet onderwijs); projectmatiger werken; meer<br />
interdisciplinair aanbod. Ook stellen steeds meer instellingen zogenoemde raamleerplannen op.<br />
? Trends op het gebied van organisatie en bestuur<br />
Privatisering van gemeentelijke instellingen; positionering ten aanzien van de gemeente;<br />
samenwerking met andere instellingen (andere centra voor de kunsten, onderwijs, sociaal-cultureel<br />
werk, professionele kunst en amateurkunst.); kwaliteitsverbetering management en bedrijfsvoering.<br />
7 BUITENSCHOOLS KUNSTONDERWIJS IN VLAANDEREN EN NEDERLAND
Buitenschoolse kunsteducatie in Vlaanderen<br />
Academies voor deeltijds kunstonderwijs<br />
Onderwijsinstellingen<br />
Verzamelnaam: academies voor deeltijds kunstonderwijs, te verdelen in:<br />
− academies voor muziek, woord en dans: instellingen met opleidingen in podiumkunsten;<br />
− academies voor beeldende kunst: instellingen met vrije en toegepaste beeldende kunsten, soms<br />
ook kunstambachten;<br />
− de koninklijke Beiaardschool in Mechelen: specifieke opleiding beiaardkunst (carillon).<br />
In februari 2002 zijn er honderd academies voor muziek, woord en dans; 98 van die academies<br />
organiseren zowel de studierichtingen muziek als woordkunst. In 52 academies is er ook een<br />
studierichting dans. Er zijn 66 academies voor beeldende kunst.<br />
Leerlingenaantallen in februari 2002: 68.558 leerlingen muziek, 19.623 leerlingen woordkunst,<br />
5047 dans en 52.000 leerlingen beeldende kunst. In totaal zijn dat 145.608 leerlingen, waarvan<br />
78% jongeren (6 tot 17 jaar) en 22% volwassenen (vanaf 18 jaar), waarvan 67% vrouwen en<br />
33% mannen.<br />
Aanbod, eisen leerinhoud en examens<br />
? Aanbod deeltijds kunstonderwijs<br />
Inhoudelijk beogen de opleidingen in het deeltijds kunstonderwijs een dubbele doelstelling:<br />
kunstbeleving en kunstbeoefening. Hoewel leerlingen het deeltijds kunstonderwijs in hun vrije tijd<br />
volgen, is het een vrij intensieve kunstopleiding. Op de eerste plaats leren de leerlingen in de<br />
studierichting muziek een instrument bespelen, maar naast de instrumentles volgen ze ook nog<br />
algemene muzikale vorming en algemene muziekcultuur. Leerlingen in de toneelcursus krijgen ook<br />
repertoirestudie. In beeldende kunst staat bijvoorbeeld ook het vak kunstgeschiedenis op het<br />
programma.<br />
? Initiatieven voor het regulier onderwijs (basisonderwijs)<br />
Docenten van het deeltijds kunstonderwijs geven nascholing muzische vorming voor leerkrachten<br />
basisonderwijs. De nascholing is praktijkgericht. Dat betekent dat leerkrachten basisonderwijs<br />
concrete lesideeën aangereikt krijgen voor de verschillende muzische domeinen in het basisonderwijs<br />
(muziek, drama, beweging, media, beeld). De nascholing omvat een aantal sessies gespreid over een<br />
heel schooljaar. Dat zorgt voor een zeker continuïteit in de cursus. Omdat de leerkrachten ook<br />
meteen de verworven kennis en vaardigheden kunnen toepassen in hun lessen, is er daardoor<br />
mogelijkheid tot zelfevaluatie en evolutie.<br />
De DKO-docenten die de nascholing geven hebben een dubbele troef: ze zijn zowel kunstenaars als<br />
leerkrachten. Ze zijn dus in staat om vakinhoudelijke kennis (bijvoorbeeld kunstgeschiedenis) te<br />
koppelen aan pedagogische vaardigheden.<br />
? Initiatieven voor specifieke doelgroepen<br />
Met het tijdelijke project Kunstinitiatie krijgen academies voor deeltijds kunstonderwijs de kans om in<br />
samenwerking met basis- en secundaire scholen en culturele organisaties projecten uit te werken die<br />
de deelname van kansarme en/of allochtone jongeren aan het deeltijds kunstonderwijs zullen<br />
verhogen.<br />
De doelstelling van de projecten wordt geoperationaliseerd door:<br />
8 BUITENSCHOOLS KUNSTONDERWIJS IN VLAANDEREN EN NEDERLAND
− peter-/meterschapsinitiatieven, waarbij de jongeren individueel begeleid worden door docenten<br />
deeltijds kunstonderwijs of andere professionele kunstenaars;<br />
− nascholing ‘muzische vorming’ voor leerkrachten van basis- en secundaire scholen met een groot<br />
aantal allochtone en kansarme autochtone leerlingen;<br />
− de organisatie van een specifiek onderwijsaanbod in de academies, aangepast aan de culturele en<br />
sociale achtergrond van de doelgroep.<br />
Organisatie en bestuur, financiering en kwaliteitszorg<br />
? Organisatie en bestuur<br />
− privaatrechtelijke organisaties met eigen bestuur: vrije academies, georganiseerd als vzw’s, de<br />
raad van beheer van de vzw is het schoolbestuur (= vrij gesubsidieerd onderwijs);<br />
− publiekrechtelijke organisaties: stedelijke en gemeentelijke academies: het gemeentebestuur is<br />
hier het schoolbestuur (= officieel gesubsidieerd onderwijs) en academies van het<br />
Gemeenschapsonderwijs: de scholengroepen van het Gemeenschapsonderwijs (Vlaamse<br />
Openbare Instelling) zijn het schoolbestuur.<br />
In februari 2002 zijn er: negen vrije academies, 143 stedelijke en gemeentelijke academies en 15<br />
academies van het Gemeenschapsonderwijs.<br />
De meerderheid van de academies is aangesloten bij een onderwijskoepel (= belangenvereniging). Er<br />
zijn in Vlaanderen drie onderwijskoepels: Vlaams Secretariaat van het Katholiek Onderwijs (VSKO),<br />
Onderwijssecretariaat van de Steden en Gemeenten van de Vlaamse Gemeenschap (OVSG) en het<br />
Gemeenschapsonderwijs<br />
? Financiering<br />
Het schoolbestuur van de academie (vzw, gemeentebestuur, Gemeenschapsonderwijs) zorgt voor<br />
gebouwen, infrastructuur en leermiddelen. De Vlaamse overheid neemt voor alle academies de lonen<br />
van de leerkrachten voor haar rekening.<br />
De leerlingen betalen per schooljaar inschrijvingsgeld: volwassenen 158 euro (91 euro verminderd<br />
tarief) en jongeren 48 euro (31 euro verminderd tarief).<br />
Voor het verminderde tarief komen de volgende leerlingen in aanmerking: werklozen, leefloners<br />
(bestaansminimum), gehandicapten, residenten van een gezinsvervangend tehuis, politieke<br />
vluchtelingen, studenten, jongeren met een gezinslid dat al het basistarief betaald heeft en jongeren<br />
die zich in een tweede studierichting inschrijven.<br />
? Kwaliteitszorg<br />
De Vlaamse regering bepaalt de minimumlessenroosters voor de verschillende opties en de<br />
minimumleerplannen voor elk vak. De onderwijskoepels werken de leerplannen concreet uit volgens<br />
hun eigen onderwijsvisie. De kwaliteitscontrole van de inspectie is op de eerste plaats schoolgericht.<br />
De inspecteurs controleren niet de leerlingen of de individuele leerkrachten, maar ze controleren of de<br />
academie een gepaste leersituatie creëert zodat de leerlingen de minimumdoelstellingen kunnen<br />
bereiken.<br />
Vanuit een breder denkkader over de kwaliteit van het onderwijs ontwikkelde de inspectie een<br />
doorlichtingsinstrument rond vier assen: context – input – proces – output (CIPO). Met het CIPO-<br />
model kan de inspectie de academie als organisatie in beeld brengen en de kwaliteit van het<br />
onderwijs onderzoeken vanuit de eigenheid van de academie. De doorlichting wil een zo duidelijk<br />
mogelijk beeld van de academie geven waarbij de onderwijsresultaten (de zogenaamde output)<br />
gesitueerd worden tegenover de contextuele achtergrond, rekening houdend met de inputgegevens<br />
(leerlingen, personeelsleden) en met de procesmatige aanpak.<br />
9 BUITENSCHOOLS KUNSTONDERWIJS IN VLAANDEREN EN NEDERLAND
Voor pedagogische ondersteuning of nascholing kunnen de leerkrachten en directeuren terecht bij de<br />
pedagogische begeleidingsdienst van het Onderwijssecretariaat van de Steden en Gemeenten van de<br />
Vlaamse Gemeenschap en het Gemeenschapsonderwijs.<br />
Docenten<br />
De docenten in het deeltijds kunstonderwijs moeten beschikken over vrij uitgebreide kwalificaties.<br />
Naast een basisdiploma van het hoger kunstonderwijs (hogescholenonderwijs) hebben zij ook een<br />
lerarenopleiding gevolgd.<br />
Hoewel de Vlaamse overheid de lonen van de docenten bepaalt, kan het plaatselijke schoolbestuur<br />
van een academie zelf leerkrachten aanstellen.<br />
Trends en actuele beleidsvragen<br />
? Inhoudelijke trends<br />
− Vernieuwing van het aanbod: experimenten. Als een academie een opleiding wil organiseren die<br />
nog niet in het Besluit van de Vlaamse regering is opgenomen, kan dat met een experiment. Een<br />
experiment is een kort project (3 tot 6 jaar) dat een academie de kans geeft om in te spelen op<br />
nieuwe maatschappelijke en artistieke trends. De academie krijgt extra lestijden om nieuwe<br />
lesmethoden, nieuwe lesinhouden, nieuwe media op experimentele basis toe te passen.<br />
Voorbeelden: volksmuziek, animatiefilm, beeldende vorming voor leerlingen met een mentale<br />
handicap en nascholing muzische vorming.<br />
− Nieuwe doelgroepen: tijdelijke projecten Kunstinitiatie voor allochtonen en kansarmen.<br />
− ICT: academies krijgen een toelage voor de aankoop van specifieke hard- en software (digitale<br />
−<br />
gehoortraining, digitaal keyboard, DTP-programma’s, cd-roms). Sinds dit schooljaar kunnen<br />
academies een ICT-coördinator aanstellen.<br />
? Trends op het gebied van organisatie en bestuur<br />
Projecten intergemeentelijke samenwerking: academies van verschillende gemeenten vormen een<br />
samenwerkingsverband en organiseren in alle gemeenten van de regio een behoeftegericht<br />
onderwijsaanbod.<br />
10 BUITENSCHOOLS KUNSTONDERWIJS IN VLAANDEREN EN NEDERLAND
Symposium Sint-Niklaas 27 maart 2002<br />
Vergelijking van buitenschoolse onderwijssystemen in Vlaanderen en<br />
Nederland<br />
Tijdens het symposium in Sint Niklaas werden 's ochtends de Vlaamse en Nederlandse systemen op<br />
het gebied van buitenschoolse cultuureducatie met elkaar vergeleken : informatie-uitwisseling over<br />
infrastructuur en organisatie, regelgeving, beleid en financiering. In het middaggedeelte stond door<br />
middel van een panelgesprek de kwaliteit van de buitenschoolse kunsteducatie in Vlaanderen en<br />
Nederland centraal. Onder leiding van dagvoorzitter Hugo Buermans werd toen gesproken over<br />
kwaliteitsontwikkeling en kwaliteitstoezicht alsmede het belang van doelgroepenbeleid (zoals voor<br />
jongeren en allochtonen). Aan het panel namen van Vlaamse zijde deel Luc Ponet (inspecteur Muziek<br />
en Dans DKO), Herman De Vleeschhouwer (directeur Stedelijke Academie voor Muziek-Woord-Dans<br />
Sint-Niklaas) en Philippe Vanderschaeghe (niveaucoördinator Deeltijds Kunstonderwijs). De<br />
Nederlandse deelnemers waren Arthur Gieles (inspecteur cultuureducatie), Jan van Muilekom<br />
(directeur Utrechts Centrum voor de Kunsten) en Carrie Renders (De Werkschuit Gouda).<br />
Programma<br />
Tot 9.45 uur Ontvangst met koffie in de foyer<br />
9.45 - 10.45 uur Introductie van het deeltijds kunstonderwijs in Vlaanderen<br />
10.45 - 11.00 uur Koffiepauze<br />
(presentatie Ingrid Leys en Mieke Quintens; aansluitend vragenronde)<br />
11.00 - 12.00 uur Introductie binnen- en buitenschoolse cultuureducatie in Nederland<br />
(presentatie door Martin Berendse; aansluitend vragenronde)<br />
12.15 - 13.30 uur Lunch in ’t Begijnhofken in Sint-Niklaas<br />
14.00 - 16.00 uur Panelgesprek over ‘kwaliteit’ en ‘kwalificaties’ in het deeltijds<br />
kunstonderwijs/cultuureducatie in Vlaanderen en Nederland<br />
16.00 - 17.00 uur Rondleiding in de academie en bezoek aan verschillende ateliers en<br />
de tentoonstelling ‘Licht’<br />
11 BUITENSCHOOLS KUNSTONDERWIJS IN VLAANDEREN EN NEDERLAND
Introductie deeltijds kunstonderwijs in Vlaanderen<br />
Door Ingrid Leys en Mieke Quintens (adjuncten van de directeur Afdeling<br />
Deeltijds Kunstonderwijs)<br />
Kunstonderwijs bevindt zich op het raakvlak van cultuur en onderwijs. Daardoor zijn er in Vlaanderen<br />
veel verschillende organisaties bezig met kunstonderwijs. Vanzelfsprekend hebben zij verschillende<br />
invalshoeken. In de culturele sector zijn er kunsteducatieve organisaties (bijvoorbeeld de Stichting<br />
Lodewijk De Raet) werkzaam, die subsidies van het Departement Cultuur krijgen. Ook culturele<br />
centra in een stad of gemeente hebben vaak een educatieve opdracht. Het gaat hier meestal om<br />
kortlopende cursussen van een aantal lessen rond één onderwerp of specialisatie, bijvoorbeeld<br />
tangodansen of zijdeschilderen.<br />
In het voltijdsonderwijs (basis- en secundair onderwijs) gelden voor alle leerlingen eindtermen<br />
muzische vorming. De cultuurcel van het Departement Onderwijs CANON helpt leerkrachten en<br />
leerlingen om die eindtermen te realiseren. Bijvoorbeeld door informatie en leermiddelen te<br />
verspreiden, scholen in contact te brengen met kunstenaars, concerten en theatervoorstellingen te<br />
organiseren. Het secundair onderwijs kent naast het reguliere onderwijs nog een specifieke<br />
onderwijsvorm: het kunstsecundair onderwijs. Leerlingen die zich willen voorbereiden op hoger<br />
kunstonderwijs (muziek, architectuur, dans, beeldende kunsten) krijgen naast algemene vakken een<br />
uitgebreid aantal kunstvakken. Het deeltijds kunstonderwijs staat los van het leerplichtonderwijs. De<br />
leerlingen - dat zijn voor de grote meerderheid jongeren, maar ook volwassenen - volgen een<br />
specifieke opleiding in hun vrije tijd. In de meeste steden en gemeenten in Vlaanderen zijn er<br />
academies voor deeltijds kunstonderwijs. Het gemeentebestuur is vaak ook het schoolbestuur van de<br />
academie en zorgt voor gebouwen, infrastructuur en leermiddelen. Daarnaast is er ook een aantal<br />
academies die bestuurd worden door het Gemeenschapsonderwijs, een Vlaamse openbare instelling.<br />
De Vlaamse overheid neemt voor alle academies de lonen van de leerkrachten voor haar rekening.<br />
Het deeltijds kunstonderwijs is vrij sterk gestructureerd. Dat betekent dat de leerlingen per schooljaar<br />
een geheel van vakken volgen die passen in een welomschreven leertraject. Per schooljaar betalen de<br />
leerlingen inschrijvingsgeld (maximaal 154 euro en minimaal 30 euro).<br />
Motto deeltijds kunstonderwijs: ‘beoefenen en beleven’<br />
Het deeltijds kunstonderwijs stimuleert een bewuste cultuur- en kunstbeleving en een cultuur- en<br />
kunstbeoefening zowel bij jongeren als volwassenen. Deze onderwijsvorm met zijn emancipatorisch<br />
karakter zal zowel kwalitatief als kwantitatief op peil moeten worden gehouden. Opmerkelijk is de<br />
dubbele doelstelling van het deeltijds kunstonderwijs: kunstbeleving en kunstbeoefening. Hoewel<br />
leerlingen het deeltijds kunstonderwijs in hun vrije tijd volgen, is het een volwaardige kunstopleiding.<br />
Natuurlijk leren de leerlingen in de studierichting muziek een instrument bespelen, maar naast de<br />
instrumentles volgen ze ook nog algemene muzikale vorming en algemene muziekcultuur. Leerlingen<br />
in de toneelcursus krijgen ook repertoirestudie. In beeldende kunst staat bijvoorbeeld ook kunst-<br />
geschiedenis op het programma. De leerlingen worden gedurende het schooljaar geëvalueerd en voor<br />
een aantal vakken zijn er ook overgangs- en eindproeven.<br />
Structuur<br />
Het deeltijds kunstonderwijs heeft vier studierichtingen: beeldende kunst, woordkunst, dans en<br />
muziek. De podiumkunsten worden meestal samen georganiseerd door academies voor muziek,<br />
woord en dans. Daarnaast zijn er aparte academies voor beeldende kunst.<br />
12 BUITENSCHOOLS KUNSTONDERWIJS IN VLAANDEREN EN NEDERLAND
De volledige opleiding duurt in de studierichtingen muziek, woordkunst en dans tien jaar en in de<br />
studierichting beeldende kunst maar liefst 18 jaar. De studierichtingen zijn verdeeld in graden. De<br />
lagere graad duurt in de studierichtingen muziek en woordkunst maximaal vier leerjaren en in de<br />
studierichtingen beeldende kunst en dans zes leerjaren. De middelbare graad kan je in de studie-<br />
richtingen muziek, woordkunst en dans drie jaar volgen en in de studierichting beeldende kunst zes<br />
jaar. De hogere graad duurt in de studierichtingen muziek, woordkunst en dans drie jaar en in de<br />
studierichting beeldende kunst vier of vijf jaar. In de studierichting beeldende kunst is er ook nog een<br />
specialisatiegraad van twee jaar. In de studierichting muziek starten de leerlingen in principe in het<br />
eerste leerjaar. In de andere studierichtingen volgen leerlingen van dezelfde leeftijd samen les.<br />
Volwassenen kunnen in de studierichting beeldende kunst onmiddellijk in de hogere graad starten. De<br />
lagere graad is inhoudelijk vooral algemeen vormend. Vanaf de middelbare graad kiezen de leerlingen<br />
voor een bepaalde optie. In de hogere graad beeldende kunst kunnen ze kiezen uit meer dan<br />
vijfentwintig verschillende opties zoals schilderkunst, weefkunst, keramiek en fotografie. In de<br />
studierichting muziek zijn er meer dan vijftig instrumenten: piano, viool maar ook gamba of harp.<br />
Sinds het schooljaar 2001-2002 is het onderwijsaanbod van de verschillende studierichtingen nog<br />
uitgebreid met nieuwe opties: jazz & lichte muziek, digitale beeldende vorming, animatie, literaire<br />
creatie en dansinitiatie.<br />
Vernieuwing<br />
De opties en de vakken die een academie kan organiseren, zijn vastgelegd in een Besluit van de<br />
Vlaamse regering. Uiteraard organiseert geen enkele academie alle opleidingen. De academie kan<br />
kiezen uit de mogelijke opties en zo zelf een eigen profiel bepalen op basis van de sociaal-culturele<br />
context van stad of gemeente. Als een academie een opleiding wil organiseren die nog niet in het<br />
Besluit van de Vlaamse regering is opgenomen, kan dat met een experiment.<br />
Een experiment is een kort project (drie tot zes jaar) dat een academie de kans geeft om in te spelen<br />
op nieuwe maatschappelijke en artistieke trends. De academie krijgt extra lestijden om nieuwe<br />
lesmethoden, nieuwe lesinhouden, nieuwe media op experimentele basis toe te passen. Zo is er<br />
bijvoorbeeld een experiment volksmuziek in Gooik en in Dranouter. In een aantal academies voor<br />
beeldende kunst zijn er experimenten met digitale beeldvorming. Die experimenten worden gevolgd<br />
door de inspectie deeltijds kunstonderwijs. Als de eindevaluatie van het experiment gunstig is, wordt<br />
het ook in het Besluit van de Vlaamse regering opgenomen.<br />
Leerkrachten<br />
De leerkrachten in het deeltijds kunstonderwijs moeten over vrij uitgebreide kwalificaties beschikken.<br />
Naast een basisdiploma van hoger kunstonderwijs (hogescholenonderwijs) hebben zij ook een<br />
lerarenopleiding gevolgd. Hoewel de Vlaamse overheid de lonen van de leerkrachten bepaalt, kan het<br />
plaatselijke schoolbestuur van een academie zelf leerkrachten aanstellen. Voor pedagogische<br />
ondersteuning of nascholing kunnen leerkrachten en directeuren terecht bij de pedagogische<br />
begeleidingsdienst van het Onderwijssecretariaat van de Vereniging voor de Steden en Gemeenten<br />
van de Vlaamse Gemeenschap of het Gemeenschapsonderwijs.<br />
13 BUITENSCHOOLS KUNSTONDERWIJS IN VLAANDEREN EN NEDERLAND
Introductie binnenschoolse en buitenschoolse<br />
cultuureducatie in Nederland<br />
Door Martin Berendse (plaatsvervangend directeur kunsten, Ministerie van<br />
OCenW)<br />
Cultuur en cultuureducatie<br />
Definitie cultuur: alle uitingen en bronnen op het gebied van beeldende kunst, letteren, drama, dans<br />
muziek, audiovisuele kunst en het materiële erfgoed (zoals gebouwen, tuinen, monumenten, archie-<br />
ven en archeologische artefacten).<br />
Definitie cultuureducatie: omvat alle vormen van educatie waarbij kunst en het culturele erfgoed als<br />
doel of als middel worden ingezet.<br />
Cultuureducatie speelt zich af in de school: kunstzinnige oriëntatie en expressie in het primair<br />
onderwijs; kunstvakken in het voortgezet onderwijs; maar ook kunst en cultuur verweven met andere<br />
vakken, zoals geschiedenis en aardrijkskunde. Cultuureducatie speelt zich ook af buiten de school, in<br />
de vrije tijd: actieve en receptieve kunst- en cultuurbeoefening in centra voor de kunsten,<br />
amateurkunstverenigingen en het particulier circuit.<br />
Centra voor de kunsten<br />
Centra voor de kunsten zijn stichtingen of publieksrechtelijke organisaties die erkend zijn en<br />
gesubsidieerd worden door gemeentelijke of provinciale overheden. Zij verzorgen cursusaanbod op<br />
het gebied van muziek, dans, beeldende kunst inclusief audiovisueel, theater en literatuur.<br />
Zij leveren ook steeds diensten voor het primair en voortgezet onderwijs; bijvoorbeeld vakdocenten,<br />
kunstaanbod en scholing. Het aantal centra voor de kunsten is 242, waaronder 118 muziekscholen<br />
met 166.000 cursisten, waarvan 81% jonger dan 18 jaar; 58 creativiteitscentra met 59.000<br />
cursisten, waarvan 25% jonger dan 18 jaar; 55 gecombineerde muziek- en creativiteitscentra met<br />
159.000 cursisten, waarvan 63% jonger dan 18 jaar (oktober 2002).<br />
Daarnaast bestaat er, met name in de muziek- en danssector, een uitgebreid particulier, commercieel<br />
circuit van aanbieders (privé-docenten, particuliere scholen).<br />
Baten en lasten van de centra voor de kunsten (1999)<br />
Baten<br />
Gemeentelijke en provinciale subsidie € 143,5 miljoen 67,7%<br />
Les, cursus en overige baten € 68,4 miljoen 32,3%<br />
Kosten<br />
Personeelskosten € 156,6 miljoen 73,9%<br />
Huisvestingskosten € 22 miljoen 10,3%<br />
Overige kosten € 33,3 miljoen 15,8%<br />
Amateurkunst<br />
In Nederland beoefenen meer dan zes miljoen mensen in hun vrije tijd amateurkunst, al of niet in<br />
verenigingsverband. Met name de korenwereld, met meer dan 10.000 koren, de drum- en<br />
showbandsector, het amateurtheater en de audiovisuele sector hebben hun eigen opleidings- en<br />
(na)scholingsvoorzieningen. Maar ook in de dans hebben gymnastiekverenigingen (jazzdans),<br />
volksdansverenigingen en het particuliere circuit eigen opleidingen.<br />
14 BUITENSCHOOLS KUNSTONDERWIJS IN VLAANDEREN EN NEDERLAND
Onderwijs in Nederland van 4 tot 18 jaar<br />
? Primair onderwijs (4-12 jaar)<br />
Aantal scholen: 7.224 (openbaar en bijzonder)<br />
Aantal leerkrachten: 162.000<br />
Aantal leerlingen: 1.543.000<br />
De kunstvakken zijn bijeengebracht in het leergebied ‘kunstzinnige oriëntatie’, waaraan gemiddeld<br />
12% van de wekelijkse lesuren wordt besteed. Muziek en beeldende vakken krijgen daarbij de<br />
meeste aandacht. Het leergebied kunstzinnige oriëntatie bestaat uit de vakken muziek, beweging,<br />
tekenen en handvaardigheid, en spel en bevordering van het taalgebruik.<br />
Naast lessen door de ‘gewone’ leerkracht en (in mindere mate door een vakleerkracht) worden ook<br />
voorstellingen en tentoonstellingen in het kader van kunstzinnige oriëntatie bezocht.<br />
Circa driekwart van de scholen neemt professioneel kunstaanbod af. Bijna 80% hiervan doet dat in<br />
georganiseerde vorm (kunstenplan, menustructuur), waarbij iedere leerling minstens éénmaal per<br />
jaar in aanraking komt met kunst.<br />
? Voortgezet onderwijs (12-18 jaar)<br />
Aantal scholen: 635<br />
Aantal leerlingen: 769.600<br />
Aantal kunstvakdocenten: 5.300<br />
− basisvorming (12-14 jaar): 332.300 leerlingen<br />
− voorbereidend middelbaar beroepsonderwijs (vmbo), derde en vierde leerjaar: 180.600 leerlingen<br />
− tweede fase (vierde, vijfde en zesde leerjaar) hoger algemeen voortgezet onderwijs (havo) en<br />
voorbereidend wetenschappelijk onderwijs (vwo) (15 tot 18 jaar): 256.700 leerlingen<br />
De kunstvakken in vmbo, havo en vwo (basisvorming en tweede fase) zijn beeldende vorming,<br />
audiovisuele vormgeving, drama, dans en muziek. Beeldende vorming en muziek worden het meest<br />
aangeboden. De kunstvakken worden verzorgd door kunstvakdocenten. Naast de kunstvakken is er<br />
voor vmbo, havo en vwo het vak Culturele en Kunstzinnige Vorming (CKV), dat expliciet<br />
cultuurdeelname als doel (en eis) heeft.<br />
In het schooljaar 2000-2001 ontvingen 200.000 leerlingen in het voortgezet onderwijs vouchers<br />
(cultuurbonnen ter waarde van 22,70 euro) om kunst en cultuuruitingen te bezoeken.<br />
? Beroeps- en volwasseneneducatie<br />
Er zijn in Nederland in de sector beroeps- en volwasseneneducatie (BVE) 46 Regionale Opleidings<br />
Centra (ROC’s) met 400.000 deelnemers. De ROC’s bieden basiseducatie, volwassenenonderwijs en<br />
middelbaar beroepsonderwijs. Sinds 2000-2001 stimuleert het ministerie van OCenW ook in deze<br />
sector cultuureducatie door middel van een zogenoemde Regeling. Alle (bekostigde) BVE-instellingen<br />
kunnen een aanvraag voor aanvullende financiering voor cultuureducatieprojecten indienen van ten<br />
hoogste 50.000 euro. Het doel van de Regeling is om via het onderwijs deelnemers in aanraking te<br />
brengen met cultuur. Bovendien is het de bedoeling beleid en inhoud van cultuureducatie in de BVE-<br />
sector een structurele plaats te geven in het onderwijs.<br />
Cultuur en School<br />
Sinds 1994 wordt de verbondenheid tussen cultuur en onderwijs weer aangescherpt in het<br />
beleidstraject Cultuur en School. In dit traject wordt het draagvlak van cultuur versterkt en worden<br />
stimulerende maatregelen genomen om scholen en culturele instellingen nader tot elkaar te brengen.<br />
15 BUITENSCHOOLS KUNSTONDERWIJS IN VLAANDEREN EN NEDERLAND
Cultuur en School richt zich op onderwijsinhoud, onderwijsklimaat en op de oriëntatie op de<br />
omgeving.<br />
De rijksoverheid wil dat provincies en gemeenten in dit beleid participeren en heeft daartoe met hen<br />
bestuursconvenanten afgesloten. In de 12 provincies en in 30 gemeenten ondersteunen<br />
contactpersonen van het project Cultuur en School de uitvoering van overheidsbeleid op het gebied<br />
van cultuureducatie.<br />
Financiering en ondersteuning cultuureducatie<br />
Het onderwijs heeft een wettelijk kader (bijvoorbeeld eindtermen en kerndoelen per vak) en wordt<br />
door de rijksoverheid gefinancierd. De culturele instellingen, inclusief de centra voor de kunsten,<br />
worden gefinancierd door de landelijke, provinciale en/of gemeentelijke overheid. Andere bronnen<br />
van financiering voor deze instellingen zijn fondsen, sponsoring en eigen inkomsten.<br />
Er bestaan in provincies en in een aantal gemeenten instellingen voor ondersteuning van de<br />
cultuureducatie in het onderwijs. Er zijn zowel instellingen met uitsluitend werkzaamheden voor het<br />
onderwijs (provinciaal en/of gemeentelijk) als centra voor de kunsten die diensten aan het onderwijs<br />
leveren. Deze instellingen ontwikkelen projecten en voeren deze uit, stellen leermiddelen samen,<br />
geven bij- en nascholing aan leerkrachten en bemiddelen in kunstaanbod.<br />
Er zijn bovendien provinciale ondersteuningsinstellingen voor erfgoededucatie. Ook archieven en<br />
andere erfgoedinstellingen verzorgen erfgoededucatie. Veelal worden hierbij ook archieven en andere<br />
erfgoedinstellingen betrokken.<br />
16 BUITENSCHOOLS KUNSTONDERWIJS IN VLAANDEREN EN NEDERLAND
Symposium Bergen op Zoom 27 november 2002<br />
Vak- en beleidsinhoudelijke verdieping bij traditie en innovatie<br />
Stond het symposium in Sint-Niklaas vooral in het teken van de vergelijking van de Vlaamse en<br />
Nederlandse systemen, in Bergen op Zoom draaide het om de vak- en beleidsinhoudelijke verdieping.<br />
Het thema is traditie en innovatie, toegespitst op ontwikkelingen in het onderwijskundige aanbod en<br />
het bereiken van doelgroepen.<br />
Zowel Vlaanderen als Nederland kunnen bogen op een lange traditie van kunstonderwijs. De struc-<br />
turen tussen beide landen mogen verschillen, maar aan beide zijden van de grens is er sprake van<br />
een goed gespreid stelsel voor (buitenschools) kunstonderwijs in de meer ‘klassieke’ kunstdisciplines<br />
als muziek, beeldende kunst, theater en dans, als ook – in toenemende mate – in nieuwe disciplines,<br />
zoals digitale kunst en audiovisuele media. Het aantal disciplines breidt zich uit en tegelijk vernieuwen<br />
de onderwijskundige methoden zich. De opleidingen zien zich geplaatst voor de vraag of de beproefde<br />
methoden uit het verleden de huidige deelnemers nog wel voldoende aanspreken. Een dilemma<br />
daarbij kan zijn dat de beoefening van kunstdisciplines nog steeds een gedegen beheersing van<br />
techniek en vakmanschap vergt.<br />
De bedoeling van het tweede symposium is sprekers en deelnemers uit te dagen tot vakinhoudelijke<br />
verdieping. Dit gebeurt door hen te laten reflecteren op het vraagstuk van de keuze voor traditionele<br />
en/of innovatieve methoden van kunstonderwijs in zowel het aanbod van het deeltijds kunstonderwijs<br />
in Vlaanderen als het aanbod van de centra voor de kunsten in Nederland. Welke ‘oude’ methoden in<br />
het buitenschoolse kunstonderwijs hebben nog niets aan waarde verloren en waarom is dat zo? Welke<br />
‘nieuwe’ vormen van buitenschools kunstonderwijs dienen zich aan? De volgende vraag is hoe de<br />
methoden zich verhouden tot het bereiken van doelgroepen. Vragen jongeren bijvoorbeeld om andere<br />
methoden kunstonderwijs? Hoe speelt het kunstonderwijs in op de veranderende samenstelling van<br />
de bevolking? En als laatste vraag: welke nieuwe relaties kan het buitenschoolse kunstonderwijs<br />
aangaan met het onderwijs en met de wereld van de professionele kunsten? De dag beoogt<br />
antwoorden te geven op deze vragen aan de hand van i<strong>nl</strong>eidingen en presentaties en het bevorderen<br />
van contacten tussen Vlaamse en Nederlandse instellingen.<br />
Programma<br />
9.30 uur Ontvangst met koffie/thee in de Markiezenhof<br />
10.00 uur Opening door dagvoorzitter Jan Wagemakers (Tweede Fase Adviespunt)<br />
10.10 uur I<strong>nl</strong>eidingen over traditie en vernieuwing in de cultuureducatie door<br />
11.10 uur Koffie<br />
Jurgen Wayenberg (directeur Academie voor Muziek en Woord in Hemiksem)<br />
en Peter Maissan (directeur Kunstweb, Amsterdam)<br />
11.30 uur Presentaties door Jo de Blieck (directeur Academie Beeldende Kunsten,<br />
Anderlecht) en Hildegard Draayer (artistiek leider jongerentheatergroep<br />
Dox in Utrecht)<br />
12.30 uur Lunch met de mogelijkheid tot een rondleiding door de Markiezenhof<br />
17 BUITENSCHOOLS KUNSTONDERWIJS IN VLAANDEREN EN NEDERLAND
14.00 uur Werkgroep 1: traditie en vernieuwing in de dienstverlening aan het<br />
basisonderwijs.<br />
15.30 uur Theepauze<br />
Voorzitter Jan Wagemakers; i<strong>nl</strong>eiders Jan Stoel (project<br />
Kunstenaars in de Klas in Tilburg) en Jurgen Wayenberg<br />
Werkgroep 2: traditie en vernieuwing in het (buitenschoolse) muziekonderwijs<br />
Voorzitter Dirk Rombaut (inspecteur Muziek); i<strong>nl</strong>eiders Leo Pustjens<br />
(Muziekschool Sittard) en Piet Nijsten (Muziekacademie Maasmechelen)<br />
Werkgroep 3: traditie en vernieuwing bij het bereiken van doelgroepen<br />
Voorzitter Oeds Westerhof (voorzitter De Kunstconnectie, branchevereniging<br />
voor cultuureducatie en cultuurparticipatie); i<strong>nl</strong>eiders Alice Erens (Kunstweb<br />
Amsterdam) en Herman de Vleeschhouwer (directeur Stedelijke Academie<br />
voor Muziek-Woord-Dans Sint Niklaas)<br />
15.45 uur Rapportage uit de werkgroepen door de voorzitters<br />
Toespraken van Freddy Mariën (directeur en raadgever DKO kabinet Minister<br />
Vanderpoorten) en Jan Jaap Knol (directie Kunsten, ministerie van Onderwijs,<br />
Cultuur en Wetenschappen)<br />
16.15 uur Afsluiting door Jan Wagemakers<br />
18 BUITENSCHOOLS KUNSTONDERWIJS IN VLAANDEREN EN NEDERLAND
Cultuuronderwijs tussen traditie en vernieuwing<br />
Door Jan Wagemakers<br />
‘In Nederland maakt op dit moment een boek van de bioloog Midas Dekkers furore. Met de titel De<br />
Larf schrijft hij over metamorfoses in het dierenrijk, maar ook over kinderen en hun metamorfose. Ik<br />
citeer: ‘Niets loopt zo uit de pas als school en kind. Een mens na zijn tiende biologie of vreemde talen<br />
leren is een vorm van kindermishandeling. Wat er met de paplepel in had gekund, moet er nu met de<br />
kolenschop doorgeramd. Als er een leeftijd is waarop de mens totaal niet in taal is geïnteresseerd, is<br />
het wel de schoolleeftijd. Oude zeikerds, die vitten met hun ingezonden brieven op spel- en<br />
stijlfouten, jonge zeikerds hebben wel iets beters te doen. Om over literatuuronderwijs maar te<br />
zwijgen. De ideale leeftijd om kinderen liefde voor de literatuur bij te brengen is vijfendertig, veertig.<br />
Maar dan zijn ze allang van school af. Een kwart van je leven op school doorbrengen vindt een<br />
normaal mens zat. Dat werpt een schril licht op hen die langer blijven. Op onderwijzers. Soms vraag<br />
je je af wat dat voor mensen zijn die vanuit hun verre ministerie het schoolcurriculum voorschrijven.<br />
Welke stof geleerd moet worden, daar is over nagedacht. Maar wat ze vergeten, is het wanneer. Je<br />
zou kinderen leerstof moeten aanbieden wanneer ze daar behoefte aan hebben - geen literatuurles<br />
als je twaalf bent, maar muziek - en voor veel vakken begint de school pas als de behoefte is<br />
verdwenen…’<br />
Tussen traditie en vernieuwing beweegt zich het onderwijs en dus ook het cultuuronderwijs. Door<br />
rekening te houden met verschillen tussen mensen zal juist de cultuureducatie een brug slaan tussen<br />
traditie en vernieuwing.<br />
Maar om met Willem Elsschot te spreken: ‘Tussen droom en daad staan wetten in de weg en<br />
praktische bezwaren en weemoedigheid die niemand kan verklaren.’ Boeiend om daar aan te werken<br />
en te luisteren wat we van elkaar kunnen leren aan twee kanten van in veel opzichten een toevallige<br />
grens. Tussen Nederlanders en Belgen leiden contacten snel tot misverstanden, verwijten en<br />
verwijdering. We gebruiken vaak dezelfde woorden, maar bedoelen toch andere dingen. Het gaat pas<br />
goed als men beseft dat men anders is geprogrammeerd en men de verschillen ook kan benoemen.<br />
Je wordt dan vanzelf minder vreemde buren. Graag wens ik u die praktische wijsheid toe die u boven<br />
de wet stelt en toch rekening laat houden met de verkenningen vanuit uw landen en mogelijkheden.<br />
En vergeet het kind niet.’<br />
19 BUITENSCHOOLS KUNSTONDERWIJS IN VLAANDEREN EN NEDERLAND
Snelle veranderingen in Vlaams kunstonderwijs<br />
Door Jurgen Wayenberg<br />
‘In een tijdspanne van dertig minuten een i<strong>nl</strong>eiding houden over de traditie en vernieuwing in het<br />
deeltijds kunstonderwijs is eige<strong>nl</strong>ijk onbegonnen werk. In deze korte lezing zal ik mij dan ook<br />
beperken tot de grote lijnen.<br />
De structuur van het deeltijds kunstonderwijs is gebaseerd op een eeuwe<strong>nl</strong>ange traditie ontstaan<br />
vanuit de gilden. De gilden verdwenen na de Franse revolutie en een twintigtal jaren later ontstond<br />
de structuur van de conservatoria. Deze structuur bleef vanaf 1830 tot 1990 nagenoeg onverander-<br />
lijk. Sinds 1990 kreeg het deeltijds kunstonderwijs een nieuwe structuur. Een structuur die enerzijds<br />
een aantal voordelen met zich meebracht, maar anderzijds ook zorgde voor een strenge wetgeving<br />
met weinig ruimte voor initiatief en differentiatie.<br />
De structuur van het deeltijds kunstonderwijs bestaat uit drie graden: de lagere graad (vier<br />
leerjaren), de middelbare graad (drie leerjaren) en de hogere graad (drie leerjaren). De leerling is<br />
verplicht om een optie te kiezen. Een optie bestaat uit een pakket vakken. Onze leerlingen in<br />
Vlaanderen hebben een groot aantal wekelijkse contacturen in vergelijking met Nederland. De<br />
leerlingen in de lagere graad muziek zijn bijvoorbeeld 3,5 uur per week aanwezig. Ze krijgen dan<br />
twee uren algemene muzikale vorming, dertig minuten samenzang en één uur instrumentles. Omdat<br />
onze structuur gebaseerd is op onderwijs en niet op cultuur kennen we in de academies een volledig<br />
uitgebouwd en gereglementeerd evaluatiesysteem.<br />
De leerlingen moeten jaarlijks voor de meeste vakken eindproeven afleggen en krijgen bovendien aan<br />
het eind van elke graad een reeks eindproeven. *<br />
Grosso modo kent het deeltijds kunstonderwijs drie soorten lessen met elk hun eigen methodiek. De<br />
eerste groep zijn de groepslessen waarbij de leerlingen in groepen van maximaal 35 leerlingen een<br />
opleiding genieten. De algemene muzikale vorming is zo’n groepsles. Naast deze groepslessen<br />
hebben we de klassen samenspel en instrumentaal ensemble. Variërend van kleine bezettingen van<br />
vijf leerlingen tot reusachtige orkesten krijgen onze leerlingen wekelijks een uur samen musiceren.<br />
Tot slot hebben we als derde methodiek de groepsgerichte individuele lessen. De leerlingen krijgen<br />
hierbij in groepjes van maximaal vier leerlingen een wekelijkse les. Onze structuur vormt een<br />
uitstekende basis om op een vernieuwende en verfrissende wijze het deeltijds kunstonderwijs verder<br />
te laten evolueren. Ik wil hierbij de rol van VerDi, de Vereniging van Directeuren uit het Deeltijds<br />
Kunstonderwijs die er in slaagde om negentig procent van de sector te vertegenwoordigen en een<br />
eigen zelfevaluatie te realiseren, benadrukken. De vernieuwingen hebben een sterke impuls gekregen<br />
door de laatste decreten en omzendbrieven. Sinds 1990 kenden we een structuur met weinig<br />
mogelijkheden tot het leggen van eigen accenten. De academies hebben tot vorig schooljaar moeten<br />
wachten voor men naast het klassieke genre andere genres kon aanbieden. Uiteraard liepen reeds<br />
enkele jaren experimenten. Onze leerlingen kunnen nu een opleiding volgen vanaf de middelbare<br />
graad voor jazz, lichte muziek, volksmuziek enzovoort. Ook op het vlak van methodiek is een aantal<br />
vernieuwingen merkbaar. Een hot item is momenteel het vernieuwen van de cursussen algemene<br />
muzikale vorming en algemene muziekcultuur. Zo is er een werkgroep opgericht die de bestaande<br />
initiatieven wil bundelen om een globale vernieuwende visie uit te werken. We willen proberen deze<br />
* In de studierichtingen beeldende kunst en woordkunst volgen jongeren les in leeftijdsgroepen, op het einde van het<br />
schooljaar gaan ze automatisch over naar de volgende leeftijdsgroep.<br />
20 BUITENSCHOOLS KUNSTONDERWIJS IN VLAANDEREN EN NEDERLAND
cursussen een minder abstract gehalte te geven. Een tweede uitdaging vormt de integratie van ICT in<br />
de academies. Sinds dit jaar krijgen wij als academie subsidie om de nodige ICT-middelen aan te<br />
schaffen. Daarnaast werden er ook gelden vrijgemaakt om in een samenwerkingsplatform ICT-<br />
coördinatie en ICT-middelen te verkrijgen. Een gunstige evolutie, want volgens mij moeten we het<br />
gebruik van computer, keyboard en synthesizer en nieuwe software zoals Sibelius en Cubase<br />
integreren in onze opleidingen. Niet als doel op zich maar als handig hulpmiddel. Wij mogen als<br />
academies deze boot niet missen. Ook mevrouw Annemie Dewael, afdelingshoofd van de afdeling<br />
Deeltijds Kunstonderwijs, heeft het belang en het nut van ICT-implementatie meermalen benadrukt.<br />
Naast de inhoudelijke vernieuwingen lopen momenteel in heel wat scholen experimenten rond<br />
projectonderwijs. Zo proberen wij in onze academie de liefde voor kunst- en de cultuurbeleving van<br />
de jongeren aan te wakkeren door de bestaande cursussen om te vormen tot praktijkgerichte<br />
opleidingsonderdelen. Zo wordt de groepsles in de klas vervangen door een tiental deelprojecten,<br />
bijvoorbeeld het project Orgel. Na een uitgebreide toelichting door de leerkracht gaan de leerlingen<br />
op bezoek bij een orgelbouwer, daarna wonen ze een orgelrecital bij. Daarnaast zijn er ook grotere<br />
projecten zoals De opera. Omdat het fenomeen opera voor de meeste jongeren een ver-van-mijn-<br />
bed-show is, moeten we dergelijke projecten grondig en gestructureerd uitwerken: wat niet gekend<br />
is, is ook niet geliefd. Dit jaar werken we bijvoorbeeld rond de opera De toverfluit van Mozart. Vorige<br />
maand kregen de leerlingen een boek mee waarin op een heel kindvriendelijke manier de structuur<br />
van de opera en het libretto wordt aangereikt. In de weken voorafgaand aan de uitvoering worden in<br />
de klas de muzikale thema’s beluisterd en besproken. Vervolgens zijn we met een volle bus leerlingen<br />
naar De Munt in Brussel getrokken om daar een kijkje te nemen achter de schermen van de opera.<br />
Dit is een verbluffende ervaring voor deze jongeren als zij zien wat voor gigantische organisatie<br />
schuilgaat achter de uitvoering van een opera. Daarna gingen in totaal 75 leerlingen middelbare<br />
graad de opera bekijken. Eenzelfde project richten we ook in voor onze leerlingen uit de<br />
woordafdeling. Ook daar is de reactie uitgesproken positief.<br />
De herwaardering van het samen musiceren heeft sinds 1990 gezorgd voor het ontstaan van<br />
harmonieorkesten, strijkensembles, symfonieorkesten, jazzbands, koren, kamermuziekgroepen,<br />
klarinetchoirs, flutechoirs, samenzangklassen, toneel, lyrische kunst. Deze ensembles hebben een<br />
nieuwe dynamiek in ons deeltijds kunstonderwijs op gang gebracht.<br />
De afgelopen jaren zien we steeds grotere projecten ontstaan in academies. In plaats van het<br />
klassieke leerlingenconcertje of het optreden van de leerkrachten merken we een toevloed van groot<br />
opgezette en uitgebouwde projecten: musicals, toneelvoorstellingen, cd-opnamen en samenwerkings-<br />
concerten tussen verschillende academies. Plotseling merk je dan dat leerlingen zichzelf overstijgen<br />
en tot grote prestaties in staat zijn. Ik zou zeggen: kom kijken op 22 februari 2003 op de Dag van<br />
het Deeltijds Kunstonderwijs. In de academie van Hemiksem sloten we net een groot project af.<br />
Gespreid over twee schooljaren werden liederen gecomponeerd, teksten geschreven, repetities<br />
ingelast, studio-opnamen georganiseerd, een show in elkaar gezet en tot slot twee cd’s uitgegeven.<br />
De dynamiek, sfeer en uitstraling van dergelijke projecten vallen moeilijk onder woorden te brengen.<br />
Leerlingen die in contact komen met moderne opnameapparatuur, het in elkaar steken van een<br />
voorstelling, het beluisteren van hun eigen werk. Het is trouwens de eerste keer in mijn carrière als<br />
directeur dat leerlingen en ouders spontaan een gedicht met dank aan de deur van het secretariaat<br />
ophingen!<br />
Geachte Vlaamse beleidsmakers, ik wil dan ook een warm pleidooi houden om de vakken samenspel<br />
en ensemble absoluut in ons pakket te behouden. In het kader van de beeldvorming van het deeltijds<br />
21 BUITENSCHOOLS KUNSTONDERWIJS IN VLAANDEREN EN NEDERLAND
kunstonderwijs en de inplanting in het plaatselijk cultureel leven kunnen we geen grotere blunder<br />
begaan dan het nut van deze ensembles in twijfel te trekken.<br />
Op het vlak van vernieuwing denk ik dat inplanting in het plaatselijk cultureel leven van groot belang<br />
is voor elke academie. Omdat negentig procent van de academies in Vlaanderen behoort tot het<br />
gemeentelijk onderwijs zijn hier grote uitdagingen te vinden. Door de jaren heen hebben we in onze<br />
academie een zeer verfijnd samenwerkingsverband uitgebouwd met de zeven plaatselijke basis-<br />
scholen.<br />
Ik zet alles even op een rijtje. Via het experiment Muzische vorming brengen we de leerkrachten uit<br />
de basisscholen naar de academie om, begeleid door professionele musici en woordkunstenaars (in<br />
sommige academies ook met dansers en beeldende kunstenaars), de eindtermen muzische vorming<br />
in de basisscholen te realiseren. Concreet leren de leerkrachten uit het basisonderwijs hoe ze op een<br />
artistieke en creatieve manier kunnen omgaan met muziek, woord, beweging en beeld.<br />
Naast het experiment Muzische vorming kregen we budgetten vanuit het gelijke-kansenbeleid om een<br />
tijdelijk project Kunstinitiatie te organiseren. Kansarmen willen we de weg naar de academie tonen<br />
door rechtstreekse samenwerking tussen de leerkrachten van de academie en de basisscholen. Onze<br />
leerkrachten werken in de basisscholen actief samen met klassen van de basisschool. De samen-<br />
werking met de basisscholen werd nog verder ingevuld door het organiseren van drie cultuurdagen<br />
(één in elke gemeente waar mijn academie aanwezig is). Basisschool en academie werken in<br />
navolging van de klassieke sportdag een cultuurdag uit waarbij elke leerling uit de basisschool in de<br />
academie een aantal workshops kon volgen. Wij organiseren dit reeds meerdere jaren en de respons<br />
vanuit leerlingen, gemeentebesturen en basisscholen is enorm positief.<br />
Tot slot bieden we in een samenwerkingsverband met de basisscholen onze knowhow. Concreet<br />
organiseren we elk jaar een aantal vergaderingen tussen de academie en de basisscholen om een<br />
gemeenschappelijke concertprogramma op touw te zetten. Zo organiseren wij dit jaar in samen-<br />
werking met de basisscholen en Jeugd en Muziek niet minder dan 27 concerten voor 4500 leerlingen.<br />
Al deze leerlingen komen naar onze academie wat uiteraard drempelverlagend werkt. Persoo<strong>nl</strong>ijk ben<br />
ik ervan overtuigd dat verregaande samenwerking tussen basisschool en academie een win-win-<br />
situatie oplevert. Wat mij betreft mag deze samenwerking op termijn nog verder worden uitgebouwd.<br />
Als je deze projecten samenvoegt, merk je dat de cirkel rond is: leerkrachten uit de basisschool<br />
komen naar de academie om muzisch te leren werken met hun leerlingen. De leerkrachten uit de<br />
academie gaan naar de basisschool om hier hun kennis in te zetten. De leerlingen uit de basisschool<br />
beleven kunst door het organiseren van kunst; anderzijds komt de kunstenaar rechtstreeks in de klas<br />
om de leerkracht professionele ondersteuning en feedback te geven.<br />
Door de nauwe samenwerkingsverbanden met onder meer de basisscholen krijgt de academie meer<br />
en meer een spilfunctie in het plaatselijke culturele leven. Dit is trouwens één van de doelstellingen<br />
op mesoniveau van het deeltijds kunstonderwijs. In Hemiksem hebben we dit pad verder bewandeld<br />
en dit resulteert in samenwerkingsverbanden op allerlei andere vlakken. Wegens tijdsgebrek beperk<br />
ik mij tot een korte opsomming. Veel leerkrachten uit de academie zijn actief als professioneel<br />
kunstenaar in één of ander ensemble. De cultuurraden en de cultuurbeleidcoördinator reserveren in<br />
hun concertuitwerking een aantal concerten met leerkrachten uit de academie. Een win-win-situatie,<br />
want de leerkracht brengt uiteraard zijn leerlingen naar de concerten. De leerlingen brengen hun<br />
ouders mee en de belangstelling voor de concertreeksen groeit. In Hemiksem worden tot vijftig<br />
procent van de concerten van de cultuurraden door leerkrachten uit de academie verzorgd. Door<br />
samen te werken met de plaatselijke harmonieorkesten ontstaat opnieuw een win-win-situatie. Zo<br />
organiseerden wij een drietal jaar terug een driedaagse rond de promotie van het mooiste instrument<br />
ter wereld: de klarinet. Dit jaar organiseren we samen met de orkesten een koperproject.<br />
22 BUITENSCHOOLS KUNSTONDERWIJS IN VLAANDEREN EN NEDERLAND
De samenwerking tussen Jeugd en Muziek, het gemeentebestuur en de plaatselijke kunstenaars<br />
wordt gerealiseerd door de organisatie van de reeds vermelde cultuurdagen, maar daarnaast ook via<br />
workshops, vernissages en dergelijke kleine projecten.<br />
Er ontstaat momenteel een gezonde samenwerking tussen academies onderling: collega’s helpen<br />
elkaar bij het lenen van instrumenten, waarvan er bijvoorbeeld in de ene academie te weinig zijn en<br />
die bij een andere academie op voorraad zijn, academies zitten samen in een samenwerkingsplatform<br />
rond ICT, organisatie van navorming en dergelijke. Ook hierin kunnen we nog verder samenwerken.<br />
Het is immers niet de bedoeling dat elke academie alles aanbiedt, maar dat elke academie zich<br />
profileert in een bepaalde richting. Al deze vernieuwingen zorgen er uiteraard voor dat nieuwe<br />
doelgroepen worden aangesproken: het project Kunstinitiatie richt zich rechtstreeks tot kansarmen<br />
en/of allochtonen, het project Muzische vorming richt zich tot leerkrachten uit de basisscholen.<br />
Daarnaast lopen er experimenten rond het werken met gehandicapten. In Boom loopt een project<br />
rond muziekbeleving van kinderen met het syndroom van Down en in Sint-Niklaas is een<br />
gehandicaptenkoor opgericht.<br />
Wat betreft de doelgroep volwassenen is enige nuancering noodzakelijk. ‘De’ volwassene bestaat niet.<br />
Momenteel biedt het deeltijds kunstonderwijs alleen een opleiding aan voor starters, die dan een<br />
curriculum van negen jaar kunnen doorlopen. Maar wat met de volwassenen die met een specifieke<br />
doelstelling willen instromen? Bijvoorbeeld zij die al jaren zingen in een koor of spelen in een harmo-<br />
nieorkest en alleen een coach nodig hebben om hen enige bijsturing te geven. Wat met de<br />
afgestudeerde leerling die in een groep wil blijven spelen? Wat met de melomaan die geïnteresseerd<br />
is in specifieke vorming rond een bepaalde stijl, genre of componist? We zitten hier op het overlap-<br />
pend gedeelte tussen cultuur en onderwijs. Ik denk dat naast de klassieke opleiding gedacht moet<br />
worden aan de opzet van modules.<br />
Het gaat bijzonder goed met het Vlaams deeltijds kunstonderwijs. Dankzij overleg tussen kabinet,<br />
departement, koepel en VerDi is een aantal pijnpunten in ons onderwijssysteem opgelost en is de<br />
nodige ruimte gecreëerd om te experimenteren, te differentiëren en een eigen schoolcultuur uit te<br />
bouwen. In onderling overleg tussen onze sector en de overheid hebben we gekozen voor een<br />
stapsgewijze vernieuwing. We wilden niet het kind met het badwater weggooien, maar op een<br />
kritische manier verder bouwen vanuit de traditie. Ik denk persoo<strong>nl</strong>ijk dat we nog maar aan het begin<br />
van een grote evolutie staan. Geef ons de tijd en de financiële middelen om de nieuwe wind die door<br />
het deeltijds kunstonderwijs waait verder uit te werken.<br />
Van één ding ben ik zeker: binnen vijf jaar is ons kunstonderwijs niet meer te herkennen. Tot voor<br />
een paar jaar was de opleiding aan bijvoorbeeld de academie in Knokke identiek aan de opleiding in<br />
de academie van Voeren, aan het andere uiterste van Vlaanderen. Nu verandert dit allemaal heel erg<br />
snel: zo zal in mijn academie de cursus begeleidingspraktijk gebaseerd zijn op verregaand gebruik<br />
van ICT, terwijl een collega op een klassieke manier verder gaat en zich bijvoorbeeld specialiseert in<br />
oude muziek. Automatisch worden nieuwe doelgroepen aangesproken en zullen nieuwe initiatieven<br />
blijven ontstaan. Er moet verder gezocht worden naar pedagogische en didactische vernieuwing. De<br />
aangehaalde tendensen staan garant voor boeiend onderwijs. Onze directies zijn er klaar voor, ik<br />
denk dat ook het departement en het kabinet er klaar voor zijn. Een kanttekening: koken kost geld.<br />
Ons deeltijds kunstonderwijs zal uiteraard in zijn creativiteit geremd worden door een gebrek aan<br />
voldoende middelen om al deze doelstellingen te realiseren. Een verhoging van het rendement<br />
moeten we ook tot onze doelstellingen durven rekenen en de waardering van onze leerlingen van<br />
aanbod en visie zal steeds belangrijker worden. Ons deeltijds kunstonderwijs moet zich blijven<br />
aanpassen aan nieuwe sociale en culturele verschijnselen, op een rustige en georganiseerde manier<br />
zonder onmiddellijk op elke nieuwe trend in te spelen.<br />
23 BUITENSCHOOLS KUNSTONDERWIJS IN VLAANDEREN EN NEDERLAND
Tot slot nog dit: vanuit de jaarlijkse internationale contacten tussen directies uit Nederland, België,<br />
Duitsland en Luxemburg hebben we reeds veel knowhow met elkaar kunnen uitwisselen. Ik kan u met<br />
de hand op het hart melden dat onze Nederlandse collega’s vorig schooljaar op bezoek in Vlaanderen<br />
met het kwijl op de lippen zaten tijdens de bezoeken aan onze academies, hun organisatie en<br />
structuur.<br />
Tegelijkertijd werd vanuit Vlaanderen gekeken naar de creativiteit en doelgerichtheid waarmee onze<br />
Nederlandse collega’s hun organisatie uitbouwen. Ik denk dat we nog heel wat van elkaar kunnen<br />
leren. Maar we moeten vooral vermijden dezelfde fouten te maken.’<br />
Meer informatie op de website van VerDi: http://www.dagvanhetdko.be/<br />
24 BUITENSCHOOLS KUNSTONDERWIJS IN VLAANDEREN EN NEDERLAND
Elke jongere een culturele loopbaan<br />
Door Peter Maissan<br />
‘Denkt u zich eens de volgende situatie in: twee ouders spelen samen piano. Moeder speelt vooral<br />
‘knap’: precies en technisch begaafd, vader speelt ‘geraakt’. Zo’n achtergrond biedt kinderen de<br />
perfecte basis voor interesse in kunst en cultuur. Kunstweb wil jongeren die dit niet van thuis<br />
meekrijgen ook in aanraking brengen met kunst en cultuur. Het is een uitdaging om beleid te<br />
ontwikkelen dat gericht is op deze pluriform samengestelde doelgroep. Mijn persoo<strong>nl</strong>ijke missie is:<br />
het innoveren van de werkwijze en organisatie om de deelname van een brede groep jongeren aan<br />
kunst en cultuur te bevorderen.<br />
Als eerste moet je de doelgroep leren kennen. Ik denk daarbij vaak aan een uitspraak van Tom<br />
Oosterhuis van Chatrats: ‘Als ik vmbo-scholen inga, gaat het mij om ‘kennen’. Je leert jezelf kennen<br />
en de groep kennen en her-kennen. Daarna kun je kennis-maken met elkaar.’<br />
Ik las in de Volkskrant van 21 november een stukje over een goede jazzband: ‘De overeenkomst<br />
tussen al die lichtingen bestaat voor een groot deel uit welopgevoede jongens uit gegoede families,<br />
de zogenaamde Amsterdam-Zuid kinderen. De enige manier waarop je er als kind mee in aanraking<br />
kunt komen is doordat je ouders op een of andere manier cultureel geïnteresseerd zijn. Helaas is dat<br />
toch meestal de hogere klasse. Opvallend veel jazzmusici zijn kinderen van wetenschappers…’ Het<br />
vocabulaire moet dus thuis al aanwezig zijn. De traditionele kunsteducatie staat of valt bij de sociaal-<br />
culturele omgeving thuis. Veel jongeren in Amsterdam ontberen deze steun. Wij hebben als Kunstweb<br />
de opdracht deze doelgroep te bereiken.<br />
Wij proberen bij de kunstontwikkeling aan te sluiten bij de voorstelling van het kind. Kinderen weten<br />
vaak al heel veel. Je moet je als leerkracht realiseren dat kinderen al een belevingswereld hebben en<br />
daarbij aansluiten. Dat geldt natuurlijk ook voor de benadering van allochtone jongeren met andere<br />
culturele roots dan de Nederlandse.<br />
Voordat we zover zijn, moeten we nog flink wat obstakels nemen. Zo gaan kunstvakopleidingen nog<br />
vaak uit van het model gezel - meester. En van onder - wijs.<br />
Degene die wijs is, onder-wijst. Leerlingen moeten zich gedragen volgens de normen van de docent<br />
en anders krijgen ze een laag cijfer of worden ze afgekraakt. Kenmerkend voor deze generatie<br />
jongeren is dat ze zappen en zoveel mogelijk uitproberen. Het onderwijssysteem van de kunstvak-<br />
opleiding sluit daar niet bij aan. Het onderwijs is daar nog steeds gericht op de overdracht van het<br />
ambacht in de stijl van de meester. Maar je ziet ook nieuwe ontwikkelingen, zoals bij de Rock<br />
Academy in Tilburg, waar een gevecht plaatsvindt tegen de gevestigde orde. Hier is een onderwijs-<br />
systeem geïntroduceerd dat uitgaat van de talenten en de belangstelling van de student en waarbij<br />
de student zijn eigen leerweg ontwikkelt.<br />
Een ander knelpunt voor vernieuwing is de gebrekkige opleidingskansen voor nieuwe docenten. We<br />
moeten zoeken naar mogelijkheden om allochtone jonge talenten kunstopleidingen te laten volgen.<br />
We hebben namelijk mensen nodig die de taal spreken van de nieuwe doelgroepen. Er moeten<br />
daarom bijvoorbeeld meer kunstopleidingen op mbo-niveau worden opgezet.<br />
25 BUITENSCHOOLS KUNSTONDERWIJS IN VLAANDEREN EN NEDERLAND
Verder zijn interactief onderwijs en nieuwe onderwijsvormen als probleemgestuurd onderwijs niet of<br />
nauwelijks geïntroduceerd in de kunsteducatie. Terwijl deze vormen juist perfect aansluiten bij per-<br />
manent leren, permanent informatie tot je nemen en permanent je weg zoeken en vinden in nieuwe<br />
informatie. Verder speelt de organisatie van de kunstinstellingen een rol. Introductie van integraal<br />
management is nodig om cultureel ondernemerschap te stimuleren. Als je goed om je heen kijkt in<br />
onze sector zie je dat de gemiddelde leeftijd ongeveer vijftig jaar is. Ik ben zelf ook 52 jaar. In het<br />
algemeen is het zo dat de directeur bepaalt wat er gebeurt en de coördinator dit mag uitvoeren.<br />
Kunsteducatie-instellingen worden traditioneel top-down geleid door 45-plussers. Er worden weinig<br />
kansen geboden aan jonge docenten die iets willen en kunnen. Alleen inhoudelijke<br />
verantwoordelijkheden worden gedelegeerd aan docenten. De leiding trekt aan de touwtjes en<br />
innovatie is afhankelijk van top. Je moet echter het lef hebben om jonge mensen op belangrijke<br />
plekken neer te zetten. Dit is een belangrijke voorwaarde voor innovatie.<br />
Management<br />
Instellingen en relaties Cursussen en activiteiten Bedrijfsbureau<br />
Wat houden deze verschillende organisatie-onderdelen in?<br />
− Instellingen en relaties richt zich op het onderhouden van relaties met onderwijs,<br />
welzijnsinstellingen, culturele instellingen in de wijken.<br />
− Cursussen en activiteiten richt zich vooral op de vrijetijdsmarkt. Binnen de afdelingen zijn er<br />
autonome productgroepen die elk hun eigen targets hebben ten aanzien van onder andere<br />
innovatie en het bereik van nieuwe doelgroepen.<br />
− Verder moet er een goed bedrijfsbureau worden opgezet dat adequate managementinformatie<br />
geeft om te kunnen sturen, plannen en toetsen. Deze informatie omvat onder andere het bereik,<br />
tevredenheid, budget, personele inzet.<br />
Bij integraal management heeft het management de volgende taken:<br />
− Kaders stellen en kaders invullen. Als je uitgaat van integraal management geef je als<br />
management alleen de kaders aan en geef je je mensen verder veel vrijheid. Je moet mensen de<br />
kans geven om binnen een veilige situatie hun eigen ideeën te realiseren. Je moet veel energie<br />
steken in het formuleren en opstellen van duidelijke en eenduidige kaders en doelstellingen. Deze<br />
doelstellingen moeten aan de volgende eisen voldoen: simpel, meetbaar, aanvaardbaar,<br />
realiseerbaar en tijdgebonden (smart).<br />
− Condities scheppen en vooruitzien. Je moet vooraf nadenken over potentiële kansen en<br />
bedreigingen en hoe daarop te anticiperen.<br />
− Delegeren: zo min mogelijk tusse<strong>nl</strong>agen om nodeloze overlegcircuits, verstoppingen en kansen<br />
op miscommunicatie te minimaliseren. Dit vraagt om delegatie van bevoegdheden zo laag<br />
mogelijk in de organisatie, tot op de werkplek van docenten en consulenten en ondersteunende<br />
medewerkers.<br />
− Onzekerheden accepteren. De focus is gericht op het stellen van kaders en niet op regels. Vanuit<br />
deze duidelijkheid kunnen leidinggevenden hun verantwoordelijkheid nemen in het sturen op<br />
goede condities wat betreft de inhoud, mensen en middelen en het periodiek evalueren van de<br />
resultaten.<br />
26 BUITENSCHOOLS KUNSTONDERWIJS IN VLAANDEREN EN NEDERLAND
Voorwaarden voor succes zijn daarbij:<br />
− Inzicht in jezelf en anderen De integraal werkende manager is gericht op het samenbrengen van<br />
functies, mensen en ideeën. Hij is georiënteerd op werkelijke synergie in plaats van op de som<br />
der delen. De integrale manager selecteert zijn team op complementariteit in eigenschappen,<br />
kennis en kunde en stuurt expliciet op de sterke eigenschappen van zijn mensen.<br />
− Communiceren in plaats van informeren. Communicatie neemt de plaats in van verantwoording<br />
afleggen en informatie overdragen. Niet in de klassieke top-down zin van aansturen/instrueren en<br />
periodieke terugkoppeling. Wel in het signaleren van en anticiperen op mogelijke kansen en<br />
bedreigingen in het uitvoeringsproces en duidelijkheid over de wederzijdse verantwoordelijk-<br />
heden.<br />
− Veranderingen accepteren als regel. Verandering is regel, geen uitzondering. Instellingen moeten<br />
minder kijken naar kortetermijnoplossingen en meer periodiek onderzoeken of nog steeds aan de<br />
basisvoorwaarden wordt voldaan. Niet hollen of stilstaan, maar voortdurend alert zijn, bedreigin-<br />
gen neutraliseren en kansen benutten.<br />
− Samenhang creëren. Dit vereist scenario-denken. Hierbij is het debat belangrijk. Kennis moet<br />
gedeeld worden en er moeten evaluaties plaatsvinden.<br />
In het algemeen zijn er in de kunsteducatie-instellingen te veel babyboomers die bekwaam zijn in de<br />
overdracht van de West-Europese cultuur met een leeftijd van 45+ en een diensttijd van 15 jaar.<br />
Ingrijpen in het personeelsbeleid is moeilijk, want natuurlijk leeft het idee: ‘Wij zijn vakbekwaam,<br />
beschikken over een goede opleiding en veel ervaring.’ Het is buitengewoon moeilijk om dit in<br />
beweging te krijgen. Verder zijn er weinig allochtone kunstenaars/docenten die kunnen her-kennen<br />
en kennis-maken. Er zijn te weinig mensen die de taal spreken van de nieuwe doelgroepen. Ze zijn<br />
moeilijk te vinden en wanneer je ze hebt moet je ze opleiden en met allerlei middelen aan je binden.<br />
Bovendien verhindert de CAO flexibiliseren. Maar in mijn optiek is het personeelsbestand de<br />
belangrijkste voorwaarde om op tempo te kunnen innoveren.<br />
Wat willen wij als Kunstweb? Door het smeden van allianties willen wij de mogelijkheden vergroten<br />
dat jongeren een culturele loopbaan ontwikkelen. Wij willen een ketenaanbod ontwikkelen: voor,<br />
onder en na schooltijd en van de wijk naar de stad. Zorgen voor verbindingen tussen de jongeren in<br />
de buitenwijken en de activiteiten die daar plaatsvinden en de activiteiten van de kunstinstellingen in<br />
de binnenstad. Zodat elke jongere zijn culturele loopbaan kan ontwikkelen. Wij willen dus:<br />
− een bijdrage leveren aan de begripsvorming voor leefwijze en uitingsvorm van de eigen en van<br />
andere culturen;<br />
− een bijdrage leveren aan de (ontwikkeling van) meervoudige intelligentie van jongeren;<br />
− bevorderen van participatie van kunst en cultuur door jongeren;<br />
− het versterken van de sociale samenhang in de wijken;<br />
− het bieden van opleidingsmogelijkheden voor talenten om actief deelt te kunnen nemen aan het<br />
amateur- en professionele kunstleven;<br />
− duidelijk maken dat in een netwerkorganisaties politiek, onderwijs, bedrijven, welzijnsinstellingen<br />
kunstinstelling allemaal een eigen invalshoek hebben en dat je daarbij moet proberen aan te<br />
sluiten en moet proberen te verbinden.<br />
Kunstweb richt zich daarbij op de volgende partners: scholen voor primair en voortgezet onderwijs,<br />
kunstvakopleidingen en ROC’s, peuterspeelzalen, welzijnsinstellingen, stadsdelen, culturele<br />
wijkorganisaties, woningbouwverenigingen, bedrijven, kunstinstellingen en collega-kunsteducatie-<br />
instellingen. De samenwerking met het bedrijfsleven behoeft wellicht enige toelichting. Voor<br />
27 BUITENSCHOOLS KUNSTONDERWIJS IN VLAANDEREN EN NEDERLAND
edrijven is het van belang dat er sociaal-cultureel aantrekkelijke wijken ontstaan zodat het<br />
investeringsklimaat verbetert. Zo wil ABN AMRO een deel van de winst steken in sociale cohesie.<br />
Bedrijven willen tegenwoordig ook worden afgerekend op maatschappelijke betrokkenheid.<br />
Wat zijn onze kerncompetenties? We zijn als Kunstweb niet zozeer op zoek naar vakbekwaamheid.<br />
Ons personeelsbeleid richt zich op ontwikkeling van kerncompetenties om samen te werken, cultureel<br />
te ondernemen en te innoveren.<br />
Bij samenwerken in het veld van vraag en aanbod denken we aan:<br />
− inzicht in samenwerkingsprocessen;<br />
− oog voor de positie en belangen van mogelijke samenwerkingspartners;<br />
− in- en externe commitment kunnen organiseren;<br />
− klant- en partnergericht zijn zonder jezelf te verliezen;<br />
− open communiceren;<br />
− zicht hebben op de fases van een project en de eigen rol in een project en past handelswijze<br />
daarop aan.<br />
Verder is cultureel ondernemen belangrijk. De cultureel ondernemer:<br />
− onderscheidt kansen en bedreigingen in de omgeving;<br />
− kent de sterktes en zwaktes van de organisatie/het organisatieonderdeel;<br />
− kan vragen vertalen in passend aanbod;<br />
− vertaalt sterktes, zwaktes, kansen en bedreigingen in actieplannen;<br />
− werkt resultaatgericht en stuurt op grond van evaluaties bij;<br />
− heeft durf, is initiatiefrijk en kan dealen met instellingsprocedures.<br />
Daarnaast is ook innoveren van belang. Het vernieuwen van werkwijze en product, geïnspireerd door<br />
nieuwe doelgroepen en door een veranderde omgeving. Dit vereist:<br />
− zicht op beschikbare kennis en bestaande expertise, zowel binnen als buiten de organisatie;<br />
− gericht zijn op het verwerven en doorgeven van kennis en het behouden van verworven kennis<br />
voor de netwerkorganisatie;<br />
− verworven kennis ontsluiten voor partners en collega’s.<br />
We gaan dus op zoek naar de nieuwe docent. Bijvoorbeeld door workshops te geven op scholen. Op<br />
deze manier kunnen we nieuwe talenten scouten voor onze producties. De echte talenten kunnen<br />
vervolgens docent worden bij Kunstweb. Deze nieuwe mensen kunnen we goed gebruiken, niet alleen<br />
om de eigen organisatie te vernieuwen, maar ook om weer nieuwe mensen te bereiken.’<br />
28 BUITENSCHOOLS KUNSTONDERWIJS IN VLAANDEREN EN NEDERLAND
De jongere als rolmodel voor leeftijdgenoten<br />
Door Hildegard Draaijer<br />
‘Dox is het bontgekleurde jongerentheatergezelschap uit Utrecht. Samen met professionele regisseurs<br />
en choreografen werken de spelers aan theatrale, dynamische danstheatervoorstellingen, waarin<br />
westerse en niet-westerse kunstvormen, verschillende disciplines en elitaire en populaire cultuur met<br />
elkaar geconfronteerd en verbonden worden. Met voorstellingen als Lonesome Cowboy, Floris &<br />
Blancefloer, Verborgen Labyrint en Poldergasten heeft de groep een eigen plek binnen het<br />
Nederlandse jongerentheater verworven. De voorstellingen slaan aan bij een overwegend jong en<br />
divers publiek, zonder dat het bereiken daarvan een doel op zich wordt. Dox heeft in de afgelopen<br />
jaren een eigen formule ontwikkeld om theater te maken voor en door jongeren. Professionele<br />
theatermakers en docenten spijkeren de kennis en vaardigheden van de (amateur)spelers van Dox<br />
bij. Deze broodnodige praktijklessen brengen het niveau van spelen en dansen niet alleen naar een<br />
meer dan aanvaardbaar niveau, in veel gevallen leidt deze eerste kennismaking met het theater later<br />
tot een beroepskeuze binnen de professionele theaterwereld.<br />
Voor Dox betekent dit seizoen een nieuw jaar vol met experimenten; nieuwe spelers, nieuwe<br />
producties en Doxworks: een nieuw project dat vijftien jongeren van 16 tot en met 25 jaar de kans<br />
biedt een jaar lang dagelijks theater- en dansklassen te volgen, deze kennis weer door te geven in<br />
workshops aan leeftijdsgenoten, de zogenoemde peereducation. Doxworks biedt de jongeren ook<br />
mogelijkheid podiumervaring op te doen in twee nieuwe theaterproducties van Dox: de schoolvoor-<br />
stelling Kermis in de hel en de schouwburgvoorstelling Eden. Deze voorstellingen behandelen uiterst<br />
gevoelige onderwerpen, namelijk eerwraak en religie. Deze onderwerpen kunnen voor jongeren<br />
explosief van aard zijn. Dox werkt altijd dicht op de huid van de spelers. Persoo<strong>nl</strong>ijke ervaringen,<br />
emoties en frustraties spelen een grote rol bij de totstandkoming van een voorstelling. Dat extra<br />
onderzoek, aandacht en begeleiding juist bij deze twee gevoelige onderwerpen noodzakelijk zijn,<br />
spreekt voor zich.<br />
In Doxworks is sinds oktober een vaste groep spelers fulltime aan het werk. Ze worden geschoold in<br />
verschillende dansstijlen, spel, beweging, mime, zang, stem en dramaschrijven. Ze spelen in twee<br />
voorstellingen van Dox en krijgen een intensieve training van trainingscoaches in peereducation,<br />
waardoor zij op hun beurt weer andere jongeren kunnen enthousiasmeren en stimuleren in theater en<br />
dans. Peereducators worden ingezet bij het geven van de workshops omdat steeds duidelijker wordt<br />
dat jongeren effectieve trainers zijn. Zij zijn als docenten energiek en enthousiast. Zij spreken<br />
letterlijk en figuurlijk de taal van hun peergroup en kunnen op die manier als rolmodel fungeren.<br />
Dox krijgt veel vraag naar workshops en lessen op scholen en in culturele centra. Inmiddels zijn veel<br />
scholen met Dox een band aangegaan in de vorm van eenmalige workshops van een aantal dagen of<br />
wekelijkse lessen, uitmondend in een presentatie. Dox is geen einddoel, maar een schakel voor jonge<br />
mensen die aan het begin van een eventuele theatercarrière staan. Dox is ook geen school voor jonge<br />
mensen, maar een broeinest om geïnspireerd te raken rondom theater. Het meespelen en creëren<br />
van voorstellingen, het leren lesgeven aan de eigen doelgroep en het maken van eigen kleinschalige<br />
voorstellingen vormen de leerdoelen. Ieder jaar vindt er een auditie plaats. Gemiddeld doen daar<br />
driehonderd jongeren aan mee.<br />
Dox wil graag een open podium zijn voor alle jongeren die iets van zichzelf wil laten zien. De behoefte<br />
om jezelf te laten zien is met name te vinden bij jonge, ambitieuze mensen met talent variërend in de<br />
leeftijdscategorie van 16 tot en met 25 jaar. De ervaring leert dat deze doelgroep bovendien de<br />
29 BUITENSCHOOLS KUNSTONDERWIJS IN VLAANDEREN EN NEDERLAND
ehoefte heeft te experimenten. Op die manier vormen de voorstellin-gen een middel tot werving,<br />
een visitekaartje voor nieuwe talenten en een plek waar plaats is voor vernieuwing en experiment,<br />
waarvan de bron bij de jongeren ligt.<br />
Bij Dox krijgen jongeren van verschillende culturele achtergronden de gelegenheid theaterervaring te<br />
ontwikkelen. Vaak zijn dit talentvolle jongeren die niet beschikken over voldoende financiële middelen<br />
of die door opvoeding en achtergrond niet of nauwelijks gestimuleerd zijn om zich in de theaterwereld<br />
te ontwikkelen. De jongeren kunnen zich bij Doxworks een jaar lang voluit richten op hun toekomst<br />
door te leren, te doceren en te werken in de praktijk. De overstap naar of de keuze voor bijvoorbeeld<br />
een kunstvakopleiding of juist een totaal andere studie of beroep, wordt mede dankzij dit intensieve<br />
jaar helder.<br />
Dox bestaat in januari 2003 vijf jaar. Ooit begonnen als klein clubje met een vernieuwend label:<br />
‘intercultureel’. Vragen als ‘hoe is het om met verschillende culturen samen te werken’ waren toen<br />
vernieuwend! Inmiddels lijken dit soort vragen tot een traditie te zijn verworden. Dox wil actueel zijn<br />
en blijven. Signaleren wat er in de same<strong>nl</strong>eving gebeurt, zelfs zo, dat het ingrijpt zodra een ver-<br />
nieuwing een traditie dreigt te worden. Vernieuwen! Of zoals een van de spelers het laatst tijdens een<br />
discussie zo mooi verwoordde: ‘Nieuw hoeft toch niet alleen van ver te komen? En ver hoeft toch niet<br />
per definitie vernieuwend te zijn?’<br />
30 BUITENSCHOOLS KUNSTONDERWIJS IN VLAANDEREN EN NEDERLAND
Vernieuwingen zijn vaak afhankelijk van de docent<br />
Door Jo De Blieck<br />
‘Mijn ervaring is dat innovatie in het onderwijs in de beeldende kunsten vaak erg afhankelijk is van de<br />
docent. Enkele jaren geleden kwam ik in aanraking met nieuwe technologieën op het gebied van ICT.<br />
De nieuwe mogelijkheden met beeld maakten veel indruk op mij. We stelden ons als academie de<br />
vraag of het in de toekomst nog wel nodig is dat er getekend of gebeeldhouwd wordt. Misschien<br />
moesten wij ons ook meer richten op de mogelijkheden van ICT. Hoewel ik er zelf bijna niets van<br />
weet, sprak het mij wel aan. Ik had het voorgevoel dat hier de toekomst ligt; dat we hier iets mee<br />
moesten doen. In het voltijds onderwijs wordt de invoering van ICT door het ministerie ondersteund.<br />
Helaas niet bij het deeltijds kunstonderwijs, omdat dit onderwijs niet verplicht is. * Wel ontvingen we<br />
subsidie voor grafische vormgeving. Alle docenten in het deeltijds kunstonderwijs werden erop<br />
gewezen welke technologieën hun intrede deden in het kunstonderwijs. Deze nieuwe tendensen<br />
werden niet overal even goed onthaald. Onder docenten bevinden zich nogal al wat betweters, die<br />
niet altijd geïnteresseerd zijn in vernieuwingen. Vernieuwingen zijn dus zeer afhankelijk van de<br />
persoon die op een bepaalde plek werkt. Sommige docenten hebben het moeilijk met het nieuwe<br />
beleid.<br />
De een (de vernieuwer) krijgt meer geld dan de ander. We hebben nu twee nieuwe richtingen<br />
ontwikkeld: digitale vormgeving en beeldverwerking. Kunnen we veel heil verwachten van ICT? Ja, ik<br />
denk van wel. Straks wordt alles gedigitaliseerd. Natuurlijk zullen ook de klassieke richtingen altijd<br />
worden uitgeoefend. Want, zoals een leraar mij laatst zei: ‘Ik merk dat veel leerlingen terug willen<br />
naar de materie.’ Wij zijn als academie nu in de overgang van de traditionele benadering naar de<br />
digitale. Bijvoorbeeld bij fotografie: daar vindt de overgang plaats van analoog naar digitaal. Voor het<br />
vak beeldverwerking geldt dat leerlingen van verschillende disciplines twee tot vier uur per week les<br />
krijgen vanuit een traditioneel project. Eerst wordt bijvoorbeeld een ontwerptekening gemaakt met<br />
potlood, daarna wordt deze bijgewerkt op de computer. De invoering van ICT vereist ook een andere<br />
manier van denken. Werken met nieuwe methoden is niet alleen afhankelijk van de technologie, maar<br />
ook van de mensen die zich hiermee bezighouden. In de toekomst zullen de nieuwe digitale<br />
technieken zorgen voor een andere manier van uiten en nieuwe expressievormen. Wij willen deze<br />
middelen zoveel mogelijk inzetten bij het creatieve proces. Ook bij de oude disciplines zie je veel<br />
verschillen tussen vernieuwing en traditie. Zo willen de leraren restauratie het liefst alles bij het oude<br />
houden, terwijl zij toch baat zouden kunnen hebben bij nieuwe technieken.<br />
Ook bij andere disciplines, zoals beeldhouwen, blijft het oude metier bewaard. Dat moet kunnen,<br />
maar soms is er wel erg weinig ruimte voor vernieuwing. Ik maak altijd een onderscheid in profielen<br />
van docenten: de creatievelingen, de einzelgängers en de betweters. Als ik met de creatievelingen<br />
praat, is dat erg interessant, maar weten we na drie uur nog niet wat we gaan doen. Als ik met de<br />
betweters en einzelgängers praat, kom ik helemaal niet verder. De gedragspatronen bij docenten<br />
zorgen vaak voor veel belemmeringen. Maar ook docenten beeldende kunst moeten notie nemen van<br />
informatica.<br />
Het lerarencorps moet zich gevoelig tonen voor waar de jeugd mee bezig is. Daarom hebben wij als<br />
academie nu gekozen voor twee richtingen. Voor de meer creatieve vakken geldt dat we ons moeten<br />
* Sinds het schooljaar 2002-2003 verleent de Vlaamse regering ook middelen aan het deeltijds kunstonderwijs voor specifieke<br />
ICT-infrastructuur. Academies kunnen ook deel uit maken van een scholenplatform en een beroep doen op ICT-coördinatoren.<br />
31 BUITENSCHOOLS KUNSTONDERWIJS IN VLAANDEREN EN NEDERLAND
aanpassen aan de realiteit. Daarbij is verjonging van het lerarencorps nodig. Er zal niet beter, maar<br />
anders worden lesgegeven. Bij de kunstambachten hebben we ervoor gekozen de traditie voort te<br />
zetten. Op deze manier hopen we het beste van vernieuwing en traditie te verenigen.’<br />
32 BUITENSCHOOLS KUNSTONDERWIJS IN VLAANDEREN EN NEDERLAND
Samenvatting van de werkgroepen<br />
Werkgroep 1: Traditie en vernieuwing in de dienstverlening aan het<br />
basisonderwijs<br />
I<strong>nl</strong>eiding door Jan Stoel (coördinator Cultuur voor het onderwijs)<br />
‘Cultuur en School Tilburg (Cist), dat is ondergebracht bij de Stichting Onderwijsbegeleiding Midden-<br />
Brabant, vervult een scharnierfunctie tussen culturele instellingen en scholen in de stad. Vaak weten<br />
scholen niet wat er allemaal georganiseerd wordt in de stad. Cist biedt scholen een duidelijk pro-<br />
gramma en zorgt ervoor dat de culturele instellingen een samenhangend pakket aanbieden. Cist is nu<br />
het enige loket voor aanbod van cultuureducatie. Speerpunten van Cist zijn het basisonderwijs en het<br />
vmbo. We bereiken zestig procent van de basisscholen en alle scholen voor voortgezet onderwijs. We<br />
ondersteunen instellingen en scholen op inhoudelijk, organisatorisch en financieel gebied.<br />
Een van onze kernpunten is het project Beroepskunstenaars in de Klas (BIK). Het doel van BIK is<br />
kunstenaars vanuit de eigen discipline les te laten geven op scholen. Het project staat uit drie<br />
verschillende modules, variërend van vijf weken tot anderhalf jaar. Onze voorkeur gaat uit naar de<br />
laatste variant. Hierbij is het de bedoeling dat kunstenaars in anderhalf jaar (inclusief stage) hun<br />
onderwijsbevoegdheid halen. Vervolgens helpen wij de kunstenaars zoeken naar een werkplek.<br />
Hoe gaan we in Tilburg de kunsteducatie vormgeven? We willen de kunsteducatie verankeren in het<br />
onderwijs, bijvoorbeeld door het een plek te geven binnen reguliere activiteiten. Nu is kunst- en<br />
cultuureducatie vaak een ondergeschoven kindje. Of er iets gedaan wordt op school is vaak<br />
afhankelijk van de affiniteit van de docent. We gaan cultuureducatie koppelen aan de vakken die op<br />
school gegeven worden. Wil je een doorgaande lijn in deze educatie hebben dan moet er toegewerkt<br />
worden naar de eindtermen van het primair onderwijs.<br />
Voor basisscholen die hun leerlingen met professionele kunst in aanraking willen brengen kan Cist als<br />
mediator dienen, maar zeker ook daar waar scholen op zoek zijn naar kunstenaar-docenten die<br />
inhoud willen geven aan de reguliere schoolse activiteiten. Het zou goed zijn om op de basisschool<br />
een vaste contactpersoon te hebben voor cultuureducatie, een cultuurcoördinator. Zo’n cultuur-<br />
coördinator kan onder meer de cultuureducatie op school bewaken en ervoor zorgen dat kinderen<br />
tijdens hun schoolloopbaan op afgewogen wijze in aanraking komen met de diverse kunstdisciplines<br />
door zowel actieve als receptieve activiteiten.<br />
Verder zullen we ons als Cist richten op buitenschoolse activiteiten. Hierbij komt cultuureducatie in<br />
beeld bij onder meer Brede School-activiteiten. Het verdient hier de voorkeur om het buitenschoolse<br />
te koppelen aan het schoolse (reguliere). Hierbij wordt gebruikgemaakt van de culturele infrastruc-<br />
tuur van de stad. Op dit moment doen vijfentwintig kunstenaars mee aan het project. De scholen zijn<br />
enthousiast en krijgen dit project bovendien gesubsidieerd.’<br />
I<strong>nl</strong>eiding door Jurgen Wayenberg (directeur Gemeentelijke Academie voor Muziek en Woord van<br />
Hemiksem)<br />
‘Wij kennen voor een deel dezelfde problematiek als in Nederland. Hoe fantastisch moeten onze<br />
leraren kunstonderwijs zijn? Moeten ze voor alle vakken een bevoegdheid hebben? Moeten ze in staat<br />
zijn leerlingen naar alle eindtermen te begeleiden? Hoe kun je aan al die gretigheid van leerlingen<br />
voldoen? We moeten de kunstenaars naar de scholen brengen en de scholen naar de kunstenaars. En<br />
dan ontstaat de vraag: hoe ga je op een andere manier met kunst om, als je niet kiest voor de<br />
traditionele methoden? En moet een kunstenaar over een onderwijsbevoegdheid beschikken? In ieder<br />
geval moeten ze wel met kinderen kunnen en willen werken. De scholen hebben veel belangstelling,<br />
33 BUITENSCHOOLS KUNSTONDERWIJS IN VLAANDEREN EN NEDERLAND
te veel zelfs. Ook kunstenaars willen meedoen, hoewel velen huiverig zijn om met heel jonge<br />
kinderen te werken.’<br />
Discussie<br />
In Nederland kampen leerkrachten met gebrek aan tijd. Ze beschouwen kunst- en cultuureducatie als<br />
iets extra’s. In Vlaanderen worden de leerkrachten enkele uren per week uitgeroosterd. Bovendien<br />
krijgen ze ‘in de baas zijn tijd’ nascholing door kunstenaars. Dit werkt erg motiverend. De aanwezigen<br />
zijn het erover eens dat je de gretigheid van kinderen moet gebruiken: kinderen groeien niet alleen<br />
door taal en rekenen. De Vlamingen hebben een tip: ‘Benader de scholen anders. Zeg tegen hen:<br />
u heeft de kans met ons samen te werken. Dat werkt fantastisch. En als de directeur vraagt wat je de<br />
school te bieden hebt, zeg je: verwondering, je krijgt andere kinderen door kunsteducatie.’<br />
Zowel de Nederlanders als de Vlamingen vinden bevlogenheid van de kunstenaar belangrijker dan<br />
een onderwijsbevoegdheid. Een deelnemer: ‘Je moet in ieder geval niet proberen om op deze manier<br />
het lerarentekort op te lossen.’<br />
Werkgroep 2: Traditie en vernieuwing in het buitenschoolse kunstonderwijs<br />
I<strong>nl</strong>eiding door René Lebens (directeur Gemeentelijke Muziekschool Sittard)<br />
‘Ik wil een beeld geven van de organisatie van de muziekschool. De muziekschool van Sittard is een<br />
gemeentelijke muziekschool. Aan het hoofd staat het managementteam met daaronder drie afde-<br />
lingen, de Hafabra (harmonie, fanfare en brassband), particulier en kunsteducatie. De laatste afdeling<br />
is vrij nieuw. Hafabra heeft achthonderd leerlingen, particulier negenhonderd leerlingen wekelijks en<br />
drieduizend cursisten op projectbasis en met kunsteducatie worden 5200 leerlingen uit het primair en<br />
voortgezet onderwijs bereikt. De kunsteducatieafdeling bestaat uit projecten en een kunstmenu. Het<br />
kunstmenu is een structureel aanbod; er worden afspraken gemaakt voor een termijn van vier jaar.<br />
Uit cijfers blijkt dat negentig procent van de jongeren nog nooit een culturele instelling heeft bezocht.<br />
En slechts 3,6 procent van de totale bevolking neemt deel aan het onderwijs op muziekscholen.’<br />
Discussie<br />
In de discussie werd benadrukt dat de Nederlandse overheid een brede culturele kennismaking stimu-<br />
leert. Bij het vak Culturele en Kunstzinnige Vorming gaan de leerlingen zes tot tien maal naar een<br />
culturele instelling. De invulling van het programma is vrij. In Vlaanderen bestaan veel strakkere<br />
keurslijven. Het Vlaamse deeltijds kunstonderwijs is moeilijk te vergelijken met het aanbod van de<br />
Nederlandse centra voor de kunsten. Typerend voor het Vlaamse onderwijs is de continuïteit, regel-<br />
maat en structuur. In Vlaanderen wil men het ‘shoppen’ door de cursist tegengaan en een meer<br />
gestructureerd aanbod aanbieden.<br />
I<strong>nl</strong>eiding door Piet Nijsten (directeur Muziekacademie Maasmechelen)<br />
‘Bij de Muziekacademie Maasmechelen starten cursisten vanaf hun achtste jaar. De richting muziek<br />
en woord telt zeshonderd cursisten en de richting beeldende kunst achthonderd. In Vlaanderen zitten<br />
veel Nederlandse cursisten, omdat hier veel richtingen worden aangeboden die je in Nederland niet<br />
kunt volgen. En voor jonge gezinnen is het lonend onderwijs in Vlaanderen te volgen, het is veel<br />
goedkoper dan in Nederland. In Vlaanderen beschouwen we het deeltijds kunstonderwijs als een<br />
volledige opleiding van tien jaar en als een commitment for life. In 1990 kreeg het deeltijds<br />
kunstonderwijs een nieuwe structuur. Het is nu mogelijk nieuw onderwijs te testen. Een van de<br />
nieuwe genres is de lichte muziek. Vroeger werd jazz wel gedoogd, maar slechts in de vorm van<br />
seminars. Het werd toch als ‘minder’ gezien. Toen op de conservatoria de jazz- en lichte-<br />
34 BUITENSCHOOLS KUNSTONDERWIJS IN VLAANDEREN EN NEDERLAND
muziekafdelingen ontstonden, is het DKO daarin meegegaan. Momenteel zijn er zestig studenten jazz<br />
en lichte muziek.’<br />
Discussie<br />
Een van de deelnemers over het beleid in de beeldende hoek: ‘Er is bij beeldend wel sprake van<br />
vernieuwing, maar in feite vindt de vernieuwing plaats binnen het atelier. Binnen de afdeling<br />
beeldend zijn er zes leraren schilderkunst. De cursisten volgen zes tot acht jaar een cursus van tien<br />
uur in de week. Men zou wel van leraar kunnen wisselen, maar dat gebeurt niet, want mensen zijn<br />
verslaafd aan hun leraar. Leren is een intieme bezigheid. Inzicht krijgen en handigheid verkrijgen<br />
komt in de loop der tijd en verloopt schoksgewijs. Dit komt tot stand door interactie in een groep en<br />
de leraar die dat begeleidt.’<br />
‘Wat je ook doet, als je het maar met aandacht doet’, werd er gezegd. Maar binnen het Vlaamse<br />
muziekonderwijs is dat een probleem. De leerling komt een half uurtje op les en de rest van de week<br />
komt de leerling niet aan oefenen toe vanwege de rest van het overvolle programma.<br />
Reactie vanuit de beeldende hoek: ‘De leraar moet erop gewezen worden dat hij de leerling verleidt<br />
tien uur per week te komen.’<br />
In Nederland ligt dit heel anders. Daar worden de muziekscholen gefinancierd door de gemeenten.<br />
Veel gemeenten verwachten een bepaald rendement van de muziekschool. De discussie tussen<br />
rendement en kwaliteit is continu aan de gang. Enerzijds wil men graag een groot publiek bereiken,<br />
maar anderzijds wil men ook een betere kwaliteit binnen het onderwijs stimuleren. Vlaanderen: ‘Door<br />
onze jazz- en lichte-muziekafdeling ontstaan er nieuwe ideeën en een andere sfeer in de hele school.<br />
Maar soms is er een administratief probleem. Bijvoorbeeld de afspraak om met de jazz en lichte<br />
muziek te beginnen bij de middelbare graad. Het kan zijn dat een leerling daarvoor te weinig<br />
theoretische achtergrond heeft. Om het dan toch zodanig in te richten dat leerlingen vanaf die<br />
bepaalde graad mee kunnen komen, is administratief niet mogelijk.’<br />
Wanneer we het aanbod van beide landen vergelijken, zien we dat in Nederland de centra voor de<br />
kunsten losstaan van de muziekscholen. In Vlaanderen leunt de woordkunst dichter tegen de beel-<br />
dende kunst aan. Veel instituten in Vlaanderen hebben verschillende kunstvorm-afdelingen. Iedere<br />
afdeling wordt aangestuurd door een inhoudelijk specialist. Men vindt dat de richtingen dans, muziek,<br />
beeldend en woord aangevuld moeten worden met nieuwe media. Daarnaast bestaat er voorkeur<br />
voor interdisciplinaire projecten. Men probeert de docenten van de verschillende richtingen bij elkaar<br />
te brengen. Deze gecombineerde experimenten zijn interessant, alleen de gerichte aandacht kan dan<br />
verloren gaan. De meerwaarde van multidisciplinair werken is de vakinhoudelijke uitwisseling.<br />
Werkgroep 3: Traditie en vernieuwing bij het bereiken van doelgroepen<br />
I<strong>nl</strong>eiding door Alice Erens (medewerker Kunstweb Amsterdam)<br />
‘In het PEP-project in Amsterdam staat vernieuwing van de kunsteducatie in de Amsterdamse<br />
stadsdelen centraal. PEP is een jongerenproject, waarbij het bereiken van nieuwe doelgroepen<br />
(autochtonen en allochtonen) voorop staat. Het project gaat van jongeren op jongeren waarbij er bij<br />
elke stap sprake is van toename in kwaliteit en inspanning. Als ik terugkijk op vijftien jaar ver-<br />
nieuwing in de kunsteducatie, concludeer ik dat er een vraag bestaat van scholen om meer leerlingen<br />
te betrekken bij cultuureducatieve activiteiten. Het is daarbij van belang dat projecten landelijk<br />
verspreid worden.<br />
Tegelijkertijd zie ik ook dat er te veel wordt gekeken naar het bereiken van nieuwe doelgroepen,<br />
waardoor soms aan de kunsteducatie als doel en daarmee de kwaliteit voorbijgegaan werd.<br />
35 BUITENSCHOOLS KUNSTONDERWIJS IN VLAANDEREN EN NEDERLAND
Daarom is het nu nodig om binnen de kunsteducatieorganisatie de kwaliteit en de verdieping op te<br />
zoeken. Dat slaat trouwens ook bij jongeren meer aan; zij erkennen uiteindelijk ook kwaliteit en<br />
professionaliteit.’<br />
I<strong>nl</strong>eiding door Herman de Vleeschhouwer (directeur Stedelijke Academie voor Muziek, Woord en Dans<br />
van Sint-Niklaas)<br />
‘In de evolutie van het kunstonderwijs in Sint-Niklaas is niet zozeer vernieuwing het doel, als wel het<br />
bereiken van nieuwe doelgroepen. De gemeente heeft sinds twee jaar een socialistisch bestuur en<br />
wilde de minvermogende inwoners – dat zijn er tienduizend op een totaal van zeventigduizend –<br />
bijstaan met een ‘Kansenpas’. De Academie besloot deel te nemen aan de Kansenpas. Een steunfonds<br />
voorziet in eenderde deel van de inschrijfkosten voor lessen. Aansluitend op het overheidsbeleid dat<br />
voorziet in meer kansen voor iedereen, diende de Academie een projectaanvraag in (het project<br />
Kunstinitiatie) voor bijscholing van een docent in Turkse en Noord-Afrikaanse muziekinstrumenten.<br />
Doel hiervan was aan te sluiten op de muzikale traditie van allochtone bevolkingsgroepen. Het project<br />
werd toegekend. Ook een tweede project (Droomschool) voor het basisonderwijs met grote aantallen<br />
sociaal-economisch kansarmen werd toegekend. Op deze wijze is het ons gelukt nieuwe doelgroepen<br />
te bereiken.’<br />
Discussie<br />
In de discussie werd onder andere opgemerkt dat het ‘denken en werken met doelgroepen’ wellicht in<br />
Nederland verder ontwikkeld is dan in Vlaanderen. De organisatie en overheidsfinanciering in Vlaan-<br />
deren maakt marketing vanuit bedrijfseconomische redenen minder noodzakelijk dan in Nederland.<br />
Enige weerstand tegen begrippen als ‘klant’ en ‘product’ werd geuit. In de discussie werd duidelijk dat<br />
vernieuwing naar doelgroepen niet mocht leiden tot verval van kwaliteit, maar ook dat de docenten<br />
vaak niet goed toegerust zijn voor nieuwe doelgroepen. Zowel in Nederland als in Vlaanderen is er<br />
sprake van vergrijzing onder docenten.<br />
36 BUITENSCHOOLS KUNSTONDERWIJS IN VLAANDEREN EN NEDERLAND
Eindrapportage en afsluiting<br />
? Werkgroep Traditie en vernieuwing in de dienstverlening aan het basisonderwijs<br />
Voorzitter Dirk Rombaut: ‘Door meer autonomie en zelfstandigheid van de culturele instellingen kan<br />
zeer snel een ander aanbod worden gegenereerd, dat andere doelgroepen aanspreekt. In Nederland<br />
vindt de vernieuwing niet zozeer plaats vanuit de centra voor de kunsten, maar door samenwerking<br />
met onder andere de scholen. In Vlaanderen vindt de vernieuwing meer plaats vanuit de inhoud. De<br />
missie van de academies is heel anders dan van de centra voor de kunsten in Nederland. In Neder-<br />
land gaan de centra vaak uit van sociaal-culturele doelstellingen, in Vlaanderen is de missie meer<br />
filosofisch van aard.’<br />
? Werkgroep Traditie en vernieuwing bij het bereiken van doelgroepen<br />
Voorzitter Oeds Westerhof:‘Ik heb drie tips:<br />
1. Voor Vlaanderen: Kijk eens naar andere vakken, bijvoorbeeld de sociaal-culturele sector, om<br />
mensen meer in de breedte te bereiken. Voor Nederland: Wij kunnen veel leren van het gezegde:<br />
vakmanschap is meesterschap. We moeten dichter bij de oorspronkelijkheid blijven.’<br />
2. Voor Vlaanderen: Het zou wellicht gunstig zijn om wat meer marktwerking toe te laten.<br />
Voor Nederland: We moeten kijken naar andere vormen om te innoveren dan alleen vanuit de<br />
markt.<br />
3. Voor beide landen geldt: Start intern. Heb je de juiste mensen in huis? Vervolgens kun je dan op<br />
zoek naar nieuwe doelgroepen. En: kijk goed naar je omgeving. Wat bieden andere instellingen<br />
aan? Zit er overlap in het aanbod of zijn er juist hiaten?<br />
En als laatste: be good and tell it.’<br />
? Werkgroep 3 Traditie en vernieuwing in de dienstverlening aan het basisonderwijs<br />
Voorzitter Jan Wagemakers: ‘Eén woord kwam duidelijk naar voren: verwondering. Het zou<br />
fantastisch zijn als we kunnen aansluiten bij de verwondering van de jeugd. Verder werden er vooral<br />
vragen gesteld tijdens de werkgroep als:<br />
− Is de bevlogenheid van de docent belangrijker dan een onderwijsbevoegdheid?<br />
− Hoe ga je om met specialismes?<br />
− Hoe kun je met het kunstonderwijs aansluiten bij meervoudige intelligentie?<br />
− Hoe maak je kunstonderwijs tot onderdeel van het schoolleven?<br />
− Netwerken tussen organisaties zijn belangrijk<br />
− En het blijven stellen van vragen is van belang.<br />
Afsluiting<br />
Afsluiting door Freddy Mariën, directeur en raadgever DKO kabinet minister Vanderpoorten en<br />
Jan Jaap Knol, directie Kunsten van het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen.<br />
Freddy Mariën: ‘Het doel van dit symposium is de contacten en samenwerking op het gebied van<br />
onderwijs tussen Vlaanderen en Nederland te bevorderen. Vooralsnog leveren deze gezame<strong>nl</strong>ijke<br />
dagen meer vragen dan antwoorden op. Maar we staan voor een gedeelte ook voor dezelfde<br />
uitdagingen: de invoering van de bachelor-masterstructuur en de vernieuwing van het kunstonder-<br />
wijs. We zijn daarnaast beide op zoek naar nieuwe leerkrachten. Hier ligt een uitdaging voor de<br />
kunstopleidingen en de pedagogische leergangen. We moeten ons echter realiseren dat we niet<br />
37 BUITENSCHOOLS KUNSTONDERWIJS IN VLAANDEREN EN NEDERLAND
moeten vernieuwen om te vernieuwen.Ik ben zelf een voorstander van vernieuwen binnen de traditie.<br />
Zo lopen we geen gevaar dat we de goede dingen van ons kunstonderwijs weggooien.’<br />
Jan Jaap Knol: ‘Het is duidelijk dat de onderwijssystemen op het gebied van kunsteducatie in Vlaan-<br />
deren en Nederland verschillend zijn. Kennis over elkaars systemen hebben we natuurlijk wel nodig<br />
als we willen gaan samenwerken. We hebben beide de ambitie om te kijken waar we elkaar kunnen<br />
ontmoeten. En natuurlijk kunnen we van elkaar leren. Nederlanders zie je watertanden bij het aanbod<br />
van de Academie van Anderlecht. Naast alle verschillen delen we de gemeenschappelijke interesse in<br />
het samenwerken met de omgeving. En we hebben een gemeenschappelijke nieuwsgierigheid naar<br />
vernieuwing en traditie. Het kunstonderwijs draait uiteindelijk om betrokkenheid. Het kunstonderwijs<br />
moet het passende antwoord zijn op de nieuwsgierigheid en creativiteit van onze leerlingen.’<br />
38 BUITENSCHOOLS KUNSTONDERWIJS IN VLAANDEREN EN NEDERLAND
Bijlage 1<br />
I<strong>nl</strong>eiders en voorzitters<br />
Jo De Blieck is directeur van de Academie voor Beeldende Kunsten van Anderlecht. De academie<br />
heeft een groot aanbod van verschillende kunstambachten. Ze trekken leerlingen uit heel Vlaanderen<br />
aan. Naast traditionele opties organiseert de academie eveneens een experiment Digitale vorm-<br />
geving. Zij organiseert regelmatig tentoonstellingen zodat de leerlingen met hun werk naar buiten<br />
kunnen treden.<br />
Hildegard Draayer werkt bij theatergroep Dox, een bontgekleurd gezelschap te Utrecht. Dox geeft<br />
enthousiaste jongeren de mogelijkheid om bijna een jaar lang onder professionele begeleiding op<br />
intensieve wijze te werken aan een productie met spel, dans en muziek. De interculturele groep biedt<br />
plaats aan enthousiaste jongeren van alle nationaliteiten. De invloed van deze verschillende culturele<br />
achtergronden vormt een belangrijk uitgangspunt voor de producties van de groep.<br />
Alice Erens is werkzaam bij Kunstweb, een Amsterdamse netwerkorganisatie voor kunsteducatie.<br />
Door een brug te slaan tussen vraag en aanbod wil Kunstweb de deelname aan kunst en cultuur voor<br />
iedere Amsterdammer zo gemakkelijk mogelijk maken. Daarbij schaart Kunstweb zich nadrukkelijk<br />
aan de zijde van de afnemers: onderwijs- en welzijnsinstellingen, bedrijven en andere organisaties,<br />
maar ook losse cursisten. Veel aandacht gaat uit naar de zogeheten nieuwe doelgroepen in de<br />
multiculturele same<strong>nl</strong>eving.<br />
René Lebens is aan de Sittardse Muziekschool verbonden als coördinator voor de Harmonie en<br />
Fanfare-sector en als coördinator Kunsteducatie voor het voortgezet onderwijs. Tevens is hij<br />
projectleider voor het vak Culturele en Kunstzinnige Vorming in het vmbo bij de landelijke stichting<br />
Uit de Kunst.<br />
Peter Maissan is directeur van Kunstweb, een Amsterdamse netwerkorganisatie voor kunsteducatie.<br />
Door een brug te slaan tussen vraag en aanbod wil Kunstweb de deelname aan kunst en cultuur voor<br />
iedere Amsterdammer zo gemakkelijk mogelijk maken. Daarbij schaart Kunstweb zich nadrukkelijk<br />
aan de zijde van de afnemers: onderwijs- en welzijnsinstellingen, bedrijven en andere organisaties,<br />
maar ook losse cursisten. Veel aandacht gaat uit naar de zogeheten nieuwe doelgroepen in de<br />
multiculturele same<strong>nl</strong>eving.<br />
Piet Nijsten is directeur van de Gemeentelijke Academie van Maasmechelen. De muziekacademie en<br />
de academie voor beeldende kunsten zijn gezame<strong>nl</strong>ijk gehuisvest. De muziekacademie biedt zowel de<br />
studierichtingen Muziek als Woordkunst aan. De directeur staat aan het hoofd van een school waar<br />
veel ruimte is voor boeiende initiatieven en artistiek-pedagogische projecten. Zo was de academie<br />
een van de pionierscholen bij het inrichten van een optie Jazz en Lichte Muziek.<br />
Dirk Rombaut is sinds 1993 werkzaam als inspecteur in het deeltijds kunstonderwijs.Daar staat hij<br />
met zijn collega-inspecteur Luc Ponet in voor de inspectie van de 101 muziekacademies. Naast zijn<br />
werkzaamheden als inspecteur is Rombaut actief als pianist.<br />
39 BUITENSCHOOLS KUNSTONDERWIJS IN VLAANDEREN EN NEDERLAND
Jan Stoel is in Tilburg coördinator Cultuur voor het Onderwijs. Hij coördineert tevens in deze stad het<br />
project Beroepskunstenaars in de Klas. Kunstenaars die in Nederland deelnemen aan de Wet<br />
Inkomensvoorziening Kunstenaars (WIK), kunnen in het kader van dit project sinds begin oktober een<br />
opleiding volgen om in het basisonderwijs educatieve projecten te verzorgen. De opleiding is ook te<br />
volgen in Amsterdam, Enschede, Groningen en Rotterdam.<br />
Jan Wagemakers werkt bij het Tweede Fase Adviespunt, de opvolger van het Procesmanagement<br />
Voortgezet Onderwijs. Hij was nauw betrokken bij de herinrichting van de bovenbouw van het<br />
secundair onderwijs in Nederland. Centraal hierin staat de invoering van het zogeheten studiehuis<br />
waarin het zelfstandig leren bevorderd wordt. De belangrijkste taken van het Tweede Fase Adviespunt<br />
zijn het volgen van de invoering van het studiehuis, het coördineren van het ‘groot onderhoud’ van de<br />
examenprogramma’s en het gevraagd en ongevraagd informeren en adviseren van het veld en het<br />
ministerie.<br />
Jurgen Wayenberg is directeur van de Gemeentelijke Academie voor Muziek en Woord van<br />
Hemiksem. De academie heeft in de regio een heel eigen plaats verworven op het gebied van<br />
onderwijs en cultuurspreiding. Het is een van de academies die het experiment Muzische vorming<br />
inrichten. Met dit experiment wil het deeltijds kunstonderwijs een nascholing muzische vorming<br />
aanbieden voor leerkrachten van het basisonderwijs. De academie komt ook naar buiten met een<br />
zeer uitgebreid concertprogramma. Een ander boeiend project van de school was de opname van een<br />
cd waaraan 220 leerlingen tussen 8 en 12 jaar meewerkten en waarbij uitsluitend gekozen werd voor<br />
eigen creaties.<br />
Oeds Westerhof is voorzitter van De Kunstconnectie, de brancheorganisatie waarin enkele honderden<br />
centra voor de kunsten en organisaties voor ondersteuning op het gebied van de kunsten aan het<br />
onderwijs verenigd zijn. Hij is directeur van Keunstwurk, de provinciale organisatie in Friesland voor<br />
kunsteducatie en kunstparticipatie.<br />
40 BUITENSCHOOLS KUNSTONDERWIJS IN VLAANDEREN EN NEDERLAND
Bijlage 2<br />
Deelnemers 27 maart 2002<br />
Deelnemers Vlaanderen<br />
Freddy Mariën<br />
Directeur & Raadgever DKO kabinet minister Vanderpoorten<br />
muziekacademie@lier.be<br />
Vital Muylaert<br />
Pedagogisch begeleider Gemeenschapsonderwijs<br />
vital-muylaert@tiscalinet.be<br />
Luc Delanghe<br />
OVSG - Pedagogisch adviseur DKO Muziek<br />
luc.delanghe@ovsg.be<br />
Philippe Vanderschaeghe<br />
OVSG - Pedagogisch adviseur DKO Beeldende Kunsten<br />
philippe.vanderschaeghe@ovsg.be<br />
Hilde Quix<br />
OVSG - Pedagogisch adviseur DKO Woord & Dans<br />
hilde.quix@ovsg.be<br />
Patrick Delbaere<br />
OVSG - Afdelingshoofd DKO<br />
patrick.delbaere@ovsg.be<br />
Lief Van Asbroeck<br />
OVSG - Pedagogisch medewerker<br />
lief.vanasbroeck@ovsg.be<br />
Luc Ponet<br />
Inspecteur Muziek en Dans DKO<br />
luc.ponet@inspectie.net<br />
Dirk Rombaut<br />
Inspecteur Muziek en Dans DKO<br />
dirk.rombaut@pandora.be<br />
Albert Tersago<br />
Inspecteur Beeldende Kunst DKO<br />
albert.tersago@pi.be<br />
41 BUITENSCHOOLS KUNSTONDERWIJS IN VLAANDEREN EN NEDERLAND
Francis Verdoodt<br />
Inspecteur Woord DKO<br />
francis.verdoodt@pi.be<br />
Herman de Vleeschhouwer<br />
Directeur Stedelijke Academie voor Muziek-Woord-Dans Sint-Niklaas<br />
samwd-sn@tiscalinet.be<br />
Hans De Volder<br />
Directeur Gemeentelijke Academie voor Muziek-Woord-Dans Beveren<br />
academie@yucom.be<br />
Johan de Vos<br />
Directeur Stedelijke Academie voor Schone Kunsten Sint-Niklaas<br />
academie@sint-niklaas.be<br />
Roger Seldeslachts<br />
Directeur Stedelijke Academie voor Beeldende Kunst Leuven<br />
academie@leuven.be<br />
Guido Verhaeghe<br />
Voorzitter Comité Directeuren DKO Beeldende Kunst<br />
portaelschool@pi.be<br />
Guy De Smet<br />
Adjunct v/d directeur Afdeling Deeltijds Kunstonderwijs<br />
guy.desmet@ond.vlaanderen.be<br />
Ferre Malfait<br />
Adjunct v/d directeur Afdeling Deeltijds Kunstonderwijs<br />
ferdinand.malfait@ond.vlaanderen.be<br />
Johan Krygelmans<br />
Deskundige Afdeling Deeltijds Kunstonderwijs<br />
johan.krygelmans@ond.vlaanderen.be<br />
Ingrid Leys<br />
Adjunct v/d directeur Afdeling Deeltijds Kunstonderwijs<br />
ingrid.leys@ond.vlaanderen.be<br />
Annemie Dewael<br />
Afdelingshoofd DKO Afdeling Deeltijds Kunstonderwijs<br />
annemie.dewael@ond.vlaanderen.be<br />
Christel Rutten<br />
Adjunct v/d directeur Directoraat-Generaal Administratie Permanente Vorming<br />
christel.rutten@ond.vlaanderen.be<br />
42 BUITENSCHOOLS KUNSTONDERWIJS IN VLAANDEREN EN NEDERLAND
Mieke Quintens<br />
Adjunct v/d directeur Afdeling Deeltijds Kunstonderwijs<br />
mieke.quintens@ond.vlaanderen.be<br />
Patrick Lemahieu<br />
Hoofdmedewerker Afdeling Deeltijds Kunstonderwijs<br />
patrick.lemahieu@ond.vlaanderen.be<br />
Gilberte Peeraer<br />
Hoofdmedewerker Afdeling Deeltijds Kunstonderwijs<br />
gilberte.peeraer@ond.vlaanderen.be<br />
Marie-Christine Steeman<br />
Hoofdmedewerker Afdeling Deeltijds Kunstonderwijs<br />
mariechristine.steeman@ond.vlaanderen.be<br />
Deelnemers Nederland<br />
Margot Prins<br />
De Kunstconnectie<br />
m.prins@dekunstconnectie.<strong>nl</strong><br />
Paul de Vries<br />
De Kunstconnectie<br />
p.devries@dekunstconnectie.<strong>nl</strong><br />
Jan van Muilekom<br />
Directeur Utrechts Centrum voor de Kunsten<br />
janvanmuilekom@uck.<strong>nl</strong><br />
Ap de Vries<br />
De Kunstconnectie<br />
a.devries@dekunstconnectie.<strong>nl</strong><br />
Han Eijgenraam<br />
Directeur Edu-Art Gelderland<br />
h.eygenraam@edu-art-gelderland.<strong>nl</strong><br />
Marco Bentz van den Berg<br />
Directeur Kunstgebouw<br />
marcob@kunstgebouw.<strong>nl</strong><br />
Carrie Renders<br />
Directeur Werkschuit Gouda<br />
werkschuit_gouda@planet.<strong>nl</strong><br />
43 BUITENSCHOOLS KUNSTONDERWIJS IN VLAANDEREN EN NEDERLAND
Ko van der Velpen<br />
Directeur Muziekschool Venray<br />
kvdvelpen@kunstencentrumjerusalem.<strong>nl</strong><br />
Dirk van den Bout<br />
Directeur SCOOP<br />
scoop@scoopzld.<strong>nl</strong><br />
Ran Dur<br />
Directeur Centrum voor de Kunsten Bergen op Zoom<br />
muziek@ckboznet<br />
Paul Winters<br />
Muziekcentrum Kennemerland<br />
p.winters@mzk.net<br />
Rianne Lannoye<br />
Vereniging van Nederlandse Gemeenten<br />
rianne.lannoye@vng.<strong>nl</strong><br />
Jan van Maasakkers<br />
Hoofd Cultuur Provincie Gelderland<br />
j.van.maasakkers@prv.gelderland.<strong>nl</strong><br />
Sebastiaan Spit<br />
Directeur MIKV<br />
mikv@zeelandnet.<strong>nl</strong><br />
Arthur le Cosquino de Bussy<br />
De Bussy Consult<br />
info@debussyconsult.<strong>nl</strong><br />
Marjo van Hoorn<br />
<strong>Cultuurnetwerk</strong> Nederland<br />
marjovanhoorn@cultuurnetwerk.<strong>nl</strong><br />
Geneviève van Dijk<br />
<strong>Cultuurnetwerk</strong> Nederland<br />
genevievevandijk@cultuurnetwerk.<strong>nl</strong><br />
Hildegard Nefs<br />
Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen, directie Voortgezet Onderwijs<br />
h.c.nefs@minocw.<strong>nl</strong><br />
Jan Jaap Knol<br />
Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen, directie Kunsten<br />
j.j.k.knol@minocw.<strong>nl</strong><br />
44 BUITENSCHOOLS KUNSTONDERWIJS IN VLAANDEREN EN NEDERLAND
Arthur Gieles<br />
Inspectie van het Onderwijs, Cultuureducatie<br />
a.gieles@owinsp.<strong>nl</strong><br />
Martin Berendse<br />
Plv. directeur Kunsten, Projectleider Cultuur en School<br />
m.j.berendse@minocw.<strong>nl</strong><br />
45 BUITENSCHOOLS KUNSTONDERWIJS IN VLAANDEREN EN NEDERLAND
Bijlage 3<br />
Deelnemers 27 november 2002<br />
Deelnemers Vlaanderen<br />
Freddy Mariën<br />
Directeur & Raadgever DKO kabinet minister Vanderpoorten<br />
muziekacademie@lier.be<br />
Vital Muylaert<br />
Pedagogisch begeleider Gemeenschapsonderwijs<br />
vital-muylaert@tiscalinet.be<br />
Luc Delange<br />
OVSG - Pedagogisch adviseur DKO Muziek<br />
luc.delanghe@ovsg.be<br />
Philippe Vanderschaeghe<br />
OVSG - Pedagogisch adviseur DKO Beeldende Kunsten<br />
philippe.vanderschaeghe@ovsg.be<br />
Dirk Rombaut<br />
Inspecteur Muziek en Dans DKO<br />
dirk.rombaut@pandora.be<br />
Herman de Vleeschhouwer<br />
Directeur Stedelijke Academie voor Muziek-Woord-Dans Sint-Niklaas<br />
samwd-sn@tiscalinet.be<br />
Johan de Vos<br />
Directeur Stedelijke Academie voor Schone Kunsten Sint-Niklaas<br />
academie@sint-niklaas.be<br />
Guido Verhaeghe<br />
Voorzitter Comité Directeuren DKO Beeldende Kunst<br />
portaelschool@pi.be<br />
Ferre Malfait<br />
Adjunct v/d directeur Afdeling Deeltijds Kunstonderwijs<br />
ferdinand.malfait@ond.vlaanderen.be<br />
Johan Krygelmans<br />
Deskundige Afdeling Deeltijds Kunstonderwijs<br />
johan.krygelmans@ond.vlaanderen.be<br />
46 BUITENSCHOOLS KUNSTONDERWIJS IN VLAANDEREN EN NEDERLAND
Ingrid Leys<br />
Adjunct v/d directeur Afdeling Deeltijds Kunstonderwijs<br />
ingrid.leys@ond.vlaanderen.be<br />
Annemie Dewael<br />
Afdelingshoofd DKO Afdeling Deeltijds Kunstonderwijs<br />
annemie.dewael@ond.vlaanderen.be<br />
Christel Rutten<br />
Adjunct v/d directeur Directoraat-Generaal Administratie Permanente Vorming<br />
christel.rutten@ond.vlaanderen.be<br />
Mieke Quintens<br />
Adjunct v/d directeur Afdeling Deeltijds Kunstonderwijs<br />
mieke.quintens@ond.vlaanderen.be<br />
Patrick Lemahieu<br />
Hoofdmedewerker Afdeling Deeltijds Kunstonderwijs<br />
patrick.lemahieu@ond.vlaanderen.be<br />
Marc Hermans<br />
Directeur Gemeentelijke Academie voor Schone Kunsten Arendonk<br />
secretariaat@academiearendonk.be<br />
René Borzee<br />
Directeur Stedelijke Academie voor Schone Kunsten Hasselt<br />
stedelijke.academie@hasselt.be<br />
Jef Lysens<br />
Directeur Muziekacademie vzw De Noorderkempen Baarle-Hertog<br />
madn@pi.be<br />
Henri van Tieghelt<br />
Voorzitter Muziekacademie vzw De Noorderkempen Baarle-Hertog<br />
madn@pi.be<br />
Francis van Bree<br />
Directeur Stedelijke Academie voor Muziek en Woord Maaseik<br />
anita.frantzen@yucom.be<br />
Jef Martens<br />
Directeur Instituut voor Kreatieve Opvoeding Hoogstraten<br />
iko@village.uunet.be<br />
René Vanbrabant<br />
Directeur Academie voor Schone Kunsten van het Gemeenschapsonderwijs Tongeren<br />
rene.vanbrabant@academietongeren.be<br />
47 BUITENSCHOOLS KUNSTONDERWIJS IN VLAANDEREN EN NEDERLAND
Jan Nihoul<br />
Directeur Academie voor Muziek en Woord Tongeren<br />
jan.nihoul@academietongeren.be<br />
Roger Seldeslachts<br />
Directeur Stedelijke Academie voor Beeldende Kunst Leuven<br />
academie@leuven.be<br />
Jurgen Wayenberg<br />
Directeur Gemeentelijke Academie voor Muziek en Woord<br />
jurgen.wayenberg@pandora.be<br />
Jo Deblieck<br />
Directeur Academie Beeldende Kunsten van het Gemeenschapsonderwijs Anderlecht<br />
sbk.anderlecht@rago.be<br />
Piet Nijsten<br />
Directeur Gemeentelijke Muziekacademie Maasmechelen<br />
kunstacademie@maasmechelen.be<br />
Deelnemers Nederland<br />
Barend Lutgendorff<br />
Directeur Stg. Veldhovense Muziekschool<br />
b.Lu@muziekschoolveldhoven.<strong>nl</strong><br />
Anton de Kort<br />
Directeur Zeeuwse muziekschool<br />
a.dekort@zeeuwsemuziekschool.<strong>nl</strong><br />
Nico Out<br />
Adviseur Cultuur Scoop<br />
nout@scoopzld.<strong>nl</strong><br />
Conny van der Bijl<br />
Edu-Art Gelderland<br />
c.vanderbijl@edu-art-gelderland.<strong>nl</strong><br />
René Eijsermans<br />
Directeur De Muzerije<br />
r.m.eijsermans@zonnet.<strong>nl</strong><br />
Ko van der Velpen<br />
Muziekschool<br />
kvdvelpen@kunstencentrumjerusalem.<strong>nl</strong><br />
48 BUITENSCHOOLS KUNSTONDERWIJS IN VLAANDEREN EN NEDERLAND
Karin Sorbi<br />
Inspecteur Cultuureducatie<br />
k.sorbi@owinsp.<strong>nl</strong><br />
Joop Biegelaar<br />
Directeur Centrum voor de Kunsten Etten Leur<br />
joop.biegelaar@etten-Leur.<strong>nl</strong><br />
Tony Klaasen<br />
Directeur Kunstencentrum Helmond<br />
a.klaasen4@chello.<strong>nl</strong><br />
Paul Winters<br />
Directeur Muziekcentrum Zuid-Kennemerland<br />
p.winters@mzk.net<br />
Ton van de Geijn<br />
Directeur Kempisch Centrum voor Muziek & Dans<br />
info@kcmd.<strong>nl</strong><br />
Francesco van Mierlo<br />
Directeur Centrum voor de Kunsten Halderberge<br />
fvanmierlo@cvkamadeus.<strong>nl</strong><br />
Eite Wolfis<br />
Directeur Centrum voor de Kunsten Oosterhout<br />
directieh19@hetnet.<strong>nl</strong><br />
Ap de Vries<br />
De Kunstconnectie<br />
a.devries@dekunstconnectie.<strong>nl</strong><br />
Matty Veldkamp<br />
Inspecteur Cultuureducatie<br />
m.veldkamp@owinsp.<strong>nl</strong><br />
Sebastiaan Spit<br />
Directeur MIKV<br />
mikv@zeelandnet.<strong>nl</strong><br />
Nathalie Jansen<br />
Beleidsmedewerker Cultuur & Welzijn provincie Zeeland<br />
n.jansen@zeeland.<strong>nl</strong><br />
Annemie Hermans<br />
Muziekschool Kumulus Maastricht<br />
annemie.hermans@planet.<strong>nl</strong><br />
49 BUITENSCHOOLS KUNSTONDERWIJS IN VLAANDEREN EN NEDERLAND
Joop Mols<br />
Edu-Art Gelderland<br />
j.j.mmols@freeler.<strong>nl</strong><br />
Leontien Poppe<br />
Scoop Zeeland<br />
lpoppe@scoopzld.<strong>nl</strong><br />
Jettie Rattink<br />
Centrum voor de Kunsten Breda<br />
ew.rattink@breda.<strong>nl</strong><br />
Leon Arninkhof<br />
Centrum voor de Kunsten Roosendaal<br />
l.arninkhof@roosendaal.<strong>nl</strong><br />
Guy Miellet<br />
<strong>Cultuurnetwerk</strong> Nederland<br />
guymiellet@cultuurnetwerk.<strong>nl</strong><br />
Genevieve van Dijk<br />
<strong>Cultuurnetwerk</strong> Nederland<br />
genevievevandijk@cultuurnetwerk.<strong>nl</strong><br />
Ernst Lamers<br />
Centrum voor de Kunsten Boxmeer<br />
info@stichtingmeander.<strong>nl</strong><br />
Ran Dur<br />
Centrum voor de Kunsten Bergen op Zoom<br />
r.dur@bergenopzoom.<strong>nl</strong><br />
Patrick Milbau<br />
Centrum voor de Kunsten Roosendaal<br />
p.milbau@roosendaal.<strong>nl</strong><br />
Cees Meijer<br />
Centrum voor de Kunsten Bergen op Zoom<br />
c.j.l.meijer@bergenopzoom.<strong>nl</strong><br />
Pierre van Broekhoven<br />
Centrum voor de Kunsten Bergen op Zoom<br />
p.j.m.vanbroekhoven@bergenopzoom.<strong>nl</strong><br />
Paul de Vries<br />
De Kunstconnectie<br />
p.devries@dekunstconnectie.<strong>nl</strong><br />
50 BUITENSCHOOLS KUNSTONDERWIJS IN VLAANDEREN EN NEDERLAND
Daphna Plaschkes<br />
Vereniging van Nederlandse Gemeenten, afdeling Cultuur<br />
daphna.plaschkes@vng.<strong>nl</strong><br />
Hildegard Nefs<br />
Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen, directie Voortgezet Onderwijs<br />
h.c.nefs@minocw.<strong>nl</strong><br />
Ineke Friesen<br />
Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen, directie Kunsten<br />
g.m.e.friesen@minocw.<strong>nl</strong><br />
Jan Wagemakers<br />
Dagvoorzitter<br />
j.wagemakers@sopo.<strong>nl</strong><br />
Peter Maissan<br />
Directeur Kunstweb<br />
pmaissan@kunstweb.<strong>nl</strong><br />
Hildegard Draayer<br />
Artistiek leider Jongerentheatergroep Dox<br />
info@theatergroepdox.<strong>nl</strong><br />
Jan Stoel<br />
Project Kunstenaars in de klas<br />
jstoel@som-net.<strong>nl</strong><br />
René Lebens<br />
Muziekschool Sittard<br />
beheerder@muziekschool.sittard.<strong>nl</strong><br />
Oeds Westerhof<br />
Voorzitter De Kunstconnectie<br />
o.westerhof@keunstwurk.<strong>nl</strong><br />
Alice Erens<br />
Kunstweb Amsterdam<br />
aerens@kunstweb.<strong>nl</strong><br />
Jan Jaap Knol<br />
Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen, directie Kunsten<br />
j.j.k.knol@minocw.<strong>nl</strong><br />
Anja Geldermans<br />
Journalist<br />
Stroogeld@planet.<strong>nl</strong><br />
51 BUITENSCHOOLS KUNSTONDERWIJS IN VLAANDEREN EN NEDERLAND
Colofon<br />
Buitenschools kunstonderwijs in Vlaanderen Nederland. Verslag symposia 27 maart en 27 november<br />
2002/Gent 5-akkoord is een uitgave van <strong>Cultuurnetwerk</strong> Nederland.<br />
Samenstelling<br />
Subwerkgroep Deeltijds Kunstonderwijs/Cultuureducatie (binnen de werkgroep<br />
Beroepsonderwijs/Volwasseneneducatie/Permanente Vorming) in het kader van het Gent 5-akkoord<br />
voor de onderwijssamenwerking tussen Nederland en Vlaanderen<br />
Redactie en productie<br />
<strong>Cultuurnetwerk</strong> Nederland<br />
<strong>Cultuurnetwerk</strong> Nederland<br />
Ganzenmarkt 6<br />
Postbus 61<br />
3500 AB Utrecht<br />
Telefoon 030-236 12 00<br />
Fax 030-236 12 90<br />
E-mail info@cultuurnetwerk.<strong>nl</strong><br />
Internet www.cultuurnetwerk.org<br />
2003.010<br />
52 BUITENSCHOOLS KUNSTONDERWIJS IN VLAANDEREN EN NEDERLAND