03.09.2013 Views

Mitigatie- en compensatieontwerp

Mitigatie- en compensatieontwerp

Mitigatie- en compensatieontwerp

SHOW MORE
SHOW LESS

Create successful ePaper yourself

Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.

Bijlage 6.9<br />

<strong>Mitigatie</strong>- <strong>en</strong><br />

comp<strong>en</strong>satieontwerp


abcdefgh<br />

Rijkswaterstaat<br />

<strong>Mitigatie</strong>- <strong>en</strong><br />

comp<strong>en</strong>satieontwerp<br />

behor<strong>en</strong>de bij het Tracébesluit<br />

Capaciteitsuitbreiding Co<strong>en</strong>tunnel<br />

September 2006


abcdefgh<br />

<strong>Mitigatie</strong>- <strong>en</strong><br />

Rijkswaterstaat<br />

comp<strong>en</strong>satieontwerp<br />

behor<strong>en</strong>de bij het Tracébesluit<br />

Capaciteitsuitbreiding Co<strong>en</strong>tunnel<br />

September 2006<br />

opgesteld door Rijkswaterstaat Noord-Holland,<br />

Ir. E.F.M. van Lang<strong>en</strong>


. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .<br />

Colofon<br />

Uitgegev<strong>en</strong> door: Rijkswaterstaat Noord-Holland<br />

Informatie: Ir. E.F.M. van Lang<strong>en</strong><br />

Telefoon: 023-5301748<br />

Fax: 023-5301848<br />

Uitgevoerd door: Rijkswaterstaat Noord-Holland<br />

Opmaak: J. Vast<strong>en</strong>ouw<br />

Datum: 18 september 2006<br />

Status: Eindconcept<br />

3 MITIGATIE- EN COMPENSATIEONTWERP


Inhoudsopgave<br />

. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .<br />

1. INLEIDING EN DOELSTELLING 5<br />

2. MITIGATIE EN COMPENSATIE 7<br />

2.1 Beleid <strong>en</strong> wetgeving mitigatie <strong>en</strong> comp<strong>en</strong>satie in relatie tot<br />

project 7<br />

2.2 Resumé bestaande <strong>en</strong> toekomstige situatie m.b.t. mitigatie <strong>en</strong><br />

comp<strong>en</strong>satie 8<br />

2.3 Effect<strong>en</strong> op natuurwaard<strong>en</strong> 8<br />

3. MITIGERENDE MAATREGELEN 11<br />

3.1 Geluidsscherm<strong>en</strong> 11<br />

3.2 Ecologische voorzi<strong>en</strong>ing<strong>en</strong> 12<br />

3.3 Te mitiger<strong>en</strong> verstoringseffect<strong>en</strong> 12<br />

3.4 Boscomp<strong>en</strong>satie <strong>en</strong> herplant 12<br />

3.5 Waterberging 13<br />

4 MITIGATIE- EN COMPENSATIEONTWERP<br />

Bijlage: Natuurtoets Capaciteitsuitbreiding Co<strong>en</strong>tunnel


1 INLEIDING EN DOELSTELLING<br />

5 MITIGATIE- EN COMPENSATIEONTWERP<br />

Dit mitigatie- <strong>en</strong> comp<strong>en</strong>satieontwerp maakt als bijlage 6.8 onderdeel uit<br />

van de Toelichting, behor<strong>en</strong>de bij het Tracébesluit Capaciteitsuitbreiding<br />

Co<strong>en</strong>tunnel. Het ontwerp is e<strong>en</strong> verdere uitwerking van de ‘Visie op de<br />

landschappelijke <strong>en</strong> ecologische inpassing’, dat door het adviesbureau<br />

DHV eind 1997 is opgesteld in het kader van de Trajectstudie<br />

Capaciteitsuitbreiding Co<strong>en</strong>tunnel (TCC).<br />

In mei 2004 heeft de Minister van Verkeer <strong>en</strong> Waterstaat, in<br />

sam<strong>en</strong>werking met de Minister van VROM, e<strong>en</strong> Ontwerp-tracébesluit<br />

(OTB) voor het project vastgesteld. In het kader van dat OTB is,<br />

ev<strong>en</strong>e<strong>en</strong>s door het adviesbureau DHV, e<strong>en</strong> mitigatie- <strong>en</strong><br />

comp<strong>en</strong>satieontwerp opgesteld.<br />

Het voorligg<strong>en</strong>de docum<strong>en</strong>t betreft e<strong>en</strong> actualisering van dat ontwerp dat<br />

thans is opgesteld door RWS, directie Noord-Holland (RWS). Deze<br />

actualisering is noodzakelijk vanwege sinds 2004 versch<strong>en</strong><strong>en</strong> nieuw<br />

beleid <strong>en</strong> gewijzigde wet- <strong>en</strong> regelgeving, met name op het gebied van<br />

luchtkwaliteit. Tev<strong>en</strong>s moest<strong>en</strong> mede vanwege deze ontwikkeling<strong>en</strong> de in<br />

het kader van het OTB vervaardigde geluid- <strong>en</strong> luchtonderzoek<strong>en</strong><br />

geactualiseerd word<strong>en</strong>. De actualisatie van deze onderzoek<strong>en</strong> gaf op<br />

onderdel<strong>en</strong> vervolg<strong>en</strong>s tev<strong>en</strong>s aanleiding tot <strong>en</strong>kele tekstuele aanpassing<strong>en</strong><br />

van het landschapsplan, dat bijlage 6.7 onderdeel uitmaakt van de<br />

Toelichting behor<strong>en</strong>de bij het Tracébesluit.


Doelstelling<br />

6 MITIGATIE- EN COMPENSATIEONTWERP<br />

Dit mitigatie-<strong>en</strong> -comp<strong>en</strong>satieontwerp heeft tot doel e<strong>en</strong> uitwerking <strong>en</strong><br />

onderbouwing te gev<strong>en</strong> van:<br />

• de te nem<strong>en</strong> mitiger<strong>en</strong>de maatregel<strong>en</strong> ter voorkoming van<br />

aantasting van natuurwaard<strong>en</strong>, die aanwezig zijn binn<strong>en</strong> de<br />

nabij het te realiser<strong>en</strong> wegtracé geleg<strong>en</strong> natuurgebied<strong>en</strong>;<br />

• de herplant van bom<strong>en</strong> <strong>en</strong> de realisatie van boscomp<strong>en</strong>satie in<br />

het kader van de Boswet;<br />

• de te nem<strong>en</strong> maatregel<strong>en</strong> om te kunn<strong>en</strong> voorzi<strong>en</strong> in voldo<strong>en</strong>de<br />

waterberging.


2 MITIGATIE- EN COMPENSATIE<br />

2.1 Beleid <strong>en</strong> wetgeving mitigatie <strong>en</strong> comp<strong>en</strong>satie in relatie tot<br />

project<br />

7 MITIGATIE- EN COMPENSATIEONTWERP<br />

Het tracé van de A8 <strong>en</strong> de A7 gr<strong>en</strong>st over e<strong>en</strong> l<strong>en</strong>gte van <strong>en</strong>kele<br />

kilometers aan het door de Minister van Landbouw, Natuurbeheer <strong>en</strong><br />

Voedselkwaliteit nog formeel aan te wijz<strong>en</strong> Natura 2000-gebied.<br />

´Ilperveld, Vark<strong>en</strong>sland, Oostzanerveld <strong>en</strong> Twiske’. Omdat e<strong>en</strong> Natura<br />

2000-gebied in de praktijk ook wordt aangeduid als speciale<br />

beschermingszone (SBZ), wordt voornoemd gebied hierna verder<br />

aangeduid als ‘SBZ Oostzanerveld’.<br />

Voor e<strong>en</strong> beschrijving van de huidige status van het SBZ<br />

Oostzanerveld wordt verwez<strong>en</strong> naar de opgestelde ‘Natuurtoets<br />

Capaciteitsuitbreiding Co<strong>en</strong>tunnel’, die als bijlage integraal van dit<br />

docum<strong>en</strong>t onderdeel uitmaakt (hierna verder g<strong>en</strong>oemd (de)<br />

Natuurtoets).<br />

Voor het gebied is bij het do<strong>en</strong> van e<strong>en</strong> ruimtelijke ingreep het<br />

afwegingskader van de Natuurbeschermingswet van toepassing.<br />

Om schade aan de natuurwaard<strong>en</strong> te voorkom<strong>en</strong>, ter bescherming<br />

waarvan Natura 2000-gebied<strong>en</strong> zijn aangewez<strong>en</strong>, bepaalt de<br />

Natuurbeschermingswet dat project<strong>en</strong> <strong>en</strong> andere handeling<strong>en</strong> die de<br />

kwaliteit van habitats kunn<strong>en</strong> verslechter<strong>en</strong> of die e<strong>en</strong> verstor<strong>en</strong>d effect<br />

kunn<strong>en</strong> hebb<strong>en</strong> op de soort<strong>en</strong>, waarvoor het gebied is aangewez<strong>en</strong>, niet<br />

zonder vergunning mog<strong>en</strong> plaatsvind<strong>en</strong>.<br />

De Natuurbeschermingswet heeft tev<strong>en</strong>s externe werking, hetge<strong>en</strong><br />

inhoudt dat ook project<strong>en</strong> <strong>en</strong> handeling<strong>en</strong> die buit<strong>en</strong> het Natura 2000gebied<br />

plaatsvind<strong>en</strong>, aan het natuurbeschermingsregime van deze wet<br />

onderhevig zijn.<br />

E<strong>en</strong> deel van het project Capaciteitsuitbreiding Co<strong>en</strong>tunnel wordt<br />

weliswaar buit<strong>en</strong>, maar wel in de directe nabijheid van het hierbov<strong>en</strong><br />

g<strong>en</strong>oemde Natrura-2000 gebied gerealiseerd. Omdat de kans<br />

aanwezig is dat van deze realisatie externe werking uitgaat, namelijk<br />

e<strong>en</strong> to<strong>en</strong>ame van de verstoring binn<strong>en</strong> het natuurgebied door meer<br />

verkeer, is voor het project e<strong>en</strong> zog<strong>en</strong>oemde pass<strong>en</strong>de beoordeling<br />

uitgevoerd.<br />

Bij de uitvoering van de pass<strong>en</strong>de beoordeling is onderzocht of de<br />

realisatie van het project significante gevolg<strong>en</strong> zal hebb<strong>en</strong> op het SBZ<br />

Oostzanerveld, rek<strong>en</strong>ing houd<strong>en</strong>d met de instandhoudingdoelstelling<strong>en</strong><br />

die voor dit gebied geld<strong>en</strong>d zijn.<br />

E<strong>en</strong> klein terreingedeelte, geleg<strong>en</strong> direct t<strong>en</strong> zuid<strong>en</strong> van het SBZ<br />

Oostzanerveld t<strong>en</strong> west<strong>en</strong> van Landsmeer, is onderdeel van de<br />

Ecologische Hoofdstructuur. Volg<strong>en</strong>s het daarvoor geld<strong>en</strong>de<br />

afwegings- <strong>en</strong> toetsingskader, dat is opg<strong>en</strong>om<strong>en</strong> in de Nota Ruimte,<br />

heeft mitiger<strong>en</strong> de voorkeur bov<strong>en</strong> comp<strong>en</strong>ser<strong>en</strong>. Indi<strong>en</strong> door middel


van mitigatie het netto effect van e<strong>en</strong> ingreep op de natuurwaard<strong>en</strong> niet<br />

wordt wegg<strong>en</strong>om<strong>en</strong>, geldt de verplichting tot natuurcomp<strong>en</strong>satie.<br />

2.2 Resumé bestaande <strong>en</strong> toekomstige situatie m.b.t. mitigatie-<strong>en</strong><br />

comp<strong>en</strong>satie<br />

Het achtergronddocum<strong>en</strong>t Milieu bij de Trajectnota/MER bevat e<strong>en</strong><br />

uitgebreide beschrijving van de huidige <strong>en</strong> toekomstige situatie.<br />

Tev<strong>en</strong>s zij verwez<strong>en</strong> naar de hiervoor reeds g<strong>en</strong>oemde ‘Natuurtoets<br />

Capaciteitsuitbreiding Co<strong>en</strong>tunnel’ van 3 oktober 2006, dat als bijlage<br />

bij dit rapport gevoegd is <strong>en</strong> is opgesteld door het Bureau<br />

Waard<strong>en</strong>burg b.v. in opdracht van Rijkswaterstaat, regionale di<strong>en</strong>st<br />

Noord-Holland.<br />

In de Natuurtoets is aangegev<strong>en</strong> voor welke soort<strong>en</strong> het SBZ<br />

Oostzanerveld is aangewez<strong>en</strong> dan wel nog aangewez<strong>en</strong> zal word<strong>en</strong>.<br />

Het gebied is voor e<strong>en</strong> groot deel in beheer bij Staatsbosbeheer. Het<br />

feit dat het gebied valt onder het beschermingsregime van de<br />

Natuurbeschermingswet houdt onder meer in dat bepaalde ingrep<strong>en</strong>,<br />

die van invloed kunn<strong>en</strong> zijn op het behoud van de natuurlijke<br />

k<strong>en</strong>merk<strong>en</strong> van het gebied, vergunningplichtig kunn<strong>en</strong> zijn. Bevoegd<br />

gezag in deze is de provincie Noord-Holland.<br />

Door de aanleg van de A8 is tuss<strong>en</strong> deze weg <strong>en</strong> de bebouwing van<br />

Zaandam e<strong>en</strong> afzonderlijke moeraszone ontstaan. Deze zone maakt<br />

onderdeel uit van de Provinciale Ecologische Hoofdstructuur (PEHS)<br />

<strong>en</strong> is met e<strong>en</strong> aantal duikers verbond<strong>en</strong> met de Polder Oostzaan. Het<br />

gebied bestaat uit rietmoerass<strong>en</strong> <strong>en</strong> opgaande struweelbegroeiing. De<br />

moeraszone tuss<strong>en</strong> de A8 <strong>en</strong> Zaandam <strong>en</strong> de Noorder IJplas word<strong>en</strong> in<br />

het beleid van de provincie als onderdeel van de PEHS verder<br />

ontwikkeld. De Noorder IJplas is e<strong>en</strong> tamelijk jonge plas, deels<br />

omgev<strong>en</strong> door e<strong>en</strong> gebied met opgehoogde grond <strong>en</strong> e<strong>en</strong> spontane<br />

begroeiing.<br />

De berm<strong>en</strong> van de A8 <strong>en</strong> de A10 vervull<strong>en</strong> e<strong>en</strong> rol als leefgebied <strong>en</strong><br />

ecologische verbinding voor kleine zoogdier<strong>en</strong> <strong>en</strong> insect<strong>en</strong>.<br />

Aanvull<strong>en</strong>d veldonderzoek hiernaar is in het voorjaar 2006 uitgevoerd.<br />

In het gebied t<strong>en</strong> zuid<strong>en</strong> van de Co<strong>en</strong>tunnel is met name de<br />

Brett<strong>en</strong>zone ecologisch interessant. Deze gro<strong>en</strong>e scheg vormt de<br />

ecologische <strong>en</strong> recreatieve verbinding tuss<strong>en</strong> Amsterdam <strong>en</strong><br />

Spaarnwoude. Via de Haarlemmervaart <strong>en</strong> de wegbeplanting <strong>en</strong> de<br />

berm<strong>en</strong> is sprake van e<strong>en</strong> ecologische verbinding tuss<strong>en</strong> stad <strong>en</strong><br />

buit<strong>en</strong>gebied, vooral voor kleine zoogdier<strong>en</strong>, amfibieën <strong>en</strong> lagere<br />

diersoort<strong>en</strong><br />

2.3 Effect<strong>en</strong> op natuurwaard<strong>en</strong><br />

8 MITIGATIE- EN COMPENSATIEONTWERP<br />

De effect<strong>en</strong> op natuurwaard<strong>en</strong> word<strong>en</strong> met name veroorzaakt door e<strong>en</strong><br />

groter verkeersaanbod op de weg als gevolg van de aanleg van de


Tweede Co<strong>en</strong>tunnel <strong>en</strong> de daarbij behor<strong>en</strong>de verbreding van de A8 <strong>en</strong><br />

de A10.<br />

Ecologische effect<strong>en</strong> voorkeurstracé<br />

9 MITIGATIE- EN COMPENSATIEONTWERP<br />

Luchtverontreiniging<br />

To<strong>en</strong>em<strong>en</strong>de luchtverontreiniging kan leid<strong>en</strong> tot aantasting van<br />

specifieke vegetatietypes die in het SBZ Oostzanerveld voorkom<strong>en</strong>.<br />

Dit staat los van de geld<strong>en</strong>de normering voor specifieke stoff<strong>en</strong>, zoals<br />

die in het Besluit luchtkwaliteit 2005 voorkom<strong>en</strong>. Uit de Natuurtoets<br />

blijkt dat er ge<strong>en</strong> sprake is van e<strong>en</strong> significant als gevolg van<br />

luchtverontreiniging.<br />

Vernietiging<br />

Uitvoering van het voorkeursalternatief resulteert in e<strong>en</strong> beperkt<br />

verlies aan houtopstand<strong>en</strong> <strong>en</strong> bom<strong>en</strong> <strong>en</strong> e<strong>en</strong> zeer beperkte aantasting<br />

van slot<strong>en</strong> <strong>en</strong> wegberm<strong>en</strong> (buit<strong>en</strong> de begr<strong>en</strong>zing van het SBZ <strong>en</strong><br />

begr<strong>en</strong>zing EHS geleg<strong>en</strong>). In het geval van het voorkeurstracé gaat het<br />

in totaal om het verlies van ruim 12 ha aan wegbeplanting (struik<strong>en</strong> <strong>en</strong><br />

bom<strong>en</strong>). Door middel van inpassingmaatregel<strong>en</strong> zal het verlies aan<br />

beplanting word<strong>en</strong> gecomp<strong>en</strong>seerd. Indi<strong>en</strong> dit niet mogelijk is binn<strong>en</strong><br />

het wegprofiel di<strong>en</strong>t elders in de directe omgeving te word<strong>en</strong><br />

gecomp<strong>en</strong>seerd.<br />

Versnippering<br />

Bij verbreding van de A8 wordt het versnipper<strong>en</strong>de effect van de weg<br />

in beperkte mate versterkt. Bij de A10 (met name de Brett<strong>en</strong>zone)<br />

verandert er niet veel t<strong>en</strong> aanzi<strong>en</strong> van de mogelijkhed<strong>en</strong> voor het<br />

gebruik<strong>en</strong> van onderdoorgang<strong>en</strong> als ecologische verbinding. Deze is<br />

namelijk ook afhankelijk van initiatiev<strong>en</strong> die aan beide zijd<strong>en</strong> van de<br />

infrastructuur word<strong>en</strong> g<strong>en</strong>om<strong>en</strong>. Niettemin wordt aanbevol<strong>en</strong> daar waar<br />

mogelijk zog<strong>en</strong>aamde ontsnipper<strong>en</strong>de maatregel<strong>en</strong> te treff<strong>en</strong>. In<br />

sam<strong>en</strong>werking met derd<strong>en</strong> kan dan gekom<strong>en</strong> word<strong>en</strong> tot zinvolle<br />

ecologische verbinding<strong>en</strong> van lokaal of regionaal belang.<br />

Verstoring<br />

De to<strong>en</strong>ame van het wegverkeer leidt tot meer verstoring. Dit effect<br />

treedt in beginsel op bij het SBZ Oostzanerveld, maar wordt in<br />

voldo<strong>en</strong>de mate gemitigeerd door het geprojecteerde geluidsscherm bij<br />

Oostzaan. De verstoringszones zijn bepaald door de Meetkundige<br />

Di<strong>en</strong>st aan de hand van de verwachte verkeersint<strong>en</strong>siteit<strong>en</strong>.<br />

Het bepal<strong>en</strong> van de verstoring van broedvogels als gevolg van<br />

verkeerslawaai gebeurt aan de hand van e<strong>en</strong> door Reijn<strong>en</strong> et al (zie<br />

ook de Natuurtoets <strong>en</strong> de daarin opg<strong>en</strong>om<strong>en</strong> pass<strong>en</strong>de beoordeling)<br />

ontwikkelde methode, die op haar beurt is gebaseerd op verwachte<br />

geluidbelasting<strong>en</strong> (dBAcontour<strong>en</strong>) bij e<strong>en</strong> bepaalde verkeersint<strong>en</strong>siteit.


Aan de hand hiervan kunn<strong>en</strong>, gekoppeld met gegev<strong>en</strong>s over<br />

wegverharding, geluidscherm<strong>en</strong> <strong>en</strong> maximale snelhed<strong>en</strong>, afstand<strong>en</strong><br />

word<strong>en</strong> bepaald binn<strong>en</strong> welke verstoring van broedvogels optreedt<br />

(zog<strong>en</strong>aamde effectafstand<strong>en</strong>, zie hierna). Hiermee kunn<strong>en</strong><br />

oppervlakt<strong>en</strong> word<strong>en</strong> berek<strong>en</strong>d, binn<strong>en</strong> welke de broedvogelstand met<br />

gemiddeld 35 % zal afnem<strong>en</strong> als gevolg van verstoring door<br />

verkeerslawaai.<br />

In tabel 1 is dit aldus gedaan voor de A8 <strong>en</strong> in tabel 2 voor de A7. Het<br />

gebied, gr<strong>en</strong>z<strong>en</strong>d aan de A8, k<strong>en</strong>t e<strong>en</strong> to<strong>en</strong>em<strong>en</strong>de verstoring (zie<br />

tabel 1).<br />

Tabel 1: Resultat<strong>en</strong> verstoringsberek<strong>en</strong>ing volg<strong>en</strong>s Reijn<strong>en</strong> et al,<br />

toegepast voor de A8<br />

Verstoringsoppervlakk<strong>en</strong> Oostzanerveld in 2022 A8<br />

A8 Verstoring SBZgebied<br />

Situatie 2022 69.6hectare<br />

Situatie 2022 74.4 hectare<br />

met ingreep<br />

To<strong>en</strong>ame van de<br />

verstoorde<br />

oppervlakte.<br />

4.8 hectare<br />

De A7 heeft in de huidige <strong>en</strong> autonome situatie e<strong>en</strong> verharding van<br />

<strong>en</strong>kellaags ZOAB. Uit berek<strong>en</strong>ing<strong>en</strong> (zie tabel 2) blijkt dat toepassing<br />

van tweelaags ZOAB op het trajectdeel dat gr<strong>en</strong>st aan de SBZ (het<br />

gedeelte dat valt onder het beschermingsregime van de Vogelrichtlijn)<br />

e<strong>en</strong> volledige mitigatie oplevert t<strong>en</strong> behoeve van de kwalificer<strong>en</strong>de<br />

vogels in dat gebied.<br />

Tabel 2: Resultat<strong>en</strong> verstoringsberek<strong>en</strong>ing volg<strong>en</strong>s Reijn<strong>en</strong> et al,<br />

toegepast voor de A7.<br />

Verstoringsoppervlakk<strong>en</strong> Oostzanerveld in 2022 A7<br />

A7 Verstoring Verstoring<br />

SBZgebied* Vogelrichtlijngebied<br />

Situatie 2022 13.8 hectare 59.3 hectare<br />

Situatie 2022 15.9 hectare (2.1 ha 68.3 hectare (9 ha<br />

met ingreep to<strong>en</strong>ame)<br />

to<strong>en</strong>ame)<br />

Situatie 2022<br />

met ingreep.<br />

Tweelaags<br />

ZOAB op A7<br />

11.2 hectare (2.6 ha<br />

afname)vergelek<strong>en</strong><br />

met autonome<br />

ontwikkeling<br />

10 MITIGATIE- EN COMPENSATIEONTWERP<br />

48 (11.3) ha<br />

afname)vergelek<strong>en</strong><br />

met autonome<br />

ontwikkeling<br />

In totaal<br />

11,1<br />

hectare<br />

to<strong>en</strong>ame<br />

In totaal<br />

13,9<br />

hectare<br />

afname<br />

*Dit gebied betreft het deel dat is geleg<strong>en</strong> nabij de A7 tuss<strong>en</strong> de spoorlijn <strong>en</strong> het<br />

knooppunt Zaandam dat nog niet is aangewez<strong>en</strong> als Habitatrichtlijngebied <strong>en</strong><br />

ge<strong>en</strong> status van Vogelrichtlijngebied heeft dan wel zal verkrijg<strong>en</strong>. Zie voor nadere<br />

toelichting de als bijlage bij dit docum<strong>en</strong>t gevoegde Natuurtoets.


De aanwezigheid <strong>en</strong> ev<strong>en</strong>tuele groei van het wegverkeerlawaai<br />

veroorzaakt e<strong>en</strong> vermindering van de kwaliteit van e<strong>en</strong> deel van het<br />

SBZ Oostzanerveld. Het gebied kwalificeert vanwege e<strong>en</strong> aantal<br />

soort<strong>en</strong> <strong>en</strong> habitats (zie hiertoe de pass<strong>en</strong>de beoordeling die t<strong>en</strong><br />

behoeve van het project Capaciteitsuitbreiding Co<strong>en</strong>tunnel is<br />

opgesteld <strong>en</strong> in de Natuurtoets is opg<strong>en</strong>om<strong>en</strong>).<br />

To<strong>en</strong>ame van de verstoring is e<strong>en</strong> vorm van externe werking die<br />

getoetst moet<strong>en</strong> word<strong>en</strong> aan de geformuleerde instandhoudingsdoel<strong>en</strong><br />

voor de kwalificer<strong>en</strong>de (broed)vogelsoort<strong>en</strong> binn<strong>en</strong> het SBZ<br />

Oostzanerveld, voor zover dit gebied onder het beschermingsregime<br />

van de Vogelrichtlijn valt. Uit de pass<strong>en</strong>de beoordeling volgt dat er<br />

ge<strong>en</strong> aanleiding is te veronderstell<strong>en</strong> dat to<strong>en</strong>ame van het<br />

verkeerslawaai gevolg<strong>en</strong> heeft voor andere (niet vogels zijnde)<br />

kwalificer<strong>en</strong>de soort<strong>en</strong> c.q. op de natuurlijke k<strong>en</strong>merk<strong>en</strong> van het<br />

gebied.<br />

E<strong>en</strong> ev<strong>en</strong>tueel te nem<strong>en</strong> mitiger<strong>en</strong>de maatregel op de hiervoor<br />

bedoelde externe werking te voorkom<strong>en</strong> di<strong>en</strong>t op juist die<br />

kwalificer<strong>en</strong>de soort<strong>en</strong> gericht te zijn. Andere niet- kwalificer<strong>en</strong>de<br />

soort<strong>en</strong> profiter<strong>en</strong> uiteraard ook van zo’n maatregel.<br />

Er geldt dat er e<strong>en</strong> to<strong>en</strong>ame is van 4.8 hectare langs de A8 <strong>en</strong> 11.1<br />

hectare langs de A7 (waarvan 9.1 hectare Vogelrichtlijngebied). In<br />

totaal is sprake van e<strong>en</strong> to<strong>en</strong>ame van verstoord oppervlak van 15,9<br />

hectare. Tev<strong>en</strong>s is sprake van e<strong>en</strong> to<strong>en</strong>ame van verstoord oppervlak<br />

van 1.5 hectare EHS-gebied geleg<strong>en</strong> buit<strong>en</strong> de SBZ-begr<strong>en</strong>zing.<br />

De toeg<strong>en</strong>om<strong>en</strong> verstoring kan volledig gemitigeerd kan word<strong>en</strong> door<br />

toepassing van tweelaags ZOAB op het traject van de A7 tuss<strong>en</strong><br />

knooppunt Zaandam <strong>en</strong> de kade van de Wijde Wormer (1500 meter,<br />

plus 350 meter op de verbindingsweg A7-A8.).<br />

Er resteert dan ge<strong>en</strong> comp<strong>en</strong>satieverplichting meer.<br />

Voor de Noorder IJplas wordt verwacht dat het netto verstoringseffect<br />

te verwaarloz<strong>en</strong> is, of zelfs verbetert door de aanw<strong>en</strong>ding van<br />

tweelaags ZOAB <strong>en</strong> mogelijke luchtscherm<strong>en</strong>.<br />

3 MITIGERENDE MAATREGELEN<br />

Verstoring door geluid is het belangrijkste effect. Versnippering vindt<br />

al plaats door de huidige infrastructuur. Verstoring kan beperkt word<strong>en</strong><br />

door het gebruik van tweelaags ZOAB, terwijl ter beperking van<br />

huidige <strong>en</strong> toekomstige versnippering diverse maatregel<strong>en</strong> mogelijk<br />

zijn.<br />

3.1 Geluidsscherm<strong>en</strong><br />

11 MITIGATIE- EN COMPENSATIEONTWERP<br />

Het plaats<strong>en</strong> van geluidsscherm<strong>en</strong> heeft e<strong>en</strong> sterk mitiger<strong>en</strong>d effect<br />

maar heeft ook e<strong>en</strong> sterk negatief effect op de gew<strong>en</strong>ste op<strong>en</strong>heid van<br />

het landschap. Het mitiger<strong>en</strong>d effect blijkt uit het scherm bij Oostzaan,<br />

zoals in het ontwerp is opg<strong>en</strong>om<strong>en</strong>.


3.2 Ecologische voorzi<strong>en</strong>ing<strong>en</strong><br />

Bij onderdoorgang<strong>en</strong> onder de A10 <strong>en</strong> A8 wordt parallel aan de<br />

kruis<strong>en</strong>de infrastructuur, op kansrijke locaties, e<strong>en</strong> geleid<strong>en</strong>de<br />

voorzi<strong>en</strong>ing van kei<strong>en</strong> aangelegd t<strong>en</strong> behoeve van de passage van<br />

amfibieën <strong>en</strong> kleine zoogdier<strong>en</strong>. Waar mogelijk wordt ook e<strong>en</strong> droge<br />

loopstrook met zandlaag aangebracht. De locaties staan ook<br />

weergegev<strong>en</strong> op de kaart van het landschapsplan.<br />

De volg<strong>en</strong>de locaties hebb<strong>en</strong> mogelijkhed<strong>en</strong> voor ecologische<br />

verbinding<strong>en</strong>. Hier word<strong>en</strong> faunapassages aangelegd.<br />

− De kruising met de Haarlemmervaart (kunstwerk 5);<br />

− De trambaan ter hoogte van Sloterdijk (kunstwerk 4);<br />

− De spoorlijn Amsterdam – Haarlem/Zaandam (kunstwerk 6);<br />

− De Nieuwe Hemweg (kunstwerk 2);<br />

− De Co<strong>en</strong>hav<strong>en</strong>weg (kunstwerk 1);<br />

− De busbaan <strong>en</strong> het fietspad t<strong>en</strong> west<strong>en</strong> van het Co<strong>en</strong>plein<br />

(kunstwerk 618-618b);<br />

− De di<strong>en</strong>stweg bij de noordelijk tunnelingang (kunstwerk<br />

di<strong>en</strong>stweg).<br />

Schrale berm<strong>en</strong><br />

Uitgangspunt is dat alle berm<strong>en</strong>, taluds <strong>en</strong> oevers van bermslot<strong>en</strong><br />

ingericht word<strong>en</strong> als bloemrijk grasland. Verschraling vindt plaats door<br />

2 maal per jaar te maai<strong>en</strong> <strong>en</strong> af te voer<strong>en</strong>. E<strong>en</strong> uitzondering hierop<br />

vorm<strong>en</strong> de taluds achter geluidsscherm<strong>en</strong> of luchtscherm<strong>en</strong>, waar<br />

beplanting blijft staan of wordt geplant, of overige plekk<strong>en</strong> waar<br />

beplanting staat of verschraling ge<strong>en</strong> zin heeft.<br />

3.3 Te mitiger<strong>en</strong> verstoringseffect<strong>en</strong><br />

Volledige mitigatie kan word<strong>en</strong> gerealiseerd door over e<strong>en</strong> l<strong>en</strong>gte van<br />

1850 meter op zowel de A7 als de verbindingsweg tuss<strong>en</strong> A8 <strong>en</strong> A7,<br />

op beide rijrichting<strong>en</strong> van deze weggedeelt<strong>en</strong>, tweelaags ZOAB als<br />

mitiger<strong>en</strong>de maatregel aan te br<strong>en</strong>g<strong>en</strong>. (zie hiervoor verder §2.2 <strong>en</strong> de<br />

Natuurtoets).<br />

Overig<strong>en</strong>s is het zo dat er ge<strong>en</strong> verstoring plaatsvindt door<br />

verkeerslawaai in het SBZ Wormer-<strong>en</strong> Jisperveld dat ligt t<strong>en</strong> noord<strong>en</strong><br />

van het plangebied, zoals blijkt uit de Natuurtoets.<br />

3.4 Boscomp<strong>en</strong>satie <strong>en</strong> herplant<br />

12 MITIGATIE- EN COMPENSATIEONTWERP<br />

Tuss<strong>en</strong> Rijkswaterstaat <strong>en</strong> het Ministerie van LNV is de<br />

“Sam<strong>en</strong>werkingsovere<strong>en</strong>komst uitvoering Boswet” geslot<strong>en</strong>. Hierin is<br />

bepaald dat alle beplanting<strong>en</strong>, in eig<strong>en</strong>dom bij Rijkswaterstaat, vall<strong>en</strong><br />

onder de herplantplicht conform de Boswet, voor zover er schade rest<br />

na herplant in de omgeving van de weg. De herplantplicht geldt voor<br />

12,24 hectare, geleg<strong>en</strong> binn<strong>en</strong> het huidige rijkseig<strong>en</strong>dom.


Deze hectar<strong>en</strong> word<strong>en</strong> als volgt verdeeld:<br />

Situering te<br />

verwijder<strong>en</strong> beplanting<br />

vak 1<br />

RW 8 oostbaan<br />

gedeelte KW 806bezinestation<br />

vak 2<br />

A10 tpv omlegging<br />

calamiteit<strong>en</strong>weg<br />

westzijde, nieuwe<br />

tunneltoerit, sportpark<br />

A8 oostbaan<br />

plantvakk<strong>en</strong><br />

Rij bom<strong>en</strong> westbaan<br />

waarschijnlijke<br />

hoeveelheid m 2<br />

minimale<br />

hoeveelheid<br />

m 2<br />

maximale<br />

hoeveelheid<br />

m 2<br />

2.384 2.150 2.900<br />

38.205 34.000 46.000<br />

vak 3 tunnelgedeelte 0 0 0<br />

vak 4<br />

A10 oost <strong>en</strong> westbaan<br />

zijberm<strong>en</strong><br />

vak 5<br />

A10 oost <strong>en</strong> westbaan<br />

zijberm<strong>en</strong><br />

65.664 60.000 80.000<br />

16.175 14.500 18.000<br />

Totaal in hectare 12,24 11,07 14,69<br />

In totaal gaat ruim 12 ha bom<strong>en</strong> <strong>en</strong>/of struik<strong>en</strong> verlor<strong>en</strong><br />

(waarschijnlijke hoeveelheid). In totaal komt hiervoor binn<strong>en</strong> het<br />

profiel van RWS ca. 5,5 ha beplanting voor terug, vooral in de vorm<br />

van struikvegetatie achter geluidsscherm<strong>en</strong> <strong>en</strong> bom<strong>en</strong> langs de<br />

noordelijke tunnelingang. Er di<strong>en</strong>t dus nog zo’n 6,74 ha te word<strong>en</strong><br />

gecomp<strong>en</strong>seerd.<br />

Buit<strong>en</strong> de gr<strong>en</strong>z<strong>en</strong> van het tracébesluit kan bijvoorbeeld gedacht<br />

word<strong>en</strong> aan het aanvull<strong>en</strong> van laanbeplanting langs kruis<strong>en</strong>de weg<strong>en</strong>.<br />

E<strong>en</strong> <strong>en</strong> ander di<strong>en</strong>t wel nader te word<strong>en</strong> uitgewerkt in relatie tot de<br />

verkeersveiligheid ter hoogte van de aansluiting<strong>en</strong>. Daarnaast zou e<strong>en</strong><br />

bijdrage geleverd kunn<strong>en</strong> word<strong>en</strong> aan de beplanting langs het nieuw te<br />

ontwikkel<strong>en</strong> deel van de Noorder IJplas of het deel van Amsterdam-<br />

Noord waar de sportveld<strong>en</strong> verdwijn<strong>en</strong>.<br />

De realisatie van extra beplanting zal in overleg met de verschill<strong>en</strong>de<br />

stadsdeelrad<strong>en</strong> van Amsterdam gerealiseerd word<strong>en</strong>.<br />

3.5 Waterberging<br />

13 MITIGATIE- EN COMPENSATIEONTWERP<br />

In totaal gaat bij de verbreding van de A8 <strong>en</strong> A10 ca 1 ha<br />

oppervlaktewater verlor<strong>en</strong>. In het nieuwe ontwerp komt ook ca. 1 ha<br />

aan watergang<strong>en</strong> terug. Daarnaast di<strong>en</strong>t ca. 2,2 ha te word<strong>en</strong><br />

gecomp<strong>en</strong>seerd door de to<strong>en</strong>ame van het verhard oppervlak. Dit<br />

betek<strong>en</strong>t dat binn<strong>en</strong> het ontwerp nog ca. 2,2 ha aan water moet<br />

terugkom<strong>en</strong>.


Het voorstel is om dit op de volg<strong>en</strong>de punt<strong>en</strong> te do<strong>en</strong>:<br />

- De verbreding van de van de bermsloot t<strong>en</strong> west<strong>en</strong> van de A8;<br />

- In het c<strong>en</strong>trale deel van het Co<strong>en</strong>plein;<br />

- In e<strong>en</strong> tweetal overhoek<strong>en</strong>, langs de A10 west (Nieuwe<br />

Hemweg) <strong>en</strong> bij de aansluiting op de A5/Westrandweg;<br />

- Ter hoogte van Sloterdijk..<br />

Bij e<strong>en</strong> aantal waterplass<strong>en</strong>, waaronder die in het Co<strong>en</strong>plein <strong>en</strong> langs<br />

de A10, wordt uitgegaan van geïsoleerde poel<strong>en</strong> die niet in verbinding<br />

staan met (berm)slot<strong>en</strong>. Deze zijn voor amfibieën van waarde.<br />

Bijlage: Natuurtoets Capaciteitsuitbreiding Co<strong>en</strong>tunnel<br />

14 MITIGATIE- EN COMPENSATIEONTWERP


Natuurtoets Capaciteitsuitbreiding Co<strong>en</strong>tunnel<br />

Inv<strong>en</strong>tarisatie beschermde soort<strong>en</strong> <strong>en</strong> effect<strong>en</strong>beoordeling in het kader<br />

van de Flora- <strong>en</strong> faunawet <strong>en</strong> Natuurbeschermingswet<br />

P.H.N. Boddeke<br />

H. Ste<strong>en</strong>dam<br />

F. van der Vliet<br />

G.F.J. Smit (red.)


Natuurtoets Capaciteitsuitbreiding Co<strong>en</strong>tunnel<br />

Inv<strong>en</strong>tarisatie beschermde soort<strong>en</strong> <strong>en</strong> effect<strong>en</strong>beoordeling in het kader van de Flora- <strong>en</strong><br />

faunawet <strong>en</strong> Natuurbeschermingswet<br />

P.H.N. Boddeke<br />

H. Ste<strong>en</strong>dam<br />

F. van der Vliet<br />

G.F.J. Smit (red.)<br />

opdrachtgever: Rijkswaterstaat Noord-Holland<br />

3 oktober 2006<br />

rapport nr. 06-110


2<br />

Status uitgave: eindrapport<br />

Rapport nr.: 06-110<br />

Datum uitgave: 3 oktober 2006<br />

Titel: Natuurtoets Capaciteitsuitbreiding Co<strong>en</strong>tunnel<br />

Subtitel: Inv<strong>en</strong>tarisatie beschermde soort<strong>en</strong> <strong>en</strong> effect<strong>en</strong>beoordeling in het kader van de Flora<strong>en</strong><br />

faunawet <strong>en</strong> Natuurbeschermingswet<br />

Sam<strong>en</strong>steller: P.H.N. Boddeke<br />

Sam<strong>en</strong>stellers: H. Ste<strong>en</strong>dam<br />

F. van der Vliet<br />

G.F.J. Smit (red.)<br />

Aantal pagina’s inclusief bijlag<strong>en</strong>: 58<br />

Project nr.: 06-009<br />

Projectleider: drs. G.F.J. Smit<br />

Naam <strong>en</strong> adres opdrachtgever: Rijkswaterstaat Noord-Holland<br />

Postbus 3119, 2001 DC Haarlem<br />

Refer<strong>en</strong>tie opdrachtgever: briefnr BIO2006/424/25 01 2006<br />

Akkoord voor uitgave: Hoofd Sector Vogelecologie<br />

drs. S. Dirks<strong>en</strong><br />

Paraaf:<br />

Bureau Waard<strong>en</strong>burg bv is niet aansprakelijk voor gevolgschade, alsmede voor schade welke voortvloeit uit toepassing<strong>en</strong> van<br />

de resultat<strong>en</strong> van werkzaamhed<strong>en</strong> of andere gegev<strong>en</strong>s verkreg<strong>en</strong> van Bureau Waard<strong>en</strong>burg bv; opdrachtgever vrijwaart<br />

Bureau Waard<strong>en</strong>burg bv voor aansprak<strong>en</strong> van derd<strong>en</strong> in verband met deze toepassing.<br />

© Bureau Waard<strong>en</strong>burg bv / Rijkswaterstaat Noord-Holland<br />

Dit rapport is vervaardigd op verzoek van opdrachtgever hierbov<strong>en</strong> aangegev<strong>en</strong> <strong>en</strong> is zijn eig<strong>en</strong>dom. Niets uit dit rapport mag<br />

word<strong>en</strong> verveelvoudigd <strong>en</strong>/of op<strong>en</strong>baar gemaakt word<strong>en</strong> d.m.v. druk, fotokopie, microfilm of op welke andere wijze dan ook,<br />

zonder vooraf-gaande schrif-telijke toestemming van de opdrachtgever hierbov<strong>en</strong> aangegev<strong>en</strong> <strong>en</strong> Bureau Waard<strong>en</strong>burg bv,<br />

noch mag het zonder e<strong>en</strong> dergelijke toestemming word<strong>en</strong> gebruikt voor <strong>en</strong>ig ander werk dan waarvoor het is vervaardigd.<br />

Het kwaliteitsmanagem<strong>en</strong>tsysteem van Bureau Waard<strong>en</strong>burg bv is door CERTIKED gecertificeerd<br />

overe<strong>en</strong>komstig BRL 9990:2001 / ISO 9001:2001.


Voorwoord<br />

Rijkswaterstaat Noord-Holland bereidt e<strong>en</strong> Tracébesluit voor t<strong>en</strong> behoeve van het project<br />

‘Capaciteitsuitbreiding Co<strong>en</strong>tunnel’. Het project voorziet in de aanleg van e<strong>en</strong> Tweede<br />

Co<strong>en</strong>tunnel <strong>en</strong> e<strong>en</strong> aanpassing van de rijstrok<strong>en</strong>configuratie van de A8 <strong>en</strong> A10 ter plekke<br />

(zie voor de begr<strong>en</strong>zing<strong>en</strong> van het plangebied de tekst van het tracébesluit <strong>en</strong> de daarbij<br />

behor<strong>en</strong>de toelichting). Bij uitvoering van de werkzaamhed<strong>en</strong> in het kader van de<br />

ingreep zal rek<strong>en</strong>ing gehoud<strong>en</strong> moet<strong>en</strong> word<strong>en</strong> met het huidige voorkom<strong>en</strong> van<br />

kracht<strong>en</strong>s de Flora- <strong>en</strong> faunawet beschermde soort<strong>en</strong> plant<strong>en</strong> <strong>en</strong> dier<strong>en</strong>. E<strong>en</strong> groot deel<br />

van het tracé ligt langs het nog aan te wijz<strong>en</strong> Natura 2000 gebied<br />

Ilperveld/Vark<strong>en</strong>sland/Oostzanerveld/Twiske, in dit rapport kort aangeduid als SBZ<br />

Oostzanerveld. E<strong>en</strong> deel van de SBZ is aangewez<strong>en</strong> als Vogelrichtlijngebied <strong>en</strong> e<strong>en</strong> deel is<br />

aangemeld als Habitatrichtlijngebied. T<strong>en</strong> behoeve van de vere<strong>en</strong>voudiging van<br />

regelgeving <strong>en</strong> uniformiteit word<strong>en</strong> overlapp<strong>en</strong>de Vogel- <strong>en</strong> Habitatrichtlijngebied<strong>en</strong><br />

sam<strong>en</strong>gevoegd tot Natura 2000 gebied<strong>en</strong>. Voor deze gebied<strong>en</strong> di<strong>en</strong>t het bij de<br />

Natuurbeschermingswet geld<strong>en</strong>de beoordelings-<strong>en</strong> toetsingskader te word<strong>en</strong> doorlop<strong>en</strong><br />

met e<strong>en</strong> pass<strong>en</strong>de beoordeling, omdat significante effect<strong>en</strong> kunn<strong>en</strong> word<strong>en</strong> verwacht als<br />

gevolg van externe werking door verkeerslawaai.<br />

Tev<strong>en</strong>s behoort e<strong>en</strong> klein deel van de polder Oostzaan tot de Ecologische<br />

Hoofdstructuur. De Noorder IJplas t<strong>en</strong> west<strong>en</strong> van het Co<strong>en</strong>plein is onderdeel van de<br />

PEHS, ev<strong>en</strong>als de gro<strong>en</strong>e zone tuss<strong>en</strong> Zaandam <strong>en</strong> de A8 (zie hiertoe ook het<br />

Landschapsplan).<br />

Om op de juiste wijze met beschermde soort<strong>en</strong> <strong>en</strong> de SBZ Oostzanerveld rek<strong>en</strong>ing te<br />

kunn<strong>en</strong> houd<strong>en</strong> heeft Rijkswaterstaat Noord-Holland Bureau Waard<strong>en</strong>burg verzocht e<strong>en</strong><br />

veldonderzoek <strong>en</strong> natuurtoets uit te voer<strong>en</strong> voor bov<strong>en</strong>g<strong>en</strong>oemd project. Het<br />

voorligg<strong>en</strong>d onderzoek di<strong>en</strong>t ter nadere onderbouwing van het oriënter<strong>en</strong>d onderzoek<br />

uit 2005 <strong>en</strong> geeft aan of <strong>en</strong> zo ja voor welke soort<strong>en</strong> e<strong>en</strong> ontheffing ex artikel 75 van de<br />

Flora- <strong>en</strong> faunawet noodzakelijk is. Tev<strong>en</strong>s wordt e<strong>en</strong> onderbouwing gegev<strong>en</strong> van<br />

effect<strong>en</strong> op de SBZ Oostzanerveld <strong>en</strong> wordt bov<strong>en</strong> aangehaalde beoordeling <strong>en</strong> toetsing<br />

doorlop<strong>en</strong>.<br />

De opdracht is uitgevoerd door e<strong>en</strong> projectteam van Bureau Waard<strong>en</strong>burg bestaande uit:<br />

Gerard Smit projectleiding <strong>en</strong> eindrapportage<br />

Paul Boddeke veldwerk <strong>en</strong> rapportage<br />

Harold Ste<strong>en</strong>dam veldwerk <strong>en</strong> rapportage<br />

Floor van de Vliet veldwerk<br />

De tekst<strong>en</strong> met betrekking tot vogels zijn becomm<strong>en</strong>tarieerd door Theo Boudewijn <strong>en</strong><br />

Hein Prins<strong>en</strong>.<br />

Nam<strong>en</strong>s de opdrachtgever is het project begeleid door de heer E. van Lang<strong>en</strong> van<br />

Rijkswaterstaat, regionale di<strong>en</strong>st Noord-Holland.<br />

3


Inhoud<br />

Voorwoord............................................................................................................................................................................3<br />

Sam<strong>en</strong>vatting .......................................................................................................................................................................7<br />

1 Inleiding.......................................................................................................................................................................9<br />

1.1 Aanleiding....................................................................................................................................................9<br />

1.2 Doelstelling..................................................................................................................................................9<br />

1.3 Studiegebied............................................................................................................................................10<br />

1.4 Leeswijzer..................................................................................................................................................12<br />

2 Werkwijze................................................................................................................................................................13<br />

2.1 Voorg<strong>en</strong>om<strong>en</strong> ingreep.........................................................................................................................13<br />

2.2 Aanpak veldwerk...................................................................................................................................14<br />

2.3 Aanpak toetsing.....................................................................................................................................16<br />

3 Pass<strong>en</strong>de beoordeling vogels Oostzanerveld............................................................................................19<br />

3.1 Verspreiding <strong>en</strong> aantall<strong>en</strong> broedvogels.........................................................................................19<br />

3.2 Vogelrichtlijnsoort<strong>en</strong> <strong>en</strong> Rode-lijstsoort<strong>en</strong>...................................................................................22<br />

3.3 Effectberek<strong>en</strong>ing ....................................................................................................................................26<br />

4 Pass<strong>en</strong>de beoordeling habitattyp<strong>en</strong> <strong>en</strong> overige soort<strong>en</strong> SBZ Oostzanerveld ..............................31<br />

4.1 Habitattyp<strong>en</strong>............................................................................................................................................31<br />

4.2 Noordse woelmuis ................................................................................................................................31<br />

4.3 Meervleermuis ........................................................................................................................................32<br />

4.4 Viss<strong>en</strong>..........................................................................................................................................................34<br />

4.5 Natuurlijke k<strong>en</strong>merk<strong>en</strong> ........................................................................................................................34<br />

4.6 Conclusies.................................................................................................................................................35<br />

5 Overige effect<strong>en</strong> op beschermde soort<strong>en</strong>..................................................................................................37<br />

5.1 Flora.............................................................................................................................................................37<br />

5.2 Vogels.........................................................................................................................................................38<br />

5.3 Vleermuiz<strong>en</strong>.............................................................................................................................................40<br />

5.4 Overige zoogdier<strong>en</strong>..............................................................................................................................42<br />

5.5 Viss<strong>en</strong>..........................................................................................................................................................43<br />

5.6 Amfibieën..................................................................................................................................................43<br />

5.7 Ongewerveld<strong>en</strong>......................................................................................................................................44<br />

6 Conclusies <strong>en</strong> aanbeveling<strong>en</strong>...........................................................................................................................45<br />

6.1 SBZ Oostzanerveld................................................................................................................................45<br />

6.2 EHS..............................................................................................................................................................45<br />

6.3 Beschermde soort<strong>en</strong>.............................................................................................................................46<br />

5


6<br />

7 Geraadpleegde literatuur...................................................................................................................................47<br />

Bijlage 1 Wettelijk kader........................................................................................................................................49<br />

B1.1 Inleiding.....................................................................................................................................................49<br />

B1.2 Flora- <strong>en</strong> faunawet................................................................................................................................49<br />

B1.3 Natuurbeschermingswet 1998........................................................................................................51<br />

B1.4 Rode lijst<strong>en</strong>...............................................................................................................................................53<br />

B1.5 Ecologische Hoofdstructuur..............................................................................................................54<br />

Bijlage 2 Gebiedsdocum<strong>en</strong>t SBZ Oostzanerveld.................................................................................................55<br />

Bijlage 3 Effectafstand<strong>en</strong> voor broedvogels langs snelweg<strong>en</strong>.......................................................................57


Sam<strong>en</strong>vatting<br />

In het kader van de aanleg van e<strong>en</strong> Tweede Co<strong>en</strong>tunnel <strong>en</strong> e<strong>en</strong> plaatselijke aanpassing<br />

van de rijstrok<strong>en</strong>configuratie van de A8 <strong>en</strong> A10 zal rek<strong>en</strong>ing gehoud<strong>en</strong> moet<strong>en</strong> word<strong>en</strong><br />

met het huidige voorkom<strong>en</strong> van kracht<strong>en</strong>s de Flora- <strong>en</strong> faunawet beschermde soort<strong>en</strong><br />

plant<strong>en</strong> <strong>en</strong> dier<strong>en</strong>. Bov<strong>en</strong>di<strong>en</strong> di<strong>en</strong><strong>en</strong> mogelijk significante effect<strong>en</strong> op het Natura 2000<br />

gebied Ilperveld/Vark<strong>en</strong>sland/Oostzanerveld/Twiske, hier kort aangeduid als SBZ<br />

Oostzanerveld, beoordeeld te word<strong>en</strong> aan de hand van e<strong>en</strong> zog<strong>en</strong>aamde pass<strong>en</strong>de<br />

beoordeling. In het najaar van 2005 heeft Rijkswaterstaat e<strong>en</strong> eerste natuurtoets voor<br />

het betreff<strong>en</strong>de traject uitgevoerd.<br />

In 2006 is nader veldonderzoek uitgevoerd naar de aanwezigheid van beschermde<br />

soort<strong>en</strong> langs de rijksweg<strong>en</strong> A8 <strong>en</strong> A7 in relatie tot de voorg<strong>en</strong>om<strong>en</strong> ingreep, inclusief<br />

e<strong>en</strong> broedvogelkartering voor het Oostzanerveld. Op basis van dit veldonderzoek is<br />

vastgesteld, dan wel beoordeeld, welke beschermde soort<strong>en</strong> plant<strong>en</strong> <strong>en</strong> dier<strong>en</strong> in het<br />

plangebied <strong>en</strong> de directe omgeving voorkom<strong>en</strong> <strong>en</strong> wat de te verwacht<strong>en</strong> effect<strong>en</strong> zijn<br />

van de voorg<strong>en</strong>om<strong>en</strong> ingreep op beschermde soort<strong>en</strong>. Daarnaast is e<strong>en</strong> pass<strong>en</strong>de<br />

beoordeling uitgevoerd in het kader van de Natuurbeschermingswet 1998.<br />

SBZ Oostzanerveld<br />

Voor het (mogelijk) door de ingreep beïnvloede gebied zijn de volg<strong>en</strong>de relevante<br />

broedvogels vastgesteld: roerdomp, bruine kiek<strong>en</strong>dief, visdief <strong>en</strong> rietzanger. De<br />

kwalificer<strong>en</strong>de soort<strong>en</strong> kemphaan, watersnip <strong>en</strong> snor zijn in het onderzocht gebied niet<br />

als broedvogel vastgesteld.<br />

Als gevolg van de te verwacht<strong>en</strong> verkeersto<strong>en</strong>ame op het tracé langs het<br />

Vogelrichtlijngebied (A8 <strong>en</strong> A7) bij realisatie van het project kunn<strong>en</strong> indirecte effect<strong>en</strong><br />

optred<strong>en</strong> op voorkom<strong>en</strong>de aantall<strong>en</strong> broedvogels. Deze verandering is voor wat betreft<br />

het Vogelrichtlijngebied meer dan volledig te mitiger<strong>en</strong> door toepassing van tweelaags<br />

ZOAB langs de A7. Bij toepassing van tweelaags ZOAB zijn derhalve ge<strong>en</strong> effect<strong>en</strong> op<br />

doelsoort<strong>en</strong> te verwacht<strong>en</strong>. T<strong>en</strong> aanzi<strong>en</strong> van het buit<strong>en</strong> het Vogelrichtlijngebied geleg<strong>en</strong><br />

deel van het Natura 2000 gebied is het effect volledig te mitiger<strong>en</strong> door toepassing van<br />

tweelaags ZOAB op de A7. Er resteert dan netto ge<strong>en</strong> to<strong>en</strong>eming van verstoord<br />

oppervlak; e<strong>en</strong> oppervlak van circa 1,5 ha dat indirect beïnvloed wordt door e<strong>en</strong><br />

to<strong>en</strong>em<strong>en</strong>de geluidbelasting in EHS-gebied, vall<strong>en</strong>d buit<strong>en</strong> de begr<strong>en</strong>zing van het Natura<br />

2000 gebied, kan gemitigeerd word<strong>en</strong> door toepassing van tweelaags ZOAB op de A7.<br />

Twee duikers onder de A8 hebb<strong>en</strong> e<strong>en</strong> belangrijke functie in de vliegroute van<br />

meervleermuiz<strong>en</strong>. Verl<strong>en</strong>ging van de duikers mag niet t<strong>en</strong> koste gaan van hun functie<br />

voor meervleermuiz<strong>en</strong>.<br />

T<strong>en</strong> aanzi<strong>en</strong> van beschermde habitattyp<strong>en</strong>, de Noordse woelmuis <strong>en</strong> bittervoorn, kleine<br />

modderkruiper, grote modderkruiper <strong>en</strong> rivierdonderpad word<strong>en</strong> als gevolg van de<br />

ingreep ge<strong>en</strong> negatieve effect<strong>en</strong> verwacht.<br />

7


8<br />

Flora- <strong>en</strong> faunawet<br />

Bij werkzaamhed<strong>en</strong> binn<strong>en</strong> de verkeersluss<strong>en</strong> van Knooppunt Zaandam zal rek<strong>en</strong>ing<br />

moet<strong>en</strong> word<strong>en</strong> gehoud<strong>en</strong> met de beschermde rietorchis. Andere beschermde plant<strong>en</strong><br />

zijn niet langs het tracé aangetroff<strong>en</strong>.<br />

Bij het verwijder<strong>en</strong> van de beplanting in de berm<strong>en</strong> moet rek<strong>en</strong>ing word<strong>en</strong> gehoud<strong>en</strong><br />

met het broedseizo<strong>en</strong>. In de berm<strong>en</strong> zijn algem<strong>en</strong>e broedvogels aangetroff<strong>en</strong> Bij<br />

werkzaamhed<strong>en</strong> t<strong>en</strong> oost<strong>en</strong> van de uitgang van de Co<strong>en</strong>tunnel zal rek<strong>en</strong>ing moet<strong>en</strong><br />

word<strong>en</strong> gehoud<strong>en</strong> met e<strong>en</strong> kolonie blauwe reigers.<br />

Bij werkzaamhed<strong>en</strong> aan de duikers onder de A8 zal ook in het kader van de Flora- <strong>en</strong><br />

faunawet rek<strong>en</strong>ing moet<strong>en</strong> word<strong>en</strong> gehoud<strong>en</strong> met hun functie in de vliegroute voor<br />

gewone dwergvleermuis <strong>en</strong> meervleermuis. Indi<strong>en</strong> de functie gehandhaafd blijft wordt<br />

ge<strong>en</strong> afbreuk gedaan aan de gunstige staat van instandhouding van deze soort<strong>en</strong>.<br />

De slot<strong>en</strong> <strong>en</strong> berm<strong>en</strong> in het plangebied hebb<strong>en</strong> betek<strong>en</strong>is voor algem<strong>en</strong>e soort<strong>en</strong><br />

amfibieën <strong>en</strong> zoogdier<strong>en</strong>. Voor deze soort<strong>en</strong> geldt e<strong>en</strong> vrijstelling t<strong>en</strong> aanzi<strong>en</strong> van<br />

ruimtelijke ingrep<strong>en</strong> <strong>en</strong> best<strong>en</strong>dig beheer <strong>en</strong> onderhoud. Als gevolg van de ingreep<br />

wordt ge<strong>en</strong> afbreuk gedaan aan de gunstige staat van instandhouding van de<br />

aangetroff<strong>en</strong> beschermde soort<strong>en</strong>.


1 Inleiding<br />

1.1 Aanleiding<br />

Rijkswaterstaat Noord-Holland bereidt e<strong>en</strong> Tracébesluit voor t<strong>en</strong> behoeve van het project<br />

‘Capaciteitsuitbreiding Co<strong>en</strong>tunnel’. Het project voorziet in de aanleg van e<strong>en</strong> Tweede<br />

Co<strong>en</strong>tunnel <strong>en</strong> e<strong>en</strong> aanpassing van de rijstrok<strong>en</strong>configuratie van de A8 <strong>en</strong> A10 ter plekke<br />

(zie voor de begr<strong>en</strong>zing<strong>en</strong> van het plangebied de toelichting behor<strong>en</strong>d bij het nog te<br />

nem<strong>en</strong> besluit). Bij uitvoering van de werkzaamhed<strong>en</strong> in het kader van de ingreep zal<br />

rek<strong>en</strong>ing gehoud<strong>en</strong> moet<strong>en</strong> word<strong>en</strong> met het huidige voorkom<strong>en</strong> van kracht<strong>en</strong>s de Flora<strong>en</strong><br />

faunawet beschermde soort<strong>en</strong> plant<strong>en</strong> <strong>en</strong> dier<strong>en</strong>. Bov<strong>en</strong>di<strong>en</strong> di<strong>en</strong><strong>en</strong> mogelijk<br />

significante effect<strong>en</strong> op het Natura 2000 gebied Ilperveld/Vark<strong>en</strong>sland/Oostzanerveld<br />

/Twiske (SBZ Oostzanerveld) beoordeeld te word<strong>en</strong> aan de hand van e<strong>en</strong> zog<strong>en</strong>aamde<br />

pass<strong>en</strong>de beoordeling.<br />

De natuurtoets omvat e<strong>en</strong> beoordeling van de huidige aanwezigheid van beschermde<br />

soort<strong>en</strong> plant<strong>en</strong> <strong>en</strong> dier<strong>en</strong> in het plangebied <strong>en</strong> de directe omgeving <strong>en</strong> de te verwacht<strong>en</strong><br />

effect<strong>en</strong> van de voorg<strong>en</strong>om<strong>en</strong> ingreep op beschermde soort<strong>en</strong>. Daarnaast maakt e<strong>en</strong><br />

pass<strong>en</strong>de beoordeling in het kader van de Natuurbeschermingswet 1998 deel uit van de<br />

natuurtoets. In het najaar van 2005 heeft Rijkswaterstaat reeds e<strong>en</strong> natuurtoets voor het<br />

betreff<strong>en</strong>de project uitgevoerd, welke als basis is gebruikt voor de voorligg<strong>en</strong>de<br />

natuurtoets.<br />

De natuurtoets is het resultaat van nader veldonderzoek naar de aanwezigheid van<br />

beschermde soort<strong>en</strong> langs de rijksweg in relatie tot de voorg<strong>en</strong>om<strong>en</strong> ingreep, inclusief<br />

e<strong>en</strong> broedvogelkartering voor het Oostzanerveld. Op basis van dit veldonderzoek wordt<br />

e<strong>en</strong> nadere onderbouwing gegev<strong>en</strong> van het oriënter<strong>en</strong>d onderzoek uit 2005. De<br />

onderzoeksresultat<strong>en</strong> di<strong>en</strong><strong>en</strong> gebruikt te kunn<strong>en</strong> word<strong>en</strong> voor het aanvrag<strong>en</strong> van e<strong>en</strong><br />

ontheffing ex artikel 75 van de Flora- <strong>en</strong> faunawet (Ontheffing voor ruimtelijke<br />

ingrep<strong>en</strong>) <strong>en</strong>/of e<strong>en</strong> vergunningsaanvraag Natuurbeschermingswet 1998.<br />

1.2 Doelstelling<br />

• De studie heeft tot doel vast te stell<strong>en</strong> of <strong>en</strong> in hoeverre instandhoudingsdoel<strong>en</strong>,<br />

toegeschrev<strong>en</strong> aan de SBZ Oostzanerveld, (significant) word<strong>en</strong> beïnvloed door de<br />

voorg<strong>en</strong>om<strong>en</strong> ingreep.<br />

• De studie moet aangev<strong>en</strong> of voorgestelde mitiger<strong>en</strong>de maatregel<strong>en</strong> afdo<strong>en</strong>de zijn, of<br />

dat e<strong>en</strong> nadere toets a.d.v. de ADC-criteria noodzakelijk is.<br />

• De studie heeft tot doel vast te stell<strong>en</strong> of <strong>en</strong> zo ja welke beschermde soort<strong>en</strong> flora <strong>en</strong><br />

fauna in het studiegebied voorkom<strong>en</strong>.<br />

• De studie moet aangev<strong>en</strong> of met de ingreep ge<strong>en</strong> afbreuk wordt gedaan aan de<br />

gunstige staat van instandhouding van beschermde soort<strong>en</strong>.<br />

• De studie moet aangev<strong>en</strong> welke maatregel<strong>en</strong> kunn<strong>en</strong> word<strong>en</strong> getroff<strong>en</strong> om<br />

negatieve effect<strong>en</strong> op beschermde soort<strong>en</strong> te voorkom<strong>en</strong> of beperk<strong>en</strong>.<br />

9


10<br />

1.3 Studiegebied<br />

Het tracé van het studiegebied is weergegev<strong>en</strong> in Figuur 1.1. Het loopt globaal van<br />

Knooppunt Zaandam op de A8 tot onder de aansluiting met de N200 op de A10. De<br />

gr<strong>en</strong>s van het studiegebied ligt aan de noordzijde van de A8 ter hoogte van km 3.820 op<br />

de oostbaan <strong>en</strong> ter hoogte van km 2.450 op de westbaan. Aan de zuidzijde ligt de gr<strong>en</strong>s<br />

op de A10-west ter hoogte van km 26.080.<br />

Het studiegebied strekt zich van zuid naar noord uit over ruwweg de noordelijke helft<br />

van de A10-west (d.w.z. vanaf de eerste stadsroute t<strong>en</strong> zuid<strong>en</strong> van Sloterdijk tot <strong>en</strong> met<br />

de Co<strong>en</strong>tunnel) <strong>en</strong> t<strong>en</strong> noord<strong>en</strong> van de Co<strong>en</strong>tunnel tot (via de A8) halverwege het<br />

knooppunt Zaanstad (tot <strong>en</strong> met het tankstation aan de oostzijde van de A8).<br />

Figuur 1.1 De ligging van het studiegebied.


E<strong>en</strong> groot deel van het tracé ligt langs de SBZ Oostzanerveld. E<strong>en</strong> deel van de SBZ is<br />

aangewez<strong>en</strong> als Vogelrichtlijngebied <strong>en</strong> e<strong>en</strong> deel is aangemeld als Habitatrichtlijngebied.<br />

T<strong>en</strong> behoeve van vere<strong>en</strong>voudiging van regelgeving <strong>en</strong> uniformiteit word<strong>en</strong> overlapp<strong>en</strong>de<br />

Vogel- <strong>en</strong> Habitatrichtlijngebied<strong>en</strong> sam<strong>en</strong>gevoegd tot Natura 2000 gebied<strong>en</strong>. Hiermee<br />

wordt e<strong>en</strong> goede afstemming beoogd tuss<strong>en</strong> doel<strong>en</strong> voor Vogel- <strong>en</strong><br />

Habitatrichtlijngebied<strong>en</strong>. Voor de eerste tranche van Natura 2000 gebied<strong>en</strong> is de<br />

publicatie van ontwerpbesluit<strong>en</strong> na de zomer van 2006 gepland. De tweede tranche<br />

volgt daarna. (brief Minister Veerman 16-6-2006 aan Tweede Kamer)<br />

Voor het studiegebied betek<strong>en</strong>t dit dat e<strong>en</strong> groot deel van het gebied onderdeel vormt<br />

van het nog aan te wijz<strong>en</strong> Natura 2000 gebied Ilperveld/Vark<strong>en</strong>sland/Oostzanerveld/<br />

Twiske. Het deel t<strong>en</strong> zuid<strong>en</strong> van de Roemersloot (ongeveer ter hoogte van het<br />

tankstation) valt niet binn<strong>en</strong> het Natura 2000 gebied. Het gebied t<strong>en</strong> noord<strong>en</strong> van het<br />

spoor langs de A7 is dus reeds aangewez<strong>en</strong> als Vogelrichtlijngebied <strong>en</strong> zal deel gaan<br />

uitmak<strong>en</strong> van het nog aan te wijz<strong>en</strong> als Natura 2000 gebied waartoe ook het<br />

Oostzanerveld behoort. Het Natura 2000 gebied Ilperveld/Vark<strong>en</strong>sland/Oostzanerveld/<br />

Twiske behoort tot de tweede tranche van 60 gebied<strong>en</strong> waarvoor ontwerpbesluit<strong>en</strong><br />

zull<strong>en</strong> word<strong>en</strong> gepubliceerd.<br />

A7<br />

A8<br />

Figuur 1.2 De ligging van de SBZ Oostzanerveld.<br />

Binn<strong>en</strong> de invloedsfeer van dit project ligt de Noorder IJplas <strong>en</strong> de gro<strong>en</strong>e strook tuss<strong>en</strong><br />

Zaandam <strong>en</strong> de A8. Er vindt ev<strong>en</strong>wel ge<strong>en</strong> schade plaats aan deze gebiedsdel<strong>en</strong>.<br />

11


12<br />

De situatie voor de Noorder IJplas verbetert zelfs wat, t<strong>en</strong> gevolge van het aanbr<strong>en</strong>g<strong>en</strong><br />

van tweelaags ZOAB op het nabijgeleg<strong>en</strong> Co<strong>en</strong>plein. De beide gebied<strong>en</strong> blijv<strong>en</strong> in dit<br />

rapport buit<strong>en</strong> beschouwing.<br />

1.4 Leeswijzer<br />

Dit rapport beschrijft zowel de toetsing in het kader van de Natuurbeschermingswet<br />

1998 als de toetsing aan verbodsbepaling<strong>en</strong> van de Flora- <strong>en</strong> faunawet. De ingreep is<br />

beschrev<strong>en</strong> in Hoofdstuk 2. Tev<strong>en</strong>s geeft dit hoofdstuk de gevolgde werkwijze t<strong>en</strong><br />

aanzi<strong>en</strong> van het veldwerk <strong>en</strong> de methodiek bij het toets<strong>en</strong> van effect<strong>en</strong>. Hoofdstuk 3<br />

beschrijft de huidige situatie <strong>en</strong> te verwacht<strong>en</strong> effect<strong>en</strong> t<strong>en</strong> aanzi<strong>en</strong> van broedvogels in<br />

de SBZ Oostzanerveld. De huidige situatie <strong>en</strong> te verwacht<strong>en</strong> effect<strong>en</strong> op beschermde<br />

habitattyp<strong>en</strong> <strong>en</strong> overige aangewez<strong>en</strong> soort<strong>en</strong> is beschrev<strong>en</strong> in Hoofdstuk 4. In Hoofdstuk<br />

5 zijn de overige effect<strong>en</strong> op beschermde soort<strong>en</strong> beschrev<strong>en</strong>. Concreet betreft dit de<br />

toetsing van de ingreep aan verbodsbepaling<strong>en</strong> van de Flora- <strong>en</strong> faunawet.<br />

De conclusies <strong>en</strong> aanbeveling<strong>en</strong> per hoofdstuk zijn sam<strong>en</strong>gevat in Hoofdstuk 6.


2 Werkwijze<br />

2.1 Voorg<strong>en</strong>om<strong>en</strong> ingreep<br />

Het project voorziet in de aanleg van e<strong>en</strong> Tweede Co<strong>en</strong>tunnel <strong>en</strong> verbreding van e<strong>en</strong><br />

gedeelte van de A8 <strong>en</strong> A10. Door de toeg<strong>en</strong>om<strong>en</strong> capaciteit zal de verkeersdruk<br />

to<strong>en</strong>em<strong>en</strong>, ook op de A7. Dit kan gevolg<strong>en</strong> hebb<strong>en</strong> voor (beschermde) natuurwaard<strong>en</strong><br />

in de omgeving. Met name de effect<strong>en</strong> op het nabijgeleg<strong>en</strong> SBZ Oostzanerveld zijn in<br />

dit kader van belang. T<strong>en</strong> aanzi<strong>en</strong> van luchtverontreiniging is uitgegaan van e<strong>en</strong> stand<br />

still beginsel. De voorg<strong>en</strong>om<strong>en</strong> plann<strong>en</strong> voorzi<strong>en</strong> verder in geluidswer<strong>en</strong>de <strong>en</strong><br />

geluidsbeperk<strong>en</strong>de voorzi<strong>en</strong>ing<strong>en</strong>. Er wordt zoveel mogelijk gewerkt met bestaand<br />

geluidscherm<strong>en</strong>materiaal, in de landelijke zones aangevuld met transparante scherm<strong>en</strong><br />

<strong>en</strong> deels verwijder<strong>en</strong> van beplanting. Bij transparante scherm<strong>en</strong> word<strong>en</strong> (beproefde)<br />

methodes gehanteerd ter vermijding van vogelaanvaring<strong>en</strong>.<br />

T<strong>en</strong> aanzi<strong>en</strong> van de verkeersint<strong>en</strong>siteit is voor de A8 is uitgegaan van tweelaags ZOAB<br />

(de verharding in de huidige situatie), 100 km per uur, <strong>en</strong> e<strong>en</strong> autonome verkeersdruk<br />

van circa 157 000 per etmaal, mét Tweede Co<strong>en</strong>tunnel wordt dit geprognotiseerd op<br />

circa 175 000 (jaar 2022). Voor de A7 is uitgegaan van <strong>en</strong>kellaags ZOAB, 100 km per<br />

uur, <strong>en</strong> e<strong>en</strong> autonome verkeersdruk van circa 78 000, <strong>en</strong> met Tweede Co<strong>en</strong>tunnel wordt<br />

dit geprognotiseerd op circa 94 000 (jaar 2022) (Bron Rijkswaterstaat). (De<br />

verkeersgegev<strong>en</strong>s t<strong>en</strong> behoeve van de autonome ontwikkeling in 2022 zijn (door RWS<br />

DNH) geëxtrapoleerd aan de hand van, in opdracht van RWS DNH, door derd<strong>en</strong><br />

berek<strong>en</strong>de prognoses voor 2011. De verkeersprognoses voor 2022 mét Tweede<br />

Co<strong>en</strong>tunnel zijn ev<strong>en</strong>e<strong>en</strong>s berek<strong>en</strong>d in opdracht van Rijkswaterstaat.<br />

Er word<strong>en</strong> ge<strong>en</strong> negatieve effect<strong>en</strong> (zetting<strong>en</strong>) van tijdelijke bemaling<strong>en</strong> verwacht.<br />

Ophoging<strong>en</strong>/aanvulling<strong>en</strong>/realisering van bestaande <strong>en</strong> nieuwe zandlicham<strong>en</strong> zull<strong>en</strong><br />

ge<strong>en</strong> belangrijk effect hebb<strong>en</strong> op de grondwaterstroming (Bron Rijkswaterstaat).<br />

Met betrekking tot de wegverbreding A8 <strong>en</strong> A10 is in de voorligg<strong>en</strong>de studie rek<strong>en</strong>ing<br />

gehoud<strong>en</strong> met het aanlegg<strong>en</strong> van verharding, portal<strong>en</strong>, kabels <strong>en</strong> leiding<strong>en</strong> in bestaande<br />

berm<strong>en</strong>. Daarnaast zull<strong>en</strong> bestaande kunstwerk<strong>en</strong> word<strong>en</strong> verl<strong>en</strong>gd, verbreed <strong>en</strong> nieuwe<br />

aangelegd. De huidige bermslot<strong>en</strong> word<strong>en</strong> niet verlegd, alle<strong>en</strong> in de uiterste<br />

zuidwesthoek van het Oostzanerveld, vlakbij Oostzaan, buit<strong>en</strong> de begr<strong>en</strong>zing van de<br />

SBZ. Op één locatie, langs de A10, wordt e<strong>en</strong> dwarssloot gedempt.<br />

De Tweede Co<strong>en</strong>tunnel zal bestaan uit e<strong>en</strong> westelijke buis met 1x2 wisselrijstrok<strong>en</strong> <strong>en</strong><br />

e<strong>en</strong> oostelijke buis met 3 rijstrok<strong>en</strong> <strong>en</strong> e<strong>en</strong> vluchtstrook. De zuidzijde krijgt e<strong>en</strong> op<strong>en</strong><br />

karakter met transparante luchtscherm<strong>en</strong>. Aan de noordzijde wordt de tunnelingang ,<br />

net als de rest van het Co<strong>en</strong>plein, begeleid door bom<strong>en</strong>rij<strong>en</strong>. Dit houdt in dat waar<br />

voldo<strong>en</strong>de ruimte is e<strong>en</strong> dubbele bom<strong>en</strong>rij wordt aangeplant of bestaande bom<strong>en</strong>rij<strong>en</strong><br />

word<strong>en</strong> gehandhaafd. Rond e<strong>en</strong> gedeelte van het Co<strong>en</strong>plein kom<strong>en</strong> luchtscherm<strong>en</strong>. Als<br />

gevolg van de aanleg van de tunnel is <strong>en</strong>ige verstoring van het watermilieu in het<br />

Noordzeekanaal niet te vermijd<strong>en</strong>. Voor de aanleg van de aansluiting op de tunnel zal<br />

13


14<br />

aanwezige bebouwing word<strong>en</strong> gesloopt. Deze bevindt zich met name aan de noordkant<br />

van de tunnel.<br />

Groot onderhoud Knooppunt Zaandam<br />

Groot onderhoud maakt ge<strong>en</strong> onderdeel uit van het te nem<strong>en</strong> tracébesluit maar maakt<br />

wel deel uit van de onderzoeksopdracht <strong>en</strong> is daarom in dit docum<strong>en</strong>t opg<strong>en</strong>om<strong>en</strong>. De<br />

werkzaamhed<strong>en</strong> betreff<strong>en</strong> de bestaande verharding, daarnaast kan tijdelijk opslag van<br />

materiaal <strong>en</strong> het in depot zett<strong>en</strong> van materiaal in nabij geleg<strong>en</strong> berm<strong>en</strong> noodzakelijk zijn<br />

alsmede het tijdelijk aanpass<strong>en</strong> of verlegg<strong>en</strong> van watergang<strong>en</strong> of waterpartij<strong>en</strong>.<br />

2.2 Aanpak veldwerk<br />

Binn<strong>en</strong> het studiegebied zijn de berm<strong>en</strong> langs de A10-west, het verkeersplein Co<strong>en</strong>plein,<br />

de berm<strong>en</strong> <strong>en</strong> bermslot<strong>en</strong> langs de A8 onderzocht. Voor vogels is langs het<br />

Oostzanerveld e<strong>en</strong> aanzi<strong>en</strong>lijk ruimer studiegebied gehanteerd.<br />

Flora<br />

De inv<strong>en</strong>tarisatie van beschermde soort<strong>en</strong> plant<strong>en</strong> is met name gericht op pot<strong>en</strong>tiële<br />

groeiplaats<strong>en</strong>. Beschermde soort<strong>en</strong> zijn in twee rondes gekarteerd. De bezoek<strong>en</strong> hebb<strong>en</strong><br />

plaatsgehad op 6 april 2006 <strong>en</strong> 7 juni 2006. De eerste ronde is het gehele studiegebied<br />

dekk<strong>en</strong>d bezocht. Tijd<strong>en</strong>s de tweede ronde zijn met name de op basis van het eerste<br />

bezoek kansrijk geachte locaties voor beschermde soort<strong>en</strong> opnieuw bezocht. Van<br />

ev<strong>en</strong>tueel aangetroff<strong>en</strong> beschermde soort<strong>en</strong> is naast de locatie ook het aantal<br />

geregistreerd <strong>en</strong> op kaart ingetek<strong>en</strong>d.<br />

Viss<strong>en</strong><br />

Inv<strong>en</strong>tarisatie van viss<strong>en</strong>, in het bijzonder grote modderkruiper <strong>en</strong> bittervoorn, heeft<br />

plaatsgehad door middel van schepnetbemonstering op 6 april 2006 <strong>en</strong> 7 juni 2006. De<br />

betreff<strong>en</strong>de watergang<strong>en</strong> (bermslot<strong>en</strong>) zijn steekproefsgewijs met e<strong>en</strong> schepnet<br />

bemonsterd. Grote modderkruipers kunn<strong>en</strong> op kansrijke locaties goed met fuik<strong>en</strong><br />

word<strong>en</strong> geïnv<strong>en</strong>tariseerd. Tijd<strong>en</strong>s het eerste bezoek zijn echter ge<strong>en</strong> pot<strong>en</strong>tieel geschikte<br />

water<strong>en</strong> voor de grote modderkruiper aangetroff<strong>en</strong>. Fuikbemonstering heeft daarom niet<br />

plaatsgehad. Van de aangetroff<strong>en</strong> beschermde viss<strong>en</strong> is aantal <strong>en</strong> locatie op kaart<br />

ingetek<strong>en</strong>d.<br />

Amfibieën<br />

De inv<strong>en</strong>tarisatie is met name gericht op de aanwezigheid van rugstreeppadd<strong>en</strong> nabij de<br />

A10-west. De bermslot<strong>en</strong>, die door de ingrep<strong>en</strong> aangetast zull<strong>en</strong> word<strong>en</strong>, zijn op 6 april<br />

2006 <strong>en</strong> 7 juni 2006 steekproefsgewijs bemonsterd. Tev<strong>en</strong>s is in deze periode ’s avonds<br />

geïnv<strong>en</strong>tariseerd op de aanwezigheid van roep<strong>en</strong>de rugstreeppadd<strong>en</strong>.<br />

Vleermuiz<strong>en</strong><br />

Voor wat betreft vleermuiz<strong>en</strong> di<strong>en</strong>t inzicht te word<strong>en</strong> verkreg<strong>en</strong> in de functie van het<br />

plangebied (verblijfplaats<strong>en</strong>, foerageergebied) voor vleermuiz<strong>en</strong>. Op basis van de eerder<br />

door Rijkswaterstaat opgestelde natuurtoets is er vanuit gegaan dat verblijfplaats<strong>en</strong>


alle<strong>en</strong> te verwacht<strong>en</strong> zijn in gebouw<strong>en</strong> (niet in bom<strong>en</strong>). De inv<strong>en</strong>tarisatie van<br />

verblijfplaats<strong>en</strong> is derhalve slechts gericht op de te slop<strong>en</strong> gebouw<strong>en</strong> binn<strong>en</strong> het<br />

plangebied. Daarnaast zijn kansrijke locaties in het plangebied, duikers <strong>en</strong> andere<br />

onderdoorgang<strong>en</strong>, onderzocht op vliegroutes <strong>en</strong>/of conc<strong>en</strong>traties van foerager<strong>en</strong>de<br />

vleermuiz<strong>en</strong>.<br />

De inv<strong>en</strong>tarisatie van vleermuiz<strong>en</strong> is uitgevoerd met e<strong>en</strong> batdetector tijd<strong>en</strong>s ocht<strong>en</strong>d- of<br />

avondschemering. De inv<strong>en</strong>tarisaties zijn uitgevoerd in de periode april tot medio juni. In<br />

deze periode kunn<strong>en</strong> ev<strong>en</strong>tuele paarverblijv<strong>en</strong> <strong>en</strong> kraamkolonies word<strong>en</strong> vastgesteld.<br />

B<strong>en</strong>adrukt wordt dat vleermuiz<strong>en</strong> binn<strong>en</strong> e<strong>en</strong> seizo<strong>en</strong> <strong>en</strong> in de loop van de verschill<strong>en</strong>de<br />

seizo<strong>en</strong><strong>en</strong> (kraamtijd, paartijd, zomer, trek <strong>en</strong> overwintering) e<strong>en</strong> netwerk van<br />

verschill<strong>en</strong>de verblijfplaats<strong>en</strong> gebruik<strong>en</strong>. De resultat<strong>en</strong> van het veldonderzoek noch de te<br />

controler<strong>en</strong> gebouw<strong>en</strong> gav<strong>en</strong> aanleiding pot<strong>en</strong>tiële verblijfplaats<strong>en</strong> te verwacht<strong>en</strong>.<br />

Omdat op basis van het veldwerk in april - juni echter ge<strong>en</strong> uitsluitsel kon word<strong>en</strong><br />

gegev<strong>en</strong> over het gebruik in het najaar <strong>en</strong> winter is in september e<strong>en</strong> aanvull<strong>en</strong>de<br />

veldcontrole uitgevoerd (Annex III). Er zijn ge<strong>en</strong> aanwijzing<strong>en</strong> dat er in de gebouw<strong>en</strong><br />

sprake is van verblijfplaats<strong>en</strong>.<br />

Vogels<br />

Vogels zijn geïnv<strong>en</strong>tariseerd binn<strong>en</strong> de door geluid beïnvloede verstoringszone. In het<br />

SBZ Oostzanerveld is geïnv<strong>en</strong>tariseerd het gebied in het Oostzanerveld over e<strong>en</strong> afstand<br />

van 800 - 1000 m over de volle l<strong>en</strong>gte van de A8 tuss<strong>en</strong> Oostzaan tot <strong>en</strong> met<br />

knooppunt Zaandam <strong>en</strong> het stuk A7 tot de kade van de Wijde Wormer.<br />

Verder is het noordelijk stuk van de A10-west geïnv<strong>en</strong>tariseerd op vogels. Het betreft<br />

hier met name broedvogels in de directe omgeving van de weg.<br />

De inv<strong>en</strong>tarisatie van broedvogels is gebaseerd op de methode 'uitgebreide<br />

territoriumkartering' (Van Dijk, 2004) waarbij het aantal bezoek<strong>en</strong> is afgestemd op het<br />

type onderzoeksgebied. Broedvogels zijn geïnv<strong>en</strong>tariseerd in de periode van half maart<br />

tot half juni. Er zijn vijf bezoekrondes aan het Oostzanerveld gebracht <strong>en</strong> één tot drie<br />

bezoek<strong>en</strong> in de rest van het plangebied.<br />

Grondgebond<strong>en</strong> zoogdier<strong>en</strong><br />

De berm<strong>en</strong> binn<strong>en</strong> het plangebied zijn beoordeeld op hun betek<strong>en</strong>is voor beschermde<br />

zoogdier<strong>en</strong>. Op basis van de resultat<strong>en</strong> van de door Rijkswaterstaat uitgevoerde<br />

natuurtoets <strong>en</strong> de in het kader van deze studie uitgevoerde veldbezoek<strong>en</strong> is beoordeeld<br />

dat inv<strong>en</strong>tarisatie van kleine zoogdier<strong>en</strong> (waterspitsmuis, noordse woelmuis) met behulp<br />

van life-traps niet nodig is.<br />

Noordzeekanaal<br />

Er di<strong>en</strong>t inzicht te word<strong>en</strong> verschaft in de aanwezigheid van beschermde soort<strong>en</strong> in <strong>en</strong><br />

nabij het Noordzeekanaal. Dit is beoordeeld op basis van e<strong>en</strong> oriënter<strong>en</strong>d veldbezoek <strong>en</strong><br />

literatuur (o.a. ‘Haring in het IJ’ (Melchers & Timmermans, 1991). Op basis hiervan is<br />

e<strong>en</strong> aanvull<strong>en</strong>de inv<strong>en</strong>tarisatie voor het Noordzeekanaal niet nodig geacht.<br />

15


16<br />

2.3 Aanpak toetsing<br />

E<strong>en</strong> beschrijving van het wettelijk kader dat het uitgangspunt vormt voor de toetsing is<br />

opg<strong>en</strong>om<strong>en</strong> in Bijlage 1.<br />

Basis voor de natuurtoets is het rapport ‘Natuurtoets Capaciteitsuitbreiding Co<strong>en</strong>tunnel’<br />

opgesteld door Rijkswaterstaat. Deze studie geeft e<strong>en</strong> eerste aanzet van beschermde<br />

soort<strong>en</strong> die langs het betreff<strong>en</strong>de traject in de omgeving van de rijksweg kunn<strong>en</strong> word<strong>en</strong><br />

verwacht. Over concrete verspreidingsgegev<strong>en</strong>s langs het traject war<strong>en</strong> weinig of ge<strong>en</strong><br />

gegev<strong>en</strong>s bek<strong>en</strong>d. De voorligg<strong>en</strong>de studie geeft e<strong>en</strong> actualisatie van het rapport<br />

‘Natuurtoets Capaciteitsuitbreiding Co<strong>en</strong>tunnel’ op basis van dit jaar uitgevoerd<br />

veldonderzoek.<br />

De voorligg<strong>en</strong>de natuurtoets is uitgevoerd op basis van:<br />

• het wegontwerp <strong>en</strong> daaruit volg<strong>en</strong>de typ<strong>en</strong> werkzaamhed<strong>en</strong>;<br />

• door Rijkswaterstaat geleverde gegev<strong>en</strong>s met betrekking tot verspreiding van flora<br />

<strong>en</strong> fauna (die als basis di<strong>en</strong>d<strong>en</strong> voor de eerder uitgevoerde natuurtoets); het betreft<br />

gegev<strong>en</strong>s van het Natuurloket, Provincie Noord-Holland <strong>en</strong> DRO Amsterdam;<br />

• het dit jaar uitgevoerde veldonderzoek;<br />

• relevante literatuur (verspreidingsatlass<strong>en</strong>, waarnemingsoverzicht<strong>en</strong> e.d.).<br />

Flora- <strong>en</strong> faunawet<br />

Bekek<strong>en</strong> is of <strong>en</strong> zo ja voor welke soort<strong>en</strong> de ingreep leidt tot overtreding van<br />

verbodsbepaling<strong>en</strong>, artikel 8 t/m 13, van de Flora- <strong>en</strong> faunawet. Er is onderscheid<br />

gemaakt in zog<strong>en</strong>aamde Tabel 1, Tabel 2 <strong>en</strong> Tabel 3 soort<strong>en</strong>.<br />

Aangegev<strong>en</strong> is met welke maatregel<strong>en</strong> ev<strong>en</strong>tuele negatieve effect<strong>en</strong> kunn<strong>en</strong> word<strong>en</strong><br />

voorkom<strong>en</strong>, verzacht of gecomp<strong>en</strong>seerd.<br />

Natuurbeschermingswet 1998<br />

E<strong>en</strong> groot deel van het tracé ligt langs de SBZ Oostzanerveld. E<strong>en</strong> deel van de SBZ is<br />

aangewez<strong>en</strong> als Vogelrichtlijngebied <strong>en</strong> e<strong>en</strong> deel is aangemeld als Habitatrichtlijngebied.<br />

T<strong>en</strong> behoeve van vere<strong>en</strong>voudiging van regelgeving <strong>en</strong> uniformiteit word<strong>en</strong> overlapp<strong>en</strong>de<br />

Vogel- <strong>en</strong> Habitatrichtlijngebied<strong>en</strong> sam<strong>en</strong>gevoegd tot Natura 2000 gebied<strong>en</strong>. Hiermee<br />

wordt e<strong>en</strong> goede afstemming beoogd tuss<strong>en</strong> doel<strong>en</strong> voor Vogel- <strong>en</strong><br />

Habitatrichtlijngebied<strong>en</strong>. Voor de eerste tranche van Natura 2000 gebied<strong>en</strong> is de<br />

publicatie van ontwerpbesluit<strong>en</strong> na de zomer van 2006 gepland. De tweede tranche<br />

volgt daarna. (brief Veerman 16-6-2006 aan Tweede Kamer)<br />

Voor het studiegebied betek<strong>en</strong>t dit dat e<strong>en</strong> groot deel van het gebied onderdeel vormt<br />

van het nog aan te wijz<strong>en</strong> Natura 2000 gebied Ilperveld/Vark<strong>en</strong>sland/<br />

Oostzanerveld/Twiske.<br />

De ingreep is getoetst aan de hand van de (concept) instandhoudingsdoel<strong>en</strong> zoals<br />

geformuleerd voor het nog aan te wijz<strong>en</strong> g<strong>en</strong>oemde Natura 2000 –gebied <strong>en</strong> de<br />

instandhoudingsdoel<strong>en</strong> zoals reeds geformuleerd voor het hierin opg<strong>en</strong>om<strong>en</strong>,<br />

aangewez<strong>en</strong> Vogelrichtlijngebied (zie ook bijlage 2).


Algeme<strong>en</strong> geldt dat de natuurlijke k<strong>en</strong>merk<strong>en</strong> niet mog<strong>en</strong> word<strong>en</strong> aangetast, maar voor<br />

nog niet aangewez<strong>en</strong> gebied<strong>en</strong> ligg<strong>en</strong> deze nog niet vast.<br />

Uitgangspunt bij onderhavige Natuurtoets is, dat het Habitatrichtlijngebied, volwaardig<br />

wordt meeg<strong>en</strong>om<strong>en</strong> <strong>en</strong> dat getoetst wordt aan haar toegeschrev<strong>en</strong><br />

instandhoudingsdoel<strong>en</strong>.<br />

Er kunn<strong>en</strong> directe kwantitatieve effect<strong>en</strong> optred<strong>en</strong> zoals verlies aan ruimtebeslag <strong>en</strong> e<strong>en</strong><br />

to<strong>en</strong>em<strong>en</strong>de versnippering. Omdat de ingreep buit<strong>en</strong> de begr<strong>en</strong>zing van de SBZ<br />

Oostzanerveld plaatsvindt <strong>en</strong> betrekking hebb<strong>en</strong> op e<strong>en</strong> reeds bestaande rijksweg zijn<br />

ge<strong>en</strong> directe effect<strong>en</strong> voorzi<strong>en</strong>.<br />

T<strong>en</strong> aanzi<strong>en</strong> van de ingreep kan sprake zijn van indirecte effect<strong>en</strong> die sam<strong>en</strong>hang<strong>en</strong> met<br />

e<strong>en</strong> to<strong>en</strong>em<strong>en</strong>d verkeergebruik zoals verstoring door licht, geluid <strong>en</strong><br />

luchtverontreiniging. Ook kunn<strong>en</strong> indirecte effect<strong>en</strong> optred<strong>en</strong> als gevolg van e<strong>en</strong><br />

verandering in de grondwaterhuishouding. Voor luchtverontreiniging is uitgegaan van<br />

e<strong>en</strong> stand still beginsel. Uit de bij deze natuurtoets gevoegde Annex I blijkt dat er als<br />

gevolg van luchtverontreiniging ge<strong>en</strong> significante effect<strong>en</strong> zijn te verwacht<strong>en</strong>.<br />

De huidige rijksweg vormt e<strong>en</strong> belangrijke bron voor lichtverstrooiing. Als gevolg van de<br />

aanleg van extra rijstrok<strong>en</strong> zal de hoeveelheid licht niet to<strong>en</strong>em<strong>en</strong>, ook is er ge<strong>en</strong> sprake<br />

van verplaatsing van de lichtbronn<strong>en</strong>. Op het tracé langs de SBZ Oostzaneveld blijft de<br />

huidige wegconfiguratie gehandhaafd. Er zijn derhalve ge<strong>en</strong> effect<strong>en</strong> als gevolg van<br />

verander<strong>en</strong>de situatie t<strong>en</strong> aanzi<strong>en</strong> van licht voorzi<strong>en</strong>.<br />

Effect<strong>en</strong> op de grondwaterhuishouding zijn te verwacht<strong>en</strong> ter hoogte van de aanleg van<br />

de tunnel met toe- <strong>en</strong> afritt<strong>en</strong>. De bebouwing van Oostzaan <strong>en</strong> huidige rijksweg ligg<strong>en</strong><br />

tuss<strong>en</strong> de locatie van de ingreep <strong>en</strong> de SBZ. Er word<strong>en</strong> ge<strong>en</strong> effect<strong>en</strong> op de<br />

grondwaterhuishouding verwacht.<br />

T<strong>en</strong> aanzi<strong>en</strong> van de verander<strong>en</strong>de geluidsbelasting is gebruik gemaakt van het overzicht<br />

van effectafstand<strong>en</strong> van Reijn<strong>en</strong> et al. (1992) met de aanvulling voor ZOAB <strong>en</strong><br />

tweelaags ZOAB (Meetkundige Di<strong>en</strong>st 2004, zie Bijlage 2).<br />

17


3 Pass<strong>en</strong>de beoordeling vogels Oostzanerveld<br />

3.1 Verspreiding <strong>en</strong> aantall<strong>en</strong> broedvogels<br />

De hier beschrev<strong>en</strong> resultat<strong>en</strong> betreff<strong>en</strong> de aantall<strong>en</strong> in het geïnv<strong>en</strong>tariseerde gebied (zie<br />

2.2), hierbij is het pot<strong>en</strong>tieel onder invloed van de geluidbelasting staande gebied<br />

bestrek<strong>en</strong>.<br />

Zoals in § 1.3 opgemerkt heeft alléén het gebiedsdeel t<strong>en</strong> noord<strong>en</strong> van de spoorlijn de<br />

status Vogelrichtlijngebied (is reeds aangewez<strong>en</strong>). Dit deel heeft tev<strong>en</strong>s de status<br />

Habitatrichtlijn tezam<strong>en</strong> met het op de kaart<strong>en</strong> aangeduide gebied t<strong>en</strong> zuid<strong>en</strong> van de<br />

spoorlijn (nog niet aangewez<strong>en</strong>, zie ook figuur 1.2). E<strong>en</strong> zeer groot deel van de SBZ valt<br />

buit<strong>en</strong> de verstoringszone.<br />

Het Oostzanerveld is wat broedvogels betreft e<strong>en</strong> rijk <strong>en</strong> gevarieerd gebied. Het wordt<br />

gekarakteriseerd door e<strong>en</strong> hoge diversiteit aan weidevogels <strong>en</strong> soort<strong>en</strong> van<br />

rietmoerass<strong>en</strong>. Voor <strong>en</strong>kele soort<strong>en</strong> word<strong>en</strong> zelfs dichthed<strong>en</strong> gehaald die uniek zijn voor<br />

Nederland (grutto, rietzanger).<br />

Weidevogels<br />

In de categorie weidevogels vall<strong>en</strong> met name de hoge aantall<strong>en</strong> van de grutto (57<br />

territoria), kievit (142 territoria), krake<strong>en</strong>d (30 territoria), scholekster (33 territoria) <strong>en</strong><br />

tureluur (31 territoria) op. Daarnaast zijn de volg<strong>en</strong>de k<strong>en</strong>merk<strong>en</strong>de weidevogelsoort<strong>en</strong><br />

in lage aantall<strong>en</strong> in het gebied gevond<strong>en</strong>: graspieper (4 territoria) <strong>en</strong> slobe<strong>en</strong>d (6<br />

territoria).<br />

Figuur 3.1 (blz 20) geeft e<strong>en</strong> overzicht weer van de ligging van de territoria van e<strong>en</strong><br />

aantal voor het gebied k<strong>en</strong>merk<strong>en</strong>de weidevogelsoort<strong>en</strong> (grutto, kievit, tureluur,<br />

scholekster, graspieper, slobe<strong>en</strong>d <strong>en</strong> krake<strong>en</strong>d). De verspreiding van weidevogels is erg<br />

gebond<strong>en</strong> aan de aanwezigheid van op<strong>en</strong> <strong>en</strong> lage vegetaties <strong>en</strong> is mede daardoor in<br />

verschill<strong>en</strong>de clusters verdeeld. De percel<strong>en</strong> met rietkrag<strong>en</strong> zijn weinig in trek bij<br />

weidevogels. E<strong>en</strong> belangrijke conc<strong>en</strong>tratie van weidevogels is te vind<strong>en</strong> in het noord<strong>en</strong><br />

van het Oostzanerveld, langs de A7 t<strong>en</strong> noord<strong>en</strong> van het spoor. Andere belangrijke<br />

weidevogelconc<strong>en</strong>traties ligg<strong>en</strong> langs de A8 tuss<strong>en</strong> km 3,2 - 3,5 <strong>en</strong> tuss<strong>en</strong> km 4,1 – 4,8.<br />

Vooral ter hoogte van hectometerpaal 4,5 werd<strong>en</strong> territoria vastgesteld die vlak langs de<br />

snelweg lag<strong>en</strong>.<br />

Moerasvogels<br />

Ter hoogte van het knooppunt Zaandam is het gebied bijzonder rijk aan riet- <strong>en</strong><br />

moerasvogels. Het gros van de rietvogels bevindt zich tuss<strong>en</strong> de Klaas Wannersloot (km<br />

4,6) <strong>en</strong> het spoor. Hier ligg<strong>en</strong> uitgestrekte rietveld<strong>en</strong> die uitermate geschikt zijn voor riet<strong>en</strong><br />

moerasvogels. Soort<strong>en</strong> als rietzanger, rietgors <strong>en</strong> kleine karekiet kom<strong>en</strong> in opvall<strong>en</strong>de<br />

hoge dichthed<strong>en</strong> in het gebied voor. Daarnaast werd<strong>en</strong> bruine kiek<strong>en</strong>dief, blauwborst,<br />

bosrietzanger, sprinkhaanzanger <strong>en</strong> waterral in lagere aantall<strong>en</strong> aangetroff<strong>en</strong>. De SBZ<br />

Oostzanerveld is in het Gebied<strong>en</strong>docum<strong>en</strong>t aangegev<strong>en</strong> als belangrijk voor de roerdomp.<br />

Van deze landelijk bedreigde soort, de landelijke broedvogelpopulatie bedraagt 200-250<br />

paar (SOVON, 2002), werd<strong>en</strong> op e<strong>en</strong> viertal plekk<strong>en</strong> territoria vastgesteld. In figuur 3.2<br />

19


20<br />

is e<strong>en</strong> gecombineerde verspreiding van de territoria van de belangrijkste rietvogelsoort<strong>en</strong><br />

weergegev<strong>en</strong>.<br />

tweelaags<br />

tweelaags<br />

tweelaags<br />

tweelaags<br />

Figuur 3.1. Gecombineerde verspreiding van territoria van de grutto, kievit, tureluur,<br />

scholekster, graspieper, slobe<strong>en</strong>d <strong>en</strong> krake<strong>en</strong>d in het Oostzanerveld in<br />

2006. (Tev<strong>en</strong>s weergegev<strong>en</strong> de effectafstand<strong>en</strong> van het<br />

beïnvloedingsgebied, zie 3.3.)


tweelaags<br />

tweelaags<br />

tweelaags<br />

tweelaags<br />

Figuur 3.2. Gecombineerde verspreiding van de rietzanger, rietgors, kleine karekiet,<br />

blauwborst, bosrietzanger, bruine kiek<strong>en</strong>dief, roerdomp,<br />

sprinkhaanzanger <strong>en</strong> waterral in het Oostzanerveld in 2006. (Tev<strong>en</strong>s<br />

weergegev<strong>en</strong> de effectafstand<strong>en</strong> van het beïnvloedingsgebied, zie 3.3.)<br />

Zangvogels zoals rietzanger, rietgors <strong>en</strong> kleine karekiet broed<strong>en</strong> lokaal tot aan de weg.<br />

Roerdomp <strong>en</strong> bruine kiek<strong>en</strong>dief zijn voornamelijk wat verder van de weg waarg<strong>en</strong>om<strong>en</strong>.<br />

Op deze soort<strong>en</strong> heeft verkeerslawaai mogelijk e<strong>en</strong> grotere negatieve invloed. Het valt<br />

21


22<br />

echter niet uit te sluit<strong>en</strong> dat hierbij ook andere factor<strong>en</strong> van belang zijn, zoals de<br />

aanwezigheid van geschikt broedhabitat.<br />

Overige soort<strong>en</strong><br />

Naast de reeds g<strong>en</strong>oemde soort<strong>en</strong> werd<strong>en</strong> soort<strong>en</strong> vastgesteld die in struwel<strong>en</strong> <strong>en</strong><br />

opgaande beplanting<strong>en</strong> broed<strong>en</strong> (grasmus, putter, spotvogel <strong>en</strong> tuinfluiter). Deze<br />

soort<strong>en</strong> zijn in niet noem<strong>en</strong>swaardige aantall<strong>en</strong> in het Oostzanerveld te vind<strong>en</strong>. Het<br />

voorkom<strong>en</strong> is sterk gebond<strong>en</strong> aan houtige gewass<strong>en</strong>, welke op <strong>en</strong>kele plaats<strong>en</strong> in het<br />

gebied, maar vooral lokaal in de wegberm te vind<strong>en</strong> zijn. Enkele kleine kolonies van<br />

kokmeeuw <strong>en</strong> visdief zijn in het gebied aanwezig. Deze werd<strong>en</strong>, met uitzondering van<br />

één locatie, gevond<strong>en</strong> op aanzi<strong>en</strong>lijke afstand van de snelweg. De ligging van de<br />

kolonies zal van jaar tot jaar sterk kunn<strong>en</strong> verschill<strong>en</strong>.<br />

3.2 Vogelrichtlijnsoort<strong>en</strong> <strong>en</strong> Rode-lijstsoort<strong>en</strong><br />

Het studiegebied t<strong>en</strong> noord<strong>en</strong> van het spoor langs de A7 valt binn<strong>en</strong> het<br />

Vogelrichtlijngebied Ilperveld/Vark<strong>en</strong>sland <strong>en</strong> Twiske (zie figuur 3.1 <strong>en</strong> 3.2). De<br />

aanwijzing als Vogelrichtlijngebied heeft betrekking op de volg<strong>en</strong>de broedvogelsoort<strong>en</strong> :<br />

roerdomp In Oostzanerveld aangetroff<strong>en</strong><br />

bruine kiek<strong>en</strong>dief In Oostzanerveld aangetroff<strong>en</strong><br />

kemphaan Niet aangetroff<strong>en</strong><br />

watersnip Niet aangetroff<strong>en</strong><br />

visdief In Oostzanerveld aangetroff<strong>en</strong><br />

snor Niet aangetroff<strong>en</strong><br />

rietzanger In Oostzanerveld aangetroff<strong>en</strong><br />

Alle<strong>en</strong> de roerdomp is e<strong>en</strong> kwalificer<strong>en</strong>de soort voor het Vogelrichtlijngebied<br />

Ilperveld/Vark<strong>en</strong>sland <strong>en</strong> Twiske. Het gebied behoort tot de vijf beste gebied<strong>en</strong> voor<br />

deze soort in Nederland. Voor de overige soort<strong>en</strong> heeft het gebied e<strong>en</strong> belangrijke<br />

functie als leefgebied. Kemphaan, watersnip <strong>en</strong> snor zijn niet in het onderzochte<br />

gedeelte van het Vogelrichtlijngebied aangetroff<strong>en</strong>.<br />

E<strong>en</strong> groot deel van het studiegebied is tev<strong>en</strong>s aangemeld als Habitatrichtlijngebied <strong>en</strong> zal<br />

tezam<strong>en</strong> met het Vogelrichtlijngebied onderdeel vorm<strong>en</strong> van het aan te wijz<strong>en</strong> Natura<br />

2000 gebied Ilperveld/Vark<strong>en</strong>sland/Oostzanerveld/Twiske. Het deel t<strong>en</strong> zuid<strong>en</strong> van de<br />

Roemersloot (ongeveer ter hoogte van het tankstation) valt niet binn<strong>en</strong> het Natura 2000<br />

gebied.<br />

E<strong>en</strong> deel van de in 2006 aangetroff<strong>en</strong> broedvogelsoort<strong>en</strong> staat op de Rode Lijst (zie<br />

Bijlage 1 B1.4). Dit zijn graspieper, grutto, tureluur <strong>en</strong> spotvogel (in de categorie<br />

gevoelig), slobe<strong>en</strong>d <strong>en</strong> visdief (in de categorie kwetsbaar) <strong>en</strong> roerdomp (in de categorie<br />

bedreigd).


Hieronder zijn kort de waarneming<strong>en</strong> van de in het Oostzanerveld aangetroff<strong>en</strong><br />

Vogelrichtlijnsoort<strong>en</strong> beschrev<strong>en</strong>. Het betreft roerdomp, bruine kiek<strong>en</strong>dief, visdief <strong>en</strong><br />

rietzanger.<br />

Roerdomp<br />

De roerdomp is op vier plaats<strong>en</strong> in het gebied als broedvogel vastgesteld. De soort<br />

prefereert stilstaand ondiep water met e<strong>en</strong> dichte, uitgestrekte vegetatie van liefst<br />

overjarig riet, waarvan voldo<strong>en</strong>de waterriet. Eén territorium ligt in het<br />

Vogelrichtlijngebied op ongeveer 800 meter van de A7. De overige drie territoria ligg<strong>en</strong><br />

in het nog aan te wijz<strong>en</strong> Natura 2000 gebied, op e<strong>en</strong> minimum van 500 meter van de<br />

snelweg. Roerdomp<strong>en</strong> verblijv<strong>en</strong> tijd<strong>en</strong>s niet al te str<strong>en</strong>ge winters jaarrond in het gebied<br />

<strong>en</strong> zijn redelijk plaatstrouw.<br />

Bruine kiek<strong>en</strong>dief<br />

De bruine kiek<strong>en</strong>dief heeft e<strong>en</strong> voorkeur voor rietveld<strong>en</strong> als nestplaats. Het<br />

foerageergebied omvat zowel rietmoerass<strong>en</strong> als agrarische gebied<strong>en</strong> (akker <strong>en</strong> grasland).<br />

Het foerageergebied strekt zich uit tot ongeveer 7 kilometer van het nest. De <strong>en</strong>ige twee<br />

territoria zijn gelokaliseerd in het nog aan te wijz<strong>en</strong> Natura 2000 gebied. Er werd<strong>en</strong> wel<br />

<strong>en</strong>kele waarneming<strong>en</strong> van rondvlieg<strong>en</strong>de bruine kiek<strong>en</strong>diev<strong>en</strong> gedaan in het<br />

Vogelrichtlijngebied, maar deze waarneming<strong>en</strong> volded<strong>en</strong> niet aan de criteria voor e<strong>en</strong><br />

territorium. Van de twee territoria bevond één zich op ongeveer 200 meter van het<br />

knooppunt Zaandam. Het andere territorium werd gevond<strong>en</strong> op ongeveer 800 meter<br />

van de A8. De twee paar bruine kiek<strong>en</strong>diev<strong>en</strong> gebruik<strong>en</strong> sam<strong>en</strong> e<strong>en</strong> groot deel van het<br />

Oostzanerveld als foerageergebied.<br />

Visdief<br />

De visdief broedt voornamelijk op rustige schaars begroeide eiland<strong>en</strong> met voldo<strong>en</strong>de<br />

voedsel in e<strong>en</strong> straal tot 10 kilometer van de kolonie <strong>en</strong> zoveel mogelijk gevrijwaard van<br />

landpredator<strong>en</strong>. Binn<strong>en</strong> het Vogelrichtlijngebied is op één locatie e<strong>en</strong> kleine kolonie (5<br />

paar) visdiev<strong>en</strong> gevestigd op ongeveer 600 meter van de A7. Buit<strong>en</strong> het<br />

Vogelrichtlijngebied, maar binn<strong>en</strong> het aan te wijz<strong>en</strong> Natura 2000 gebied, zijn op vijf<br />

locaties broed<strong>en</strong>de visdiev<strong>en</strong> gevond<strong>en</strong>. Het betreft bijzonder kleine kolonies <strong>en</strong> in e<strong>en</strong><br />

<strong>en</strong>kel geval slechts e<strong>en</strong> solitair broedgeval. Dit solitaire broedgeval bevond zich op amper<br />

100 meter van de A8. De overige kolonies bevond<strong>en</strong> zich op t<strong>en</strong> minste 300 meter van<br />

de snelweg. De vogels van de diverse kolonies b<strong>en</strong>utt<strong>en</strong> het hele gebied om bov<strong>en</strong> water<br />

te foerager<strong>en</strong>.<br />

Rietzanger<br />

Het broedbiotoop van de rietzanger bestaat uit moerasbiotoop met verruigd riet. De<br />

soort broedt teg<strong>en</strong>woordig vooral in laagve<strong>en</strong>moerass<strong>en</strong> met e<strong>en</strong> voorkeur voor relatief<br />

droge del<strong>en</strong>. Van de 132 gevond<strong>en</strong> territoria bevond<strong>en</strong> zich slecht 16 in het<br />

Vogelrichtlijngebied. Daar zitt<strong>en</strong> ze vooral in de rietkrag<strong>en</strong> langs het spoor <strong>en</strong> verspreid in<br />

rietzom<strong>en</strong> langs de percel<strong>en</strong>. Het areaal riet in het gebied t<strong>en</strong> zuid<strong>en</strong> van het spoor is<br />

vele mal<strong>en</strong> hoger <strong>en</strong> di<strong>en</strong>t<strong>en</strong>gevolge veel aantrekkelijker voor rietzangers. Het gros van<br />

de rietzangers bevindt zich dan ook tuss<strong>en</strong> het spoor <strong>en</strong> de Klaas Wannersloot.<br />

23


24<br />

De verspreiding van hiervoor g<strong>en</strong>oemde soort<strong>en</strong> is weergegev<strong>en</strong> in figuur 3.3. De<br />

verspreiding van Rodelijst soort<strong>en</strong> is weergegev<strong>en</strong> in figuur 3.4.<br />

tweelaags<br />

tweelaags<br />

tweelaags<br />

tweelaags<br />

Fig. 3.3. De verspreiding van vier kwalificer<strong>en</strong>de soort<strong>en</strong> (rietzanger, roerdomp,<br />

visdief <strong>en</strong> bruine kiek<strong>en</strong>dief) in het Oostzanerveld in 2006. (Tev<strong>en</strong>s<br />

weergegev<strong>en</strong> de effectafstand<strong>en</strong> van het beïnvloedingsgebied, zie 3.3.)


tweelaags<br />

tweelaags<br />

tweelaags<br />

tweelaags<br />

Fig. 3.4. De verspreiding van Rodelijst soort<strong>en</strong> (graspieper, grutto, roerdomp,<br />

slobe<strong>en</strong>d, spotvogel, tureluur <strong>en</strong> visdief) in het Oostzanerveld in 2006.<br />

(Tev<strong>en</strong>s weergegev<strong>en</strong> de effectafstand<strong>en</strong> van het beïnvloedingsgebied,<br />

zie 3.3.)<br />

25


26<br />

3.3 Effectberek<strong>en</strong>ing<br />

Effect<strong>en</strong> op broedvogels<br />

Effect<strong>en</strong> word<strong>en</strong> vooral verwacht vanwege e<strong>en</strong> to<strong>en</strong>em<strong>en</strong>de geluidsbelasting in het<br />

gebied. Reijn<strong>en</strong> & Fopp<strong>en</strong> (1991) hebb<strong>en</strong> het effect van geluidsbelasting door<br />

wegverkeer op de broedvogeldichtheid onderzocht. Hoewel vrijwel alle<br />

broedvogelsoort<strong>en</strong> hinder ondervind<strong>en</strong> van de geluidsbelasting is in de voorligg<strong>en</strong>de<br />

rapportage de aandacht specifiek gericht op de soort<strong>en</strong> die in de aanwijzing van de SBZ<br />

zijn opg<strong>en</strong>om<strong>en</strong> <strong>en</strong> in het studiegebied als broedvogel zijn aangetroff<strong>en</strong>. Het betreft:<br />

roerdomp, bruine kiek<strong>en</strong>dief, visdief <strong>en</strong> rietzanger.<br />

Voor de beoordeling word<strong>en</strong> de volg<strong>en</strong>de stapp<strong>en</strong> doorgelop<strong>en</strong>:<br />

• de eerste stap is het bepal<strong>en</strong> van de verandering van het beinvloedingsgebied in het<br />

huidige Vogelrichtlijngebied na de ingreep voor twee variant<strong>en</strong>, één variant met <strong>en</strong><br />

één zonder het aanbr<strong>en</strong>g<strong>en</strong> van 1500 meter tweelaags ZOAB op de A7 in beide<br />

richting<strong>en</strong>, gerek<strong>en</strong>d vanaf knooppunt Zaanstad, <strong>en</strong> op 350 meter van de<br />

verbindingsweg tuss<strong>en</strong> de A8 <strong>en</strong> de A7.<br />

• Vervolg<strong>en</strong>s wordt de verandering van het beinvloedingsgebied vergelek<strong>en</strong> met de<br />

verspreiding van bov<strong>en</strong>g<strong>en</strong>oemde soort<strong>en</strong>.<br />

• Ev<strong>en</strong>tuele te verwacht<strong>en</strong> verandering<strong>en</strong> in aantall<strong>en</strong> broedvogels word<strong>en</strong> getoetst op<br />

significantie.<br />

Verandering beinvloedingsgebied<br />

Voor deze studie zijn de verkeersgegev<strong>en</strong>s gebruikt behor<strong>en</strong>d bij het NRM model dat<br />

voor de Co<strong>en</strong>tunnelstudie is gebruikt (Bron: Rijkswaterstaat). Hierbij zijn prognoses<br />

afgegev<strong>en</strong> voor de hoeveelheid verkeer in 2022 in het geval dat de Tweede Co<strong>en</strong>tunnel<br />

is aangelegd. Voor de autonome ontwikkeling is gebruik gemaakt van de prognosecijfers<br />

uit 2011, deze zijn t<strong>en</strong> behoeve van de vergelijkbaarheid, naar 2022 geëxtrapoleerd. Dit<br />

is gebeurd op basis van e<strong>en</strong> veronderstelde to<strong>en</strong>ame in de periode van 2011 tot 2022<br />

van 1.5 % per jaar. Dit perc<strong>en</strong>tage is gebaseerd op afvlakk<strong>en</strong>de verkeersgroeicijfers.<br />

Bij de effectberek<strong>en</strong>ing is het reflecter<strong>en</strong>d effect van de ter hoogte van de zog<strong>en</strong>aamde<br />

ERAflats te plaats<strong>en</strong> geluidscherm<strong>en</strong>, als verwaarloosbaar beschouwd. De netto to<strong>en</strong>ame<br />

van de geluidbelasting als gevolg van deze geluidscherm<strong>en</strong>, in vergelijking met e<strong>en</strong><br />

situatie zónder, bedraagt in de SBZ Oostzanerveld minder dan 0,4 dBA (situatie 2022,<br />

mét Tweede Co<strong>en</strong>tunnel, Bron Rijkswaterstaat).<br />

De volg<strong>en</strong>de verkeerscijfers zijn gebruikt, met daarachter de volg<strong>en</strong>s informatie van de<br />

Meetkundige Di<strong>en</strong>st RWS geld<strong>en</strong>de effectafstand<strong>en</strong> (geactualiseerd bestand,<br />

Meetkundige Di<strong>en</strong>st 2004 op basis van Reijn<strong>en</strong> et al, 1992; zie bijlage 3).<br />

A7 tracé langs het V<br />

ogelrichtlijngebied (<br />

VR, HR <strong>en</strong><br />

EHS, 1500 meter)<br />

Autonoom 2022, 78.454 mtv/etmaal:<br />

- effectafstand bij <strong>en</strong>kellaags ZOAB - 395 meter (59,3 ha)<br />

- effectafstand bij tweelaags ZOAB - 275 meter (41,3 ha)


Tweede Co<strong>en</strong>tunnel 2022, 94.166 mtv/etmaal:<br />

- effectafstand bij <strong>en</strong>kellaags ZOAB - 455 meter (68,3 ha); e<strong>en</strong> to<strong>en</strong>ame met 9<br />

hectare t.o.v. autonome ontwikkeling, dit di<strong>en</strong>t te word<strong>en</strong> gemitigeerd.<br />

- effectafstand bij tweelaags ZOAB - 320 meter (48,0 ha); afname met 11,3 hectare<br />

t.o.v. autonome ontwikkeling bij <strong>en</strong>kellaags ZOAB, <strong>en</strong> met ruim 20 hectare t.o.v.<br />

<strong>en</strong>kelllaags ZOAB mét Tweede Co<strong>en</strong>tunnel.<br />

Binn<strong>en</strong> het Vogelrichtlijngebied is de to<strong>en</strong>ame van het beinvloedingsgebied (9 ha) bij<br />

aanleg van de Tweede Co<strong>en</strong>tunnel dus meer dan volledig te mitiger<strong>en</strong> door toepassing<br />

van tweelaags ZOAB. Het beinvloedingsgebied neemt in dat geval netto af met 11,3<br />

hectare t<strong>en</strong> opzicht van de autonome situatie. Bij toepassing van tweelaags ZOAB zijn<br />

derhalve ge<strong>en</strong> negatieve effect<strong>en</strong> op doelsoort<strong>en</strong> te verwacht<strong>en</strong>.<br />

A7 tracé langs het overig Natura 2000 gebied (HR <strong>en</strong> EHS, 350 meter)<br />

A7 autonoom 2022, 78.454 mtv/etmaal:<br />

- effectafstand bij <strong>en</strong>kellaags ZOAB - 395 meter (13,8 ha)<br />

- effectafstand bij tweelaags ZOAB - 275 meter (9,6 ha)<br />

A7 Tweede Co<strong>en</strong>tunnel 2022, 94.166 mtv/etmaal:<br />

- effectafstand bij <strong>en</strong>kellaags ZOAB - 455 meter (15,9 ha); e<strong>en</strong> to<strong>en</strong>ame met 2,1<br />

hectare t.o.v. autonome ontwikkeling, dit di<strong>en</strong>t te word<strong>en</strong> gemitigeerd.<br />

- effectafstand bij tweelaags ZOAB - 320 meter (11,2 ha); e<strong>en</strong> afname met 2,6<br />

hectare t.o.v. autonome ontwikkeling.<br />

Binn<strong>en</strong> het Natura 2000 gebied langs de A7, dat buit<strong>en</strong> het Vogelrichtlijngebied ligt, is<br />

de to<strong>en</strong>ame van het beïnvloedingsgebied (2,1 ha) bij aanleg van de Tweede Co<strong>en</strong>tunnel<br />

dus meer dan volledig te mitiger<strong>en</strong> door toepassing van tweelaags ZOAB. Het<br />

beinvloedingsgebied neemt in dat geval netto af met 2,6 hectare t<strong>en</strong> opzichte van de<br />

autonome situatie.<br />

A8 tracé langs het overig Natura 2000 gebied (HR <strong>en</strong> EHS, 1600 meter)<br />

A8 autonoom 2022, 159.797 mtv/etmaal:<br />

- effectafstand bij tweelaags ZOAB - 435 meter (69,6 ha)<br />

A8 Tweede Co<strong>en</strong>tunnel 2022, 175.823 mtv/etmaal:<br />

- effectafstand bij tweelaags ZOAB - 465 meter (74,4 ha); e<strong>en</strong> to<strong>en</strong>ame met 4.8<br />

hectare, dit di<strong>en</strong>t te word<strong>en</strong> gemitigeerd.<br />

Deze to<strong>en</strong>ame speelt zich af over e<strong>en</strong> geprognotiseerde periode van 16 jaar (t/m 2022).<br />

Binn<strong>en</strong> het Natura 2000 gebied (inclusief Vogelrichtlijngebied) is de to<strong>en</strong>ame van het<br />

beïnvloedingsgebied langs de A8 (4,8 ha) bij aanleg van de Tweede Co<strong>en</strong>tunnel volledig<br />

te mitiger<strong>en</strong> door toepassing van tweelaags ZOAB langs de A7 op de hierbov<strong>en</strong><br />

g<strong>en</strong>oemde tracés. Het beinvloedingsgebied neemt in dat geval netto af met 9 hectare 1<br />

t<strong>en</strong> opzichte van de autonome situatie.<br />

1 A7 Natura 2000 - Vogelrichtlijn geeft verbetering van 11,3 ha. A7 overig Natura 2000 geeft<br />

verbetering van 2,6 ha. Totale verbetering langs de A7 is 13,9 ha. Dit staat teg<strong>en</strong>over e<strong>en</strong> afname<br />

langs de A8 van 4,8 ha. Netto verbetering gehele Natura 2000 gebied: 13,9-4,8=9,1 ha.<br />

27


28<br />

A8 tracé langs overig EHS gebied (ge<strong>en</strong> VR, ge<strong>en</strong> HR, 500 meter)<br />

E<strong>en</strong> deel van de EHS ligt buit<strong>en</strong> het Natura 2000 gebied. Voor de volledigheid zijn de<br />

effect<strong>en</strong> hier meeg<strong>en</strong>om<strong>en</strong>.<br />

- Autonoom effectafstand bij tweelaags ZOAB - 435 meter (21,7 ha)<br />

- Tweede Co<strong>en</strong>tunnel effectafstand bij tweelaags ZOAB - 465 meter (23,3 ha)<br />

De verandering in het beïnvloedingsgebied is e<strong>en</strong> to<strong>en</strong>ame van 1,5 ha. Deze to<strong>en</strong>ame<br />

speelt zich af over e<strong>en</strong> geprognotiseerde periode van 16 jaar (t/m 2022).<br />

Het totale beïnvloede EHS gebied bedraagt 17,4 ha 2 . Door toepassing van tweelaags<br />

ZOAB op de A7 over e<strong>en</strong> l<strong>en</strong>gte van 1850 meter kan dit volledig word<strong>en</strong> gemitigeerd.<br />

In welke mate de geluidsto<strong>en</strong>ame e<strong>en</strong> daadwerkelijk negatief effect heeft op aanwezige<br />

vogels, met name op Rode Lijstsoort<strong>en</strong>, hangt af van de draagkracht van het gebied<br />

voor de betreff<strong>en</strong>de broedvogels. Het aantal territoria van broedvogels in het<br />

toeg<strong>en</strong>om<strong>en</strong> beïnvloedingsgebied langs de A8 is gering (zie figuur 3,3 <strong>en</strong> 3.4). De<br />

territoria van de roerdomp ligg<strong>en</strong> buit<strong>en</strong> het beïnvloedingsgebied.<br />

Voor het geïnv<strong>en</strong>tariseerde gebied langs de A8 zijn voor de veel voorkom<strong>en</strong>de<br />

kwalificer<strong>en</strong>de <strong>en</strong> Rodelijst soort<strong>en</strong> de volg<strong>en</strong>de dichthed<strong>en</strong> vastgesteld: rietzanger 70<br />

broedpaar per 100 ha, grutto 35 broedpaar <strong>en</strong> tureluur 19 broedpaar. De to<strong>en</strong>ame in<br />

beïnvloedingsgebied komt overe<strong>en</strong> met 4 paar rietzanger <strong>en</strong> 2 paar grutto <strong>en</strong> 1 paar<br />

tureluur. Aang<strong>en</strong>om<strong>en</strong> wordt dat de betreff<strong>en</strong>de broedpar<strong>en</strong> van deze soort<strong>en</strong> in staat<br />

zijn binn<strong>en</strong> het Oostzanerveld vervang<strong>en</strong>de broedlocaties te vind<strong>en</strong>. In het<br />

Vogelrichtlijngebied, waar de situatie bij toepassing van tweelaags ZOAB zal verbeter<strong>en</strong>,<br />

is voor deze soort<strong>en</strong> geschikt biotoop aanwezig. De soort<strong>en</strong> zull<strong>en</strong> in principe van deze<br />

verbetering kunn<strong>en</strong> profiter<strong>en</strong>. Daarnaast strekt de verandering zich over e<strong>en</strong> relatief<br />

lange periode uit. De gunstige staat van instandhouding is dan ook niet in het geding.<br />

Resumer<strong>en</strong>d is volledige mitigatie mogelijk van de verstoring op het Vogelrichtlijngebied,<br />

het gehele Natura 2000 gebied <strong>en</strong> het gehele EHS gebied.<br />

Daar bij volledige mitigatie het als gevolg van geluid beïnvloedde gebied netto afneemt<br />

<strong>en</strong> de situatie derhalve verbetert t<strong>en</strong> opzichte van de autonome situatie zijn cumulatieve<br />

effect<strong>en</strong> niet aan de orde.<br />

Effect<strong>en</strong> op niet broedvogels<br />

Het betreft hier overwinter<strong>en</strong>de <strong>en</strong> pleister<strong>en</strong>de vogels, die gebruik mak<strong>en</strong> van de SBZ <strong>en</strong><br />

waarvoor instandhoudingsdoel<strong>en</strong> zijn geformuleerd. Deze soort<strong>en</strong> zijn in de<br />

voorligg<strong>en</strong>de studie niet in kaart gebracht. In zijn algeme<strong>en</strong>heid wordt erk<strong>en</strong>d dat de<br />

to<strong>en</strong>ame van het verkeer leidt tot meer verstoring door de to<strong>en</strong>ame van het<br />

verkeerslawaai. Voor niet-broedvogels is ge<strong>en</strong> rek<strong>en</strong>methode voorhand<strong>en</strong> voor het<br />

bepal<strong>en</strong> van effect<strong>en</strong>. In het algeme<strong>en</strong> mag word<strong>en</strong> aang<strong>en</strong>om<strong>en</strong> dat niet-broedvogels<br />

mede profiter<strong>en</strong> van geluidsbeperk<strong>en</strong>de maatregel<strong>en</strong> t<strong>en</strong> aanzi<strong>en</strong> van broedvogels. Gelet<br />

op de conclusie bij broedvogels zull<strong>en</strong> de effect<strong>en</strong> t<strong>en</strong> aanzi<strong>en</strong> van niet-broedvogels,<br />

voor zover deze te verwacht<strong>en</strong> zijn, verwaarloosbaar zijn.<br />

2 9 ha Vogelrichtlijngebied, 2,1 <strong>en</strong> 4,6 ha overig Natura 2000 gebied <strong>en</strong> 1,5 ha overig EHS


Voor e<strong>en</strong> aantal soort<strong>en</strong> (kemphaan, watersnip, snor) wordt gestreefd naar uitbreiding<br />

van omvang <strong>en</strong> verbetering van de kwaliteit van het leefgebied. Deze soort<strong>en</strong> zijn in<br />

2006 niet als broedpaar in het studiegebied vastgesteld. Bij toepassing van tweelaags<br />

ZOAB op de A7 zal de verstoring als gevolg van geluid afnem<strong>en</strong>. Desalniettemin lijkt het<br />

voor de hand te ligg<strong>en</strong> in het kader van de instandhoudingsdoel<strong>en</strong> kwaliteitsverbetering<br />

vooral te zoek<strong>en</strong> in verder van de snelweg af geleg<strong>en</strong> del<strong>en</strong> van het Natura 2000 gebied.<br />

De totale omvang van 2584 ha moet hiervoor voldo<strong>en</strong>de ruimte bied<strong>en</strong>.<br />

29


4 Pass<strong>en</strong>de beoordeling habitattyp<strong>en</strong> <strong>en</strong> overige<br />

soort<strong>en</strong> SBZ Oostzanerveld<br />

4.1 Habitattyp<strong>en</strong><br />

Binn<strong>en</strong> de SBZ Oostzanerveld kom<strong>en</strong> e<strong>en</strong> vijftal beschermde habitatyp<strong>en</strong> voor:<br />

kranswierwater<strong>en</strong> (H3140), vochtige heid<strong>en</strong> (H4010), ruigt<strong>en</strong> <strong>en</strong> zoom<strong>en</strong> (H6430),<br />

Overgangs- <strong>en</strong> trilv<strong>en</strong><strong>en</strong> (H7140) <strong>en</strong> Hoogve<strong>en</strong>boss<strong>en</strong> (H91D0).<br />

De ingreep vindt plaats buit<strong>en</strong> de begr<strong>en</strong>zing van de SBZ Oostzanerveld, er is dus ge<strong>en</strong><br />

sprake van directe aantasting van habitats. Het uitgangspunt is dat luchtverontreiniging<br />

als gevolg van de ingreep niet verder mag to<strong>en</strong>em<strong>en</strong> <strong>en</strong> dat de ingreep ge<strong>en</strong> effect heeft<br />

op de waterhuishouding van de SBZ. Uit de bij deze natuurtoets gevoegde Annex I blijkt<br />

dat er als gevolg van luchtverontreiniging ge<strong>en</strong> significante effect<strong>en</strong> zijn te verwacht<strong>en</strong>.<br />

T<strong>en</strong> aanzi<strong>en</strong> van de ingreep word<strong>en</strong> dan ook ge<strong>en</strong> effect<strong>en</strong> verwacht op de kernopgav<strong>en</strong><br />

zoals behoud van compleetheid van de variatie in successiestadia in ruimt<strong>en</strong> <strong>en</strong> tijd,<br />

behoud van plas-dras situaties, herstel van grote oppervlakt<strong>en</strong>/brede zones overjarig riet,<br />

inclusief waterriet <strong>en</strong> behoud <strong>en</strong> herstel van brakke variant van ruigt<strong>en</strong> <strong>en</strong> zom<strong>en</strong>.<br />

De voor de verschill<strong>en</strong>de habitattyp<strong>en</strong> geformuleerde doel<strong>en</strong> zijn gericht op uitbreiding<br />

<strong>en</strong> behoud van kwaliteit, deze word<strong>en</strong> niet door de ingreep beïnvloed. De beschermde<br />

habitattyp<strong>en</strong> zijn onder andere afhankelijk van het waterbeheer, de waterkwaliteit <strong>en</strong> het<br />

gevoerde vegetatiebeheer. De huidige situatie met betrekking tot de rijksweg mag<br />

daarbij als randvoorwaarde word<strong>en</strong> gesteld. Daar deze situatie met betrekking tot<br />

belangrijke parameters waterkwaliteit <strong>en</strong> waterbeheer niet verandert word<strong>en</strong> ge<strong>en</strong><br />

effect<strong>en</strong> met betrekking tot de geformuleerde instandhoudingsdoel<strong>en</strong> voorzi<strong>en</strong>.<br />

Habitattyp<strong>en</strong> zijn niet gevoelig voor de in het kader van de ingreep belangrijkste<br />

parameter geluid. Indirect kunn<strong>en</strong> effect<strong>en</strong> optred<strong>en</strong> indi<strong>en</strong> riet- <strong>en</strong> natte<br />

graslandvegetaties afhankelijk zijn van graz<strong>en</strong>de ganz<strong>en</strong> <strong>en</strong> de aantall<strong>en</strong> van deze vogels<br />

significant beïnvloed word<strong>en</strong> door de ingreep. Dit aspect is niet onderzocht. Daar er ge<strong>en</strong><br />

significante effect<strong>en</strong> op (graz<strong>en</strong>de) vogels zijn te verwacht<strong>en</strong> (zie 3.3) word<strong>en</strong> echter ook<br />

ge<strong>en</strong> indirecte effect<strong>en</strong> op habitattyp<strong>en</strong> verwacht.<br />

4.2 Noordse woelmuis<br />

Tijd<strong>en</strong>s het veldbezoek was de eerste 10-15 meter berm vanaf de sloot gezi<strong>en</strong> begroeid<br />

met riet met e<strong>en</strong> l<strong>en</strong>gte tot 70-80 cm (zie Foto 4.1). Ook binn<strong>en</strong> Knooppunt Zaandam<br />

zijn grotere oppervlakt<strong>en</strong> rietvegetatie langs <strong>en</strong> rond slot<strong>en</strong> aanwezig.<br />

Rietvegetaties zijn in principe geschikt voor diverse muiz<strong>en</strong>soort<strong>en</strong> waaronder de<br />

Noordse woelmuis. Hierbij moet wel opgemerkt word<strong>en</strong> dat het de vraag is of deze<br />

soort<strong>en</strong> de rietvegetaties binn<strong>en</strong> de verkeersluss<strong>en</strong> kunn<strong>en</strong> bereik<strong>en</strong>. De Noordse<br />

woelmuis heeft e<strong>en</strong> voorkeur voor nat rietland. Hier wordt hij in staat geacht te<br />

31


32<br />

concurrer<strong>en</strong> met de in wegberm<strong>en</strong> algeme<strong>en</strong> voorkom<strong>en</strong>de veldmuis. De Noordse<br />

woelmuis kan beter teg<strong>en</strong> inundatie dan de andere woelmuissoort<strong>en</strong>.<br />

De in de berm<strong>en</strong> van de A8 aangetroff<strong>en</strong> rietvegetaties word<strong>en</strong> gemaaid <strong>en</strong> zijn niet nat<br />

(er treedt ge<strong>en</strong> inundatie op). De aangr<strong>en</strong>z<strong>en</strong>de sloot is beschoeid. De bermvegetaties<br />

lijk<strong>en</strong> dan ook vooral geschikt voor veldmuis <strong>en</strong> dwergmuis. In de berm<strong>en</strong> zijn veel hol<strong>en</strong><br />

aangetroff<strong>en</strong>. De meeste hol<strong>en</strong> zijn aanwezig in het lagere deel langs de bermsloot.<br />

Het Oostzanerveld is groot g<strong>en</strong>oeg voor e<strong>en</strong> duurzame populatie van de Noordse<br />

woelmuis (Nijhof & Apeldoorn 2002). Daar Noordse woelmuiz<strong>en</strong> mobiel zijn kunn<strong>en</strong> de<br />

dier<strong>en</strong> ook incid<strong>en</strong>teel langs de berm van de A7 <strong>en</strong> A8 voorkom<strong>en</strong>. Het is echter de<br />

vraag of ev<strong>en</strong>tuele territoria zich in de berm kunn<strong>en</strong> handhav<strong>en</strong>. Naar verwachting<br />

hebb<strong>en</strong> de bermvegetaties ge<strong>en</strong> of e<strong>en</strong> verwaarloosbare betek<strong>en</strong>is voor de Noordse<br />

woelmuis.<br />

Over de indirecte effect<strong>en</strong> van e<strong>en</strong> to<strong>en</strong>em<strong>en</strong>de verstoring als gevolg van e<strong>en</strong> hogere<br />

verkeersdruk zijn ge<strong>en</strong> gegev<strong>en</strong>s bek<strong>en</strong>d. Woelmuiz<strong>en</strong> <strong>en</strong> andere kleine zoogdier<strong>en</strong><br />

kom<strong>en</strong> frequ<strong>en</strong>t in berm<strong>en</strong> van rijksweg<strong>en</strong> voor (Van Reest 1989). Aang<strong>en</strong>om<strong>en</strong> mag<br />

word<strong>en</strong> dat de verkeerint<strong>en</strong>siteit ge<strong>en</strong> factor van betek<strong>en</strong>is is voor de populatie Noordse<br />

woelmuiz<strong>en</strong> in de SBZ Oostzanerveld.<br />

4.3 Meervleermuis<br />

Tijd<strong>en</strong>s het veldbezoek is vastgesteld dat twee duikers onder de A8 int<strong>en</strong>sief door<br />

Meervleermuiz<strong>en</strong> word<strong>en</strong> gebruikt. Op 5 mei 2006 zijn ti<strong>en</strong>tall<strong>en</strong> meervleermuiz<strong>en</strong><br />

waarg<strong>en</strong>om<strong>en</strong> die vanuit Oostzaan door e<strong>en</strong> duiker vlog<strong>en</strong> (km 2,5) om te foerager<strong>en</strong><br />

bov<strong>en</strong> de Noorder IJplas. Op 11 juni 2006 zijn hier in 45 minut<strong>en</strong> (22:45 – 23:00) circa<br />

65 meervleermuiz<strong>en</strong> doorgevlog<strong>en</strong>. Het betreft waarschijnlijk dier<strong>en</strong> afkomstig van e<strong>en</strong><br />

bek<strong>en</strong>de kolonie uit het winkelc<strong>en</strong>trum van Oostzaan. De vliegroute is weergegev<strong>en</strong> in<br />

figuur 4.1. De dier<strong>en</strong> volgd<strong>en</strong> brede watergang<strong>en</strong> <strong>en</strong> kruisd<strong>en</strong> de Noorder IJ <strong>en</strong> Zeedijk.<br />

De vliegroute loopt verder via het terrein van e<strong>en</strong> houthandel. De brede sloot langs de<br />

westkant van de A8 wordt tev<strong>en</strong>s als foerageerroute gebruikt, hoewel er e<strong>en</strong> verlichte<br />

fietsroute naast ligt.<br />

Op 28 mei 2006 zijn 6 meervleermuiz<strong>en</strong>, met grote tuss<strong>en</strong>poz<strong>en</strong>, waarg<strong>en</strong>om<strong>en</strong> bij e<strong>en</strong><br />

tweede duiker (km 3,0). Ook deze dier<strong>en</strong> vlog<strong>en</strong> in westelijke richting <strong>en</strong> slot<strong>en</strong> mogelijk<br />

aan op de bov<strong>en</strong>g<strong>en</strong>oemde vliegroute. Bij controle van andere onderdoorgang<strong>en</strong> onder<br />

de A8 langs het Oostzanerveld zijn ge<strong>en</strong> passer<strong>en</strong>de vleermuiz<strong>en</strong> aangetroff<strong>en</strong>.<br />

Langs de A8 zijn op 6 juni <strong>en</strong> 23 juni del<strong>en</strong> van berm<strong>en</strong> geïnv<strong>en</strong>tariseerd. Er is veel<br />

verlichting langs de weg <strong>en</strong> er zijn ge<strong>en</strong> foerager<strong>en</strong>de vleermuiz<strong>en</strong> waarg<strong>en</strong>om<strong>en</strong>.<br />

De A8 is e<strong>en</strong> belangrijke barrière voor trekk<strong>en</strong>de vleermuiz<strong>en</strong>. Meervleermuiz<strong>en</strong> passer<strong>en</strong><br />

deze barrière via twee duikers. Handhaving van deze passagemogelijkheid is van groot<br />

belang om foerageergebied t<strong>en</strong> west<strong>en</strong> van de rijksweg te kunn<strong>en</strong> bereik<strong>en</strong>. Het is


onbek<strong>en</strong>d wat de minimale dim<strong>en</strong>sies zijn van duikers voor passer<strong>en</strong>de meervleermuiz<strong>en</strong>.<br />

De duikers onder de A8 zijn dermate ruim dat e<strong>en</strong> verl<strong>en</strong>ging van 5 tot 10 meter naar<br />

verwachting ge<strong>en</strong> beperking vormt voor het gebruik door meervleermuiz<strong>en</strong> (Annex II).<br />

Aang<strong>en</strong>om<strong>en</strong> wordt dat werkzaamhed<strong>en</strong> die overdag word<strong>en</strong> uitgevoerd ge<strong>en</strong><br />

verstor<strong>en</strong>d effect hebb<strong>en</strong> op in de avond passer<strong>en</strong>de dier<strong>en</strong> zolang het doorvlieg<strong>en</strong> niet<br />

door de uitgevoerde werkzaamhed<strong>en</strong> wordt beperkt.<br />

Over de indirecte effect<strong>en</strong> van e<strong>en</strong> to<strong>en</strong>em<strong>en</strong>de verstoring als gevolg van e<strong>en</strong> hogere<br />

verkeersdruk zijn ge<strong>en</strong> gegev<strong>en</strong>s bek<strong>en</strong>d. De huidige verkeersdrukte blijkt ge<strong>en</strong><br />

belemmering voor het gebruik van onderdoorgang<strong>en</strong>. Aang<strong>en</strong>om<strong>en</strong> mag word<strong>en</strong> dat de<br />

verkeerint<strong>en</strong>siteit ge<strong>en</strong> factor van betek<strong>en</strong>is is voor het gebruik van de vliegroute van de<br />

populatie meervleermuiz<strong>en</strong> in Oostzaan.<br />

Over het effect van geluid op foerager<strong>en</strong>de vleermuiz<strong>en</strong> zijn ge<strong>en</strong> gegev<strong>en</strong>s bek<strong>en</strong>d.<br />

Aang<strong>en</strong>om<strong>en</strong> wordt dat het effect bij met sonar jag<strong>en</strong>de soort<strong>en</strong> als de meervleermuis<br />

geringer is dan bij akoestisch jag<strong>en</strong>de soort<strong>en</strong> als de grootoorvleermuis. Bov<strong>en</strong> de brede<br />

watergang parallel aan de westkant van de A8 zijn jag<strong>en</strong>de meervleermuiz<strong>en</strong><br />

waarg<strong>en</strong>om<strong>en</strong> op e<strong>en</strong> afstand van ca. 300 meter van de weg. Van gewone<br />

dwergvleermuiz<strong>en</strong> zijn jag<strong>en</strong>de dier<strong>en</strong> bek<strong>en</strong>d op <strong>en</strong>kele ti<strong>en</strong>tall<strong>en</strong> meters van de weg. Er<br />

zijn vooralsnog ge<strong>en</strong> aanwijzing<strong>en</strong> dat de verkeerint<strong>en</strong>siteit e<strong>en</strong> factor van betek<strong>en</strong>is is<br />

voor foerager<strong>en</strong>de meervleermuiz<strong>en</strong> in de SBZ Oostzanerveld<br />

Figuur 4.1 Detailkaart waarneming<strong>en</strong> vleermuiz<strong>en</strong> (voor volledige kaart zie figuur<br />

5.1).<br />

33


34<br />

4.4 Viss<strong>en</strong><br />

Bittervoorn, kleine modderkruiper, grote modderkruiper, rivierdonderpad<br />

De bermsloot langs de A8 <strong>en</strong> langs de A7 tot de ringdijk van de Wijde Wormer zijn<br />

tweemaal pleksgewijs bemonsterd, in april <strong>en</strong> in juni. In de slot<strong>en</strong> zijn alle<strong>en</strong> algem<strong>en</strong>e<br />

soort<strong>en</strong> aangetroff<strong>en</strong>. Grote modderkruiper, kleine modderkruiper <strong>en</strong> bittervoorn zijn niet<br />

aangetroff<strong>en</strong>.<br />

Voor de grote modderkruiper zijn de bermslot<strong>en</strong> niet geschikt. De soort heeft e<strong>en</strong><br />

voorkeur voor goed begroeide slot<strong>en</strong> met begroeide oevers. De bermsloot is zeer troebel<br />

<strong>en</strong> nauwelijks begroeid. De oever aan de kant van de rijksweg is beschoeid. Er zijn voor<br />

zover bek<strong>en</strong>d ge<strong>en</strong> rec<strong>en</strong>te, geverifieerde, waarneming<strong>en</strong> van de grote modderkruiper<br />

uit de SBZ Oostzanerveld ondanks visbemonstering<strong>en</strong> <strong>en</strong> fuikvissers. Onduidelijk is of de<br />

soort in de SBZ Oostzanerveld (of omgeving) voorkomt. Aang<strong>en</strong>om<strong>en</strong> is dat de soort<br />

niet in het plangebied voorkomt.<br />

Om beter in te schatt<strong>en</strong> hoe repres<strong>en</strong>tatief de resultat<strong>en</strong> van het bemonster<strong>en</strong> van de<br />

bermsloot zijn voor het omligg<strong>en</strong>de omligg<strong>en</strong>de gebied zijn in de SBZ Oostzanerveld op<br />

e<strong>en</strong> drietal plaats<strong>en</strong> de oevers van de ve<strong>en</strong>eilandjes bemonsterd. Ook hier bleek de<br />

dichtheid aan kleine vis in de oever vrij laag te zijn, maar plaatselijk was deze aanzi<strong>en</strong>lijk<br />

beter als die in de bermsloot. Van bittervoorn zijn twee exemplar<strong>en</strong> gevang<strong>en</strong> op zo’n<br />

300 meter van de weg. De kleine modderkruiper <strong>en</strong> rivierdonderpad zijn niet gevang<strong>en</strong>.<br />

Uit informatie met e<strong>en</strong> plaatselijke visser blijkt dat de kleine modderkruiper wel plaatselijk<br />

aanwezig moet zijn. Zowel bittervoorn als kleine modderkruiper lijk<strong>en</strong> in de omgeving<br />

van de bermsloot in lage dichthed<strong>en</strong> in de SBZ Oostzanerveld voor te kom<strong>en</strong>. Ze zull<strong>en</strong><br />

ook incid<strong>en</strong>teel in de bermsloot voorkom<strong>en</strong>. Het karakter van deze sloot wijkt weinig af<br />

van het algem<strong>en</strong>e beeld van troebele weinig begroeide slot<strong>en</strong> in het aangr<strong>en</strong>z<strong>en</strong>de deel<br />

van SBZ Oostzanerveld. Hoewel plaatselijk slot<strong>en</strong> met e<strong>en</strong> meer ontwikkelde<br />

waterbegroeiing voorkom<strong>en</strong>.<br />

Als gevolg van de ingreep zijn ge<strong>en</strong> nadelige effect<strong>en</strong> op bittervoorn, kleine<br />

modderkruiper <strong>en</strong> grote modderkruiper in de SBZ Oostzanerveld te verwacht<strong>en</strong>. De<br />

bermsloot wordt door de ingreep lokaal aangetast. De betek<strong>en</strong>is van de sloot voor de<br />

g<strong>en</strong>oemde soort<strong>en</strong> is zeer beperkt (bittervoorn, kleine modderkruiper) of ontbreekt<br />

(grote modderkruiper, rivierdonderpad).<br />

4.5 Natuurlijke k<strong>en</strong>merk<strong>en</strong><br />

De ingreep vindt buit<strong>en</strong> de SBZ plaats <strong>en</strong> leidt niet tot directe aantasting van de SBZ. De<br />

ingreep leidt echter tot e<strong>en</strong> to<strong>en</strong>ame van verstoring door geluid t<strong>en</strong> opzichte van de<br />

to<strong>en</strong>ame die reeds plaats zal vind<strong>en</strong> als gevolg van de autonome ontwikkeling.<br />

Op<strong>en</strong> poldergebied<strong>en</strong> als de SBZ Oostzanerveld zijn gebaat bij op<strong>en</strong>heid <strong>en</strong> rust.<br />

Op basis van de berek<strong>en</strong>ing uit paragraaf 3.3, van de verandering in het<br />

beïnvloedingsgebied, is het noodzakelijk te mitiger<strong>en</strong> voor de to<strong>en</strong>em<strong>en</strong>de


geluidsbelasting als gevolg van de te verwacht<strong>en</strong> verkeersto<strong>en</strong>ame. Dit kan door<br />

toepassing van tweelaags ZOAB op het tracé langs de A7 waardoor de totale<br />

geluidsbelasting netto afneemt.<br />

4.6 Conclusies<br />

Habitattyp<strong>en</strong><br />

• De ingreep langs de berm<strong>en</strong> van de A8 heeft ge<strong>en</strong> effect op kernopgav<strong>en</strong> <strong>en</strong><br />

instandhoudingsdoel<strong>en</strong> t<strong>en</strong> aanzi<strong>en</strong> van habitattyp<strong>en</strong>.<br />

Noordse woelmuis<br />

De ingreep langs de berm<strong>en</strong> van de A8 heeft ge<strong>en</strong> effect op kernopgav<strong>en</strong> van belang<br />

voor de Noordse woelmuis zoals behoud van plas-dras situaties, herstel van grote<br />

oppervlakt<strong>en</strong>/brede zones overjarig riet, inclusief waterriet <strong>en</strong> behoud <strong>en</strong> herstel van<br />

brakke variant van ruigt<strong>en</strong> <strong>en</strong> zom<strong>en</strong>. De ingreep langs de berm<strong>en</strong> van de A8 heeft ge<strong>en</strong><br />

effect op het behoud van de huidige populatie.<br />

• De ingreep is dan ook niet strijdig met de voor de Noordse woelmuis geformuleerde<br />

instandhoudingsdoel<strong>en</strong>.<br />

Meervleermuis<br />

De doelstelling voor de SBZ Oostzanerveld is ‘Behoud omvang <strong>en</strong> kwaliteit leefgebied<br />

voor behoud populatie’. Het gebied fungeert als foerageergebied voor de meervleermuis.<br />

In de nabijheid van het gebied zijn kolonies aanwezig. Naar verwachting is het effect van<br />

e<strong>en</strong> to<strong>en</strong>em<strong>en</strong>de verkeersint<strong>en</strong>siteit <strong>en</strong> daarmee to<strong>en</strong>em<strong>en</strong>d geluid op foerager<strong>en</strong>de<br />

vleermuiz<strong>en</strong> in de SBZ Oostzanerveld gering. Het effect is echter onzeker.<br />

Indi<strong>en</strong> de huidige passagemogelijkhed<strong>en</strong> gehandhaafd blijv<strong>en</strong> zijn er ge<strong>en</strong> effect<strong>en</strong> op de<br />

populatie in Oostzaan <strong>en</strong> daarmee indirect op het gebruik van de SBZ Oostzanerveld als<br />

foerageergebied.<br />

Bittervoorn<br />

De doelstelling voor de SBZ Oostzanerveld is ‘Behoud verspreiding, omvang <strong>en</strong> kwaliteit<br />

leefgebied voor behoud populatie.‘ De betek<strong>en</strong>is van de bermsloot voor de populatie in<br />

de SBZ Oostzanerveld is zeer beperkt. De bermsloot wordt door de ingreep lokaal<br />

aangetast.<br />

• De ingreep is niet strijdig met de geformuleerde instandhoudingsdoel<strong>en</strong>.<br />

Grote modderkruiper<br />

Voor de grote modderkruiper is ge<strong>en</strong> instandhoudingsdoel geformuleerd. Het is nog<br />

onduidelijk hoe groot het belang van het gebied is voor behoud van deze soort. De<br />

bermsloot heeft ge<strong>en</strong> betek<strong>en</strong>is voor deze soort <strong>en</strong> wordt door de ingreep lokaal<br />

aangetast.<br />

• De ingreep heeft ge<strong>en</strong> negatieve effect<strong>en</strong> voor de grote modderkruiper.<br />

35


36<br />

Kleine modderkruiper<br />

De doelstelling voor de SBZ Oostzanerveld is ‘Behoud verspreiding, omvang <strong>en</strong> kwaliteit<br />

leefgebied voor behoud populatie.‘ De kleine modderkruiper verkeert landelijk in e<strong>en</strong><br />

gunstige staat van instandhouding. In het gebied komt de kleine modderkruiper vooral<br />

voor in kleine, deels geïsoleerde, polderslot<strong>en</strong> welke rijk begroeid zijn met waterplant<strong>en</strong>.<br />

De betek<strong>en</strong>is van de bermsloot voor de populatie in de SBZ Oostzanerveld is zeer<br />

beperkt. De bermsloot wordt door de ingreep lokaal aangetast.<br />

• De ingreep is niet strijdig met de geformuleerde instandhoudingsdoel<strong>en</strong>.<br />

Rivierdonderpad<br />

De doelstelling voor de SBZ Oostzanerveld is ‘Behoud verspreiding, omvang <strong>en</strong> kwaliteit<br />

leefgebied voor behoud populatie.‘ De soort komt in kleine aantall<strong>en</strong> langs oevers van<br />

brede slot<strong>en</strong> <strong>en</strong> plass<strong>en</strong> voor. Plaatselijk bestaat <strong>en</strong>ige voorkeur voor kunstmatig<br />

substraat (st<strong>en</strong><strong>en</strong>, kleine brokk<strong>en</strong> puin langs de oever, dammetjes, etc.).<br />

De bermsloot heeft ge<strong>en</strong> betek<strong>en</strong>is voor de populatie in de SBZ Oostzanerveld. De<br />

bermsloot wordt door de ingreep lokaal aangetast.<br />

• De ingreep is niet strijdig met de geformuleerde instandhoudingsdoel<strong>en</strong>.<br />

Natuurlijke k<strong>en</strong>merk<strong>en</strong><br />

De ingreep heeft ge<strong>en</strong> direct effect op de SBZ Oostzanerveld. Als gevolg van e<strong>en</strong> te<br />

verwacht<strong>en</strong> int<strong>en</strong>siever gebruik van de A8 <strong>en</strong> A7 zal de geluidsbelasting in het gebied<br />

to<strong>en</strong>em<strong>en</strong>. De ingreep zal hiermee e<strong>en</strong> indirect effect hebb<strong>en</strong> op de voor de SBZ<br />

k<strong>en</strong>merk<strong>en</strong>de vogelgeme<strong>en</strong>schap.


5 Overige effect<strong>en</strong> op beschermde soort<strong>en</strong><br />

5.1 Flora<br />

Praktisch het gehele traject van de onderzochte weg ligt op e<strong>en</strong> opgebracht zandtalud.<br />

Langs de A10 is op veel plaats<strong>en</strong> aangeplante bosplantso<strong>en</strong> aanwezig. Er zijn soort<strong>en</strong><br />

aangeplant als gewone es, zomereik, Canadapopulier, iep <strong>en</strong> grauwe abeel. In de<br />

ondergroei zijn struiksoort<strong>en</strong> als meidoorn, sleedoorn, liguster <strong>en</strong> vlier aanwezig. In de<br />

ondergroei dominer<strong>en</strong> soort<strong>en</strong> als braam, grote brandnetel <strong>en</strong> kleefkruid. Met name de<br />

abel<strong>en</strong> <strong>en</strong> populier<strong>en</strong> hebb<strong>en</strong> diameters die kunn<strong>en</strong> oplop<strong>en</strong> tot 80 cm. Er zijn ge<strong>en</strong><br />

hol<strong>en</strong> in deze bom<strong>en</strong> waarg<strong>en</strong>om<strong>en</strong>. Op e<strong>en</strong> plaats staat e<strong>en</strong> balsempopulier van 1 m<br />

doorsnede (Velserweg). De meeste boomaanplant langs de weg heeft echter e<strong>en</strong><br />

diameter van minder dan 30 cm. De vanuit natuurwaarde bekek<strong>en</strong> meest waardevolle<br />

beplanting bevindt zich rond de noordelijke tunnelbak van de Co<strong>en</strong>tunnel. Hier is e<strong>en</strong><br />

wat groter, zompig bos aanwezig met hoge ess<strong>en</strong>, els<strong>en</strong> <strong>en</strong> iep<strong>en</strong> met diameters rond de<br />

50 cm.<br />

In de beplanting zijn ge<strong>en</strong> beschermde soort<strong>en</strong> aangetroff<strong>en</strong>. De beplanting biedt<br />

geschikte groeiplaats<strong>en</strong> voor brede wesp<strong>en</strong>orchis. Deze soort is in het begin van het<br />

voorjaar niet of nauwelijks zichtbaar <strong>en</strong> kan zijn gemist. In de beplanting langs de<br />

oostzijde van de A8 tuss<strong>en</strong> km 2 <strong>en</strong> 3,3 zijn opvall<strong>en</strong>d veel gekraagde aardsterr<strong>en</strong><br />

(paddestoel<strong>en</strong>) waarg<strong>en</strong>om<strong>en</strong> op humeuze zandgrond.<br />

Op e<strong>en</strong> aantal plaats<strong>en</strong> langs de A10 is ge<strong>en</strong> beplanting aanwezig (km 26,4-26,6 26,7-<br />

26,8 west, km 27,3-27,5 west, km 28-28,2 west) <strong>en</strong> is e<strong>en</strong> grazige vegetatie<br />

aangetroff<strong>en</strong>. Hier groei<strong>en</strong> soort<strong>en</strong> die karakteristiek zijn voor voedselrijkere<br />

zandgrond<strong>en</strong> als Jacobskruiskruid, teunisbloem, gewoon bigg<strong>en</strong>kruid, reigersbek,<br />

muurpeper, zwarte toorts <strong>en</strong> ooievaarsbek. Direct langs de weg dominer<strong>en</strong> kweek <strong>en</strong><br />

De<strong>en</strong>s lepelblad. De grazige bermstrok<strong>en</strong> zijn plaatselijk geschikt voor grasklokje. Deze<br />

laatbloei<strong>en</strong>de soort kan zijn gemist.<br />

Langs de A8 zijn over vrijwel de gehele oostzijde opgebrachte zandpakkett<strong>en</strong> aanwezig,<br />

ter hoogte van de bermsloot (die op ongeveer 30 meter van de weg loopt) is e<strong>en</strong> v<strong>en</strong>ige<br />

ondergrond aanwezig. Op de zandige drogere del<strong>en</strong> groei<strong>en</strong> soort<strong>en</strong> als smalle<br />

weegbree, vroegeling, gewone hoornbloem <strong>en</strong> rood zw<strong>en</strong>kgras. Verder van de weg af<br />

wordt de vegetatie ruiger met meer soort<strong>en</strong> als smeerwortel, grote brandnetel <strong>en</strong><br />

gewone ber<strong>en</strong>klauw. Langs de slootrand<strong>en</strong> bepal<strong>en</strong> soort<strong>en</strong> als riet, gewone <strong>en</strong>gelwortel,<br />

harig wilg<strong>en</strong>roosje <strong>en</strong> plaatselijk oeverzegge het beeld. De oever van de sloot is<br />

beschoeid, maar hier <strong>en</strong> daar is grond onder de beschoeiing door gezakt <strong>en</strong> is ook wat<br />

water achter de beschoeiing aanwezig. Beschermde soort<strong>en</strong> zijn niet aangetroff<strong>en</strong>. De<br />

vochtigere oeverzone zou lokaal geschikt kunn<strong>en</strong> zijn voor rietorchis. De soort is echter<br />

niet aangetroff<strong>en</strong>.<br />

Binn<strong>en</strong> Knooppunt Zaandam is in verkeersluss<strong>en</strong> de beschermde rietorchis aangetroff<strong>en</strong><br />

(figuur 5.1). In de noord-westlus gaat het om honderd<strong>en</strong> exemplar<strong>en</strong>, waarvan vele zeer<br />

vitaal og<strong>en</strong> met e<strong>en</strong> l<strong>en</strong>gte van zeker 50 cm. De orchiss<strong>en</strong> groei<strong>en</strong> hier op e<strong>en</strong> zandige,<br />

nog relatief natte bodem in e<strong>en</strong> vegetatie die niet al te dicht <strong>en</strong> hoog is. Behalve<br />

rietorchis zijn smalle weegbree, gewone pe<strong>en</strong>, gestreepte witbol, zilverschoon,<br />

37


38<br />

akkerdistel, klein hoefblad, kropaar, glanshaver, echte koekoeksbloem, h<strong>en</strong>negras, wilg,<br />

ruigte zegge, riet, rolklaver, voederwikke, gewone veldbies <strong>en</strong> lidrus aanwezig. Teg<strong>en</strong> de<br />

helling<strong>en</strong> van het knooppunt domineert dauwbraam.<br />

Op plaats<strong>en</strong> in de luss<strong>en</strong> waar de vegetatie ruiger wordt <strong>en</strong> soort<strong>en</strong> als ber<strong>en</strong>klauw,<br />

braam, akkerdistel, riet <strong>en</strong> harig wilg<strong>en</strong>roosje gaan dominer<strong>en</strong> is de rietorchis niet of<br />

nauwelijks aanwezig.<br />

rietorchis<br />

Figuur 5.1 Berm<strong>en</strong> met rietorchis in Knooppunt Zaandam in 2006.<br />

Conclusie<br />

Bij werkzaamhed<strong>en</strong> binn<strong>en</strong> de verkeersluss<strong>en</strong> van Knooppunt Zaandam zal rek<strong>en</strong>ing<br />

moet<strong>en</strong> word<strong>en</strong> gehoud<strong>en</strong> met de beschermde rietorchis.<br />

Voor grasklokje <strong>en</strong> brede wesp<strong>en</strong>orchis geldt e<strong>en</strong> vrijstelling t<strong>en</strong> aanzi<strong>en</strong> van ruimtelijke<br />

ingrep<strong>en</strong> <strong>en</strong> best<strong>en</strong>dig beheer <strong>en</strong> onderhoud.<br />

5.2 Vogels<br />

Naast e<strong>en</strong> uitgebreide broedvogelinv<strong>en</strong>tarisatie in het Oostzanerveld (zie hoofdstuk 3.1)<br />

is e<strong>en</strong> inv<strong>en</strong>tarisatie uitgevoerd van de broedvogels in de directe omgeving van het<br />

overig deel van het tracé. Doel van dat onderzoek was om e<strong>en</strong> beeld te krijg<strong>en</strong> van de<br />

aanwezigheid van ev<strong>en</strong>tueel aanwezige broedvogels, met name Rode Lijstsoort<strong>en</strong>.<br />

Tev<strong>en</strong>s wordt daarbij e<strong>en</strong> inschatting gemaakt van mogelijke effect<strong>en</strong> van e<strong>en</strong> to<strong>en</strong>ame<br />

van het verkeerslawaai <strong>en</strong> vernietiging van habitat. Dit heeft e<strong>en</strong> direct effect op de<br />

aanwezige broedvogels.<br />

traject A10 Sloterdijk – Co<strong>en</strong>tunnel<br />

Mogelijke effect<strong>en</strong> beperk<strong>en</strong> zich tot de vogels in de taludbeplanting<strong>en</strong>. Tijd<strong>en</strong>s de<br />

gebrachte bezoek<strong>en</strong> zijn hier ge<strong>en</strong> bijzondere broedvogels waarg<strong>en</strong>om<strong>en</strong>. Wel nesteld<strong>en</strong><br />

hier opvall<strong>en</strong>d veel eksters. Verder zijn uitsluit<strong>en</strong>d algem<strong>en</strong>e soort<strong>en</strong> als heggemus,<br />

roodborst <strong>en</strong> merel aangetroff<strong>en</strong>.<br />

traject A10 Co<strong>en</strong>tunnel – A8 afrit Oostzaan<br />

Aan de westzijde van de A10 langs de Noorder IJ-plas <strong>en</strong> ter hoogte van de uitgang van<br />

de Co<strong>en</strong>tunnel ook aan de oostzijde ligt e<strong>en</strong> complex van opgaand bos, beplanting,


struweel, rommelhoekjes <strong>en</strong> moerasachtige vegetaties. Vanwege de diversiteit aan<br />

habitats herbergt dit gebied ook e<strong>en</strong> hoge diversiteit aan broedvogels. Soort<strong>en</strong> als<br />

bosrietzanger, kleine karekiet, braamsluiper, grasmus <strong>en</strong> tuinfluiter zijn er vrij talrijk.<br />

Opvall<strong>en</strong>d was de aanwezigheid van e<strong>en</strong> tweetal broedpar<strong>en</strong> van de nachtegaal.<br />

Vanwege zijn kwetsbaarheid staat deze soort op de Rode Lijst. Effect<strong>en</strong> van e<strong>en</strong><br />

geluidsto<strong>en</strong>ame word<strong>en</strong> echter niet verwacht, omdat de twee territoria beide op <strong>en</strong>ige<br />

afstand van de weg lag<strong>en</strong> (ongeveer ter hoogte van de hoogspanningsleiding<strong>en</strong>). E<strong>en</strong><br />

andere soort die op de Rode Lijst staat <strong>en</strong> in het gebied werd aangetroff<strong>en</strong> is de<br />

slechtvalk. In de eerste hoogspanningsmast gerek<strong>en</strong>d vanaf de Co<strong>en</strong>tunnel werd e<strong>en</strong><br />

nest gevond<strong>en</strong>. Het is onbek<strong>en</strong>d of dit nest wordt gebruikt. Mogelijk wordt het gebruikt<br />

door vogels van de nabijgeleg<strong>en</strong> H<strong>en</strong>wegc<strong>en</strong>trale. Mogelijk is het nest alle<strong>en</strong> als<br />

rustplaats gebruikt. Mits de locatie niet direct wordt verstoord zal uitbreiding van de<br />

Co<strong>en</strong>tunnel vermoedelijk ge<strong>en</strong> effect hebb<strong>en</strong> op de aanwezigheid van de slechtvalk. In<br />

Nederland word<strong>en</strong> slechtvalk<strong>en</strong> vooralsnog uitsluit<strong>en</strong>d in sterk geïndustrialiseerde <strong>en</strong><br />

stedelijke gebied<strong>en</strong> als broedvogel aangetroff<strong>en</strong>. In het gebied t<strong>en</strong> oost<strong>en</strong> van de uitgang<br />

van de Co<strong>en</strong>tunnel werd e<strong>en</strong> kolonie blauwe reigers aangetroff<strong>en</strong>. Er werd<strong>en</strong> 19<br />

bewoonde nest<strong>en</strong> geteld. Ook hier geldt dat wanneer de nestbom<strong>en</strong> gespaard kunn<strong>en</strong><br />

word<strong>en</strong> er naar alle waarschijnlijkheid ge<strong>en</strong> noem<strong>en</strong>swaardige effect<strong>en</strong> van e<strong>en</strong><br />

to<strong>en</strong>em<strong>en</strong>de geluidsbelasting zull<strong>en</strong> optred<strong>en</strong>. De kolonie is e<strong>en</strong> vaste rust- <strong>en</strong><br />

verblijfplaats die jaarrond beschermd is. Indi<strong>en</strong> de kolonie wordt aangetast door<br />

werkzaamhed<strong>en</strong> is e<strong>en</strong> ontheffing ex artikel 75 van de Flora- <strong>en</strong> faunawet noodzakelijk.<br />

Uit het gebied is de havik als broedvogel bek<strong>en</strong>d. Deze is echter tijd<strong>en</strong>s het veldbezoek<br />

in 2006 niet aangetroff<strong>en</strong>. Ook nest<strong>en</strong> van de havik <strong>en</strong> de eerder g<strong>en</strong>oemde slechtvalk<br />

word<strong>en</strong> als vaste verblijfplaats aangemerkt. Voor aantasting van deze nest<strong>en</strong> is e<strong>en</strong><br />

ontheffing noodzakelijk.<br />

Tuss<strong>en</strong> het knooppunt Co<strong>en</strong>plein <strong>en</strong> de afslag Oostzaan ligt nog e<strong>en</strong> klein oppervlak<br />

weidevogelgebied. Het gebied ligt ingeklemd tuss<strong>en</strong> de bebouwing van Oostzaan, de<br />

A10, de A8 <strong>en</strong> e<strong>en</strong> <strong>en</strong>ergiec<strong>en</strong>trale. Het is dan ook niet verwonderlijk dat de<br />

weidevogelpopulatie in dit gebied beperkt is. Er werd<strong>en</strong> vijf paar kievit<strong>en</strong>, twee paar<br />

scholeksters, twee paar krake<strong>en</strong>d<strong>en</strong> <strong>en</strong> één paar grutto’s vastgesteld. Het gebied ligt<br />

achter e<strong>en</strong> bestaande (<strong>en</strong> te handhav<strong>en</strong>) geluidswal. Er word<strong>en</strong> hier op deze soort<strong>en</strong><br />

ge<strong>en</strong> effect<strong>en</strong> als gevolg van de ingreep verwacht.<br />

traject A8 afrit Oostzaan – A7 SBZ Oostzanerveld<br />

De ingreep vindt plaats buit<strong>en</strong> dit deel van het tracé. Er is dan ook ge<strong>en</strong> sprake van<br />

directe effect<strong>en</strong> op mogelijke vaste rust- <strong>en</strong> verblijfplaats<strong>en</strong> van vogels.<br />

Als gevolg van het toekomstig gebruik van het tracé kan sprake zijn van indirecte<br />

effect<strong>en</strong> op vaste rust- <strong>en</strong> verblijfplaats<strong>en</strong> van vogels. Het toekomstig gebruik van het<br />

tracé zal als gevolg van de ingreep int<strong>en</strong>siever zijn dan bij de huidige situatie.<br />

De te verwacht<strong>en</strong> effect<strong>en</strong> van de ingreep op broedvogels van de SBZ Oostzanerveld zijn<br />

beschrev<strong>en</strong> in paragraaf 3.3.<br />

Het Ministerie van LNV stelt dat het verwijder<strong>en</strong> van migratieroutes,<br />

overwinteringsplaats<strong>en</strong> <strong>en</strong> foerageerplaats<strong>en</strong> alle<strong>en</strong> ontheffingsplichtig is indi<strong>en</strong> zij van<br />

groot belang zijn voor de functionaliteit van de verblijfplaats<strong>en</strong> van de betreff<strong>en</strong>de soort,<br />

doordat er onvoldo<strong>en</strong>de alternatiev<strong>en</strong> voorhand<strong>en</strong> zijn. Dit staat los van het feit dat<br />

39


40<br />

broedvogels met e<strong>en</strong> nest niet mog<strong>en</strong> word<strong>en</strong> verstoord 3 . Naar verwachting zijn er voor<br />

de vogels in zone van het to<strong>en</strong>em<strong>en</strong>de beïnvloedingsgebied voldo<strong>en</strong>de alternatieve<br />

broedlocaties voorhand<strong>en</strong>. De aantall<strong>en</strong> aangetroff<strong>en</strong> territoria in de zone van het<br />

to<strong>en</strong>em<strong>en</strong>de beïnvloedingsgebied zijn relatief gering. De gunstige staat van<br />

instandhouding is niet in het geding.<br />

5.3 Vleermuiz<strong>en</strong><br />

Om e<strong>en</strong> zo compleet mogelijk beeld te krijg<strong>en</strong> zijn de bermstrok<strong>en</strong> langs vrijwel het<br />

gehele tracé minimaal één keer bezocht. Relatief makkelijk te bereik<strong>en</strong> del<strong>en</strong> zijn vaker<br />

bezocht. Bezoek<strong>en</strong> hebb<strong>en</strong> plaatsgevond<strong>en</strong> in mei <strong>en</strong> juni.<br />

Meervleermuis<br />

De meervleermuis is vlieg<strong>en</strong>d onder twee duikers onder de A8 langs Oostzanerveld<br />

waarg<strong>en</strong>om<strong>en</strong>. De soort is niet langs andere traject<strong>en</strong> van het plangebied waarg<strong>en</strong>om<strong>en</strong>.<br />

Voor e<strong>en</strong> beschrijving van effect<strong>en</strong> op deze soort wordt daarom verwez<strong>en</strong> naar paragraaf<br />

4.2.<br />

Overige soort<strong>en</strong><br />

E<strong>en</strong> overzicht van vleermuiswaarneming<strong>en</strong> geeft figuur 5.2. Gewone dwergvleermuiz<strong>en</strong><br />

zijn incid<strong>en</strong>teel foerager<strong>en</strong>d langs de oostkant van de A10 aangetroff<strong>en</strong>. De dier<strong>en</strong><br />

vlog<strong>en</strong> hier langs de beplanting, niet over de berm maar aan de rustige zijde. Er zijn<br />

(buit<strong>en</strong> de vaart met foerager<strong>en</strong>de meervleermuiz<strong>en</strong>) ge<strong>en</strong> drukbezochte locaties direct<br />

langs het tracé aangetroff<strong>en</strong>. Er zijn dan ook ge<strong>en</strong> indicaties van de aanwezigheid van<br />

kraamkolonies of andere verblijfplaats<strong>en</strong> van vleermuiz<strong>en</strong> in of langs het plangebied. Op<br />

basis van het onderzoek kon echter ge<strong>en</strong> uitsluitsel word<strong>en</strong> gegev<strong>en</strong> over de<br />

aanwezigheid van kolonies in (te slop<strong>en</strong>) gebouw<strong>en</strong> in de nazomer dan wel winter. In dit<br />

kader is e<strong>en</strong> aanvull<strong>en</strong>d herfst- <strong>en</strong> winteronderzoek uitgevoerd, met name ter hoogte<br />

van de noordkant van de toekomstige tunnelmond waar bebouwing wordt gesloopt<br />

(Annex III). Er zijn ge<strong>en</strong> aanwijzing<strong>en</strong> dat er in de gebouw<strong>en</strong> sprake is van<br />

verblijfplaats<strong>en</strong>.<br />

Op 26 mei zijn door e<strong>en</strong> duiker onder de A8 minst<strong>en</strong>s 26 gewone dwergvleermuiz<strong>en</strong><br />

waarg<strong>en</strong>om<strong>en</strong> vlieg<strong>en</strong>d in oostelijke richting (de meervleermuiz<strong>en</strong> vlieg<strong>en</strong> hier ’s avonds<br />

naar het west<strong>en</strong>). In de bebouwing t<strong>en</strong> west<strong>en</strong> van de weg is waarschijnlijk e<strong>en</strong><br />

kraamkolonie aanwezig. De afgelop<strong>en</strong> jar<strong>en</strong> is hier tweemaal e<strong>en</strong> jong, nog niet<br />

vliegvlug, jong op straat gevond<strong>en</strong> (pers. Informatie F. van der Vliet). De dier<strong>en</strong><br />

foerager<strong>en</strong> blijkbaar in gebied t<strong>en</strong> oost<strong>en</strong> van de rijksweg. Gewone dwergvleermuiz<strong>en</strong> <strong>en</strong><br />

<strong>en</strong>kele ruige dwergvleermuiz<strong>en</strong> foerager<strong>en</strong> ook in de brede sloot t<strong>en</strong> west<strong>en</strong> van de<br />

rijksweg.<br />

De A8 is e<strong>en</strong> belangrijke barrière voor trekk<strong>en</strong>de vleermuiz<strong>en</strong>. Naast meervleermuiz<strong>en</strong><br />

gebruik<strong>en</strong> ook gewone dwergvleermuiz<strong>en</strong> duikers om de A8 te passer<strong>en</strong>. De duikers<br />

vorm<strong>en</strong> e<strong>en</strong> belangrijk onderdeel van e<strong>en</strong> vliegroute voor vleermuiz<strong>en</strong>. Handhaving van<br />

3 Rechtbank Rotterdam Uitspraak reg.nr.: VWET 06/863-VRLK


de passagemogelijkheid is van groot belang om foerageergebied aan weerszijde van de<br />

rijksweg te kunn<strong>en</strong> bereik<strong>en</strong>. Het is onbek<strong>en</strong>d wat de minimale dim<strong>en</strong>sies zijn van<br />

duikers voor passer<strong>en</strong>de vleermuiz<strong>en</strong>. Op voorhand zijn er dan ook ge<strong>en</strong> uitsprak<strong>en</strong> te<br />

do<strong>en</strong> over de gevolg<strong>en</strong> van e<strong>en</strong> ev<strong>en</strong>tuele verl<strong>en</strong>ging van de onderdoorgang<strong>en</strong>.<br />

Het belangrijkste foerageergebied in de omgeving lijkt de Noorder IJplas. Hier foerager<strong>en</strong><br />

meervleermuiz<strong>en</strong>, ti<strong>en</strong>tall<strong>en</strong> gewone dwergvleermuiz<strong>en</strong> <strong>en</strong> e<strong>en</strong> groot aantal laatvliegers<br />

(20 – 30 dier<strong>en</strong> op 23 juni 2006). In het Oostzanerveld jag<strong>en</strong> ook vleermuiz<strong>en</strong>, maar in<br />

de strook langs de weg zijn ze bij dit onderzoek niet waarg<strong>en</strong>om<strong>en</strong>.<br />

41


42<br />

Figuur 5.2 Waarneming<strong>en</strong> van vliegroutes <strong>en</strong> foerager<strong>en</strong>de vleermuiz<strong>en</strong> in 2006.<br />

Conclusie<br />

Bij werkzaamhed<strong>en</strong> aan duikers onder de A8 zal rek<strong>en</strong>ing moet<strong>en</strong> word<strong>en</strong> gehoud<strong>en</strong> met<br />

het gebruik door vleermuiz<strong>en</strong>. De huidige passagemogelijkhed<strong>en</strong> di<strong>en</strong><strong>en</strong> gehandhaafd te<br />

blijv<strong>en</strong> om negatieve effect<strong>en</strong> op vaste verblijfplaats<strong>en</strong> te voorkom<strong>en</strong>. Daar<br />

werkzaamhed<strong>en</strong> overdag zull<strong>en</strong> word<strong>en</strong> uitgevoerd word<strong>en</strong>, zolang het doorvlieg<strong>en</strong> niet<br />

beperkt wordt,ge<strong>en</strong> directe (verstor<strong>en</strong>de) effect<strong>en</strong> als gevolg van de werkzaamhed<strong>en</strong><br />

verwacht.<br />

Bij ev<strong>en</strong>tueel in het plangebied te slop<strong>en</strong> gebouw<strong>en</strong> of te kapp<strong>en</strong> bom<strong>en</strong> is ge<strong>en</strong> sprake<br />

van effect<strong>en</strong> op kraamkolonies, noch op verblijfplaats<strong>en</strong> in de nazomer <strong>en</strong> winter.<br />

5.4 Overige zoogdier<strong>en</strong><br />

In de wegberm<strong>en</strong> <strong>en</strong> beplanting vanaf de zuidgr<strong>en</strong>s van het plangebied tot km 28,3 zijn<br />

opvall<strong>en</strong>d veel konijn<strong>en</strong> aanwezig. Het gaat zowel om wilde exemplar<strong>en</strong> als om<br />

verwilderde tamme konijn<strong>en</strong> <strong>en</strong> kruising<strong>en</strong> tuss<strong>en</strong> deze twee. Langs dit traject zijn ook<br />

op diverse plaats<strong>en</strong> spor<strong>en</strong> van vos aangetroff<strong>en</strong>. Er zijn <strong>en</strong>kele prooirest<strong>en</strong>, uitwerpsel<strong>en</strong><br />

<strong>en</strong> e<strong>en</strong> dood exemplaar aangetroff<strong>en</strong>.<br />

Langs grote del<strong>en</strong> van gehele traject tot aan Knooppunt Zaandam zijn moll<strong>en</strong> <strong>en</strong> muiz<strong>en</strong><br />

in de berm aanwezig. Langs de oostkant van de A8 is op e<strong>en</strong> aantal plaats<strong>en</strong> e<strong>en</strong> hoge<br />

dichtheid aan holletjes aangetroff<strong>en</strong>. Gelet op het biotoop (riet, grasland, bosjes) gaat<br />

het om veldmuis, bosmuis, bosspitsmuis, huisspitsmuis <strong>en</strong> woelrat. De grotere<br />

oppervlakt<strong>en</strong> rietvegetaties, zoals binn<strong>en</strong> Knooppunt Zaandam <strong>en</strong> de met riet begroeide<br />

del<strong>en</strong> van de berm van de A7 <strong>en</strong> A8 zijn geschikt voor dwergmuis.<br />

Rond het tankstation langs de A8 is bruine rat waarg<strong>en</strong>om<strong>en</strong> (hol<strong>en</strong> <strong>en</strong> dood dier). De<br />

bermbeplanting vorm<strong>en</strong> e<strong>en</strong> geschikt biotoop voor de egel <strong>en</strong> kleine marterachtig<strong>en</strong> als<br />

wezel, bunzing <strong>en</strong> hermelijn. Van de bunzing is ook e<strong>en</strong> dood exemplaar waarg<strong>en</strong>om<strong>en</strong><br />

langs de A8.<br />

De Noordse woelmuis, die bek<strong>en</strong>d is van het Oostzanerveld, wordt niet in de berm<strong>en</strong><br />

verwacht (zie 5.1). Ook de waterspitsmuis wordt niet in de berm<strong>en</strong> of de oevers van de<br />

bermslot<strong>en</strong> verwacht. De oeverbegroeiing van de bermsloot langs de A8 (<strong>en</strong> A7) is<br />

weinig ontwikkeld ontwikkeld, bov<strong>en</strong>di<strong>en</strong> is de oever aan de kant van de rijksweg<br />

beschoeid.<br />

Conclusie<br />

Bij werkzaamhed<strong>en</strong> zull<strong>en</strong> vaste verblijfplaats<strong>en</strong> van kleine zoogdier<strong>en</strong> word<strong>en</strong><br />

aangetast.<br />

Voor de g<strong>en</strong>oemde soort<strong>en</strong> geldt e<strong>en</strong> vrijstelling t<strong>en</strong> aanzi<strong>en</strong> van ruimtelijke ingrep<strong>en</strong> <strong>en</strong><br />

best<strong>en</strong>dig beheer <strong>en</strong> onderhoud.


5.5 Viss<strong>en</strong><br />

De bermslot<strong>en</strong> onderaan de taluds van de A10 zijn vrijwel zonder uitzondering<br />

beschaduwd, met veel bladinval <strong>en</strong> e<strong>en</strong> slechte kwaliteit. Er zijn in deze slot<strong>en</strong> ge<strong>en</strong><br />

vissoort<strong>en</strong> aangetroff<strong>en</strong>.<br />

Ter hoogte van km 28,2 kruist de A10 e<strong>en</strong> brede tocht. Deze is pot<strong>en</strong>tieel geschikt voor<br />

diverse algem<strong>en</strong>e vissoort<strong>en</strong>. De tocht is niet bemonsterd.<br />

Rond de oever van het Noordzeekanaal zijn aan beide zijd<strong>en</strong> van de plaats waar de<br />

toekomstige tunnel in het water verdwijnt oevers met e<strong>en</strong> basaltglooiing aanwezig. Deze<br />

oevers vorm<strong>en</strong> e<strong>en</strong> geschikt habitat voor rivierdonderpad.<br />

Binn<strong>en</strong> Knooppunt Co<strong>en</strong>plein ligg<strong>en</strong> <strong>en</strong>kele geïsoleerde watergang<strong>en</strong> die gelet op de<br />

kwaliteit geschikt zijn voor vis. Er is ge<strong>en</strong> vis in deze water<strong>en</strong> waarg<strong>en</strong>om<strong>en</strong>.<br />

In water<strong>en</strong> t<strong>en</strong> zuid<strong>en</strong> van de Thorbeckeweg (km 2,2 west) is karper aangetroff<strong>en</strong> in<br />

twee plass<strong>en</strong> in de afslag.<br />

In de bermsloot van de A8 tuss<strong>en</strong> km 2,9 <strong>en</strong> km 5 <strong>en</strong> langs de A7 tot de ringdijk van de<br />

Wijde Wormer zijn opvall<strong>en</strong>d weinig viss<strong>en</strong> waarg<strong>en</strong>om<strong>en</strong>. Aangetroff<strong>en</strong> zijn: baars,<br />

brasem, blankvoorn, ruisvoorn, driedoornige stekelbaars <strong>en</strong> zeelt. Beschermde soort<strong>en</strong><br />

zijn niet aangetroff<strong>en</strong>.<br />

De slot<strong>en</strong> binn<strong>en</strong> het Knooppunt Zaandam zijn als gevolg van het isolatie <strong>en</strong><br />

opgebrachte bodem zeer helder <strong>en</strong> bevatt<strong>en</strong> e<strong>en</strong> rijke vegetatie van met name gedoornd<br />

hoornblad, hier <strong>en</strong> daar ook kranswier<strong>en</strong>. Er zijn grote hoeveelhed<strong>en</strong> macrofauna in<br />

aanwezig waarbij vooral de wants<strong>en</strong> <strong>en</strong> kevertjes vrij dominant aanwezig zijn. De <strong>en</strong>ige<br />

vissoort die is aangetroff<strong>en</strong> in de slot<strong>en</strong> is snoek (zowel volwass<strong>en</strong> als jonge dier<strong>en</strong>).<br />

Opvall<strong>en</strong>d is het ontbrek<strong>en</strong> van stekelbaars in deze slot<strong>en</strong>.<br />

De betek<strong>en</strong>is van de bermslot<strong>en</strong> voor beschermde soort<strong>en</strong> is zeer beperkt (zie ook 5.3).<br />

De slot<strong>en</strong> word<strong>en</strong> bij de ingreep ontzi<strong>en</strong>. De overige slot<strong>en</strong> hebb<strong>en</strong> ge<strong>en</strong> betek<strong>en</strong>is voor<br />

beschermde soort<strong>en</strong>. Verharde oevers, met inbegrip van basaltglooiing, zijn in het gehele<br />

hav<strong>en</strong>gebied met aansluit<strong>en</strong>d het IJ <strong>en</strong> Noordzeekanaal ruim voorhand<strong>en</strong>. De betek<strong>en</strong>is<br />

van de oevers langs het Noordzeekanaal voor rivierdonderpad is vooral lokaal.<br />

Conclusie<br />

Bij werkzaamhed<strong>en</strong> langs de oevers van het Noordzeekanaal in het kader van de aanleg<br />

van de tunnel zal rek<strong>en</strong>ing moet<strong>en</strong> word<strong>en</strong> gehoud<strong>en</strong> met de beschermde<br />

rivierdonderpad.<br />

5.6 Amfibieën<br />

In e<strong>en</strong> beschaduwde bermsloot van de A10 nabij Amsterdam Sloterdijk is e<strong>en</strong> eiklomp<br />

van de bruine kikker aangetroff<strong>en</strong>. De soort kan sam<strong>en</strong> met de gewone pad langs het<br />

traject verwacht word<strong>en</strong> rond beplanting <strong>en</strong> grasstrok<strong>en</strong>. Gro<strong>en</strong>e kikker <strong>en</strong> kleine<br />

watersalamander word<strong>en</strong> niet verwacht in deze beschaduwde plant<strong>en</strong>loze slot<strong>en</strong>. Ter<br />

hoogte van km 27,7 aan de oostkant ligt op zo’n 30 meter van de wegberm e<strong>en</strong> poel in<br />

e<strong>en</strong> grasstrook. Deze poel kan geschikt zijn voor gro<strong>en</strong>e kikker, kleine watersalamander<br />

43


44<br />

<strong>en</strong> rugstreeppad. Ook de sloot ter hoogte van km 27,9 aan de westzijde heeft <strong>en</strong>ige<br />

pot<strong>en</strong>tie voor deze soort<strong>en</strong>. De zandige grasstrok<strong>en</strong> langs deze del<strong>en</strong> van de weg<strong>en</strong> zijn<br />

pot<strong>en</strong>tieel geschikt voor de rugstreeppad.<br />

De water<strong>en</strong> binn<strong>en</strong> knooppunt Co<strong>en</strong>plein zijn ofwel te klein <strong>en</strong> beschaduwd, ofwel te<br />

diep <strong>en</strong> grootschalig om betek<strong>en</strong>is te hebb<strong>en</strong> voor amfibieën. De bermsloot van de A8<br />

<strong>en</strong> A7 bevat vis <strong>en</strong> is veel te grootschalig voor amfibieën. Wel kan de oever als<br />

foerageergebied gebruikt word<strong>en</strong> door gro<strong>en</strong>e kikker (middelste- <strong>en</strong> meerkikker). In e<strong>en</strong><br />

smalle sloot aan de oostzijde van Knooppunt Zaandam zijn e<strong>en</strong> ti<strong>en</strong>tal eiklomp<strong>en</strong> van de<br />

bruine kikker aangetroff<strong>en</strong>. De sloot heeft e<strong>en</strong> gevarieerde waterplant<strong>en</strong>vegetatie met<br />

onder andere kranswier<strong>en</strong> <strong>en</strong> loopt van zuid naar noord van diep naar ondiep. Deze sloot<br />

heeft ook pot<strong>en</strong>ties voor gro<strong>en</strong>e kikker, kleine watersalamander.<br />

In het Knooppunt Zaandam zijn in e<strong>en</strong> van de luss<strong>en</strong> grotere aantall<strong>en</strong> larv<strong>en</strong> gevond<strong>en</strong><br />

van de gewone pad. Ook zijn <strong>en</strong>kele gro<strong>en</strong>e kikkers binn<strong>en</strong> de verkeersluss<strong>en</strong><br />

waarg<strong>en</strong>om<strong>en</strong>.<br />

Roep<strong>en</strong>de rugstreeppadd<strong>en</strong> zijn bij de avondbezoek<strong>en</strong> in 2006 langs de A10 <strong>en</strong> A8 niet<br />

gehoord, noch zijn volwass<strong>en</strong> dier<strong>en</strong> eisnoer<strong>en</strong> of larv<strong>en</strong> aangetroff<strong>en</strong>. De rugstreeppad<br />

is rec<strong>en</strong>t (2005) gehoord in e<strong>en</strong> terrein t<strong>en</strong> zuidwest<strong>en</strong> van de Co<strong>en</strong>tunnel. In 2006 zijn<br />

hier tijd<strong>en</strong>s avondbezoek<strong>en</strong> ge<strong>en</strong> rugstreeppadd<strong>en</strong> meer gehoord. De ingreep (aanleg<br />

tunnel) vindt plaats t<strong>en</strong> oost<strong>en</strong> van de huidige tunnel. Er word<strong>en</strong> derhalve ge<strong>en</strong> effect<strong>en</strong><br />

op populaties rugstreeppadd<strong>en</strong> verwacht.<br />

Conclusie<br />

Bij werkzaamhed<strong>en</strong> in het kader van de ingreep zijn ge<strong>en</strong> negatieve effect<strong>en</strong> op strikt<br />

beschermde soort<strong>en</strong> te verwacht<strong>en</strong>.<br />

Voor kleine watersalamander, gewone pad, bruine kikker <strong>en</strong> gro<strong>en</strong>e kikker (bastaard<br />

kikker) geldt e<strong>en</strong> vrijstelling t<strong>en</strong> aanzi<strong>en</strong> van ruimtelijke ingrep<strong>en</strong> <strong>en</strong> best<strong>en</strong>dig beheer <strong>en</strong><br />

onderhoud.<br />

5.7 Ongewerveld<strong>en</strong><br />

Er word<strong>en</strong> in het plangebied ge<strong>en</strong> beschermde ongewerveld<strong>en</strong> verwacht. De platte<br />

schijfhoorn wordt niet verwacht in de bermslot<strong>en</strong>. De slot<strong>en</strong> bevatt<strong>en</strong> vrijwel ge<strong>en</strong><br />

vegetatie (bermsloot langs de A8 <strong>en</strong> A7) of zijn erg beschaduwd (bermslot<strong>en</strong> A10).<br />

De berm<strong>en</strong> zijn geschikt voor vlinders als zwartsprietdikkopje, hooibeestje, bont<br />

zandoogje <strong>en</strong> bruin zandoogje.


6 Conclusies <strong>en</strong> aanbeveling<strong>en</strong><br />

6.1 SBZ Oostzanerveld<br />

6.2 EHS<br />

Instandhoudingsdoel<strong>en</strong><br />

Voor het (mogelijk) door de ingreep beïnvloede gebied zijn de volg<strong>en</strong>de relevante<br />

broedvogels vastgesteld: roerdomp, bruine kiek<strong>en</strong>dief, visdief <strong>en</strong> rietzanger. De<br />

kwalificer<strong>en</strong>de soort<strong>en</strong> kemphaan, watersnip <strong>en</strong> snor zijn in het onderzocht gebied niet<br />

als broedvogel vastgesteld.<br />

De verandering in, als gevolg van de te verwacht<strong>en</strong> to<strong>en</strong>ame in geluidbelasting in het<br />

Vogelrichtlijngebied, beïnvloed gebied is 9 ha. Deze verandering bij aanleg van de<br />

Tweede Co<strong>en</strong>tunnel is volledig te mitiger<strong>en</strong> door toepassing van tweelaags ZOAB langs<br />

de A7. Bij toepassing van tweelaags ZOAB zijn derhalve ge<strong>en</strong> negatieve effect<strong>en</strong> op<br />

doelsoort<strong>en</strong> te verwacht<strong>en</strong><br />

T<strong>en</strong> aanzi<strong>en</strong> van het buit<strong>en</strong> het Vogelrichtlijngebied geleg<strong>en</strong> deel van het Natura 2000<br />

gebied is e<strong>en</strong> afname van geschikt broedgebied voor vogels te verwacht<strong>en</strong>. Deze afname<br />

is volledig te mitiger<strong>en</strong> door toepassing van tweelaags ZOAB op de A7. Op de A8 ligt<br />

reeds tweelaags ZOAB. Doordat volledige mitigatie mogelijk blijkt, waarbij het<br />

geluidniveau vergelijkbaar blijft met de autonome ontwikkeling, wordt ge<strong>en</strong> effect op de<br />

gunstige staat van instandhouding van de voorkom<strong>en</strong>de soort<strong>en</strong> verwacht.<br />

Daar bij volledige mitigatie het als gevolg van geluid beïnvloedde gebied netto afneemt<br />

<strong>en</strong> de situatie derhalve verbetert t<strong>en</strong> opzichte van de autonome situatie zijn cumulatieve<br />

effect<strong>en</strong> niet aan de orde.<br />

Twee duikers onder de A8 hebb<strong>en</strong> e<strong>en</strong> belangrijke functie in de vliegroute van<br />

meervleermuiz<strong>en</strong>. De duikers zijn ruim gedim<strong>en</strong>sioneerd. Verl<strong>en</strong>ging van de duikers mag<br />

niet t<strong>en</strong> koste gaan van hun functie voor meervleermuiz<strong>en</strong>.<br />

T<strong>en</strong> aanzi<strong>en</strong> van beschermde habitattyp<strong>en</strong>, de Noordse woelmuis <strong>en</strong> bittervoorn, kleine<br />

modderkruiper, grote modderkruiper <strong>en</strong> rivierdonderpad word<strong>en</strong> als gevolg van de<br />

ingreep ge<strong>en</strong> negatieve effect<strong>en</strong> verwacht.<br />

ADC-criteria<br />

Daar negatieve effect<strong>en</strong> op broedvogels zowel in het Vogelrichtlijngebied als het<br />

hierbuit<strong>en</strong> geleg<strong>en</strong> deel van het Natura 2000 gebied volledig gemitigeerd kunn<strong>en</strong><br />

word<strong>en</strong> wordt e<strong>en</strong> nadere toets niet noodzakelijk geacht.<br />

T<strong>en</strong> aanzi<strong>en</strong> van het buit<strong>en</strong> het Natura 2000 gebied geleg<strong>en</strong> deel van de EHS is e<strong>en</strong><br />

afname van geschikt broedgebied voor vogels te verwacht<strong>en</strong>. Deze afname is volledig te<br />

45


46<br />

mitiger<strong>en</strong> door toepassing van tweelaags ZOAB op de A7. Op de A8 ligt reeds tweelaags<br />

ZOAB. Doordat volledige mitigatie mogelijk blijkt, waarbij het geluidniveau vergelijkbaar<br />

blijft met de autonome ontwikkeling, wordt ge<strong>en</strong> effect op de gunstige staat van<br />

instandhouding van de voorkom<strong>en</strong>de soort<strong>en</strong> broedvogels verwacht.<br />

T<strong>en</strong> aanzi<strong>en</strong> van andere soort<strong>en</strong> verteg<strong>en</strong>woordigd het buit<strong>en</strong> het Natura 2000 gebied<br />

geleg<strong>en</strong> deel van de EHS ge<strong>en</strong> bijzondere waard<strong>en</strong>. Voor de EHS als geheel geld<strong>en</strong> de<br />

conclusies t<strong>en</strong> aanzi<strong>en</strong> van het Natura 2000 gebied.<br />

6.3 Beschermde soort<strong>en</strong><br />

• Bij werkzaamhed<strong>en</strong> binn<strong>en</strong> de verkeersluss<strong>en</strong> van Knooppunt Zaandam zal rek<strong>en</strong>ing<br />

moet<strong>en</strong> word<strong>en</strong> gehoud<strong>en</strong> met de beschermde rietorchis. Andere beschermde<br />

plant<strong>en</strong> zijn niet aangetroff<strong>en</strong>.<br />

• Bij werkzaamhed<strong>en</strong> t<strong>en</strong> oost<strong>en</strong> van de uitgang van de Co<strong>en</strong>tunnel zal rek<strong>en</strong>ing<br />

moet<strong>en</strong> word<strong>en</strong> gehoud<strong>en</strong> met e<strong>en</strong> kolonie blauwe reigers.<br />

• Bij werkzaamhed<strong>en</strong> aan de duikers onder de A8 moet rek<strong>en</strong>ing word<strong>en</strong> gehoud<strong>en</strong><br />

met hun functie in de vliegroute voor gewone dwergvleermuis <strong>en</strong> meervleermuis.<br />

Indi<strong>en</strong> de functie gehandhaafd blijft wordt ge<strong>en</strong> afbreuk gedaan aan de gunstige<br />

staat van instandhouding van deze soort<strong>en</strong><br />

• Bij het verwijder<strong>en</strong> van de beplanting in de berm<strong>en</strong> moet rek<strong>en</strong>ing word<strong>en</strong><br />

gehoud<strong>en</strong> met het broedseizo<strong>en</strong>. In de berm<strong>en</strong> zijn algem<strong>en</strong>e broedvogels<br />

aangetroff<strong>en</strong>.<br />

• De slot<strong>en</strong> <strong>en</strong> berm<strong>en</strong> in het plangebied hebb<strong>en</strong> betek<strong>en</strong>is voor algem<strong>en</strong>e soort<strong>en</strong><br />

amfibieën <strong>en</strong> zoogdier<strong>en</strong>. Voor deze soort<strong>en</strong> geldt e<strong>en</strong> vrijstelling t<strong>en</strong> aanzi<strong>en</strong> van<br />

ruimtelijke ingrep<strong>en</strong> <strong>en</strong> best<strong>en</strong>dig beheer <strong>en</strong> onderhoud.<br />

• Als gevolg van de ingreep wordt ge<strong>en</strong> afbreuk gedaan aan de gunstige staat van<br />

instandhouding van de aangetroff<strong>en</strong> beschermde soort<strong>en</strong>.


7 Geraadpleegde literatuur<br />

Backes, C.W., P.J.J. van Buur<strong>en</strong> & A.A. Freriks (2004). Hoofdlijn<strong>en</strong><br />

natuurbeschermingsrecht. Sdu Uitgevers, D<strong>en</strong> Haag.<br />

Bergmans, W. & A. Zuiderwijk, 1986. Atlas van Nederlandse amfibieën <strong>en</strong> reptiel<strong>en</strong> <strong>en</strong><br />

hun bedreiging. Vijfde herpetogeografische verslag. KNNV Uitgeverij, Utrecht.<br />

Broekhuiz<strong>en</strong>, S., Hoekstra, B., V. van Laar, C. Sme<strong>en</strong>k, & J.B.M. Thiss<strong>en</strong>, 1992. Atlas van<br />

de Nederlandse zoogdier<strong>en</strong>. KNNV Uitgeverij, Utrecht.<br />

Bruyne, R. de., 2002. De Nauwe korfslak Vertigo angustior in Nederland (Mollusca:<br />

Gastropoda). Nederlandse Faunistische Mededeling<strong>en</strong> (16): 11-20.<br />

Janss<strong>en</strong>, J.A.M. & J.H.J. Schaminée, 2004. Europese Natuur in Nederland. Soort<strong>en</strong> van<br />

de Habitatrichtlijn. KNNV Uitgeverij, Utrecht.<br />

Kapteyn, K., 1995. Vleermuiz<strong>en</strong> in het landschap. Over hun ecologie, gedrag <strong>en</strong><br />

verspreiding. Schuyt & Co Uitgevers <strong>en</strong> Importeurs bv, Haarlem / Provincie<br />

Noord-Holland, Haarlem.<br />

Limp<strong>en</strong>s, H., K. Mosterd & W. Bongers, 1997. Atlas van de Nederlandse vleermuiz<strong>en</strong>.<br />

Onderzoek naar verspreiding <strong>en</strong> ecologie. Uitgeverij KNNV, Utrecht.<br />

Lina, P.H.C. & G. van Ommering, 1994. Rode lijst van bedreigde <strong>en</strong> kwetsbare<br />

zoogdier<strong>en</strong> in Nederland. IKC Natuurbeheer, Wag<strong>en</strong>ing<strong>en</strong>.<br />

LNV, 2004. Besluit Rode lijst<strong>en</strong> flora <strong>en</strong> fauna. Ministerie van LNV, D<strong>en</strong> Haag.<br />

LNV, 2005a. Buit<strong>en</strong> aan het werk? Houd tijdig rek<strong>en</strong>ing met beschermde dier<strong>en</strong> <strong>en</strong><br />

plant<strong>en</strong>! Ministerie van LNV, D<strong>en</strong> Haag.<br />

LNV, 2005b. Algem<strong>en</strong>e Handreiking Natuurbeschermingswet 1998. Ministerie van LNV,<br />

D<strong>en</strong> Haag.<br />

Nie, H.W. de, 1997. Atlas van de Nederlandse zoetwaterviss<strong>en</strong> (2e herzi<strong>en</strong>e druk). Media<br />

Publishing, Doetinchem.<br />

Reijn<strong>en</strong> M.J.S.M. & R.P.B. Fopp<strong>en</strong>. 1991. Effect van weg<strong>en</strong> met autoverkeer op de<br />

dichtheid van broedvogels. IBN-DLO-rapport 91/1. Instituut voor Bos- <strong>en</strong><br />

Natuuronderzoek, Leersum.<br />

Reijn<strong>en</strong> M.J.S.M., G. Ve<strong>en</strong>baas & R.P.B. Fopp<strong>en</strong>. 1992. Het voorspell<strong>en</strong> van het effect<br />

van snelverkeer op broedvogelpopulaties. Ministerie van Verkeer <strong>en</strong><br />

Waterstaat, DWW/ Instituut voor Bos- <strong>en</strong> Natuuronderzoek, Leersum.<br />

SOVON, 2002. Atlas van de Nederlandse broedvogels. Nederlands Natuurhistorisch<br />

Museum Naturalis, KNNV Uitgeverij <strong>en</strong> EIS-Nederland, Leid<strong>en</strong>.<br />

Wold<strong>en</strong>dorp. H.E., 2005. Wetgeving natuurbescherming. tekst<strong>en</strong> <strong>en</strong> toelichting. Editie<br />

2005. Sdu Uitgevers. D<strong>en</strong> Haag.<br />

Zollinger, R., R. Creemers & F. Spikmans, 2003. Gegev<strong>en</strong>svoorzi<strong>en</strong>ing vis- <strong>en</strong><br />

amfibieënsoort<strong>en</strong> Annex II Habitatrichtlijn. Overzicht beste leefgebied<strong>en</strong><br />

kamsalamander, grote modderkruiper, kleine modderkruiper, bittervoorn <strong>en</strong><br />

rivierdonderpad. RAVON, Nijmeg<strong>en</strong>.<br />

Zuiderwijk, A., A. Gro<strong>en</strong>veld & G. Smit, 1998. Amfibieën <strong>en</strong> reptiel<strong>en</strong> in Noord-Holland.<br />

Kartering & analyse van waarneming<strong>en</strong> sinds 1980. RAVON Werkgroep<br />

Monitoring, Amsterdam.<br />

47


Bijlage 1 Wettelijk kader<br />

B1.1 Inleiding<br />

In dit hoofdstuk word<strong>en</strong> in het kort het wettelijk kader <strong>en</strong> de toepassing op ruimtelijke<br />

ingrep<strong>en</strong> <strong>en</strong> beheer beschrev<strong>en</strong>. Het geeft weer hoe de wettelijke toetsingskaders door<br />

Bureau Waard<strong>en</strong>burg word<strong>en</strong> gehanteerd bij het opstell<strong>en</strong> van ecologische<br />

beoordeling<strong>en</strong>.<br />

De bescherming van natuur in Nederland is vastgelegd in Europese <strong>en</strong> nationale wet- <strong>en</strong><br />

regelgeving, waarin e<strong>en</strong> onderscheid wordt gemaakt tuss<strong>en</strong> soort<strong>en</strong>bescherming <strong>en</strong><br />

gebiedsbescherming. De soort<strong>en</strong>bescherming is in Nederland verankerd in de Flora- <strong>en</strong><br />

faunawet (§ 2.2), de gebiedsbescherming in de Natuurbeschermingswet 1998 (§ 2.3).<br />

Tev<strong>en</strong>s wordt kort ingegaan op de betek<strong>en</strong>is van Rode lijst<strong>en</strong> (§ 2.4) <strong>en</strong> de Ecologische<br />

Hoofdstructuur (§ 2.5) bij ecologische toetsing<strong>en</strong>.<br />

B1.2 Flora- <strong>en</strong> faunawet 4<br />

Het doel van de Flora- <strong>en</strong> faunawet is het instandhoud<strong>en</strong> <strong>en</strong> bescherm<strong>en</strong> van in het wild<br />

voorkom<strong>en</strong>de plant<strong>en</strong>- <strong>en</strong> diersoort<strong>en</strong>. De Flora- <strong>en</strong> faunawet k<strong>en</strong>t zowel e<strong>en</strong> zorgplicht<br />

als verbodsbepaling<strong>en</strong>. De zor gplicht geldt te all<strong>en</strong> tijde voor alle in het wild lev<strong>en</strong>de<br />

dier<strong>en</strong> <strong>en</strong> plant<strong>en</strong> <strong>en</strong> hun leefomgeving, voor iedere<strong>en</strong> <strong>en</strong> in alle gevall<strong>en</strong>.<br />

De verbodsbepaling<strong>en</strong> zijn gebaseerd op het ‘nee, t<strong>en</strong>zij’ principe. Dat betek<strong>en</strong>t dat alle<br />

schadelijke handeling<strong>en</strong> t<strong>en</strong> aanzi<strong>en</strong> van beschermde plant<strong>en</strong>- <strong>en</strong> diersoort<strong>en</strong> in principe<br />

verbod<strong>en</strong> zijn (zie kader).<br />

Verbodsbepaling<strong>en</strong> in de Flora- <strong>en</strong> faunawet (verkort)<br />

Artikel 8: Het plukk<strong>en</strong>, verzamel<strong>en</strong>, afsnijd<strong>en</strong>, verniel<strong>en</strong>, beschadig<strong>en</strong>, ontwortel<strong>en</strong> of op e<strong>en</strong> andere manier<br />

van de groeiplaats verwijder<strong>en</strong> van beschermde plant<strong>en</strong>.<br />

Artikel 9: Het dod<strong>en</strong>, verwond<strong>en</strong>, vang<strong>en</strong> of bemachtig<strong>en</strong> of met het oog daarop opspor<strong>en</strong> van beschermde<br />

dier<strong>en</strong>.<br />

Artikel 10: Het opzettelijk verontrust<strong>en</strong> van beschermde dier<strong>en</strong>.<br />

Artikel 11: Het beschadig<strong>en</strong>, verniel<strong>en</strong>, uithal<strong>en</strong>, wegnem<strong>en</strong> of verstor<strong>en</strong> van nest<strong>en</strong>, hol<strong>en</strong> of andere<br />

voortplantings- of vaste rust- of verblijfsplaats<strong>en</strong> van beschermde dier<strong>en</strong>.<br />

Artikel 12: Het zoek<strong>en</strong>, beschadig<strong>en</strong> of uit het nest hal<strong>en</strong> van eier<strong>en</strong> van beschermde dier<strong>en</strong>.<br />

Artikel 13: Het vervoer<strong>en</strong> <strong>en</strong> onder zich hebb<strong>en</strong> (in verband met verplaats<strong>en</strong>) van beschermde plant<strong>en</strong> <strong>en</strong><br />

dier<strong>en</strong>.<br />

Artikel 75 bepaalt dat vrijstelling<strong>en</strong> <strong>en</strong> onthef fing<strong>en</strong> van deze verbodsbepaling<strong>en</strong> kunn<strong>en</strong><br />

word<strong>en</strong> verle<strong>en</strong>d. Het toetsingskader is begin 2005 gewijzigd door middel van e<strong>en</strong><br />

Algem<strong>en</strong>e Maatregel van Bestuur, doorgaans aangeduid als de AMvB artikel 75. Er<br />

geld<strong>en</strong> verschill<strong>en</strong>de regels voor werkzaamhed<strong>en</strong> in het kader van ruimtelijke ingrep<strong>en</strong><br />

<strong>en</strong> die in het kader van best<strong>en</strong>dig gebruik <strong>en</strong> beheer.<br />

4 Deze paragraaf is in belangrijke mate gestoeld op de brochure ‘Buit<strong>en</strong> aan het werk?’ (LNV, 2005a).<br />

49


50<br />

Er bestaan drie beschermingsregimes corresponder<strong>en</strong>d met drie verschill<strong>en</strong>de groep<strong>en</strong><br />

beschermde soort<strong>en</strong>, opg<strong>en</strong>om<strong>en</strong> in drie bijbehor<strong>en</strong>de tabell<strong>en</strong> in de LNV- brochure.<br />

T abel 1. De algem<strong>en</strong>e beschermde soort<strong>en</strong><br />

Voor deze soort<strong>en</strong> geldt e<strong>en</strong> vrijstelling voor ruimtelijke ingrep<strong>en</strong> <strong>en</strong> best<strong>en</strong>dig gebruik <strong>en</strong><br />

beheer. Ontheffing t<strong>en</strong> behoeve van andere activiteit<strong>en</strong> kan word<strong>en</strong> verle<strong>en</strong>d, mits de<br />

gunstige staat van instandhouding niet in het geding is (‘ lichte toetsing ’).<br />

T abel 2. De overige beschermde soort<strong>en</strong><br />

Voor deze soort<strong>en</strong> geldt e<strong>en</strong> vrijstelling voor werkzaamhed<strong>en</strong> in het kader van ruimtelijke<br />

ontwikkeling <strong>en</strong> inrichting <strong>en</strong> van best<strong>en</strong>dig gebruik <strong>en</strong> beheer, als op basis van e<strong>en</strong> door<br />

de minister van LNV goedgekeurde gedragscode wordt gewerkt. Anders is onthef fing<br />

noodzakelijk, na lichte toetsing.<br />

T abel 3. De strikt beschermde soort<strong>en</strong><br />

Dit zijn alle vogelsoort<strong>en</strong> <strong>en</strong> de plant<strong>en</strong>- <strong>en</strong> diersoort<strong>en</strong> vermeld in Bijlage 4 van de<br />

Habitatrichtlijn of in Bijlage 1 van de AMvB artikel 75. Voor best<strong>en</strong>dig gebruik <strong>en</strong> beheer<br />

geldt ook voor deze soort<strong>en</strong> e<strong>en</strong> vrijstelling, mits m<strong>en</strong> werkt op basis van e<strong>en</strong> door de<br />

minister van LNV goedgekeurde gedragscode. Voor verstoring (met wez<strong>en</strong>lijke invloed)<br />

van deze soort<strong>en</strong> kan ge<strong>en</strong> vrijstelling of ontheffing word<strong>en</strong> verkreg<strong>en</strong>. Voor ruimtelijke<br />

ingrep<strong>en</strong> is altijd e<strong>en</strong> ontheffing op grond van artikel 75 van de Flora- <strong>en</strong> faunawet<br />

noodzakelijk. Deze kan word<strong>en</strong> verle<strong>en</strong>d na e<strong>en</strong> uitgebreide toetsing .<br />

De uitgebreide toetsing houdt in dat ontheffing alle<strong>en</strong> kan word<strong>en</strong> verle<strong>en</strong>d als:<br />

1. Er ge<strong>en</strong> afbreuk wordt gedaan aan de gunstige staat van instandhouding van de<br />

soort;<br />

2. Er ge<strong>en</strong> andere bevredig<strong>en</strong>de oplossing voorhand<strong>en</strong> is;<br />

3. Er sprake is van e<strong>en</strong> in de wet g<strong>en</strong>oemde red<strong>en</strong> van op<strong>en</strong>baar belang;<br />

4. Er zorgvuldig wordt gehandeld.<br />

Best<strong>en</strong>dig gebruik, best<strong>en</strong>dig beheer <strong>en</strong> onderhoud in de bosbouw <strong>en</strong> landbouw <strong>en</strong><br />

uitvoering in het kader van ruimtelijke inrichting of ontwikkeling word<strong>en</strong> g<strong>en</strong>oemd als<br />

op<strong>en</strong>baar belang. Zorgvuldig handel<strong>en</strong> betek<strong>en</strong>t het actief optred<strong>en</strong> om alle mogelijke<br />

schade aan e<strong>en</strong> soort te voorkom<strong>en</strong>, zodanig dat ge<strong>en</strong> wez<strong>en</strong>lijke negatieve invloed op<br />

de relevante populatie van de soort optreedt. <strong>Mitigatie</strong> (het vermijd<strong>en</strong> of verzacht<strong>en</strong> van<br />

negatieve effect<strong>en</strong>) <strong>en</strong> comp<strong>en</strong>satie (het aanbied<strong>en</strong> van vervang<strong>en</strong>d leefgebied) kunn<strong>en</strong><br />

deel uitmak<strong>en</strong> van het zorgvuldig handel<strong>en</strong>.<br />

Sam<strong>en</strong>vatting toetsingskader Flora- <strong>en</strong> faunawet<br />

Het toetsingskader van de Flora- <strong>en</strong> faunawet voor werkzaamhed<strong>en</strong> in het kader van<br />

ruimtelijke ontwikkeling <strong>en</strong> inrichting <strong>en</strong> best<strong>en</strong>dig gebruik <strong>en</strong> beheer luidt dus:<br />

1. Kom<strong>en</strong> er soort<strong>en</strong> uit Tabel 1 voor? Hiervoor geldt e<strong>en</strong> vrijstelling. Alle<strong>en</strong> de<br />

zorgplicht is van toepassing.<br />

2. Kom<strong>en</strong> er soort<strong>en</strong> uit Tabel 2 voor? Dan geldt e<strong>en</strong> vrijstelling (mits gedragscode)<br />

of moet ontheffing word<strong>en</strong> aangevraagd (lichte toetsing).<br />

3. Kom<strong>en</strong> er soort<strong>en</strong> uit Tabel 3 voor? Er geldt e<strong>en</strong> vrijstelling voor best<strong>en</strong>dig gebruik<br />

<strong>en</strong> beheer (mits gedragscode; niet voor art. 10). In overige gevall<strong>en</strong> is altijd<br />

ontheffing nodig (uitgebreide toetsing).


B1.3 Natuurbeschermingswet 1998 5<br />

De Natuurbeschermingswet 1998 (kortweg: Nbwet 1998) heeft als doel het bescherm<strong>en</strong><br />

<strong>en</strong> instandhoud<strong>en</strong> van bijzondere gebied<strong>en</strong> in Nederland. In de wet zijn vier categorieën<br />

beschermde gebied<strong>en</strong> te onderscheid<strong>en</strong>. De belangrijkste zijn de Natura 2000-gebied<strong>en</strong><br />

(oftewel Vogel- <strong>en</strong> Habitatrichtlijngebied<strong>en</strong> oftewel Speciale Beschermingszones),<br />

aangewez<strong>en</strong> op grond van artikel 10a <strong>en</strong> de beschermde natuurmonum<strong>en</strong>t<strong>en</strong> ,<br />

aangewez<strong>en</strong> op grond van artikel 10. E<strong>en</strong> gebied kan niet tegelijkertijd Natura 2000gebied<br />

<strong>en</strong> beschermd natuurmonum<strong>en</strong>t zijn. Voor reeds aangewez<strong>en</strong> beschermde<br />

natuurmonum<strong>en</strong>t<strong>en</strong> die geheel of gedeeltelijk in e<strong>en</strong> Natura 2000-gebied ligg<strong>en</strong>, vervalt<br />

(te zijner tijd) de aanwijzing als beschermd natuurmonum<strong>en</strong>t voor dat deel dat in het<br />

Natura 2000-gebied ligt.<br />

Aanwijzingsbesluit<strong>en</strong> van deze gebied<strong>en</strong> bevatt<strong>en</strong> t<strong>en</strong>minste e<strong>en</strong> kaart <strong>en</strong> e<strong>en</strong><br />

toelichting, waarin (voor Natura 2000-gebied<strong>en</strong>) de instandhoudingsdoelstelling<strong>en</strong> staan<br />

verwoord.<br />

Voor Natura 2000-gebied<strong>en</strong> di<strong>en</strong>t e<strong>en</strong> beheersplan te word<strong>en</strong> opgesteld (artikel 19a).<br />

Hierin staat t<strong>en</strong>minste aangegev<strong>en</strong> wat de beoogde resultat<strong>en</strong> zijn met betrekking tot de<br />

beschermde natuurwaard<strong>en</strong> <strong>en</strong> welke maatregel<strong>en</strong> daarvoor in hoofdlijn<strong>en</strong> zull<strong>en</strong><br />

word<strong>en</strong> g<strong>en</strong>om<strong>en</strong>. Voor beschermde natuurmonum<strong>en</strong>t<strong>en</strong> is e<strong>en</strong> beheersplan mogelijk,<br />

maar niet verplicht.<br />

Project<strong>en</strong> <strong>en</strong> handeling<strong>en</strong> , die negatieve ef fect<strong>en</strong> op Natura 2000-gebied<strong>en</strong> kunn<strong>en</strong><br />

hebb<strong>en</strong> <strong>en</strong> die niet nodig zijn voor of verband houd<strong>en</strong> met het beheer, zijn verbod<strong>en</strong>.<br />

Hiervoor kan door Gedeputeerde Stat<strong>en</strong> (of in uitzonderingsgevall<strong>en</strong> door de minister<br />

van LNV) ver gunning word<strong>en</strong> verle<strong>en</strong>d op grond van artikel 19d. V oor plann<strong>en</strong> (bij<br />

voorbeeld bestemmingsplann<strong>en</strong>, streekplann<strong>en</strong>, waterhuishoudingsplann<strong>en</strong>) geldt dat<br />

goedkeuring van het bevoegd gezag op grond van artikel 19j nodig is. Ook activiteit<strong>en</strong><br />

buit<strong>en</strong> het Natura 2000-gebied kunn<strong>en</strong> vergunningplichtig zijn als er negatieve effect<strong>en</strong><br />

door ‘ externe werking ’ kunn<strong>en</strong> optred<strong>en</strong>.<br />

De vergunning of goedkeuring kan pas word<strong>en</strong> afgegev<strong>en</strong> nadat e<strong>en</strong> zog<strong>en</strong>aamde<br />

‘ habitattoets’ het bevoegd gezag de zekerheid heeft gegev<strong>en</strong> dat de natuurlijke<br />

k<strong>en</strong>merk<strong>en</strong> van het gebied niet word<strong>en</strong> aangetast <strong>en</strong> de kwaliteit van de natuurlijke<br />

habitats <strong>en</strong> de habitats van de soort<strong>en</strong> niet verslechtert <strong>en</strong> dat er ge<strong>en</strong> verstoring van<br />

soort<strong>en</strong> optreedt.<br />

Habitattoets<br />

Onder deze noemer valt de beoordelingsprocedure voor plann<strong>en</strong>, project<strong>en</strong> <strong>en</strong><br />

handeling<strong>en</strong> zoals g<strong>en</strong>oemd in artikel<strong>en</strong> 19 d t/m 19j. De Algem<strong>en</strong>e Handreiking<br />

Natuurbeschermingswet 1998 (LNV 2005b) onderscheidt e<strong>en</strong> aantal stapp<strong>en</strong>, die<br />

hieronder word<strong>en</strong> weergegev<strong>en</strong>. Sommige term<strong>en</strong> <strong>en</strong> stapp<strong>en</strong> staan echter niet in de wet<br />

g<strong>en</strong>oemd <strong>en</strong> kom<strong>en</strong> ook niet in alle gevall<strong>en</strong> overe<strong>en</strong> met de tot dusverre gevolgde<br />

werkwijze.<br />

In de ‘ oriëntatiefase ’ – voorhe<strong>en</strong> ook wel ‘ voortoets ’ g<strong>en</strong>oemd – wordt onderzocht of<br />

e<strong>en</strong> plan, project of handeling (sam<strong>en</strong> kortweg aangeduid als ‘activiteit’), gelet op de<br />

instandhoudingsdoelstelling<strong>en</strong>, mogelijk schadelijke gevolg<strong>en</strong> heeft voor e<strong>en</strong> Natura<br />

5 Hierbij is in belangrijke mate gebruik gemaakt van de brochure ‘Algem<strong>en</strong>e handreiking<br />

natuurbeschermingswet 1998’ (LNV, 2005b)<br />

51


52<br />

2000-gebied <strong>en</strong> zo ja of deze gevolg<strong>en</strong> significant kunn<strong>en</strong> zijn. De gevolg<strong>en</strong> moet<strong>en</strong><br />

word<strong>en</strong> beoordeeld in sam<strong>en</strong>hang met die van andere plann<strong>en</strong> <strong>en</strong> project<strong>en</strong><br />

(‘ cumulatieve ef fect<strong>en</strong> ’).<br />

De oriëntatiefase kan drie uitkomst<strong>en</strong> hebb<strong>en</strong>:<br />

- Er zijn ge<strong>en</strong> schadelijke gevolg<strong>en</strong> te verwacht<strong>en</strong>. Er is ge<strong>en</strong> vergunningsaanvraag,<br />

goedkeuringsverzoek of andere vervolgstap noodzakelijk.<br />

- Er zijn mogelijk schadelijke effect<strong>en</strong>, maar deze zijn zeker niet significant. Er di<strong>en</strong>t<br />

e<strong>en</strong> vergunning of goedkeuring te word<strong>en</strong> (aan)gevraagd, na het uitvoer<strong>en</strong> van<br />

e<strong>en</strong> ‘ verslechterings- <strong>en</strong> verstoringstoets ’ (zie onder).<br />

- Het optred<strong>en</strong> van significant negatieve effect<strong>en</strong> kan niet word<strong>en</strong> uitgeslot<strong>en</strong>. Er<br />

di<strong>en</strong>t e<strong>en</strong> vergunning of goedkeuring te word<strong>en</strong> (aan)gevraagd, na het uitvoer<strong>en</strong><br />

van e<strong>en</strong> ‘ pass<strong>en</strong>de beoordeling ’ (zie onder).<br />

De verslechterings- <strong>en</strong> verstoringstoets di<strong>en</strong>t uit te wijz<strong>en</strong> of er e<strong>en</strong> reële kans bestaat op<br />

het optred<strong>en</strong> van negatieve effect<strong>en</strong> t<strong>en</strong> gevolg van de voorg<strong>en</strong>om<strong>en</strong> activiteit. Volg<strong>en</strong>s<br />

de Handreiking (LNV 2005b) hoeft in deze fase ge<strong>en</strong> rek<strong>en</strong>ing meer gehoud<strong>en</strong> te<br />

word<strong>en</strong> met cumulatieve effect<strong>en</strong>. De verstorings- <strong>en</strong> verslechteringstoets heeft twee<br />

mogelijke uitkomst<strong>en</strong>:<br />

- De verslechtering <strong>en</strong> verstoring is aanvaardbaar. Het bevoegd gezag verle<strong>en</strong>t<br />

vergunning dan wel geeft goedkeuring.<br />

- De verslechtering <strong>en</strong>/of verstoring is onaanvaardbaar. De vergunning wordt<br />

geweigerd dan wel de goedkeuring wordt onthoud<strong>en</strong>.<br />

Aan de vergunning kunn<strong>en</strong> beperk<strong>en</strong>de voorwaard<strong>en</strong> ( mitigatie <strong>en</strong> comp<strong>en</strong>satie , zie<br />

onder) word<strong>en</strong> verbond<strong>en</strong>.<br />

De pass<strong>en</strong>de beoordeling is erop gericht om, op basis van de beste wet<strong>en</strong>schappelijke<br />

k<strong>en</strong>nis ter zake, alle aspect<strong>en</strong> van e<strong>en</strong> plan, project of handeling te inv<strong>en</strong>tariser<strong>en</strong>, die de<br />

instandhoudingsdoelstelling<strong>en</strong> in gevaar kunn<strong>en</strong> br<strong>en</strong>g<strong>en</strong>. Hierbij moet<strong>en</strong> ook de<br />

cumulatieve effect<strong>en</strong> word<strong>en</strong> beoordeeld.<br />

De pass<strong>en</strong>de beoordeling kan drie uitkomst<strong>en</strong> hebb<strong>en</strong>:<br />

- Er treedt ge<strong>en</strong> aantasting op. De vergunning dan wel goedkeuring wordt<br />

verle<strong>en</strong>d.<br />

- Negatieve effect<strong>en</strong> tred<strong>en</strong> (mogelijk) wel op, maar deze zijn niet significant.<br />

Vergunning dan wel toestemming wordt verle<strong>en</strong>d, mits de aantasting niet<br />

onaanvaardbaar is (zie bov<strong>en</strong>).<br />

- Er tred<strong>en</strong> (mogelijk) wel significante effect<strong>en</strong> op. Dan volgt toetsing aan de<br />

zogehet<strong>en</strong> ADC-criteria:<br />

- Er zijn ge<strong>en</strong> geschikte<br />

Alternatiev<strong>en</strong> .<br />

- Er is sprake van<br />

Dwing<strong>en</strong>de red<strong>en</strong><strong>en</strong> van groot op<strong>en</strong>baar belang ,<br />

waaronder red<strong>en</strong><strong>en</strong> van sociale <strong>en</strong> economische aard.<br />

- Er is voorzi<strong>en</strong> in exacte <strong>en</strong> tijdige<br />

Comp<strong>en</strong>satie .<br />

Slechts als aan deze drie criteria is voldaan, mag het bevoegd gezag vergunning of<br />

goedkeuring verl<strong>en</strong><strong>en</strong>.


Als er sprake is van aantasting van e<strong>en</strong> gebied dat is aangewez<strong>en</strong> ter bescherming van<br />

prioritair natuurlijk habitat of e<strong>en</strong> prioritaire soort, di<strong>en</strong>t eerst door de minister van LNV<br />

aan de Europese Commissie advies te word<strong>en</strong> gevraagd. Bov<strong>en</strong>di<strong>en</strong> is het aantal red<strong>en</strong><strong>en</strong><br />

van groot op<strong>en</strong>baar belang beperkt.<br />

Het toetsingskader voor beschermde natuurmonum<strong>en</strong>t<strong>en</strong> is zeer vergelijkbaar, echter de<br />

procedure <strong>en</strong> de speelruimte van het bevoegd gezag wijk<strong>en</strong> op <strong>en</strong>kele ondergeschikte<br />

punt<strong>en</strong> af.<br />

Knelpunt<strong>en</strong><br />

Voor de toepassing in de onderhavige beoordeling zijn de instandhoudingsdoel<strong>en</strong><br />

leid<strong>en</strong>d zijn bij het opstell<strong>en</strong> van zowel de pass<strong>en</strong>de beoordeling als het beheersplan. De<br />

procedure voor het vaststell<strong>en</strong> van instandhoudingsdoel<strong>en</strong> loopt nog; definitieve<br />

vaststelling wordt niet verwacht voor medio 2006. Daarom hanteert Bureau<br />

Waard<strong>en</strong>burg vooralsnog gegev<strong>en</strong>s over het voorkom<strong>en</strong> van de beschermde natuurlijke<br />

habitats <strong>en</strong> soort<strong>en</strong> t<strong>en</strong> tijde van de aanwijzing c.q. aanmelding van de Natura 2000gebied<strong>en</strong>.<br />

In de aanwijzingsbesluit<strong>en</strong> van de beschermde (of staats-) natuurmonum<strong>en</strong>t<strong>en</strong><br />

onder de oude Natuurbeschermingswet zijn vaak algem<strong>en</strong>e beschrijving<strong>en</strong> van<br />

natuurwaard<strong>en</strong> opg<strong>en</strong>om<strong>en</strong>, die zich soms slecht voor toetsing l<strong>en</strong><strong>en</strong>.<br />

Bov<strong>en</strong>di<strong>en</strong> is er ge<strong>en</strong> duidelijkheid over de criteria voor significantie van ef fect<strong>en</strong>. Deze<br />

di<strong>en</strong><strong>en</strong> rek<strong>en</strong>ing te houd<strong>en</strong> met de status <strong>en</strong> de gevoeligheid van de betrokk<strong>en</strong> habitats<br />

<strong>en</strong> soort<strong>en</strong>. T<strong>en</strong>einde e<strong>en</strong> transparante <strong>en</strong> objectieve beoordeling van effect<strong>en</strong> te kunn<strong>en</strong><br />

mak<strong>en</strong> heeft Bureau Waard<strong>en</strong>burg e<strong>en</strong> set criteria voor de bepaling van significantie<br />

opgesteld (L<strong>en</strong>sink et al. 2001), die in principe bij alle pass<strong>en</strong>de beoordeling<strong>en</strong> word<strong>en</strong><br />

gehanteerd. Bij de effectinschatting wordt gedetailleerd rek<strong>en</strong>ing gehoud<strong>en</strong> met de<br />

specifieke aard van de ingreep, het gebied <strong>en</strong> de betrokk<strong>en</strong> soort<strong>en</strong> <strong>en</strong> habitats.<br />

Zorgplicht<br />

Artikel 19l legt aan e<strong>en</strong> ieder e<strong>en</strong> zor gplicht voor beschermde natuur gebied<strong>en</strong> op. Deze<br />

zorg houdt in ieder geval in dat ieder die weet of redelijkerwijs kan vermoed<strong>en</strong> dat e<strong>en</strong><br />

handeling nadelige gevolg<strong>en</strong> heeft, verplicht is die handeling achterwege te lat<strong>en</strong> of, als<br />

dat redelijkerwijs niet kan word<strong>en</strong> gevergd, ev<strong>en</strong>tuele gevolg<strong>en</strong> zoveel mogelijk te<br />

beperk<strong>en</strong> of ongedaan te mak<strong>en</strong>. De nadelige handeling<strong>en</strong> hebb<strong>en</strong> betrekking op de<br />

instandhoudingsdoel<strong>en</strong> in het geval van e<strong>en</strong> Natura 2000-gebied <strong>en</strong> op de wez<strong>en</strong>lijke<br />

k<strong>en</strong>merk<strong>en</strong> in het geval van e<strong>en</strong> beschermd natuurmonum<strong>en</strong>t.<br />

B1.4 Rode lijst<strong>en</strong><br />

Rode lijst<strong>en</strong> zijn ge<strong>en</strong> wettelijke instrum<strong>en</strong>t<strong>en</strong>, maar zijn stur<strong>en</strong>d voor beleid. Zij di<strong>en</strong><strong>en</strong><br />

om prioriteit<strong>en</strong> in middel<strong>en</strong> <strong>en</strong> maatregel<strong>en</strong> te kunn<strong>en</strong> bepal<strong>en</strong>. Bij het beoordel<strong>en</strong> van<br />

maatregel<strong>en</strong> <strong>en</strong> ingrep<strong>en</strong> kunn<strong>en</strong> de Rode lijst<strong>en</strong> echter wel e<strong>en</strong> belangrijke rol spel<strong>en</strong>. Er<br />

zijn nu landelijke Rode lijst<strong>en</strong> vastgesteld voor paddestoel<strong>en</strong>, korstmoss<strong>en</strong>, moss<strong>en</strong>,<br />

vaatplant<strong>en</strong>, platworm<strong>en</strong>, land- <strong>en</strong> zoetwaterweekdier<strong>en</strong>, bij<strong>en</strong>, dagvlinders, haft<strong>en</strong>,<br />

kokerjuffers, libell<strong>en</strong>, sprinkhan<strong>en</strong> <strong>en</strong> krekels, ste<strong>en</strong>vlieg<strong>en</strong>, viss<strong>en</strong>, amfibieën, reptiel<strong>en</strong>,<br />

53


54<br />

zoogdier<strong>en</strong> <strong>en</strong> vogels (LNV 2004). E<strong>en</strong> aantal provincies heeft aanvull<strong>en</strong>de provinciale<br />

Rode lijst<strong>en</strong> opgesteld.<br />

Van soort<strong>en</strong> op de Rode lijst moet word<strong>en</strong> aang<strong>en</strong>om<strong>en</strong> dat negatieve effect<strong>en</strong> van<br />

ingrep<strong>en</strong> de gunstige staat van instandhouding relatief gemakkelijk in gevaar br<strong>en</strong>g<strong>en</strong>.<br />

Waar het beschermde soort<strong>en</strong> betreft zal er dus extra aandacht aan mitigatie <strong>en</strong><br />

comp<strong>en</strong>satie moet<strong>en</strong> word<strong>en</strong> besteed. Bij niet-beschermde soort<strong>en</strong> of soortgroep<strong>en</strong><br />

kunn<strong>en</strong> op grond van de zorgplicht extra maatregel<strong>en</strong> word<strong>en</strong> gevergd. Bij e<strong>en</strong> aantal<br />

soortgroep<strong>en</strong> gaat het echter om ti<strong>en</strong>tall<strong>en</strong> of honderd<strong>en</strong> moeilijk vast te stell<strong>en</strong> soort<strong>en</strong>,<br />

waardoor de waarde voor praktische toepassing<strong>en</strong> vaak beperkt is.<br />

B1.5 Ecologische Hoofdstructuur<br />

De Nota Ruimte bevat de doelstelling<strong>en</strong>, de hoofdlijn<strong>en</strong> <strong>en</strong> de belangrijkste maatregel<strong>en</strong><br />

van het nationaal ruimtelijk beleid voor o.m. natuur <strong>en</strong> landschap. Onderdeel hiervan is<br />

de Ecologische Hoofdstructuur (EHS), die bestaat uit e<strong>en</strong> sam<strong>en</strong>hang<strong>en</strong>d netwerk van<br />

bestaande <strong>en</strong> nog te ontwikkel<strong>en</strong> natuurgebied<strong>en</strong> verbond<strong>en</strong> door verbindingszones. De<br />

begr<strong>en</strong>zing van de EHS is e<strong>en</strong> provinciale taak. De Provinciale Ecologische<br />

Hoofdstructuur (PEHS) word<strong>en</strong> in provinciale streekplann<strong>en</strong> uitgewerkt; ruimtelijke<br />

plann<strong>en</strong> van geme<strong>en</strong>t<strong>en</strong> moet<strong>en</strong> hieraan word<strong>en</strong> getoetst. De PEHS is de afgelop<strong>en</strong> jar<strong>en</strong><br />

in gebiedsplann<strong>en</strong> nader begr<strong>en</strong>sd (vaak op perceelsniveau), waarbij per begr<strong>en</strong>sde<br />

e<strong>en</strong>heid natuurdoeltyp<strong>en</strong> zijn aangewez<strong>en</strong>.<br />

In of in de nabijheid van beschermde natuurgebied<strong>en</strong> geldt het ‘nee, t<strong>en</strong>zij’-regime.<br />

Nieuwe plann<strong>en</strong>, project<strong>en</strong> of handeling<strong>en</strong> zijn niet toegestaan als zij de wez<strong>en</strong>lijke<br />

k<strong>en</strong>merk<strong>en</strong> of waard<strong>en</strong> van het gebied aantast<strong>en</strong>. Hiervan kan alle<strong>en</strong> word<strong>en</strong> afgewek<strong>en</strong><br />

als er ge<strong>en</strong> reële alternatiev<strong>en</strong> zijn én er sprake is van red<strong>en</strong><strong>en</strong> van groot op<strong>en</strong>baar<br />

belang. In dat geval moet de initiatiefnemer maatregel<strong>en</strong> treff<strong>en</strong> om de nadelige effect<strong>en</strong><br />

weg te nem<strong>en</strong> of te ondervang<strong>en</strong>, <strong>en</strong> waar dat niet volstaat te comp<strong>en</strong>ser<strong>en</strong> door het<br />

realiser<strong>en</strong> van gelijkwaardige gebied<strong>en</strong>, liefst in of nabij het aangetaste gebied. Ook<br />

financiële comp<strong>en</strong>satie is mogelijk.<br />

Literatuur<br />

Backes, C.W., P.J.J. van Buur<strong>en</strong> & A.A. Freriks (2004). Hoofdlijn<strong>en</strong><br />

natuurbeschermingsrecht. Sdu Uitgevers, D<strong>en</strong> Haag.<br />

L<strong>en</strong>sink, R., J. Reitsma, S. Dirks<strong>en</strong> & J. van der Wind<strong>en</strong>, 2001. Ecologische effect<strong>en</strong> van<br />

het structuurmodel Kust (geme<strong>en</strong>te Lelystad). Rapport 01-019, Bureau<br />

Waard<strong>en</strong>burg bv, Culemborg.<br />

LNV, 1993. Structuurschema Gro<strong>en</strong>e Ruimte: het landelijk gebied de moeite waard.<br />

Ministerie van LNV, D<strong>en</strong> Haag.<br />

LNV, 2004. Besluit Rode lijst<strong>en</strong> flora <strong>en</strong> fauna. Ministerie van LNV, D<strong>en</strong> Haag.<br />

LNV, 2005a. Buit<strong>en</strong> aan het werk? Houd tijdig rek<strong>en</strong>ing met beschermde dier<strong>en</strong> <strong>en</strong><br />

plant<strong>en</strong>! Ministerie van LNV, D<strong>en</strong> Haag.<br />

LNV, 2005b. Algem<strong>en</strong>e Handreiking Natuurbeschermingswet 1998. Ministerie van LNV,<br />

D<strong>en</strong> Haag.<br />

Wold<strong>en</strong>dorp. H.E., 2005. Wetgeving natuurbescherming. tekst<strong>en</strong> <strong>en</strong> toelichting. Editie<br />

2005. Sdu Uitgevers. D<strong>en</strong> Haag.


Bijlage 2 Gebiedsdocum<strong>en</strong>t SBZ Oostzanerveld<br />

55


092_gebied<strong>en</strong>docum<strong>en</strong>t_ilperveld, vark<strong>en</strong>sland, oostzanerveld & twiske<br />

Natura 2000 gebied 92 – Ilperveld, Vark<strong>en</strong>sland,<br />

Oostzanerveld & Twiske<br />

(Zie leeswijzer)<br />

K<strong>en</strong>schets<br />

Natura 2000 Landschap: Mer<strong>en</strong> <strong>en</strong> moerass<strong>en</strong><br />

Status: Habitatrichtlijn + Vogelrichtlijn<br />

Site code: NL2003023 + NL1000007<br />

Beschermd natuurmonum<strong>en</strong>t: Waterland Vark<strong>en</strong>sland SN Ilperveld, Vark<strong>en</strong>sland <strong>en</strong> Twiske VR<br />

Beheerder: Staatsbosbeheer, Noordhollands Landschap, Rijkswaterstaat,<br />

particulier<strong>en</strong><br />

Provincie: Flevoland, Friesland, Noord-Holland<br />

Geme<strong>en</strong>te: Landsmeer, Oostzaam, Waterland, Wormerland, Zaanstad<br />

Oppervlakte: 2.584 ha<br />

Gebiedsbeschrijving<br />

Het Ilperveld, Oostzanerveld <strong>en</strong> Vark<strong>en</strong>sland vorm<strong>en</strong> tesam<strong>en</strong> het grootste uitgeve<strong>en</strong>de<br />

laagve<strong>en</strong>complex t<strong>en</strong> noord<strong>en</strong> van Amsterdam. In het huidige karakter van het gebied wordt de<br />

langdurige invloed van brak water weerspiegeld, die echter in de laatste eeuw sterk verminderd is.De<br />

ve<strong>en</strong>terrein<strong>en</strong> zijn van internationale betek<strong>en</strong>is vanwege het voorkom<strong>en</strong> van de prioritaire soort<br />

Noordse woelmuis, ve<strong>en</strong>mosbegroeiing<strong>en</strong> met gewone dophei <strong>en</strong> e<strong>en</strong> naar verhouding grote<br />

oppervlakte aan overgangs- <strong>en</strong> trilv<strong>en</strong><strong>en</strong>. Daarnaast zijn de gebied<strong>en</strong> van belang voor voedselrijke,<br />

zoomvorm<strong>en</strong>de strooiselruigt<strong>en</strong> <strong>en</strong> de soort<strong>en</strong> bittervoorn, grote modderkruiper, kleine<br />

modderkruiper, rivierdonderpad <strong>en</strong> meervleermuis.<br />

Belangrijk broedgebied voor broedvogels van rietmoerass<strong>en</strong> met veel waterriet <strong>en</strong> wat overjarig riet<br />

(roerdomp, bruine kiek<strong>en</strong>dief, snor, rietzanger) <strong>en</strong> broedvogels van natte grasland<strong>en</strong> (kemphaan,<br />

watersnip) met kale, hoge, plekk<strong>en</strong> langs oevers (visdief).<br />

Begr<strong>en</strong>zing (zie kaart)<br />

Het gebied omvat e<strong>en</strong> beschermd natuurmonum<strong>en</strong>t (Waterland-Vark<strong>en</strong>sland) dat grot<strong>en</strong>deels in het<br />

gebied is geleg<strong>en</strong>; e<strong>en</strong> meer oostelijk geleg<strong>en</strong> meertje (De Leek) <strong>en</strong> <strong>en</strong>kele slot<strong>en</strong> mak<strong>en</strong> ge<strong>en</strong> deel uit<br />

van het Natura 2000 gebied. Verder e<strong>en</strong> groot aantal technische aanpassing<strong>en</strong> die o.a. betrekking<br />

hebb<strong>en</strong> op het op de kaart aangev<strong>en</strong> van tekstueel reeds uitgeslot<strong>en</strong> del<strong>en</strong> met name aane<strong>en</strong>geslot<strong>en</strong><br />

(lint-)bebouwing <strong>en</strong> het gelijktrekk<strong>en</strong> van de begr<strong>en</strong>zing van het Vogel- <strong>en</strong> het Habitatrichtlijngebied<br />

(verschil wat betreft Oostzanerveld <strong>en</strong> Twiske blijft bestaan).<br />

Natura 2000 database<br />

Habitattyp<strong>en</strong><br />

Code Habitattype<br />

H3140 Kranswierwater<strong>en</strong><br />

H4010 Vochtige heid<strong>en</strong><br />

H6430 Ruigt<strong>en</strong> <strong>en</strong> zom<strong>en</strong><br />

H7140 Overgangs- <strong>en</strong> trilve<strong>en</strong><br />

H91D0 Hoogve<strong>en</strong>boss<strong>en</strong><br />

Gebied<strong>en</strong>docum<strong>en</strong>t – werkdocum<strong>en</strong>t t.b.v. voorbereiding ontwerp-aanwijzingsbesluit<strong>en</strong> 1


Habatatrichtlijnsoort<strong>en</strong><br />

Soortnr Soort<br />

H1134 Bittervoorn<br />

H1145 Grote modderkruiper<br />

H1149 Kleine modderkruiper<br />

H1163 Rivierdonderpad<br />

H1318 Meervleermuis<br />

H1340 Noordse woelmuis<br />

Vogelrichtlijnsoort<strong>en</strong><br />

Soortnr Soort<br />

A021 Roerdomp - b<br />

A037 Kleine zwaan - n<br />

A043 Grauwe gans - n<br />

A050 Smi<strong>en</strong>t - n<br />

A051 Krake<strong>en</strong>d - n<br />

A056 Slobe<strong>en</strong>d - n<br />

A081 Bruine kiek<strong>en</strong>dief - b<br />

A125 Meerkoet - n<br />

A151 Kemphaan - b<br />

A156 Grutto - n<br />

A160 Wulp - n<br />

A193 Visdief - b<br />

A292 Snor - b<br />

Voorstel voor het aanvull<strong>en</strong> van de database:<br />

A153 Watersnip - b<br />

A295 Rietzanger - b<br />

Kernopgav<strong>en</strong><br />

092_gebied<strong>en</strong>docum<strong>en</strong>t_ilperveld, vark<strong>en</strong>sland, oostzanerveld & twiske<br />

4.09 Compleetheid in ruimte <strong>en</strong> tijd: Alle successiestadia laagve<strong>en</strong>verlanding in ruimte <strong>en</strong> tijd<br />

verteg<strong>en</strong>woordigd: overgangs- <strong>en</strong> trilv<strong>en</strong><strong>en</strong> 7140, met onder meer gro<strong>en</strong>knolorchis, grote<br />

vuurvlinder <strong>en</strong> vochtige heid<strong>en</strong> (laagve<strong>en</strong>gebied) 4010_B, hoogve<strong>en</strong>boss<strong>en</strong> 91D0,<br />

blauwgrasland<strong>en</strong> 6410 <strong>en</strong> galigaanmoerass<strong>en</strong> *7210, in sam<strong>en</strong>hang met geme<strong>en</strong>schapp<strong>en</strong><br />

van op<strong>en</strong> water.<br />

4.11 Plas-dras situaties: Plas-dras situaties voor graset<strong>en</strong>de watervogels, zoals smi<strong>en</strong>t<strong>en</strong>,<br />

ganz<strong>en</strong> <strong>en</strong> broedvogels zoals kemphaan <strong>en</strong> porseleinho<strong>en</strong>, kwartelkoning <strong>en</strong> noordse<br />

woelmuis.<br />

4.12 Overjarig riet: Herstel van grote oppervlakt<strong>en</strong>/brede zones overjarig riet, inclusief<br />

waterriet, door herstel van natuurlijke peildynamiek <strong>en</strong> teg<strong>en</strong>gaan verdroging voor<br />

rietmoerasvogels, zoals roerdomp, grote karekiet, snor, purperreiger <strong>en</strong> voor de noordse<br />

woelmuis.<br />

4.13 Brakke ruigtes: Behoud <strong>en</strong> herstel van brakke variant van ruigt<strong>en</strong> <strong>en</strong> zom<strong>en</strong> (harig<br />

wilg<strong>en</strong>roosje) 6430_B in de laagve<strong>en</strong>gebied<strong>en</strong> bov<strong>en</strong> het IJ, mede als leefgebied voor de<br />

noordse woelmuis.<br />

Instandhoudingsdoel<strong>en</strong><br />

Algem<strong>en</strong>e doel<strong>en</strong><br />

Behoud van de bijdrage van het Natura 2000 gebied aan de biologische diversiteit <strong>en</strong> aan de gunstige<br />

staat van instandhouding van natuurlijke habitats <strong>en</strong> soort<strong>en</strong> binn<strong>en</strong> de Europese Unie.<br />

Gebied<strong>en</strong>docum<strong>en</strong>t – werkdocum<strong>en</strong>t t.b.v. voorbereiding ontwerp-aanwijzingsbesluit<strong>en</strong> 2


092_gebied<strong>en</strong>docum<strong>en</strong>t_ilperveld, vark<strong>en</strong>sland, oostzanerveld & twiske<br />

Behoud van de bijdrage van het Natura 2000 gebied aan de ecologische sam<strong>en</strong>hang van het Natura<br />

2000 netwerk zowel binn<strong>en</strong> Nederland als binn<strong>en</strong> de Europese Unie.<br />

Behoud <strong>en</strong> waar nodig herstel van de ruimtelijke sam<strong>en</strong>hang met de omgeving t<strong>en</strong> behoeve van de<br />

duurzame instandhouding van de in Nederland voorkom<strong>en</strong>de natuurlijke habitats <strong>en</strong> soort<strong>en</strong>.<br />

Behoud <strong>en</strong> waar nodig herstel van de natuurlijke k<strong>en</strong>merk<strong>en</strong> <strong>en</strong> van de sam<strong>en</strong>hang van de<br />

ecologische structuur <strong>en</strong> functies van het gehele gebied voor alle habitattyp<strong>en</strong> <strong>en</strong> soort<strong>en</strong> waarvoor<br />

instandhoudingsdoel<strong>en</strong> zijn geformuleerd.<br />

Behoud of herstel van gebiedsspecifieke ecologische vereist<strong>en</strong> voor de duurzame instandhouding van<br />

de habitattyp<strong>en</strong> <strong>en</strong> soort<strong>en</strong> waarvoor instandhoudingsdoel<strong>en</strong> zijn geformuleerd.<br />

Habitattyp<strong>en</strong><br />

H3140 Kalkhoud<strong>en</strong>de oligo-mesotrofe water<strong>en</strong> met b<strong>en</strong>thische Chara spp. vegetaties<br />

Doel Uitbreiding oppervlakte <strong>en</strong> behoud kwaliteit<br />

Toelichting Het habitattype kranswierwater<strong>en</strong> heeft geled<strong>en</strong> onder verandering<strong>en</strong> in de<br />

waterkwaliteit die door de verbond<strong>en</strong>heid van de verschill<strong>en</strong>de water<strong>en</strong> in veel<br />

deelgebied<strong>en</strong> effect hebb<strong>en</strong> gehad. In het gebied is e<strong>en</strong> zeldzame brakke variant<br />

aanwezig, waarin gebog<strong>en</strong> kransblad <strong>en</strong> ook snavelruppia, of groot nimfkruid<br />

voorkom<strong>en</strong>. Het habitattype is het best ontwikkeld in het noordelijk deel van het<br />

Oostzanerveld, waar de spoorlijn als isoler<strong>en</strong>d elem<strong>en</strong>t voor voedselrijk boezemwater<br />

fungeert.<br />

H4010 Noord-Atlantische vochtige heide met Erica tetralix<br />

Doel Uitbreiding oppervlakte <strong>en</strong> behoud kwaliteit van vochtige heid<strong>en</strong>, laagve<strong>en</strong>gebied<br />

(subtype B)<br />

Toelichting In laagve<strong>en</strong>verlandingsserie is het habitattype vochtige heid<strong>en</strong>, laagve<strong>en</strong>gebied (subtype<br />

B), ook wel moerasheide, het laatste bek<strong>en</strong>de stadium van de successie. In de vegetatie<br />

zijn soort<strong>en</strong> aanwezig die aangev<strong>en</strong> dat e<strong>en</strong> verdere ontwikkeling naar hoogve<strong>en</strong> te<br />

verwacht<strong>en</strong> is. Het type kan ontstaan uit overgangs- <strong>en</strong> trilv<strong>en</strong><strong>en</strong> of uit rietland<strong>en</strong>.<br />

Natuurlijke veroudering <strong>en</strong> de opbouw van e<strong>en</strong> waterlichaam van reg<strong>en</strong>water zijn<br />

drijv<strong>en</strong>de kracht<strong>en</strong>.<br />

H6430 Voedselrijke zoomvorm<strong>en</strong>de ruigt<strong>en</strong> van het laagland, <strong>en</strong> van de montane <strong>en</strong><br />

alpi<strong>en</strong>e zones<br />

Doel Behoud oppervlakte <strong>en</strong> kwaliteit van ruigt<strong>en</strong> <strong>en</strong> zom<strong>en</strong>, harig wilg<strong>en</strong>roosje (subtype B)<br />

Toelichting De brakke variant van het habitattype ruigt<strong>en</strong> <strong>en</strong> zom<strong>en</strong>, harig wilg<strong>en</strong>roosje is in dit<br />

gebied het meest belangrijk, maar die is als gevolg van de algem<strong>en</strong>e verzoeting van het<br />

oppervlaktewater gedur<strong>en</strong>de de laatste eeuw ook hier bedreigd. Verdere achteruitgang<br />

di<strong>en</strong>t voorkom<strong>en</strong> te word<strong>en</strong>. Vanwege de structuur is dit habitattype ook zeer belangrijk<br />

voor de noordse woelmuis.<br />

H7140 Overgangs-<strong>en</strong> trilve<strong>en</strong><br />

Doel Uitbreiding oppervlakte <strong>en</strong> behoud kwaliteit van overgangs- <strong>en</strong> trilv<strong>en</strong><strong>en</strong>,<br />

ve<strong>en</strong>mosrietland<strong>en</strong> (subtype B)<br />

Toelichting In het gebied komt de brakke variant van overgangs- <strong>en</strong> trilv<strong>en</strong><strong>en</strong>, ve<strong>en</strong>mosrietland<strong>en</strong><br />

voor, die ontstaat idoor verlanding met ruwe bies. Geleidelijk raakt het brakke karakter<br />

van het water <strong>en</strong> het ve<strong>en</strong> echter op de achtergrond. Door herstelmaatregel<strong>en</strong> wordt<br />

e<strong>en</strong> nieuwe ontwikkeling beoogd van helofyt<strong>en</strong>rijke jonge verlandingstadia. Deze jonge<br />

stadia word<strong>en</strong> vervang<strong>en</strong> door overgangs- <strong>en</strong> trilv<strong>en</strong><strong>en</strong>. Ze zijn nodig voor duurzaam<br />

behoud van overgangs <strong>en</strong> trilv<strong>en</strong><strong>en</strong> in het gebied. Vanwege de structuur is overgangs<strong>en</strong><br />

trilv<strong>en</strong><strong>en</strong>, ve<strong>en</strong>mosrietland<strong>en</strong> (subtype B) zeer belangrijk voor de noordse woelmuis.<br />

H91D0 *Ve<strong>en</strong>boss<strong>en</strong><br />

Doel Behoud oppervlakte <strong>en</strong> kwaliteit<br />

Gebied<strong>en</strong>docum<strong>en</strong>t – werkdocum<strong>en</strong>t t.b.v. voorbereiding ontwerp-aanwijzingsbesluit<strong>en</strong> 3


092_gebied<strong>en</strong>docum<strong>en</strong>t_ilperveld, vark<strong>en</strong>sland, oostzanerveld & twiske<br />

Toelichting Het oppervlakte ve<strong>en</strong>mosrijk broekbos is beperkt. Uitbreiding is lastig door slechte<br />

waterkwaliteit grondwater.<br />

Soort<strong>en</strong><br />

H1134 Bittervoorn<br />

Doel Behoud verspreiding, omvang <strong>en</strong> kwaliteit leefgebied voor behoud populatie.<br />

Toelichting Het gebied ligt binn<strong>en</strong> het hoofdverspreidingsgebied van de bittervoorn <strong>en</strong> is daarom<br />

van relatief groot belang voor de bittervoorn. Plaatselijk komt de soort hier in hoge<br />

dichthed<strong>en</strong> voor.<br />

H1145 Grote modderkruiper<br />

Doel Ge<strong>en</strong> instandhoudingsdoel.<br />

Toelichting Het is nog onduidelijk hoe groot het belang van het gebied is voor behoud van de grote<br />

modderkruiper. De soort wordt al <strong>en</strong>ige tijd niet meer waarg<strong>en</strong>om<strong>en</strong>.<br />

H1149 Kleine modderkruiper<br />

Doel Behoud verspreiding, omvang <strong>en</strong> kwaliteit leefgebied voor behoud populatie.<br />

Toelichting De kleine modderkruiper verkeert landelijk in e<strong>en</strong> gunstige staat van instandhouding.<br />

Het is onduidelijk hoe groot het belang van het gebied is. De soort komt in Nederland<br />

algeme<strong>en</strong> <strong>en</strong> wijd verspreid voor in dezelfde water<strong>en</strong> als bittervoorn <strong>en</strong> grote<br />

modderkruiper. Maatregel<strong>en</strong> te behoeve van deze soort<strong>en</strong> zull<strong>en</strong> als nev<strong>en</strong> effect<br />

hebb<strong>en</strong> dat populaties van de kleine modderkruiper zich ook duurzaam kunn<strong>en</strong><br />

handhav<strong>en</strong>. In het gebied komt de kleine modderkruiper vooral voor in kleine, deels<br />

geïsoleerde, polderslot<strong>en</strong> welke rijk begroeid zijn met waterplant<strong>en</strong>.<br />

H1163 Rivierdonderpad<br />

Doel Behoud verspreiding, omvang <strong>en</strong> kwaliteit leefgebied voor behoud populatie,<br />

achteruitgang t<strong>en</strong> gunste van habitattype 7140 overgangs- <strong>en</strong> trilv<strong>en</strong><strong>en</strong> of t<strong>en</strong> gunste<br />

van de snor is toegestaan.<br />

Toelichting De soort komt in kleine aantall<strong>en</strong> langs oevers van brede slot<strong>en</strong> <strong>en</strong> plass<strong>en</strong> voor.<br />

Plaatselijk bestaat <strong>en</strong>ige voorkeur voor kunstmatig substraat (st<strong>en</strong><strong>en</strong>, kleine brokk<strong>en</strong><br />

puin langs de oever, dammetjes, etc.).<br />

H1318 Meervleermuis<br />

Doel Behoud omvang <strong>en</strong> kwaliteit leefgebied voor behoud populatie.<br />

Toelichting Het gebied fungeert als foerageergebied voor de meervleermuis. In de nabijheid van het<br />

gebied zijn kolonies aanwezig.<br />

H1340 *Noordse woelmuis<br />

Doel Behoud van de huidige verspreiding, populatiegrootte voor leefgebied.<br />

Toelichting Het gebied is van bijzonder belang voor de noordse woelmuis die landelijk in e<strong>en</strong> zeer<br />

ongunstige staat van instandhouding omdat de soort hier in e<strong>en</strong> groot deel van het<br />

gebied voorkomt. De rietland<strong>en</strong>, ruigt<strong>en</strong>, trilv<strong>en</strong><strong>en</strong> <strong>en</strong> eilandjes garander<strong>en</strong> e<strong>en</strong><br />

uitstek<strong>en</strong>d leefgebied.<br />

Broedvogels<br />

A021 Roerdomp<br />

Doel Behoud omvang <strong>en</strong> kwaliteit leefgebied voor behoud lokale populatie van t<strong>en</strong> minste 15<br />

par<strong>en</strong> t<strong>en</strong> behoeve van sleutelpopulatie Zaanstreek.<br />

Toelichting Roerdomp van oudsher broedvogel rietmoerass<strong>en</strong> in de Zaanstreek. De Zaanse<br />

populatie k<strong>en</strong>de e<strong>en</strong> dieptepunt in de 80-er jar<strong>en</strong>, in het Ilperveld e.a. kwam<strong>en</strong> in die<br />

periode 1-4 par<strong>en</strong> tot broed<strong>en</strong>. Vanaf eind 80-er jar<strong>en</strong> nam het aantal par<strong>en</strong> weer<br />

langzaam toe. Maximaal werd<strong>en</strong> 16 par<strong>en</strong> geteld (2000 <strong>en</strong> 2001). Daarmee is de<br />

Zaanstreek weer e<strong>en</strong> zeer belangrijk broedgebied geword<strong>en</strong> voor deze, in e<strong>en</strong> zeer<br />

ongunstige staat van instandhouding verker<strong>en</strong>de, broedvogelsoort.<br />

Gebied<strong>en</strong>docum<strong>en</strong>t – werkdocum<strong>en</strong>t t.b.v. voorbereiding ontwerp-aanwijzingsbesluit<strong>en</strong> 4


092_gebied<strong>en</strong>docum<strong>en</strong>t_ilperveld, vark<strong>en</strong>sland, oostzanerveld & twiske<br />

A081 Bruine kiek<strong>en</strong>dief<br />

Doel Behoud omvang <strong>en</strong> kwaliteit leefgebied voor behoud lokale populatie van t<strong>en</strong> minste 15<br />

par<strong>en</strong> t<strong>en</strong> behoeve van sleutelpopulatie Zaanstreek.<br />

Toelichting Bruine kiek<strong>en</strong>dief van oudsher e<strong>en</strong> schaarse broedvogel rietmoerass<strong>en</strong> in De Zaanstreek.<br />

Eind 60-er jar<strong>en</strong> was de soort praktisch uitgestorv<strong>en</strong>. Daarna trad e<strong>en</strong> voorspoedig<br />

herstel op. In het Ilperveld e.a. vestigde de soort zich weer in de 80-er jar<strong>en</strong> <strong>en</strong> al in 1992<br />

werd het maximum van 18 par<strong>en</strong> bereikt. Sedertdi<strong>en</strong> schommelt de stand tuss<strong>en</strong> de 14<br />

<strong>en</strong> 18 par<strong>en</strong>.<br />

A151 Kemphaan<br />

Doel Uitbreiding omvang <strong>en</strong> verbetering kwaliteit leefgebied voor herstel lokale populatie<br />

t<strong>en</strong> behoeve van sleutelpopulatie Zaanstreek.<br />

Toelichting Kemphaan van oudsher zeer karakteristieke broedvogel de Nederlandse<br />

laagve<strong>en</strong>grasland<strong>en</strong> gaat al vanaf de 50-er jar<strong>en</strong> sterk achteruit. Deze achteruitgang lijkt<br />

nog niet te zijn gestopt.<br />

In dit deelgebied broedd<strong>en</strong> in begin 70-er jar<strong>en</strong> nog e<strong>en</strong> kleine 100 par<strong>en</strong>, in 1980 64<br />

par<strong>en</strong> <strong>en</strong> 1993-98 gemiddeld 5 par<strong>en</strong>. In deze eeuw zijn ge<strong>en</strong> broedgevall<strong>en</strong> meer<br />

vastgesteld.<br />

A153 Watersnip<br />

Doel Uitbreiding omvang <strong>en</strong> verbetering kwaliteit leefgebied voor herstel lokale populatie<br />

van t<strong>en</strong> minste 35 par<strong>en</strong> t<strong>en</strong> behoeve van sleutelpopulatie Zaanstreek.<br />

Toelichting Watersnip van oudsher karakteristieke broedvogel het Nederlandse ve<strong>en</strong>weidegebied<br />

gaat al vanaf de 70-er jar<strong>en</strong> sterk achteruit. Deze achteruitgang lijkt nog niet te zijn<br />

gestopt.<br />

In dit deelgebied broedd<strong>en</strong> in begin 70-er jar<strong>en</strong> nog t<strong>en</strong> minste 100 par<strong>en</strong> <strong>en</strong> in begin<br />

90-er jar<strong>en</strong> nog ca. 35. Het aantal par<strong>en</strong> is zeker nog verder gedaald. De SOVONdatabase<br />

vermeldt in rec<strong>en</strong>te jar<strong>en</strong> slechts 0-1 paar, maar vermoedelijk zijn de data niet<br />

compleet.<br />

A193 Visdief<br />

Doel Behoud omvang <strong>en</strong> kwaliteit van leefgebied voor behoud huidige sleutelpopulatie van<br />

t<strong>en</strong> minste 150 par<strong>en</strong>.<br />

Toelichting Visdief van oudsher broedvogel in de Zaanstreek. Veel par<strong>en</strong> broed<strong>en</strong> op tijdelijk<br />

geschikte locaties als opspuitterrein<strong>en</strong> t<strong>en</strong> behoeve van stadsuitbreiding, maar in het<br />

graslandgebied ook veelvuldig in kleine kolonietjes, op stukjes kale oever. Het aantal<br />

par<strong>en</strong> in het Ilperveld e.a. heeft maximaal 536 par<strong>en</strong> bedrag<strong>en</strong> (1992), maar beweegt<br />

zich doorgaans tuss<strong>en</strong> de 150 <strong>en</strong> 400.<br />

A292 Snor<br />

Doel Uitbreiding omvang <strong>en</strong> verbetering kwaliteit leefgebied voor herstel lokale populatie<br />

van t<strong>en</strong> minste 30 par<strong>en</strong> t<strong>en</strong> behoeve van sleutelpopulatie Zaanstreek.<br />

Toelichting Snor van oudsher broedvogel de rietmoerass<strong>en</strong> in de Zaanstreek. Eind 60-er jar<strong>en</strong> ging<br />

het in dit deelgebied nog zeker om t<strong>en</strong> minste 60 par<strong>en</strong>. In de jar<strong>en</strong> daarna nam de<br />

populatie af tot e<strong>en</strong> niveau van ca. 30 begin 90-er jar<strong>en</strong> 15-17 in de periode 1998-2002.<br />

Het is het belangrijkste broedgebied in Noord-Holland.<br />

A295 Rietzanger<br />

Doel Behoud omvang <strong>en</strong> kwaliteit leefgebied voor behoud huidige sleutelpopulatie van t<strong>en</strong><br />

minste 350 par<strong>en</strong>.<br />

Toelichting De Zaanstreek is één van de kerngebied<strong>en</strong> voor de rietzanger in Nederland. Het Ilperveld<br />

e.a. is daarvan e<strong>en</strong> belangrijk onderdeel.<br />

Gebied<strong>en</strong>docum<strong>en</strong>t – werkdocum<strong>en</strong>t t.b.v. voorbereiding ontwerp-aanwijzingsbesluit<strong>en</strong> 5


092_gebied<strong>en</strong>docum<strong>en</strong>t_ilperveld, vark<strong>en</strong>sland, oostzanerveld & twiske<br />

Niet-broedvogels<br />

A037 Kleine zwaan<br />

Doel Behoud omvang <strong>en</strong> kwaliteit leefgebied als bijdrage aan behoud populatie regio Mer<strong>en</strong><br />

<strong>en</strong> moerass<strong>en</strong> van t<strong>en</strong> minste 100 vogels (maandgemiddelde).<br />

Toelichting Aantall<strong>en</strong> kleine zwan<strong>en</strong> niet van nationale of internationale betek<strong>en</strong>is. Ge<strong>en</strong> duidelijke<br />

tr<strong>en</strong>d, aantall<strong>en</strong> fluctuer<strong>en</strong>d. Vanwege de vermoedelijk natuurlijke oorzak<strong>en</strong> van de<br />

landelijk matig ongunstige staat van instandhouding ge<strong>en</strong> herstelopgave.<br />

A043 Grauwe gans<br />

Doel Behoud omvang <strong>en</strong> kwaliteit leefgebied als bijdrage aan behoud populatie regio Mer<strong>en</strong><br />

<strong>en</strong> moerass<strong>en</strong> van t<strong>en</strong> minste 3500 vogels (maandgemiddelde).<br />

Toelichting Aantall<strong>en</strong> grauwe ganz<strong>en</strong> niet van nationale of internationale betek<strong>en</strong>is. Sinds begin<br />

jar<strong>en</strong> neg<strong>en</strong>tig sterk toeg<strong>en</strong>om<strong>en</strong>. Handhaving van de huidige situatie is voldo<strong>en</strong>de<br />

want de landelijke staat van instandhouding is gunstig. Enige afname t<strong>en</strong> gunste van<br />

habitattypes 4010 vochtige heid<strong>en</strong>, laagve<strong>en</strong>gebied (subtype B) of habitattype 7140<br />

overgangs- <strong>en</strong> trilv<strong>en</strong><strong>en</strong>, ve<strong>en</strong>mosrietland<strong>en</strong> (subtype B) is aanvaardbaar.<br />

A050 Smi<strong>en</strong>t<br />

Doel Behoud omvang <strong>en</strong> kwaliteit leefgebied als bijdrage aan behoud populatie regio Mer<strong>en</strong><br />

<strong>en</strong> moerass<strong>en</strong> van t<strong>en</strong> minste 45.000 vogels (maandgemiddelde).<br />

Toelichting Aantall<strong>en</strong> smi<strong>en</strong>t<strong>en</strong> van internationale betek<strong>en</strong>is. In de jar<strong>en</strong> tachtig toeg<strong>en</strong>om<strong>en</strong>, sinds<br />

midd<strong>en</strong> jar<strong>en</strong> neg<strong>en</strong>tig weer iets afg<strong>en</strong>om<strong>en</strong>. Handhaving van de huidige situatie is<br />

voldo<strong>en</strong>de want de landelijke staat van instandhouding is gunstig. Enige afname t<strong>en</strong><br />

gunste van habitattypes 4010 vochtige heid<strong>en</strong>, laagve<strong>en</strong>gebied (subtype B) of<br />

habitattype 7140 overgangs- <strong>en</strong> trilv<strong>en</strong><strong>en</strong>, ve<strong>en</strong>mosrietland<strong>en</strong> (subtype B) is<br />

aanvaardbaar.<br />

A051 Krake<strong>en</strong>d<br />

Doel Behoud omvang <strong>en</strong> kwaliteit leefgebied als bijdrage aan behoud populatie regio Mer<strong>en</strong><br />

<strong>en</strong> moerass<strong>en</strong> van t<strong>en</strong> minste 1300 vogels (maandgemiddelde).<br />

Toelichting Aantall<strong>en</strong> krake<strong>en</strong>d<strong>en</strong> van internationale betek<strong>en</strong>is. Sinds begin jar<strong>en</strong> neg<strong>en</strong>tig sterk<br />

toeg<strong>en</strong>om<strong>en</strong>. Handhaving van de huidige situatie is voldo<strong>en</strong>de want de landelijke staat<br />

van instandhouding is gunstig.<br />

A056 Slobe<strong>en</strong>d<br />

Doel Behoud omvang <strong>en</strong> kwaliteit leefgebied als bijdrage aan behoud populatie regio Mer<strong>en</strong><br />

<strong>en</strong> moerass<strong>en</strong> van t<strong>en</strong> minste 1000 vogels (maandgemiddelde).<br />

Toelichting Aantall<strong>en</strong> slobe<strong>en</strong>d<strong>en</strong> niet van nationale <strong>en</strong> internationale betek<strong>en</strong>is. Aantall<strong>en</strong><br />

fluctuer<strong>en</strong>, rec<strong>en</strong>t sterk afg<strong>en</strong>om<strong>en</strong>. Handhaving van de huidige situatie is desondanks<br />

voldo<strong>en</strong>de, want de landelijke staat van instandhouding is gunstig.<br />

A125 Meerkoet<br />

Doel Behoud omvang <strong>en</strong> kwaliteit leefgebied als bijdrage aan behoud populatie regio Mer<strong>en</strong><br />

<strong>en</strong> moerass<strong>en</strong> van t<strong>en</strong> minste 8000 vogels (maandgemiddelde).<br />

Toelichting Aantall<strong>en</strong> meerkoet<strong>en</strong> niet van nationale of internationale betek<strong>en</strong>is. Aantall<strong>en</strong> met<br />

negatieve tr<strong>en</strong>d. Ge<strong>en</strong> landelijke herstelopgave dus handhaving van de huidige situatie<br />

is voldo<strong>en</strong>de.<br />

A156 Grutto<br />

Doel Behoud omvang <strong>en</strong> kwaliteit leefgebied als bijdrage aan behoud populatie regio Mer<strong>en</strong><br />

<strong>en</strong> moerass<strong>en</strong> van t<strong>en</strong> minste 1200 vogels (maandgemiddelde).<br />

Toelichting Slaapplaatsfunctie voor grutto met aantall<strong>en</strong> van internationale <strong>en</strong> grote nationale<br />

betek<strong>en</strong>is. Tr<strong>en</strong>dgegev<strong>en</strong>s niet beschikbaar. Handhaving van de huidige situatie is<br />

voldo<strong>en</strong>de omdat de landelijk ongunstige staat van instandhouding vooral betrekking<br />

heeft op gebied<strong>en</strong> buit<strong>en</strong> het Natura2000 netwerk.<br />

Gebied<strong>en</strong>docum<strong>en</strong>t – werkdocum<strong>en</strong>t t.b.v. voorbereiding ontwerp-aanwijzingsbesluit<strong>en</strong> 6


092_gebied<strong>en</strong>docum<strong>en</strong>t_ilperveld, vark<strong>en</strong>sland, oostzanerveld & twiske<br />

A160 Wulp<br />

Doel Behoud omvang <strong>en</strong> kwaliteit leefgebied als bijdrage aan behoud populatie regio Mer<strong>en</strong><br />

<strong>en</strong> moerass<strong>en</strong> van t<strong>en</strong> minste 600 vogels (maandgemiddelde).<br />

Toelichting Slaapplaatsfunctie. Aantall<strong>en</strong> wulp<strong>en</strong> niet van nationale of internationale betek<strong>en</strong>is.<br />

Tr<strong>en</strong>dgegev<strong>en</strong>s niet beschikbaar. Handhaving van de huidige situatie is voldo<strong>en</strong>de want<br />

de landelijke staat van instandhouding is gunstig.<br />

Aanvull<strong>en</strong>de doel<strong>en</strong><br />

Broedvogels<br />

A156 Grutto<br />

Doel Behoud omvang <strong>en</strong> kwaliteit leefgebied voor behoud huidige sleutelpopulatie van t<strong>en</strong><br />

minste 550 par<strong>en</strong>.<br />

Toelichting Rec<strong>en</strong>te telling<strong>en</strong> wijz<strong>en</strong> op e<strong>en</strong> populatie van circa 550 par<strong>en</strong>.<br />

Synopsis<br />

Habitattyp<strong>en</strong> Landelijke staat<br />

van<br />

instandhouding<br />

Rel. bijdrage van<br />

het gebied in NL<br />

Doelstelling<br />

oppervlakte<br />

Doelstelling<br />

kwaliteit<br />

H3140 - + > =<br />

H4010_B - ++ > =<br />

H6430_B - + = =<br />

H7140_B - ++ > =<br />

H91D0 - - = =<br />

Soort<strong>en</strong> Landelijke staat<br />

van<br />

instandhouding<br />

Rel. bijdrage van<br />

het gebied aan de<br />

NL pop.<br />

Doelstelling<br />

leefgebied<br />

Doelstelling<br />

populatie<br />

H1134 - + = =<br />

H1145 - - ge<strong>en</strong> ge<strong>en</strong><br />

H1149 + + = =<br />

H1163 - - = (<br />

A153 – Watersnip - - - > ><br />

A193 – Visdief - - = =<br />

A292 – Snor - - - > ><br />

A295 – Rietzanger - - = =<br />

Gebied<strong>en</strong>docum<strong>en</strong>t – werkdocum<strong>en</strong>t t.b.v. voorbereiding ontwerp-aanwijzingsbesluit<strong>en</strong> 7


Niet-broedvogelsoort<strong>en</strong> Landelijke staat van<br />

instandhouding<br />

092_gebied<strong>en</strong>docum<strong>en</strong>t_ilperveld, vark<strong>en</strong>sland, oostzanerveld & twiske<br />

Rel. bijdrage van<br />

het gebied aan de<br />

NL pop.<br />

Doelstelling<br />

leefgebied<br />

Doelstelling<br />

populatie<br />

A037 - Kleine zwaan - - = =<br />

A043 - Grauwe gans + - = =<br />

A050 - Smi<strong>en</strong>t + - = =<br />

A051 - Krake<strong>en</strong>d + - = =<br />

A056 - Slobe<strong>en</strong>d + - = =<br />

A125 - Meerkoet - - = =<br />

A156 - Grutto - - (s++) = =<br />

A160 - Wulp + (s-) = =<br />

Gebied<strong>en</strong>docum<strong>en</strong>t – werkdocum<strong>en</strong>t t.b.v. voorbereiding ontwerp-aanwijzingsbesluit<strong>en</strong> 8


Bijlage 3 Effectafstand<strong>en</strong> voor broedvogels langs<br />

snelweg<strong>en</strong><br />

Overzicht effectafstand<strong>en</strong> voor weidevogels op basis van Reijn<strong>en</strong> et al, 1992 voor rijksweg<strong>en</strong> met<br />

e<strong>en</strong> wegdek van ZOAB <strong>en</strong> tweelaags ZOAB (geactualiseerd bestand, Meetkundige Di<strong>en</strong>st 2004)<br />

<strong>en</strong> verkeersgegev<strong>en</strong>s behor<strong>en</strong>d bij het NRM model dat voor de Co<strong>en</strong>tunnelstudie is gebruikt (Bron:<br />

Rijkswaterstaat). Tev<strong>en</strong>s aangegev<strong>en</strong>s het voor de relevante tracé’s berek<strong>en</strong>de beïnvloede gebied.<br />

Verkeers<br />

-int<strong>en</strong>iteit<br />

Effectafstand<br />

100 km/u<br />

Effectafstand<br />

100 km/u<br />

A7 - VR<br />

Opp per 1500m<br />

A7 - SBZ<br />

Opp per 350 m<br />

A8 - SBZ<br />

Opp per<br />

1600 m<br />

A8 - EHS<br />

Opp per<br />

500 m<br />

ZOAB DZOAB ZOAB DZOAB ZOAB DZOAB DZOAB DZOAB<br />

30-40 222 152 - - - - - -<br />

40-50 265 182 - - - - - -<br />

50-70 326 225 - - - - - -<br />

70-90 395 275 59,3 41,3 13,8 9,6 - -<br />

90-110 455 320 68,3 48,0 15,9 11,2 - -<br />

110-130 510 365 - - - - - -<br />

130-150 555 400 - - - - - -<br />

150-170 600 435 - - - - 69,6 21,8<br />

170-190 640 465 - - - - 74,4 23,3<br />

190-210 675 495 - - - - - -<br />

210-230 705 520 - - - - - -<br />

230-250 730 545 - - - - - -<br />

250-270 750 565 - - - - - -<br />

57


58<br />

Overzicht berek<strong>en</strong>ing verandering beïnvloedingsgebied<br />

SBZ – Vogelrichtlijngebied A7 - 1500m<br />

ZOAB DZOAB<br />

Effectafstand autonoom 78.500 mvt/etmaal 395 275<br />

Beïnvloedingsgebied (395x1500 in ha) 59,25 41,25<br />

Effectafstand TC 94.200 mvt/etmaal 455 320<br />

Beïnvloedingsgebied (455x1500 in ha) 68,25 48<br />

Verandering autonoom - TC -9 ha -6,75 ha<br />

Verandering ZOAB autonoom - DZOAB TC 11,25 ha<br />

Natura 2000 excl. Vogelrichtlijngebied A7 350m<br />

ZOAB DZOAB<br />

Effectafstand autonoom 78.500 mvt/etmaal 395 275<br />

Beïnvloedingsgebied (395x350) 13,825 9,625<br />

Effectafstand TC 94.200 mvt/etmaal 455 320<br />

Beïnvloedingsgebied (455x350) 15,925 11,2<br />

Verandering autonoom - TC -2,1 ha -1,575 ha<br />

Verandering ZOAB autonoom - DZOAB TC 2,625 ha<br />

A8 1600m<br />

DZOAB<br />

Effectafstand autonoom 159.800 mvt/etmaal 435<br />

Beïnvloedingsgebied (435x1600) 69,6<br />

Effectafstand TC 175.800 mvt/etmaal 465<br />

Beïnvloedingsgebied (455x1500) 74,4<br />

Verandering autonoom - TC -4,8 ha<br />

Natura 2000 totaal: 11,25 + 2,6 – 4,8 9.05 ha<br />

EHS excl Natura 2000<br />

A8 500m<br />

DZOAB<br />

Effectafstand aut. 159.800 mvt/etmaal 435<br />

Beïnvloedingsgebied (435x500) 21,75<br />

Effectafstand TC 175.800 mvt/etmaal 465<br />

Beïnvloedingsgebied (455x500) 23,25<br />

Verandering autonoom - TC -1,5 ha<br />

EHS totaal: 11,25 + 2,6 – 4,8 – 1,5 7.5 ha


Aanvulling Natuurtoets aanleg Tweede<br />

Co<strong>en</strong>tunnel<br />

ANNEX I Critical load van vegetaties<br />

Notitie ter aanvulling op Inv<strong>en</strong>tarisatie beschermde soort<strong>en</strong> <strong>en</strong><br />

effect<strong>en</strong>beoordeling in het kader van de<br />

Flora- <strong>en</strong> faunawet <strong>en</strong> Natuurbeschermingswet<br />

G.F.J. Smit<br />

i


ii<br />

1 Inleiding<br />

1.1 Verontreiniging van vegetaties door verkeer<br />

E<strong>en</strong> grote groep van stoff<strong>en</strong> afkomstig van het wegverkeer <strong>en</strong> het wegoppervlak drag<strong>en</strong><br />

bij aan de verontreiniging van het milieu. Uitlaatgass<strong>en</strong> drag<strong>en</strong> bij aan koolmonoxide,<br />

stikstof oxides, zwaveldioxide, <strong>en</strong> koolwaterstoff<strong>en</strong> waaronder PAK’s, dioxine <strong>en</strong> fijnstof.<br />

De voertuig<strong>en</strong> zijn e<strong>en</strong> bron voor zware metal<strong>en</strong> als lood, zink, koper <strong>en</strong> cadmium.<br />

Stoff<strong>en</strong> met stikstof <strong>en</strong> zwavel drag<strong>en</strong> bij aan vermesting. Verontreinig<strong>en</strong>de stoff<strong>en</strong><br />

br<strong>en</strong>g<strong>en</strong> schade toe aan organism<strong>en</strong> <strong>en</strong> biologische functies op allerlei niveaus (Rapport<br />

COST 341 Habitat fragm<strong>en</strong>tation due to Transportation Infrastructure. Wildlife and<br />

Traffic. A European Handbook for Id<strong>en</strong>tifying Conflicts and Designing Solutions).<br />

De voorligg<strong>en</strong>de notitie is e<strong>en</strong> aanvulling op het rapport ‘Inv<strong>en</strong>tarisatie beschermde<br />

soort<strong>en</strong> <strong>en</strong> effect<strong>en</strong>beoordeling in het kader van de Flora- <strong>en</strong> faunawet <strong>en</strong><br />

Natuurbeschermingswet’ <strong>en</strong> bevat de resultat<strong>en</strong> van e<strong>en</strong> literatuurstudie naar de Critical<br />

Load van vegetatietyp<strong>en</strong>. Het doel is meer inzicht te krijg<strong>en</strong> op het mogelijk effect van<br />

e<strong>en</strong> verhoogd verkeersaanbod t<strong>en</strong> gevolge van de aanleg van de Tweede Co<strong>en</strong>tunnel op<br />

kwetsbare vegetatie in het Oostzanerveld. Het Oostzanderveld is onderdeel van Natura<br />

2000.<br />

De notitie is met name gericht op stikstof depositie. Over de Critical Load van andere<br />

stoff<strong>en</strong> is nog weinig informatie beschikbaar.<br />

1.2 Critical load<br />

De term ‘critical load’ wordt in milieuwet<strong>en</strong>schap gedefinieerd als: ‘e<strong>en</strong> kwantitatieve<br />

schatting op basis van de best beschikbare k<strong>en</strong>nis van de belasting door één of meer<br />

verontreiniging<strong>en</strong> waar b<strong>en</strong>ed<strong>en</strong> ge<strong>en</strong> significante schadelijke effect<strong>en</strong> optred<strong>en</strong> bij<br />

specifieke gevoelige elem<strong>en</strong>t<strong>en</strong> van het milieu’ (Langan & Hornung, 1992; Nilsson &<br />

Gr<strong>en</strong>nfelt, 1998). De voorligg<strong>en</strong>de notitie heeft betrekking op de kritische belasting van<br />

verontreiniging<strong>en</strong> t<strong>en</strong> gevolge van het wegverkeer waar b<strong>en</strong>ed<strong>en</strong> ge<strong>en</strong> effect<strong>en</strong> op<br />

vegetaties zijn te verwacht<strong>en</strong>.<br />

Vanaf de jar<strong>en</strong> neg<strong>en</strong>tig is er veel gepubliceerd over effect<strong>en</strong> van verontreiniging<strong>en</strong> op<br />

bodem <strong>en</strong> vegetaties, met name over stikstof oxid<strong>en</strong> <strong>en</strong> zware metal<strong>en</strong>. E<strong>en</strong> overzicht<br />

van beschikbare k<strong>en</strong>nis geeft Krupa (2003). De problematiek is erg complex <strong>en</strong><br />

e<strong>en</strong>duidige doses-effect relaties zijn niet aan te gev<strong>en</strong>.<br />

De belasting van stikstof oxid<strong>en</strong> in het milieu als gevolg van verkeer is (per<br />

voertuigkilometer) sinds 1990 sterk afg<strong>en</strong>om<strong>en</strong>. Deze afname is met name het gevolg<br />

van de toepassing van de drieweg katalysator (Milieu <strong>en</strong> Natuurcomp<strong>en</strong>dium, 2006a).<br />

Desondanks levert wegverkeer e<strong>en</strong> belangrijke bijdrage aan lokale knelpunt<strong>en</strong> met<br />

betrekking tot de conc<strong>en</strong>tratie van NO 2 <strong>en</strong> PM 10 (Milieu- <strong>en</strong> Natuurplanbureau, 2006b).


Krupa (2003) geeft e<strong>en</strong> overzicht van critical load waardes voor e<strong>en</strong> aantal<br />

vegetatietyp<strong>en</strong>. In Europa wordt de waarde t<strong>en</strong> aanzi<strong>en</strong> van stikstof depositie in veel<br />

gevall<strong>en</strong> ruim overschred<strong>en</strong>.<br />

1.3 Effect<strong>en</strong><br />

Terrestrische ecosystem<strong>en</strong> zonder stikstof depositie word<strong>en</strong> gek<strong>en</strong>merkt door e<strong>en</strong> relatief<br />

geslot<strong>en</strong> stikstof kringloop waarbij de input <strong>en</strong> output van stikstof laag is in verhouding<br />

tot de uitwisseling van stikstof tuss<strong>en</strong> vegetatie <strong>en</strong> bodem. In deze system<strong>en</strong> is stikstof in<br />

de regel beperk<strong>en</strong>d <strong>en</strong> e<strong>en</strong> verhoogd aanbod aan stikstof wordt snel opg<strong>en</strong>om<strong>en</strong> <strong>en</strong><br />

gebruikt. Als het aanbod de capaciteit van e<strong>en</strong> systeem om stikstof op te nem<strong>en</strong> <strong>en</strong> te<br />

gebruik<strong>en</strong> voor langere tijd overschrijdt treedt oververzadiging op <strong>en</strong> komt netto stikstof<br />

vrij (Krupa, 2003).<br />

Stikstof wordt vooral opgeslag<strong>en</strong> in organisch bodemmateriaal, bemestingsexperim<strong>en</strong>t<strong>en</strong><br />

gev<strong>en</strong> aan dat gemiddeld 28% van het verhoogde stikstof door de plant<strong>en</strong> word<strong>en</strong><br />

opg<strong>en</strong>om<strong>en</strong> <strong>en</strong> 39% in de bodem wordt opgeslag<strong>en</strong> (Krupa, 2003; zie ook T<strong>en</strong> Harkel,<br />

1998).<br />

Grass<strong>en</strong> zijn in staat e<strong>en</strong> verhoogd aanbod aan stikstof efficiënt te b<strong>en</strong>utt<strong>en</strong> <strong>en</strong> profiter<strong>en</strong><br />

derhalve van e<strong>en</strong> verhoogde stikstof depositie. E<strong>en</strong> van de duidelijkste effect<strong>en</strong> van<br />

stikstof depositie op vegetatie is de vergrassing van de Nederlandse heide (in: Krupa,<br />

2003). De effect<strong>en</strong> tred<strong>en</strong> op in zowel natte als droge heide <strong>en</strong> tred<strong>en</strong> reeds op bij lage<br />

niveaus van stikstof depositie. Zolang de heidevegetatie geslot<strong>en</strong> blijft zijn de effect<strong>en</strong><br />

beperkt. Als gevolg van stikstof depositie treedt er echter e<strong>en</strong> disbalans op in de<br />

nutriënt<strong>en</strong> huishouding met e<strong>en</strong> to<strong>en</strong>ame in de verhouding bov<strong>en</strong>grondse st<strong>en</strong>gels ;<br />

wortels. Dit leidt tot e<strong>en</strong> verhoogde gevoeligheid van hei voor droogte, vorst <strong>en</strong><br />

insect<strong>en</strong>vraat. Hierdoor ontstaan gat<strong>en</strong> in de heide begroeiing waar grass<strong>en</strong> van<br />

profiter<strong>en</strong> (in: Krupa, 2003).<br />

Grass<strong>en</strong> profiter<strong>en</strong> ook meer van stikstof depositie dan kalkminn<strong>en</strong>de kruid<strong>en</strong>. Stikstof<br />

depositie heeft daardoor e<strong>en</strong> sterk negatief effect op de diversiteit van kalkgrasland<strong>en</strong><br />

(Krupa, 2003; Bobbink, 1991).<br />

Angold (1997) heeft het effect op heidevegetaties in relatie tot de afstand tot de weg<br />

onderzocht. Hij meldt e<strong>en</strong> verhoogde groei in heidevegetaties tot afstand<strong>en</strong> van 200<br />

meter van weg<strong>en</strong> (35.000 auto’s per 12uur) met e<strong>en</strong> veranderde soort<strong>en</strong>sam<strong>en</strong>stelling<br />

tot gevolg.<br />

T<strong>en</strong> Harkel (1998) vond dat het effect van vermesting door begrazing kan word<strong>en</strong><br />

onderdrukt. E<strong>en</strong> bemestingsexperim<strong>en</strong>t gaf weinig effect bij vergelijking van e<strong>en</strong><br />

begraasde <strong>en</strong> onbegraasde duinvegetatie. Na het stopzett<strong>en</strong> van begrazing nam<strong>en</strong><br />

grass<strong>en</strong> snel toe.<br />

Het belangrijkste effect van e<strong>en</strong> verhoogde stikstof depositie is dan ook e<strong>en</strong> verandering<br />

in de sam<strong>en</strong>stelling van de vegetatie als gevolg van e<strong>en</strong> to<strong>en</strong>ame van grass<strong>en</strong> <strong>en</strong> e<strong>en</strong><br />

afname van gevoelige (veelal k<strong>en</strong>merk<strong>en</strong>de) soort<strong>en</strong> (Krupa, 2003; Forman & Alexander,<br />

1998; T<strong>en</strong> Harkel, 1998).<br />

iii


iv<br />

Fijnstof kan e<strong>en</strong> negatief effect hebb<strong>en</strong> op de fotosynthese, ademhaling <strong>en</strong> verdamping<br />

van blader<strong>en</strong> <strong>en</strong> kan het effect van gasvormige verontreiniging<strong>en</strong> versterk<strong>en</strong><br />

(Spellerberg, 1998).<br />

Over het effect van de accumulatie van zware metal<strong>en</strong> in plant<strong>en</strong> is weinig bek<strong>en</strong>d. Er<br />

zijn indicaties dat zware metal<strong>en</strong> e<strong>en</strong> negatief effect hebb<strong>en</strong> op de ontwikkeling van<br />

wortelstelsel van plant<strong>en</strong> op plaats<strong>en</strong> met e<strong>en</strong> hoge verkeersint<strong>en</strong>siteit (Spellerberg,<br />

1998). Plant<strong>en</strong> beschikk<strong>en</strong> over e<strong>en</strong> zeer efficiënt <strong>en</strong> economisch systeem voor<br />

detoxificatie <strong>en</strong> homeostasis van zware metal<strong>en</strong> (Z<strong>en</strong>k, 1996). Uit e<strong>en</strong> Jordaanse studie<br />

blijk<strong>en</strong> de verontreiniging<strong>en</strong> met zware metal<strong>en</strong> vooral op te tred<strong>en</strong> in berm<strong>en</strong> aan de<br />

kant met de overheers<strong>en</strong>de windrichting <strong>en</strong> de mate van verontreiniging is zoals<br />

verwacht sterk gerelateerd aan de verkeersint<strong>en</strong>siteit. De conc<strong>en</strong>traties in plant<strong>en</strong> <strong>en</strong><br />

bodem nam<strong>en</strong> expon<strong>en</strong>tieel af met de afstand tot de weg. Op 60 m van de weg war<strong>en</strong><br />

de conc<strong>en</strong>traties vergelijkbaar met de achtergrondconc<strong>en</strong>tratie (Jaradat & Momani,<br />

1998).<br />

De effect<strong>en</strong> van PAK’s zull<strong>en</strong> vooral van belang zijn voor bermvegetaties. Depositie<br />

treedt vooral op korte afstand van de weg op. Op circa 30 meter afstand van de weg is<br />

de depositie reeds vergelijkbaar met de achtergrondwaarde. De emissies zijn bij ZOAB<br />

lager dan bij DAB. Verwaaiing <strong>en</strong> runoff spel<strong>en</strong> vooral e<strong>en</strong> rol als vervuilingbron bij slot<strong>en</strong><br />

die minder dan 15 m. van de weg ligg<strong>en</strong> (DWW, 1995).<br />

Uit rec<strong>en</strong>te studies blijk<strong>en</strong> emissies van verontreiniging<strong>en</strong> te verminder<strong>en</strong> door<br />

snelheidbeperk<strong>en</strong>de maatregel<strong>en</strong> (bijvoorbeeld 80 km/uur) <strong>en</strong> beperk<strong>en</strong> geluidswall<strong>en</strong><br />

de afstand tot de weg waarop effect<strong>en</strong> van emissies <strong>en</strong> daarmee depositie van<br />

verontreiniging<strong>en</strong> zijn te verwacht<strong>en</strong> (DWW, 2005).<br />

2 Resultat<strong>en</strong><br />

2.1 Critical load van grasland<strong>en</strong><br />

Krupa (2003) vermeldt e<strong>en</strong> critical load voor soort<strong>en</strong>rijk grasland van 10-15 kg N per ha<br />

per jaar. Voor vegetaties als natte heide, soort<strong>en</strong>rijke heide / zure grasland<strong>en</strong> ligt deze<br />

waarde b<strong>en</strong>ed<strong>en</strong> de 20 kg N per ha per jaar. Echter hierbij is ge<strong>en</strong> rek<strong>en</strong>ing gehoud<strong>en</strong><br />

met de gevolg<strong>en</strong> van stikstof verzadiging (Krupa, 2003).<br />

Bobbink <strong>en</strong> Roelofs (1995) vermeld<strong>en</strong> e<strong>en</strong> critical load voor gevoelige ecosystem<strong>en</strong> (o.a.<br />

v<strong>en</strong><strong>en</strong>) van 5-10 kg N per ha per jaar. Als meer gemiddelde waarde noem<strong>en</strong> zij 15-20 kg<br />

N per ha per jaar. Voor soort<strong>en</strong>rijk grasland vermeld<strong>en</strong> zij e<strong>en</strong> waarde van 20-30 kg N<br />

per ha per jaar. Voor laagve<strong>en</strong> <strong>en</strong> soort<strong>en</strong>rijke zure grasland<strong>en</strong> word<strong>en</strong> waard<strong>en</strong> van 17-<br />

22 respectievelijk 7-15 kg N per ha per jaar aangegev<strong>en</strong>.<br />

Binn<strong>en</strong> de SBZ Oostzanerveld kom<strong>en</strong> e<strong>en</strong> vijftal beschermde habitatyp<strong>en</strong> voor:<br />

kranswierwater<strong>en</strong> (H3140), vochtige heid<strong>en</strong> (H4010), ruigt<strong>en</strong> <strong>en</strong> zoom<strong>en</strong> (H6430),<br />

Overgangs- <strong>en</strong> trilv<strong>en</strong><strong>en</strong> (H7140) <strong>en</strong> Hoogve<strong>en</strong>boss<strong>en</strong> (H91D0). Voor deze vegetaties


kan op basis van Krupa (2003) <strong>en</strong> Bobbink <strong>en</strong> Roelofs (1995) de waardes word<strong>en</strong><br />

aangehoud<strong>en</strong> als indicatief voor de critical load:<br />

• kranswierwater<strong>en</strong> 5 - 10 kg N per ha per jaar;<br />

• vochtige heid<strong>en</strong> 17 – 22 kg N per ha per jaar;<br />

• overgangs- <strong>en</strong> trilv<strong>en</strong><strong>en</strong> 7 – 15 kg N per ha per jaar;<br />

• ruigt<strong>en</strong> <strong>en</strong> zoom<strong>en</strong> 20- 30 kg N per ha per jaar;<br />

• hoogve<strong>en</strong>boss<strong>en</strong> 15 – 20 kg N per ha per jaar.<br />

De belangrijkste effect<strong>en</strong> van het overschrijd<strong>en</strong> van deze waardes zijn vergrassing <strong>en</strong><br />

afname of verdwijn<strong>en</strong> van k<strong>en</strong>merk<strong>en</strong>de gevoelige soort<strong>en</strong> (Bobbink <strong>en</strong> Roelofs 1995).<br />

2.2 Achtergrond emissie<br />

De mate waarop effect<strong>en</strong> als gevolg van e<strong>en</strong> verhoogde emissie merkbaar zijn hang<strong>en</strong> af<br />

van factor<strong>en</strong> als afstand tot de weg, aanwezigheid van opgaande beplanting <strong>en</strong><br />

overheers<strong>en</strong>de windrichting. Het Oostzanerveld ligt t<strong>en</strong> noordwest<strong>en</strong> van de rijksweg<br />

A8, opgaande beplanting is alle<strong>en</strong> plaatselijk aanwezig. De geschatte conc<strong>en</strong>tratie van<br />

stikstofoxid<strong>en</strong> zal over e<strong>en</strong> afstand van 100m afnem<strong>en</strong> met 75 % <strong>en</strong> bij 150 - 200m is<br />

de conc<strong>en</strong>tratie vergelijkbaar met de achtergrondwaarde. Voor fijnstof bedrag<strong>en</strong> deze<br />

afstand<strong>en</strong> 50 m respectievelijk 150 m (Bron: Rijkswaterstaat).<br />

De grootschalige conc<strong>en</strong>tratie van NO x in 2005 was overal in Nederland lager dan de<br />

Europese gr<strong>en</strong>swaarde voor het jaargemiddelde van 40µg / m3. Modelberek<strong>en</strong>ing<strong>en</strong><br />

voor de lokale luchtkwaliteit als gevolg van de aanleg van de Tweede Co<strong>en</strong>tunnel gev<strong>en</strong><br />

conc<strong>en</strong>traties van 26 tot 30 µg / m3 op e<strong>en</strong> afstand van 195 m van de weg voor de<br />

autonome situatie (Weinhold <strong>en</strong> Co<strong>en</strong><strong>en</strong>, 2006). Dit komt overe<strong>en</strong> met 3,6 tot 8,4 kg<br />

NO x per ha per jaar 1 . Deze waarde ligt binn<strong>en</strong> de critical load voor ruigt<strong>en</strong> <strong>en</strong> zoom<strong>en</strong><br />

<strong>en</strong> vochtige heid<strong>en</strong> maar overlapt met die van kranswierwater<strong>en</strong> <strong>en</strong> overgangs- <strong>en</strong><br />

trilv<strong>en</strong><strong>en</strong>. Binn<strong>en</strong> 195 m van de weg loopt de conc<strong>en</strong>tratie op tot maximaal 37 µg / m3<br />

hetge<strong>en</strong> overe<strong>en</strong>komt met 5,2 kg tot 10,4 kg per ha per jaar. Ook deze maximale<br />

waarde valt binn<strong>en</strong> de critical load range van eerder g<strong>en</strong>oemde habitattyp<strong>en</strong>, met<br />

uitzondering van kranswierwater<strong>en</strong>.<br />

De grootschalige conc<strong>en</strong>tratie van PM 10 in 2005 was overal in Nederland lager dan de<br />

Europese gr<strong>en</strong>swaarde voor het jaargemiddelde van 40µg / m3 (Milieu- <strong>en</strong><br />

Natuurplanbureau, 2006).<br />

2.3 Conclusie<br />

De conc<strong>en</strong>tratie van NO x verloopt vanaf de weg langs het Oostzanerveld binn<strong>en</strong> e<strong>en</strong><br />

afstand van 200 m naar de achtergrondwaard<strong>en</strong>. Weinhold <strong>en</strong> Co<strong>en</strong><strong>en</strong> (2006) gev<strong>en</strong> aan<br />

dat de belangrijkste effect<strong>en</strong> op de NO x conc<strong>en</strong>tratie zijn te verwacht<strong>en</strong> in e<strong>en</strong> smalle<br />

1 Op basis van immissie (verspreiding) kan de volg<strong>en</strong>de berek<strong>en</strong>ing word<strong>en</strong> toegepast: 1<br />

microgram NO x /m3 = 10 tot 20 mol N/ha, 1 mol N is rond de 14 gram N (Bron: Rijkswaterstaaat<br />

/ TNO). E<strong>en</strong> jaargemiddelde NO x van 26µg / m3 komt dan overe<strong>en</strong> met 260 tot 520 mol N/ha <strong>en</strong><br />

dus 3,6 kg tot 7,3 kg / ha per jaar (30µg / m3 = 4,2 kg tot 8,4 kg / ha per jaar).<br />

v


vi<br />

strook langs de weg. Dit zal in de praktijk met name de berm <strong>en</strong> e<strong>en</strong> strook van de<br />

aanligg<strong>en</strong>de percel<strong>en</strong> omvatt<strong>en</strong>.<br />

Uit de beschikbare informatie is onbek<strong>en</strong>d in welke mate de kwetsbare habitattyp<strong>en</strong><br />

voorkom<strong>en</strong> binn<strong>en</strong> de 200 meter zone. Daar de (maximaal geschatte)<br />

achtergrondwaarde deels valt binn<strong>en</strong> de marges die voor de critical load van de<br />

g<strong>en</strong>oemde vegetatietyp<strong>en</strong> zijn aangegev<strong>en</strong>, mag word<strong>en</strong> aang<strong>en</strong>om<strong>en</strong> dat de<br />

sam<strong>en</strong>stelling van de aanwezige vegetaties is afgestemd op de huidige situatie <strong>en</strong><br />

daarmee mogelijk reeds beïnvloed door het hoge stikstof aanbod. De ext<strong>en</strong>sieve<br />

beweiding in het Oostzanerveld kan plaatselijk e<strong>en</strong> gunstig effect hebb<strong>en</strong> op de<br />

tolerantie van aanwezige vegetatietyp<strong>en</strong> t<strong>en</strong> opzicht van (ev<strong>en</strong>tuele) overschrijding<strong>en</strong><br />

van de critical load.<br />

Effect<strong>en</strong> van e<strong>en</strong> verhoogd stikstof aanbod op aanwezige vegetaties zijn aannemelijk bij<br />

de autonome ontwikkeling maar mogelijk verwaarloosbaar t<strong>en</strong> opzicht van de<br />

achtergrondwaardes. De effect<strong>en</strong> zijn lokaal te verwacht<strong>en</strong> in e<strong>en</strong> zone relatief kort op<br />

de rijksweg.<br />

In de voorkeurssituatie zijn de te verwacht<strong>en</strong> conc<strong>en</strong>traties NO x gunstiger t<strong>en</strong> opzichte<br />

van de critical load. De verschill<strong>en</strong> zijn echter gering (Weinhold <strong>en</strong> Co<strong>en</strong><strong>en</strong>, 2006).


3 Literatuur<br />

Angold, P. G., 1997. The Impact of a Road Upon Adjac<strong>en</strong>t Heathland Vegetation -<br />

Effects On Plant Species Composition. Journal of Applied Ecology 34, 409-417.<br />

Bobbink, R. & J.G.M. Roelofs, 1995. Nitrog<strong>en</strong> critical loads for natural and semi-natural<br />

ecosystems: the empirical approach. Water, air and soil pollution 85: 2413-<br />

2418, 1995.<br />

Bobbink, R., 1991. Effects of nutri<strong>en</strong>t <strong>en</strong>richm<strong>en</strong>t in Dutch chalk grassland. Journal of<br />

Applied Ecology 28, 28–41. In: Krupa, 2003.<br />

DWW, 1995. Microverontreiniging<strong>en</strong> langs rijksweg<strong>en</strong>: e<strong>en</strong> evaluatie. DWW rapport W-<br />

DWW-95-734. Rijkswaterstaat Delft.<br />

DWW, 2005. Examples of air quality measures near roads within Europe. DWW rapport<br />

DWW-2005-043. Rijkswaterstaat Delft.<br />

Forman R. T. T. and L E. Alexander, 1998. Roads and their major ecological effects. Annu.<br />

Rev. Ecol. Syst. 1998. 29:207–31.<br />

Jaradat, Q. M. & K. A. Momani, 1998. Heavy Metals in Jordan, A Comparative Study.<br />

Turk J hem 23 (1999), 209 – 220<br />

Krupa, S.V., 2003. Effects of atmospheric ammonia (NH3) on terrestrial vegetation: a<br />

review. Environm<strong>en</strong>tal Pollution 124: 179–221.<br />

Langan S. J. & M. Hornung, 1992. An application and review of the critical load concept<br />

to the soils of northern England. Environm<strong>en</strong>tal Pollution 77: 205-210.<br />

Milieu- <strong>en</strong> Natuurplanbureau, 2006a. Milieu <strong>en</strong> Natuurcomp<strong>en</strong>dium, Emissie per<br />

voertuigkilometer voor wegverkeer, 1980-2005. http://www.mnp.nl/mnc.<br />

Milieu- <strong>en</strong> Natuurplanbureau, 2006b. Conc<strong>en</strong>tratiekaart<strong>en</strong> voor grootschalige<br />

luchtverontreiniging in Nederland. Rapportage 2006. Rapport<br />

500093002/2006. MNP Bilthov<strong>en</strong>.<br />

Nilsson, J. & Gr<strong>en</strong>nfelt, P. (ed.) 1988. Critical loads for sulphur and nitrog<strong>en</strong>. UN-<br />

ECE/Nordic Council workshop report, Skokloster, Swed<strong>en</strong>. Nordic Council of<br />

Ministers NORD 1988:97. In: Langan & Hornung, 1992.<br />

Spellerberg, I. F., 1998. Ecological effects of roads and traffic: a literature review. Global<br />

Ecology & Biogeography Letters 7, 317-333.<br />

T<strong>en</strong> Harkel, M.J. 1998. Nutri<strong>en</strong>t pools and fluxes in dry coastal dune grasland. Thesis<br />

University of Amsterdam.<br />

Weinhold O., & P. Co<strong>en</strong><strong>en</strong> 2006. Conceptrapport Effectbeoordeling luchtkwaliteit rond<br />

aanleg Tweede Co<strong>en</strong>tunnel. TNO, Apeldoorn.<br />

Z<strong>en</strong>k, M.H., 1996. Heavy metal detoxification in higher plants- a review. G<strong>en</strong>e 179: 21-<br />

30.<br />

vii


viii


Aanvulling Natuurtoets aanleg Tweede<br />

Co<strong>en</strong>tunnel<br />

ANNEX II Meervleermuis<br />

Notitie ter aanvulling op Inv<strong>en</strong>tarisatie beschermde soort<strong>en</strong> <strong>en</strong><br />

effect<strong>en</strong>beoordeling in het kader van de<br />

Flora- <strong>en</strong> faunawet <strong>en</strong> Natuurbeschermingswet<br />

F. van der Vliet<br />

Het effect van verl<strong>en</strong>ging van duikers onder de A8 op het gebruik door<br />

meervleermuiz<strong>en</strong>.<br />

Navraag bij Herman Limp<strong>en</strong>s <strong>en</strong> Anne Jifke Haarsma leverde het volg<strong>en</strong>de op:<br />

Herman : De gegev<strong>en</strong>s over de afmeting<strong>en</strong> van tunnels <strong>en</strong> duikers die door vleermuiz<strong>en</strong><br />

als vliegroute word<strong>en</strong> b<strong>en</strong>ut zijn anekdotisch. Franjestaart<strong>en</strong> kunn<strong>en</strong> door e<strong>en</strong> heel lage<br />

passage he<strong>en</strong> (minder dan 50 cm). E<strong>en</strong> soort als de meervleermuis heeft g<strong>en</strong>oeg aan e<strong>en</strong><br />

hoogte van 1 m. Maar in het algeme<strong>en</strong> is het idee dat hoe groter de doorgang is, hoe<br />

beter dat voor vleermuiz<strong>en</strong> is. Verder wordt er zoals bij veel dier<strong>en</strong> e<strong>en</strong> negatief verband<br />

verondersteld tuss<strong>en</strong> de l<strong>en</strong>gte van e<strong>en</strong> tunnel <strong>en</strong> de bereidheid van vleermuiz<strong>en</strong> daar<br />

doorhe<strong>en</strong> te vlieg<strong>en</strong>. Ook hier speelt dan de verhouding doorsnee <strong>en</strong> l<strong>en</strong>gte mee. De<br />

duikers onder de A8 zijn dusdanig ruim* dat e<strong>en</strong> verl<strong>en</strong>ging van bv 5 of 10 meter niet<br />

belemmer<strong>en</strong>d op de vleermuiz<strong>en</strong> zal werk<strong>en</strong>.<br />

Anne Jifke : Anne Jifke Haarsma onderschrijft het oordeel van Herman Limp<strong>en</strong>s. Er is nog<br />

weinig over mat<strong>en</strong> van duikers <strong>en</strong> tunnels die (meer)vleermuiz<strong>en</strong> accepter<strong>en</strong> bek<strong>en</strong>d;<br />

ook niet zo heel veel over welke afmeting<strong>en</strong> belemmer<strong>en</strong>d gaan werk<strong>en</strong>. Ze k<strong>en</strong>t zelf<br />

e<strong>en</strong> drukgebruikte passage onder e<strong>en</strong> lage brug. De afstand bov<strong>en</strong> het water is nog ge<strong>en</strong><br />

meter, de doorgang is 4 meter breed.<br />

Dim<strong>en</strong>sies duikers A8:<br />

De Meervleermuiz<strong>en</strong>route is die bij Oostaan, Kolkweg 9 (de meest zuidelijke , het meest<br />

dicht bij de Noordelijke IJplas.) Kunstwerk 803 A, de inw<strong>en</strong>dige breedte is 10 meter,<br />

hoogte tov waterlijn is 4 meter 20.<br />

De tweede duiker ligt iets zuidelijker, thv de kerkstraat (kunstwerk 805) breedte<br />

inw<strong>en</strong>dig 4 meter 60, hoogte 2 m 60.<br />

ix


Aanvulling Natuurtoets aanleg Tweede<br />

Co<strong>en</strong>tunnel<br />

ANNEX III winterverblijfplaats<strong>en</strong> vleermuiz<strong>en</strong><br />

Notitie ter aanvulling op Inv<strong>en</strong>tarisatie beschermde soort<strong>en</strong> <strong>en</strong><br />

effect<strong>en</strong>beoordeling in het kader van de<br />

Flora- <strong>en</strong> faunawet <strong>en</strong> Natuurbeschermingswet<br />

Erik van Lang<strong>en</strong> o.b.v. mondelinge mededeling F. van der Vliet<br />

In de maand september (in 2006) is e<strong>en</strong> aantal keer gecontroleerd of er activiteit<br />

waarneembaar was van vleermuiz<strong>en</strong> in de nabijheid van te slop<strong>en</strong> woning<strong>en</strong>. Hiervan is<br />

niets geblek<strong>en</strong>. Op basis van deze informatie kan word<strong>en</strong> geconcludeerd dat deze<br />

woning<strong>en</strong> niet als winterverblijfplaats door vleermuiz<strong>en</strong> word<strong>en</strong> gebruikt.<br />

xi


xii

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!