Inhoudstafel Knetterende Letteren november 2012: - Luisterpunt
Inhoudstafel Knetterende Letteren november 2012: - Luisterpunt
Inhoudstafel Knetterende Letteren november 2012: - Luisterpunt
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
Dat vergif dat een generatie Engelse estheten om zeep zou helpen, kwam uit het<br />
brein van een Parijzenaar met Nederlandse roots, een ongelukkige klerk die zich<br />
dood verveelde op het ministerie van Binnenlandse Zaken. Joris-Karl Huysmans had<br />
geprobeerd aan zijn ambtenarenbestaan te ontsnappen; hij had avondjes in Zola’s<br />
huis in Médan bijgewoond, en was onder invloed van de Maître naturalistische<br />
verhalen gaan schrijven. Sombere verhalen -dat spreekt- over jonge prostituees en<br />
slecht gevoede klerken, over ‘gewone’ mensen die voorbestemd zijn uitzichtloos door<br />
het leven te ploeteren.<br />
Nu lag die ellende Huysmans wel, want misantroop zou hij altijd zijn -en afkerig van<br />
zijn tijd en van het leven tout court- maar hij was ook een estheet en een<br />
intellectueel. Misschien kon hij op een verfijnde, subtiele, ja zelfs vernieuwende<br />
manier malcontent zijn. Misschien kon hij het oude romankader gebruiken voor<br />
‘serieuzer’ werk, of zoals hij zei: “De traditionele intrige, ja, zelfs de passie en de<br />
vrouw weglaten, de schijnwerper richten op één persoon.”<br />
Zo ontstond in 1884 de bijbel van de decadentie, het even verderfelijke als erudiete<br />
“Tegen de keer”. De roman -eigenlijk een verzameling essays- is opgehangen aan<br />
één personage, wiens geestesleven minutieus wordt doorgelicht. De man in kwestie<br />
is de jonge hertog Jean Floressas des Esseintes. Als laatste telg van een incestueus<br />
geslacht vertoont hij alle kenmerken van degeneratie: hij is bleekzuchtig, verzamelt<br />
onnutte kennis en balanceert constant op de rand van een zenuwinzinking. Met zijn<br />
oudooms en oudtantes, “mummies, begraven in hun gebeeldhouwde rococografkelders”,<br />
heeft hij niets van doen. Zijn leeftijdsgenoten zijn óf geïndoctrineerde<br />
katholieke sullen, óf leeghoofden verzot op operettes en paardenrennen. Zijn<br />
vrienden (letterkundigen en vrijdenkers) zijn “banaal als een loden deur”, geen haar<br />
beter dan die bekrompen kruidenierskoppen van de bourgeoisie (“alleen ontvankelijk<br />
voor dat platte vermaak van middelmatige geesten, de politiek”).<br />
Neen, met de mensheid wordt het niets. Des Esseintes heeft geen hoop om één te<br />
worden met geesten die even scherpzinnig zijn als de zijne, temeer omdat niemand<br />
deelt in zijn passie voor kunstmatigheid en verval. Hij droomt van een gerieflijke<br />
kluizenaarswoning, van een roerloze ark waarin hij veilig zou zijn voor zijn bitterste<br />
kwelling: de banaliteit. In een huisje op het land probeert hij de werkelijkheid te<br />
vervangen door zijn eigen droomversie. Kleuren worden uitgezocht om te schitteren<br />
in kunstlicht. Ramen worden geblindeerd, want de natuur, zo meent Des Esseintes,<br />
“heeft haar tijd gehad. Door de weerzinwekkende uniformiteit van de lucht en het<br />
landschap heeft de verfijnde waarnemer er voorgoed genoeg van gekregen”.<br />
Liever staart de hertog naar zijn verzameling gekwelde kunst - de enige die hem<br />
interesseert. Schilderijen van Odilon Redon en Gustave Moreau delen de vertrekken<br />
met in varkensleer gebonden uitgaven van des hertogs lievelingsschrijvers, Mallarmé<br />
en Baudelaire. “Zieke boeken, ondermijnd en verhit door de koorts”, waarin de<br />
levensmoeheid en het spleen van een eeuw voelbaar zijn. Des Esseintes<br />
componeert een parfum dat de structuur van een Baudelaire-gedicht evenaart, en<br />
met een geavanceerd mondorgel weeft hij likeuren tot een symfonie van smaken die<br />
Wagner naar de kroon steekt. Van al die genietingen raken zijn zenuwen zo uitgeput<br />
dat hij uiteindelijk alleen nog via lavementen kan eten. Zijn dokter beveelt hem cito<br />
presto de terugkeer naar Parijs aan, naar een leven onder de mensen.