Boerenbal - Feest op de boerderij - Weidepoort

kampplaats
ontspannende spelen
Boerenbal - Feest op de boerderij
Korte beschrijving
‘t Is feest op de boerderij. De oogst is binnen, de dieren
mogen voor één keertje de stal uit en leggen al dansend
allerlei proeven af. De diersoort die uiteindelijk het best
scoort, mag zich ‘koning van de boerderij’ noemen. De
dierengroep die een proef en/of een dans wint, mag een
kledingstuk kiezen. Wie op het einde van het bal het best
verkleed is, wint en wordt koning van de boerderij. De
kledingstukken kunnen eventueel door de leden geknutseld
worden tijdens een andere activiteit.
Dit boerenbal is vooral gericht naar -16, maar kan mits
enkele aanpassingen ook gebruikt worden voor de -12 en
+16. Eventueel doe je dit bal met de ganse groep en zorg
je ervoor dat de leeftijden gemixt worden in de groepjes.
Het geheel wordt geleid door Bert en Dagobert.
3.2

Voorbereiding
Baken het terrein af met strobalen. Zorg eventueel
voor wat spots. Je kan het boerenbal ook rond een
kampvuur doen om zo in de juiste sfeer te komen.
Verdeel de taken binnen de leiding:
• De techniekers: bedienen de licht- en/of geluidsinstallatie.
• De materiaalmeesters: zorgen ervoor dat de
nodige materialen voor de proeven klaar staan.
• De presentatoren: Bert en Dagobert.
• De juryleden: kijken erop toe dat de proeven
eerlijk verlopen en duiden de winnaars aan.
• De rest van de leiding kan gewoon meedoen,
kwestie van het geheel wat op gang te trekken
en te animeren.
Zorg naast de muziek voor de dansen ook nog
voor andere nummers die je als achtergrond bij de
proeven kan opzetten.
paard
eend
muis
Groepsindeling
Ieder lid krijgt een kaartje met een dier erop.
De spelers weten van elkaar niet welk dier zij
hebben. Als iedereen zijn kaartje heeft ontvangen,
worden de spelers geblinddoekt.
Op het startsignaal beginnen alle spelers de dierengeluiden
te maken van de dieren die op hun kaartje
staan.
konijn koe hond kat
schaap
kalf
duif
varken
Zij moeten nu proberen hun soortgenoot te vinden.
Als bv. twee honden elkaar gevonden hebben, gaan
ze al blaffend op zoek naar een derde en vierde
hond. Op deze manier worden viertallen gevormd.
De illustraties voor de kaartjes kan je terugvinden
in de map bijlagen.
De groep die elkaar als eerste gevonden heeft, wint
alvast op dit onderdeel en mag een kledingstuk kiezen.
Openingswoord door
Bert en Dagobert
Hier geef je uitleg over het verloop van het boerenbal.
De dierengroep die een proef en/of een dans
wint, mag een kledingstuk kiezen. Wie op het einde
van het bal het best verkleed is wint en is de
koning van de boerderij.

Boerenbalactiviteiten
Openingsdans
Alle leden vormen één grote kring en doen een variatie op
de waterdans: de melkdans!
Varkensblaas-prikken
Proef 1 Proef 2
Elke diersoort krijgt een opgeblazen varkensblaas
(ballon). Deze wordt tussen de buiken van
de vier dieren gestoken. Op deze wijze dansen de
vier dieren een slow. Op het ogenblik dat de muziek
stopt, tracht elke diersoort de blaas van een ander stuk te
steken. Uiteraard moet de eigen blaas verder beschermd
worden. De dierenclan wiens blaas het langst heel blijft,
wint deze proef.
Afvallingsdans: pettendans.
De dieren splitsen zich per soort op in twee duo’s. De duo’s
dansen de foxtrot. Bert en Dagobert dansen ook mee.
Tijdens de dans zullen ze echter hun pet deponeren op het
hoofd van een ander dier. Als ze de pet doorgegeven
hebben, nemen zij de plaats in van degene die de pet
kreeg. Op bepaalde momenten stopt de muziek. Het duo
waarvan één dier een pet op heeft valt af. Het duo dat het
laatst overblijft, wint. De dierensoorten die het overblijvende
duo vormen, mogen elk een kledingstuk kiezen.
Strotouw-steken
Deze proef wil testen welke dieren het best met
een strotouw overweg kunnen. Het is de
bedoeling dat de vier dieren een strotouw
doorheen hun kledij steken: bij het eerste dier
moet het touw van boven naar onder door de kledij, bij het
tweede dier van onder naar boven, enz.. De dierclan die dit
klusje het snelst klaart, wint en mag een kledingstuk kiezen.
Prikkeldraad dans
Per soort worden de dieren met plakband aan elkaar
bevestigd. Alle dieren moeten onder een touw door
dansen. Nadat alle dieren gepasseerd zijn , wordt de draad
verlaagd. Welke diersoort kan het laagst onder de draad,
zonder dat de plakband scheurt? Bert en Dagobert verlagen
de draad telkens.

Melkheffen
De vier dieren gaan tegenover elkaar zitten
met de benen voor zich uitgestrekt.
Zij moeten een emmer of bassin met
twee liter water met de voeten optillen.
Welk groepje kan dit het langst?
Proef 3
Strodans
De vier dieren staan in een vierkantje over elkaar.
De twee duo’s hebben een stropijltje in hun mond,
op die manier vormen zij een kruis van stro. Op
deze wijze moet er gedanst worden tussen een
aantal obstakels. Bert en Dagobert geven hierbij het
voorbeeld, de rest volgt. Als het stropijltje breekt of
valt, wordt het groepje uitgeschakeld.
Aardappelmepspel
Elke diersoort vaardigt twee dieren af
voor deze proef. De ene speler moet
aardappelen rollen, een tweede moet
meppen. Door een lange buis worden er
aardappelen gerold. Aan het uiteinde moeten de
aardappelen plat gemept worden met een hamer.
Welke diersoort kan het meeste aantal aardappelen
stuk meppen in één minuut? Voorzie meerdere
buizen, zodat deze proef vlot kan verlopen.
Proef 4
De bevriezingsdans
Muziek wordt opgezet en iedereen danst mee de
square. Deze dans wordt niet per duo maar met z’n
vieren gedanst. Op het ogenblik dat de muziek
stopt, ‘bevriest’ iedereen. Bevriezen doe je door
muisstil te blijven staan in de houding die je op dat
ogenblik innam. Het groepje dat als eerste
beweegt, valt af. Daarna gaat de muziek verder en
wordt er opnieuw bevroren. De diersoort die
overblijft, wint en kiest een kledingstuk.
Uitbeelden spreekwoorden
De ploeg met de minste kledingstukken
mag als eerste een spreekwoord uitbeelden
voor heel de groep. Alle groepjes
samen staan in een kring. In het midden
van de kring ligt er een strobaal en staat er een
emmer. Elk groepje krijgt 10 aardappelen. Om te
antwoorden moet het groepje eerst een aardappel
in een emmer kunnen werpen. De ploeg die wint
mag een volgende dier afvaardigen om een spreekwoord
uit te beelden. De uitbeelder staat op een
strobaal.
Spreekwoorden:
• ‘Als de boer van huis is, dansen de kippen’
• ‘Een graantje meepikken’
• ‘De boer opgaan’
• ‘Over koetjes en kalfjes praten’
• ‘We zijn er als de kippen bij’
• ‘Groeien als kool’
Proef 5

Polonaise-dans: mooi-man
De groep beweegt in een slingerbeweging rond het
kampvuur. Bert staat vooraan, Dagobert achteraan.
Af en toe wordt er van richting veranderd, worden
neuzen vastgenomen, gehinkeld, door de benen
gezakt,…
Zoekopdracht
Elk groepje moet het woord ‘boer’
leggen met voorwerpen waarbij de
eerste letter van elk voorwerp een letter is
uit het woord ‘boer’. Bijvoorbeeld: een bal, een
onderbroek, een emmer, een rijf .
Het groepje dat als eerste het woord kan leggen,
wint.
Proef 6
Strobalendans
Op het terrein worden 8 strobalen gelegd.
Hiertussen bewegen de dieren op muziek. Telkens
wanneer de muziek stopt nemen de dieren plaats
op een baal. Er mogen meerdere dieren op één baal
plaatsnemen. Na elke ronde wordt er een baal
weggenomen. Uiteindelijk moeten dus alle dieren
op één baal . 20 seconden nadat de muziek gestopt
is, wordt er gekeken welke dieren werkelijk op de
baal staan. De dieren mogen trachten elkaar er af
te duwen. Wie van welke dierensoort staat
uiteindelijk als laatste op een strobaal?
Verkiezing van de koning
van de boerderij:
De verschillende aangeklede dieren komen vooraan
staan. De best geklede wordt door Bert en Dagobert
uitgekozen. Eventueel kan je ook werken met een
applausmeter.

Afsluiter
Als afsluiter kan het kamplied gezongen en de kampdans
gedanst worden. Eventueel zet je het lied ‘we are the
champions’ van Queen op en maakt de winnende diersoort
een ererondje.
Leuk om af te sluiten: een milkshake voor elk lid. Eventueel
kan dit door de groepen overdag bereid worden.
Uiteraard kan je dit boerenbal nog aanpassen naar de
wensen van de groep. Je kan eventueel ook een quizelement
inbouwen. Ideeën hiervoor zijn er zeker te vinden
in de andere activiteiten, bijvoorbeeld de landbouw via-via.
Materiaallijst
Muziek
• De waterdans
• Muziek voor een foxtrot of quickstep
• Muziek voor een slow
• Muziek voor de prikkeldraad dans: iets oosters
• ‘Mooi-man’ van mannenkoor Karrespoor
Materiaal
• Geluidsinstallatie
• Enkele spots
• Kaartjes met dierenafbeeldingen: voor elk dier 4 kaartjes
• Ballonnen
• Enkele petten
• Lange touwen
• Voor elk groepje een emmer of bassin
• Enkele buizen
• Enkel hamers
• Stro
• Strobalen
• Aardappelen: ongeveer 100
• Stevige kleefband
• Kaartjes met spreekwoorden
Mogelijke kledingsstukken
• Laarzen
• Wit-rood sjaaltje.
• Brilletje uit ijzerdraad
•Pet
• Lange (broek)kousen
• Kiel
• Klompen
• Kleine riek
“Weidekriebels”