102145-VIESSMANN-Vakreeks Warmtepompen-NL
102145-VIESSMANN-Vakreeks Warmtepompen-NL
102145-VIESSMANN-Vakreeks Warmtepompen-NL
You also want an ePaper? Increase the reach of your titles
YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.
<strong>Vakreeks</strong><br />
<strong>Warmtepompen</strong><br />
Vitocal – toekomstgericht verwarmen<br />
met de warmte uit de natuur
<strong>Warmtepompen</strong> gebruiken hernieuwbare<br />
energie uit de natuur.<br />
De warmte van de zon die in de<br />
bodem, het grondwater en de lucht<br />
is opgeslagen, wordt met behulp<br />
van elektrische energie omgezet in<br />
een comfortabele verwarming.<br />
Vitocal warmtepompen zijn zo<br />
doeltreffend dat ze het hele jaar<br />
door gebruikt kunnen worden als<br />
warmtebron.<br />
2
Inhoudsopgave<br />
1 Inleiding Bladzijde 4<br />
1.1 Marktontwikkeling<br />
1.2 <strong>Warmtepompen</strong> zijn milieuvriendelijk<br />
1.3 Toepassingsgebieden van warmtepompen<br />
2 Basisprincipes Bladzijde 6<br />
2.1 Basisprincipe<br />
2.2 Modellen<br />
2.2.1 Compressiewarmtepompen<br />
2.2.2 Sorptiewarmtepompen<br />
2.2.3 Vuilleumierwarmtepompen<br />
2.3 Kengetallen<br />
3 Warmtepomptechniek Bladzijde 14<br />
3.1 Componenten van elektrische compressiewarmtepompen<br />
3.1.1 Compressor<br />
3.1.2 Warmtewisselaar<br />
3.1.3 Zuiggaswarmtewisselaar<br />
3.1.4 Regeling<br />
3.2 Warmtebronnen<br />
3.2.1 Warmtebron bodem<br />
3.2.2 Warmtebron water<br />
3.2.3 Warmtebron lucht<br />
3.3 Koelen met compressiewarmtepompen<br />
3.3.1 Omkeerbare werking<br />
3.3.2 „Natural cooling“<br />
3.3.3 Koeling van de ruimte: Lucht of water als warmtedrager?<br />
3.4 Werking van warmtepompen<br />
3.4.1 Monovalente werking<br />
3.4.2 Mono-energetische werking<br />
3.4.3 Bivalente werking<br />
3.4.4 Buffer<br />
3.5 Tapwaterverwarming<br />
4 Toepassing van warmtepompen Bladzijde 30<br />
4.1 <strong>Warmtepompen</strong> voor renovaties<br />
4.1.1 EVI-cyclus<br />
4.1.2 Vitocal 350 – uitgebreid toepassingsgebied<br />
4.2 <strong>Warmtepompen</strong> in laagenergiewoningen en passiefhuizen<br />
4.2.1 Laagenergiewoningen<br />
4.2.2 Vitocal 343<br />
4.2.3 Vitocal 200<br />
4.2.4 Passiefhuizen<br />
4.2.5 Vitotres 343<br />
4.3 <strong>Warmtepompen</strong> voor grotere gebouwen<br />
4.3.1 <strong>Warmtepompen</strong> met twee compressoren<br />
4.3.2 Vitocal 300 voor grotere vermogens<br />
4.4 In aanmerking komen van warmtepompen in de EPB<br />
4.4.1 Invloed van de warmtebron op de investeringskosten van de installatie<br />
4.4.2 Decentrale elektrische tapwaterverwarming<br />
4.5 Rendement van warmtepompen<br />
4.6 Installatie en werking<br />
4.6.1 Bouw<br />
4.6.2 Toevoeging voor tapwaterverwarming<br />
4.7 Subsidie<br />
5 Samenvatting Bladzijde 43<br />
3
1 Inleiding<br />
Door het toenemend milieubewustzijn,<br />
wint het gebruik van hernieuwbare<br />
energie aan populariteit. In het<br />
kader van deze ontwikkeling, staan<br />
warmtepompen opnieuw in de belangstelling.<br />
De technische tekortkomingen<br />
die de eerste boom in het<br />
begin van de jaren '80 een halt<br />
toeriepen, zijn uit de weg geruimd.<br />
Vandaag is een warmtepomp een<br />
betrouwbaar, kostenbesparend en<br />
toekomstgericht verwarmingssysteem,<br />
dat bovendien bijzonder<br />
milieuvriendelijk is.<br />
Deze vakreeks doet de essentiële<br />
basisprincipes van de warmtepomptechniek<br />
uit de doeken, met een overzicht<br />
van de verschillende technische<br />
varianten en een verduidelijking van<br />
de belangrijke aspecten van het gebruik.<br />
1.1 Marktontwikkeling<br />
In Zwitserland wordt reeds een<br />
nieuwbouw op de drie uitgerust met<br />
een elektrische warmtepomp, in<br />
Zweden maar liefst 7 nieuwbouwen<br />
op de 10. Ook de groeicijfers voor de<br />
Duitse markt zijn aanzienlijk, zoals<br />
getoond op afbeelding 1.<br />
Het zwaartepunt van de nieuwe<br />
installaties ligt op de bodem/waterwarmtepompen<br />
(afbeelding 2), die<br />
hun warmte uit de bodem halen,<br />
zodat ook tijdens de koude maanden<br />
van het jaar een monovalente werking<br />
zonder bijkomende warmtebronnen<br />
mogelijk is.<br />
Bij lucht/water-warmtepompen is<br />
ook een opwaartse trend vast te stellen<br />
(afbeelding 3), omdat deze goedkoper<br />
en eenvoudiger te installeren<br />
zijn. In Zwitserland zijn 60% van de<br />
nieuwe installaties van dit type.<br />
4<br />
1 Inleiding<br />
verwarmingswarmtepompen [in duizend/a]<br />
20<br />
18<br />
16<br />
14<br />
12<br />
10<br />
8<br />
6<br />
4<br />
2<br />
0<br />
96 97 98 99 00 01<br />
Grond Water Lucht<br />
02 03 04 05<br />
Afbeelding 1: Jaarlijkse nieuwe installaties van warmtepompen in Duitsland<br />
(bron: Initiativkreis WärmePumpe (IWP) e.V.)<br />
Afbeelding 2: Bodem/water- en water/water<br />
warmtepomp Vitocal 300
1.2 <strong>Warmtepompen</strong> zijn milieuvriendelijk<br />
Ooit raken fossiele brandstoffen,<br />
zoals olie en gas op. Dit feit dringt<br />
steeds meer door tot het bewustzijn<br />
van de mensen – en hierdoor streven<br />
meer en meer mensen ernaar hernieuwbare<br />
energiebronnen in te zetten<br />
voor verwarming.<br />
Ook worden er door de overheid<br />
allerlei maatregelen genomen om<br />
zuinig met fossiele brandstoffen om<br />
te springen. Naast de uitputting van<br />
de voorraden, speelt ook klimaatbescherming<br />
een belangrijke rol. De<br />
vermindering van de CO 2 -emissies<br />
en andere broeikasgassen moet dringend<br />
worden voortgezet, indien men<br />
het dreigend gevaar van de klimaatveranderingen<br />
wil aanpakken.<br />
Dit zijn allemaal argumenten voor<br />
het inzetten van hernieuwbare energiebronnen.<br />
De warmtepomp is een<br />
bijzonder energie-efficiënte oplossing<br />
zowel voor het verwarmen van<br />
een woning als het verwarmen van<br />
tapwater.<br />
1.3 Toepassingsgebieden van<br />
warmtepompen<br />
<strong>Warmtepompen</strong> zijn geschikt als verwarming<br />
voor alle types gebouwen:<br />
Een- en meergezinswoningen, hotels,<br />
ziekenhuizen, scholen, kantoorgebouwen<br />
en industriegebouwen,<br />
zowel voor nieuwbouw als voor de<br />
renovatie van bestaande gebouwen.<br />
Om te voldoen aan de eisen die gesteld<br />
worden aan een passiefhuis, is<br />
er haast geen andere keuze dan een<br />
warmtepomp te installeren. Net als<br />
bij traditionele verwarmingsinstallaties,<br />
zijn er warmtepompen voor alle<br />
toepassingsgebieden (tabel 1).<br />
Inleiding<br />
Tabel 1: Keuzetabel<br />
Verwarmen Koelen Bijkomend<br />
verluchten<br />
Passiefhuis ■ ■ ■<br />
Laagenergiewoning ■ ■ ■<br />
Meergezinswoningen ■ ■<br />
Opslagruimte ■ 1)<br />
Kantoorgebouw ■ ■<br />
Proceswarmte ■<br />
Buurtverwarmingsnetwerk ■<br />
1) Hogere aanvoertemperaturen<br />
Afbeelding 3: <strong>Warmtepompen</strong> Vitocal 300<br />
5
2.1 Basisprincipe<br />
Elke warmtepomp, ongeacht het<br />
model, kan beschouwd worden als<br />
een installatie waarin een geschikte<br />
warmtedrager verdampt wordt door<br />
de opname van energie uit de omgeving.<br />
Met behulp van bijkomende<br />
energie wordt de werkvloeistof<br />
samengedrukt en tot een temperatuur<br />
gebracht die afhangt van de<br />
warmtevraag (afbeelding 4).<br />
De manier waarop dit gebeurt, hangt<br />
af van het specifieke model warmtepomp.<br />
Bij de warmtepompen die<br />
vandaag gebruikt worden voor verwarming,<br />
wordt echter altijd een geschikte<br />
werkvloeistof samengedrukt<br />
en ontspannen, zodat de gewenste<br />
afwisseling van warmteopname en<br />
warmteafgifte optreedt (afbeelding<br />
5).<br />
2.2 Modellen<br />
Afhankelijk van hun model en hun<br />
werkingsprincipe, kunnen warmtepompen<br />
onderverdeeld worden in:<br />
– Compressiewarmtepompen<br />
– Sorptiewarmtepompen<br />
(onderverdeeld in absorptie-<br />
en adsorptiewarmtepompen)<br />
– Vuilleumierwarmtepompen<br />
Daarbovenop bestaan nog andere<br />
technische oplossingen, zoals<br />
bijvoorbeeld de thermo-elektrische<br />
warmtepomp. Waarschijnlijk zullen<br />
deze echter binnen afzienbare tijd<br />
geen grote rol meer spelen in de verwarming<br />
van gebouwen of tapwater.<br />
6<br />
2 Basisprincipes<br />
Aandrijvingsenergie<br />
(Stroom)<br />
Afbeelding 4: Principe van de warmtepomp<br />
Expansieklep<br />
Afbeelding 5: Warmtepompkringloop<br />
Condensor<br />
Verdamper<br />
Omgevingswarmte<br />
(bodem, water, lucht)<br />
Geleverde warmte<br />
Geleverde<br />
warmte<br />
Scrollcompressor<br />
Omgevingswarmte
2.2.1 Compressiewarmtepomp<br />
Compressiewarmtepompen staan<br />
technologisch het verst en zijn daarom<br />
ook het wijdst verspreid. Deze<br />
werken net als een koelkast – maar<br />
dan met de omgekeerde bedoeling<br />
(verwarmen in plaats van koelen).<br />
Elektrische compressiewarmtepomp<br />
Bij de opname van warmte uit omgeving,<br />
bevindt zich de vloeibare<br />
warmtedrager (het koelmiddel) bij lage<br />
druk aan de primaire kant (koude<br />
kant) in de verdamper (1). De buitentemperatuur<br />
van de omgeving rond<br />
de verdamper ligt hoger dan het<br />
kookpunt van de werkvloeistof bij de<br />
heersende druk, zodat de werkvloeistof<br />
verdampt en daarbij warmte<br />
onttrekt aan de omgeving. Het<br />
temperatuurniveau kan hierbij ruim<br />
onder 0° C liggen. De compressor (2)<br />
zuigt de verdampte werkvloeistof af<br />
en drukt die samen, waarbij de druk<br />
en de temperatuur van de damp<br />
stijgen (zoals bij het gebruiken van<br />
een fietspomp).<br />
De gasvormige werkvloeistof komt<br />
via de compressor terecht in de secundaire<br />
kant (warmte kant, het verwarmingssysteem)<br />
in de condensor<br />
(3) die door verwarmingswater wordt<br />
omgeven. De temperatuur van het<br />
water is lager dan condensatietemperatuur<br />
van de werkvloeistof, zodat<br />
de damp wordt afgekoeld en daarbij<br />
opnieuw vloeibaar wordt. De warmte<br />
die in de verdamper wordt opgenomen<br />
wordt samen met de energie die<br />
werd toegevoegd bij het samendrukken<br />
aan het verwarmingswater afgegeven.<br />
Basisprincipes<br />
Condensor (3)<br />
Warmtetoevoer<br />
(omgeving)<br />
Secundaire kant<br />
Expansieklep Compressor (2)<br />
Verdamper (1)<br />
Warmteafgifte<br />
(aan het verwarmingssysteem)<br />
Primaire kant<br />
Afbeelding 6: Werkingsschema van een warmtepomp<br />
(Een animatie van de werking van het proces is te vinden op<br />
www.viessmann.de/waermepumpen)<br />
Daarna wordt de werkvloeistof via<br />
een expansieventiel (4) teruggeleid<br />
naar de verdamper. Daarbij ondergaat<br />
het een ontspanning van de<br />
hoge druk van de condensor naar de<br />
lage druk van de verdamper. De kring<br />
is gesloten.<br />
7
Geschikt koelmiddel, bijv. R 407C<br />
bestaat uit een mengsel van drie<br />
stoffen. Elke stof heeft daarbij een<br />
eigen verdampingstemperatuur.<br />
Door het inzetten van een zuiggaswarmtewisselaar<br />
wordt een volledige<br />
verdamping van elk bestanddeel<br />
gegarandeerd. Hierdoor komt geen<br />
vloeistof in de compressor en ligt het<br />
rendement van de koude kring hoger.<br />
Het principe steunt op het feit dat<br />
een deel van de warmte die in de<br />
werkvloeistof achterblijft via een<br />
bijkomende warmtewisselaar aan de<br />
dampkant wordt overgedragen (voor<br />
de compressor). Daardoor worden de<br />
overblijvende vloeistofdruppels verdampt.<br />
Deze warmteoverdracht leidt<br />
aan de koude kant tot een drukverhoging<br />
en aan de warme tot een<br />
drukverlaging. Deze verlaging van<br />
het drukverschil tussen beide kanten<br />
heeft als gevolg dat minder compressiearbeid<br />
moet worden geleverd. Het<br />
stroomverbruik zakt en het rendement<br />
van de warmtepomp stijgt met<br />
5% (afbeelding 7).<br />
8<br />
Basisprincipes<br />
Expansieklep<br />
Condensor<br />
Verdamper<br />
Afbeelding 8: water- warmtepomp Vitocal 300<br />
Warmteafgifte<br />
(aan het verwarmingssysteem)<br />
Zuiggas<br />
warmtewisselaar<br />
Warmtetoevoer<br />
(omgeving)<br />
Verdamper<br />
Oververhitting<br />
Afbeelding 7: Warmtepomp met zuiggaswarmtewisselaar voor de oververhitting van het koelmiddel<br />
(Een animatie van de werking van het proces is te vinden op<br />
www.viessmann.de/waermepumpen)
Moderne warmtepompen die met<br />
netstroom worden aangedreven,<br />
halen ongeveer driekwart van de<br />
geleverde warmte uit de omgeving<br />
en een kwart wordt door de stroom<br />
geleverd aan de compressor. Omdat<br />
deze elektrische energie uiteindelijk<br />
in warmte wordt omgezet, wordt deze<br />
eigenlijk ook voor verwarmingsdoeleinden<br />
gebruikt. Het rendement<br />
(COP) wordt berekend als de afgegeven<br />
warmte (inclusief de warmte die<br />
ontstaat uit de stroomtoevoer aan de<br />
compressor), gedeeld door het energieverbruik<br />
(de stroomtoevoer), in dit<br />
geval (3 + 1)/ 1 = 4. Deze verhouding<br />
beschrijft de efficiëntie van de warmtepomp<br />
(afbeelding 9).<br />
Wanneer stroom uit hernieuwbare<br />
bronnen wordt gebruikt, zoals energieleveranciers<br />
dit speciaal voor<br />
warmtepompen aanbieden, kan op<br />
een volledig hernieuwbare manier<br />
verwarmd worden.<br />
In dit geval is de warmtepomp naast<br />
zonne-energie het enige verwarmingssysteem<br />
waarbij geen CO 2<br />
vrijkomt.<br />
Basisprincipes<br />
Warmtevermogen<br />
uit de omgeving: 3 kW<br />
Gebruikt elektrisch<br />
vermogen:<br />
1 kW<br />
Afgegeven<br />
warmtevermogen: 4 kW<br />
afgegeven warmtevermogen 4 kW<br />
Rendement (COP) = –––––––––––––––––––––––––––––––––– = ––––– = 4<br />
gebruikt elektrisch vermogen 1 kW<br />
Rendement = opgegeven door fabrikant, laboratoriumwaarde<br />
volgens DIN EN 14511<br />
Jaarrendement = verhouding van de gewonnen warmte over een<br />
volledig jaar gedeeld door de verbruikte energie<br />
Afbeelding 9: Afleiding van het rendement<br />
9
log p-h-diagram voor warmtepompen<br />
De waarden voor de temperatuur en<br />
de druk van een kringproces worden<br />
gewoonlijk in een "log p-h-diagram"<br />
voorgesteld. Voor het basisproces in<br />
een warmtepomp kunnen de afzonderlijke<br />
stappen als lijnen worden afgebeeld<br />
– verdamping (1 - 2), compressie<br />
(2 - 3), condensatie (3 - 4) en<br />
expansie (4 - 1) in afbeelding 10.<br />
Bovendien kan het rendement ε<br />
bepaald worden: Deze geeft de verhouding<br />
weer van het ogenblikkelijk<br />
afgegeven warmtevermogen over<br />
het verbruikte elektrisch vermogen.<br />
Het grootste deel van de warmteoverdracht<br />
aan het verwarmingssysteem<br />
vindt plaats in het rood omrande<br />
gasvormige gebied van de werkvloeistof<br />
(afbeelding 10). Dus ligt in<br />
het getoonde voorbeeld de maximale<br />
temperatuur bij ongeveer 45 °C,<br />
goed voor een luchtinlaattemperatuur<br />
van -10 °C. Hogere theoretische<br />
temperaturen kunnen dan worden<br />
bereikt wanneer het koelmiddel nog<br />
meer wordt samengedrukt (stap 2 - 3<br />
in het proces reikt dan verder dan<br />
punt 3) (zie 3.1.3).<br />
Vermogendiagram<br />
De vermogendiagrammen geven het<br />
verband weer tussen het warmtevermogen,<br />
het koudevermogen en het<br />
elektrisch vermogen enerzijds en de<br />
temperatuursomstandigheden anderzijds<br />
(invoertemperatuur van het<br />
"bronmedium" en de aanvoertemperatuur<br />
van de verwarming). In het<br />
voorbeeld op afbeelding 11 heeft een<br />
warmtepomp bij de temperaturen<br />
B 0/W 35 (B 0 = bodem-aanvoertemperatuur<br />
van 0 °C, W 35 = vertrektemperatuur<br />
verwarmingswater<br />
van 35 °C) een koudevermogen van<br />
Q K = 8,4 kW. Het opgenomen elektrisch<br />
vermogen is 2,4 kW, zodat het<br />
warmtevermogen, de som van beide,<br />
in totaal 10,8 kW oplevert. Uit deze<br />
diagrammen kan men bijgevolg voor<br />
verschillende aanvoertemperaturen<br />
het warmtevermogen die de warmtepomp<br />
ter beschikking staan en het<br />
vereiste koudevermogen bepalen.<br />
10<br />
Basisprincipes<br />
Druk p absoluut [bar]<br />
50<br />
40<br />
30<br />
20<br />
10<br />
5<br />
4<br />
3<br />
2<br />
1<br />
– 20°C<br />
– 30°C<br />
– 40°C<br />
50°C<br />
60°C<br />
4<br />
Damp<br />
– 10°C<br />
50 100 150 200 250 300 350 400 450<br />
Enthalpie h [kJ/kg]<br />
40°C<br />
Afbeelding 10: De cyclus van een traditionele lucht/water-warmtepomp in het "log p-h-diagram"<br />
(vereenvoudigde voorstelling voor een buitenluchttemperatuur<br />
van -10 °C (luchtinlaat) en 45 °C aanvoertemperatuur).<br />
Warmtevermogen<br />
Koudevermogen<br />
Vermogen [kW]<br />
Opgenomen<br />
elektrisch<br />
vermogen<br />
15<br />
10,8<br />
10<br />
8,4<br />
Expansie<br />
Afbeelding 11: Vitocal 300, Type BW 110<br />
5<br />
2,4<br />
1<br />
30°C<br />
20°C<br />
10°C<br />
0°C<br />
Verdamping<br />
70°C<br />
Condensatie 3<br />
2<br />
Compressie<br />
80°C<br />
oververhitte<br />
damp<br />
0<br />
– 5 0 5 10 15<br />
Soletemperatuur [°C]<br />
100°C<br />
120°C<br />
140°C<br />
THV = 35°C<br />
THV = 45°C<br />
THV = 55°C<br />
T HV = 35°C<br />
T HV = 45°C<br />
T HV = 55°C<br />
THV = 55°C<br />
THV = 45°C<br />
THV = 35°C
Gasmotor compressiewarmtepomp<br />
In principe kunnen compressiewarmtepompen<br />
ook met aardgas,<br />
diesel of biomassa (raapzaadolie,<br />
biogas) aangedreven worden. Voor<br />
de aandrijving van de compressor<br />
wordt dan een verbrandingsmotor<br />
gebruikt. Bijkomende kosten zijn in<br />
dit geval de geluidsisolatie van de<br />
verbrandingsmotor, net als de rookgasgeleiding<br />
en de brandstofvoorziening.<br />
Bij compressiewarmtepompen op<br />
gas wordt de primaire energie<br />
efficiënter benut dan bij elektrische<br />
warmtepompen, omdat de restwarmte<br />
van het verbrandingsproces<br />
gebruikt kan worden voor de verwarming,<br />
terwijl de restwarmte bij de<br />
elektriciteitsproductie over het algemeen<br />
aan de omgeving wordt afgegeven.<br />
2.2.2 Sorptiewarmtepompen<br />
Onder sorptie verstaat men fysischchemisch<br />
processen waarbij hetzij<br />
een vloeistof, hetzij een gas door een<br />
andere vloeistof wordt opgenomen<br />
(absorptie) of aan het oppervlak van<br />
een vast lichaam wordt vastgehouden<br />
(adsorptie). Deze processen vinden<br />
plaats onder bepaalde fysische<br />
voorwaarden (druk, temperatuur) en<br />
zijn omkeerbaar.<br />
Dergelijke processen die alom in het<br />
dagelijkse leven voorkomen zijn bijv.:<br />
– Koolzuur dat in mineraalwater<br />
geabsorbeerd (opgelost) is, komt<br />
weer vrij bij het openen van de fles<br />
(verlaging van de druk).<br />
– Het filteren van reuk en schadelijke<br />
stoffen uit uitgeademde lucht met<br />
behulp van actieve kool (adsorptie).<br />
Basisprincipes<br />
Warmteafgifte<br />
(aan het verwarmingssysteem)<br />
Expansieklep<br />
6<br />
Condensor<br />
Verdamper<br />
Warmtetoevoer<br />
(omgeving)<br />
Expansieklep<br />
7<br />
Generator<br />
Absorber<br />
Afbeelding 12: Schema van een absorptiewarmtepomp<br />
Absorptiewarmtepomp<br />
Absorptiewarmtepompen worden<br />
gewoonlijk aangedreven op aardgas,<br />
waarbij in plaats van een mechanische<br />
een thermische compressor<br />
wordt ingezet. Ze gebruiken dezelfde<br />
natuurkundige basisprincipes als<br />
compressiewarmtepompen.<br />
In tegenstelling tot een compressiewarmtepomp<br />
wordt in plaats van<br />
een mechanische compressor een<br />
thermische compressor gebruikt.<br />
Daarbij wordt een koelmiddel gebruikt<br />
dat reeds bij lagere temperaturen<br />
kookt, zoals bijvoorbeeld ammoniak.<br />
Dit wordt voorgesteld in afbeelding<br />
12 onder (1), waar het koelwater<br />
op lage temperatuur en lage druk<br />
door opname van omgevingswarmte<br />
verdampt.<br />
De damp van het koelmiddel stroomt<br />
in de absorber (2), waar dit door een<br />
oplosmiddel, bijv. water, door afgifte<br />
van oploswarmte geabsorbeerd of<br />
opgelost wordt.<br />
5<br />
1<br />
4<br />
2<br />
Warmtetoevoer<br />
Thermische<br />
compressor<br />
Warmteafgifte<br />
(aan het verwarmingssysteem)<br />
3<br />
Oplosmiddelpomp<br />
De warmte die vrijkomt wordt via<br />
een warmtewisselaar in de verwarmingskring<br />
geïnjecteerd. Via de oplosmiddelpomp<br />
(3), wordt de oplossing<br />
van beide stoffen naar de thermische<br />
compressor (4) gevoerd. De<br />
twee stoffen hebben een verschillende<br />
kooktemperatuur. Dit betekent dat<br />
onder warmtetoevoer, bijvoorbeeld<br />
van een gasbrander, het opgeloste<br />
koelmiddel opnieuw verdampt, omdat<br />
dit de laagste kooktemperatuur<br />
heeft van beide stoffen.<br />
De damp van het koelmiddel op hoge<br />
druk en temperatuur stroomt in de<br />
condensor (5) en wordt onder afgifte<br />
van de condensatiewarmte gecondenseerd.<br />
Die condensatiewarmte<br />
wordt daarbij overgedragen aan de<br />
verwarmingskring. Het vloeibare<br />
koelmiddel wordt via het expansieventiel<br />
(6) ontspannen en op de<br />
oorspronkelijk druk en temperatuur<br />
gebracht.<br />
In de compressiekringloop wordt<br />
analoog te werk gegaan met het<br />
oplosmiddel (7).<br />
11
Het energieverbruik (stroom) van<br />
de oplosmiddelpomp is heel laag.<br />
De energie voor de thermische<br />
compressor wordt in de vorm van<br />
warmte (gasverbranding) aangevoerd.<br />
Naast aardgasbranders<br />
kunnen ook andere warmtebronnen<br />
worden gebruikt.<br />
Het voordeel van de absorptiewarmtepomp<br />
ligt in de efficiënte<br />
benutting van de primaire energiebronnen<br />
en in het feit dat afgezien<br />
van de oplosmiddelpomp geen<br />
bewegende onderdelen gebruikt<br />
worden.<br />
Adsorptieaggregaten met groot vermogen<br />
(groter dan 50 kW) zijn als<br />
koelmachines de state-of-the-art.<br />
Kleinere vermogens tot ongeveer<br />
2 kW vindt men bijvoorbeeld in<br />
campingkoelkasten op propaangas.<br />
Als werkvloeistof heeft men een<br />
zogenaamd stoffenpaar nodig.<br />
Gewoonlijk wordt water gebruikt<br />
als oplosmiddel en ammoniak als<br />
koelmiddel. Voor verwarmingsinstallaties<br />
met middelgrote vermogens<br />
bestaan op dit gebied nog geen<br />
serieoplossingen.<br />
Adsorptiewarmtepomp<br />
De adsorptiewarmtepomp werkt met<br />
vaste stoffen, zoals bijvoorbeeld actieve<br />
kool, silicagel (glasachtig silicaat)<br />
of zeoliet. Het mineraal zeoliet –<br />
vrij vertaald als "ziedende steen" –<br />
heeft de eigenschap waterdamp op<br />
te slorpen en te binden (te adsorberen)<br />
en daarbij warmte in het temperatuurbereik<br />
tot ca. 300 °C af te geven.<br />
Men spreekt van een exotherme<br />
reactie.<br />
Zoals bij de warmtepompen die eerder<br />
werden beschreven, verloopt het<br />
proces van warmteopname en<br />
warmteafgifte ook bij de adsorptiewarmtepomp<br />
in een kringloop,<br />
hoewel de werking periodiek is. Een<br />
mogelijke uitvoering van die model<br />
wordt getoond op afbeelding 13.<br />
Een vereiste voor adsorptiewarmtepompen<br />
van dit type is een vacuümsysteem.<br />
12<br />
Basisprincipes<br />
1. Fase (desorptie)<br />
Warmtetoevoer<br />
1<br />
Damp<br />
3<br />
Warmteafgifte<br />
(aan het verwarmingssysteem)<br />
Afbeelding 13: Werking van een adsorptiewarmtepomp<br />
2<br />
Gasbrander<br />
Warmtewisselaar<br />
met Zeoliet<br />
Warmtewisselaar<br />
(als condensor)<br />
Warmteafgifte<br />
(aan het verwarmingssysteem)<br />
In de eerste fase (de zogenaamde<br />
desorptiefase) wordt warmte toegevoerd<br />
aan de met silicagel of zeoliet<br />
beklede warmtewisselaar (1) bijvoorbeeld<br />
met een gasbrander (2). Daarbij<br />
komt het water dat aan deze vaste<br />
stof gebonden was vrij als damp en<br />
stroomt het naar de tweede warmtewisselaar<br />
(3). Deze warmtewisselaar<br />
heeft een dubbele functie: In de eerste<br />
fase geeft deze de warmte die nu<br />
bij het condenseren van de damp<br />
vrijkomt, af aan het verwarmingssysteem.<br />
Deze eerste fase is afgelopen<br />
wanneer in het zeoliet geen water<br />
meer zit of wanneer dit nog slechts<br />
een bepaalde hoeveelheid water bevat<br />
en het water in de tweede warmtewisselaar<br />
gecondenseerd is. De<br />
brander wordt nu uitgeschakeld.<br />
De tweede fase begint nu door de<br />
warmtewisselaar (3) nu als verdamper<br />
te laten werken, door aan het<br />
water omgevingswarmte toe te<br />
voegen. Omdat in deze fase een druk<br />
van ongeveer 6 mbar heerst in het<br />
systeem, verdampt het koelmiddel,<br />
2. Fase (adsorptie)<br />
Warmteafgifte<br />
1<br />
Damp<br />
3<br />
2<br />
Gasbrander<br />
Warmtewisselaar<br />
met Zeoliet<br />
Warmtewisselaar<br />
(als verdamper)<br />
Warmtetoevoer<br />
(omgeving)<br />
water, bij opname van omgevingswarmte.<br />
De waterdamp stroomt terug naar de<br />
warmtewisselaar (1) en wordt daar<br />
opnieuw door silicagel of zeoliet opgenomen<br />
(geadsorbeerd). De warmte<br />
die daarbij door de silicagel of het<br />
zeoliet wordt afgegeven, wordt via<br />
de warmtewisselaar (1) aan het verwarmingssysteem<br />
afgegeven. Wanneer<br />
de waterdamp volledig geadsorbeerd<br />
is, is een volledige periode<br />
van het warmtepompproces doorlopen.<br />
De adsorptiewarmtepomp voor de<br />
verwarming van een- en tweegezinswoningen<br />
bevindt zich momenteel<br />
nog in het ontwikkelingsstadium. De<br />
installatie is relatief complex, omdat<br />
vacuümtechniek moet worden gebruikt.<br />
De absorptiewarmtepomp die hoger<br />
werd beschreven, wordt echter in dit<br />
type reeds langer ingezet als koelmachine<br />
met groot vermogen.
2.2.3 Vuilleumierwarmtepompen<br />
De Vuilleumierwarmtepomp wordt<br />
eveneens met aardgas aangedreven<br />
(afbeelding 14). Deze warmtepomp<br />
werkt volgens het principe van een<br />
thermisch aangedreven regeneratieve<br />
gascyclus, zoals bij het Stirlingproces.<br />
Als werkvloeistof wordt het<br />
milieuneutrale edelgas helium gebruikt.<br />
Het Vuilleumierproces steunt op een<br />
octrooi dat in 1918 in Amerika aan<br />
Rudolph Vuilleumier werd verleend.<br />
Wat bijzonder is aan dit proces, is dat<br />
twee warmtebronnen met een verschillende<br />
temperatuur gebruikt kunnen<br />
worden. De "aandrijving" van het<br />
kringproces verloopt via een gasbrander<br />
en als tweede warmtebron<br />
wordt een warmtewisselaar ingezet<br />
die bijvoorbeeld de warmte uit de<br />
buitenlucht haalt. Zelfs bij buitentemperaturen<br />
tot -20 °C zijn nog aanvoertemperaturen<br />
tot 75 °C mogelijk.<br />
Bijgevolg kan de Vuilleumierwarmtepomp<br />
worden ingezet in gebouwen.<br />
Naargelang de systeemvereisten<br />
werden in proefinstallaties genormeerde<br />
rendementen (vergelijkbaar<br />
met het genormeerd rendement van<br />
verwarmingsketels) tot 162% gemeten.<br />
Systemen die momenteel ontwikkeld<br />
worden, tonen aan dat in vergelijking<br />
met gascondensatietechiek tot 44%<br />
bespaard kan worden op primaire<br />
energiebronnen. In principe kunnen<br />
Vuilleumierwarmtepompen worden<br />
ontwikkeld met een warmtevermogen<br />
tussen 15 en 45 kW. Er werden<br />
reeds prototypes voor laboratoriumtests<br />
gebouwd met een vermogen<br />
van 33 kW.<br />
Indien de economische randvoorwaarden<br />
kloppen, kan binnen enkele<br />
jaren de verdere ontwikkeling voor<br />
serieproductie worden afgerond.<br />
Vanuit energetisch standpunt, is de<br />
Vuilleumierwarmtepomp in vergelijking<br />
met de absorptie en de compressiewarmtepomp<br />
de voordeligste<br />
optie.<br />
Basisprincipes<br />
Warme<br />
regenerator<br />
Koude<br />
regenerator<br />
Afbeelding 14: Principe van een Vuilleumierwarmtepomp<br />
2.3 Kengetallen<br />
Om een warmtepomp of een volledige<br />
warmtepompinstallatie te kunnen<br />
beoordelen, werden kengetallen ingevoerd,<br />
die voor compressie-warmtepompen<br />
nauwkeurig in DIN/EN<br />
14511 gedefinieerd zijn.<br />
De belangrijkste kengetallen voor<br />
elektrisch aangedreven warmtepompen<br />
zijn het rendement en het<br />
jaarrendement.<br />
Het rendement ε beschrijft de verhouding<br />
tussen het warmtevermogen<br />
en het vermogen van de aandrijving<br />
(zie ook afbeelding 9). Een rendement<br />
van 4 betekent dus dat vier<br />
keer zoveel warmte wordt afgegeven<br />
als elektrische energie wordt verbruikt.<br />
Het rendement is een waarde die in<br />
een stationaire werkingstoestand<br />
wordt gemeten onder vastgelegde<br />
voorwaarden (het werkingspunt). Bij<br />
bodem/water-warmtepompen, bv.,<br />
betekent het werkingspunt B0/W35:<br />
bodem-inlaattemperatuur 0 °C en<br />
vertrektemperatuur van het verwarmingswater<br />
35 °C.<br />
Warmtetoevoer<br />
(gasbrander)<br />
V h , T h<br />
V w , T w<br />
V k , T k<br />
Warmtetoevoer<br />
(omgeving)<br />
Volume heet<br />
werkgas<br />
Zuiger<br />
Volume warm<br />
werkgas<br />
Warmteafgifte aan<br />
het verwarmings-<br />
Zuiger 2 systeem<br />
Volume koud<br />
werkgas<br />
Voor alle warmtepompen geldt:<br />
Hoe kleiner het temperatuurverschil<br />
tussen het verwarmingswater en de<br />
warmtebron, hoe beter het rendement<br />
en daarmee ook de efficiëntie.<br />
Daarom zijn warmtepompen ook<br />
uitermate geschikt voor de verwarmingssystemen<br />
op lage temperatuur<br />
zoals bijvoorbeeld vloerverwarmingssystemen.<br />
Moderne elektrische warmtepompen<br />
halen afhankelijk van de gekozen<br />
warmtebron en de temperatuur van<br />
het verwarmingssysteem een rendement<br />
van 3,5 tot 5,5. Dit betekent dat<br />
voor elke kWh verbruikte stroom 3,5<br />
tot 5,5 kWh warmte geleverd wordt.<br />
Hiermee wordt het ecologische nadeel<br />
door het inzetten van netstroom<br />
(met een huidige efficiëntie van ca.<br />
34% in Duitsland) meer dan gecompenseerd.<br />
Het gemiddeld jaarrendement<br />
? is een gemeten waarde die<br />
bepaald wordt voor een volledige<br />
warmtepompinstallatie over een<br />
tijdspanne van een jaar. Deze drukt<br />
de verhouding uit tussen de afgegeven<br />
warmte en de verbruikte energie<br />
voor de aandrijving, inclusief voor<br />
pompen en elektronische regelaars.<br />
1<br />
13
3.1 Componenten van elektrische<br />
compressiewarmtepompen<br />
Moderne elektrische compressiewarmtepompen<br />
zijn compacte installaties<br />
die zowel technisch als esthetisch<br />
niet meer te vergelijken zijn met<br />
warmtepompen uit de jaren '80.<br />
3.1.1 Compressor<br />
Het kloppend hart van een warmtepomp<br />
is de compressor, die dient om<br />
de temperatuur over te dragen van<br />
de koude kant (warmtebron) naar de<br />
warme kant (verwarmingscircuit),<br />
zoals getoond op afbeelding 15.<br />
Moderne volledig hermetische<br />
scrollcompressoren voor elektrische<br />
warmtepompen onderscheiden zich<br />
van zuigercompressoren die vroeger<br />
werden gebruikt door hun duurzaamheid<br />
en hun uiterst stille werking.<br />
Ze zijn vandaag de industriestandaard<br />
in Europa, Japan en de VS<br />
en worden reeds in 12 miljoen installaties<br />
ingezet. Door de hermetische<br />
afdichting van de compressor wordt<br />
voor een duur van vele jaren een onderhoudsvrije<br />
werking gegarandeerd<br />
(afbeelding 16).<br />
De samendrukking van de werkvloeistof<br />
verloopt via de spiraalcompressor<br />
(scroll) waarin twee Archimedesschroeven<br />
worden gebruikt.<br />
Door de excentrische aandrijving van<br />
een van de spiralen, worden telkens<br />
twee tegenover elkaar staande halvemaanvormige<br />
volumes ingesloten en<br />
van buiten naar binnen gedrukt,<br />
waarbij het ingesloten volume verkleint.<br />
De bewegende massa’s worden<br />
beperkt tot een aantal onderdelen<br />
die een draaibeweging uitvoeren.<br />
Door de speciale opstelling en het<br />
vermijden van oscillerende massa’s,<br />
worden trillingen geminimaliseerd.<br />
14<br />
3 Warmtepomptechniek<br />
Afbeelding 15: Scrollcompressor<br />
Door de uiterst nauwkeurige afwerking<br />
van de uiteinden van de spiralen,<br />
zijn geen afdichtingen nodig,<br />
omdat de dichtheid van de verschillende<br />
ingesloten volumes wordt gewaarborgd<br />
door een oliefilm.<br />
In vergelijking met conventionele zuigercompressoren<br />
wordt een geluidsreductie<br />
gerealiseerd van 6 dB(A),<br />
waardoor het waarneembare geluid<br />
slechts een vierde bedraagt.<br />
Als koelmiddel in het warmtepompcircuit<br />
worden tegenwoordig in de<br />
regel R 407C, R 410 A, R 404 A en R<br />
134 A gebruikt, die CFK- en HCFK-vrij<br />
zijn en bovendien niet toxisch, biologisch<br />
afbreekbaar en onbrandbaar<br />
zijn.<br />
Afbeelding 16: Scrollspiralenpaar
3.1.2 Warmtewisselaar<br />
Bij warmtepompen worden voor de<br />
verdamper (uitzondering: lucht/water-warmtepompen)<br />
en de condensor<br />
voornamelijk platenwarmtewisselaars<br />
uit roestvrij staal gebruikt.<br />
In tegenstelling tot buizenwarmtewisselaars<br />
hebben platenwarmtewisselaars<br />
uit roestvrij staal geen<br />
laminair, maar een turbulent stromingspatroon.<br />
Dit leidt tot een betere<br />
warmteoverdracht. Bovendien is de<br />
opbouw heel compact, wat plaats bespaart.<br />
3.1.3 Zuiggaswarmtewisselaar<br />
IIn de praktijk wordt afhankelijk van<br />
de werkvloeistof een oververhitting<br />
van de werkvloeistof toegepast voor<br />
de inlaat van de compressor (zie ook<br />
2.2.1.1) Wanneer het koelmiddel uit<br />
de condensor komt, heeft het een hogere<br />
temperatuur als wanneer het uit<br />
de verdamper komt. In de zuiggaswarmtewisselaar<br />
wordt een deel van<br />
deze warmte gebruikt voor de oververhitting<br />
van het koelmiddel dat uit<br />
de verdamper komt. Daardoor worden<br />
de overblijvende vloeistofdruppels<br />
verdampt. Vitocal 300 warmtepompen<br />
beschikken over een zuiggaswarmtewisselaar<br />
(afbeelding 18).<br />
Op een "log p-h-diagram" (afbeedling<br />
17) kan men de afzonderlijke stappen<br />
van het proces aflezen als lijnen –<br />
verdamping (1 – 2), oververhitting<br />
(2 – 3), samendrukking (3 – 4), condensatie<br />
(4 – 5) en expansie (5 – 1)<br />
(Afb. 7).<br />
In het voorbeeld komt 64% van de<br />
energie uit de omgeving, tegenover<br />
een stroomopname van 36%. Bovendien<br />
kan het rendement, zoals beschreven,<br />
bepaald worden: Deze<br />
geeft de verhouding weer van het<br />
ogenblikkelijk afgegeven warmtevermogen<br />
over het verbruikte elektrisch<br />
vermogen.<br />
Warmtepomptechniek<br />
Druk p absoluut [bar]<br />
50<br />
40<br />
30<br />
20<br />
10<br />
5<br />
4<br />
3<br />
2<br />
1<br />
Vloeibaar<br />
–20°C<br />
–30°C 1<br />
–40°C<br />
Expansie<br />
40°C<br />
50°C<br />
60°C<br />
10°C<br />
0°C<br />
–10°C<br />
Damp<br />
30°C<br />
20°C<br />
70°C<br />
50 100 150 200 250 300 350 400 450<br />
Enthalpie h [kJ/kg]<br />
eentraps warmtepomp,<br />
Typ AW: A –15°C / W 45°C<br />
1 – 2 Verdamping<br />
2 – 3 Oververhitting<br />
3 – 4 Compressie<br />
4 – 5 Condensatie<br />
5 – 1 Expansie<br />
5<br />
Condensatie<br />
Verdamping<br />
Verdampingswarmte<br />
uit de omgeving (64%)<br />
Afbeelding 17: log p-h-diagram voor tussenliggende warmtewisselaar<br />
Afbeelding 18: Zuiggaswarmtewisselaar in de Vitocal 300 warmtepomp<br />
2<br />
3<br />
Compressie<br />
80°C<br />
oververhitte<br />
damp<br />
100°C<br />
4<br />
120°C<br />
140°C<br />
Elektrische energie<br />
voor de aandrijving van<br />
de compressor (36%)<br />
Magneetklep<br />
Filterdroger<br />
Zuiggaswarmtewisselaar<br />
Kijkglas<br />
15
3.1.4 Regeling<br />
Naast de functies die bekend zijn in<br />
de verwarmingstechniek, zoals<br />
weersafhankelijke besturing, keuze<br />
van de stookcurve, timerfuncties<br />
voor dalverbruik en vakanties enz.<br />
worden vandaag ook nog werkingsen<br />
foutmeldingen aangeboden in<br />
volle tekst die specifiek zijn aan de<br />
warmtepomp. Grote grafische displays,<br />
onderliggende hulpmenu’s,<br />
menugestuurde bedieningen en<br />
BUS-aansluitingen zorgen voor een<br />
gebruiksvriendelijke regeling. De<br />
nieuwste regelingen beschikken ook<br />
over functies voor de integratie van<br />
zonnecollectoren en "Natural cooling"<br />
(afbeelding 19), evenals de mogelijkheid<br />
het volledige installatieschema<br />
weer te geven.<br />
3.2 Warmtebronnen<br />
Voor het gebruik van omgevingswarmte<br />
staan de warmtebronnen<br />
bodem, grond- en oppervlaktewater,<br />
omgevingslucht of restwarmte ter<br />
beschikking (afbeelding 20). De best<br />
geschikte warmtebron hangt geval<br />
per geval af van de plaatselijke<br />
omstandigheden, de ligging van het<br />
gebouw en de warmtebehoefte.<br />
Algemeen geldt: Hoe kleiner het temperatuurverschil<br />
(ook temperatuurval<br />
genoemd) is tussen de warmtebron<br />
en het verwarmingssysteem, hoe<br />
minder energie nodig is in de compressor<br />
en hoe beter het rendement.<br />
16<br />
Warmtepomptechniek<br />
Afbeelding 19: Weersgestuurde, digitale warmtepompregeling CD 70<br />
Warmtebron lucht:<br />
Uitstekende betrouwbaarheid, lage<br />
investeringskosten, in de regel bivalent<br />
mono-energetisch aangedreven<br />
(elektrisch verwarmingselement voor<br />
lage buitentemperaturen)<br />
Warmtebron bodem:<br />
Groot deel van de nieuw geïnstalleerde<br />
installaties, monovalent<br />
aandrijfbaar, hoge efficiëntie<br />
Warmtebron water:<br />
Belangrijk: Letten op de waterkwaliteit,<br />
bijzonder hoge efficiëntie,<br />
monovalent aandrijfbaar<br />
Warmtebron restwarmte:<br />
Afhankelijk van de beschikbaarheid,<br />
hoeveelheid en temperatuur van de<br />
restwarmte, kleinste marktaandeel.<br />
efficiëntie<br />
Rest<br />
warmte<br />
Grondwater<br />
Aardwarmte<br />
betrouwbarheid<br />
Lucht<br />
Afbeelding 20: Warmtebronnen voor warmtepompen
3.2.1 Warmtebron bodem<br />
De bodem is uitstekend geschikt<br />
voor warmteopslag, omdat de temperatuur<br />
daar het hele jaar door gelijkmatig<br />
tussen 7 en 13 °C ligt (op 2<br />
m diepte).<br />
Via horizontaal geplaatste bodemcollectoren<br />
(afbeelding 22) of via vertikaal<br />
in de grond aangebrachte aardsondes,<br />
wordt de opgeslagen warmte<br />
met behulp van een mengsel van<br />
water en antivriesmiddel (glycolwater)<br />
naar de verdamper gevoerd van<br />
de zogenaamde bodem/water-warmtepomp<br />
(bodem in het primair circuit,<br />
water in het secundair (verwarmings-circuit).<br />
De onttrekking van warmte uit de<br />
grond gebeurt via kunststofbuizen<br />
onder de grond met een groot oppervlak.<br />
Onder de warmtebron "bodem"<br />
verstaat men de bovenste aardsonde<br />
tot een diepte van ca. 5 m. De warmte<br />
wordt gewonnen via een warmtewisselaar<br />
die geplaatst wordt onder<br />
een onbebouwde plek naast het gebouw.<br />
De warmte die uit diepere sondes<br />
naar boven stroomt, bedraagt<br />
slechts 0,063 tot 0,1 W/m 2 en kan als<br />
warmtebron voor bovenste sondes<br />
verwaarloosd worden. De bodemcollector<br />
wordt door straling van de zon,<br />
de regen en smeltwater enz. geregenereerd<br />
of gebruikt de energie die ervan<br />
afkomstig is.<br />
De kunststofbuizen (PE) worden in de<br />
grond geplaatst op een diepte van<br />
1,2 tot 1,5 m. De afzonderlijke buizen<br />
mogen niet langer zijn dan 100 m,<br />
omdat de drukverliezen en daardoor<br />
het vereiste vermogen van de pomp<br />
te hoog zouden oplopen. De buizen<br />
moeten wel telkens even lang zijn,<br />
zodat identieke drukverliezen optreden<br />
en bijgevolg gelijke doorstromingscondities<br />
optreden. Op die manier<br />
onttrekken de collectoren de<br />
warmte gelijkmatig uit de grond. De<br />
buizen worden aan hun uiteinden in<br />
een wat hoger gelegen aanvoer- en<br />
retourcollector (ontluchting) samengebracht.<br />
Elke buis moet afzonderlijk<br />
afgesloten kunnen worden. Het glycolwater<br />
wordt met een circulatiepomp<br />
door de kunststofbuizen gepompt;<br />
deze neemt daarbij de in de<br />
grond opgeslagen warmte op.<br />
Warmtepomptechniek<br />
Diepte [m]<br />
Grondoppervlakte<br />
Temperatuur [°C]<br />
0 5 10 15 20<br />
0<br />
5<br />
10<br />
15<br />
18<br />
1. Feb. 1. Aug.<br />
1. Mai<br />
10°C<br />
Afbeelding 21: Temperatuurverloop van de bodem over het jaar heen<br />
woonkamer<br />
Vitocal 300<br />
1. Nov.<br />
badkamer/<br />
WC<br />
kelder<br />
Warmwaterboiler<br />
Afbeelding 22: Vitocal 300 onttrekt met behulp van bodemcollectoren warmte uit de grond<br />
17
18<br />
Bodemcollector<br />
Afbeelding 23: Warmtewinning met bodemcollectoren<br />
Een lichte tijdelijke ijsvorming in de<br />
bodem rond de buizen heeft geen<br />
nadelige gevolgen voor de installatie<br />
of de plantengroei. Toch mogen geen<br />
planten met diepe wortels worden<br />
aangeplant rond de buizen. De regeneratie<br />
van de afgekoelde bodem<br />
vindt plaats tijdens de lente en de zomer<br />
door de toenemende zonneschijn<br />
en neerslag, zodat zeker voldoende<br />
warmte wordt opgeslagen in<br />
de bodem voor verwarmingsdoeleinden<br />
in de koudere tijd van het<br />
jaar. De oppervlakte boven de bodemcollectoren<br />
mag niet bebouwd<br />
of overdekt worden (afbeelding 23).<br />
De vereiste grondverplaatsing zorgt<br />
bij nieuwbouw meestal niet voor<br />
grote meerkosten, maar voor bestaande<br />
gebouwen daarentegen zijn<br />
de extra kosten meestal zo hoog dat<br />
dit bij een modernisering om deze reden<br />
alleen al niet in aanmerking<br />
komt.<br />
De bruikbare warmtehoeveelheid en<br />
daarmee de grootte van het vereiste<br />
oppervlak hangt sterk af van de<br />
thermische eigenschappen van de<br />
bodem en van de ingestraalde<br />
Warmtepomptechniek<br />
Verzamelschacht met<br />
verdeler<br />
Verdeler<br />
(aanvoer)<br />
Verdeler<br />
(retour)<br />
energie, met andere woorden van<br />
het klimaat. Wat betreft de eigenschappen<br />
van de bodem zijn vooral<br />
de hoeveelheid water, de hoeveelheid<br />
minerale bestanddelen, zoals<br />
kwarts of veldspaat, net als het aantal<br />
en de grootte van de luchtporiën<br />
van belang. Eenvoudig uitgedrukt,<br />
kan men zeggen dat de grond een<br />
hogere warmtecapaciteit heeft en dat<br />
de bodem meer warmte geleidt,<br />
naarmate de bodem meer water en<br />
mineralen bevat en naarmate er minder<br />
luchtporiën in de grond zijn.<br />
Het vermogen dat van de bodem kan<br />
worden onttrokken ligt hierbij tussen<br />
ca. 10 en 35 W/m 2 .<br />
Droge zanderige bodem<br />
q E = 10 bis 15 W/m 2<br />
Vochtige zanderige bodem<br />
q E = 15 bis 20 W/m 2<br />
Droge lemige bodem<br />
q E = 20 bis 25 W/m 2<br />
Vochtige lemige bodem<br />
q E = 25 bis 30 W/m 2<br />
Grondwaterrijke bodem<br />
q E = 30 bis 35 W/m 2<br />
Lagetemperatuurketel<br />
Warmtepomp<br />
Vitocal 300 / 350<br />
Afbeelding 24: Bodemcollector<br />
Afbeelding 25: Verdeler
Indien tijdens de plaatsing van de bodemcollectoren<br />
grondverplaatsingen<br />
nodig zijn van meer dan 1 m diep (afbeelding<br />
24), dan is het aanbrengen<br />
van de aardsonde met moderne<br />
boormachines op enkele uren voltooid<br />
(afbeelding 27).<br />
Bij installaties met aardsondes (afbeelding<br />
26), is het bepalen van de<br />
schikking en de boordiepte uitermate<br />
belangrijk. Hiervoor zijn er geologen<br />
en gespecialiseerde boorfirma's met<br />
specifieke vakkennis en software<br />
voor de plaatsing en de optimalisatie.<br />
Bovendien kan met deze gespecialiseerde<br />
onderneming contractueel<br />
een verwijdering- en vermogengarantie<br />
(bijv. voor 10 jaar) worden<br />
afgesloten. Voor dergelijke installaties<br />
is er een toestemming nodig. In<br />
de boring wordt een geprefabriceerde<br />
sonde ingevoerd en aansluitend<br />
wordt de holte tussen de sondebuis<br />
en de boring met een vulstof aangedrukt.<br />
Er worden maximaal vier<br />
buizen parallel ingevoerd (dubbele<br />
U-buissondes)<br />
De kosten voor de uitvoering van de<br />
boring inclusief de sonde bedragen<br />
afhankelijk van de bodemgesteldheid<br />
30 tot 60 euro/m. Voor een typische<br />
eengezinswoning die voldoet als<br />
laagenergiewoning, is een warmtepomp<br />
nodig met een warmtevermogen<br />
van ongeveer 6 kW voor een<br />
comfortabele verwarming. Hiervoor<br />
is een boordiepte van ongeveer 95 m<br />
nodig. De overeenkomstige boorkosten<br />
liggen dan tussen € 3.000 en<br />
€ 6.000. Een voorwaarde voor de<br />
planning en het invoeren van de<br />
aardsondes is de nauwkeurige kennis<br />
van de bodemgesteldheid, de opeenvolgende<br />
grondlagen, de bodemweerstand<br />
en de aanwezigheid van<br />
grondwater of waterlagen met daarbij<br />
ook de bepaling van het waterpeil<br />
en de stroomrichting. Bij een aardsondeinstallatie<br />
kan men onder normale<br />
hydrogeologische omstandigheden<br />
uitgaan van een middelmatig<br />
sondevermogen van 50 W/m (conform<br />
VDI 4640).<br />
Warmtepomptechniek<br />
Verdeler<br />
(aanvoer)<br />
Verdeler<br />
(retour)<br />
Verzamelschacht<br />
min. 5 m<br />
Aardsonde<br />
(duplex-sonde)<br />
Afbeelding 26: Warmtewinning met de aardsonde<br />
Lagetemperatuurketel<br />
Warmtepomp<br />
Vitocal 300 / 350<br />
Ondergrond<br />
Algemene richtwaarden<br />
Specifiek<br />
onttrekkingsverm.<br />
Slechte ondergrond (droog sediment) [λ < 1,5 W/(m · K)]<br />
Normale ondergrond met vast gesteente en waterverzadigd<br />
20 W/m<br />
Sediment [λ < 1,5 – 3,0 W/(m · K)] 50 W/m<br />
Vast gesteente met hoge warmtegeleiding [λ > 3,0 W/(m · K)]<br />
Sporadisch gesteente<br />
70 W/m<br />
Grind, zand, droog < 20 W/m<br />
Grind, zand, watervoeren 55 – 65 W/m<br />
Klei, leem, vochtig 30 – 40 W/m<br />
Kalksteen (massief) 45 – 60 W/m<br />
Zandsteen 55 – 65 W/m<br />
Zuur stollingsgesteente (bijv. graniet) 55 – 70 W/m<br />
Basisch stollingsgesteente (bijv. basalt) 35 – 55 W/m<br />
Gneis 60 – 70 W/m<br />
Tabel 2: Mogelijk specifiek onttrekkingsvermogen voo r aadwarmtesondes<br />
(dubbele U-buissondes) volgens VDI 4640, blad 2<br />
Indien de sonde zich in een rijke waterader<br />
bevindt, kunnen nog hogere<br />
onttrekkingsvermogens worden gerealiseerd<br />
(tabel 2).<br />
Het glycolwater stroomt door twee<br />
buizen van de verdeler naar onder en<br />
wordt door twee andere buizen verder<br />
opnieuw naar boven geleid naar<br />
de collector (afbeelding 25).<br />
Als werkvloeistof in de bodemcollector<br />
of in de aardsonde wordt<br />
glycolwater gebruikt (mengsel van<br />
water en antivries-middel), zodat er<br />
geen risico bestaat op vastvriezen.<br />
Afbeelding 27: Plaatsen van een aardsonde<br />
19
3.2.2 Warmtebron water<br />
Water is eveneens een goed opslagmedium<br />
voor zonnewarmte. Zelfs in<br />
de koude winterdagen heeft grondwater<br />
een constante temperatuur tussen<br />
7 en 12 °C. Via een aanvoerbron<br />
wordt grondwater onttrokken en naar<br />
de verdamper van de water/waterwarmtepomp<br />
gevoerd. Aansluitend<br />
wordt het gekoelde water in een afwateringsput<br />
afgevoerd (afbeelding<br />
28). De waterkwaliteit van het grondof<br />
oppervlaktewater moet voldoen<br />
aan de grenswaarde die wordt vooropgesteld<br />
door de fabrikant van de<br />
warmtepomp. Wanneer de grenswaarden<br />
worden overschreden, moet<br />
een passende warmtewisselaar in een<br />
tussenliggend circuit worden gebruikt<br />
– bij wisselende waterkwaliteit over<br />
het algemeen aan te bevelen – omdat<br />
de hoogefficiënte platenwarmtewisselaar<br />
in de warmtepomp gevoelig is<br />
aan een veranderlijke waterkwaliteit.<br />
Als warmtewisselaar in het tussenliggend<br />
circuit worden geschroefde<br />
warmtewisselaars van roestvrij staal<br />
gekozen. Door het tussenliggend<br />
circuit wordt de warmtepomp beschermd<br />
en verloopt tegelijk het<br />
proces gelijkmatiger. De reden is dat<br />
het warmteoverdrachtproces in het<br />
tussenliggend circuit van het grondwater<br />
op de bodem gelijkmatiger verloopt<br />
dan van het grondwater direct<br />
op het verdampende koelmiddel in de<br />
warmtepomp (afbeelding 29).<br />
Wanneer de verbruik van de pomp<br />
van het tussenliggend circuit in beschouwing<br />
wordt genomen, daalt de<br />
COP met 6 tot 9%. Door de gewijzigde<br />
temperatuurspreiding, neemt het<br />
warmtevermogen met 2 tot 4% af ten<br />
opzichte van een warmtepomp zonder<br />
tussenliggende warmtewisselaar.<br />
Ook het gebruik van grond- of oppervlaktewater<br />
moet door de bevoegde<br />
instanties worden goedgekeurd. Algemeen<br />
zou de waterkwaliteit bepaalde<br />
grenswaarden moeten onderschrijden,<br />
afhankelijk van het materiaal dat<br />
gebruikt wordt in de warmtewisselaar,<br />
roestvrij staal (1.4401) of koper.<br />
Wanneer de grenswaarden niet overschreden<br />
worden, moet rekening worden<br />
gehouden met een probleemloze<br />
werking van de waterbronnen.<br />
20<br />
Warmtepomptechniek<br />
B<br />
A<br />
C<br />
Warmtetoevoer<br />
Afbeelding 28: Schema van het tussencircuit<br />
Afwateringsput<br />
Toevoerput<br />
met zuigpomp<br />
min. 5 m<br />
Stroomrichting<br />
grondwater<br />
Afbeelding 29: Warmtewinning uit grondwater<br />
D<br />
A<br />
B<br />
C<br />
D<br />
E<br />
Warmtewisselaar<br />
tussencircuit<br />
Warmteafgifte (aan<br />
het verwarmingssysteem)<br />
Toevoerput met zuigpomp<br />
Afwateringsput<br />
Tussenkring-warmtewisselaar<br />
Circulatiepomp tussencircuit<br />
Water/water-warmtepomp<br />
Vitocal 300 of Vitocal 350<br />
E<br />
Lagetemperatuurketel<br />
Warmtepomp<br />
Vitocal 300 / 350
3.2.3 Warmtebron lucht<br />
Buitenlucht<br />
De minste kosten tot het ontsluiten<br />
van een warmtebron heeft men bij<br />
het gebruiken van de buitenlucht.<br />
Deze wordt via een buis aangezogen,<br />
in de verdamper van de warmtepomp<br />
afgekoeld en aansluitend weer<br />
aan de omgeving afgegeven (afbeelding<br />
30 en 31).<br />
Tot een buitenluchttemperatuur van<br />
-20 °C kan een moderne lucht/waterwarmtepomp<br />
nog warmte produceren.<br />
Alleszins kan deze bij een geoptimaliseerde<br />
plaatsing bij deze lage<br />
buitenluchttemperatuur aan de<br />
warmtebehoefte niet meer volledig<br />
voldoen. Een elektrische verwarming<br />
in de warmwaterbuffer verwarmt op<br />
zeer koude dagen het water dat door<br />
de warmtepomp wordt voorverwarmd<br />
tot een ingestelde aanvoertemperatuur.<br />
Omdat lucht/water-warmtepompen<br />
een relatief groot luchtvolume verplaatsen<br />
(3000 tot 4000 m 3 /h), moet<br />
bij het bepalen van de luchtopeningen<br />
in het gebouw en bij de installatie<br />
buiten gelet worden op de mogelijke<br />
geluidsontwikkeling.<br />
Afgevoerde lucht<br />
<strong>Warmtepompen</strong> die de afvoerlucht<br />
gebruiken als warmtebron, zullen in<br />
de toekomst vaker in huizen met een<br />
heel kleine warmtebehoefte (passiefhuizen)<br />
worden ingezet.<br />
In zogenaamde compacttoestellen<br />
wordt de warmtepomp ook in combinatie<br />
met een gecontroleerd woningverluchting<br />
ingezet. In deze toestellen<br />
gebruikt de geïntegreerde afvoerlucht/water-warmtepomp<br />
de warmte<br />
van de afgevoerde lucht uit de woonruimten<br />
die niet door het verluchtingssysteem<br />
kan worden<br />
Warmtepomptechniek<br />
Buis<br />
afgevoerde<br />
lucht<br />
Warmtepomp<br />
Vitocal 350<br />
Lagetemperatuurketel<br />
Afbeelding 30: Warmtewinning uit de omgevingslucht (buitenlucht)<br />
teruggewonnen en gebruikt deze<br />
voor de naverwarming van de aangevoerde<br />
lucht of voor tapwaterverwarming.<br />
In Zweden worden jaarlijks ca. 8000<br />
luchtwarmtepompen van dit type<br />
geïnstalleerd. Afhankelijk van de<br />
grootte van de afvoerluchtwarmtepomp<br />
wordt bijkomend nog een<br />
elektrische verwarming voorzien om<br />
de warmtebehoefte te dekken.<br />
Warmwaterbuffer<br />
Regeling<br />
Buis<br />
aanvoerlucht<br />
Afbeelding 31: Warmtevermogen lucht/waterwarmtepomp:<br />
11,0 tot 18,5 kW<br />
21
3.3 Koelen met compressiewarmtepompen<br />
Enkele warmtepompen bieden een<br />
bijkomende functie waarmee ze ook<br />
voor het koelen van een gebouw<br />
kunnen worden gebruikt. Er bestaan<br />
twee verschillende methoden om te<br />
koelen door middel van een warmtepomp:<br />
– Omkeerbare werking (actieve koeling):<br />
De werking van de warmtepomp<br />
wordt omgekeerd, zodat<br />
deze werkt als een koelkast. Vaak<br />
wordt een warmtepomp die op deze<br />
manier kan koelen een "reversibele"<br />
warmtepomp genoemd.<br />
– Directe koeling (passieve koeling):<br />
Het glycolwater of het grondwater<br />
nemen via een warmtewisselaar de<br />
warmte uit het verwarmingscircuit<br />
op en geven deze buiten weer af.<br />
Bij deze functie, die ook wel "Natural<br />
cooling" genoemd wordt, is de<br />
hele warmtepomp, van de regeling<br />
tot de circulatiepump, uitgeschakeld.<br />
3.3.1 Omkeerbare werking<br />
Gewoonlijk wordt in Duitsland, waar<br />
veruit de meeste warmtepompen<br />
zijn, enkel het gebouw en het tapwater<br />
verwarmd. Voor de koeling van<br />
het gebouw wordt dan in voorkomend<br />
geval een koelsysteem geïnstalleerd.<br />
De mogelijkheid om beide<br />
functies – verwarmen en koelen – afwisselend<br />
met een toestel uit te voeren<br />
is in Duitsland nog niet zo bekend.<br />
In de VS daarentegen, hebben<br />
warmtepompen die zowel als verwarmingsinstallaties<br />
als koelinstallaties<br />
dienst kunnen doen, een vast<br />
plaats verworven op de markt en deze<br />
zijn daarom wijd verspreid.<br />
22<br />
Warmtepomptechniek<br />
Expansieventielen<br />
Condensor<br />
Verdamper<br />
Zoals hierboven reeds werd uitgelegd,<br />
werken compressiewarmtepompen<br />
en koelkasten volgens hetzelfde<br />
principe. De belangrijkste onderdelen<br />
(verdamper, compressor,<br />
condensor en expansieventiel) zijn<br />
dan ook in beide toepassingen fundamenteel<br />
gelijkaardig. Ze verschillen<br />
in hoofdzaak maar in die mate<br />
dat ze voor verschillende taken werden<br />
geoptimaliseerd, in het ene geval<br />
voor het verhogen van de temperatuur<br />
en in het andere geval voor<br />
het verlagen ervan.<br />
Om een compressiewarmtepomp<br />
ook te kunnen gebruiken voor koeling,<br />
volstaat het in principe de<br />
stroomrichting van de compressor<br />
en het expansieventiel om te keren,<br />
zodat het koelmiddel en dus ook de<br />
warmte in de andere richting stromen.<br />
Warmteafgifte<br />
(aan het verwarmingssysteem)<br />
Warmtetoevoer<br />
(omgeving)<br />
Afbeelding 32: Vereenvoudigd werkingsschema voor een warmtepomp met omkeerbare<br />
warmtewerking<br />
Compressor<br />
Technisch goed te realiseren is het<br />
inbouwen van een vierwegsklep en<br />
een tweede expansieventiel in het<br />
koelmiddelcircuit. De omschakeling<br />
van de stroomrichting kan automatisch<br />
voor de hele installatie worden<br />
geregeld via deze vierwegsklep. Door<br />
een vierwegsklep in te bouwen, kan<br />
de compressor immers onafhankelijk<br />
van de eigenlijke functie (verwarmen<br />
of koelen) zijn oorspronkelijke<br />
stroomrichting behouden.<br />
Tijdens het verwarmen vervoert de<br />
compressor het gasvormig koelmiddel<br />
naar de warmtewisselaar van het<br />
verwarmingssysteem. Hier condenseert<br />
het koelmiddel en geeft daarbij<br />
de warmte af aan het verwarmingssysteem<br />
(warmwaterverwarming of<br />
luchtverwarming) (afbeelding 32).
Voor de koeling wordt de stroomrichting<br />
met behulp van de vierwegsklep<br />
omgedraaid. De oorspronkelijke<br />
condensor is nu een verdamper die<br />
de warmte van het verwarmingssysteem<br />
– dat opnieuw de warmte uit de<br />
ruimte heeft opgenomen – overdraagt<br />
aan het koelmiddel. Het gasvormige<br />
koelmiddel loopt opnieuw<br />
via de vierwegsklep naar de compressor<br />
en van daar naar de warmtewisselaar,<br />
die de warmte aan de omgeving<br />
afgeeft (afbeelding 33).<br />
<strong>Warmtepompen</strong> die op deze manier<br />
werken, worden onder andere als<br />
compacte systeemoplossing aangeboden<br />
voor passiefhuizen. Bij het<br />
compacttoestel Vitotres 343 voor<br />
passiefhuizen (afbeelding 34) gaat<br />
het bijvoorbeeld om een lucht/waterwarmtepomp<br />
die met een mechanische<br />
woonverluchting wordt gecombineerd.<br />
Tijdens het verwarmen (nominaal<br />
warmtevermogen 1,5 kW) gebruikt<br />
de warmtepomp de warmte<br />
van de afgezogen lucht die niet kan<br />
worden teruggewonnen door de verluchting<br />
en gebruikt deze voor de naverwarming<br />
van de aangevoerde<br />
lucht of voor tapwaterverwarming.<br />
Op hete zomerdagen wordt in de<br />
Vitotres 343 om te beginnen de<br />
warmtewisselaar van de mechanische<br />
woonverluchting, die dient om<br />
warmte terug te winnen, overbrugd<br />
met een bypass-schakeling. Zo wordt<br />
bijvoorbeeld in vergelijking met de<br />
warme binnenlucht ‘s nachts koelere<br />
buitenlucht in de woning geblazen.<br />
Indien de gebruiker nog koelere lucht<br />
in huis wenst te hebben, wordt de afvoerlucht/water-warmtepompautomatisch<br />
in de omgekeerde werking<br />
geschakeld. In de verdamper van de<br />
warmtepomp wordt van de aangevoerde<br />
lucht nu actief warmte onttrokken.<br />
Het compacttoestel haalt<br />
dan een koelvermogen van maximaal<br />
1 kW. De koele lucht wordt dan<br />
door het systeem in de kamers geblazen.<br />
Warmtepomptechniek<br />
Expansieventielen<br />
Verdamper<br />
Condensor<br />
Het warmtevermogen van reversibele<br />
compressiewarmtepompen is altijd<br />
een beetje groter dan het koelvermogen.<br />
Bij het verwarmen wordt<br />
de energieopname die wordt gebruikt<br />
voor het aandrijven van de<br />
compressor in nuttige warmte omgezet.<br />
Bij het koelen ontstaat deze<br />
warmte eveneens, omdat hierbij ook<br />
de compressor moet worden gebruikt.<br />
De warmte die hierdoor onvermijdelijk<br />
ontstaat verlaagt het<br />
theoretisch mogelijke koelvermogen.<br />
De haalbare COP’s van reversibele<br />
warmtepompen zijn bij het koelen<br />
dus iets lager dan bij het verwarmen.<br />
Warmtetoevoer<br />
(van het verwarmingssysteem of uit de kamers)<br />
Warmteafgifte<br />
(omgeving)<br />
Afbeelding 33: Vereenvoudigd werkingsschema voor een omkeerbare warmtepomp tijdens<br />
het koelen<br />
Compressor<br />
Afbeelding 34: Vitotres 343 – compacttoestel<br />
voor passiefhuizen gecombineerd<br />
met mechanische woonverluchting<br />
en warmwaterboiler.<br />
23
3.3.2 „Natural cooling“<br />
In de zomer zijn de temperaturen in<br />
de gebouwen meestal hoger dan onder<br />
de grond of in het grondwater.<br />
Dan kunnen de warmtebronnen met<br />
lage temperaturen die tijdens de winter<br />
als warmtebron worden gebruikt,<br />
zoals de grond of het grondwater direct<br />
voor natuurlijke koeling van de<br />
gebrouwen gebruikt worden. Bepaalde<br />
warmtepompen beschikken hiertoe<br />
in hun regeling over een functie<br />
die "Natural cooling" heet. Door de<br />
hoge buitentemperaturen tijdens de<br />
zomer, is deze functie bij lucht/waterwarmtepompen<br />
niet mogelijk.<br />
De "Natural cooling"-functie kan met<br />
slechts een paar extra componenten<br />
(warmtewisselaar, driewegsklep en<br />
circulatiepomp) geactiveerd worden<br />
en voorziet Vitocal warmtepompen<br />
hiermee van een aangename extra<br />
functie. Deze koelfunctie is echter<br />
fundamenteel verschillend van airconditioning<br />
of waterkoelers. Het<br />
koelvermogen hangt af van de grootte<br />
en de temperatuur van de warmtebron<br />
en van de seizoensgebonden<br />
schommelingen. Naar het einde van<br />
de zomer toe heeft de grond immers<br />
meer warmte opgeslagen, zodat het<br />
koelend vermogen dan wat daalt.<br />
Bij de "Natural cooling"-functie schakelt<br />
de regeling alleen de primaire<br />
pomp (B) in (de compressor van de<br />
warmtepomp blijft uitgeschakeld),<br />
opent de driewegsomschakelklep (C<br />
en G) naar de warmte-wisselaar (D)<br />
en zet de secundaire circulatiepomp<br />
(E) in werking (afbeelding 35). Zo kan<br />
het relatief warme water uit de vloerverwarming<br />
(F) in de warmtewisselaar<br />
(D) de warmte aan het glycolwater<br />
van de primaire keten afgeven.<br />
Van de aangesloten kamers wordt<br />
dan warmte onttrokken.<br />
24<br />
Warmtepomptechniek<br />
A<br />
D<br />
C<br />
B<br />
Voor de directe koeling van de kamers<br />
kunnen de volgende systemen<br />
worden aangesloten:<br />
– Ventiloconvectoren<br />
– Vloerkoeling<br />
– Vloerverwarmingssystemen<br />
– Activering bouwelementen<br />
(betonkernactivering)<br />
E<br />
H<br />
F<br />
G<br />
K<br />
bijv. aardsonde<br />
Primaire pomp<br />
Driewegsomschakelklep<br />
verwarming/koeling<br />
(primair circuit)<br />
Warmtewisselaar koeling<br />
Circulatiepomp koeling<br />
Vloerverwarmingssysteem<br />
Driewegsomschakelklep<br />
verwarming/koeling<br />
(secundair circuit)<br />
Secundaire pomp<br />
Afbeelding 35: Vereenvoudigd installatieschema voor "Natural cooling"<br />
met vloerverwarmingssysteem<br />
A<br />
B<br />
C<br />
D<br />
E<br />
F<br />
G<br />
H<br />
K<br />
Warmtepomp Vitocal 300<br />
of Vitocal 350<br />
"Natural cooling" is een bijzonder<br />
energiebesparende en voordelige<br />
methode voor de koeling van gebouwen,<br />
omdat enkel een laag stroomverbruik<br />
nodig is voor de circulatiepompen,<br />
waardoor de koele grond of<br />
het grondwater voor koeling kunnen<br />
worden gebruikt. De warmtepomp<br />
wordt tijdens het koelen enkel ingeschakeld<br />
voor het bereiden van<br />
warm tapwater. De aansturing van<br />
alle nodige circulatiepompen en omschakelkleppen<br />
evenals het registreren<br />
van de nodige temperaturen en<br />
de bewaking van de dauwpunttemperatuur<br />
gebeurt door de regeling<br />
van de warmtepomp.<br />
Bij deze manier van koelen, worden<br />
koel-COP’s tussen 15 en 20 gehaald.
3.3.3 Koeling van de ruimte:<br />
Lucht of water als warmtedrager?<br />
Bij traditionele airconditioning wordt<br />
de gekoelde lucht via één of meerdere<br />
kanalen in de kamer geblazen en<br />
de warme lucht wordt afgevoerd.<br />
Volgens hetzelfde principe werken de<br />
compacttoestellen van passiefhuizen.<br />
In beide gevallen gaat het om toestellen<br />
die zorgen voor airconditioning<br />
waarbij de luchtstromen worden<br />
gebruikt voor de warmteuitwisseling.<br />
Reversibele warmtepompen en<br />
warmtepompen met een "Natural<br />
cooling"-functie zijn daarentegen gewoonlijk<br />
aangesloten op een verwarmingssysteem<br />
op warm water. Dit<br />
systeem draagt op koude dagen de<br />
warmte van het verwarmingswater<br />
over op de te verwarmen kamers via<br />
verwarmingsvlakken. (bijv. een vloerverwarmingssysteem).<br />
Vooral radiatoren<br />
zijn voor het koelen van woonruimten<br />
ongeschikt. Omwille van het<br />
relatief kleine temperatuurverschil<br />
tussen het water en de kamertemperaturen<br />
tijdens de zomer, net als het<br />
relatief kleine oppervlak van de radiatoren,<br />
vindt slechts een geringe<br />
warmteoverdracht plaats door convectie<br />
en warmtestraling. Ook is het<br />
gebruik van een verwarmingsvlakken<br />
die dichtbij de grond staan voor het<br />
koelen ongeschikt, omdat warmere<br />
lucht zich, zoals bekend, verzamelt<br />
onder het plafond. Bovendien zijn<br />
radiatoren door hun bouw bijzonder<br />
gevoelig aan de vorming van condensaat.<br />
Omwille van hun groter oppervlak<br />
zijn vloerverwarmingen beter geschikt.<br />
Toch verzamelt de gekoelde<br />
lucht zich boven de vloer en stijgt<br />
niet op. De warmteopname gebeurt<br />
bij een vloerverwarmingssysteem<br />
bijgevolg uitsluitend via straling.<br />
Hiervoor staat echter de volledige<br />
vloer ter beschikking, zodat dit de<br />
kamertemperatuur goed beïnvloedt.<br />
De efficiëntie van de koeling via een<br />
vloerverwarming kan dankzij goede<br />
woonverluchting worden verhoogd,<br />
omdat er een goede luchtdoorstroming<br />
plaatsvindt.<br />
Warmtepomptechniek<br />
Afbeelding 36: Plafondairconditioning (afbeelding: firma EMCO)<br />
Nog beter kan de warmte via een<br />
koelplafond afgevoerd worden.<br />
Onder het plafond verzamelt zich de<br />
warme lucht en deze koelt af aan het<br />
plafondoppervlak. Hierdoor zakt deze<br />
naar de vloer en stroomt warme<br />
lucht aan. Door de kringloop die hierdoor<br />
ontstaat wordt in vergelijking<br />
met vloerkoeling grotere hoeveelheden<br />
lucht langs het koeloppervlak geleid.<br />
Koelplafonds (afbeelding 36)<br />
vervangen normaal gezien geen verwarmingssysteem<br />
en daarom worden<br />
ze meestal ingebouwd in combinatie<br />
met radiatoren of een vloerverwarming<br />
en worden ze hydraulisch<br />
geïntegreerd, gescheiden door een<br />
warmtewisselaar.<br />
Ventiloconvectoren (afbeelding 37)<br />
zijn bijzonder doeltreffend, omdat ze<br />
als een ventilator werken die bovendien<br />
het luchtdebiet regelt. Hierdoor<br />
kunnen ook grotere volumes lucht<br />
langs de warmteuitwisselings-oppervlakken<br />
worden geleid, wat op korte<br />
tijd zorgt voor een doeltreffende<br />
koeling van de ruimte. Door de<br />
bijkomende mogelijkheid het debiet<br />
te variëren via de ventilator, kan de<br />
kamer zeer nauwkeurig worden gekoeld.<br />
Ventiloconvectoren zijn bovendien<br />
ongevoelig voor druipend condensaat<br />
wanneer het condensaat<br />
wordt afgevoerd.<br />
Onafhankelijk van de koelmethode –<br />
reversibele werking of "Natural cooling"<br />
– is in elk geval een dauwpuntbewaking<br />
nodig via de regeling van<br />
de warmtepomp. Zo mag de oppervlaktetemperatuur<br />
van de vloerverwarming<br />
tijdens het koelen niet lager<br />
worden dan 20 °C. De dauwpuntbewaking<br />
houdt de aanvoertemperatuur<br />
van het verwarmingssysteem<br />
bij het koelen zo hoog dat de temperatuur<br />
niet zakt onder de toelaatbare<br />
dauwpunttemperatuur en er daarom<br />
geen gevaar bestaat dat vocht uit de<br />
lucht neerslaat op de vloer.<br />
Afbeelding 37: Ventilatorconvectoren<br />
(afbeelding: firma EMCO)<br />
25
3.4 Werking van warmtepompen<br />
Bij het inzetten van warmtepompen<br />
onderscheidt men drie werkingstoestanden:<br />
monovalent, monoenergetisch<br />
en bivalent.<br />
3.4.1 Monovalente werking<br />
Monovalente werking betekent dat<br />
de warmtepomp de enige warmtebron<br />
is voor de hele warmtebehoefte.<br />
Deze werking is vanuit energetisch<br />
standpunt te verkiezen, omdat<br />
een hoog rendement wordt gehaald.<br />
Een voorwaarde hiervoor is dat te<br />
aangesloten systemen die zorgen<br />
voor de warmteverdeling op een<br />
temperatuur werken onder de maximale<br />
aanvoertemperatuur van de<br />
warmtepomp en dat de warmtebehoefte<br />
niet groter wordt dan de<br />
maximale capaciteit van de warmtepomp<br />
(afbeelding 38).<br />
Typische toepassingsgebieden voor<br />
monovalente systemen zijn een- en<br />
meergezinswoningen evenals bedrijfsgebouwen<br />
die tot twee verschillende<br />
gebruikers hebben. Een<br />
afzonderlijke plaatsing van twee verschillende<br />
verwarmingscircuits zijn<br />
mogelijk (bijv. vloerverwarming en<br />
radiatoren ) De secundaire pomp (4)<br />
moet garanderen dat het minimaal<br />
debiet van de warmtepomp via het<br />
buffervat stroomt. Het is mogelijk circulatie-pompen<br />
(7) en (8) te gebruiken<br />
die geregeld worden door een<br />
druk-verschil. Wanneer de werkelijke<br />
temperatuur die gemeten wordt in<br />
de bovenste temperatuursensor (2)<br />
van de buffer voor verwarmingswater<br />
(3) lager is dan de temperatuur<br />
die in de temperatuurregelaar werd<br />
ingesteld, dan treden de warmtepomp<br />
(1), de primaire pompen en de<br />
secundaire pomp (4) in werking. De<br />
warmtepomp (1) levert dan warmte<br />
aan het verwarmingscircuit Door de<br />
in de warmtepomp (1) ingebouwde<br />
regeling wordt de aanvoertemperatuur<br />
van het verwarmingswater en<br />
dus van het verwarmingscircuit geregeld.<br />
De secundaire pomp (4) voert dan<br />
verwarmingswater via de driewegsomschakelklep<br />
(5) ofwel naar de boiler<br />
(6) ofwel naar de buffer voor ver<br />
26<br />
Warmtepomptechniek<br />
6<br />
Afbeelding 38: Installatieschema voor monovalente werking<br />
warmingswater (3). Door de pompen<br />
van het verwarmingscircuit (7) en (8)<br />
wordt het nodige debiet naar het verwarmingscircuit<br />
gevoerd.<br />
Het debiet in het verwarmingscircuit<br />
wordt geregeld door het openen en<br />
het sluiten van de thermostatische<br />
kranen van de radiatoren of de ventielen<br />
van de vloerverwarmingsverdeler<br />
en/of door een externe regeling<br />
van het verwarmingscircuit. Precies<br />
op die manier kan het debiet bij de<br />
plaatsing van de pompen van het<br />
verwarmingscircuit (7) en (8) verschillen<br />
van het debiet van het circuit<br />
van de warmtepomp (secundaire<br />
pomp (4)). Om het verschil tussen<br />
deze hoeveelheden water te compenseren<br />
is hiermee parallel een buffer<br />
voor verwarmingswater (3) voorzien.<br />
Het water dat niet door de verwarmingscircuits<br />
wordt opgenomen,<br />
wordt opgeslagen in de buffer (3).<br />
Bovendien wordt daarmee een gelijkmatige<br />
werking van de warmtepomp<br />
gerealiseerd (lange looptijden).<br />
Wanneer in de onderste temperatuursensor<br />
(9) van de buffer voor<br />
verwarmingswater (3) de ingestelde<br />
temperatuur bereikt is, wordt de<br />
1<br />
5<br />
4<br />
M<br />
7<br />
2<br />
9<br />
warmtepomp (1) uitgeschakeld. Dan<br />
worden de verwarmingscircuits met<br />
warmte voorzien uit de buffer (3). Pas<br />
wanneer de temperatuur daalt onder<br />
de ingestelde temperatuur van de<br />
bovenste temperatuursensor (2) van<br />
de buffer (3), wordt de warmtepomp<br />
(1) weer ingeschakeld.<br />
De tapwaterverwarming door de<br />
warmtepomp (1) heeft in de regel<br />
voorrang ten opzichte van het verwarmingscircuit<br />
en gebeurt dan ook<br />
bij voorkeur 's nachts. De buffertemperatuursensor<br />
en de regeling bepalen<br />
de aanvoer van verwarmingswater<br />
en het omschakelen van de<br />
driewegsomschakelklep (5). De aanvoertemperatuur<br />
wordt door de regeling<br />
op de voor tapwaterverwarming<br />
vereiste waarde gebracht. De<br />
naverwarming van het tapwater kan<br />
door een bijkomende elektrische verwarming<br />
gebeuren. Wanneer de eigenlijke<br />
waarde in de temperatuursensor<br />
de ingestelde waarde in de<br />
regeling overschrijdt, dan schakelt de<br />
regeling via de driewegsomschakelklep<br />
(5) het verwarmde water door<br />
naar het verwarmingscircuit.<br />
3<br />
8
3.4.2 Mono-energetische werking<br />
Bij een mono-energetische werking<br />
wordt een tweede warmtebron ingeschakeld<br />
met dezelfde energiebron.<br />
Bijvoorbeeld: naast een elektrische<br />
compressiewarmtepomp is een elektrische<br />
doorstroomverwarmer geschakeld<br />
voor de wateraanvoer of<br />
een elektrisch verwarmingselement<br />
in de warmwaterbuffer geïnstalleerd<br />
(meestal bij lucht/water-warmtepompen).<br />
Deze oplossing is een<br />
goed compromis tussen de energetische<br />
efficiëntie en de investeringskosten.<br />
Mono-energetische installaties worden<br />
vooral ingezet in een- of kleine<br />
tweegezinswoningen met een gemeenschappelijk<br />
verbruik en met<br />
vloerverwarming (afbeelding 39).<br />
Het minimaal debiet van de warmtepomp<br />
wordt door de secundaire<br />
pomp (2) en de stortklep gegarandeerd.<br />
Verwarmingsbuizen en stortklep<br />
moeten op elkaar zijn afgestemd.<br />
Wanneer de in de retourtemperatuursensor<br />
in de warmtepomp<br />
(1) gemeten temperatuur lager is dan<br />
de temperatuur die in de regeling<br />
werd ingesteld, dan treden de warmtepomp<br />
(1) en de secundaire pomp<br />
(2) in werking.<br />
De warmtepomp (1) levert dan<br />
warmte aan het verwarmingscircuit<br />
Door de in de warmtepomp (1) ingebouwde<br />
regeling wordt de aanvoertemperatuur<br />
van het verwarmingswater<br />
en dus van het verwarmingscircuit<br />
geregeld. De secundaire pomp<br />
(2) voert het verwarmingswater via<br />
de driewegs-omschakelklep (3) ofwel<br />
naar de boiler (4) ofwel naar het verwarmingscircuit.<br />
De doorstroomverwarmer<br />
(5) dient om de piekvraag op<br />
te vangen bij lage buitentemperaturen<br />
(bijv. < –10 °C). Het debiet in het<br />
verwarmingscircuit wordt geregeld<br />
door het openen en het sluiten van<br />
de thermostatische kranen van de<br />
radiatoren of de ventielen van de<br />
vloerverwarmingsverdeler.<br />
4<br />
Warmtepomptechniek<br />
VL<br />
Afbeelding 39: Installatieschema voor mono-energetische werking<br />
RL<br />
De Divicon verwarmingscircuitverdeling<br />
(6) is uitgerust met een<br />
stortklep die instaat voor een constant<br />
debiet in het warmtepompcircuit.<br />
De aan de retourzijde geïntegreerde<br />
boiler (7) stelt het circulatievolume<br />
ter beschikking van de<br />
warmtepomp (1), zodat de minimale<br />
looptijd van de warmtepomp kan<br />
worden gegarandeerd. Wanneer de<br />
retourtemperatuursensor een waarde<br />
meet die hoger is dan deze die in<br />
de regeling werd ingesteld, dan<br />
wordt de warmtepomp (1), de primaire<br />
pomp en de pomp van het<br />
tussenliggende circuit uitgeschakeld.<br />
De verwarming van het tapwater<br />
gebeurt op een analoge manier als<br />
bij monovalente werking.<br />
1<br />
5<br />
6<br />
VL<br />
3<br />
2<br />
VL<br />
RL<br />
RL<br />
7<br />
27
3.4.3 Bivalente werking<br />
In een bivalente verwarmingsinstallatie<br />
wordt de warmtepomp minstens<br />
met een ander verwarmingstoestel,<br />
op een vaste, vloeibare of<br />
gasvormige brandstof, gecombineerd<br />
(parallel of alternatief). Als bijkomend<br />
verwarmingstoestel komen<br />
zowel ketels op biomassa, op olie, of<br />
op gas in aanmerking (afbeelding<br />
40). Ofwel worden beide verwarmingstoestellen<br />
gelijktijdig gebruikt<br />
(parallel) ofwel werken de toestellen<br />
afwisselend, afhankelijk van de opstelling.<br />
Bij afwisselende werking<br />
zorgt de warmtepomp boven een bepaalde<br />
buitentemperatuur voor de<br />
totale warmteproductie. Wanneer de<br />
buitentemperatuur lager wordt, volstaat<br />
het vermogen van de warmtepomp<br />
niet meer omwille van de uitvoering.<br />
Dan neemt de verwarmingsinstallatie<br />
over op het tweede verwarmingstoestel<br />
dat de totale warmteproductie<br />
overneemt. De warmtepomp<br />
wordt uitgeschakeld.<br />
3.4.4 Buffer<br />
Het inzetten van een warmwaterbuffer<br />
is aan te raden om een geoptimaliseerde<br />
looptijd en daarmee ook<br />
een stijging van het jaarrendement te<br />
bereiken. Deze dienen voor de<br />
hydraulische ontkoppeling van de<br />
debieten tussen het warmtepompcircuit<br />
en het verwarmingscircuit.<br />
Omdat het warmtevermogen van de<br />
warmtepomp niet altijd identiek is<br />
aan de warmtebehoefte van het moment,<br />
wordt door het inzetten van<br />
een warmwaterbuffer een gelijkmatige<br />
werking tot stand gebracht, d.w.z.<br />
het pendelen van de compressor<br />
wordt vermeden. Indien bijvoorbeeld<br />
het debiet in het verwarmingscircuit<br />
via thermostatische kranen wordt<br />
verminderd, dan blijft het debiet in<br />
het warmtepompcircuit constant.<br />
Bovendien worden steeds vaker<br />
zonnecollectoren gebruikt om<br />
tapwaterverwarming en verwarming<br />
te ondersteunen. De gewonnen<br />
zonnewarmte moet in het gehele<br />
systeem ingevoerd kunnen worden.<br />
28<br />
Warmtepomptechniek<br />
KW<br />
WW<br />
Warmwaterboiler Warmtepomp<br />
Vitocal<br />
Voor het inzetten van de warmwaterbuffer<br />
heeft men bovendien:<br />
– een constant debiet door<br />
de warmtepomp<br />
– geen vervanging van de circulatiepomp<br />
nodig bij een modernisering<br />
van de vewarmingsinstallatie<br />
– geen stromingsgeluid in het<br />
warmteverdelingssysteem.<br />
Het volume van de buffer moet groot<br />
genoeg gekozen worden, zodat de<br />
onderbrekingstijden die door de<br />
energiebedrijven worden veroorzaakt<br />
probleemloos overbrugd kunnen<br />
worden, zonder dat het gebouw<br />
afkoelt. Dit geldt in het bijzonder<br />
voor warmteverdelingssystemen<br />
zonder bijkomende buffers (bijv.<br />
radiatoren).<br />
VL<br />
VL<br />
VL<br />
Afbeelding 40: Installatieschema voor mono-energetische werking<br />
RL<br />
VL<br />
VL<br />
RL<br />
RL<br />
VL<br />
Warmwaterbuffer Houtketel<br />
Vitolig<br />
Bij een vloerverwarming neemt daarentegen<br />
de dekvloer een deel van de<br />
warmteopslag voor zijn rekening.<br />
Indien geen onderbrekingstijden<br />
bestaan, dan is voor een looptijdoptimalisatie<br />
van de warmtepomp<br />
een buffervolume van<br />
V HP = Q G · (20 tot 25 liter)
3.5 Tapwaterverwarming<br />
De tapwaterverwarming stelt in<br />
vergelijking met een verwarmingsinstallatie<br />
fundamenteel andere<br />
eisen, omdat hiervoor het hele jaar<br />
door ongeveer gelijklopende warmtebehoeften<br />
en –temperaturen moeten<br />
worden geleverd. Bij voorkeur<br />
moet de tapwaterverwarming worden<br />
verzorgd tijdens de verlaagde<br />
werking. Dan staat over dag het volledig<br />
warmtevermogen voor verwarmingsdoeleinden<br />
ter beschikking.<br />
<strong>Warmtepompen</strong> leveren in de regel<br />
tapwatertemperaturen tussen 45 en<br />
50 °C, zodat de opslagcapaciteit zou<br />
overeenkomen met de dagelijkse<br />
behoeften.<br />
Bij het plannen kan principieel NBN<br />
pr D20-007 in acht genomen worden.<br />
Vitocell-V 100<br />
De Vitocell-V 100, Type CVW (afbeelding<br />
41), is speciaal voor de tapwaterverwarming<br />
gebouwd in combinatie<br />
met een warmtepomp. De warmtewisselaar<br />
is bijzonder groot, met<br />
een oppervlak van vier vierkante meter.<br />
Dat leidt tot een zeer efficiënte<br />
warmteoverdracht. De warmwaterboiler<br />
is bovendien voorzien van een<br />
bijkomende aansluiting voor een<br />
zonnesysteem en de inbouw van een<br />
of twee elektrische verwarmingselementen<br />
voor naverwarming.<br />
Vitocell-B 100<br />
De Vitocell-B 100 (afbeelding 42,<br />
links) met Ceraprotect-emaillering<br />
voldoet aan de eisen die gesteld<br />
worden aan een comfortabele en<br />
economische tapwaterverwarming<br />
en nemen een toppositie in op het<br />
gebied van geëmailleerde warmwaterboilers.<br />
De Ceraprotect-emaillering met anode<br />
beschermt de warmwaterboiler<br />
blijvend tegen corrosie.<br />
Warmtepomptechniek<br />
Vitocell-B 300<br />
De Vitocell-B 300 (afbeelding 42,<br />
rechts) warmwaterboilers uit roestvrij<br />
staal voldoen aan de hoogste hygiënische<br />
vereisten. Niet voor niets<br />
wordt roestvrij staal in keukens, laboratoria,<br />
ziekenhuizen en de voedingsindustrie<br />
gebruikt. De homogene<br />
roestvrij stalen oppervlakken blijven<br />
immers ook na vele jaren van gebruik<br />
nog steeds onberispelijk hygiënisch.<br />
Grote verwarmingsvlakken,<br />
hoog warmtevermogen<br />
De verwarmingsvlakken van de bivalente<br />
Vitocell-B warmwaterboiler<br />
worden in serie geschakeld om het<br />
vermogen van de warmtepomp continu<br />
te kunnen overdragen. De verwarmingsvlakken<br />
zijn bovendien<br />
diep tot aan de bodem van de boiler<br />
doorgetrokken. Dit verzekert een gelijkmatige<br />
opwarming van de gehele<br />
waterinhoud.<br />
Voor een eenvoudige inbedrijfstelling<br />
en een ongehinderde werking<br />
Afbeelding 42: Warmwaterboiler Vitocell-B 100 en Vitocell-B 300<br />
Afbeelding 41: In de Vitocell-V 100<br />
van warmwaterboilers zijn de<br />
verwarmingsspiralen zo gebouwd<br />
dat ze naar boven ontluchten en<br />
naar onder geleegd worden. Een<br />
doeltreffende isolatie van CFK-vrij<br />
hard of zacht polyurethaanschuim<br />
beschermt de warmwaterboiler bijzonder<br />
goed tegen warmteverliezen.<br />
29
4.1 <strong>Warmtepompen</strong> voor renovaties<br />
Hoewel naar schatting ongeveer<br />
twee miljoen oude verwarmingsinstallaties<br />
aan modernisering toe zijn,<br />
spelen warmtepompen op de renovatiemarkt<br />
tot dusver amper een rol.<br />
De reden waarom slechts hier en<br />
daar een verwarmingsketel door een<br />
warmtepomp wordt vervangen, is<br />
dat oudere gebouwen in vergelijking<br />
met een nieuwbouw hogere aanvoertemperaturen<br />
nodig hebben.<br />
Gebruikelijke eentrapscompressiewarmtepompen<br />
leveren met de geijkte<br />
koelmiddelen (R 407 C, R 404 A<br />
enz.) aanvoertemperaturen tot maximum<br />
55 °C. Dit is te laag om met radiatoren<br />
met normale afmetingen<br />
voldoende warmte te leveren aan de<br />
vertrekken. Indien men probeert om<br />
hogere aanvoertemperaturen te bekomen,<br />
dan worden al gauw de druken<br />
temperatuurgrenzen van het koelmiddel<br />
bereikt. Bovendien zakt tegelijk<br />
ook het rendement van het proces.<br />
Om toch economisch compressiewarmtepompen<br />
in te zetten voor<br />
modernisering, bestaan er twee verder<br />
ontwikkelde kringprocessen.<br />
Beide hebben als doel met de gebruikelijke<br />
koelmiddelen temperaturen<br />
van boven de 55 °C te halen en<br />
bovendien een goed rendement te<br />
bekomen.<br />
De eerste mogelijkheid heet een<br />
cascadeschakeling en hierbij worden<br />
met de gebruikelijke koelmiddelen<br />
hogere aanvoertemperaturen gehaald.<br />
Twee warmtepompcircuits<br />
worden in een toestel na elkaar geschakeld,<br />
waarbij ze via een warmtewisselaar<br />
thermisch met elkaar in<br />
contact staan (afbeelding 43). Deze<br />
centrale warmtewisselaar (1) is de<br />
condensor van de eerste trap en gelijktijdig<br />
de verdamper van de tweede<br />
trap.<br />
30<br />
4 Toepassing van warmtepompen<br />
Expansieklep<br />
Expansieklep<br />
Condensor<br />
Cascadekoeler<br />
Verdamper<br />
Afbeelding 43: Principe van een Vuilleumierwarmtepomp<br />
De warmte die in de eerste trap<br />
wordt opgenomen wordt aan de hoger<br />
gelegen tweede trap afgegeven<br />
en uiteindelijk naar het verwarmingssysteem<br />
gevoerd.<br />
De twee kringlopen bevatten normaal<br />
gesproken twee verschillende<br />
koelmiddelen, bijvoorbeeld R 404 A<br />
in de onderste en R 134 A in de bovenste<br />
trap. Bij deze uitvoering moeten<br />
beide trappen altijd voortdurend<br />
in werking zijn, omdat enkel de eerste<br />
trap warmte uit de omgeving kan<br />
opnemen en enkel de tweede trap is<br />
uitgerust om aan het verwarmingssysteem<br />
warmte te leveren.<br />
1<br />
Warmteafgifte<br />
(aan het verwarmingssysteem)<br />
Warmtetoevoer<br />
(omgeving)<br />
Compressor<br />
Compressor<br />
4.1.1 EVI-cyclus<br />
2. Trap<br />
1. Trap<br />
De andere technische oplossing om<br />
hoge aanvoertemperaturen met het<br />
koelmiddel R 407 C te halen, bestaat<br />
erin, in het gewijzigd koudecircuit<br />
een trap met dampinjectie toe te<br />
voegen.<br />
Bij deze methode – ook EVI-cyclus<br />
(Eng. Enhanded Vapour Injection)<br />
genoemd – wordt na de condensor<br />
volgens de behoefte een kleine hoeveelheid<br />
koelmiddel afgetapt via een<br />
magneetklep. Dit vloeibare maar onder<br />
hoge druk staande koelmiddel<br />
wordt in een expansieklep op de injectiedruk<br />
ontspannen en wordt in<br />
een afzonderlijke warmtewisselaar<br />
verdampt. Uit de afzonderlijke warmtewisselaar<br />
wordt het verdampte<br />
koelmiddel naar de compressor geleid,<br />
waar het direct in het samendrukkingsproces<br />
wordt geïnjecteerd<br />
(afbeelding 44).
Een warmtepomp met een EVIcyclus<br />
werkt bijna zoals een gewone<br />
warmtepomp. Pas bij hoge warmtebehoeften<br />
of hoge temperaturen tot<br />
65 °C wordt de dampinjectie toegepast.<br />
Door de dampinjectie wordt<br />
dan het vermogen en daarmee ook<br />
het rendement duidelijk verhoogt tot<br />
een vergelijkbaar niveau aan dat van<br />
het gebruikelijk kringproces. De elektrische<br />
energie die nodig is voor het<br />
aandrijven van de compressor, is<br />
voor het proces met EVI aanzienlijk<br />
lager dan voor een theoretisch<br />
vergelijkbare compressor zonder<br />
dampinjectie.<br />
Afbeelding 45 toont het "log p-h-diagram"<br />
van de EVI-cyclus met koelmiddel<br />
R 407 C (ter vergelijking is<br />
ook het gebruikelijke warmtepompproces<br />
afgebeeld in stippellijn). Door<br />
de geïnjecteerde damp wordt het<br />
koelmiddel gekoeld. De drukval die<br />
in principe ontstaat door de afkoeling<br />
van het medium, wordt hierbij volledig<br />
door de geïnjecteerde hoeveelheid<br />
koelmiddel gecompenseerd,<br />
waardoor de lijn van punt (4) naar (5)<br />
horizontaal loopt.<br />
Door de koeling kan het koelmiddel<br />
sterker worden samengedrukt zonder<br />
de maximaal toelaatbare temperatuur<br />
in de compressor te overschrijden.<br />
Daardoor worden bij het binnengaan<br />
van het dampgebied hogere<br />
temperaturen bereikt. Gelijktijdig<br />
wordt door het extra geïnjecteerde<br />
koelmiddel het massadebiet verhoogd,<br />
wat leidt tot een grotere<br />
warmteafgifte aan het systeem.<br />
Dit proces is bijzonder doeltreffend<br />
bij lucht/water-warmtepompen van<br />
dit type, bijv. Vitocal 350, Type<br />
AWI/AWO. Omdat zelfs bij een buitenlucht<br />
van -15 °C een temperatuurval<br />
van 80 K tot stand wordt gebracht,<br />
kan ook bij een –15 °C een<br />
aanvoertemperatuur van 65 °C<br />
worden gegarandeerd.<br />
Toepassing van warmtepompen<br />
Warmteafgifte<br />
(aan het verwarmingssysteem)<br />
Expansieklep<br />
Warmtetoevoer<br />
(omgeving)<br />
Condensor<br />
Verdamper<br />
Afbeelding 44: Werkingsschema van een compressiewarmtepomp met EVI-cyclus<br />
Druk p absoluut [bar]<br />
Afzonderlijke<br />
warmte- 4<br />
wisselaar<br />
50<br />
40<br />
30<br />
20<br />
10<br />
5<br />
4<br />
3<br />
2<br />
1<br />
Vloeibaar<br />
1<br />
–30°C<br />
–40°C<br />
Expansie<br />
–20°C<br />
2 3<br />
Magneetklep<br />
Capillairbuis <br />
Dampinjectie<br />
(EVI)<br />
50 100 150 200 250 300 350 400 450<br />
Enthalpie h [kJ/kg]<br />
7<br />
40°C<br />
50°C<br />
60°C<br />
1<br />
5<br />
1<br />
0°C<br />
–10°C<br />
Damp<br />
10°C<br />
30°C<br />
20°C<br />
Compressor<br />
Afbeelding 45: Werkingsschema van een compressiewarmtepomp met EVI-cyclus(Een animatie<br />
van de werking van het proces is te vinden op www.viessmann.de/waermepumpen)<br />
70°C<br />
Condensatie<br />
Verdamping<br />
1-traps WP zonder EVI, Typ AW: A –15°C / W 45°C<br />
1-traps WP met EVI, Typ AWH: A –15°C / W 65°C<br />
1 – 2 Verdamping<br />
2 – 3 Oververhitting<br />
3 – 4 Compressie<br />
4 – 5 Koeling via EVI<br />
5 – 6 Compressie<br />
6 – 7 Condensatie<br />
7 – 1 Expansie<br />
2<br />
2<br />
3<br />
3<br />
5<br />
Compressie<br />
80°C<br />
ververhitte<br />
damp<br />
4<br />
4<br />
100°C<br />
6<br />
120°C<br />
140°C<br />
zonder EVI:<br />
de vereiste<br />
compressie leidt<br />
tot een ontoelaatbaar<br />
hoge<br />
temperatuur<br />
EVI<br />
31
4.1.2 Vitocal 350 – uitgebreid<br />
toepassingsgebied<br />
Vanwege de hogere aanvoertemperatuur<br />
ten opzichte van gewone<br />
warmtepompen, kunnen ook verwarmingssystemen<br />
met een aanvoertemperatuur<br />
van 65 °C worden bediend.<br />
Hierdoor wordt het mogelijk<br />
warmtepompen ook voor renovatie<br />
in te zetten. Ook bij systemen die<br />
oorspronkelijk voor hogere aanvoertemperaturen<br />
werden gebouwd. De<br />
reden is dat de radiatoren meestal<br />
zeer ruim gedimensioneerd werden<br />
en bij de renovatie intussen dubbele<br />
beglazing werd voorzien, evenals<br />
extra isolatie, waardoor de warmtebehoefte<br />
beduidend lager ligt.<br />
Daarom zijn – wanneer de oorspronkelijke<br />
verwarmingsvlakken worden<br />
behouden – de hogere aanvoertemperaturen<br />
(bijv. 90 °C) niet meer nodig<br />
en kunnen vaak worden verlaagd<br />
naar 65 °C, zonder aan comfort te<br />
moeten inboeten (afbeelding 46).<br />
In dit geval kan een warmtepomp<br />
met EVI-cyclus bij systemen die oorspronkelijk<br />
voor 90/70 °C werden gebouwd,<br />
het hele jaar door de nodige<br />
warmte leveren en via de radiatoren<br />
in de vertrekken verdelen.<br />
<strong>Warmtepompen</strong> zoals de Vitocal 350<br />
(afbeelding 47) met dampinjectie<br />
bereiken aanvoertemperaturen tot<br />
65 °C en tapwatertemperaturen van<br />
58 °C. Hierdoor kunnen verwarmingssystemen<br />
die werden gebouwd<br />
voor 65/55 °C ook met het<br />
koelmiddel R 407 C bediend worden,<br />
zonder dat het jaarrendement zakt<br />
onder 3.<br />
Hierdoor biedt de Vitocal 350<br />
warmtepomp een bijzonder hoog<br />
tapwatercomfort.<br />
32<br />
Toepassing van warmtepompen<br />
Aanvoertemperatuur [°C]<br />
90<br />
80<br />
70<br />
65<br />
60<br />
55<br />
50<br />
40<br />
30<br />
20<br />
10<br />
E<br />
D<br />
C<br />
B<br />
A<br />
–14 –10 –2 0 +2 +10 +14<br />
Buitentemperatuur t A [°C]<br />
A max. aanvoertemperatuur warm water = 35 °C<br />
max. aanvoertemperatuur warm water = 55 °C<br />
C max. aanvoertemperatuur warm water = 65 °C<br />
D max. aanvoertemperatuur warm water = 75 °C<br />
E max. aanvoertemperatuur warm water = 90 °C<br />
F Temperatuur die door een warmtepomp zonder EVI<br />
kan worden geleverd aan een verwarmingssysteemmax.<br />
G Temperatuur die door een warmtepomp met EVI<br />
kan worden geleverd aan een verwarmingssysteem<br />
B<br />
Afbeelding 46: Uitbreiding van het toepassingsgebied van warmtepompen<br />
met dampinjectie (EVI-cyclus)<br />
De Vitocal 350 warmtepomp is zo<br />
doeltreffend dat ze het hele jaar door<br />
als enige warmtebron voor verwarming<br />
en tapwater kan worden ingezet<br />
(monovalente werking). Bovendien<br />
is ze dankzij de scrollcompressor<br />
niet alleen zeer betrouwbaar<br />
maar ook uitermate stil.<br />
Naargelang het ontwerp van het systeem,<br />
kan de geïntegreerde regelfunctie<br />
"Natural cooling" worden gebruikt.<br />
Meer bepaald: de lage temperatuur<br />
van de aarde of van het grondwater<br />
in de zomer kunnen ook voor<br />
het koelen van het gebouw worden<br />
gebruikt. Hiermee is de Vitocal 350<br />
ideaal geschikt om uw gebouwen<br />
met de natuur op te warmen en af te<br />
koelen.<br />
Afbeelding 47: Vitocal 350 met aanvoertemperatuur<br />
tot 65 °C<br />
F<br />
G
4.2 <strong>Warmtepompen</strong> in laagenergiewoningen<br />
en passiefhuizen<br />
4.2.1 Laagenergiewoningen<br />
Door de voortdurend stijgende<br />
bouwstandaarden en de trend om de<br />
verwarmingsinstallaties dichterbij de<br />
woonruimten te plaatsen, wordt<br />
meer en meer beroep gedaan op<br />
compacte toestellen. Typische monovalente<br />
of mono-energetisch aangedreven<br />
warmtepompsystemen zijn<br />
compacttoestellen die speciaal werden<br />
ontwikkeld voor laagenergiewoningen.<br />
Hierbij gaat het om volledige<br />
systeemoplossingen die een warmtepomp<br />
(een elektrische compressiewarmtepomp),<br />
een warmwaterboiler<br />
en alle andere componenten samenbrengen<br />
ter grootte van een koelkast<br />
met diepvriezer (afbeelding 48).<br />
4.2.2 Vitocal 343<br />
Bij de compacte verwarmingscentrale<br />
Vitocal 343 (afbeelding 48) bevindt<br />
zich de bodem/water-warmtepomp,<br />
de zonneboiler met een inhoud van<br />
250 liter, de circulatiepompen voor<br />
sole, m.a.w. de verwarming en een<br />
optimaal zonnecircuit net als alle<br />
hydraulische aansluitingen en de<br />
regeling op een grondvlak van 600 x<br />
670 mm. Met 6,1 tot 9,7 kW vermogen<br />
halen deze warmtepompen aanvoertemperaturen<br />
tot 60 °C.<br />
Voor hogere aanvoer- of tapwatertemperaturen<br />
kan een geïntegreerde<br />
elektrische weerstand het water tot<br />
70 °C verwarmen.<br />
4.2.3 Vitocal 200<br />
De Vitocal 200 bodem/water-warmtepomp<br />
(afbeelding 49) in de vermogencategorie<br />
van 6,1 tot 9,7 kW garandeert<br />
het hele jaar door een comfortabele<br />
warmtevoorziening met<br />
monovalente werking. De maximale<br />
aanvoertemperatuur van 60 °C is geschikt<br />
voor het gebruik van radiatoren.<br />
De regeling maakt ook de integratie<br />
van twee verwarmingscircuits<br />
mogelijk en biedt bovendien de<br />
"Natural cooling" functie.<br />
Toepassing van warmtepompen<br />
Afbeelding 48: Vitocal 343 – Compacte verwarmingstoren voor laagenergiewoningen<br />
Afbeelding 49: Vitocal 200 bodem/water-warmtepomp<br />
33
4.2.4 Passiefhuizen<br />
In overeenstemming met de bijzondere<br />
eisen van passiefhuizen, worden<br />
analoge systeemoplossingen<br />
ook voor deze gebouwen aangeboden.<br />
Omdat in passiefhuizen een<br />
gecontroleerde woonverluchting absoluut<br />
noodzakelijk is vanwege hun<br />
bouw, wordt in compacttoestellen<br />
voor passiefhuizen een afvoerlucht/<br />
water-warmtepomp gecombineerd<br />
met een gecontroleerde woonverluchting.<br />
De geïntegreerde warmtepomp gebruikt<br />
dat deel van de warmte van de<br />
afvoerlucht dat niet kan worden teruggewonnen<br />
door de verluchting en<br />
gebruikt deze warmte voor de naverwerming<br />
van de aanvoerlucht of<br />
voor tapwaterverwarming. Deze toestellen<br />
kunnen bijkomend ook nog<br />
worden aangesloten op een zonnesysteem<br />
voor ondersteuning van de<br />
tapwaterverwarming of aan een conventionele<br />
waterverwarming met<br />
een pomp, bijvoorbeeld voor een<br />
vloerverwarmingssysteem (afbeelding<br />
50).<br />
Een dergelijk compacttoestel staat<br />
bijvoorbeeld in de kelder van een<br />
passiefhuis in Herzhausen (afbeelding<br />
51) aan het Edermeer en is<br />
sinds de zomer van 2002 in werking.<br />
Dit toestel verwarmt een oppervlakte<br />
van 180 m 2 en een volume van ongeveer<br />
450 m 3 . Vanwege de compacte<br />
afmetingen van het toestel is de opstelruimte<br />
met een oppervlakte van<br />
3m 2 meer dan voldoende (afbeelding<br />
52). In deze technische kamer lopen<br />
ook alle buizen van het verluchtingssysteem<br />
samen en ze worden er aangesloten<br />
op het toestel.<br />
De voordelen van dit toestel liggen in<br />
de compacte bouw, waarmee het inbrengen<br />
van de warmtepomp en de<br />
warmwaterboiler in een keer mogelijk<br />
is. Bovendien zijn de compacttoestellen<br />
volledig voorgemonteerd in<br />
de fabriek, wat de montage vereenvoudigt<br />
en de installatiekosten beduidend<br />
verlaagt.<br />
34<br />
Toepassing van warmtepompen<br />
Luchtaanvoer<br />
Slaapkamer<br />
Buitenlucht<br />
Zonnecollectoren<br />
Badkamer<br />
Luchtaanvoer<br />
Woonkamer Keuken Kinderkamer<br />
Afgezogen lucht<br />
Vitotres 343<br />
Buitenlucht<br />
(Filter<br />
Klasse F7)<br />
Afbeelding 50: Systeemuitvoering van het Vitotres 343 compacttoestel voor passiefhuizen<br />
Afbeelding 51: Passiefhuis in Herzhausen,<br />
Edermeer<br />
Buitenlucht<br />
warmtepomp<br />
Afbeelding 52: Vitotres 343 in het passiefhuis<br />
in Herzhausen, Edermeer
4.2.5 Vitotres 343<br />
De Vitotres 343 compactverwarmingscentrale<br />
van Viessmann (afbeelding<br />
53) is speciaal voor passiefhuizen<br />
gebouwd. Als systeemoplossing<br />
voor dit type gebouw combineert<br />
de Vitotres 343 een afvoerlucht/water-warmtepomp<br />
met een<br />
gecontroleerde woonverluchting en<br />
een warmwaterboiler.<br />
Het nieuw ontwikkelde verluchtingstoestel<br />
met warmteterugwinning tot<br />
max. 93% voorziet de woonruimte<br />
via een buizensysteem met frisse<br />
lucht en zuigt de gebruikte lucht af<br />
uit de keuken en de badkamer. Hierbij<br />
gebruikt de warmtepomp (1,5 kW<br />
vermogen) dat deel van de warmte<br />
uit de afgezogen lucht dat niet kan<br />
worden teruggewonnen en gebruikt<br />
deze warmte voor de naverwarming<br />
van de luchtaanvoer of voor tapwater-verwarming<br />
(afbeelding 54).<br />
Wanneer het ingestelde luchtvolume<br />
onvoldoende is (bijv. lager verbruik ’s<br />
nachts) om het nodige warmtevermogen<br />
op te wekken, dan wordt automatisch<br />
een bepaalde hoeveelheid<br />
buitenlucht aangezogen.<br />
Bijkomend kan aan de Vitotres 343<br />
ook een zonnesysteem wordt aangesloten<br />
ter ondersteuning van de<br />
tapwaterverwarming. Op extreem<br />
koude dagen met een grote warmtebehoefte,<br />
staat een geïntegreerde<br />
elektrische weerstand in voor de<br />
warmtevoorziening.<br />
Toepassing van warmtepompen<br />
Afbeelding 53: Vitotres 343 – Compacte systeemtoren voor passiefhuizen<br />
Afbeelding 54: Warmterecuperatie-eenheid<br />
met ventilator en bypass-eenheid<br />
Afbeelding 55: Menugestuurde regeling CD 70<br />
35
4.3 <strong>Warmtepompen</strong> voor grotere<br />
gebouwen<br />
De positieve ontwikkelingen sinds de<br />
jaren '90 van de warmtepompmarkt<br />
in Duitsland betreft bijna uitsluitend<br />
warmtepompen met een laag vermogen.<br />
Zo worden ze overwegend geïnstalleerd<br />
in een- en tweegezinswoningen.<br />
Daarom zou men de indruk<br />
kunnen krijgen dat warmtepompen<br />
enkel geschikt zijn voor kleinere gebouwen<br />
met een relatief lage warmtebehoefte.<br />
In principe kunnen<br />
warmtepompen ook grotere vermogens<br />
leveren, indien ze hiervoor worden<br />
gebouwd. Deze systemen kunnen<br />
het hele jaar door als enige<br />
warmtevoorziening warmte leveren<br />
voor verwarming en bereiding van<br />
warm water voor industriegebouwen,<br />
hotels, ziekenhuizen, scholen<br />
en meergezinswoningen.<br />
Voor grotere gebouwen worden de<br />
zogenaamde middelgrote warmtepompen<br />
ingezet, met vermogens tussen<br />
ca. 20 en 200 kW. Dat warmtepompen<br />
met een relatief bescheiden<br />
vermogen van 20 kW reeds tot de categorie<br />
middelgrote warmtepompen<br />
behoren, ligt eerder aan het feit dat<br />
ze minder worden ingezet dan in landen<br />
als Zweden en Zwitserland. Zo<br />
legt de Zwitserse federale dienst<br />
voor energie (BFE) de ondergrens<br />
voor middelgrote warmtepompen op<br />
50 kW. In de noordelijke landen zoals<br />
Zweden begint men te spreken van<br />
een warmtepomp met middelgroot<br />
vermogen vanaf 100 kW. Daarvoor<br />
zijn dan ook talrijke installaties met<br />
grote warmtepompen in werking,<br />
met vermogens in megawatt (afbeelding<br />
57).<br />
36<br />
Toepassing van warmtepompen<br />
Afbeelding 56: Warmtepomp met middelgroot vermogen: Vitocal 300 (39,6 tot 106,8 kW)<br />
Afbeelding 57: Zes Vitocal 300 water/water-warmtepompen leveren samen 640 kW vermogen<br />
in een buurtverwarmingsinstallatie voor huizen in Zweden.
4.3.1 <strong>Warmtepompen</strong> met twee<br />
compressoren<br />
Typische middelgrote warmtepompen<br />
bestaan uit twee compressietrappen<br />
met elektrisch aangedreven<br />
compressoren. In de afgebeelde Vitocal<br />
300 (afbeelding 56) werken twee<br />
compressormodules met hetzelfde<br />
vermogen parallel naast elkaar. Dit<br />
heeft het voordeel dat bij kleine<br />
warmtebehoefte een module kan<br />
worden uitgeschakeld. In de eerste<br />
trap geeft de warmtepomp de helft<br />
van haar vermogen af. Om het volledig<br />
vermogen te halen, schakelt de<br />
regeling automatisch de tweede trap<br />
in. Door beide afzonderlijke compressormodules<br />
is bovendien een hoge<br />
bedrijfszekerheid gewaarborgd. Indien<br />
een van de modules uitvalt, dan<br />
kan de andere module nog een gedeeltelijke<br />
belasting van 50% leveren<br />
(afbeelding 58).<br />
Bij de Vitocal 300 warmtepomp<br />
wordt door de geïntegreerde regeling<br />
een gelijkmatige looptijd gerealiseerd,<br />
zodat beide compressoren<br />
hetzelfde aantal uren presteren.<br />
Om nog grotere vermogens te halen,<br />
kunnen meerdere afzonderlijke<br />
warmtepompen met elkaar verbonden<br />
worden via de aanvoer- en de<br />
retourcircuits (afbeelding 59). Zoals<br />
bij de cascadeschakeling van verwarmingsketels<br />
ligt ook hier het voordeel<br />
in de duidelijk hogere bedrijfszekerheid<br />
van de hele installatie.<br />
4.3.2 Vitocal 300 voor grote<br />
vermogens<br />
De Vitocal warmtepomp bereikt door<br />
de tweetrapsuitvoering een warmtevermogen<br />
tot 106,8 kW en is geschikt<br />
voor de warmtebronnen grondwater<br />
en bodem. Hiermee kan deze worden<br />
afgestemd op elke behoefte en aan<br />
alle eisen. De modulaire opbouw op<br />
basis van twee afzonderlijke compressiecircuits<br />
zorgt voor een bijzonder<br />
hoge efficiëntie bij gedeeltelijke<br />
belasting.<br />
Toepassing van warmtepompen<br />
Condensor<br />
Expansieklep<br />
Compressor<br />
Warmteafgifte<br />
(aan het verwarmingssysteem)<br />
Wateraanvoer<br />
Warmtetoevoer<br />
(Omgeving)<br />
Condensor<br />
Expansieklep<br />
Verwarmingsretour<br />
Verdamper Verdamper<br />
Afbeelding 58: Vereenvoudigd werkingsschema van de parallelle bouw<br />
van de twee compressortrappen<br />
Verwarmingscircuit<br />
M<br />
M<br />
Verwarmingscircuit<br />
vloerverwarming<br />
Warmtepomp Warmtepomp Warmtepomp Buffer<br />
Afbeelding 59: Voorbeeld van een installatie aan de secundaire kant<br />
voor een warmtepompcascadeschakeling<br />
Compressor<br />
37
4.4 In aanmerking komen<br />
warmtepompen volgens<br />
de energiespaarverordening (EPB)<br />
De energiespaarverordening beperkt<br />
de maximaal toelaatbare primaire<br />
energiebehoefte van nieuwe gebouwen.<br />
Hierbij kan hetzij de isolatie van<br />
het gebouw (reductie van de warmtebehoefte)<br />
en/of de installatietechniek<br />
(reductie van het verbruik) geoptimaliseerd<br />
worden.<br />
De EPB die sinds 1 januari in Vlaanderen<br />
in voege is, beperkt de maximaal<br />
toelaatbare primaire energiebehoefte<br />
van de nieuwe gebouwen.<br />
Hierbij kan hetzij de isolatie van het<br />
gebouw (reductie van de warmtebehoeften)<br />
en/of de installatietechniek<br />
(reductie van het verbruik) geoptimaliseerd<br />
worden.<br />
In vergelijking met de lagetemperatuur<br />
of condensatietechniek treft<br />
men bij warmtepompen een aanzienlijk<br />
lager verbruik aan. Zo heeft het<br />
WTBC simulaties uitgevoerd waaruit<br />
duidelijk bleek dat warmtepompen<br />
15 E-punten beter scoorden dan een<br />
condensatieketel en 20 E-punten dan<br />
een lagetemperatuurketel, dit in een<br />
woning met vloerverwarming.<br />
Door het gebruik van de omgevingsenergie<br />
ligt de verhouding tussen het<br />
energie-verbruik en de nuttig opgewekte<br />
energie duidelijk onder 1.<br />
Alle Vitocal warmtepompen van het<br />
Vitotec-programma voldoen aan dit<br />
criterium.<br />
38<br />
Toepassing van warmtepompen<br />
2 K<br />
NT<br />
Vloerverwarmings-<br />
systeem<br />
Bodem<br />
ep = 1,68<br />
qp = 138,4 kWh/(m2 · a)<br />
ep = 1,04<br />
qp = 85,8 kWh/(m2 Lagetemperatuurketel Bodem/water-warmtepomp<br />
· a)<br />
Δ 52,6 kWh/(m 2 · a)<br />
A/V e = 0,9; A N = 200 m 2 ; q h = 70 kWh/(m 2 · a); q pzul. = 127,4 kWh/(m 2 · a)<br />
Afbeelding 60: Primair energetisch voordeel van warmtepompen<br />
Water<br />
Vloerverwarmingssysteem<br />
WP<br />
e p = 0,86<br />
q p = 71,2 kWh/(m 2 · a)<br />
Bodem<br />
e p = 0,97<br />
q p = 80,0 kWh/(m 2 · a)<br />
A/V e = 0,9; A N = 200 m 2 ; q h = 70 kWh/(m 2 · a); q pzul. = 127,4 kWh/(m 2 · a)<br />
Afbeelding 61: Invloed van de warmtebron<br />
Vloerverwarmingssysteem<br />
WP<br />
Lucht<br />
WP<br />
Vloerverwarmingssysteem<br />
WP<br />
e p = 1,25<br />
q p = 103,4 kWh/(m 2 · a)
4.4.1 Invloed van de warmtebron<br />
op de investeringskosten van de<br />
installatie<br />
Voor het gebruik van omgevingswarmte<br />
staan grond, water en omgevingslucht<br />
ter beschikking als warmtebronnen.<br />
De zonne-energie die in<br />
de bodem wordt opgeslagen kan benut<br />
worden hetzij via bodem-collectoren<br />
met een groot horizontaal oppervlak,<br />
hetzij via loodrechte aardsondes<br />
met een diepte van 80 tot<br />
100 m of nog meer. Als warmtedrager<br />
wordt daarbij glycolwater<br />
ingezet (een mengsel van water en<br />
antivriesmiddel).<br />
De invloed van verschillende warmtebronnen<br />
op de energie-efficiëntie<br />
van het verwarmingstoestel en dus<br />
van de hele installatie en het primaire<br />
energieverbruik, wordt weergegeven<br />
op afbeelding 61.<br />
Vanwege de relatief constante grondwatertemperatuur<br />
heeft de water/<br />
water-warmtepomp de beste energie-efficiëntie.<br />
De verschillende randvoorwaarden<br />
van de warmtebronnen<br />
hebben geleid tot verschillende normen:<br />
Voor grondwater als bron<br />
wordt uitgegaan van 10 °C, voor<br />
grond van 0 °C en voor lucht van<br />
2 °C.<br />
Het gebruik van de omgevingslucht<br />
als warmtebron kan vaak geen monovalente<br />
werking zekerstellen gedurende<br />
het hele jaar, waardoor dergelijke<br />
toestellen over het algemeen de<br />
mogelijkheid hebben elektrisch na te<br />
verwarmen (bijvoorbeeld op afbeelding<br />
61, met 5% van de warmtebehoefte).<br />
Dit leidt tot een wat hogere<br />
verbruik tot nuttige warmte verhouding,<br />
maar de investering is alleszins<br />
kleiner omdat noch aardsondes noch<br />
putten nodig zijn.<br />
Toepassing van warmtepompen<br />
Vloerverwarmingssysteem<br />
WP<br />
WW zonder circulatie<br />
Bodem<br />
e p = 0,97;<br />
q p = 80,0 kWh/(m 2 · a)<br />
Vloerverwarmingssysteem<br />
WP<br />
WW met circulatie<br />
Bodem<br />
e p = 1,04;<br />
q p = 85,7 kWh/(m 2 · a)<br />
A/V e = 0,9; A N = 200 m 2 ; q h = 70 kWh/(m 2 · a); q ptoel. = 127,4 kWh/(m 2 · a)<br />
Vloerverwarmingssysteem<br />
WP<br />
DLE<br />
Kleine<br />
boiler<br />
WW decentraal elektrisch<br />
Bodem<br />
e p = 1,28;<br />
q p = 105,3 kWh/(m 2 · a)<br />
q ptoel. = 140,7 kWh/(m 2 · a),<br />
vanwege decentraal elektrisch<br />
Afbeelding 62: Vergelijking van de varianten van de tapwaterverwarming voor warmtepompen<br />
4.4.2 Decentrale elektrische<br />
tapwaterverwarming<br />
In combinatie met een warmtepomp<br />
wordt vaak een centrale of decentrale<br />
tapwaterverwarming overwogen.<br />
Omdat warmtepompen zo nauwkeurig<br />
mogelijk gebouwd worden volgens<br />
de verwarmingsbehoefte, om<br />
de investeringskosten te beperken, is<br />
voor een centrale tapwaterverwarming<br />
in vergelijking met de conventionele<br />
verwarmingstoestellen een<br />
beduidend grotere opslagcapaciteit<br />
vereist (dagbehoefte). Enkel op die<br />
manier kan een voldoende grote<br />
hoeveelheid water worden bereid en<br />
de naverwarming van de voorraad<br />
verlegd worden naar 's nachts (aan<br />
een goedkoper nachttarief) (zie ook<br />
hoofdstuk 3.5).<br />
Alternatief bestaat ook de mogelijkheid<br />
het tapwater met behulp van<br />
een kleine elektrische boiler of doorstroomverwarmer<br />
direct aan de<br />
kraan decentraal te verwarmen.<br />
Afbeelding 62 vergelijkt de oplossingen:<br />
Hierbij wordt ook duidelijk dat<br />
het afzien van een circulatieleiding<br />
een behoorlijke reductie van de primaire<br />
energiebehoefte met zich mee<br />
brengt.<br />
De decentrale tapwaterverwarming<br />
met doorstroomverwarmers of kleine<br />
elektrische boilers verhoogt de primaire<br />
energiebehoefte. Maar ook deze<br />
oplossing is goedgekeurd door de<br />
EPB, temeer dat voor deze vorm van<br />
tapwaterverwarming verscherpte eisen<br />
van kracht zijn voor het primair<br />
energieverbruik.<br />
39
4.5 Rendabiliteit van warmtepompen<br />
Voor alle warmtepompen geldt:<br />
Hoe kleiner het temperatuurverschil<br />
tussen het verwarmingswater en de<br />
omgeving, hoe hoger de efficiëntie.<br />
Daarom zijn warmtepompen uitermate<br />
geschikt voor verwarmingssystemen<br />
op een lage temperatuur,<br />
zoals bijvoorbeeld vloerverwarmingssystemen<br />
met een aanvoertemperatuur<br />
van max. 38 °C.<br />
Moderne elektrische warmtepompen<br />
halen afhankelijk van de gekozen<br />
warmtebron en de temperatuur van<br />
het verwarmingssysteem een rendement<br />
van 3,5 tot 5,5. Dit betekent dat<br />
voor elke kWh verbruikte stroom 3,5<br />
tot 5,5 kWh warmte geleverd wordt.<br />
Daardoor wordt het ecologisch<br />
nadeel dat door het gebruik van<br />
netstroom ontstaat (rendement van<br />
een centrale rond 35%), meer dan<br />
gecompenseerd. Om een rendabele<br />
werking van een warmtepomp<br />
mogelijk te maken, worden door de<br />
meeste energie-leveranciers uitzonderlijke<br />
stroomtarieven aangeboden.<br />
Wanneer men een stroomprijs van<br />
12 Ct/kWh hanteert, leidt dit bij een<br />
gemiddeld rendement van 4 (jaarrendement)<br />
tot werkingskosten van<br />
3,0 Ct per kWh geproduceerde<br />
warmte. Dit is lager dan de werkingskosten<br />
voor conventionele verwarmingsinstallaties<br />
(stookolie: ca.<br />
6,0 Ct/kWh; aardgas: ca. 5,6 Ct/kWh).<br />
Bovendien komen er minder kosten<br />
bij kijken voor wat betreft onderhoud<br />
en nazicht.<br />
40<br />
Toepassing van warmtepompen<br />
Elektrische<br />
verwarming<br />
Olieverwarming<br />
Gasverwarming<br />
Elektrische WP<br />
Voor de nieuwbouw heeft de monovalente<br />
onderbreekbare werking<br />
reeds haar bestaansrecht bewezen.<br />
De warmtepomp is in staat de warmtebehoefte<br />
het hele jaar door te<br />
dekken en de onderbrekingstijden<br />
belemmeren de goede werking niet,<br />
omdat bijv. een vloerverwarming,<br />
dankzij haar inherente opslagcapaciteit,<br />
de onderbrekingen zonder<br />
merkbare temperatuurveranderingen<br />
overbrugt (indien de buffer zinvol<br />
geoptimaliseerd is voor de looptijd).<br />
Voor bestaande gebouwen dient de<br />
bivalente werkwijze zich aan, omdat<br />
in de regel reeds een verwarmingstoestel<br />
voorhanden is, dat verder kan<br />
worden gebruikt om de pieken op te<br />
vangen tijdens de koude winterdagen<br />
met de vereiste aanvoertemperaturen<br />
boven 55 °C, tenzij warmtepompen<br />
worden ingezet met aanvoertemperaturen<br />
van 65 °C.<br />
Primaire energie Eindenergie Nuttige energie<br />
Centrale<br />
Elek.<br />
294% 100% verw.<br />
100%<br />
η = 0,34<br />
η = 1,0<br />
121%<br />
119%<br />
101%<br />
194%<br />
Raffinaderij<br />
η = 0,89<br />
Gastoevoer<br />
η = 0,93<br />
Centrale<br />
η = 0,34<br />
14% 11%<br />
111%<br />
8% 11%<br />
67%<br />
111%<br />
34%<br />
Afbeelding 63: Energieomzettingsketen (volgens ASUE)<br />
Olieverwarming<br />
η = 0,9<br />
Gasverwarming<br />
η = 0,9<br />
Elektr.<br />
WP<br />
ε = 3<br />
66%<br />
winst<br />
100%<br />
100%<br />
100%<br />
Indien de warmtepomp zonder<br />
onderbreking wordt aangedreven,<br />
wordt geen speciale prijs aangeboden.<br />
In dat geval wordt het verbruik<br />
samen met het huishoudelijk of<br />
commercieel verbruik afgerekend.<br />
Wat de investering betreft, moet<br />
men ten opzichte van conventionele<br />
verwarmingsinstallaties voor een<br />
eengezinswoning met meerkosten<br />
van ca. 5000 tot 6000 € rekening<br />
houden, indien men de bouwbesparingen<br />
in beschouwing neemt<br />
(geen schoorsteen, geen olieketel<br />
of gasaansluiting).<br />
Van alle op de markt aanwezige verwarmingssystemen<br />
is de elektrische<br />
warmtepomp momenteel de meest<br />
ecologische, zoals afb. 63 aantoont.<br />
Zelfs wanneer stroom gebruikt wordt<br />
uit de conventionele energiemix,<br />
wordt de laagste hoeveelheid primaire<br />
energie verbruikt in verhouding<br />
tot de nuttige warmte.
4.6 Installatie en werking<br />
In tegenstelling tot andere hernieuwbare<br />
energiebronnen, zoals zonne- of<br />
windenergie, staat de omgevingswarmte<br />
het hele jaar door en de klok<br />
rond ter beschikking. Vandaar ook<br />
dat het in principe mogelijk is met<br />
een warmtepomp de volledige<br />
warmtebehoefte van een huis (verwarming<br />
en warm water) monovalent,<br />
dit wil zeggen zonder andere<br />
warmtebronnen, met zekerheid te<br />
dekken. Een warmtepomp is daarom<br />
een echt alternatief voor een conventionele<br />
verwarming (afbeelding 64).<br />
Buiten de integratie van het verwarmingscircuit<br />
(aanvoer, retour) en van<br />
het primaire circuit (bijv. bodemaanvoer<br />
en –retour) net als een 3-fasige<br />
stroomaansluiting, zijn geen andere<br />
installatiewerkzaamheden nodig.<br />
Voor de combinatie van tapwaterverwarming<br />
en verwarming staan systemen<br />
ter beschikking die zijn afgestemd<br />
op de warmtepompregeling<br />
en een optimale omschakeling waarborgen<br />
tussen beide afnemers (afbeelding<br />
65).<br />
De werkzaamheden die eventueel<br />
nodig zijn voor het installeren van<br />
het primaire circuit (bijv. de sondeboring,<br />
de plaatsing van de bodemcollector,<br />
het aanleggen van de grondwaterputten)<br />
worden door gespecialiseerde<br />
ondernemingen uitgevoerd<br />
die het vereiste warmtevermogen<br />
garanderen.<br />
<strong>Warmtepompen</strong> die gebruik maken<br />
van de omgevingslucht, zijn bijzonder<br />
eenvoudig te installeren.<br />
De D-A-CH, een grensoverschrijdende<br />
onafhankelijke organisatie in<br />
Duitsland, Oostenrijk en Zwitserland,<br />
reikt een kwaliteitslabel uit voor<br />
warmtepompen, dat borg staat voor<br />
de vervulling van de vastgelegde en<br />
gecontroleerde vereisten inzake veiligheid,<br />
efficiëntie, geluidsemissies<br />
en klantenservice.<br />
Toepassing van warmtepompen<br />
Afbeelding 64: Bodem/water-warmtepomp en warmwaterboiler<br />
Afbeelding 65: Divicon verwarmingscircuit<br />
voor warmtepompen<br />
41
4.6.1 Bouw<br />
Bij monovalent gebruik moet de<br />
warmtepomp als enig verwarmingstoestel<br />
de totale warmtebehoefte<br />
dekken van het gebouw, conform<br />
EN 12831 (vroeger DIN 4701).<br />
4.6.2 Toevoeging voor tapwaterverwarming<br />
Voor de gebruikelijke woningbouw<br />
wordt uitgegaan van een maximale<br />
warmtebehoefte van ca. 50 liter per<br />
persoon per dag op ca. 45 °C. Hieruit<br />
volgt een bijkomend warmtevermogen<br />
van 0,25 kW per persoon bij een<br />
opwarmtijd van 8 h.<br />
De precieze schatting van het bijkomend<br />
vermogen en de plaatsing van<br />
de warmtepomp verloopt volgens<br />
DIN 4708 deel 2 (tabel 3).<br />
42<br />
Toepassing van warmtepompen<br />
Tabel 3: Richtgetal voor de warmtebehoefte<br />
Warmwaterbehoefte Specifieke nuttige Aanbevolen toebij<br />
warmwatertempera- warmte voeging voor<br />
turen van 45 °C tapwaterverwarming<br />
[liter/dag per persoon] [Wh/dag per persoon] [kW/persoon *1 ]<br />
Lage behoefte 15 tot 30 600 tot 1200 0,08 tot 0,15<br />
Normale behoefte *2<br />
of<br />
30 tot 60 1200 tot 2400 0,15 tot 0,30<br />
Bij referentietempera- Specifieke nuttige Aanbevolen toetuur<br />
van 45 °C warmte voeging voor<br />
tapwaterverwarming<br />
[Wh/dag per persoon] [kW/persoon *1 ]<br />
Etagewoning<br />
(afrekening na<br />
verbruik) 30 ca. 1200 ca. 0,15<br />
Etagewoning<br />
(All-in afrekening) 45 ca. 1800 ca. 0,225<br />
Eengezinswoning *2<br />
middelmatige<br />
behoefte) 50 ca. 2000 ca. 0,25<br />
*1 Bij een opwarmtijd van de boiler van 8 uur<br />
*2 Indien de effectieve warmwaterbehoefte de aangegeven waarde overstijgt, moet een hoger<br />
bijkomend vermogen worden gekozen.
4.7 Subsidie<br />
Zowel bij nieuwe als bij oude<br />
gebouwen wordt het inbouwen van<br />
energiebesparende technieken als<br />
zonneinstallaties en warmtepompen<br />
met talrijke steunmaatregelen aangemoedigd.<br />
Op de Viessmann website<br />
(www.viessmann.be) worden voor<br />
een aantal streken en/of toestelcombinaties<br />
de van kracht zijnde<br />
steunmaatregelen voortdurend<br />
geactualiseerd.<br />
Bovendien bestaan andere steunmaatregelen<br />
via kredieten met lage<br />
rente en nationale en provinciale<br />
tegemoetkomingen.<br />
Ook stroomleveranciers bieden<br />
steunmaatregelen aan in de vorm<br />
van tegemoetkomingen en gunstige<br />
stroomtarieven voor het aandrijven<br />
van een warmtepomp.<br />
5 Samenvatting<br />
Moderne elektrische warmtepompen<br />
zijn vandaag een uitermate ecologische<br />
manier van verwarmen. Door<br />
progressieve regelsystemen, efficiënte<br />
scrollcompres-soren en volledig<br />
ontwikkelde serie-productie, zijn<br />
warmtepompen in staat tot vijf keer<br />
meer warmte te produceren dan ze<br />
stroom verbruiken. <strong>Warmtepompen</strong><br />
kunnen een gebouw monovalent,<br />
dus zonder bijkomende warmtebron,<br />
volledig voorzien van warmte en<br />
warm water.<br />
De werkingskosten liggen beduidend<br />
lager dan die van een conventioneel<br />
verwarmingstoestel, wat in combinatie<br />
met steunmaatregelen de hogere<br />
investeringen over de levensduur<br />
compenseert.<br />
Wat betreft veiligheid en betrouwbaarheid<br />
voldoen ze, in tegenstelling<br />
tot vroeger, aan de hoogste eisen.<br />
Toepassing van warmtepompen<br />
Afbeelding 66: Warmtepompinstallatie<br />
43
Wandtoestellen<br />
met stook- en condensatie-techniek<br />
op stookolie en gas<br />
Regeneratieve energiesystemen<br />
voor<br />
gebruik van omgevingswarmte,zonne-energie<br />
en duurzame<br />
grondstoffen<br />
Technische wijzigingen voorbehouden<br />
9448 783 BE/fl 07/2007<br />
Verwarmingssysteem-componenten<br />
van de brandstofopslag<br />
tot de radiatoren<br />
en vloerverwarmingssystemen<br />
Het Viessmann<br />
centrum in<br />
Allendorf met het<br />
bedrijfs-museum<br />
"Via Temporis"<br />
Condenserende en<br />
nietcondenserende<br />
vloerketels op<br />
stookolie en gas<br />
Warmte comfortabel, zuinig en<br />
milieuvriendelijk te produceren en<br />
deze volgens de behoeften beschikbaar<br />
te stellen, is sinds drie generaties<br />
de missie van het familiebedrijf<br />
Viessmann. Met een groot aantal uitstekende<br />
product-ontwikkelingen en<br />
oplossingen heeft Viessmann altijd<br />
weer mijlpalen tot stand gebracht die<br />
van de onderneming de technologische<br />
voortrekker en impulsgever in<br />
de hele branche hebben gemaakt.<br />
Met het actuele totaalprogramma<br />
biedt Viessmann zijn klanten een<br />
programma in meerdere trappen,<br />
met vermogens van 1,5 tot 20.500 kW:<br />
vloer- of wandketels op stookolie of<br />
gas, condenserend of nietcondenserend<br />
evenals regeneratieve energiesystemen<br />
zoals warmtepompen,<br />
zonnesystemen en verwarmingsketels<br />
voor duurzame grondstoffen.<br />
Componenten voor de regeltechniek<br />
en de gegevenscommunicatie behoren<br />
eveneens tot het programma, net<br />
als de volledige systeemperiferie tot<br />
en met radiatoren en vloerverwarmingssystemen.<br />
Met 12 fabrieken in Duitsland,<br />
Oostenrijk, Frankrijk, Canada, Polen<br />
en China, met verkoops-organisaties<br />
in Duitsland en 35 andere landen en<br />
met 119 verkoops-vestigingen is<br />
Viessmann internationaal sterk vertegenwoordigd.<br />
Verantwoordelijkheid voor het milieu<br />
en de gemeenschap, eerlijkheid in de<br />
omgang met de bedrijfspartners en<br />
medewerkers evenals het streven<br />
naar perfectie en de hoogste mate<br />
van efficiëntie in alle bedrijfsprocessen,<br />
zijn voor Viessmann de centrale<br />
waarden. Dit geldt voor elke medewerker<br />
en bijgevolg voor de hele onderneming,<br />
die met haar producten<br />
en bijkomende dienstverlening de<br />
klanten het bijzondere gebruik en de<br />
meerwaarde van een sterk merk<br />
biedt.<br />
De Viessmann verkoopkantoren:<br />
1930 Zaventem - Tel.: 02 712 06 66<br />
4841 Welkenraedt - Tel.: 087 31 31 64<br />
8800 Roeselare - Tel.: 051 54 10 54<br />
Viessmann Belgium bvba<br />
Hermesstraat 14<br />
1930 Zaventem (Nossegem)<br />
Tel.: 02 712 06 66<br />
Fax: 02 725 12 39<br />
E-mail: info@viessmann.be<br />
www.viessmann.com