2002 - 4 - Orchideeën Vereniging Vlaanderen
2002 - 4 - Orchideeën Vereniging Vlaanderen
2002 - 4 - Orchideeën Vereniging Vlaanderen
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
Lidgeld van de<br />
Orchideeen<br />
<strong>Vereniging</strong>,<br />
<strong>Vlaanderen</strong><br />
met abonnement op<br />
• 'Het Venusschoentje': 15 Euro<br />
p. 74<br />
p. 76<br />
p. 77<br />
p. 79<br />
p.82<br />
p.82<br />
p.87<br />
p.90<br />
p.92<br />
p.96<br />
Leden kunnen zich ook via<br />
• de O.v.V abonneren op<br />
• 'Orchideeen' (Nederland)<br />
• 'Die Orchidee' (Duitsland)<br />
• 'The Orchid Review (Gr. Brittanie)<br />
Verdere inlichtingen bij de penningmeesterIledenadministratie.<br />
het Venusschoe<br />
Regionaal nieuws<br />
Evenementen<br />
Cultuurkalender<br />
Rik Neirynck<br />
•<br />
e<br />
een hart veer erchideeen<br />
Europese orchideeen<br />
Brenda De Vuyst en David Declercq<br />
Boekbespreking<br />
Boekbespreking<br />
Driemaandelijks tijdschrift van de<br />
Orrchideevriend vzw<br />
23° jaargang nr. 4 oktober-november-december <strong>2002</strong><br />
In cit nummer ...<br />
Ter serre van ...<br />
Marianne Haeck en Andre Van Rysselberghe<br />
Frimmerke<br />
Polystachia maculata<br />
Herbert W. Kuhn<br />
Doritis<br />
Rik Neirynck<br />
Werkten mee aan dit tijdschrift:<br />
David Declercq, Brenda De Vuyst, Marianne Haeck, Andre Van<br />
Rysselberghe, Rik Neirynck.<br />
Redactie:<br />
Marijke Carnille, Rik Neirynck, Karel Otten.<br />
inhoud<br />
73
[<br />
• Lidgelden 2003<br />
74<br />
Regio Antwerpen I<br />
Regio Brabant]<br />
Regio LimbUrg]<br />
egionaal nieuws<br />
Voorzitter: Dirk Saveries, Masereelstraat 28,<br />
9040 Sint Amandsberg. tel. 09-251 75 75<br />
De bijeenkomsten gaan door elke tweede vrijdag van de maand bij<br />
Orc/zijlora Duffelsesteenweg 313 te Kontich. Er is geen bijeenkomst in julio<br />
Iedereen is welkom vanaf 20u.<br />
Voorzitter: Anne Ronse, Kruisstraat 43,<br />
1851 Humbeek. tel. 02-269 66 80<br />
De bijeenkomsten gaan door elke derde zaterdag van de maand in<br />
het 'Reacaticcelltrum vall Itterbeek' Keperenbergstraat 37B te Dilbeek<br />
vanaf 14u. Er is geen bijeenkomst in julio<br />
Neem de Ring rand Brussel (west), neem uitrit: 14 en volg richting<br />
Ninove tot Itterbeek. Voig richting Itterbeek centrum. Aan de verkeerslichten<br />
rechtsaf en na tweehonderd meter ben je aan het Recreatiecentrum.<br />
Voorzitter: Paul Noben, Kempenstraat 172<br />
3590 Diepenbeek. tel. 011-32 38 00<br />
De bijeenkomsten gaan door elke derde vrijdag van de maand in cafe<br />
'de Slagmolen' Slagmolenweg 76 te Genk om 19.30u .<br />
Gelieve de lidgelden 2003 te stroten v66r 15 januari 2003.<br />
Gelieve de abonnementsgelden voor de buitenlandse tijdschriften te storten v66r 31 januari 2003.<br />
Storten op rekening 738-1120199-65. Dank!<br />
Regionaal nieuws
Orchideeen I<br />
The European Orchid Council<br />
Conference and Show<br />
oc2003.org.uk<br />
18° World Orchid Conference<br />
76<br />
en Show<br />
10 tot 20 maart 2005<br />
in Dijon (Frankrijk).<br />
www.w0c2005.org<br />
2003<br />
•<br />
Ewer;1ementen<br />
7 - 8 - 9 februari: Tento nstelling Grosse Orchideenschau in die<br />
Stad tgartnerei, Kre.felderstrass 295 te Aachen<br />
Operungsuren: 9 u . tot 18 u.<br />
28 februari - 1 - 2 maart: Orchideeenweek in de Botan i che Tuinen van<br />
de Universiteit Utrech t, Budapestlaan 17 te Utrecht (De Uithof).<br />
Info op www.botanischetuinen .uu.nl of teL 00 31 3025 35455<br />
7 - 8 - 9 - 10 marut 13de Intemationale Orchideeententoonstelling in de<br />
Abbaye de Vaucelles - Noord Frankrijk (Cambrai), F-59258 Les Rues d<br />
Vignes (r gio West-<strong>Vlaanderen</strong> vertegenwoordigt de OVV).<br />
12 - 16 maart: European Orchid Council Conference and Sh w in de<br />
RHS HOTticultural Halls te We tminster, Londen.<br />
13 - 14 15 - 16 maart: Intemational Orchideeententoonstelling an<br />
NOV Kring Eindhoven in de Europatuin te Helmond.<br />
Info hi; Herman TeT Barch op 0031 4925922 71 of op www.botorch.com<br />
of e-mail naarbotorch@worldonline.nl.<br />
21 - 30 maart: Orchideenausstell ung Palmengarten Frankfurt.<br />
Info op 004923196 10 14 12 of e-mail: inio@VDOB.de.<br />
28 - 30 maart: Mi.inchener OTchideenmarkt.<br />
Info bij Mena Mayr op 004988562419.<br />
29 maart: Bri t I & West OS Annual Show in the Town HaU, Chipping<br />
Sodbury te Bristol.<br />
Info bij Kelvin Curtis op 00 44 1179 32 97 93.<br />
2005<br />
10 - 20 maart 2005: 18 Congres MondiaL t Exposition d'Orchidees in het<br />
Palais des Expo itiOllS et des Congres, Boulevard de Ch ampagne 3 te<br />
Dijon.<br />
Info op wvvvv.WOC2005.org of bij de redactie van 'R et Venusschoentje'.<br />
Evenementen
Januari<br />
Vensterbankkwekers en serrekwekers moe ten hlUl<br />
planten tijdens de donkere maanden alle licht geven<br />
dat beschikbaar is. Vensterbankkwekers plaatsen de<br />
planten zo dicht mogelijk tegen het venster terwijl serrekwekers<br />
er moe ten voor zorgen dat alle vensters van<br />
hun serre uiterst proper zijn.<br />
Voor de warme planten gelden nu richttemperaturen<br />
van minimum 17°C tot maximum 20°C. Gematigd<br />
te kweken planten moeten minimum 13°C krijgen en<br />
maximum 16°C. Voor koud gekweekte planten volstaat<br />
minimum 8°C en maximum 12°C.<br />
In de huiskamer kan de luchtvochtigheid aan de<br />
lage kant zijn. Tracht dit op te 1 ssen door het potmengsel<br />
een keer per dag goed te<br />
benevelen. Als je bemerkt dat<br />
Cultuur;i{alenaer<br />
Vanaf eind januari mogen de meeste Pleione-soorten<br />
verpot worden. Dit is een voor Pleione-planten verplicht<br />
jaarlijks ritueel. Haal de schijnknolletjes met wortelkluit<br />
en al uit de pot en verwijder alle potmateriaal<br />
en aUe dode wortels. Na de droge rustperiode zijn aUe<br />
wortels meestal voUedig afgestorven. Doe vers potmengsel<br />
in de pot en plant er de schijnknolletjes in zo,<br />
dat ze half boven het mengsel uitkomen. Gebruik een<br />
mengsel voor terrestrische soorten dat voor de helft uit<br />
vochtopnemend materiaal bestaat, verteerd beukenblad<br />
vennengd bijvoorbeeld met wat turf en fijn gesneden<br />
sfagnum. De andere helft bestaat dan uit fijne<br />
schors en wat grof zand. Duw het mengsel niet te hard<br />
aan zodat het goed doorlatend en luchtig blijft. Zet de<br />
'verse' potten op een heldere, gematigde en luchtvochtige<br />
plaats. Na korte tijd zal de nieuwe sch ut te zien<br />
zijn en al vlug ontspruiten de nieuwe worteltjes aan<br />
haar basi.s. Vanaf dan mag je<br />
volop water geven en bemesten.<br />
planten die hun winterrust heb Tegen half februari zull n de €Iben<br />
d neiging vertonen om te ste plan tj s bloeien.<br />
verschrompelen, moe! je dit ook<br />
doen. Desnoods moet je zelfs af<br />
en toe (eens per week?) wat Februari<br />
water gE'ven . Als je dit te laat<br />
opmerkt kan het voor de plant Februari is de maand waarin<br />
zeer gevaarlijk zijn en kande plant de zon al iets meer straling gee.ft.<br />
zelfs sterven. Aangezi n de planten een tamelijk<br />
lange, donkere p riode achter<br />
In de serre kan daarentegen de rug hebben, kan dit op zeer<br />
de luchtvochtigheid we! eens te open dagen tot zonnebrand leihoog<br />
oplopen met aIle n re den. Zeker na de twecde helft van<br />
ge olgen van d ien (bespotte d maand zal er al moeten<br />
bloemen bijvoorbeeld). Daar ill geschermd worden. Als de tem<br />
is het misschien beter am tijdens<br />
de donkere maanden van het jaar daar wat minder<br />
water te geven. De planten staan dan drog r in de pot<br />
n ouk de algemene atmosfeer in de serre is dan drager.<br />
Weet je dat, als het potmengsel droger is, de planten<br />
ook gemakkelijk r lagere temperaturen verdragen?<br />
Maar pas op: ga nooit te ver in het 'droog zetten' van de<br />
p lanten. Sommige plan ten hebben ook tijdens de donkere<br />
dagen af en toe wat water nodig. Giet die planten<br />
met mate.<br />
• Verpotten heeft wemlg zin. AIleen de meeste<br />
Masdevallia- en Dracula-soorten mogen nu verpot worden<br />
omdat ze in tegenstelling tot bijna alle andere<br />
orchideeen nu weI min of meer in groei zijn (zie 'Het<br />
Venusschoentje' 1999, nr. 1, p. 14 & nr. 2, p. 37).<br />
Cultuurkalender<br />
peraturen onder invloed van het<br />
zonlicht boven de 20°C stijgen, mag er al eens een UUIlje<br />
g lucht worden . Overdag een v n tilat r inschakelen<br />
zal zeker geen kwaad kunnen.<br />
Vo r de warm geteelde planten mag het overdag tot<br />
22°C warm zijn en's nachts moet het ten rninste 18°C<br />
zijn. Voor de gematigd te kweken planten mogen de<br />
temperaturen overdag tot 18°C stijgen en 's nachts tot<br />
14°C dalen. Hou het voor de planten uitde koude serre<br />
op minimum lOoe en maximum 14°C.<br />
Hoe meer licht er is, hoe meer de groei van d p lanten<br />
gestimuleerd wordt. We zien dan ook dat heel wat<br />
planten wortels maken. Hier en daar zien we al een<br />
nieuw blad of een nieuwe scheut.<br />
Als we nieuwe wortels zien, mag er al een beetje<br />
bemest worden, pas op: weinig!<br />
77
Dit jaar<br />
trokken enkele leden<br />
van Regio Oost-<strong>Vlaanderen</strong><br />
naar Noord Frankrijk<br />
op zoek naar<br />
Europese Orchideeen<br />
Het werd een<br />
aangename en sfeervolle<br />
daguitstap<br />
David en Brenda<br />
stuurden ons<br />
een reportage<br />
Eens de perfecte orchidee gevonden, wordt het fotomateriaal uitgehaald<br />
© Paul Vanclen Bulcke<br />
liurop se orchitieeen<br />
Na een ritje van ongeveer 1,5 uur bereiken we de eerste plaats van<br />
bestemming, een cementgroeve in de nabijheid van Sangate. Er wordt<br />
druk gespeculeerd welke soorten er zullen zijn en wie van de groep als<br />
eerste een orchidee zal ontdekken. Met voorzichtige stappen wagen we<br />
ons in de 'wildemis' en we onderzoeken elke vierkante meter. We lijken<br />
weI kleine kinderen die paaseitjes gaan zoeken.<br />
Natuurlijk ziet het getrainde oog van Rik als eerste enkele orchideeen:<br />
een Opflrys apifera die men ook wei bijenorchidee noemt en meerdere<br />
Oactylorlziza jucflsii. De kalkrijke grond is echt 'bezaaid' met orchideeen,<br />
de ene al mooier dan de andere. Eens de perfecte orchidee gevonden,<br />
wordt het fotomateriaal uitgehaald om het schone voor eeuwig vast te<br />
leggen. We zien massa's Dactylorhiza Jucflsii waaronder een belangrijk<br />
aantal albino-vormen, duizenden planten OpflnJs apiJera, een tiental<br />
Oactylorlziza mafalis en ook nag enkele Gymnadenia corlOpsea en wat bijna<br />
uitgebloeide Platllnthera chlorantha.<br />
Met de auto rijden we verder naar de tweede site. We beslissen om<br />
ons op te split en in groepjes. Terug staan we versteld van de hoeveelheid<br />
Europese orchideeen die we daar in hun natuudijke omgeving vinden.<br />
Het is n og al ti jd en raadsel hoe Rik de reebok en een pam fazanten<br />
heeft kunnen 0 erhalen om on te doen schrikken door plots uit het<br />
Regio Oost-<strong>Vlaanderen</strong> naar de Europese orchideeen in Frankrijk<br />
79
82<br />
Orchids of Malawi<br />
door<br />
I.F. la Croix, E.A.S. la Croix en<br />
T.M. la Croix<br />
A.A. Balkema Publishers<br />
1991<br />
358 + 10 bladzijden<br />
120 kleurenfoto's<br />
276 tekeningen<br />
283 situeringkaartjes<br />
3 losse kaarten<br />
Boek in A4 formaat<br />
linnen hardcover<br />
gebonden<br />
ISBN 90 6191 808 1<br />
•<br />
oeR6espr:e<br />
Vooral Isobylla Croix, huidig uitgever van '5 werelds oudste orchideeentijdschrift<br />
'The Orchid Review', is misschien wei het best gekend in<br />
de kleine mondiale orchideeenwereid. Ze bleef jaren in Afrika waar ze<br />
ruimschoots met orchideeen en met de stu die ervan bezig was. Tot op<br />
vandaag is ze nog steeds actief met orchideeen en dat niet alleen als uitgever<br />
van The Orchid Review'.<br />
Het boek dat we hier van naderbij bekijken, is structureel zo samengesteld<br />
als we dat van de meeste orchideeenboeken gewoon zijn:<br />
inhoudstafel, lijst van de kIeurenfoto's, dankbetuigingen, zeer korte uitleg<br />
over het fotograferen van de orchideeen.<br />
In een eerste hoofdstuk komt het land Malawi aan bod.<br />
Malawi is een land dat, met zijn vierhonderd orchideeensoorten, rijk<br />
is aan orchideeen. In dit boek worden aIle orchideeen besproken die op<br />
de datum van de publicatie van dit boek voor het land gekend zijn.<br />
De informatie die we over het klirnaat te lezen krijgen is zeer informatief<br />
en nuttig voor elkeen die de cultuur van de plantensoorten uit dit<br />
Zuidoost en Centraal Afrikaanse land wi! begrijpen. Ook de tabellen zijn<br />
hierbij een belangrijke hulp: regenvaI per maand, maandelijkse maximum-<br />
en minimumtemperaturen.<br />
De geografische indeling van het land in drie regio's is kort maar<br />
zeker informatief genoeg voor een orchideeenflora.<br />
In een tweede hoofdstuk gaan de auteurs dieper in op de archideeen<br />
en hun biotopen. De associaties van de epifyten en hun waardbamen en<br />
-planten komen aan bod. Over terrestrische orchideeen wordt in dit perspectief<br />
relatief weinig verteld.<br />
AIle in Malawi voorkomende vegetatietypes worden besproke:n,<br />
uiteraard worden ook hi r de relaties met de orchideeen gelegd.<br />
De bloeiperiodes van de orchideeen worden kort bespraken.<br />
Hoofd tuk drie heeft h t, kart even el, over de cult-uur van de orchideeen<br />
van Malaw i. VooraI de epifyten Iljken gemakkelijk tot relatiel<br />
gemakkelijk te kweken. De raad die de auteurs meegeven in vcrband<br />
met de cultu ur van de terrestrische sootten is kart en goed: "Terrestrial<br />
orchids are lI1uch more difficult to grow and should not wen be attell7pted<br />
except by a specialist ... In the description of terrestrials, if nothing is said about<br />
cultivation, it can be assumed tlzat the plants are very difficult. Virtu fi lly all tile<br />
montane grasslalut and dambo (*) species come into this cntegonJ, it is best to<br />
admire and to photograph tizem .. . "<br />
Of met andere woorden: "Terrestrische orchideeen zijn veel moeilijker<br />
om te kweken en men zou het zelfs best niet eens moeten proberen<br />
tenzij men specialist is .. . Ais bij de beschrijving van de terrestrische<br />
soorten niets geschreven word t ver de cultuur, dan mag de lezer ervan<br />
uitgaan dat het am zeer moeilijk te kweken pI nten gaat. Virtueel behoren<br />
alle grasland- en dambo-orchideeen (*) tot deze categorie en men<br />
kan ze dus maar betel' bewond ren en fotograferen ... "<br />
Het vierde hoofdstuk bespreekt kart d structuur van de orchideeenbloemen.<br />
Een Aerallgis-bloem en een Habenal'in-bloem dienen als<br />
voorbeeld.<br />
Boekbespreking
Het vijfd hoofdshtk geeft een heel kort overzicht<br />
van de classificatie an de rchideeen zoals die in 1981<br />
door Ores ler werd opgemaakt.<br />
De eer te vij£ hoofdshJkken beslaan twin tig bladzijden.<br />
Ze geven intere san te en bruikbare informatie.<br />
Aile info, die in sommige orchideeenbaeken te pas en te<br />
onpas in het lang en het breed uitgesp nnen word t, kan<br />
ook in dH boek gevonden worden: kort en bandig e enwel<br />
en dat is m er dan oldoende v r een orchideeenflora.<br />
Hoofdstuk zes begint, voora]eer de archideeen te<br />
bespreken, met een sleutel tot de geslachten die in<br />
Malawi voorkomcn.<br />
Bij het bespreken v n de soorten wordt de volgorde<br />
van Dressler gevolgd, dus eerst de ubfamilie<br />
Sp irnl1 tllOideae, dan de subfamilie Orcllirioideae, e112ovoort...<br />
Er i e n korte bespreking van elk esla ht waarbij<br />
de beJangrijkste kenmerken van dat geslacht aan bod<br />
kamen.<br />
Daarna worden alle soarten bi.nnendat geslacht, die<br />
in Malawi voorkamen, uitg breider besproken. Voor<br />
elke soort is er een verwijzing naar de eerste beschrijving<br />
van de soort en naar nog 1 of meerdere publicatie<br />
over die soort. Elke soort wordt heel verstaanbaar<br />
beschreven. Er is een vermelding van de habitat, de<br />
bloeitijd en de vindplaatsen in Malawi. De verspreiding<br />
van de soort in andere Afrikaanse landen wordt<br />
oak vermeld.<br />
Op het einde van het boek is er een verklarende<br />
wo rdel1lijst, tekeningen van blaeiwijzen en bladvarm<br />
n help en de teksten beter te verstaan. Er is een<br />
'checkHst' van de orchideeen van Malawi met de vermelding<br />
van de regio' van herkomst en van de personen<br />
die de plant n verzamelden. Opmerkelijk bij dit<br />
laa tste is dat de nummers die bij de collectors verm Id<br />
worden ook bij de tekerungen terug te virtden zijn, met<br />
andere woorden: de tekeningen werden gemaakt aan<br />
de hand van h t door n bepaalde collector verzameld<br />
sp cimen. Er is een uitgebreide bibliografie en een<br />
index van de planten.<br />
Het boek Orchids of Malawi is een zeer interessant<br />
en bruikbaar boek voar al wie meer te weten wil komen<br />
over de orchideeen van Malawi en de omliggende la nden<br />
en zeker ook voar de liefhebber of beroepskweker<br />
die zich met de kweek van AfrikaansI' orchideeen wil<br />
b zig houden. De tekeningen zijn voor het overgrote<br />
deeI duidelijk en dus bruikbaar voor determinatie. De<br />
Boekbespreking<br />
foto's, die afzonderlijk en dus niet in de t kst gepublice<br />
rd werden, zijn van goede tot uitstekend kwaliteit.<br />
Dit boek heeft volgens mij slechts een m inder positief<br />
p unt en dat is de prijs: 93,50 Euro lijkt mij van het<br />
goede teveel, zelfs voor dit uitstekend b k.<br />
R1k NeirYllck, juli 002<br />
(*) dambo: brede met gras begroeide depressie die<br />
over plateau's verspreid liggen.<br />
Ael'/lngis mystacidii, tekenmg uit<br />
Orchids of Malaw i, p. 251:<br />
bloeiende plant en vrumt<br />
83
In deze nieuwe reeks<br />
Ter serre van ...<br />
van de hand van<br />
Marianne Haeck<br />
en<br />
haar echtgenoot Andre<br />
maken we kennis<br />
met een van onze leden<br />
Onze voorzitter<br />
Paul Noben<br />
bijt de spits at...<br />
•<br />
Ter serre Man...<br />
Voor ons eerste bezoek zijn we te gast bij Paul Noben en zijn familie.<br />
Paul is voorzitter van de Orchideeen <strong>Vereniging</strong> <strong>Vlaanderen</strong> en van de<br />
regio Limburg. Hij werkt bij Electrabel (wat weldra 2al blijken). Onder<br />
de goede zorgen van Paul's vrouw (koffie en koekjes) en in een stralend<br />
zOlmetje (daags na de overstromingsrampen) steken we van wal met<br />
onze eerste vraag.<br />
Hoe begon de orchideeenliefde, hoe lang geleden en met welke<br />
plant?<br />
Mijn liefde voor planten begon reeds als kind. Ik was altijd met plantjes<br />
en bloemen bezig. In Eigenbilzen, het dorp waar ik woonde stonden<br />
orchideeen in het wild. Als ik 20 jaar oud was dacht ik terug aan die<br />
orchideeen, ik begon ze terug te zoeken en schakelde geleidelijk over<br />
naar tropische orchideeen. Mijn eerste serre heb ik dan ongeveer 25 jaar<br />
geleden gebouwd. De meeste mensen kopen een orchidee en starten op<br />
die manier, ik ben naar de orchideeen toegegaan: eerst Europese, dan<br />
tropische.<br />
Mijn eerste plant was Rhyncholaelia digbyana. Dieheb ik nu nog steeds,<br />
ze heeft nag maar 4-maal gebloeid. Het is geen gemakkelijke plant, zij<br />
komt na het verpotten moeilijk terug in de groei.<br />
Hoeveel planten heb je nu? Heb je een voorkeur voor bepaalde<br />
geslachten en heb je een favoriete plant?<br />
lk heb ongeveer 1300 plant n. Er is niet echt een voorkeur voar een<br />
of ander geslacht, maar omdat je niet aIles kunt hebben, beperk ik mij<br />
tach tot enkele geslachten. Soms heb ik echter, per uitzondering, 1 of 2<br />
planten van andere geslachten. 11< heb nogal wat Phalael1opsis-hybr iden<br />
gekregen van vrienden en familie, die mij vragen om ze verder op te<br />
kweken. Uit Midden- en Zuid-Amerika heb ik vooral aan Cattleya verwante<br />
geslachten zoals Cattleya, Brassavola, Laelia, Epidendrll l11 en<br />
Encyciia, maar oak versch illende species van het ge lacht Maxillaria. Uit<br />
Afrika heb ik Aera l1gis-, Aeranthe. - en Angraecwn-soorten. Van d venusschoentjes<br />
heb ik voora] Paphiopedilum-species en ver chillende hybriden<br />
van PhragmiptdilU/1. Uit Azie en Australie zijn er vooral Dendrobium<br />
( wei 150 ver-chillende oorten) en Bulbophyllum-soorten en van het<br />
geslacht Phalaenopsis vooral de kleinbloemige soorten. Mijn collectie<br />
bestaat u it 85 % species, de rest zijn mooi hybriden.<br />
Ik heb niet echt een favoriete plant, maar als ik er dan toch een moet<br />
noemen: Phalnenopsis violacea. Mijn iavoriete geslacht is Dendrobil/I/l,<br />
vooral door zijn gr t verscheidenheid. Sommige soort n hebben planten<br />
die het hele jaar ve 1plaats innemen en maar 2 of 3 dagen bloeien;<br />
wel prach tig en daardoor tach de moeite waard!!!<br />
Hoe groot is de serre momenteel?Verwarm en verlucht je ze? Hoe<br />
regel je de luchtvochtigheid, de beregening enzovoort1<br />
Mijn serre is nu negen meter op vijf, 45 vierkante meter dus. Het is<br />
een g ' matigde serre met en klein gedeelte dat lets warmer voor de<br />
jonge plantjes is want die moeten wat verwarming en koeling betreft<br />
een be tj me T in h t oog gehouden worden. Vroeger h ad ik ventila toren<br />
in de err , al het warm was bliezen deze buitenlucht in de serre.<br />
Die gebruik ik nu ruet meer omdat de lucht te snel uitdroogde. N u haal<br />
Ter serre van ...<br />
87
, ver moet gemaakt worden. Dat water wordt dan voorverwarmd<br />
door middel van een elektrische TRA IN <br />
draad (Elektr iciteit !!!) tot ongeveer 17 a 18°C.<br />
De bemesting gebeurt ook automatisch. Ik bemest<br />
aile planten in principe evenveel. Bij elke gietbeurt<br />
wordt er tot 200pS Peeters meststof aan het gietwater<br />
taegevoegd. Voor sommige planten i dit ni t genoeg<br />
en geef ik af en toe extra meststoffen. Dan zijn er planten<br />
die geen f minder wa ter of voeding moet n krijgen,<br />
die ui tzonderingen doe ik dan met d hand. 's<br />
Winter laat ik de 200 pS zakken naar 170 a 180 pS en<br />
zijn er oak minder gietbeurten.<br />
Is er een plant waar u, tot nu toe, vruchteloos naar<br />
op zoek bent?<br />
Neen, alles wat ik emt z u willen heb ik, maar op<br />
een tentoon telling of ruilb urs vind ik altijd weI iets<br />
wat ik nog graag wi].<br />
Wat is de grootste tegenvalJer cUe u at te verwerken<br />
beeg?<br />
Die heb ik, gelukkig, ook nog niet gehad! Bij sommige<br />
men en zijn er problemen met de verwarming of<br />
het meststoffen geven, maar dat heb ik nog ruet mccgemaakt.<br />
Alles is in feite Yoorzien zodat er zo weinjg<br />
mogelijk kan mislopen.<br />
Zijn er trucjes of anden knepen van bet vak. die u<br />
met ODS zou willen delen?<br />
Truqes? Niet echtl Alles wordt een beeije hetzeJfde<br />
behandeld qua water en zoo Ik heb het gevoel dat ik niet<br />
cht groen vingers heb. Sommige mensen krijgen een<br />
plant en kweken di erder op met gevoel, zonder problemen.<br />
Ik heb dat niet! Ik moet er meer technischc<br />
zaken bij sleuren om het tot een goed einde te brengen.<br />
Misschien i' dit ook weI een beetje beroepsmisvormingo<br />
Maar aIs je 1300 pLanten hebt, kat' je ieder plant<br />
niet meer stu.k per stuk behandelen, dan m et j wel<br />
wat technisch bijsturen.<br />
Ik heb el veel mengsels geprobeerd n l1itgetest.<br />
De Jaatste jaren ben lk overgegaan naar bark en kurk en<br />
tenslotte ben ik geeindigd met ZUlverc bark, wei van<br />
goede kwali teit, vooral hard zodat hjj lang meegaat.<br />
All en w ater geven maakt nag het yer chil. Ik neern<br />
bark maat 15-25 en ik verpot dan om de 2 jar. Om de 3<br />
jaar verpotten vind ik te weinig want dan krijg je<br />
onderaan in de pot rottend organisch materiaaI.<br />
Een kne pje vind ik ook nog mijn pottenreiniger!<br />
Een oude poelbak oor bierpinten waar01ee je zeer<br />
snel potten kan reinigen.<br />
Verder gebruik ik zo weinig mogelijk producten. In<br />
•<br />
Ter serre van •..<br />
het begin van het jaar geef ik enkele spuitbeurten met<br />
een goed product tegen spint en schildluizen. Af en toe<br />
gebruik ik ook siakkenkorreis.<br />
Nog toekomstplannen?<br />
Ja, plannen voor de toekomst heb ik nag weI! Ik wil<br />
nag een plaats apart maken voor CypripediL/m-soorten,<br />
nag een klein serretje voor Disa-soorten en een koude<br />
serre voor Dendrobium-soorten lIit ieuw-Guinea, daar<br />
kan ik dan ook no een paar Pleurothallis-plantjes bij<br />
zetten .<br />
Tot slot: heb je al orchideeenJanden bezocht eo<br />
kan je 005 eventueel wat tips geven?<br />
Ik heb inderdaad al verscbeid ne landen bezocht<br />
waar je orchideeen kunt vinden. We waren in Thailand,<br />
Mexico, Guatemala, Nieuw Guinea, Brazilie, Bali,<br />
Maleisi'e, Sabah en rut jaar nag in China. Ik probeer die<br />
landen te bezoeken a1s het de loeitijd van de orch1deeen<br />
is, maar dat is niet altijd eenv udig. Je hebt<br />
natuurlijk altijd maar een bepaald percen tage \7an de<br />
planten die bloeien! De v orbereidlng van zo een reis<br />
echter, is weI heel plezant. Men moet kijken waar €I<br />
orchideeen groeien en wanneer ze bloeien. Hoe kan<br />
men op deze plaatsen g raken waar kan men slapen<br />
enzovoort.<br />
ThaiJand vind ik wei het b te Land yoor een orchideee.nbezoek.<br />
Vooral het noorden is interessant. Nieuw<br />
Guinea heeft hee] veel orchid een, voor het m rendeel<br />
De1Idr biu/1t- en BlIlbophylllllll- oorten maar het is niet<br />
het gemakkelijkst te bereizen land.<br />
Zo, dat was dan onze eerste TEl{ SERRE VA ... . bij een<br />
uiterst boeiend man, en echte voorzitter in hart en nieren<br />
!<br />
Marianne Haeck en Andre Van Ry selberghe<br />
Augtlstu <strong>2002</strong><br />
89
•<br />
We hadden een werf in het binnenland ter hoogte<br />
van Bururi, een kleine gemeente op 130 kilometer ten<br />
zuidoosten van Bujumbura. Om daar te geraken<br />
moesten we langs het Tanganjika meer rijden tot in<br />
Rumonge (800 meter boven de zeespiegel). Vandaar<br />
ging het bergop tot in Bururi dat op 1862 meter Ligt.<br />
Onderweg groeien Tridaetile en vooral de zeer mooie<br />
Aerangis kotsehyana op de bomen. Links en rechts van<br />
de weg zagen we tapijten Eulophia guineensis. Cyrtoreltis<br />
arC/lata en C. c1U1ihuaHG groeiden er in overvloed. Juist<br />
Polystachia macufata<br />
•<br />
voor Bururi is er ijzeren brug over een bergriviertje.<br />
aast die brug stond er een oude b al, ik weet niet<br />
welke soort, waarop een twintigtal epifytische orchideeensoorten<br />
groeien. Ben m oie groep Polystaehia cttltrifonn.is<br />
is er een van. Die boom is mijn ideale rustplaats<br />
geworden, om cen boterhammetje te eten en<br />
naar omhoog te kijken. Van tijd tot tijd waren er wat<br />
kleinbloem.ige BlIlbophyllLIIII-soorten in bloei of een of<br />
andere Angrneetlill-soort met weinig indrukwekkende<br />
bloempjes. Op zekere dag waren aile Poly -t cili{l-planten<br />
in bloei. Het feJle gee.Lmet paarse vlekjes van de<br />
bloemen contra teerde terk met de donkere kleur van<br />
de boom. De Polystnehia-bloemen waren weI 2,5 em<br />
groot en dat had ik tot dan toe nooit gezien binnen het<br />
geslacht Polystaeltia waarvan de bloem n zelden grater<br />
zijn dan een centimeter. "Welke 0 rt is at nu?": VToeg<br />
i.k mij af terwijl ik een vijftaJ van de terk te planten<br />
verzamelde m me te n men naar Bujumbura.<br />
Gilles Fau, een Fran orchid enli fh ebber die mij<br />
ger geld in Bujumbura bezocht, zei mij, toen hij de<br />
plant voor de eerstc keer zag, dat h ij niet wist wat het<br />
was. In de 'Peer', een bek nd werk met de allures van<br />
de Larou e, staal r ge n enkele beschriJvrng. Oak de<br />
heer Protzen jr. wist niet am welke plant het ging.<br />
Een vriend stuurt twee planten naar Philipp Cribb,<br />
di ze in 1984 beschrijft onder de naam Polystachia<br />
ll1aeula ta. Hieronder voIgt de v rtaling van de beschrijving<br />
door Ph. J. Cribb van de Royal Botanic Gardens<br />
Kew.<br />
Polystachia maculata, Ph. J, Cribb, 1984.<br />
Het is een epiiytisch groeiende plant tot 22 centimeter<br />
haag.<br />
De pseudobuJben staan dicht opeen, ze zijn slank,<br />
ovold-cylindrisch, 5 tot 9 centimeter lang en 1 tot 1,2<br />
centimeter breed. Z zijn enigszins afgepl t en op hun<br />
top staat een donkergroen blad.<br />
Het gebogen blad, dat op een kort steeltje staat, is<br />
breed lancetvormig tot langwerpig, scherp of toch<br />
bijna, hartvormig aan haar basis, tot 15 centimeter lang<br />
en 2 tot 4 centimeter breed. Het is donkergroen met<br />
bruine stipjes (nota van H . Kuhn: purperen stipjes) aan<br />
de buitenkant<br />
De gebogen, 15 centimeter lange bloemtak draagt<br />
meerdere bloemen. De gebogen bloemsteeltjes zijn tot 5<br />
centimeter lang, afgeplat en ze komen uit een kartonachtige<br />
schede. De bracteeen zijn ovoid met lange<br />
uiteinden. Ze zijn roodachtig en tot 6 centimeter lang.<br />
93
94<br />
Aerll1!gis kotschyana<br />
tekerting uit<br />
T. . Ball<br />
Southern friciU1<br />
Epiphytic Orchids<br />
Conservation Press<br />
London, Johannesburg, MiU1zini<br />
1978<br />
•<br />
Polystachia maculata<br />
De grote, vlezige bloemen zijn wijd open, geel of<br />
geelachtig groen, de lip is cremekleurig. Alle bloemdelen<br />
zijn aan de buitenkant met purperen stipjes bezaaid.<br />
Het ovarium (vruchtbeginsel) is 8 tot 10 millimeter<br />
lang en heeft ook purperen vlekjes.<br />
De mediale sepaal is 9 tot 11 millimeter lang en 4 tot<br />
5 millimeter breed, langwerpig eivormig, scherp en<br />
spits.<br />
De laterale sepalen zijn 13 tot 8,5 millimeter lang, ze<br />
staan wijd open, zijn langwerpig-eivormig-driehoekig,<br />
scherp en een 8-tal millimeter van hun top bekvormig<br />
en gebogen.<br />
De petalen zijn lancetvormig tot lang lancetvormig<br />
en stomp, 8 tot 10,5 millimeter lang en 3 millimeter t'"<br />
breed.<br />
De vaag drielobbige en in het begin kliervormige lip<br />
is 15 millimeter breed en 6,5 tot 10 millimeter lang. De<br />
laterale lobben zijn omgekruld, strak, afgerond. De<br />
middenlob is opvaUend, bijna rond en eindigt op een<br />
spitse punt. De cremekleurige knobbelvonn ige uitwassen<br />
(callus) is tamelijk hoog en komt duidelijk naar<br />
voren.<br />
De 6 millimeter lange stempelzuil is bleekgroen van<br />
kleur, deze is zijdelings (lateraal) afgerond, het afdekkapje<br />
aan de top van de stempelzuil (scutellum) is<br />
conisch et bevat 4 ovale stuifmeelklompjes (pollinia).<br />
Het driehoekige steeltje (stipa) tussen de stuifmeelklompjes<br />
en het hechtschijfjes (viscidillm) staan op en<br />
elliptisch hechtschijfje.<br />
De sort groeit in het primaire woud op een hoogte<br />
van ongeveer 1500 meter boven de zeespiegel. ,.<br />
Vegetatief lijkt Polystachia maculata nogal op P. cultriformis<br />
en P. undulata die vooral in Rwanda gekend<br />
zijn maar haar bloemen zijn binnen de sectie weI het<br />
meest 'eigenaardig'. In tegenstelling tot de meeste<br />
Polystachia-soorten gaan de bloemen zeer wijd open en<br />
de bloemtak is gebogen en afhangend wat maakt dat de<br />
lip zich langs onderen bevindt en niet langs boven<br />
zoals bij de andere Polystachia-soorten. Ook Polystachia<br />
sllbdiphylla Summerh. heeft een afhangende bloemtak,<br />
maar hier zijn de bloemen wit. De lip van Polystachia<br />
nzacula tcz is opmerkeli.jk om dat ze een spatelach tig<br />
aspect heeft eens de bloem voll dig geopend is. De<br />
bloemen behoren tot de grootste binnen de ectie en lijken<br />
op die van Polystacliia poikiltmtlltl. Ze zij echter<br />
twee keer zo groot en hun callus is zeer prominent aanwezig.<br />
Polystacfiia maculata is een merkwaardige orchidee<br />
en is een van de mooiste binnen het geslacht
Polystachia. Dank zij haar aan de onderkant gespikkelde<br />
bladeren is ze gemakkelijk te herkennen (nota door<br />
H .W. Kuhn: soms ook gespikkeld aan de binnenkant<br />
van de lip). Ook haar gebogen, afgeplatte en hangende<br />
bloemtak, haar gespikkelde bloemen en de prominente<br />
lip zijn duidelijke- kenmerken van de soort. Oat<br />
Polystachia maculata zo lang onbekend bleef, is waarschijnljjk<br />
te wijten aan het feit dat ze niet al te veelvuldig<br />
voorkomt in Burundi, een land waarvan de flora<br />
betrekkelijk weinig gekend is.<br />
Ik heb deze soort voor het eerst gezien in de coLlectie<br />
van Mr. Pat Danahy in Nairobi. Het exemplaar dat<br />
ik beschrijf komt uit de cultuur van Dhr. Kuhn uit<br />
Saarbrucken en werd door Dhr. G. Protzen van Nairobi<br />
gecollecteerd. (nota van H.W. KUhn: Wat Cribb hier<br />
schrijft klopt niet. Hij kon namelijk niet weten dat ik na<br />
rnijn ontdekking enkele planten aan Mr. Protzen gegeven<br />
heb in 1977 in Bujumbura. Hij heeft ze aan zijn<br />
zoon Georges gegeven en aan Mr. Danahy in Nairobi).<br />
Het deelstuk dat aan Kew gegeven werd als type specimen<br />
kwam van H . Kuhn.<br />
Nota van H.W. Kuhn<br />
In 1990-91 heb ik samen met rnijn vrouw bemerkt<br />
dat de habitat van Polystachia maculata gelukkig nog<br />
intact is. De boom echter, waarop ik de plant voor het<br />
eerst gezien heb in 1977, is verdwenen. We hebben<br />
enkele uren gezocht eer we enkele zeldzame planten op<br />
naburige bomen vonden. Geen enkele van die planten<br />
had vruchten, wat doet vermoeden dat de bestuivende<br />
insecten definitief verdwenen zijn door het gebruik van<br />
insecticiden.<br />
Alhoewel Polystachia maculata in de natuur eerder<br />
- zeldzaam is, lijken haar overlevingskansen verzekerd<br />
want er zijn zeker en vast meer planten van deze soort<br />
bij Duitse orchideeenkwekers dan in de natuur.<br />
De grootste planten bereiken in cultuur een hoogte<br />
van 25 centimeter, de pseudobulben groeien tot 14 centimeter<br />
hoog en zijn 2,5 tot 2 centimeter dik. Elke plant<br />
kan een veertigtal bloemen dragen. Er is geen vast sei·<br />
zoen waarin de planten bloeien en elke bloemtak kan<br />
wei een jaar lang bloemen dragen. Elke bloem houdt<br />
ongeveer veertien dagen.<br />
Zo zie je maar! Men moet al eens wat geluk hebben<br />
en natuurlijk ook goesting om een ander land te bezoe<br />
Polystachia maculata<br />
ken. En dan kan het gebeuren dat men een zeldzame<br />
plant ontdekt, een van de laatste vooraleer de laatste<br />
primaire wouden vast en zeker voor goed verdwijnen.<br />
Herbert W. KUhn<br />
Forstweg 12<br />
D-66132 Saarbucken<br />
•<br />
het bestuur<br />
en<br />
de redactie<br />
wensen<br />
aan aile lezers<br />
een prettig eindejaar<br />
en<br />
een voorspoedig nieuwjaar<br />
95
Reeds in 1830<br />
beschreef Lindley<br />
het geslacht<br />
Doritis<br />
Sindsdien hebben<br />
verschillende taxonomen vastgesteld<br />
dat er eigenlijk niet vee I verschillen<br />
te bemerken zijn tussen<br />
Doritis en Phalaenopsis<br />
Terzelfder tijd Ikwamen<br />
andere taxonomen op de proppen<br />
met veel verschillende<br />
soortnamen voor planten<br />
waarbij ze hier en daar<br />
wat verschillende kenmerken vaststelden<br />
Het is echter nog niet zolang dat de meeste taxonomen<br />
aannemen dat de volgende soorten onder<br />
Doritis moeten gedassificeerd worden:<br />
• Phalaenopsis esmeralda Rchb.f. in Gard.<br />
Chron. n.s. 2: 582 (1874).<br />
• Phalaenopsis antennifera Rchb.f. in Gard.<br />
Chron. n.s.11: 398 (1879).<br />
• Phalaenopsis regnieriana Rchb.f., l.c. ser. 3, 2:<br />
746 (1877).<br />
• Phalaenopsis buyssoniana Rchb.f. l.e. ser. 3, 4:<br />
295 (1888).<br />
• Phalaellopsis pucherrima }.}. Sm. In Repert. Sp.<br />
Nov. Regni Veg 32: 366(1933).<br />
Al deze soorten zijn synoniemen van Dorit'is<br />
pulcherima Lindl. In Gen. Sp. Orch. Pl.: 178<br />
(1833); Wall. Cat. N. 7348.<br />
De planten zijn terrestrische, monopodiale orchideeen<br />
waarvan de starn kort is. De succulente, grijsgroene,<br />
aan de bovenkant van rode stipjes voorziene<br />
bladeren groeien zoals bij Phaiaenopsis in twee rijen.<br />
De lange bloemtak groeit recht naar omhoog en<br />
draagt veel wijd geopende bloempjes van ongeveer<br />
twee tot vier centimeter diameter groot. Ze zijn bleekroze<br />
tot paarsrood gekleurd met een veelkleurige lip<br />
waarin rood en wit en oranje het opvallendst zijn. Er<br />
zijn echter ook vormen waarin het rode pigment ont<br />
96<br />
Daritis<br />
,<br />
Doritis<br />
breekt zodat de bloemen blauwig tot diepblauw<br />
gekleurd zijn, de zogenaamde 'coerulea-vormen'. Er zijn<br />
ook vormen met witte bloemen, de zogenaamde 'albavormen'.<br />
Af en toe wordt er 'pelorie' vastgesteld. Bij<br />
'pelorische' bloemen hebben de petalen bij benadering<br />
dezelfde vorm als de lip. Deze varianten worden ook<br />
weI eens 'aquinii' types of varieteiten genoemd. Deze<br />
bloemen zijn, op een zeer zeldzame uitzondering na,<br />
altijd steriel. Ze hebben zelfs geen stigma nach pollinia.<br />
Doritis pulcherima komt voor in Sumatra, India,<br />
China, Maleisie, Laos, Vietnam, Cambodja, Birma<br />
(Myanmar), Borneo en Thailand. De planten groeien<br />
meestal op rotsen of op zanderige grond. Sams worden<br />
ze ook in wouden van Pinus merkusii gevonden. Ze<br />
groeien op een hoagte van 500 tot 800 meter boven de<br />
zeespiegel.<br />
Vit deze groeiplaatsen kunnen we afleiden dat de<br />
planten graag gematigd w arm tot warm gekweekt worden.<br />
Ze hebben ook zeer veellicht nodig. De kleur van<br />
de bladeren neigt naar rood tot bordeauxrood bij veel<br />
zonlicht. Rond hun bladeren en wortels<br />
verdragen ze weinig of geen<br />
voortdurende nattigheid noch vochtigheid.<br />
Men kan de planten dus het<br />
best in pure grove schors oppotten.<br />
Zelfs dan zal men vaststellen dat de<br />
wortels weinig of niet in het potmengsel<br />
grocien. Ze gaan<br />
eerder 'op rei I in de omgeving<br />
an de pot.<br />
De planten mogenl'<br />
zoals Phalaenopsis-planten<br />
bernest worden en in<br />
cuJtuur bioeien ze vanaf<br />
eind ugustus tot eind november.<br />
Elke bloemtak kan weI meer dan een<br />
meter lang worden maar de bloempjes<br />
bloeien nooit allemaal terzelfder tijd.<br />
Doritis pulcherima is een echte liefhebbersplant<br />
die het oak zeker zal doen in een zonnige<br />
huiskarner.<br />
Rik Neirynck, uO\'ember <strong>2002</strong><br />
•