Samen zorgen voor een duurzame toekomst NIEUW! wie: Arjanneke Teeuw, oprichtster Healthy People wat: drinkt een glaasje multivitaminensap naar eigen recept hoe: alles wordt bij ons gewoon getest aan de keukentafel met vrienden en kinderen waar: op het Healthy People kantoor Alpro ® soya neemt uw yoghurtschap verder op sleeptouw De yoghurtvariaties van Alpro ® soya - het enige merk op 100% plantaardige basis - behoren tot de snelste groeiers binnen de yoghurtcategorie! Dankzij de introductie van de nieuwe varianten Blauwe bosbes en Aardbei én de forse ondersteuning op TV is de doorstroming enorm gestegen. Ook voor de 2e helft van 2010 is het van belang dat u aandacht aan Alpro ® soya variatie op yoghurt blíjft besteden. Want Alpro ® soya neemt de yoghurtcategorie nóg verder op sleeptouw dankzij: • TV-campagne in het najaar • twee heerlijke nieuwe smaken Blauwe bosbes en Aardbei • verbeterde receptuur Nature, Perzik en Vanille • vernieuwd verpakkingsdesign Profiteer ook mee en zorg voor een optimale invulling van uw Alpro ® soya assortiment! • Blauwe bosbes • Aardbei ‘Lekker’ Toen ik het verzoek kreeg om een bijdrage te leveren over het onderwerp ‘lekker’ dacht ik: fijn, dat is nu echt iets waarover je lekker de eigen fantasie kunt loslaten, tot mij duidelijk werd gemaakt dat het over lekker ‘eten’ moest gaan. De mens krijgt al vanaf de opvoeding beperkingen opgelegd, met als gevolg dat we met het toenemen der jaren steeds minder creatief worden. Na de tegenslag van de beperking van het begrip ‘Lekker’ verwerkt te heb- ben, ben ik plichtsgetrouw aan het werk gegaan met het inhoudelijke stuk over ‘lekker eten’. Ik wil dit in een min of meer historisch perspectief plaatsten, vanaf de jaren vijftig van de vorige eeuw tot aan het heden. In de jaren vijftig en zestig aten we heel eenvoudig. Bijvoorbeeld: een bal gehakt met aardappels; boerenkool; zuurkool; erwtensoep; andijvie met spek; rode kool met een klein stukje (te) gaar vlees. Met voor de kinderen overal appelmoes bij. Dit alles werd in maximaal twintig minuten naar binnen gewerkt. Culinair genieten was het niet. Eten om te overleven dat was het. Zo langzamerhand kregen wij kennis van het feit dat in andere landen (Duitsland en vooral Engeland uitgezon- derd) van eten een kunst werd gemaakt. Dat het daar geen ‘warm eten’, maar dineren was in combinatie met een goed glas wijn. Dit vond binnen Europa bijna uitslui- tend plaats in landen alwaar de rooms-katholieke kerk sterk aanwezig was. Mijn conclusie is dan ook dat Calvijn en Luther c.s. geen goede koks waren. De buitenlandse invloeden binnen ons kikkerlandje begonnen natuurlijk met de Chinezen, die meegekomen waren met onze jongens uit Oost-Indië. Als je er in die tijd bij wilde horen dan moest je Chinees lekker vinden, ondanks dat je er in het begin bij zat te huilen door de kennismaking met sambal. Het was in de meeste gevallen ook helemaal geen Chinees eten, maar een mengelmoes van de Chinese en Indische keuken. Indien u in China nasi of bami goreng bestelt, glimlacht de aangesproken Chinees en loopt daarna vol onbegrip weg. Na de (toen namaak-) Chinees kwamen er vooral Grieken; Italianen; Spanjaarden en Balkanezen naar ons land. Zij begonnen restaurants die een flauw aftreksel van hun eigen keuken presenteerden. Daarbij pasten ze de ge- rechten aan, zodat onze magen net niet te veel van streek raakten. Dit waren slimme mensen, die geïnspireerd door onze vele buitenlandse reizen en onze – door de ingeno- men drank – overdreven complimenten over de kwaliteit van het gebodene, de Hollandse toeristen volgden naar hun heimat. Fransen en Belgen deden dat niet, die bleven terecht in hun eigen land, waar toen de restaurants aanmerkelijk beter waren. Daarbij zijn de meeste Fransen ervan overtuigd dat direct na de hemel – met een minimaal verschil – Frankrijk de beste plaats is om te vertoeven, waarna op zeer grote afstand de andere 6 7 landen volgen. Toch leerden wij in de decennia daarop, op de golven van de welvaart, lekker eten steeds meer te waarderen. Hierdoor kwamen onze restaurants op een steeds hoger niveau, veelal sterk beïnvloed door Franse en Italiaanse topkeukens. Ook kregen we ‘echte’ Chinese; Thaise en Italiaanse restaurants. Vertraagd reageerden de levensmiddelenwinkels in Neder- land op de trend van beter eten en buitenlandse invloe- den. Bij de kwaliteit blijft naar mijn mening de ‘P’ van prijs in Nederland nog steeds een te belangrijke rol spelen. We moeten, net als de koks in onze restaurants, meer durf tonen om betere producten in het schap te plaatsen en deze onder de aandacht van onze klanten brengen. Ik ben bijvoorbeeld teleurgesteld bij het doornemen van de folders in de derde week van augustus 2010. Nie- mand durft specialiteiten uit de door de vakantiegangers bezochte landen uitgebreid te presenteren (echte parma- ham; droge ham uit Spanje; betere wijnen van circa tien euro, et cetera). De consument moeten wij leren om thuis ook meer te ‘dineren’ en hiervan te genieten. Sommigen onder u kennen wellicht mijn credo over lekkerder eten: ‘Wij moeten van de Nederlanders meer Belgen maken’. (Belgen besteden aan Food per capita per jaar gemiddeld ongeveer 3.800 euro en dit is voor Nederlanders circa 2.800 euro) In dit proces (strategie) dienen de Nederlandse levensmid- delenorganisaties en winkeliers een voortrekkersrol te spelen. Ga eens kijken bij Delhaize, maar ook de discoun- ter Colruyt en vlak over de grens in Frankrijk bij Cora. Natuurlijk kan niet alles wat daar plaatsvindt direct blind getransformeerd worden naar ons land, maar we kunnen wel bewuste stappen maken in die richting. Het verleden leert dat het kan. En nu heb ik trek in een hele goeie bal gehakt. Joop Kalksma