Integrale tekst presentatie Henk Oosterling [PDF] - Cultuurnetwerk.nl
Integrale tekst presentatie Henk Oosterling [PDF] - Cultuurnetwerk.nl
Integrale tekst presentatie Henk Oosterling [PDF] - Cultuurnetwerk.nl
You also want an ePaper? Increase the reach of your titles
YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.
Samenwerken als noodzaak<br />
Over inter-‐esse als grond van het bestaan<br />
<strong>Henk</strong> <strong>Oosterling</strong><br />
(Universitair hoofddocent Filosofie Erasmus Universiteit<br />
Rotterdam Directeur Rotterdam Vakmanstad)<br />
Waarom samenwerken? Het lijkt een typisch crisisverschijnsel: we moeten wel om er<br />
nog iets van te maken. De krachten bundelen om meer geld vrij te maken of juist om geld<br />
te besparen. Dat lukt niet echt. Budgetten zijn gebonden aan departementen, diensten en<br />
disciplines. Het 'hokjesdenken', de verkokering, de verschotting, het werkt allemaal te-‐<br />
gen, ook al leven we in een grenze<strong>nl</strong>oze wereld. Beleidsmakers beseffen dat wel degelijk<br />
en sturen daarom op integraliteit en duurzaamheid. Maar in praktijk is het systeem te<br />
weerbarstig gefragmenteerd. Moeten we dan concluderen dat het systeem achterhaald<br />
is?<br />
Hoe begrijpen we onszelf in een wereld die kwalitatief verschilt van de 19e eeuwse we-‐<br />
reld waarin de inhoud van onze begrippen ‘cultuur’, ‘kunst’, ‘politiek’ en ‘individu’ zijn<br />
beslag krijgt? Is het moderne discours, deze specifieke manier van collectief handelen en<br />
legitimerend spreken die wortelt in het Verlichtingsdenken en zijn beslag krijgt na de<br />
Franse Revolutie, nog wel toereikend om adequaat over onze hedendaagse same<strong>nl</strong>eving<br />
na te denken? Is beleid dat 19 e -‐eeuwse uitgangspunten hanteert voor 21 e -‐eeuwse inter-‐<br />
venties nog effectief? Ik denk het niet. Laat ik een zeer sumiere poging doen om deze<br />
ontkenning te onderbouwen en een ander verhaal over de hedendaagse mens neer te<br />
zetten dat meer hout snijdt. Ik neem uw organisatienaam als uitgangspunt van mijn kor-‐<br />
te reflectie: cultuurnetwerk. Wat zegt u daarmee? In welk perspectief is uw merknaam<br />
als radicaal zelfbegrip van onze tijd te begrijpen? Ik splits de naam even op in ‘cultuur’<br />
en in ‘netwerk’.<br />
1. Cultuur<br />
Laat ik rustig beginnen met een diep in de taal verankerde intuitie over het begrip cul-‐<br />
tuur: cultuur slaat allereerst op ‘bebouwing van de grond, verbouw; beschaving; kweek<br />
(van bacteriën enz.)’. Het latijnse woord cultūra betekent ‘verzorging, bebouwing, veld-‐<br />
bouw, vorming, veredeling’. Het werkwoord colere (verl.deelw. cultus) buigt ‘verbou-‐<br />
wen; bewonen’ om naar ‘religieus) vereren’. Sinds het eind van de 17 e eeuw wordt cul-‐<br />
tuur overdrachtelijk gebruikt voor beschaving. Kortom, het gaat over een langdurig en<br />
continu proces van veredelen en verzorgen. Over delen, mededelen en deelnemen.<br />
Cultuur is wat doorgegeven wordt aan de volgende generaties. Op kleine schaal in het<br />
gezin, op macroschaal in instituties en instellingen. Daarin wordt sociaal gedrag, zedelijk<br />
besef, cultureel bewustzijn aangebracht en worden via drills technologische skills en<br />
mondjesmaat wetenschappelijke inzichten overgedragen. De samenhang tussen al die<br />
praktijken wordt gegarandeerd door het cultuurhistorisch discours van de moderniteit,<br />
waarin de mens als autonoom handelend individu centraal staat. Politiek als eenzame<br />
stemmer in een hokje, cultureel als de verpersoo<strong>nl</strong>ijking van al het moois en edels wat<br />
een nationale geschiedenis aan tradities en uitvindingen heeft opgeleverd, creatief en<br />
artistiek als een wezen dat een god is in het diepst van zijn gedachten, sociaal als auto-‐<br />
1
nome deelnemers aan het maatschappelijke verkeer. In een platte, kort lontje variant: ik<br />
bepaal zelf wel wat ik wil en hoe ik ‘t doe.<br />
Zo’n cultuuroverdracht vergt een gerichte opvoedkundige en educatieve strategie: toen<br />
Bildung en nu via education permanente een leven lang leren. Vanaf het begin van de 19 e<br />
eeuw hebben burgers stelselmatig aan hun kinderen geschaafd om hen te modelleren<br />
naar het moderne Bildungsideaal. in het gezin en buurthuizen vindt dit schuur-‐ en<br />
schaafwerk impliciet plaats, in het reguliere onderwijs expliciet. Kinderen worden niet<br />
alleen intellectueel en creatief uitgedaagd, ze leren zich ook te gedragen. De Franse filo-‐<br />
soof Michel Foucault noemt dit alomtegenwoordige proces van normalisering: discipli-‐<br />
ne. 1 Het product van een goede opvoeding is een werkende en werkbare burger.<br />
Cultuur heeft alles met kunst te maken. Maar vanaf 1800 zet de kunst zich tegen de cul-‐<br />
tuur af. Kunst is voor de getormenteerde bohemien, cultuur voor gezapige burgers en<br />
volkscultuur voor het klootjesvolk. De modern avant-‐garde keert zich met zijn experi-‐<br />
menteerdrift tegen de gezapigheid van de burgerlijke cultuur. In deze typisch vroeg 20e<br />
eeuwse opvatting is kunst revolutionair vernieuwend en cultuur traditioneel behou-‐<br />
dend. Dat was toen. Een historisch noodzakelijke ontwikkeling na de onthoofding van<br />
aristocraten en de ontvoogding van de Kerk. Zo konden alle inwoners van de nationale<br />
staat in stappen worden geemancipeerd tot autonome individuen: eerst de burgers, dan<br />
de arbeiders, dan de vrouwen en na de jaren zestig al die marginale groeperingen die er<br />
eerst niet bijhoorden.<br />
Intermedialiteit<br />
De tegenstelling kunst/cultuur is dan ook niet meer toereikend om de positie en aard<br />
van de hedendaagse cultuur te definieren. Van een onoverbrugbare kloof tussen hoge en<br />
lage cultuur, tussen elitaire kunstbeleving en volkscultuur is geen sprake meer. Vanaf de<br />
jaren 60 is kunst en de bijbehorende creativiteit steeds verder gedemocratiseerd. Dwars<br />
door de tegenstelling mainstreamcultuur versus tegencultuur ontvouwde zich een scala<br />
van subculturen die nu als lifestyles worden vermarkt via brands en lifestyles. We spre-‐<br />
ken over inmiddels over jongerencultuur, straatcultuur en beeldcultuur, maar ook over<br />
bedrijfsculturen.<br />
De moderne kunst is aan haar doorslaggevende succes ten onder gegaan. Inmiddels is<br />
iedere, zichzelf respecterende kunstacademiestudent al een avant-‐garde kunstenaar<br />
voordat ie zijn examen heeft gedaan en is het leven zelf een experiment geworden. Alle<br />
kunst is bovendien multimediaal, interdisciplinair en interactief geworden. Samenwer-‐<br />
ken is in de podiumkunsten en de cinema eige<strong>nl</strong>ijk altijd al een gegeven geweest, maar<br />
tegenwoordig zijn de beeldende kunsten in onze beeldcultuur afhankelijk van designers<br />
en werken architecten met iedereen samen. Wat tussen voormalig aparte kunstdiscipli-‐<br />
nes gebeurt, is belangrijker dan wat er zich monodisciplinair in afspeelt.<br />
1 Zie over het werk van Foucault: <strong>Henk</strong> <strong>Oosterling</strong>, “Michel Foucault” in De nieuwe franse filosofie. Denkers<br />
en thema’s voor de 21e eeuw. Red. Bram Ieven, Aukje van Rooden, Marc Schuilenburg en Sjoerd van<br />
Tuinen, Boom Amsterdam 20007, pp. 257-‐276; Zie verder: De opstand van het lichaam. Over zelfervaring<br />
en verzet bij Foucault en Bataille. SUA, Amsterdam 1989. De digitale versie staat op<br />
http://www.henkoosterling.<strong>nl</strong>/opstand.html<br />
2
Eige<strong>nl</strong>ijk zijn nagenoeg is kunstwereken producten van al dan niet verdrongen of ver-‐<br />
doezelde samenwerking. Die begint bij een goede opleiding, veel imiteren, goed jatten<br />
zoals Picasso zei, en openstaan voor wat er zoals om je heen gebeurt. Op de keper be-‐<br />
schouwd is de moderne avant-‐garde -‐ vanaf Duchamp via het surrealisme tot aan War-‐<br />
hol en Beuys -‐ een grote onderlinge kruisbestuiving van kunstdisciplines, wetenschap-‐<br />
pelijke inzichten en politieke verwijzingen. Hedendaagse kunst is intermediaal. 2<br />
Cultureel burgerschap en cultureel kapitaal: Dasein is design<br />
Kunst en cultuur schuiven in elkaar. Creatieve innovatie is tegenwoordig een must in<br />
ieder proces, wil dit serieus worden genomen. Ieders leven is één groot kunstwerk, een<br />
groot ontwerp geworden, dat bol staat van de keuzes die iedere dag en iedere levensfase<br />
weer moeten worden gemaakt. Was individualisering tot 1970 een emancipatieproces,<br />
daarna wordt het geleidelijk aan een vorm van consumptie waarop fashion en design via<br />
branding en costumizing inspelen. Innovatie is aan de orde van de dag. Kortom: Dasein<br />
is design.<br />
Sinds enkele decennia zijn ook burgerschap en cultuur een nieuw verbond aangegaan.<br />
Cultuur is altijd al gepolitiseerd, maar sinds kort is het een expliciete beleidstarget. De<br />
Raad van Cultuur bevordert cultureel burgerschap. De politiek legt het accent daarbij<br />
echter meer op burgerschap dan op cultuur. Beleidsmakers hopen via cultuur participa-‐<br />
tie markttechnisch beter te kunnen sturen. Ik zeg expres markttechnisch, omdat culture-‐<br />
le ervaringen in onze huidige experience economy, zoals het boek uit 2000 van Pine en<br />
Gilmore heet, worden gekapitaliseerd. Het is altijd een investering in iets anders. Het is<br />
cultureel kapitaal. Er bestaat al langere tijd zoiets. Als eerste heeft de Franse socioloog<br />
Pierre Bourdieu daar behartenswaardige dingen over gezegd. Cultureel besef, stelt<br />
Bourdieu eind jaren 70, schept onderscheid, distinction. Een cutting edge avant-‐garde<br />
schilderij boven de bank in de huiskamer positioneert de eigenaar cultureel scherper<br />
dan een stilleven of een natuurprentje.<br />
Maar het is Richard Florida’s befaamde boek The Rise of the Creative Class dat de impact<br />
van cultureel kapitaal sociologisch onderbouwt. Na het verschijnen in 2002 wordt dit<br />
het handboek voor urban planners. In zijn sociologische analyse van de randvoorwaar-‐<br />
den van een creatieve industrie draait het weliswaar om de toplaag van grootstedelijke<br />
creatievelingen – kunstenaars, designers, architecten, fotografen, cateraars, mode ont-‐<br />
werpers -‐ maar Florida geeft in zijn i<strong>nl</strong>eiding ook aan dat een stadscultuur gebaat is bij<br />
de ontwikkeling van laagdrempelige creativiteit: “Creativiteit in de wereld beperkt zich<br />
niet tot de Creatieve Klasse. (…) Ik ben er heilig van overtuigd dat de sleutel tot het ver-‐<br />
beteren van het overgrote deel van onderbetaalde, deels werkloze en misdeelde mensen<br />
niet in sociale dienst programma’s of part time baantjes zit (…) maar in het aftappen van<br />
de creativiteit van deze mensen”(10). Investeren in creativiteit en cultuur aan de basis<br />
van de same<strong>nl</strong>eving is een investering in een gezonde en duurzame stadscultuur.<br />
Sociaal kapitaal<br />
2 Ik heb tussen 1997 en 2007 deze inzichten verwerkt in het international researchprogramma Intermedi-‐<br />
ality. Beyond the borders of philosophy, art and politics. Zie voor publicaties in de InterAkta reeks en elders:<br />
http://www2.eur.<strong>nl</strong>/fw/cfk/ en http://www2.eur.<strong>nl</strong>/fw/cfk/DAFcahiers/coverDAFcahier1.pdf<br />
3
Zo heeft het spreken over cultuur zich ingevoegd in het managersjargon van een neo-‐<br />
liberale markteconomie, waarin alles gekapitaliseerd wordt. Het huidige kabinet trekt<br />
daaruit een merkwaardige conclusie: alles moet vermarkt worden. Sommige politici<br />
verklaren zelfs weer expliciet dat cultuur nu eenmaal een elitair product is en dus<br />
slechts voor een kleine groep burgers betaalbaar. Maar daarmee verliezen ze uit het oog<br />
wat, met het oog op burgerschap, gerichte overheidsinvesteringen in cultureel kapitaal<br />
uiteindelijk opleveren: sociaal kapitaal. Robert Putnam typeert dit in Bowling alone. The<br />
Collapse of the American Community (2000) als ‘binding’ en ‘bridging’. Ook hij benadrukt<br />
in zijn analyse het tussen, de publieke interactie, kortom, de relaties tussen mensen:<br />
“Verwijst fysiek kapitaal naar fysieke objecten en menselijke kapitaal naar de eigen-‐<br />
schappen van individuen, sociaal kapitaal verwijst naar verbindingen tussen individuen,<br />
sociale netwerken en normen als wederkerigheid en geloofwaardigheid die daar uit<br />
voortkomen”(19). Het gaat Putnam om precies dat begrip dat in jullie naam op ‘cultuur’<br />
volgt: netwerken. Culturele activiteiten, zo zou je kunnen zeggen, versterken netwerken<br />
vanbinnenuit (binding) en het verbinden in een opschaling netwerken met elkaar (brid-‐<br />
ging).<br />
2. Netwerken<br />
Hoe verbeelden we ons de same<strong>nl</strong>eving? Vaak als iets waar alleen maar horizontaal bi-‐<br />
nen netwerken wordt samengewerkt en vertikaal netwerken elkaar verdrukken. Als we<br />
ons een beeld voor ogen halen dat de onderlinge verhoudingen tussen bevolkingsgroe-‐<br />
pen weergeeft, dan verschijnt nog vaak het beeld van zo’n piramide van de macht: bo-‐<br />
venaan de macht, onderaan de machtelozen, ooit respectievelijk de staat en het lompen-‐<br />
proletariaat. En zoals de maaschappij wordt gedacht, zo wordt ook de menselijke condi-‐<br />
tie in beeld gebracht.<br />
Dat beeld is inmiddels enigszins bijgesteld, zoals in het in 2000 gepubliceerde boek van<br />
Antoni Negri en Michael Hardt getiteld Empire: in de neoliberale markt economie zijn<br />
banken en bedrijven de aristocratie en schragen illegale immigranten en sweatshop-‐<br />
werkers de piramide. Ergens daartussenin zit de nationale staat. Maar de Maslov pira-‐<br />
mide wordt nog alom geprezen.<br />
Wellicht is deze metafoor gedateerd. Onze globale same<strong>nl</strong>eving vergt een ander beeld.<br />
Hier kotm het netwerk in beeld, gebaseerd op de manier waarop media groepen mesen<br />
met elkaar verbinden. Maar in feite is ieder mens een knooppunt geworden in een net-‐<br />
werk. Denk maar eens aan de paniek uitbreekt als iedereen zijn mobiel kwijt is, de<br />
server down is, de benzine aanvoer stokt of het openbaar vervoer staakt. Onze samenD-‐<br />
4
leving wordt adequater in kaart gebracht als een formeel samenstel van in elkaar grij-‐<br />
pende, grensoverschrijdende, digitaal ondersteunde netwerken die aangejaagd worden<br />
door kapitaal-‐ en energiestromen.<br />
En bij kapitaalstromen gaat het, zo hebben we gezien, om meer dan louter economisch<br />
kapitaal. Alles stroomt, zei de Griekse filosoof Herakleitos al, en die stromen houden niet<br />
op bij de grens. Dat geldt ook voor cultuur. Ooit waren culturele netwerken afgesloten,<br />
lokaal en tribaal, een groot deel van onze europese geschiedenis zijn ze regionaal-‐<br />
koloniaal geweest, vanaf het midden van de 19e eeuw nationaal-‐internationaal en sinds<br />
kort globaal-‐digitaal. Zo is onze cultuur per definitie een wereldcultuur in een kosmopo-‐<br />
litisch netwerk: van tribaal tot globaal, want rappen hoort bij zappen. Onze kids zijn<br />
geen teenagers meer, maar screenagers.<br />
5
Interculturaliteit<br />
Onze globale same<strong>nl</strong>eving aan het eind van deze eeuw, zo stelt Doug Saunders in zijn<br />
boek Arrival City (De trek naar de stad) uit 2010, zal grootstedelijk zijn of niet zijn. De<br />
West-‐Europese stadscultuur wordt vanaf de jaren 50 post-‐koloniaal multicultureel,<br />
maar dat drama was al rond 1990 uitgewoed. 3 Paul Scheffer trekt 10 jaar later die con-‐<br />
clusie. Sindsdien wordt in internationale analyses urban culture steeds nadrukkelijker<br />
als intercultureel fenomeen neergezet, zoals Phil Wood en Charles Landry dat doen in<br />
The Intercultural City: Planning for Diversity Advantage uit 2007. Daarin wordt niet lan-‐<br />
ger rekenschap gegeven van wat er zich in culturen afspeelt, maar wat er tussen culturen<br />
gebeurt. Interculturaliteit focust op overdracht en uitwisseling – Putnam noemt dat bin-‐<br />
ding and bridging -‐, op interactie en transformatie, met fusion cooking en wereldmuziek<br />
als basisingredienten. Netwerken is dus niet alleen iets van bedrijfsculturen, het treft de<br />
hele cultuurlijke sfeer.<br />
In een grootstedelijke cultuuropvatting is het publieke domein zo bezien een groot rela-‐<br />
tioneel netwerk van fysieke interacties, digitale interfaces en cultuurlijk entertainment.<br />
Ziehier de structurele componenten van ons netwerkbestaan. Hun samenhang vormt<br />
een elastisch en veerkrachtig weefsel, dat voor sommigen als trampoline werkt om ho-‐<br />
ger op te komen, voor anderen als vangnet dient om niet te pletter te slaan op de kei-‐<br />
harde werkelijkheid.<br />
3. Mensvisie: individu als inter-‐esse<br />
Ik ben nu op het punt beland waarop ik de radicaliteit van uw merknaam Cultuurnet-‐<br />
werk kan aanscherpen. Want wat ik wil betogen is dat het hedendaagse individu een<br />
fundamenteel ander wezen is dan het 19 e eeuwse individu dat zich met kunst, cultuur of<br />
politiek bezighield. Wat betekent de transformatie van het maatschappijbeeld – het<br />
beeld van samen-‐leven -‐ nu voor ons mensbeeld? Moet dat niet net als ons maatschappij-‐<br />
beeld herijkt wordt in termen van netwerken? Maar kan een individu wel een netwerk<br />
zijn? Wel, in ieder geval isn het een knooppunt in een netwerk. In zich verbindt een indi-‐<br />
vidu de lijnen die elkaar kruisen (we spelen allemaal vele rollen en bewegen ons in aller-‐<br />
lei netwerken). En die ogenschij<strong>nl</strong>ijke leegtes – de mazen -‐ die daardoor ontstaan vor-‐<br />
men als het ware de onzichtbare zijnsgrond van de menselijke conditie die met een sim-‐<br />
pele term is aan te duiden: interesse. En ik bedoel dit heel letterlijk: het zijn (esse) tussen<br />
(inter). Interesse is geen eigenschap van individuen, maar een open relationeel besef.<br />
Iedereen is altijd tussen de mensen. Ieder individu ontleent de kracht en waarde van zijn<br />
bestaan aan zijn relaties.<br />
Laat ik deze gedachte eens vanuit een zestal perspectieven onderbouwen.<br />
a. neurologisch<br />
Denk aan de recente boeken van Dick Swaab en Victor Lamme over het brein: ‘de vrije<br />
wil bestaat niet’ en ‘wij zijn ons brein’. Dit zegt indirect dat onze identiteit en onze wil<br />
samenvallen met onze neurale netwerken zijn. Het is wat weinig romantisch en ontluis-‐<br />
3 Zie het onderzoek van de research groep van Heinz Kimmerle Interculturele filosofie aan de EUR dat in<br />
1990 wordt opgestart. Zie bijv.: "A Culture of the Inter. Japanese Notions of Ma and Basho" in: Sensus com-‐<br />
munis in Multi-‐ and Intercultural perspective. On the Possibility of Common Judgements in Arts and Politics.<br />
Heinz Kimmerle & <strong>Henk</strong> <strong>Oosterling</strong> (eds.), Königshausen & Neumann, Würzburg 2000, pp. 61-‐84.<br />
6
terend om creativiteit in een hersenhelft te lokaliseren en te reduceren tot de synapti-‐<br />
sche aanvuringen tussen twe dendrieten. Maar dit zegt ook iets anders: alles bestaat bij<br />
gratie van uitwisseling van informatie. En inderdaad, kennis is in onze same<strong>nl</strong>eving niet<br />
langer een issue. We leven in een informatiesame<strong>nl</strong>eving waarin studenten wikipedisch<br />
te werk gaan. Encyclopedische kennis is achterhaald, bibliotheken virtueel en als we nog<br />
iets leren dan is het leren. In het studiehuis op school leren we allereerst leren om later<br />
het tempo bij te kunnen houden.<br />
b. sociaal<br />
Door onze blik een kwart slag te draaien verschijnt het individu, hoe uniek ook, als een<br />
knooppunt in netwerken: gezin, familie, school, werk, vrije tijd, sport. Al die instituties<br />
en organisaties kunnen dynamisch opgevat worden als pulserende netwerken die als<br />
vangnet of trampoline voor hun deelnemers fungeren. Ze worden verbonden door ge-‐<br />
meenschappelijke waarden die in hun samenhang een cultuur vormen: bedrijfscultuur,<br />
clubcultuur, straatcultuur. Kijken we vanuit dit perspectief naar de dagbesteding van<br />
een willekeurig individu, dan beweegt deze zich in de loop van 24 uur fysiek van net-‐<br />
werk naar netwerk, terwijl hij digitaal gelijktijdig op onnoemlijk veel netwerken is aan-‐<br />
gesloten, van teleshoppen tot facebook.<br />
Maar in feite toont het hele leven van een individu zich als een continue opschaling van<br />
netwerken. Je wordt klein en hulpeloos geboren in het kleinste netwerk: het kerngezin,<br />
maar wel in een ziekenhuis waar je als eerste examen 10 reflexpunten moet halen als je<br />
nog nauwelijks je ogen hebt geopend. Je mag hopen dat je er 8 haalt en je mag hopen dat<br />
het gezin waarin je terecht komt intact is, hoewel er vele varianten zijn die gelijkwaardig<br />
zijn aan zo’n kerngezin als iedereen zijn of haar verantwoordelijkheid neemt. Vanaf het<br />
moment dat familie, vrienden en kennissen de boreling komen bewonderen begint het<br />
opschalen. Via oppas, kinderdagverblijf, school, sportclubs en stages belanden jong vol-‐<br />
wassenen, die dan al digitaal globaal verknoopt zijn op de arbeidsmarkt waar ze steeds<br />
meer moeten multitasken en flexwerken. Rond hun vijftigste jaar kunnen ze dan een<br />
optimaal netwerk hebben ontwikkeld. Daarna neemt het gestaag af en na hun pensione-‐<br />
ring of vroegtijdige dood van partners belanden velen weer in de uitgangspositie: alleen,<br />
dat wil zeggen met minimale netwerken, veelal overgeleverd aan de zorg van anderen.<br />
c. intercultureel<br />
Op stadspolitiek gebied hebben, zoals ik hierboven al betoogde, te maken met een inter-‐<br />
culturele conditie. In Rotterdam gaat dat inmiddels om zo’n kleine 175 nationaliteiten.<br />
Hybride fenomen zijn hoogst creatief omdat ze ieder iets inbrengen waarin ze niet lan-‐<br />
ger geworteld en waarmee ze dus kunnen spelen. Het korte theaterstuk De dood van een<br />
handelsreiziger dat aan het begin van dit programma door de Lucia Petrus MAVO, na<br />
ondersteuning van het RO theater, werd opgevoerd, maakt dit punt eens te meer duide-‐<br />
lijk. Creativiteit zit eerst in het samenwerken en dan pas in de unieke positionering van<br />
ieder individu.<br />
d. intermediaal<br />
Ook daar heb ik al enkele opmerkingen aan gewijd. Alle voormalige monodisciplines in<br />
de kunst zijn allang ingebed in grotere artistieke netwerken. Terugkijkend naar de ge-‐<br />
7
schiedenis van de avant-‐garde moeten we zelfs concluderen dat deze per definitie<br />
grensoverschrijdend, dus interdisciplinair is.<br />
e. ecologisch<br />
Als we de 21 e eeuwse mens als verknoopte netwerker in een nog breder context plaat-‐<br />
sen, komen de ecosystemen in beeld waarvan hij onderdeel uitmaakt. Ieder ecosysteem<br />
is adaptief en is in zichzelf constructief. Uit studies blijkt dat groepen die samenwerken<br />
evolutionair meer overlevingskansen hebben dan hordes losse wezens die op overleving<br />
uit zijn. Het is samen werken of ten onder zal gaan. 4 Dat klinkt als een rampenscenario,<br />
maar op macro economisch niveau wordt deze visie door wetenschappers keer op keer<br />
bevestigd. Micro-‐economisch is dit ecosystemische bewustzijn een cruciaal onderdeel<br />
van een cultuurlijke omslag die we de komende decennia zullen doormaken, of we dat<br />
nu willen of niet.<br />
Zo’n cultivering biedt een nieuw emancipatieperspectief dat de hyperconsumptie van<br />
zelfverzekerde individualiteit kan pareren. Het innerlijk is uit. De 19 e eeuwse visie<br />
zoomt in op het innerlijk van het creatieve individu dat een god is in zijn gedachten. Ta-‐<br />
lenten zitten dan in individuen, evenals creativiteit. Het genie begrip wortelt in deze me-‐<br />
tafoor, maar biedt al een opening omdat deze vaak niet precies weet waarom ie het doet<br />
en eige<strong>nl</strong>ijk nog in contact staat met ‘ iets’ buiten hem. Dat iets is echter niet een verbor-‐<br />
gen god, maar zijn medemens. In de beoogde cultuurlijke emancipatie staat niet dit in-‐<br />
nerlijk en het hogere voorop, maar intermenselijke relaties en het verbindende tussen of<br />
inter. Die inter-‐esse is de cruxe van creatieve, intellectuele en sociale processen.<br />
f. mediologisch: the medium is the message<br />
Het doelwit van deze cultuurlijke emancipatie zijn dus relaties. Er bestaat immers per<br />
definitie geen individuele cultuur. Er bestaat ook geen spel voor 1 individu. Die zou im-‐<br />
mers geen regels nodig hebben. Alleen spelen kan niet omdat dan alles is geoorloofd en<br />
er geen beperkingen zijn. Zodra we spelen, werken we samen. Ook dit idee staat haaks<br />
op de moderne mensvisie waarin het individu zelf wel bepaalt wat ie doet en wat ie wilt.<br />
Als dit ooit al een gelofweaardige optie was, dan is dat in onze mediasame<strong>nl</strong>eving totaal<br />
achterhaald.<br />
Sinds media het ritme en de maat van ons bestaan bepalen is autonomie een wassen<br />
neus. Ons hele leven, iedere dagelijkse handeling ligt ingebed in een netwerkstructuur<br />
waar wij geen definitieve greep op hebben. We kunnen hoogstens de stekker eruit trek-‐<br />
ken, maar dan houdt het ook allemaal op. Dan zijn we niet langer ingelogd, niet on line.<br />
Waarom noem ik dat een mediasameleving? Omdat de media de concrete gestalten zijn<br />
van sociaal kapitaal. Natuurlijk de sociale media, maar in feite alle media, ook auto’s,<br />
computers, in feite situeert elke technologie ons in de wereld. Het zijn onze wortels ge-‐<br />
worden waarmee we in de werkelijkheid vastzitten. Het zijn daarom basisbehoeften<br />
geworden. The medium is the message, stelde Marshal McLuhan reeds in 1964. Media<br />
betekent letterlijk ‘middel’ of ‘midden’. Het zijn precies de relaties war ik het overhad,<br />
maar dan als een tussen dat nieuw sociaal kapitaal genereert.<br />
4 Zie Frans de Waal, Een tijd voor empathie. Uitgeverij Contact, Amsterdam/Antwerpen 2011. Op basis van<br />
zijn onderzoek naar primaten laat De Waal zien dat invoelingsvermogen de graadmeter wordt voor<br />
overleving. Hij vertaalt dit inzicht naar de politiek en naar hedendaagse maatschappelijke onwikkelingen.<br />
8
Kortom, we zijn in de wereld geworteld via onze media We zijn eige<strong>nl</strong>ijk radicaal (radix<br />
= wortel, denk aan radijsjes) middelmatig – de maat van de middelen geeft aan hoe wij<br />
leven. Dat klinkt hevig maar biedt ook inzicht in onze onderlinge verbondenheid en<br />
daarmee in een samnewerkingsperspectief dat allang aanwezig is. Media verbinden ons<br />
met anderen, maar die ook door anderen worden aangestuurd, anderen die zelf ook<br />
weer in een systeemnetwerk functioneren dat weer door anderen wordt aangestuurd,<br />
etc, etc. Ons probleem is allang niet meer onze afhankelijkheid van deze systemen. Wat<br />
hedendaagse individuen interesseert is bewegingsvrijheid. Niet autonomie maar auto-‐<br />
mobiliteit. Zodra we daarin worden gefrustreerd, breekt de hel los. Als het beltegoed op<br />
is, de server down, de auto stuk of het openbaar vervoer staakt, voelen we pas weer-‐<br />
stand en daarmee onze afhankelijkheid.<br />
4. Cultuurlijke emancipatie: stileer de weerstand via skills<br />
Waarom hebben een cultuurlijke emancipatie nodig? Vooral omdat we nu in een samen-‐<br />
leving leven die dit geïnteresseerd same<strong>nl</strong>even per definitie niet toestaat. We leven na-‐<br />
melijk in een angstsame<strong>nl</strong>eving die ieder risico bij voorbaat wil verzekeren. We leven<br />
een zelfverzekerd leven in een assurantief paradigma. Een same<strong>nl</strong>eving die op angst<br />
drijft, is een same<strong>nl</strong>eving die voortdurend anticipeert op mogelijke gevaren. Die niet in<br />
het nu en hier leeft, maar in het later daar. In zo’n wereld wordt verantwoordelijkheid<br />
die altijd op het hier en nu focust om vandaaruit met de toekomst verbonden te worden,<br />
vertaald als aansprakelijkheid. Leven in aansprakelijkheid betekent onzekerheid uitslui-‐<br />
ten door risico’s van te voren in te dekken. Daarin is geen openheid en kan de creativi-‐<br />
teit die tussen mensen, media en culturen zit, niet vrijkomen. Interesse staat haaks op<br />
deze risicogerichte angst-‐ en claimcultuur waarin ieder individu uit is op een zelfverze-‐<br />
kerd leven.<br />
Cultuur: primaire relationaliteit<br />
Cultuur kunnen we nu herdefinieren als een kritische, verantwoorde omgang met veel-‐<br />
soortige media – communicatiemedia, transportmiddelen, sportieve, artistieke en socia-‐<br />
le media – om de banden tussen mensen te versterken. Dat zal het wenkend persepctief<br />
van een nieuwe emancipatie kunnen zijn. Een cultuurlijke emancipatie waar de zes<br />
voorgaande perspectieven – neurologisch, sociaal, intercultureel, intermediaal, ecolo-‐<br />
gisch en mediologisch -‐ in verdisconteerd zijn. Doel van die emancipatie is het transfor-‐<br />
meren van een onkritische radicale middelmatigheid in een creatief-‐kritische interesse.<br />
Media vormen hierin de spil, omdat een medium – wat voor medium dan ook – de con-‐<br />
crete uitdrukking van een relatie is.<br />
Een hernieuwde kritische omgang met media is dus een eerste vereiste. Er zijn al scho-‐<br />
len waar leerlingen cursussen krijgen waarin ze leren een uur niet hun mobiel te ge-‐<br />
bruiken zonder in een identiteitscrisis te schieten. De vanzelfsprekendheid van media is<br />
nietzeggend geworden. Twitteren is weinig meer dan babylonisch babbelen. De dialoog<br />
met media dient hersteld te worden. En dat is precies wat cultuureducatie doet: een kri-‐<br />
tisch dialoog met een medium aangaan. Dat kan vele vormen aannemen maar basaal is<br />
de weerstand ervan op te zoeken en te ervaren. Zo’n medium kan een computer zijn,<br />
maar ook een viool of een voetbal. Even zo goed kan het een medespeler zijn of je eigen<br />
lichaam, zoals bij dans en martial arts. Het bestaan is weerstand. Door de vermeende<br />
frictieloosheid van ons huidge bestaan is de vanzelfsprekendheid nietzeggend geworden<br />
9
en iedere relatie routineus. Cultuureducatie is er op gericht om individuen uit hun com-‐<br />
fortzone te halen. Experimenteren dus. Zo voert cultuur in dit nieuwe emancipatieper-‐<br />
spectief mensen via het entertainment bij de interesse. En deze kan, gegeven zes eerder<br />
geschetste optieken en de netwerktheoretische inbedding, niet anders dan eco-‐sociaal<br />
zijn. In deze cultuureducatie is samenwerking geen keuze maar een basale zijnsvoor-‐<br />
waarde.<br />
Van drill naar skill<br />
Maar wat blijft er dan van het creatieve individu over? Dat is er nog steeds, maar ver-‐<br />
schijnt in de samenwerking met anderen. Het individu materialiseert in zijn media. Het<br />
omgaan met een medium – iPhone, bal, viool, eigen lichaam, stem, verf -‐ situeert en richt<br />
de creativiteit. Die zit tussen mensen, tussen een mens en zijn medium. Deze omgang<br />
betekent concreet het ontwikkelen van skills. In De ambachtsman. De mens als maker<br />
(2008) beschrijft Richard Sennett de mentale aspecten van het vakmanschap. Vakman-‐<br />
schap duidt strikt genomen op een professionele uitoefening van een ambacht of vak<br />
binnen een bepaalde branch. Deze sluit aan op een vaktraditie waarin kennis en kunde<br />
van generatie op generatie worden doorgegeven. Naast vakkundige beheersing van ma-‐<br />
terialen en materie – het medium – leeft vakmanschap ook van een culturele ambitie om<br />
nog beter te worden. Een naaister spiegelt zich aan een modiste die een couturier be-‐<br />
wondert die een kunstenaar wil zijn. Overdracht gebeurt binnen een specifieke pedago-‐<br />
gische structuur -‐ een meester-‐gezel relatie – en ontplooit zich in de netwerken waarin<br />
deze mensen met elkaar werken.<br />
Sennett analyseert het vakmanschap van de cellist, de glasblazer en de computerpro-‐<br />
grammeur. Hun kennis valt samen met hun kunde: zij denken met hun handen en mond<br />
en ontwikkelen materieel bewustzijn. De laatste paragraaf van zijn boek heet ‘Ethiek.<br />
Trots op je werk’. daarmee wijst hij op de sociale en mentale grondstructuur van het<br />
hedendaagse vakmanschap: vakmanschap als levenshouding, vakmanschap als levens-‐<br />
kunst.<br />
5. Rotterdam Vakmanstad/Skillcity: urbane interesse<br />
10
Deze basale cultuuropvatting ligt ten grondslag aan een politiek-‐filosofische analyse die<br />
ik in 2004 aan de stad Roterdam presenteerde en in de jaren daarna door wooncorpora-‐<br />
ties en beleidsmakers is overgenomen als een open design van de renovatie van Rotter-‐<br />
dam-‐Zuid onder de naam Pact op Zuid. Dit project is ‘Rotterdam Vakmanstad/Skillcity’<br />
(RVS) genoemd. 5 Ingegeven door het bovengenoemde vakmanschap en door de nood-‐<br />
zaak om in Rotterdam tussen de werkstad (tot ca. 1970) en de cultuurstad (vanaf ca.<br />
1970) de specifieke groep jongeren met hun kwaliteiten te bedienen wier ouders door-‐<br />
gaans voor de haven en het werk naar Nederland zijn getrokken.<br />
Fysieke Integriteit<br />
Tussen 2008 en 2012 hebben we op basisscholen in Rotterdam-‐Zuid gewerkt met een<br />
eco-‐sociaal educatief programma, getiteld Fysieke Integriteit: goed in je vel zitten, maar<br />
ook goed tussen je oren en in het onderlinge contact. Deze drieslag stemt overeen met<br />
de definitie van de Wereld Gezondheid Organisatie: deze definieert gezondheid als een<br />
toestand van lichamelijk, sociaal en geestelijk welbevinden. Ik onderscheid in dit project<br />
daarom een fysiek-‐materieel aspect (omgang met een medium), een sociaal-‐cultureel<br />
aspect (omgang met anderen: participatie en communicatie) en een mentaal aspect<br />
(omgang met jezelf: concentratie, aandacht en ambitie).<br />
Het project is eerst uitgevoerd in de wijk Bloemhof in Rotterdam-‐Zuid die onder de<br />
deelgemeente Feijenoord valt. Bloemhof suggereert veel groen, maar de wijk is groten-‐<br />
deels versteend. In deze ‘krachtwijk’ wonen zeer veel ‘allochtonen’: zij die van andere<br />
5 Voor een grondige systematische uitwerking zie: <strong>Henk</strong> <strong>Oosterling</strong>, Woorden als daden . Rotterdam Vak-‐<br />
manstad/Skillcity 2007-‐2009. JapSam Books, Heiningen 2009, pp. 222-‐306.<br />
11
(allo) grond (chtonos) komen. In het noordwestelijke deel van de wijk hebben de buurt-‐<br />
bewoners grotendeels Turkse roots. Bij hen thuis, op straat en in de winkels wordt<br />
doorgaans Turks gesproken. Meer dan een vierde deel van de bewoners van deze buurt<br />
leeft onder de armoedegrens. Er zijn veel spanningen in deze buurt vol werklozen. Kort-‐<br />
om, het is een wijk met nogal wat problemen. Er staan drie basisscholen, waaronder de<br />
openbare basisschool Bloemhof. Deze Brede School heeft twee locaties, een midden in<br />
de buurt en een aan de rand van de wijk. Bij aanvang had de school circa 200 leerlingen 6<br />
waarvan, gegeven de bevolkingssamenstelling van de wijk, 98% een allochtone achter-‐<br />
grond heeft. Een zeer groot deel van de leerlingen komt uit een meervoudig problemati-‐<br />
sche thuissituatie. In 2008 wordt in de 6 uur extra die aan het curriculum van deze Bre-‐<br />
de School wordt toegevoegd een RVS project gestart onder de noemer Fysieke Integri-‐<br />
teit. Op de school werd al gewerkt met het Wanitaconcept 7 en werd binnen het reguliere<br />
curriculum samengewerkt met kunstenaars, theatermakers en musici van de SKVR.<br />
Het project Fysieke Integriteit voegt daaraan het element van eco literacy of ecowijsheid<br />
toe. Het gaat om een integrale aanpak waarbij de potentiële talenten van leerlingen fy-‐<br />
siek, sociaal en mentaal worden aangeboord door hen met het oog op duurzaamheid en<br />
uitgaande van de vele culturen die deze school bevolken op vier trajecten skills aan te<br />
bieden. Een sporttraject: ze krijgen allemaal judoles. Een kooktraject: tussen de middag<br />
eten ze allemaal in de centrale schoolkeuken die in een samenwerking van schooldienst<br />
en wooncorporatie is ontwikkeld. Daar krijgen ze 4x per week een warme tweegangen-‐<br />
lunch met vlees (halal), verse groenten en vers fruit. Het gezame<strong>nl</strong>ijk eten wordt onder-‐<br />
bouwd door smaak-‐ en kooklessen. Een tuintraject: ze verbouwen een deel van hun<br />
groenten en fruit in de vier tuinen in de wijk die in een samenwerking tussen<br />
(deel)gemeente en wooncorporatie Vestia zijn aangelegd. In de keukentuin worden<br />
6 Het leerlingenaantal is door de activiteiten van Fysieke Integriteit in 2009 van 200 naar 300 leerlingen<br />
gestegen.<br />
7 http://www.cultuurplein.<strong>nl</strong>/authentiek-‐leren-‐volgens-‐wanita-‐concept<br />
12
zonnepanelen, een windmolen en een kas geplaatst. De tuinen zijn ook de uitvalsbasis<br />
voor natuur-‐ en milieu educatielessen. En ten slotte een filosofietraject: de drie hoogste<br />
klassen krijgen filosofielessen die in de loop van het project worden uitgebouwd naar<br />
ecosofielessen, een combinatie van filosofie, natuur-‐ en milieu educatie en maatschappij-‐<br />
leer. De skills die zij aa<strong>nl</strong>eren zijn judo, koken, proeven, verbouwen, luisteren, argumen-‐<br />
teren en denken.<br />
De achterliggende idee is dat leerlingen hun draai vinden in een van deze skills, daar-‐<br />
door positief gemotiveerd zijn om verantwoordelijkheid te dragen op die specifieke<br />
schaal voor wat zij doen om zo inzicht krijgen in de effecten van hun gedrag op anderen.<br />
De inzet van het project is dus het integraal ontwikkelen van eco-‐sociaal besef – het in-‐<br />
dividu is een functie van relaties -‐ met een interculturele dimensie – alle vormen van<br />
eten uit de hele wereld komen aan bod -‐ gebaseerd op de ontplooiing van allerlei soor-‐<br />
ten skills.<br />
Uiteindelijk draait het om een ecowijsheid die zijn beslag krijgt in het inzicht in wat de<br />
energiehuishouding van een ‘systeem’ – van het gezin tot de wereld – precies inhoudt.<br />
De energie die nodig is voor het judo waarin de leerlingen samen hun skill ontwikkelen,<br />
komt van het eten dat gezonde ingrediënten bevat en dat verbouwd wordt in de tuinen.<br />
Leerlingen beseffen wat de investering in hun dagelijks voedsel is – zorg om het te ver-‐<br />
bouwen, zorg om het klaar te maken – en snappen hoe energie zich ontplooit: van het<br />
judoën tot de zonnepanelen. De filosofie/ecosofielessen richten zich op het aanbrengen<br />
van mentale skills en het inzicht tussen de verschillende elementen.<br />
13
Deze activiteiten op school worden aangehaakt op grotere netwerken. Leerlingen kun-‐<br />
nen snuffelstages doen bij bedrijven en organisaties. Moeders ondersteunen het proces<br />
door groepen te begeleiden, uit te serveren, te koken. Deze ouders worden tegelijkertijd<br />
geïnformeerd over gezond eten. Van alle onderwijssoorten – VMBO, MBO, HBO en Uni-‐<br />
versiteit – zijn stagiairs aan de trajecten verbonden zodat leerlingen rolmodellen krijgen<br />
en de studenten zien hoe het er op deze school aan toegaat. Een economisch doel is de<br />
verzelfstandiging van de keuken tot een cateringservice en een wijkrestaurant zodat de<br />
moeders daar en deel van hun inkomsten kunnen uithalen.<br />
Vakhuis en vakwerf<br />
In de periode 2012-‐2015 vindt er een opschalingsslag plaats naar de wijk vanuit de vier<br />
kernconcepten die als selectiecriteria voor operationele trajecten fungeren: naast inte-‐<br />
graliteit, duurzaamheid en interculturaliteit ook het verbrede begrip van vakmanschap.<br />
De ontwikkeling van jongeren van 4-‐18 jaar wordt ondersteund door naast de school<br />
allerlei versterkende structuren te ontwikkelen, waaronder naast de vakantioe-‐ en<br />
weekendschool het Vakhuis. Hier wordt een begin gemakt met een herformulering van<br />
jongeren-‐ en welzijnswerk in samenwerking met de scholen. RVS verbindt zo de drie<br />
elkaar opeen volgende interactievelden: interactieveld 1 (school: 4-‐12jaar), interactie-‐<br />
veld 2 (wijk: 10-‐14 jaar), interactieveld 3 (markt: 14-‐18 jaar). De fysieke plekken die ze<br />
initieert zijn de keuken en tuinen rond de school, het Vakhuis in de wijk en de Vakwerf<br />
in de deelgemeente. Het eerste interactieveld Fysieke Integriteit is nu volledig doorge-‐<br />
werkt en wordt nu in andere wijken toegepast (2008-‐2011).<br />
De komende 3 jaar wordt het Vakhuis, een soort nieuw buurthuis met ander jongeren-‐<br />
werk, uitgerold (2012-‐2015). Onder het motto ‘Niet chillen, maar skillen’ wordt op vier<br />
trajecten ingezet: techniek, zorg/gezondheid, ICT en cultuur.<br />
In het verlengde hiervan wordt met bedrijven en middelbare beroepsopleidingen (MBO)<br />
de Vakwerf ontwikkeld. 8 Op deze wijze wordt in en opschaling en verbreding met het<br />
project Fysieke Integriteit een same<strong>nl</strong>evingsopbouw beoogd door een integrale aanpak<br />
die zich laat voeden door een basale cultuuropvatting die breed vakmanschap als uit-‐<br />
gangspunt nemen.<br />
Inmiddels is het project Fysieke Integriteit wetenschappelijk gemonitord afgerond<br />
waarbij naar drie ontwikkelaspecten werd gekeken: fysiek (worden de leerlingen soepe-‐<br />
ler?), sociaal-‐emotioneel (worden ze socialer?) en cognitief (worden ze slimmer?). Uit de<br />
eindmeting (2012) blijkt dat de leerlingen in drie jaar tijd in vergelijking met controle-‐<br />
scholen sociaal-‐emotioneel een enorme sprong hebben gemaakt. Hun gemiddelde CITO-‐<br />
scores, maatgevend voor het vervolgonderwijs ligt grofweg gesproken met 537 al twee<br />
jaar lang 3 punten boven het landelijk gemiddelde (534) en 10 boven het Rotterdamse<br />
gemiddelde (527).<br />
Denken en doen staan in de visie van RVS niet los van elkaar. Woorden zijn daden. Het is<br />
echter niet zo dat filosofische concepten ‘in praktijk’ worden gebracht. Het gaat er veel-‐<br />
meer om een cyclisch reflectieve strategie te operationaliseren waarin luisterend naar<br />
8 Zie verder: www.vakmanstad.<strong>nl</strong>. In september 2012 zullen er bij Jap SamBooks een tweetal nieuwe pu-‐<br />
blicaties uitkomen: de wetenschappelijke evaluatie <strong>Henk</strong> <strong>Oosterling</strong> & Aetzel Griffioen (red.), Wat heet<br />
lichamelijke opvoeding? en <strong>Henk</strong> <strong>Oosterling</strong>, Doendenken. Rotterdam Vakmanstad/Skillcity 2010-‐2012,<br />
beide bij Jap Sambooks.<br />
14
wat deelnemers mededelen daadwerkelijk te delen wat ieder kan en wil bijdragen. Het is<br />
dus geen topdown benadering noch een bottom up aanpak. Deze piramidale metafoor<br />
schiet tekort om de geschaalde werkwijze in beeld te krijgen die RVS hanteert. Als er al<br />
een metafoor gebruikt kan worden dan is dat die van geschaalde netwerken die elkaar<br />
overlappen en het is precies in die overlap dat interesse mensen verbindt. Daarbinnen is<br />
samenwerken geen noodzaak, maar een creatief proces waarin alle partijen zichzelf naar<br />
een hoger niveau tillen. En precies dat zou wel eens de kern kunnen zijn van de cultuur-‐<br />
lijke emancipatie.<br />
15