voorschriften bestemmi ngs p lan soesterveen 2008 - Gemeente Soest

Paragraaf II BESTEMMINGSBEPALINGEN
Artikel 3 Agrarisch (A)
Lid 1 Bestemmingsomschrijving
De op de plankaart voor ‘Agrarisch’ aangewezen gronden zijn bestemd voor:
a. de uitoefening van een agrarisch bedrijf met een in hoofdzaak grondgebonden agrarische
bedrijfsvoering, ter plaatse van de aanduiding 'boerderij';
b. de uitoefening van een tuincentrum, ter plaatse van de aanduiding 'tuincentrum';
c. het agrarisch gebruik en met het agrarische gebruik samenhangende recreatieve en
educatieve doeleinden, zoals volkstuinen, schooltuinen en dierenweide, ter plaatse van de
aanduiding ‘recreatie’;
d. instandhouding van ter plaatse voorkomende waardevolle cultuurhistorische waarden, ter
plaatse van de aanduiding ‘grens beschermd dorpsgezicht’;
e. instandhouding van ter plaatse voorkomende waardevolle landschapselementen, zoals
bomenrijen, singel- en laanbeplanting, streek en waterlopen;
f. extensieve openluchtrecreatie, met daarbij behorende voorzieningen, zoals fiets- en
voetpaden, ruiterpaden en picknickplaatsen;
g. waterhuishoudkundige voorzieningen, zoals sloten, beken en daarmee gelijk te stellen
waterlopen.
Lid 2 Bouwvoorschriften
Voor het bouwen van bouwwerken als bedoeld in lid 4 gelden de volgende eisen:
a. bedrijfswoningen en andere bouwwerken mogen uitsluitend binnen de op de plankaart
aangegeven bebouwingsgrenzen worden gebouwd;
b. de inhoud van een bedrijfswoning mag niet meer bedragen dan 600 m³ of indien de
bestaande inhoud meer dan 600 m³ bedraagt, niet meer dan de bestaande inhoud;
c. de goothoogte en de bouwhoogte van woningen en andere bouwwerken, met inachtneming
van de op de plankaart aangegeven scheidingslijnen, mogen niet meer bedragen dan op de
plankaart is aangegeven, met dien verstande, dat uitsluitend daar waar ten tijde van het
tijdstip van ter inzage legging van het ontwerp van dit plan de goothoogte aan de
achterzijde van de woning of het andere gebouw hoger is, die hogere goothoogte is
toegestaan;
d. bij een dienstwoning mogen bijgebouwen met een maximale goothoogte van 3 m worden
gebouwd, waarbij de gezamenlijke oppervlakte ten hoogste 64 m² mag bedragen.
Lid 3 Nadere eisen
Burgemeester en Wethouders van Soest zijn bevoegd nadere eisen te stellen aan de situering van
gebouwen, indien en voor zover dit noodzakelijk is in verband met de handhaving van de
landschappelijke waarden.
Lid 4 Specifieke gebruiksvoorschriften
Binnen elk bouwperceel op de gronden als bedoeld in lid 1, mogen uitsluitend worden gebouwd:
a. één bedrijfswoning en daarbij behorende bijgebouwen, met dien verstande dat ter plaatse
van de aanduiding ‘dienstwoning niet toegestaan’ een dienstwoning niet is toegestaan,
alsmede ter plaatse van de aanduiding ‘2 dienstwoningen toegestaan’ ten hoogste twee
dienstwoningen zijn toegestaan;
b. de bij één agrarisch bedrijf behorende bedrijfsgebouwen.
Lid 5 Vrijstelling gebruiksvoorschriften
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd vrijstelling te verlenen van het bepaalde in lid 1 voor
het toestaan van niet-agrarische nevenactiviteiten in de bestaande gebouwen, met dien verstande
dat:
a. uitsluitend onderstaande activiteiten zijn toegestaan met inachtneming van de gegeven
voorwaarden;
Voorschriften
Bestemmingsplan ‘Soesterveen 2008’
(zoals vastgesteld door de raad op 20 november 2008)
8