Ontwerp-streekplanuitwerking - Gemeente Soest
Ontwerp-streekplanuitwerking - Gemeente Soest
Ontwerp-streekplanuitwerking - Gemeente Soest
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
wordt geregeld in artikel 20 (Overleg partijen). Het tweede lid van artikel 8 bevat dus een<br />
calamiteitenregeling om te voorkomen dat het cluster <strong>Soest</strong> I niet kan worden gerealiseerd omdat een<br />
in het eerste lid benoemd project niet kan worden gerealiseerd.<br />
Artikel 9: Projecten algemeen<br />
In het eerste lid is bepaald dat de in artikel 8, eerste lid, genoemde projecten nader zijn uitgewerkt in<br />
Bijlage II bij deze overeenkomst. Het gaat hierbij om de volgende onderwerpen: de omschrijving van<br />
het project, de trekker van het project (per fase), de prestatie, de rood-groenbalans, de financiën (het<br />
resultaat), de activiteiten per fase, de tijd, de kwaliteit, de verzorging van de informatie, de organisatie,<br />
de communicatie, de risicoverdeling, de rapportages. Wanneer een project zou worden vervangen door<br />
een ander project – zie hierover de toelichting op artikel 8 – wordt deze Bijlage door de partijen bij<br />
deze overeenkomst aangepast en vastgesteld. In het tweede lid zijn de financiële uitgangspunten van<br />
de projecten vastgesteld. Deze zijn gebaseerd op de rekenregels die in 2004 zijn opgesteld door de<br />
Grontmij zoals omschreven in de Raamovereenkomst Hart van de Heuvelrug. Bij ieder project is een<br />
voorcalculatie gemaakt op basis van de rekenregels voor de kosten (budget) en de dekking (baten).<br />
Naast het saldo (baten minus de kosten) zijn ook de rente en inflatiekosten opgevoerd in dezelfde systematiek<br />
zoals deze in de rekenregels zijn vastgelegd. Het saldo inclusief de rente en inflatiekosten is<br />
het saldo contante waarde. Op basis van de voornoemde uitgangspunten is er voorcalculatorisch<br />
sprake van een sluitende grondexploitatie in het cluster <strong>Soest</strong> I. Het derde lid bevat de roodgroenbalans.<br />
In Bijlage 2 bij de Raamovereenkomst Hart van de Heuvelrug is aangegeven op welke<br />
wijze de rood-groenbalans wordt berekend; het bestemmingsplan vormt hierbij het vertrekpunt. In het<br />
vierde lid is aangegeven welke partij trekker van een project is. Uitwerking van de projecten vindt<br />
plaats door de managementgroep die hierbij het vierde lid in acht moet nemen.<br />
Artikel 10: Ruimtelijke kwaliteitsverbetering<br />
In deze bepaling is vastgelegd dat de projecten uit het cluster <strong>Soest</strong> I leiden tot ruimtelijke kwaliteitsverbetering.<br />
Dat betekent dat deze projecten voldoen aan de Regionale Kwaliteitsvisie 2030 die deel<br />
uitmaakt van de Raamovereenkomst Hart van de Heuvelrug. Bij vervanging van een project door een<br />
ander project moet uiteraard ook aan deze Regionale Kwaliteitsvisie 2030 worden voldaan. Dat is als<br />
randvoorwaarde vastgelegd in artikel 8, vijfde lid, onder E.<br />
Artikel 11: Beheercommissie Fonds<br />
Deze bepaling heeft betrekking op de Beheercommissie Fonds, die haar basis vindt in de Raamovereenkomst<br />
Hart van de Heuvelrug. Uit deze Raamovereenkomst vloeit de verplichting voor partijen<br />
voort om, wanneer uit de financiële verevening van een cluster een financieel overschot voortvloeit,<br />
dit overschot in het Fonds te storten. Dit Fonds zal worden ingesteld door de Beheercommissie Fonds.<br />
De verevening wordt in de artikelen 13 en 14 nader uitgewerkt op projectniveau respectievelijk clusterniveau.<br />
Artikel 12: Voorfinanciering<br />
In de toelichting op artikel 5 is ingegaan op de uitvoeringsorganisatie van de projecten. Deze bestaat<br />
uit een bestuurlijk samengestelde stuurgroep en een ambtelijke managementgroep. Op grond van<br />
artikel 12 kan de stuurgroep verzoeken om voorfinanciering van een project. In het eerste lid is als<br />
uitgangspunt vastgelegd dat de trekker die belast is met de voorbereiding van een project, verplicht is<br />
de voorfinanciering van dat project op zich te nemen. In artikel 9, vierde lid, is vastgelegd welke partij<br />
trekker is. Zolang er echter voldoende financiële middelen in het Fonds aanwezig zijn vindt de<br />
voorfinanciering van een project vanuit het Fonds plaats en wordt de trekker hier niet op<br />
aangesproken. Mocht het Fonds echter geen of onvoldoende financiële middelen bevatten, dan doet de<br />
stuurgroep een verzoek om voorfinanciering aan de trekker van een project. In het tweede lid is een en<br />
ander nader uitgewerkt. Op deze wijze kan worden voorzien in de voortgang van de uitvoering van<br />
<strong>Ontwerp</strong>-Streekplanuitwerking Hart van de Heuvelrug I – 2009<br />
32