22.08.2013 Views

Dagkrant 7 - deSingel

Dagkrant 7 - deSingel

Dagkrant 7 - deSingel

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

EXTRA DIKKE EDITIE!!! Nu ook met summerschool!!!<br />

Later wil ik Wouter<br />

Hillaert worden!<br />

‘Jan Decorte moet terug in de politiek. Dan kunnen we nog eens lachen.’<br />

(antwoord festivalcatering op de dagvraag)


Zou ’k ?<br />

Zou ‘k verder leven ooit in mijn gedichten?<br />

Zou ‘k eeuwigheid verwerven met mijn rijm?<br />

Zou Vader Tijd voor mijne verzen zwichten,<br />

mij blijvend tooien met laurier en tijm,<br />

zoals de slager doet met varkenskoppen<br />

die hij tentoonstelt in zijn winkelruit?<br />

Of zal de tijdeloosheid schielijk stoppen<br />

op het moment dat ik mijn boeken sluit?<br />

Eindig ik met mijn muil vol peterselie<br />

of daal ik onvergeten in het graf,<br />

zacht begeleid door een omfloerste pauk,<br />

voor sterflijkheid behoed door ’t evangelie?<br />

Ga ‘k de Parnassus op ofwel hem af?<br />

Of zou ‘k er mijn kloten aan vegen? Zou ‘k?<br />

[WVG]<br />

Eergisteren presenteerde Het Theaterfestival de<br />

sonnettenbundel ‘God is een constructiefout’ van<br />

de overleden theatercriticus Wim Van Gansbeke in<br />

HETPALEIS. Op deze plek krijgt u telkens een<br />

sonnet.<br />

Het mooiste spel ter wereld<br />

Na zes dagen vol theater en schrijven over theater, en toegegeven, de<br />

bijhorende randfenomenen, sta je niet geheel weigerachtig tegenover een<br />

avondje iets anders doen. Daarom besloot ik naar ‘Bad van Marie’ te gaan.<br />

Net niet vervuld van machistische gevoelens huppel ik de ring in. Bleek het<br />

algauw opnieuw om theater te gaan. Theater! Gelukkig kwam daar al snel een<br />

wulpse dame, euh, aangehuppeld, want we bevinden ons naast de befaamde<br />

‘konijnenpijp’ (voor de niet-Antwerpenaren: de Waaslandtunnel). Zij kronkelt<br />

en zij doet maar wat, zij zingt met een hese stem. Er bestaan slechtere<br />

afbijtingen van de spits, zeker in de buurt van de konijnenpijp.<br />

De hyperkinetische showmaster heet ons welkom in de showroom en<br />

presenteert ons bij een glaasje sjampieter het programma. Gelukkig blijkt het<br />

niet om theater te gaan. Dat zou de zogezegde CEO van Renault, die vast al<br />

eens de CEO van Volkswagen maar ook van Volvo (overigens betere auto’s)<br />

heeft gespeeld, achteraf ook nog opmerken.<br />

Deze CEO doet zijn intrede met een bedankwoord, waarin hij de hoofdzakelijk<br />

commerciële beweegredenen van zijn firma om zich tot dit evenement te lenen<br />

opsomt. Hoofdzakelijk commerciële redenen, want ook hij is ‘een<br />

cultuurminnend mens’.<br />

Donder op. Vandaag even niet.<br />

Onder het mom van cultuurparticipatie, lees: het klootjesvolk naar het theater<br />

krijgen, verloot men een auto. Een nieuwe auto spreekt tot de verbeelding in<br />

onze materialistische maatschappij, wars van marxistische prietpraat, zelfs<br />

een lelijke. Zelfs als men er al twee heeft – ook lelijke.<br />

Maar naar een auto kijken we niet voor de schoonheid, daar bestaan vrouwen<br />

voor. Vanavond toch. En gelukkig vervolmaakt de CEO, veruit het grappigste<br />

personage want een regelrechte etter, snel de heilige drievuldigheid: ‘Volgens<br />

studies van de VUB zijn er wekelijks meer mensen die naar culturele<br />

activiteiten gaan, dan dat er mensen in voetbalstadions verzamelen’.<br />

Deze man weet waarover hij spreekt, en ik deel zijn enthousiasme, maar hij brengt me vooral op ideeën. Ik zet mijn laptop aan, surf naar<br />

een ‘webstek’ met live sportverslaggeving.<br />

21u34. Tussenstand Liverpool – Standard, voorronde van de Champions League: 0-0.<br />

Zo hè. Daar gebeurt voorlopig even weinig als hier.<br />

Door een ander totaalspektakel dan voetbal open te stellen voor het hele gezin, moet men zich haast wel overleveren aan de volledige<br />

willekeur. Dat is goed gezien, het past in de sfeer van bedrijfs-Sinterklaasfeesten, en ook wel een beetje in dat van cabaret. Mannen die<br />

zich zonder aanwijsbare reden verkleden in Edith Piaf en haar bekendste nummer vertolken horen misschien eerder in Blankenberge<br />

thuis, in een verzopen café, maar, en dat is het ergste van de zaak, zijn niet compleet ondenkbaar in een Renault-garage. De<br />

belangrijkste verdienste is dat deze voorstelling daarop wijst. Toch vergeet ik even al mijn goede intenties en blijf ik bij de les. Nog<br />

steeds 0-0, het is spannend, mijn gedachten zijn bij de Rouches en de Reds, in feite twee keer hetzelfde zult u zeggen, en ja, inderdaad,<br />

maar dan wel in een andere taal.<br />

21u50. Slecht nieuws: pauze. Nu moet ik wel opletten hier. Zou er nog champagne zijn?<br />

De auto wordt verloot. Aan dezelfde mevrouw als in mei 2007. Hoeveel geluk kan je hebben.<br />

22u15. Aftrap van de tweede helft. Zijn ze nog verbeten?<br />

Nee. Of ja. Het winnende koppel wordt moreel verplicht de auto te doneren aan het gezelschap, zodat die er een vliegticket mee naar<br />

Argentinië kunnen kopen, om er straattheater te gaan maken met weeskinderen. Niet om er voetbal met hen te spelen.<br />

22u32. Nog steeds 0-0 op Anfield Road. Hoe kan dat? Wat gebeurt er? Even verder lezen. Nu gaat het om de knikkers.<br />

De man en de vrouw worden bijgestaan door de CEO van Renault die het geen manieren vindt van de makers, van wie je geacht wordt te<br />

vergeten dat het ‘makers’ zijn, en die zich in naam van zijn roestige bolides verontschuldigt bij het koppel. Een Senegalees komt binnen<br />

op het verkeerde moment, zingt, brengt geen zoden aan de dijk. Liverpool scoort twee minuten voor tijd de beslissende goal. Een<br />

Hollander, nota bene.<br />

Het spel zit op de wagen, iedereen raakt slaags, het koppel gaat er met de Twingo vandoor. De CEO trapt het af, niet de marxistische<br />

prietpraters. You’ll never walk alone. Daar heeft hij een dikke lease-auto voor.<br />

Commentaar na de match: het beste team heeft niet gewonnen. [GDW]<br />

All we hear is Radio Angelo<br />

LUISTER vanaf 17h naar Radio Angelo via www.theaterfestival.be<br />

of www.studiovillanella.be<br />

of blijf in de buurt van de festivalsite!!<br />

Vandaag heeft Angelo Stefan Van Brabant en Bart Meuleman te gast.<br />

- 2 -


Meester machine<br />

Vanavond ben ik jou marionet<br />

dans met mij<br />

dan vlieg ik in de schaduw<br />

als een glitch van jou perfectie<br />

laat ik los wat jij bedacht<br />

we gaan niet in de zetel hangen<br />

maar aan de tv<br />

verdwijnend in het scherm<br />

komen wij terug met twee<br />

we geven ons niet over<br />

aan de zwaartekracht<br />

maar als aan pianosnaren<br />

in een pirouette nacht<br />

spelen wij drie de muziek<br />

van een kabbelend meer<br />

als ongetemde zwaantjes<br />

spoelen wij op en neer<br />

kronkelend tot in de tenen<br />

het circus van ons hangplezier<br />

betast mijn rug en onze benen<br />

het einde verwacht een tel tot vier<br />

[CH]<br />

Een vrouw wordt de scène opgetakeld. Ter hoogte van haar middel<br />

zijn twee kabels bevestigd. De kabels zitten vast aan een machine<br />

die boven het podium opgehangen is. Met behulp van het toestel<br />

wordt de vrouw opgeheven, neergelaten, naar voren en naar<br />

achteren getrokken. Op het ritme van de bewegingen van de<br />

machine danst ze een sobere choreografie. Uit de boxen klinkt<br />

pianomuziek waarin enkele noten opnieuw en opnieuw herhaald<br />

worden.<br />

In eerste instantie komt haar ballet zweverig over, gewichtloos.<br />

Pas na een tijdje wordt zichtbaar hoe gecontroleerd door de<br />

machine haar bewegingsvrijheid is. Armen en benen strekken, tot<br />

een bolletje opkrullen, pirouettes en tuimelingen in de lucht, plat<br />

op de grond. De bewegingen zijn ingehouden en beperkt. Het ritme<br />

van de verplaatsingen van de machine bepaalt bovendien het<br />

ritme van de dans. Ze beweegt ook temidden van vier gigantische,<br />

transparante schermen. Maar niet alleen controleert de machine<br />

de danseres, de danseres controleert ook de machine. Met haar<br />

gewicht zet ze druk en doet ze de machine andere richtingen op<br />

bewegen dan het toestel zelf uitgaat. Bij iedere stop of vertraging<br />

deint de machine na onder het gewicht.<br />

De choreografie stopt, en de danseres verdwijnt uit het zicht. Als<br />

de scène opnieuw centraal verlicht wordt, hangen twee<br />

danseressen in plaats van één aan de machine. Samen voeren ze<br />

dezelfde choreografie uit. I, en II, springt in mijn hoofd op. Klopt.<br />

Lichtwissel, drie danseressen. Na een laatste lichtwissel, vier.<br />

Perfect voorspelbaar, en toch blijft de spanning in de voorstelling<br />

constant. Er wordt een verwachting gecreëerd waarvan de<br />

toeschouwer nooit zeker is of ze zal worden ingelost. Bovendien<br />

wordt wel telkens dezelfde choreografie uitgevoerd, maar heeft ze<br />

Voor de danseressen aan de haak gaan<br />

Kort interview met Kris Verdonck<br />

Kris Verdonck wil met I/II/III/IIII de wens van het klassieke ballet vervullen; dat de danser kan<br />

vliegen. Samen met dramaturge Marianna Van Kerkchoven kwam hij tot het concept van een<br />

dansmachine. De middag voor de moment suprème heb ik Kris aan de telefoon. Ik<br />

probeer de nodige bagage te krijgen voor een intensere blik op de voorstelling.<br />

Mijn nieuwsgierigheid gaat eerst uit naar de titel.<br />

I/II/III/IIII staat voor de structuur van het stuk. De 'pas de quatre' vertaalde ik naar vier fases<br />

aan de machine: solo, duo, trio, kwartet. De vier is bewust fout geschreven om de visuele<br />

voorstelling van vier hangende danseressen te weerspiegelen. Verder heeft de titel geen<br />

referentiekaders. We hebben wel gerepeteerd met twee wat het toonmoment I/II opleverde.<br />

Hoe is het creatieproces op gang gekomen?<br />

Door een opvoering van Het Zwanenmeer te zien werd ik geïnspireerd om een dramaturgie op te<br />

bouwen, die ik dan heb toegepast op een voorstelling waarin de relatie van lichamen met een<br />

object wordt aangegaan.<br />

Die relatie lijkt de kern van je werk. In Box is het centrum van de installatie, een<br />

buitengewoon felle lamp, zo sterk dat de mens er niet naar kan kijken en de schoonheid<br />

hem ontgaat. Heb je hier bewust gekozen voor meer evenwicht in de relatie mens-techniek?<br />

Of gaat het om de zelfde ondergeschiktheid?<br />

In feite gaat het hier om beide. Enerzijds vervult de techniek de ultieme wens van de ballerina<br />

om te kunnen vliegen. De machinerie zorgt ervoor dat de danseressen in de lucht vrij kunnen<br />

bewegen. Anderzijds zitten ze er aan vast. Dit is dus een voor en nadeel en zorgt voor een<br />

confrontatie, zoals die in ons leven ook zit. Er is een zekere vrijheid omdat de danseressen ook<br />

de machine in bepaalde mate kunnen besturen, maar ze moeten zich er wel aan overgeven.<br />

Na de voorstelling is er ook een nabespreking. Vind je het belangrijk dat je werk begrepen<br />

wordt?<br />

Voor mezelf is dat niet echt nodig. Het is fijn om reacties te horen, zowel positieve als<br />

negatieve. Maar wat gezegd wordt gaat keuzes binnen mijn werk niet beïnvloeden. Het is<br />

belangrijk er over te praten zonder dat het geduid moet worden. Het werk is wat het is en<br />

iedereen kan er uit halen wat hij wil. Ik wil geen boodschap opdringen, maar het werk<br />

communiceert wel, maar enkel wat het publiek er in wil lezen. Dus het is niet de bedoeling om<br />

de voorstelling uit te leggen. [CH]<br />

I/II/III/IIII: tellen en van tel zijn.<br />

keer op keer een andere impact. De eerste indruk van lichtheid<br />

bouwt geleidelijk af naarmate meer danseressen aan de machine<br />

komen te hangen. Het ballet gaat steeds zwaarder ogen, steeds<br />

meer inspanning moeten de danseressen doen om de bewegingen<br />

tot uitvoering te brengen. Vooreerst moeten ze in de ruimte<br />

rekening houden met de aanwezigheid van de ander, en worden<br />

hun bewegingen daardoor kleiner. Bovendien oefent het groeiende<br />

gewicht steeds meer druk uit op de machine. Deze maakt steeds<br />

diepere buigingen en heftigere schommelingen en beïnvloedt zo in<br />

stijgende mate de bewegingen van de danseressen. Tenslotte<br />

hebben de bewegingen van elk van de danseressen invloed op die<br />

van de andere. Als er één een fout maakt is dit voor alle anderen<br />

voelbaar, en moeten zij hun bewegingen aanpassen. Synchroon<br />

bewegen wordt steeds moeilijker.<br />

Moedig vraagt Verdonck geduld, hij vraagt begrip, en vraagt tijd.<br />

Voor zichzelf vraagt hij de tijd om zijn opzet consequent door te<br />

voeren. Enkel door per choreografie slechts één danseres meer<br />

aan de machine te hangen, en ze identieke choreografieën te laten<br />

uitvoeren, kan hij de subtiele veranderingen laten zien die de<br />

aanwezigheid van één persoon méér teweegbrengt. Elk individu<br />

heeft impact op het gebeuren. Van het publiek vraagt hij de tijd<br />

om telkens opnieuw te kijken naar dezelfde choreografie, dit<br />

telkens opnieuw met andere ogen. De blik verandert overigens uit<br />

zichzelf, want de bewegingen zíjn elke keer anders. Vreemd<br />

genoeg kijk ik ook elke keer naar andere dingen op de scène. Het is<br />

omdat wij niet op onszelf bestaan, dat wij blijven kijken om te<br />

zien hoe elke andere mens ons dwingt onze ervaring, onze<br />

perceptie, onze blik bij te stellen.<br />

[TA]<br />

- 3 -


Guilty pleasure in de festivalunderground<br />

Een gesprek met Stef Lernous van Abattoir Fermé<br />

Stef Lernous is een bezige bij. Het voorbije seizoen leverde hij<br />

met zijn Abattoir Fermé drie producties af en er zijn er op dit<br />

moment alweer drie in de maak. Daarnaast werkt hij nu<br />

opnieuw met Figurentheater De Maan , bereidt hij zijn volgende<br />

academiejaar als docent aan het Rits voor en spendeert hij de<br />

rest van zijn tijd aan debatten, interviews en<br />

onderzoeksprojecten. Hij neemt dan ook niet voor om het even<br />

wie zijn telefoon op. Gelukkig zijn wij van de dagkrant niet om<br />

het even wie.<br />

Hardboiled, Tourniquet of Mythobarbital. Zijn jullie tevreden<br />

met de keuze voor Tourniquet?<br />

Natuurlijk, als Mythobarbital volgend jaar maar<br />

geselecteerd wordt. Hoewel ik altijd gelukkig ben<br />

met eigen werk dat ik in première laat gaan, vind ik<br />

Tourniquet een uitzonderlijk mooie voorstelling. Ze<br />

is veel ‘alchemischer’ dan Mythobarbital en meer<br />

gericht op de mystieke zeggingskracht van de<br />

beelden.<br />

In welke zin is de voorstelling een knelverband?<br />

Kan of wil Tourniquet ons bloeden stelpen?<br />

We willen met deze voorstelling in zekere zin wel<br />

het ritueel in ere herstellen. Dat doen we door een<br />

gruwelijke, maar tegelijk erg vruchtbare, energie<br />

naar boven te brengen. Het gaat dan om een diepe angst, een<br />

existentiële horror, die doorheen de tijd verbannen is naar de<br />

krochten van ons wereldbeeld. Freak shows en<br />

carnavalsfeesten zijn bijvoorbeeld essentiële vieringen, maar<br />

die zijn tegenwoordig gedegradeerd en gecommercialiseerd. De<br />

daardoor verloren gegane verbondenheid en verwondering<br />

willen wij met Tourniquet terugbrengen. Met een<br />

jongensachtige ‘guilty pleasure’ vinden wij het dan ook<br />

fantastisch dat wij op het Theaterfestival de positie van die<br />

countercultuur enigszins kunnen opwaarderen.<br />

Hoe is de beeldtaal tot stand gekomen? Hoe belangrijk was<br />

het narratieve tijdens het werkproces?<br />

Als theatermaker heb je altijd wel een concreet gegeven als<br />

vertrekpunt nodig. In het geval van Tourniquet waren dat voor<br />

ons de exorcismen die plaatsvonden in Molenbeek en<br />

Schaarbeek. Om tot de uitdrijving te komen, werden de<br />

lichamen van de bezeten afgeranseld. Maar hoewel we van dat<br />

beeld van foltering vertrokken zijn, is het woord tourniquet<br />

geleidelijk aan een eigen leven gaan leiden. Met woorden vertel<br />

je wat je te vertellen hebt, met beelden kan je niet weten welke<br />

betekenis ze dragen en begeef je je op vaag terrein. Als wij ons<br />

achteraf de vraag stellen “Hoe hebben wij de vorige<br />

“Vele voorstellen,<br />

zoals elkaars zeik<br />

drinken of een<br />

pingpongballetje in<br />

hun reet stoppen,<br />

brengen de spelers<br />

zelf aan.”<br />

voorstelling ook weer gemaakt?”, dan moet ik toegeven dat we<br />

het vaak niet meer weten. Van het werkproces van Tourniquet<br />

herinner ik mij vooral dat we erg veel hebben rondgedraaid.<br />

De hoeveelheid wijn – of is het stiekem toch druivensap? -<br />

die tijdens Tourniquet wordt gedronken, is duizelingwekkend.<br />

Bij Abattoir Fermé gaan de spelers tot het uiterste. Zijn er<br />

ook grenzen aan hun gewilligheid? Wanneer haken zij af?<br />

We folteren elkaar niet en er wordt zelden iemand<br />

gemanipuleerd om iets onvrijwilligs te doen. Vele voorstellen,<br />

zoals elkaars zeik drinken of een pingpongballetje in hun reet<br />

stoppen, brengen de spelers zelf aan. Soms doen<br />

ze zelfs onmogelijke voorstellen. Bovendien<br />

weten mijn spelers dat ze mij volledig kunnen<br />

vertrouwen. Zij kunnen op elk moment aan de rem<br />

trekken. Daarnaast nemen we ook de nodige<br />

voorzorgsmaatregelen. Wat moet uit<br />

veiligheidsoverwegingen, dat doen we. Neem nu<br />

die passage met de slijpschijven in Tourniquet. De<br />

spelers dragen daar een veiligheidsbril om te<br />

voorkomen dat er ook maar één vonkje in hun<br />

ogen terecht komt.<br />

Hoe subversief is Tourniquet? Wat mogen de<br />

toeschouwers die de voorstelling nog niet<br />

hebben gezien, verwachten?<br />

Subversiviteit is een erg subjectief begrip. Als iemand iets ziet<br />

of meemaakt waardoor zijn kijken naar de realiteit door elkaar<br />

wordt geschud, dan is dat iets subversiefs. Tourniquet is voor<br />

mij geen subversieve voorstelling, maar ik kan verstaan dat ze<br />

dat voor sommige mensen wel is.<br />

Gisteren stelden we in de dagkrant de vraag: “Met welke<br />

acteur/ actrice ziet u een tête-à-tête wel zitten en hoe loopt<br />

de avond af?”, Wat zou u antwoord geweest zijn?<br />

Ik zou onder meer graag eens voldoende tijd vrijmaken voor<br />

een diepgaand gesprek met Jan Fabre of Jan Lauwers. De avond<br />

eindigt in de wetenschap dat we goed bezig zijn.<br />

Ik laat u in die<br />

wetenschap.<br />

Wat er door ruis en<br />

omgevingslawaai door<br />

de telefoon niet is<br />

doorgekomen, komt<br />

Stef Lernous u nog<br />

zelf vertellen na de<br />

voorstelling vanavond<br />

in de Zwarte Zaal.<br />

!! TIPS VAN HET HUIS !!<br />

* LAATSTE TICKETS voor Droom van een Zomernacht!!<br />

* EXTRA VOORSTELLING voor VILLANELLA: Design God (Space) op vrij 29/8 om 19u en 21u – vertrek onthaal<br />

festivalcentrum<br />

* Op 29 en 30 augustus treedt er een groep op in het festivalcentrum, daarna neemt de dj de<br />

sfeermuziek voor zijn rekening. (dit valt onder de programmatie van Studio Villanella)<br />

* Ga eens langs in de BOEKHANDEL (de opvallend gekleurde serre in het festivalcentrum): BOEKEN AAN<br />

DUMPINGPRIJZEN<br />

* De salons komen eraan!! GRATIS TOEGANG – 17u30 – salon festivalcentrum. VANAVOND: 28/08:<br />

Kunstkritiek – 29/08: Scenografie – 30/08: Het spel van de waanzin.<br />

* Post al uw reacties op artikels en recensies in deze dagkrant op www.urbanmag.be!<br />

- 4 -


summerschool kunstkritiek<br />

De summerschool kunstkritiek (i.s.m. VTi) is één van de drie – naast toneeltekstschrijven (i.s.m. Schrijverspodium) en dramaturgie (i.s.m.<br />

Villanella - door Het Theaterfestival ingerichte workshops voor enthousiaste schrijvers. Onder begeleiding van professionals bezoeken<br />

en bespreken ze verscheidene stukken op dit festival en ontwikkelen zij hun vaardigheden. Hieronder vindt u een greep uit hun<br />

schrijfsels, over diverse voorstellingen.<br />

Een figuur met berenhoofd komt op en rijdt met een karretje<br />

over de scène die bezaaid is met noppenplastiek. Daardoor<br />

weerklinken vele kleine knalletjes, alsof er geweerschoten<br />

worden gelost. Op het podium slingeren allerlei spullen rond:<br />

kartonnen dozen, plastieken buizen, een ladder, een kast.<br />

Wanneer op de scène een tweede beer verschijnt, graaien ze<br />

allebei naar objecten en doen ermee wat in hen opkomt. Een<br />

buis met een ontstopper erin wordt een stethoscoop, wordt een<br />

koptelefoon, wordt voetjes die stappen. De beren lijken twee<br />

kinderen die vrolijk spelen en vanalles uitproberen met de<br />

attributen op de scène, niet geremd door normen of waarden.<br />

Ze gooien nonchalant objecten op de grond en maken ze kapot<br />

of vuil, tegelijk speels en hard.<br />

Wanneer de beren drie schedels gebruiken als handpoppen<br />

laten ze er twee plots passioneel tongzoenen. De derde kijkt<br />

toe en wil meedoen aan dat erotische spel, waardoor de<br />

onschuldige poppenkast al snel ontaardt in een orgie van<br />

doodshoofden. Ook de beelden die af en toe op een groot<br />

scherm geprojecteerd worden, zijn seksueel getint, soms zelfs<br />

ronduit pornografisch. Terwijl de ene beer schijnbaar<br />

onachtzaam alles wat hij op de scène vindt exploreert, zet de<br />

andere minutieus voorwerpen klaar voor een filmpje. Met<br />

vingercamera’s filmen ze die miniatuurtaferelen.<br />

In een van de projecties wordt getoond hoe een aantal<br />

porseleinen edellieden toekijkt hoe een romp met erectie<br />

Een vrouw met berenkop zit achterovergezakt in een<br />

materiaalkar midden in een ongeordend samenraapsel van<br />

tafels, kartonnen dozen en een volgestouwde ouderwetse<br />

keukenkast met venstertjes, lappen stof, nepskeletten... Een<br />

enorm modelvliegtuig boven het midden van de scène lijkt een<br />

stille voorbode van een plotse ontsnapping uit dit<br />

puinhoopuniversum.<br />

Losjes manipuleert de beervrouw een lange grijze<br />

ribbeltjesbuis, eerst kinderlijk onschuldig, later alsof het<br />

voorwerp een aangeplakt lid is. Ze brengt het uiteinde binnen<br />

in de muil van een namaaktijger en ook de piepschuimdwerg<br />

voor haar voeten krijgt een beurt. Tussen de handelingen door<br />

glijdt de beervrouw zichzelf met de kar heen en weer. De<br />

blaasjes van de uitgespreide stukken beschermingsplastiek<br />

knapperen als spervuur onder de wielen. De gezapige kalmte<br />

van het begin is aan flarden gesalvood, dit lijkt geen<br />

onschuldige trip te worden. De mannelijke kompaan van de<br />

beervrouw duikt op en gaat hurken onder de tafel aan de rand<br />

van de rommelzee. Hij lijkt iets als een bruine boodschap<br />

achter te laten. Een vleugje seks was er al, nu begint het ook<br />

naar beerput te ruiken.<br />

Hotel Modern speelt zijn recentste productie Rococo in de<br />

bonbonnière Bourla. De zaal ademt romantische kitsch en<br />

bourgeois preutsheid. Op dat laatste beukt, zelfs neukt, het<br />

Nederlandse gezelschap heftig in. Bovendien moet het<br />

verwaande beeld van de mens als verheven diersoort het<br />

ontgelden. Gedeconstrueerd tot een hoopje botten, een<br />

Gevallen engelen – Rococo (Hotel Modern)<br />

Bloot en spelen – Rococo (Hotel Modern)<br />

bevredigd wordt. Iedereen tuurt wellustig naar het tafereel en<br />

het publiek slaat de hele situatie gade. De toeschouwers<br />

bespieden de gluurders, voyeurisme ten top. Op een ander<br />

filmpje smullen kabouters van een vieze smurrie op de grond,<br />

waarna een delicaat porseleinen meisjespopje het goedje op<br />

alle gezichten smeert die ze tegenkomt. In deze projecties is<br />

het verbazingwekkend om te zien hoe de makers met levenloze<br />

voorwerpen afschuw kunnen opwekken. Door de context en de<br />

camerastand lijken de beeldjes tot leven te komen en emoties<br />

te uiten.<br />

Uit de scènes waarin de beren zelf de hoofdrol spelen, blijkt de<br />

grenzeloze verbeeldingskracht van de wezens. Daarmee zetten<br />

ze de ook toeschouwers aan tot fantaseren. Eén van de beren<br />

maakt een marionet van aardappelen en satéstokjes en hijst<br />

die de lucht in. Plots wordt de constructie een UFO, of een<br />

satelliet. Je kan er alles in zien. Met allerlei voorwerpen roepen<br />

de makers een universum op dat ludiek en onschuldig is, maar<br />

tegelijk ontaard en verdorven. Wanneer één beer zich plots<br />

verkleedt in een engel met harp weet je dan ook dat hij niet<br />

écht vroom en verheven is. Het wezen is door en door<br />

geperverteerd zonder het zelf te beseffen. Door in te gaan op<br />

elke behoefte, is de beer een gevallen engel geworden.<br />

Jozefien Van Beek<br />

ribbenkast, schedel en eenzame voeten, wordt hij door twee<br />

vingervlugge beerfiguren gemanipuleerd, geassembleerd,<br />

geperverteerd en gepenetreerd. Hiervoor worden uit was<br />

geboetseerde lichaamsdelen in miniformaat en een hofhouding<br />

van porseleinen kitschbeeldjes ingezet. Ze zijn het onderwerp<br />

van de scabreuze en seksuele spelletjes die de beren met<br />

precisie in scène zetten. De taferelen worden via een<br />

vingercamera op groot scherm geprojecteerd, waardoor de<br />

voorstelling een tweede laag krijgt. Videobeelden hebben altijd<br />

een grote aanzuigingskracht, hiervan maakt Hotel Modern<br />

kundig gebruik. De tegenstelling tussen de poezeligheid van de<br />

figuurtjes en de decadente geladenheid van de handelingen<br />

doet geamuseerde nieuwsgierigheid naar wrang afgrijzen<br />

kantelen. In de handen van de beerfiguren verworden<br />

marionetjes van was en porselein tot pornosterren. Het<br />

onbevangen toekijken wordt gluren.<br />

Luid tromgeroffel en een volgspot leiden de blik naar het<br />

voorplan van de scène. In een gebricoleerd miniatuurcircus<br />

proberen twee gemodelleerde rompen met erectie elkaar op<br />

een slappe koord te penetreren. ‘Oooh! Aaah!’ Applaus. De<br />

coïtus als uitbundig feest. Of hoe het spel van kinderen en dat<br />

van volwassenen kan verschillen. Zijn die grote mensen echt<br />

wel zo verheven als ze denken? Laat ze binnen in een<br />

speelgoedzolder en ze willen er niet meer weg. En dan krijg je<br />

dit soort wantoestanden. Bloot en spelen.<br />

Annick Lesage<br />

- 5 -


summerschool kunstkritiek<br />

Eros en Thanatos in de speeltuin – Rococo (Hotel Modern)<br />

Nog voor de voorstelling begint wekt de volgestouwde bühne<br />

nieuwsgierigheid. Een keukenkast met tientallen porseleinen<br />

beeldjes. Daarnaast een tafel overladen met eigenaardige<br />

objecten. Het lijkt wel een stand op de sjacherbeurs. Nog een<br />

kraampje met het opschrift 'Rococo' en daarboven een verfomfaaid<br />

projectiescherm. Overal manshoge, op elkaar gestapelde<br />

kartonnen dozen. Daartussen - achteloos – twee levensgrote<br />

witte sculpturen. Assemblages van voorlopig ondefinieerbare<br />

vormen. Het houten geraamte van een jachtvliegtuig zweeft boven<br />

het geheel. Is dit het atelier van een kunstenaar? Dit zijn niet<br />

zomaar een hoop banale objecten. Hier is meer aan de hand.<br />

Het stuk begint letterlijk al knetterend. Een acteur met een<br />

enorme berenkop rijdt, in een ijzeren materiaalkar, lustig rond<br />

over grote stukken noppenplastiek. Het is alsof tientallen<br />

voetzoekers ontploffen en de hele rimram tot leven wordt gewekt.<br />

Even later tuimelt de andere acteur, ook met berenkop, uit een<br />

kartonnen doos. Net als kleine kinderen in concentrische kringen<br />

de onmiddellijke wereld rondom zich ontdekken, onderzoeken de<br />

twee beren met een opgewekte nieuwsgierigheid de voorwerpen<br />

die quasi toevallig voor hun voeten terechtkomen. Een kartonnen<br />

doos valt om. Rommel rolt het podium op. Een lange tube wordt<br />

een voelspriet, een paar elastische benen zonder romp. Dit is<br />

animatie 'pur sang'. Huisraad wordt readymade.<br />

Geen woord wordt er gezegd. Je wordt opgeslorpt in de wereld van<br />

twee nieuwsgierige beren – een mannetje en een vrouwtje - op<br />

ontdekkingstocht. Niet alleen doorheen de speeltuin van<br />

voorwerpen, maar ook naar hun eigen seksualiteit. Ze besnuffelen<br />

zichzelf en elkaar. Pipi doen en prutsen aan het eigen piemeltje.<br />

Dit is geen vrouw die aan haar 'foef' ruikt, maar een speelse beer.<br />

Door de hoofden van de acteurs te verbergen achter twee<br />

berenkoppen, krijgen de spelers iets ondefinieerbaars en worden<br />

de relatie tussen handeling en betekenis, verwachting en<br />

zekerheid op de helling gezet. Associatie en verbeelding krijgen<br />

vrij spel.<br />

Helikoptergeraas. De voorstelling wordt gaandeweg minder<br />

onschuldig. Het speelse krijgt een onrustwekkende, macabere<br />

ondertoon. Er verschijnen plastieken knoken, schedels en voeten<br />

tussen het speelmateriaal. Rond de tafel worden met een<br />

vingercamera minitaferelen geregistreerd en uitvergroot. In het<br />

begin nog onschuldig met een streep compote van rodekool.<br />

Poppetjes kijken nieuwsgierig de zaal in. De beren worden<br />

animators. En naarmate de voorstelling vordert: hulpstukken van<br />

wassen penissen die alles penetreren wat er te penetreren valt.<br />

Eros en Thanatos wippen vrolijk op en neer temidden van<br />

porseleinen rococo salons. Ongeremde fantasie ontaardt in een<br />

hilarische ontlading.<br />

Rococo is een dadaïstische ode aan de verbeelding. Associatie en<br />

collage halen elk begrijpen onderuit. Een voorstelling vol<br />

tegenstellingen zonder tot een synthese te willen komen: Eros en<br />

Thanatos in een speeltuin vol onrustwekkende weerhaakjes,<br />

gehuld in een poëtische bric-à-brac. Uiteindelijk blijven alleen de<br />

grote witte sculpturen onaangeroerd. Pas in de verstilling van het<br />

einde, waar opnieuw plaats is voor een overzichtelijke blik, wordt<br />

duidelijk dat het assemblages zijn van armen en benen. Twee<br />

bergen knoken als stille, gniffelende getuigen...<br />

Eva Steynen<br />

De mythe van de parlementaire democratie<br />

Romeinse tragedies van Ivo Van Hove/Toneelgroep Amsterdam<br />

Romeinse tragedies vult een halve dag in je agenda. Dit stuk kom<br />

je beleven. Ondertussen speelt Shakespeare maal drie.<br />

Toneelgroep Amsterdam brengt drie psychopolitieke histories<br />

over de onkunde van macht in het oude Rome. Aanschouw dit<br />

staatsdom in verval.<br />

Op de scène een kantoorgrijs decor: zitmeubels in rechtlijnige<br />

vormen, kamerbreed tapis plein over de vloer, hier en daar de<br />

obligate trieste plant. Een karakterloos kabinet in een doorsnee<br />

ministerie. Verder is de bühne bezaaid met televisieschermen. Wij<br />

leven in een beeldcultuur.<br />

Camera’s registreren het gebeuren, volgen de acteurs, zoomen in<br />

op handelingen. Als publiek kies je zelf het perspectief: volg je het<br />

spel of de weergave ervan op het scherm. Links en rechts kijk je de<br />

coulissen in; een acteur bij de schmink, een technieker stand-by.<br />

De schijnbare transparantie van een representatieve democratie.<br />

U mag alles zien, in ruil voor uw vertrouwen. Maar de echte<br />

besluitvorming vond veel eerder achter gesloten deuren plaats.<br />

Het topje van de beleidsberg.<br />

Er is een bierbar, broodjes en pastasalade; wees gerust, wij<br />

dienen uw belangen, u komt deze voorstelling zo aangenaam<br />

mogelijk door.<br />

Het publiek is vrij zich te bewegen, maar daarom net verlamd.<br />

Romeinse tragedies is een schijndemocratie. Eens je plaats<br />

gekozen los je op in het decor. Achter of naast je spelen de<br />

acteurs hun rol, van interactie is geen sprake, praten is hun<br />

privilege. Het volk wordt verdragen als echo van hun stem. Stop<br />

hen wat te eten toe, een beeldscherm ter ontspanning; de<br />

behaaglijke onderdrukking.<br />

Voor het podium vult een tweekoppig orkest de orkestbak met<br />

groots slagwerk. Met dreigende toon bespelen de muzikanten van<br />

BL!NDMAN hun instrumenten als oorlogsmachinerie. Steeds<br />

weerklinkt nerveus de tromslag, als een permanente<br />

oorlogsdreiging.<br />

Conflict nummer één, bom bom. In Coriolanus verliest de<br />

genoemde de gratie van het plebs. Het graan is op, de<br />

voedselcrisis dreigt, het volk komt in beweging. Generaal<br />

Coriolanus voelt de hete adem van een naderende opstand. En wie<br />

niet slim is, moet sterk zijn. Hij trekt ten oorlog tegen de Volscen,<br />

brengt de overwinning, en krijgt – voor wat hoort wat, nietwaar –<br />

een politieke post in ruil. Regeren doet hij echter vanuit een<br />

militaire logica, survival of the fittest, wie niet zelf in zijn voedsel<br />

kan voorzien heeft niet het recht te spreken. De neerwaartse<br />

spiraal van onze voedingsindustrie; monddood is onze<br />

volpropmaatschappij.<br />

Zijn onverwerkte Oedipuscomplex doet Coriolanus echter de das<br />

om; moeder de vrouw bepleit de vreedzame coëxistentie,<br />

Coriolanus verslapt en sterft een Darwiniaanse dood. Niet langer<br />

een stem in de stroming. Aan eigen identiteit ingeboet verliest hij<br />

zijn functie in deze maatschappij-in-haperende-beweging. Zo nu<br />

en dan worden Shakespeare’s politieke zwaargewichten<br />

onderbroken voor een reclameblok. Het scènebeeld verandert, de<br />

pastasalade wordt aangeprezen, u kan de benen even strekken.<br />

Tijdens de ombouw flitst op de<br />

- 6 -


lichtbalk het laatste nieuws voorbij. “Duits hockeyteam<br />

onverslaanbaar in de Olympische Spelen”. U zit in het hier en nu.<br />

Krachtmeting twee, tromgeroffel. Julius Caesar, een brok charisma,<br />

vriend aan huis, populistische leider van het volk. Zijn taal is klaar<br />

en duidelijk; er is maar één weg en die loopt loodrecht vooruit.<br />

Julius Caesar baant zich Vlaams Belanggewijs een weg naar de top:<br />

het volk voelt zich door hem begrepen en behandeld als gelijke.<br />

Sterk en duidelijk leiderschap bevrijdt hen van eerder aangeprate<br />

angst, de politieke tegenstrevers onkundig om te reageren. Caesar<br />

zorgt voor entertainment, als opium voor het volk, ofte “Brood en<br />

spelen, geen kebab en kunst”, zoals Filip Dewinter het eens zei.<br />

Julius Caesar gaat over (extreem-) rechtse demagogie. Beste<br />

gepeupel, wij weten wat goed voor u is en wij kennen uw vijand.<br />

Maar Caesar slorpt alle macht op, geen plaats meer voor<br />

particratie. Zijn tegenstanders beramen een politieke moord om<br />

de republiek te redden. Midden in het volk wordt Caesar gegrepen.<br />

Sterft de Pim Fortuyn-dood, populisme onbegrepen. Het beoogde<br />

effect van de slinkse doodslag blijft echter uit; de alleenheerser is<br />

dood, leve de alleenheerser.<br />

Even tussendoor zapt op televisie de orkaanradar voorbij. En<br />

passant zwemmen op de Spelen en de oorlog in Irak. Wat wij u hier<br />

komen te vertellen is van alle tijden. Er valt niet aan het<br />

beeldscherm te ontsnappen – zelfs op weg naar de toiletten volg<br />

je alles live. De onontkoombare aantrekkingskracht van bewegend<br />

beeld valt op; achter de ruggen spelen de acteurs op scène maar<br />

menig aanwezige verkiest te volgen op tv. Zappend tussen meer<br />

van hetzelfde. Geconditioneerd kijkgedrag. Lees rustig ook even<br />

de krant van de dag – daarin kondigt een volgende oorlog zich al<br />

aan.<br />

Boemtsjak, derde strijd. Antonius in spreidstand tussen vaderland<br />

en liefde. Met het ene been in Egypte bij de passionele Cleopatra,<br />

het andere been in eigen Romeins zand. De kloof ertussen gaapt.<br />

Antonius en Cleopatra toont de destructieve liefde. De waakvlam<br />

Thierry staat op de keukentafel en telt af. Een begin als een ander,<br />

en – wat later zal blijken – ook een einde als een ander. Tussen<br />

deze twee momenten, die het publiek moeten opwarmen voor de<br />

zelfmoord van deze jongen, zitten de motieven verweefd. Zijn het<br />

geen toneelstukken, dan wel boeken die al volgeschreven staan<br />

over deze thematiek, en is het dus oppassen om niet in herhaling<br />

te vallen. Eerder dan om het originele uitgangspunt, wilde de<br />

maker deze voorstelling dan ook maken omdat hij zelf iets<br />

soortgelijks heeft moeten ondergaan bij zijn geliefde. En dan<br />

loopt het wel eens mis.<br />

Wat de toeschouwer duidelijk moet maken waarom die jongen de<br />

strop, die de hele voorstelling naast hem hangt, ook fataal zal<br />

besteden als het zaallicht is gedoofd en het applaus wordt ingezet,<br />

is een treurige opsomming van beelden en situaties die al vele<br />

malen eerder, en veel intelligenter, zijn aangewend. Thierry werd<br />

gepest. Thierry’s vader is dood en hij bleef achter met zijn door de<br />

menopauze geteisterde moeder. Thierry moest verhuizen naar een<br />

nieuwe stad waarin hij zijn plekje maar niet kon vinden. Het wordt<br />

allemaal zo banaal uitgebeeld en ook tot in den treuren<br />

uitgesproken, waarbij enige diepgang vakkundig wordt vermeden,<br />

zodat het allemaal meteen weer van je afloopt. Hoogtepunt in<br />

deze is de moeder die als een pathetisch wijf wordt neergezet,<br />

waar de chocolade even snel ingaat als weer uit. Een torenhoog<br />

cliché dat niet enkel verveelt maar ook irriteert. De tekst, die vaag<br />

geplukt zou kunnen zijn uit een soap, geeft de acteurs dan ook<br />

summerschool kunstkritiek<br />

Thierry - JAN<br />

Doodvervelend<br />

van een koude oorlog. Een clash of civilisations blijft niet uit.<br />

Egypte en Rome vechten ter land en ter zee een bittere<br />

expansiestrijd. Hartenleed wordt gedragen, een overwinnaar is er<br />

niet: de minnaars zijn pas na een wanhoopsdaad in het graf<br />

herenigd. Egypte mist haar vurige koningin, het Romeinse Rijk<br />

blijft achter als een uitgestrekte maar lege vlakte, met muren<br />

hoog als een Fort Europa, terend op de eigen grote droom, blind<br />

voor de culturele ander.<br />

Driemaal heeft de politieke macht te lijden onder menselijke<br />

relaties. En andersom. Holt het gezag onverbiddelijk de<br />

verwantschap uit. Familie, vriend, geliefde. Het is eenzaam aan de<br />

top. Eerst Coriolanus, veilig onder moeders vleugels, weerloos<br />

eens het nest verlaten. Achter elke succesvolle man staat een<br />

sterke vrouw. In het politieke spel ken je geen vrienden. De ene<br />

dag nog lopend achter dezelfde vlag aan, de volgende met<br />

getrokken messen tegenover elkaar. Opportunisme troef. Zelfs<br />

hartstochtelijke liefde blijkt overwinnelijk. Politicus, maak je hart<br />

van steen.<br />

Driemaal politieke druk; de actualiteit lobbyt zich een weg<br />

doorheen het stuk. Het liberale kapitalisme anno nu als een<br />

heruitvinding van het vroegdemocratische mercantilisme ten<br />

Romeinse tijden. In hetzelfde evolutionaire bedje ziek. De<br />

graanprijzen stijgen, de economie is in recessie en het enige<br />

antwoord komt van protectionistisch leiderschap. Ten oorlog<br />

tegen eender wat, zolang we de hand niet in eigen boezem moeten<br />

steken. Romeinse Tragedies lijdt aan parallellisme. Maar nooit<br />

opdringerig. Eigentijdse tijdloosheid.<br />

Toneelgroep Amsterdam overdondert met deze Romeinse<br />

Tragedies. De dialogen krachtig, de retoriek op scherp wint het<br />

stuk uur na uur het publiek, als toehoorders in steeds wisselende<br />

fracties, voor zich. De muziek zet de juiste toon en technisch –<br />

met de truken open en bloot – is de voorstelling vernuftig. Dit is<br />

groots zonder grootheidswaanzin.<br />

Ine Van Baelen<br />

niet de aanzet om helemaal mee te gaan in wat ze uitbeelden,<br />

waardoor ook dit blijft steken in een mat en oninteressant spel.<br />

Thierry is een voorstelling voor jongeren. Dat maakte dat wat<br />

voor een doordeweekse theaterganger een bijzonder matige<br />

voorstelling was, toch ontzettend goed werd onthaald door de<br />

recensenten en de voorstelling zelfs genomineerd werd voor het<br />

theaterfestival in die categorie. Sowieso is kunst voor een<br />

bepaalde groep mensen al een heikele bezigheid, maar als wie niet<br />

tot die groep behoort ook nog eens pretendeert te weten wat goed<br />

voor hen is, ga je maar al beter liggen. Het beeld dat hier van<br />

jongeren wordt geschetst maakt triest, alsof zij niet meer dan dit<br />

aankunnen, en is bovendien pertinent onwaar. Zo krijg je dat jonge<br />

mensen die al wel wat ervaring hebben met podiumkunsten, erg op<br />

hun honger blijven zitten. Wie nog nooit een toneelzaal van<br />

binnen zag, heeft misschien genoeg aan dit hapklaar maar<br />

nietszeggend stukje van vijftig minuten, maar een wenselijke<br />

referentie voor als je het over theater en jongeren wil hebben is<br />

dat bepaald niet. Met deze draak weet JAN dan ook aardig de eigen<br />

reputatie die het had opgebouwd met het vorige stuk, As You Like<br />

It, wat wel fris en nieuw oogde, naar de filistijnen te helpen. Hoop<br />

blijft er steeds, het gaat hier ten slotte om de toekomst.<br />

Bezinning over het publiek is dan wel nodig, want zonder inhoud<br />

en diepgang kom je er nou eenmaal ook bij jongeren niet.<br />

Peter Casteels<br />

- 7 -


Een wit zeil op het podium is het territorium geworden van een<br />

verzameling rotzooi. Spullen waarmee je de garage die je<br />

verder toch niet gebruikt volstouwt. Plotseling is daar een<br />

figuur met wolvenkop. Liggend op een trolley begint zij de<br />

mogelijkheden van de aanwezige rommel te testen. In deze<br />

ontdekkingsreis wordt zij al snel bijgestaan door een<br />

mannelijke variant van dit eigenaardige wezen.<br />

Op kinderlijke wijze worden voorwerpen ontdaan van<br />

conventies. Combinatiemogelijkheden ontstaan totdat de<br />

aandacht op iets anders valt. Subtiliteit is hierbij geenszins<br />

een uitgangspunt, alles wordt geïnitieerd door een<br />

ongebreidelde creatieve oerdrift. Van gootsteenontstopper tot<br />

kaplaars, alles krijgt een nieuwe identiteit of functie<br />

aangemeten. Wanneer er onderdelen van een skelet<br />

aangetroffen worden, verandert een omgekeerde ribbenkast in<br />

een mandje voor de overige ledematen. Een schedel krijgt een<br />

cursus klappertanden door tegen een draaiend fietswiel<br />

gehouden te worden. In hun speelse onschuld en naïviteit zien<br />

de wolfwezens niet dat ook zij uit zo een skelet bestaan.<br />

Vanaf het begin klinken knallen van stukken bubbeltjesplastic<br />

die her en der over de vloer verspreid liggen. Dit wordt al snel<br />

genegeerd en voor normaal aangenomen. Plotselinge<br />

lichtwisselingen krijgen al even weinig aandacht en staan los<br />

van de handelingen van de figuren op het podium. De omgang<br />

met de objecten verandert ondertussen van associatief naar<br />

steeds meer verhalend. Objecten worden niet slechts<br />

samengevoegd, maar figureren ook in korte scènes. Het<br />

resultaat hiervan wordt versterkt met een vingercamera en<br />

Een georganiseerde chaos: dozen, bubbeltjesplastic, allerlei<br />

objecten en twee stille figuren met berenmaskers uitgestald op<br />

een wit plastic zeil. Het publiek komt binnen en is gedwongen<br />

over het knallende bubbeltjesplastic naar zijn plek te lopen.<br />

Het geluid hiervan is nog maar net uitgedoofd als er leven in<br />

een van de beren komt. Liggend op een trolley rolt de beer naar<br />

voren. Het voorzichtige geknal van het publiek maakt plaats<br />

voor het geratel van een mitrailleur: het spelen is begonnen.<br />

Ieder object verandert in de handen van de beer in speelgoed,<br />

iedere handeling in spel. De pop die centraal op het toneel<br />

staat, wordt een vriendje met wie ze contact zoekt. De<br />

schuimen buis is in haar handen een voelspriet waarmee ze de<br />

wereld aftast. Ook de tweede beer wordt wakker. Geen tijd om<br />

te eten, direct spelen! Hij gooit dozen leeg op zoek naar de<br />

meest interessante speeltjes. De spanningsboog van de beren<br />

is kort. Ieder object is al snel niet interessant meer, of is dat<br />

plots weer wel als nieuwe combinaties worden bedacht. Twee<br />

ontstoppers en een schuimen buis zijn los van elkaar niet erg<br />

boeiend, maar blijken samen een futuristische gedachtelezer,<br />

transformeren dan ineens in twee benen.<br />

Vol overgave en met veel plezier doorzoeken de beren hun<br />

eigen kleine paradijs. Daardoor begint de ruimte te veranderen<br />

in een visuele kakofonie waarin niets meer een plek heeft, maar<br />

waar toch een zekere constante is. Het licht benadrukt de<br />

steeds veranderende onveranderlijkheid. Na iedere black-out<br />

blijkt op het toneel alles hetzelfde.<br />

summerschool kunstkritiek<br />

Wolf in schaapskleren – Rococo (Hotel Modern)<br />

Ursus Ludens – Rococo (Hotel Modern)<br />

projectie op een scherm. Hierdoor worden de figuranten van<br />

klein keramiek naar ‘grote-mensenformaat’ gebracht.<br />

Naarmate de voorstelling vordert, groeit de belangstelling<br />

voor het eigen lichaam. De geuren van de verschillende<br />

geslachten worden vergeleken, we zien geëxperimenteer met<br />

een drol en het mannetje doet verwoede pogingen met een<br />

waterpomptang vat te krijgen op zijn lid. Dit alles met een<br />

argeloosheid die aan kinderlijke onschuld grenst. Hierdoor<br />

blijft een te verwachten banaliteit lang uit. Als binnen de<br />

eerder genoemde korte scènes steeds vaker een rol weggelegd<br />

blijkt voor erecte penissen die menig gat penetreren, wordt er<br />

langzaamaan aan onschuld ingeboet.<br />

Ook vanuit een andere hoek haalt de realiteit de onbezonnen<br />

ontdekkingsreis in. Wanneer het geronk van vliegtuigmotoren<br />

de wolfwezens beweegt tot gewapper met witte vlaggen<br />

ontstaat een associatie met het aanspoelen op een onbewoond<br />

eiland. Ineens krijgt de theatrale speelplaats een bestemming<br />

en kunnen de plotselinge lichtwisselingen toegewezen worden<br />

aan de natuur of, zo je wilt, een godsfiguur. De onschuld<br />

verdwijnt hierop onherroepelijk doordat vanuit de nieuwbakken<br />

hemel de grond letterlijk onder alles en iedereen weggetrokken<br />

wordt. In het desolate landschap dat achterblijft zien we de<br />

wolfwezens die menselijke voeten boven de barbecue<br />

klaarmaken. Het onschuldige spel is verworden tot een<br />

noodzakelijk kwaad. De tijd van het huppelende lam is voorbij,<br />

de wolf moet worden gevoed.<br />

Rogier Brom<br />

Dan wordt er van bovenaf ingegrepen. Gewaarschuwd door<br />

geruis en gedonder kijken de beren verschrikt en schuldig in<br />

het rond. Eén helft van het vloerzeil wordt naar boven<br />

opgetrokken. Het rijzende zeil gooit al het rondslingerende<br />

speelgoed als troep op een hoop. Een volwassen ingreep in een<br />

kinderwereld? Een onschuldige wereld waarin geen<br />

betekenissen bestaan en waarin alles kan en mag.<br />

Het is een reactie op het veranderende gedrag van de beren.<br />

Ook de ursus ludens wordt volwassen en volwassenen spelen<br />

slechts stiekem. In kleine kamertjes waar niemand kijkt, of<br />

waar men toch in ieder geval zelf het perspectief bepaalt door<br />

(zich)zelf te filmen. Het enige spel dat de beren rest, is seks. Ze<br />

tonen seks tussen poppentorso’s via vingercamera’s op een<br />

groot scherm. Eerst gefilmd in groezelige poppenkamers met<br />

een selectie van opgewonden rococobeeldjes als toeschouwers,<br />

maar angstvallig geheimgehouden voor de boze buitenwereld.<br />

Dan is de schaamte overwonnen en presenteren de beren de<br />

seks op spectaculaire wijze. Miniatuurkoorddansers en<br />

trapezeartiesten penetreren elkaar onder het gejuich van het<br />

publiek. Het spelen in de eigen paradijselijke gedachtewereld<br />

is verworden tot een circusnummer. Tot die grove ingreep van<br />

bovenaf, het vloerzeil dat wordt opgetakeld, de vrijheid van de<br />

beren aan banden legt. Ze hebben alleen nog een vuurtje en wat<br />

te eten.<br />

Jochem Naafs<br />

- 8 -


Sympathy for the Seventies? Toneelstof tot<br />

nadenken?<br />

Toneelstof staat voor een meerjarig onderzoek van Thersites,<br />

Vereniging van Vlaamse Podiumcritici, waarbij de beeldarchieven<br />

van het Vlaamse theater uit de jaren zestig, zeventig en tachtig<br />

onder handen worden genomen. Met Toneelstof II – Sympathy for<br />

the Seventies? is het project aan de jaren zeventig toe. In<br />

HETPALEIS werden dinsdagavond door Sven Speybrouck en Warre<br />

Borgmans zeven gasten ontvangen die in de periode werkzaam<br />

waren in het theater: Eva Bal, Charles Cornette, Hilde Uitterlinden,<br />

Rik Hancké, Marianne Van Kerkhoven, Herman Gilis en Pat Van<br />

Hemelrijck.<br />

Bijgestaan door beeldfragmenten schetsten zij een beeld van het<br />

theater van de periode en het tijdsgewricht waarin het ontstond<br />

en bloeide. Rode draad was de mentaliteit van strijdvaardigheid<br />

en moedig optimisme. Vitaal voor deze beweging waren waarden<br />

zoals gelijkheid en solidariteit, met groepen in de samenleving die<br />

in opstand kwamen tegen hun onderdrukking door hogere machten.<br />

Makers koesterden sterke antiautoritaire sentimenten en hadden<br />

het daarbij voornamelijk op de staat, het kapitaal en de kerk<br />

gemunt. Het werd mogelijk geacht te revolteren én met zijn<br />

protest veranderingen teweeg te brengen. Temidden van een<br />

wereld die volop in beweging was, getuigde het optreden van deze<br />

theatermakers van een verlangen deel te nemen aan die<br />

omwentelingen. En het publiek deelde in dat verlangen: het hoog<br />

oplopende nagesprek was een wezenlijk deel van de voorstelling,<br />

participatie een must.<br />

Achteraf bekeken waren we hoofdzakelijk getuige van een avondje<br />

herinneringen ophalen. De gasten hoefden nauwelijks vervelende<br />

interventies te vrezen. Bij hun, toegegeven, vaak geanimeerd<br />

vertelde verhalen werden zelden kritische vraagtekens geplaatst.<br />

De sprekers traden niet met elkaar in dialoog. Er was duidelijk de<br />

keuze gemaakt een beeld te schetsen van ‘hoe het vroeger was’.<br />

Dat stelde teleur. Waar was de ruimte voor reflectie? In hoeverre<br />

is het beeld van de periode geromantiseerd? Wat is er van in huis<br />

gekomen, idealen als gelijkheid en emancipatie? Hoe onbeperkt<br />

zijn de mogelijkheden om de wereld te veranderen? Geloven zij<br />

vandaag nog wat zij toen geloofden?<br />

Goed, tussen de regels door was de afstand die een kritische<br />

nuance mogelijk maakt toch te lezen. “Het is geweest wat het<br />

geweest is,” zei ook Van Kerkhoven. In de eerste plaats is het<br />

duidelijk dat de optimistische geest, die door de periode en door<br />

het theater waarde, de tand des tijds niet doorstaan heeft. De<br />

jaren zeventig waren economisch een bijzonder gunstige periode,<br />

waarin massaal en euforisch aan het consumeren geslagen werd,<br />

zonder dat daar al vragen bij hoefden te worden gesteld. Het<br />

spreekt voor zich dat deze periode op vlak van geloof in een<br />

maakbare wereld en de zelfredzaamheid van het individu<br />

geenszins de vergelijking doorstaat met onze tijd. Berichten over<br />

de slabakkende economie zijn schering en inslag, en de<br />

consumptiemaatschappij blijkt catastrofale gevolgen te hebben<br />

gehad voor het milieu. Met het wegebben van de euforie was ook<br />

dit strijdbare theater ten dode opgeschreven. Het<br />

relativeringsvermogen van de gasten zelf bewees overigens<br />

voldoende hoe hard de tijden veranderd zijn. Ach ja, wij gingen de<br />

wereld veranderen, ja. Wat zullen we zeggen, dat is moeilijker<br />

gebleken dan het leek? Spreekt dat niet voor zich?<br />

In de tweede plaats bleek dat ook de ideeën van de periode - over<br />

hoe het theater behoorde te functioneren - aan slagkracht<br />

ingeboet hebben. Het was overigens die onvrede die nog vóór het<br />

politieke engagement de beweging voortstuwde. Tekenend<br />

daarvoor was dat ‘hoe het theater functioneerde’ sterk bleek<br />

overeen te komen met hoe het theater dinsdagavond in HET PALEIS<br />

functioneerde. “Alles waar wij ons tegen verzet hebben!”, riep<br />

Charles Cornette uit, toen hij de aardedonker verduisterde zaal<br />

zag, het podium dat boven de hoofden van de eerste rij<br />

uittorende. Herhaaldelijk werd gevraagd om het zaallicht aan te<br />

steken, wat overigens niet eens de verhoopte interactie of<br />

participatie tot resultaat had. Een dialoog tussen de gasten<br />

onderling werd, geheel in de sfeer van de goede oude tijd, lachend<br />

verschoven naar het nagesprek, waarvoor slechts een minimale<br />

minderheid uit het publiek zich achteraf op het podium begaf. Ook<br />

de reactie op de uitnodiging om mee aan te schuiven aan de<br />

feestdis was bijzonder mager. Toen enkele mensen tegen het<br />

einde de trappen afdaalden, rees kort de hoop op een impuls<br />

vanuit het publiek – die mensen hebben honger!, riep Speybrouck<br />

uit. Triomfantelijk bijna. Tot zij zich richting zijdeur bleken te<br />

begeven – nee, die mensen willen naar huis. Pijnlijk. Ook de<br />

opmerking van de gastheer dat, als hij vandaag naar het theater<br />

gaat, hij hoopt dat het “toch maar niet met participatie zal zijn”,<br />

werd op luid gelach onthaald, omdat wij onszelf zo in die angst<br />

herkennen.<br />

Wat ons schijnbaar restte, was met andere woorden niets dan een<br />

gapende kloof. Maar welke sporen heeft dit theater nagelaten,<br />

welke impact heeft het gehad? De organisatoren hadden vooraf te<br />

kennen gegeven dat het dit soort vragen was dat zij wel degelijk<br />

wilden aanraken. Onderaan het programma stond overigens een<br />

‘slotdiscussie’ gepland, met als centrale vraag ‘Wat betekenden de<br />

jaren zeventig voor het theater van vandaag?’. Bij mijn weten is<br />

die vraag niet eenmaal gesteld.<br />

De uitzondering op de regel vormde Van Kerkhoven. Zij doorprikte<br />

kort het luchtige sfeertje door erop te wijzen dat “we hier toch<br />

met een stukje theatergeschiedschrijving bezig zijn”, waarop zij<br />

inging op de hardnekkige reputatie van ‘slecht theater’ die dit<br />

toneelwerk met zich meezeult. Het struikelblok was de overvloed<br />

aan inhoud, stelde zij, waarvoor nog geen theatraal en esthetisch<br />

interessante vorm gevonden was. Tegelijkertijd benoemde zij een<br />

aantal cruciale ontwikkelingen in het theater van de periode die<br />

ook vandaag nog hun sporen nalaten. De toneelschrijfkunst kwam<br />

tot ontwikkeling, doordat makers zich genoodzaakt zagen enkel<br />

literair interessante teksten in een theatrale vorm te gieten.<br />

Bovendien werd het kindertheater opengebroken, onder meer<br />

onder impuls van Eva Bal, en voltrok zich de emancipatie van de<br />

acteur. Deze was nooit eerder zo mondig geweest, en nam tevens<br />

verantwoordelijkheid op voor de rol die hij vertolkte, en de inhoud<br />

van het stuk waarin hij speelde. Haar heldere toelichting was één<br />

van de weinige momenten waarop onze indruk bijgesteld werd dat<br />

de relevantie van dit theater vandaag nihil is. Toegegeven, de<br />

aanstekelijkheid van het engagement van deze makers inspireert.<br />

De gepassioneerde zoektocht naar een manier en een vorm om te<br />

vertellen wat zij te vertellen hadden, kan ook vandaag nog jonge<br />

makers aanspreken. Maar het kan niet de bedoeling geweest zijn<br />

het beeld te scheppen dat het om een hopeloos naïeve beweging<br />

ging die geen van haar idealen tot uitvoering heeft kunnen<br />

brengen. Toch is dat de indruk die voornamelijk is blijven hangen.<br />

(TA) Foto: © Bart Grietens<br />

- 9 -


“We spelen een spel vanavond!”<br />

Bad van Marie viert zijn vijfde verjaardag met www.win-een-auto.com<br />

Soms vraag ik me af of een groep als Bad van Marie op de uitnodiging om op Het Theaterfestival te spelen niet gewoon “neen” moet<br />

antwoorden. Daarmee wil ik absoluut geen kwalitatief oordeel vellen, maar eerder een opmerking van praktische aard maken.<br />

Locatieprojecten moeten op locatie gespeeld worden. Dat staat buiten kijf, en werd ook waargemaakt in de Renaultgarage aan de<br />

Antwerpse Italiëlei. Maar verrassingsprojecten moeten verrassingen blijven, en dat wordt moeilijker als er aan je project zoveel<br />

ruchtbaarheid gegeven wordt door bijvoorbeeld een selectie op Het Theaterfestival. Een mens laat zich niet zomaar foppen als hij weet<br />

dat hij gefopt zal worden. En eerlijk gezegd voelde ik me een beetje onderschat als toeschouwer. Zo rap hebben ze mij nu toch niet<br />

liggen. Nu ja, ook als je niet gefopt wordt, blijft www.win-een-auto.com een amusante voorstelling.<br />

Als toeschouwer op zijn hoede zit je in het begin al een beetje rond te kijken van wat nu allemaal echt is en wat niet. En dan begint het<br />

en wordt de presentator van de avond aangekondigd: Bas Teeken. Hij doet zo erg zijn best om sympathiek over te komen dat ik hem<br />

direct een kwal vind, en hij houdt dit tot mijn ergernis tot het einde vol, wat ik uiteindelijk wel knap en bij momenten hilarisch moet<br />

vinden. Alleen is de keuze tussen het spelen van een realiteit –om de mensen te foppen- en het spelen van een parodie – wat<br />

inhoudelijk interessanter is en voor de humor in deze voorstelling zorgt -, niet altijd even scherp afgelijnd. Vandaar dat ik me als<br />

toeschouwer die meer op zoek is naar het tweede onderschat voel als men verwacht dat ik meega in het eerste. Soms heb ik ook gewoon<br />

het gevoel dat er teveel uitgelegd wordt.<br />

Het is gebakken lucht wat in het eerste deel verkocht wordt, maar met een bedoeling. Het stelt onze kijkcultuur in vraag met het format<br />

van de show en een curiosum als travestie, onze koopcultuur met leurders en autoreclames, en als combinatie van de twee de<br />

commerciële aspecten van het theater. In welke mate mag of kan het theater afhankelijk zijn van sponsoring en subsidies? Daarbovenop<br />

komt nog de vraag hoever men kan gaan in een spel. Want als er een constante zit in de voorstellingen van Het Theaterfestival, is het<br />

misschien wel die van het spel. In een groot aantal voorstellingen zien we acteurs die in een al dan niet tot speeltuin herschapen decor<br />

aan het spelen zijn. Echt spelen, zoals Sidi Larbi Cherkaoui in zijn State of the Union reeds droomde. In www.win-een-auto.com wordt<br />

ook een spel gespeeld. Met het publiek dan.<br />

Het spel mondt uit in chaos. Er is blijkbaar toch een grens overschreden. De toeschouwer wordt aan zijn lot overgelaten met de<br />

meningen van de personages in zijn achterhoofd en de beelden van waar zij mee bezig zijn voor zich geprojecteerd. Artistiek leider<br />

Peter Boelens, die zelf in de show wordt opgevoerd, geeft in het eerste deel te kennen dat bij zijn voorstellingen op het einde niet de<br />

mogelijkheid gegeven wordt te applaudisseren om zo ervoor te zorgen dat de mensen hun bedenkingen bij de voorstellingen niet<br />

wegventileren. Hoewel het publiek na en ook tijdens deze voorstelling wel applaudisseert, neem ik toch mijn gedachten mee naar huis.<br />

Hier moet ik nog even over nadenken. [TB]<br />

Deze recensie is een tweede reactie op de voorstelling www.win-een-auto.com, - zie dagkrant van gisteren -: de bui is gevallen.<br />

Theatertater<br />

Onze journalisten gaan dagelijks op pad en snuiven de festivalsfeer op in de coulissen, temidden van de festivalsite, naast en onder elk<br />

podium. Ze zoeken daarbij het antwoord op een centrale vraag. Zonder schroom steken ze hun notitieboekje onder de neus van artiesten,<br />

barpersoneel, technici, productieleiding, en andere aanwezige of verdwaalde zielen op de Theaterfestivalsite. Misschien klampen ze op een<br />

van deze dagen ook u aan. De vraag die hen vandaag allen werd gesteld was: “Welke acteur/actrice ziet u ons land uit de politieke impasse<br />

halen en op welke manier?”<br />

Intussen duiken sommige mensen al spontaan weg als ze onze reporters zien aankomen, bang om door de vraag van vandaag met de mond<br />

vol tanden gezet te worden. Een greep uit de antwoorden: “Geen flauw idee, daar hou ik me niet mee bezig”, “Welke vraag krijg ik hier in mijn<br />

maag vol lasagne gesplitst?” of “Ik ben Nederlander, dus heb ik daar niets over te zeggen.”<br />

Kris Verdonck is kort en realistisch: “Niemand”.<br />

Hans Dowit volgt zijn mening: “Geen enkele. Acteurs moeten dat niet doen. De politici moeten dat zelf oplossen.”<br />

De cateringploeg is nieuwsgierig naar de antwoorden van de vorige dag en wordt hiervoor beloond met de nieuwe vraag. Na even naar<br />

elkaar gekeken te hebben, houden ze het op Jan Decorte. “Die moet terug in de politiek. Dan kunnen we nog eens lachen.”<br />

Sinds Angelo’s antwoorden (voor de mercuriusmannen onder ons: die van de radio) bijna een vast item geworden zijn binnen deze rubriek,<br />

mag het zijne hier niet ontbreken. Alweer bedenkt hij de uitspraken over Leah Thys sneller dan zijn eigen schaduw: “Wel, als we nu zouden<br />

beginnen met BHV te splitsen. Dat is heel eenvoudig: je stuurt Leah Thys naar die regio zodat daar niemand meer zal wonen behalve haar<br />

achttienjarige motorisch gehandicapte fan. Dan wordt dat daar agrarisch gebied en dan is alles opgelost. Voilà.”<br />

Filip die een summerschool toneelschrijven volgt, kiest voor Woody Allen. En hoe? “Die zou iedereen plat praten en de deur uit werken.” Ik<br />

zie het al. We hebben hier te maken met een fan.<br />

Don Verboven en Koen van de productie bij <strong>deSingel</strong> beginnen spontaan te brainstormen. Ik tref hen in een gesprek over Hans Kesting dus<br />

daar beginnen ze mee. “Hans Kesting?” “Ja, maar dat is een Hollander”. Dat ligt een beetje moeilijk. “En dan gaat hij zich misschien niet meer<br />

bezig kunnen houden met acteren en dat mag niet.” “Dus iemand die gerust mag stoppen met acteren? Hm, Geert Hoste misschien? Laat hem<br />

het nu zelf maar eens oplossen.” “Ja, maar dan verhuis ik toch wel, hoor.” Uiteindelijk komen ze uit bij Jan Bucquoy. “Dan wordt het een totale<br />

omwenteling. Vlamingen en Nederlanders verhuizen van gebied, waarna de Walen kaas en hagelslag beginnen te vreten, en vloeiend<br />

Nederlands spreken. Dan is het probleem meteen opgelost.” “En Hans Kesting mag zijn raadgever zijn.”<br />

Ik vraag het nog even aan de broden mannen in de tuin. Daar komt ook niet veel uit. Misschien moeten we maar hopen dat ze het alsnog zelf<br />

oplossen in de Wetstraat.<br />

Toen we in het publiek van www.win-een-auto.com ook politiek hoofdredacteur Yves Desmet van De Morgen zagen zitten, konden we de<br />

kans niet laten liggen ook hem deze vraag voor te schotelen. Zijn antwoord: "Johan Heldenbergh. Omdat de kracht van Massis nodig is om dat<br />

te verwezenlijken." [TB]<br />

- 10 -


VOORSTELLINGEN donderdag 28 augustus<br />

KEUZE ‘08<br />

Abattoir Fermé (B): Tourniquet<br />

28, 29/08 | 20:00 - <strong>deSingel</strong> - zwarte zaal - € 15/12 | Geen tekst<br />

De winnaar van de Vlaamse Cultuurprijzen 2007 bouwt gestaag verder aan een eigenzinnig oeuvre waarin de grenzen van<br />

het theater gretig worden afgetast. Een bijzondere beeldentaal en ongebreidelde fascinatie voor de donkere kant van de<br />

menselijke natuur, kenmerken de beklemmend scherpe voorstellingen van Abattoir Fermé. Met het indringende<br />

Tourniquet zet regisseur Stef Lernous - na Moe maar op en dolend en Tinseltown - zijn zoektocht naar tekstloos en<br />

filmisch theater met verve verder. Tourniquet suggereert de geschiedenis en contouren van een huis en zijn drie geesten.<br />

Dode grond, gebarsten vloer, muren als door een ziekte aangetast.<br />

Van/met: Stef Lernous (regie), Ragna Aurich, Joost Vandecasteele, Chiel Van Berkel (spel), Kreng (soundtrack), Leo Denijs (decor), Marga Sanders<br />

(kostuums) e.a.<br />

JAN (B): Thierry<br />

27, 28/08 | 20:30 | Monty | € 12/9<br />

Regisseur Peter Seynaeve maakt met JAN voorstellingen voor volwassenen met jongeren op scène. Na de bejubelde<br />

producties As you like it en Je ne comprends pas, ging hij aan de slag met vier jongeren en één professionele actrice.<br />

Thierry is een intense en aangrijpende voorstelling over de laatste dagen uit het leven van de 17-jarige Thierry. Na het<br />

overlijden van zijn vader slaagt hij er niet in de draad van zijn leven weer op te nemen. Terwijl de verhuis naar een andere<br />

stad voor zijn moeder net de oplossing lijkt, maakt het voor Thierry alles alleen maar ingewikkelder…<br />

ik zou tot honderd willen tellen<br />

tot honderd en er dan niet meer zijn<br />

Van/met: Peter Seynaeve (regie), Daan Appels, Thomas Janssens, Hans Mortelmans, Leonard Muylle, Isabelle Van Hecke (spel), Ans Vroom<br />

(dramaturgie)<br />

PARALLEL<br />

Toneelatelier Aalst: Fred<br />

28, 29/08 | 20:00 - <strong>deSingel</strong> – kleine zaal - € 12 / 9<br />

Fred schetst hoe mensen elkaar binnen vier muren begluren, belagen, bedreigen, bekampen om territorium. Vanuit een<br />

schreeuw om begrip en een schrijnende nood aan warmte. Fred is een reflectie op en over onze dagelijkse<br />

nonsensdialogen, die ondanks hun ondraaglijke holheid de menselijke<br />

existentie vertolken. Uit het juryverslag van het Landjuweel: “De leden van de jury zijn unaniem… Een regie die getuigt<br />

van vakmanschap (de hele gedurfde aanpak, concept en enscenering), inzicht (karaktertekening), doorzicht (grote<br />

consequentie in de opbouw), creativiteit en inventiviteit. Zeer integer, consequent en authentiek spel, zeer functionele<br />

techniek, zeer efficiënte scenografie…”<br />

Van/met: Colette Notenboom (regie), Toneelgroep Carver (tekst), Steven De Leeneer, Lies Geldhof, Marie-Rose Van Der Sypt (spel).<br />

Salon 3: Kunstkritiek (i.s.m VTi)<br />

28/08 | 17:30 | gratis - <strong>deSingel</strong> – salon festivalcentrum<br />

De kunstkritiek is duidelijk in beweging, en critici schuiven (al dan niet gedwee) mee. Wat is de positie van kunstcritici<br />

en hun teksten? Wat zijn de voor- en nadelen van de verschillende evoluties die aan de gang zijn in kranten, tijdschriften<br />

(Etcetera, Rekto:verso) en nieuwe paddestoelen als Corpus Kunstkritiek of de internettijdschriften? Een debat over de<br />

noodzaak en de toekomst van kunstkritiek.<br />

Met: Klaas Tindemans (dramaturg), Wouter Hillaert (recensent),<br />

Johan Reyniers (Etcetera), Daphne Richter (recensent), Karlien<br />

Vanhoonacker (recensent - jury ‘08)<br />

Droom van een zomernacht: Arne Sierens (Compagnie Cecilia)<br />

28/08 | 19:00 - € 20 / 17 (drank en maaltijd inbegrepen!)<br />

<strong>deSingel</strong> – vertrek onthaal festivalcentrum - vooraf reserveren is verplicht<br />

Schuif mee aan tafel bij een van onze gasten en beleef samen met hen een Droom van een zomernacht. Twee avonden,<br />

twee gasten, telkens met hun ideale interviewer, hun beste fragementen, de lekkerste spijs en drank… Tijdens Droom van<br />

een zomernacht worden beeld, geluids –en tekstfragmenten als stapstenen gebruikt om de wereld van een centrale gast te<br />

verkennen. En de duur speelt nu eens geen rol! De plaatsen zijn beperkt, dus tijdig reserveren is aangewezen.<br />

Theatermaker Arne Sierens (zie ook pagina 4 – Altijd Prijs van de Keuze ‘08) vertelt graag en veel. Zeker in het bijzijn<br />

van ‘Minister van Staat’ Jos Geysels. Zij schuiven maar al te graag hun benen onder de tafel voor een Droom van een<br />

zomernacht. Met filmfragmenten en andere vondsten houden zij het publiek een hele avond (en nacht?) in de ban.<br />

<strong>Dagkrant</strong>medewerkers: Hoofdredactie: Karl Van Welden, Gunther De Wit, Marieke Rummens Redactie: Carmen Van Cauwenbergh,<br />

Tom Bruynooghe, Janneke Robers, Christoffel Hendrickx, Tina Ameel, Olivia U. Rutazibwa, Roosje Lowette, Nanda Suwargana,<br />

Karel-Willem Delrue, Evelyne Coussens Coördinatie: Lana Willems<br />

- 11 -


DONDERDAG 28 augustus<br />

17h 17h30 19h 20h 20h15 20:30 20h45 21h 21h15 21h30 21h45 22h 2215 22h30 22h45<br />

Salon:<br />

Kunstkritiek<br />

<strong>deSingel</strong> –<br />

salon<br />

festivalcentrum<br />

Tourniquet – <strong>deSingel</strong><br />

– zwarte zaal<br />

Fred – <strong>deSingel</strong><br />

Kleine zaal<br />

Thierry - Monty<br />

VRIJDAG 29 augustus<br />

Nabespreking<br />

Tourniquet<br />

<strong>deSingel</strong> –<br />

zwarte zaal<br />

Nabespreking<br />

Thierry<br />

Monty_ABN<br />

Droom van een zomernacht : Arne Sierens – <strong>deSingel</strong> – vertrek onthaal festivalcentrum<br />

Doorlopend (Studio Villanella) vanaf 12:00 Radio Angelo vanaf 17:00 <strong>deSingel</strong> – festivalcentrum<br />

14h 15h 16h 17h 18h 19h 20h 20h30 20h45 21h 21h15 21h45 22h 22h30 22h45<br />

Design God<br />

<strong>deSingel</strong>- vertrek<br />

onthaal<br />

festivalcentrum<br />

Salon:<br />

Scenografie<br />

<strong>deSingel</strong> –<br />

salon<br />

Tourniquet – <strong>deSingel</strong><br />

zwarte zaal<br />

Tien Geboden – deel 1 – <strong>deSingel</strong><br />

rode zaal<br />

Fred – <strong>deSingel</strong><br />

kleine zaal<br />

festivalcentrum Stockholm<br />

<strong>deSingel</strong> – vertrek<br />

onthaal festivalcentrum<br />

Laatste Nachtmerrie<br />

Monty<br />

Live: Worm / La Cité du bonheur / State of the wolff -<br />

<strong>deSingel</strong> – vertrek onthaal festivalcentrum<br />

Live: Bolderplaats / Splits / Albatros - <strong>deSingel</strong> vertrek<br />

onthaal festivalcentrum<br />

Nabespreking<br />

Laatste<br />

Nachtmerrie<br />

Monty_ABN<br />

Dinsdag op vrijdag<br />

<strong>deSingel</strong> – vertrek<br />

onthaal festivalcentrum<br />

Doorlopend (Studio Villanella) vanaf 12:00 Radio Angelo vanaf 17:00 <strong>deSingel</strong> – festivalcentrum<br />

- 12 -

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!