RIMPELS IN DE REGENBOOG
RIMPELS IN DE REGENBOOG
RIMPELS IN DE REGENBOOG
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
32<br />
• wensen ten aanzien van de groepsgrootte en -samenstelling<br />
• wensen ten aanzien van de woonruimte (huur, koop, grootte, indeling, verdeling gemeenschappelijke<br />
ruimten en privé-ruimten)<br />
• de verwachtingen van wonen in een groep (zorg voor elkaar, veiligheid, geborgenheid, privacy,<br />
wat doe je gemeenschappelijk, wat individueel )<br />
Wat is groepswonen van ouderen?<br />
Kernbegrippen bij groepswonen van ouderen zijn inspraak, zelfbeheer en verantwoordelijkheid<br />
voor elkaar. De bewoners hebben een eigen woning, maar daarnaast zijn er een of meer gemeenschappelijke<br />
ruimten. Ze zijn zelf verantwoordelijk voor de dagelijkse gang van zaken in de<br />
woongroep en stellen hun eigen regels vast. Meestal richten ze een vereniging op met statuten en<br />
een huishoudelijk reglement. Dit onderscheidt het groepswonen van andere vormen van ouderenhuisvesting,<br />
zoals woonzorgcomplexen, aanleunwoningen en serviceflats. Woongroepen voor<br />
ouderen hebben zich de laatste 15 jaar ontwikkeld van idealistische gemeenschappen waar samen<br />
leven en werken centraal stond, naar realistische groepen waar samenwonen gecombineerd wordt<br />
met behoud van individuele vrijheid en leefstijl. Bron: Verwey-Jonker instituut.<br />
Groepswonen vergt een jarenlange voorbereiding. Uit onderzoek van het Verwey-Jonker instituut<br />
naar groepswonen van ouderen, bleek dat het 5 tot 6 jaar duurt voordat een groepswoonproject<br />
rond is en de deelnemers er daadwerkelijk wonen. Met name het vinden van een goede locatie<br />
en het regelen van de financiering van een project kosten veel tijd. Maar ook tijdens de bouw of<br />
verbouwing kunnen vertragingen optreden.<br />
Gedurende de lange voorbereidingstijd kunnen mensen afhaken. Dat betekent dat er weer nieuwe<br />
mensen gezocht moeten worden. Woongroepen van ouderen kennen in de beginfase dan ook<br />
vaak twee soorten bewoners: de initiatiefnemers die jarenlang gewerkt hebben aan hun ideaal en<br />
duidelijke ideeën hebben over wonen in een groep en de mensen die er op het laatst bij betrokken<br />
zijn geraakt, de hele ontwikkeling van de groep niet hebben meegemaakt en vaak ook minder<br />
idealen hebben over samenwonen. Het kost één tot twee jaar voordat deze verschillen zijn weggewerkt<br />
en er samenhang is binnen de woongroep. Dit vraagt om een goede begeleiding. De initiatiefnemers<br />
moeten hun idealen misschien bijstellen en de nieuwkomers moeten de voordelen<br />
van groepswonen leren kennen (bron: Verwey-Jonker instituut).<br />
Er zijn verschillende organisaties die ondersteuning bieden bij het opzetten van een woongroep<br />
voor ouderen, waaronder de Landelijke Vereniging Groepswonen van Ouderen. Bijna alle woongroepen<br />
van ouderen in Nederland zijn er lid van. Over het land verspreid zijn er regionale en provinciale<br />
contactgroepen van de LVGO. Ook in enkele grotere steden zijn verenigingen opgericht