De maatschappelijke betekenis van geluid - Rivm
De maatschappelijke betekenis van geluid - Rivm
De maatschappelijke betekenis van geluid - Rivm
You also want an ePaper? Increase the reach of your titles
YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.
5 <strong>De</strong> invloed <strong>van</strong> <strong>geluid</strong> op sociaal gedrag<br />
Dit hoofdstuk richt zich op de sociale gevolgen <strong>van</strong> <strong>geluid</strong>, een laatste stap in het eerder geschetste<br />
model. Hoe gedragen mensen zich onderling in omgevingen waar ongewenst dan wel gewenst <strong>geluid</strong><br />
domineert? <strong>De</strong> literatuur search liet zien dat onderzoek naar de relatie tussen <strong>geluid</strong> en sociaal gedrag<br />
sinds de jaren tachtig zeer beperkt is gebleven. Dit hoofdstuk leunt als gevolg zwaar op de gedateerde<br />
reviews <strong>van</strong> de Boer (1986) en Cohen en Spacapan (1984) en vat deze kort samen, waar mogelijk<br />
aangevuld met resultaten <strong>van</strong> meer recente studies. Het overzicht spitst zich toe op effecten <strong>van</strong> <strong>geluid</strong><br />
op algemene omgangsvormen, hulpvaardigheid en agressie.<br />
5.1 Algemene omgangsvormen<br />
5.1.1 Communicatie<br />
Lawaai is op verschillende manieren <strong>van</strong> invloed op de onderlinge communicatie. Om te beginnen is<br />
het in een lawaaiige omgeving lastig om elkaar te verstaan. Ook is het niet prettig om in deze situaties<br />
lang met stemverheffing te moeten spreken. Voor conversaties tijdens het werk, die noodgedwongen<br />
onder lawaaiige omstandigheden moeten plaatsvinden, zijn er aanwijzingen dat er niet minder<br />
taakgerichte opmerkingen voorkomen, maar dat sociaal-emotionele zaken uit het gesprek geschrapt<br />
worden (Stemerding, 1960). Dit duidt erop dat mensen in lawaaiige werkomgevingen een minder sterke<br />
band met elkaar (kunnen) ontwikkelen. Kryter (1970) liet zien dat werknemers in lawaaiige<br />
omgevingen meer gebruikmaken <strong>van</strong> lichaamshouding, gebaren en gezichtsuitdrukkingen (non-verbale<br />
communicatie). Stemproblemen komen in verhouding veel voor bij leerkrachten in het basisonderwijs<br />
(Kooijman et al., 2006).<br />
5.1.2 Sociale contacten<br />
In hun inmiddels wereldberoemde artikel vergelijken Appleyard en Lintell (1972) de sociale interactie<br />
tussen buren over drie straten in dezelfde buurt met verschillende niveaus <strong>van</strong> verkeer en het<br />
bijbehorende <strong>geluid</strong>. In de ‘heavy street’ passeren er gemiddeld 15.700 voertuigen per dag en is het<br />
<strong>geluid</strong>sniveau 45% <strong>van</strong> de tijd boven de 65 db(A). In de ‘moderate street’ passeren 8.700 voertuigen en<br />
is het <strong>geluid</strong>sniveau 25% <strong>van</strong> de tijd boven de 65 db(A). In de ‘light street’ passeren 2.000 voertuigen<br />
en is 5% <strong>van</strong> de tijd het <strong>geluid</strong>sniveau boven 65 db(A). Hun onderzoek toonde aan dat in straten met<br />
veel verkeer veel minder sociale interactie, vriendschappen en kennissen voorkomen dan in straten die<br />
op dit punt rustiger zijn. Ook is het opmerkelijk dat in de drukke straat mensen zich een veel kleiner<br />
deel <strong>van</strong> het publieke domein toe-eigenen. In rustige straten beschouwen de bewoners delen <strong>van</strong> of<br />
zelfs de gehele straat als hun domein. In een drukke straat zien de bewoners het complex waarin zij<br />
wonen of zelfs alleen het eigen appartement als hun eigen domein.<br />
Bijna 10 jaar na het oorspronkelijke pilotonderzoek heeft de onderzoeksgroep rond Donald Appleyard<br />
deze studie herhaald en opgeschaald naar een grootschalig veldonderzoek. <strong>De</strong> bevindingen <strong>van</strong> dit<br />
grotere onderzoek waren min of meer hetzelfde. <strong>De</strong> gevonden verbanden waren echter lang niet altijd<br />
even sterk, wat enig afbreuk doet aan de overtuigingskracht <strong>van</strong> de oorspronkelijk studie en hiermee<br />
ook aan de resultaten <strong>van</strong> het pilotonderzoek. Het verband tussen ‘vrienden en kennissen in de straat’<br />
en verkeersvolume is zwak (r = .11). <strong>De</strong> relatie tussen ‘mensen <strong>van</strong> gezicht kennen’ en verkeersvolume<br />
was iets sterker (r = .16). Het sterkst was de relatie tussen ‘kennissen aan de overzijde <strong>van</strong> de straat’ en<br />
verkeersvolume (r = .39). Er werd geen verband gevonden tussen de perceptie <strong>van</strong> anderen in de straat<br />
en verkeersvolume (Appleyard, 1981, pp. 70-71).<br />
41 RIVM Rapport 815120004