Centrifree® Ultrafiltratie units - Millipore

Richtlijnen voor gebruik
● Serum, plasma of andere biologische vloeistoffen kunnen met Centrifree® units worden gebruikt. Voor
efficiëntere doorstroomsnelheden verwijdert u de fibrine door het monster te centrifugeren voordat u
het in het reservoir laadt.
● Het aanbevolen monstervolume is 0,15–1,0 ml.
● Voor de beste resultaten kunt u beter een centrifuge met een vaste hoek rotor dan met een bucket
gebruiken en u draait op 1000-2000 x g.
VOORZICHTIG: Niet laten draaien op een relatieve centrifugale kracht boven 2000 x g.
● Voervoorbereidende ligandadsorptie en eiwitretentiestudies uit om geschiktheid van het systeem voor
de beoogde toepassing te bepalen.
● Centrifree® ultrafiltratie units zijn bedoeld voor gebruik met biologische vloeistoffen en wateroplossingen.
Apparaten niet gebruiken met organische oplosmiddelen.
● Bepaal de juiste temperatuur voor uw toepassing. Voor een nauwkeurige meting van de monstertemperatuur
voor en na centrifugeren, steekt u een weerstandsthermometer of een thermokoppel door de
reservoirdop in het monster in het reservoir. Behoud de gewenste temperatuur door een verwarmde
centrifuge te gebruiken of door de centrifugerotor en kamer voor te verwarmen. In een rotor met vaste
hoek bereikt de inhoud van de unit een thermaal evenwicht met de rotor in 5-10 minuten. De hoge
snelheid van ultrafiltratie die door Centrifree® units wordt bereikt, minimaliseert het effect van de
temperatuur op ligandbinding.
● Niet gebruiken voor concentratie en recovery van macromoleculen.
● Componentonderdelen niet autoclaveren.
● Centrifree® units niet hergebruiken.
● Als het membraan in de ultrafiltratie units eenmaal nat is, niet opnieuw laten drogen. Als u de unit niet
onmiddellijk na voorspoelen gebruikt, moet u zorgen dat er vloeistof op het membraan staat totdat de
unit wordt gebruikt.
● Het Ultracel® membraan in de unit bevat sporen van glycerine (~ 2 µL). Als deze stof de analyse
beïnvloedt, spoelt u de unit met gedeïoniseerd water of 0,1 N NaOH totdat er geen interferentie wordt
waargenomen. Als 0,1 N NaOH wordt gebruikt voor het verwijderen van glycerine, spoelt u de unit voor
gebruik grondig met gedeïoniseerd water of buffer. Centrifugeer gedurende ten minste 15 minuten om
zoveel mogelijk vloeistof te verwijderen. Om verdunningsfouten die worden veroorzaakt door ingesloten
vloeistof (~ 10 µL) na spoelen te voorkomen, gooit u de eerste aliquot van het ultrafiltraat weg.
Hoe dient u Centrifree® Ultrafiltratie units te gebruiken
Verwijder voor het gebruik van de Centrifree® de rode reservoirdop.
1. Houd het reservoir vast in een hoek van ongeveer 45° waarbij de pipetpunt de reservoirwand aanraakt.
Voeg de monsteroplossing toe in een gelijkmatige stroom voorzichtig toe om luchtbelletjes te
voorkomen.
NB: Zorg ervoor dat u het membraan niet aanraakt met de punt van de pipet.
2. Dop het monsterreservoir af en plaats vervolgens de unit in een centrifuge met vaste hoek rotor met
17 x 100 mm adapters. Breng de centrifuge in evenwicht met een gelijksoortig apparaat.
NB: De rode reservoirdop mag niet meer dan 3-4 mm naar beneden over de bovenkant van het
reservoir vallen. Nog meer druk kan prefiltratie veroorzaken, hetgeen vervolgens kan leiden tot
analysefouten als het monster niet op de gewenste bedrijfstemperatuur is.
Centrifree® Ultrafiltratie units
3