Onderzoek naar de landbouweffecten van aangepast
Onderzoek naar de landbouweffecten van aangepast
Onderzoek naar de landbouweffecten van aangepast
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
arvensi), korenbloem (Centaurea cyanus), gewone smeerwortel (Symphytum<br />
officinale) en stalkaars (Verbascum <strong>de</strong>nsiflorum).<br />
Loopkevers, weekschildkevers en kortschildkvers<br />
Algemeen komen loopkevers (Carabidae) enkel op het bo<strong>de</strong>moppervlak voor. Slechts<br />
een paar soorten (vb. Demetrias atricapillus en Dromius quadrimaculatus) kruipen het<br />
gewas in om zich daar te voe<strong>de</strong>n met bladluizen. Regelmatig zijn ze te vin<strong>de</strong>n in<br />
bernagie (blauwbekje, Borago officinalis), basterdklaver (Trifolium hybridum), witte<br />
klaver (Trifolium repens) en luzerne. Soms komen ze in <strong>de</strong>ze krui<strong>de</strong>n zelfs in grote<br />
aantallen voor. Voor hen en <strong>de</strong> overige loopkevers zijn gewoon duizendblad (Achillea<br />
millefolium) en kamille (Matricaria) een aantrekkelijke overwinteringsplaats<br />
(on<strong>de</strong>rgronds).<br />
Weekschildkevers (Cantharidae en Malachiidae) voe<strong>de</strong>n zich voornamelijk met nectar<br />
en pollen <strong>van</strong> schermbloemigen zoals berenklauw (Heracleum sphondylium), peen en<br />
fluitekruid (Anthriscus sylvestris).<br />
Gaasvliegen<br />
De aanwezigheid <strong>van</strong> dit insect is vooral afhankelijk <strong>van</strong> <strong>de</strong> kruidlagen en bloemen in<br />
<strong>de</strong> onmid<strong>de</strong>llijke omgeving. Dit omdat <strong>de</strong> volwassenen zich voe<strong>de</strong>n met nectar en<br />
pollen. Vanuit <strong>de</strong> akkerran<strong>de</strong>n kunnen ze zich zeer snel versprei<strong>de</strong>n over het perceel<br />
als <strong>de</strong> bladluizen er zich vestigen. Het zijn vooral <strong>de</strong> vraatzuchtige larven die erg<br />
nuttig zijn als opruimers <strong>van</strong> bladluizen, in min<strong>de</strong>re mate <strong>van</strong> bladvlooien, schildluizen,<br />
mijten, eieren <strong>van</strong> vlin<strong>de</strong>rs en jonge rupsen.<br />
Gaasvliegen zou<strong>de</strong>n bepaal<strong>de</strong> voorkeuren hebben voor <strong>de</strong> planten waarop ze hun<br />
eitjes willen afzetten. Behaar<strong>de</strong> en grote bla<strong>de</strong>ren krijgen blijkbaar <strong>de</strong> voorkeur boven<br />
wasachtige of kleine bla<strong>de</strong>ren.<br />
De Ruwbladigenfamilie (Boraginaceae) en <strong>de</strong> Papaverfamilie (Papaveraceae) blijken<br />
uitermate aantrekkelijk te zijn. De Lipbloemenfamilie (Labiatae), <strong>de</strong><br />
Vlin<strong>de</strong>rbloemenfamilie (Leguminosae) en <strong>de</strong> Apiaceae zijn ook aantrekkelijk maar in<br />
min<strong>de</strong>re mate. De overige plantenfamilies zijn weinig of geheel niet aantrekkelijk voor<br />
<strong>de</strong> eiafzet <strong>van</strong> <strong>de</strong> gaasvliegen.<br />
De volwassen groene gaasvliegen (Chrysoperla carnea) zijn betreffen<strong>de</strong> hun voeding<br />
volledig aangewezen op pollen, nectar en honingdauw. Uit maag- en<br />
uitwerpselenon<strong>de</strong>rzoek blijkt dat het meren<strong>de</strong>el <strong>van</strong> <strong>de</strong> pollen afkomstig is <strong>van</strong><br />
Euphorbiaceae gevolgd door Poaceae, Salicaceae, Asteraceae en Apiaceae.<br />
Zweefvliegen<br />
Vrijwel alle bloemen met een platte, ondiepe en open vorm zijn aantrekkelijk voor<br />
zweefvliegen en dit omwille <strong>van</strong> hun korte zuigsnuit. Als wij ze geduren<strong>de</strong> hun ganse<br />
actieve perio<strong>de</strong> willen aantrekken, dan zullen wij er voor moeten zorgen dat er <strong>van</strong><br />
vroeg in het voorjaar, al <strong>van</strong>af eind februari tot laat in <strong>de</strong> herfst bloemen aanwezig zijn<br />
in <strong>de</strong> akkerran<strong>de</strong>n. De volwassen zweefvliegen zijn volledig aangewezen op hun nectar<br />
en pollen.<br />
- maart, april: her<strong>de</strong>rstasje (Capsella bursa-pastoris), akkerviooltje (Viola<br />
arvensis), witte krod<strong>de</strong>;<br />
12