De maatschappelijke betekenis van geluid - Rivm
De maatschappelijke betekenis van geluid - Rivm
De maatschappelijke betekenis van geluid - Rivm
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
huishouden of luidsprekers), maar er kwamen ook gebruikelijke indelingen (bijvoorbeeld ‘natuurlijk’<br />
of ‘transport’) naar voren. Geluiden werden vaak samengenomen omdat ze een vergelijkbare<br />
<strong>geluid</strong>sbron hebben of omdat de <strong>geluid</strong>en het gevolg waren <strong>van</strong> vergelijkbare handelingen (Dubois,<br />
2003; Kawai et al., 2004; Payne et al., 2007).<br />
Bij het vaststellen <strong>van</strong> <strong>geluid</strong>sindelingen aan de hand <strong>van</strong> gespreksanalyse op de reacties <strong>van</strong><br />
respondenten op gepercipieerde lage en hoge <strong>geluid</strong>en werd twee <strong>geluid</strong>sklassen, wederom gebaseerd<br />
op <strong>geluid</strong>sbronnen, gevonden (Guastavino, 2006). Herkenbare <strong>geluid</strong>sbronnen werden grofweg<br />
geclassificeerd als oorzakelijke gebeurtenis, terwijl onherkenbare <strong>geluid</strong>bronnen tot achtergrond<strong>geluid</strong><br />
bestempeld werden.<br />
3.3.3 Indelingen <strong>van</strong> auditieve omgevingen<br />
Ook bij het indelen <strong>van</strong> landschappen baseert men zich ofwel op onderzoek onder niet-deskundigen of<br />
is er sprake <strong>van</strong> indelingen die door de onderzoeker zelf bepaald worden. In het laatste geval maakt<br />
men gebruik <strong>van</strong> ‘objectieve’ akoestische parameters (bijvoorbeeld <strong>De</strong> Coensel et al., 2005 of<br />
Lebiedowka, 2005) of men leidt een indeling af <strong>van</strong> veronderstelde <strong>betekenis</strong>sen en functies <strong>van</strong><br />
<strong>geluid</strong>en voor de ont<strong>van</strong>ger (bijvoorbeeld Raimbault en Dubois, 2005).<br />
<strong>De</strong> eerste mogelijkheid die we bespreken is het classificeren <strong>van</strong> landschappen in ‘erg stille’ en ‘erg<br />
lawaaiige’ gebieden. Dit is een aantrekkelijke optie omdat dit aansluit bij het behoud <strong>van</strong> stille<br />
gebieden, zoals dit door de Europese Unie gepropageerd wordt (EU, 2002). Het gevaar bij dit type<br />
classificaties is echter dat de neiging kan bestaan om ze volledig te baseren op het <strong>geluid</strong>sniveau en de<br />
<strong>betekenis</strong> en de context buiten beschouwing te laten. In plaats daar<strong>van</strong> veronderstellen onderzoekers<br />
soms eenvoudig dat stille gebieden ‘goed’ zijn en lawaaiige gebieden ‘slecht’.<br />
Een Nederlands voorbeeld in dit kader, waarin het belang <strong>van</strong> stilte wel genuanceerd wordt, is een<br />
pilotproject dat voor het ministerie <strong>van</strong> VROM in Amsterdam wordt uitgevoerd (Van den Berg, 2009).<br />
Als onderdeel <strong>van</strong> dit project werd aan inwoners <strong>van</strong> Amsterdam gevraagd welke openbare stille<br />
plekken er zijn, wat de karakteristieken zijn <strong>van</strong> een stille plek, in hoeverre er behoefte is aan rust en<br />
stilte en hoe zij deze behoefte invullen. Uit de resultaten <strong>van</strong> een grootschalig veldonderzoek<br />
(N = 1045) blijkt dat de meeste respondenten ten minste één stille plek in hun buurt kennen. Het gaat<br />
hierbij overwegend om groene gebieden (variërend <strong>van</strong> een klein veldje tot een stadspark) en locaties<br />
nabij het water (meertjes, kanalen, rivieren). <strong>De</strong> respondenten noemden ook hofjes, smalle straatjes en<br />
grachten in de oude binnenstad. Een stil huis is voor de meeste respondenten belangrijk en thuis is de<br />
belangrijkste plek om tot rust te komen. Een rustige buurt is minder, maar nog steeds belangrijk, vooral<br />
voor de <strong>geluid</strong>sgevoelige (een derde <strong>van</strong> de deelnemers) respondenten. Rust op een afstand, elders in de<br />
stad, is niet zo belangrijk, zelfs niet voor <strong>geluid</strong>sgevoelige personen.<br />
Een andere methode die zich baseert op akoestische parameters gebruikt het gegeven dat muziek vaak<br />
een spectrale variatie heeft <strong>van</strong> 1/f, wat door mensen gewaardeerde dynamiek is. Het classificeren<br />
wordt dan gebaseerd op het meten <strong>van</strong> de lange termijn spectrale variatie <strong>van</strong> auditieve omgevingen.<br />
Hoe dichter de tijdsstructuur de 1/f schaal benadert, hoe meer men ertoe neigt om het auditieve<br />
landschap positief te waarderen (Botteldooren et al., 2006; <strong>De</strong> Coensel et al., 2003). Dit type indeling<br />
lijkt dus objectieve akoestische parameters te verbinden met de subjectieve beoordeling <strong>van</strong> een<br />
auditief landschap. Hiermee biedt het de mogelijkheid om auditieve landschappen te begrijpen en in te<br />
richten die door hun gebruikers gewaardeerd worden. Onderzoek door Nilsson et al. (2007) laat echter<br />
zien dat ten opzichte <strong>van</strong> de LA50 de 1/f geen toegevoegde verklaring biedt voor de gepercipieerde<br />
<strong>geluid</strong>skwaliteit of de hinder <strong>van</strong> wegverkeer in parken.<br />
Op een vergelijkbare manier werd de hellingsindicator gebruikt om verschillende auditieve<br />
landschappen in Italië in te delen, die eerder door bewoners als ergerlijk of ontspannend waren betiteld<br />
(Licitra en Memoli, 2006; Bloomfield et al., 2008). Dit heeft geleid tot de ontwikkeling <strong>van</strong> een ‘schaal<br />
voor rust’, waarbij rustige gebieden een waarde groter dan -1 hebben, muziek heeft een waarde <strong>van</strong><br />
23 RIVM Rapport 815120004