Mynekomplas Maaseik - Agentschap voor Natuur en Bos
Mynekomplas Maaseik - Agentschap voor Natuur en Bos
Mynekomplas Maaseik - Agentschap voor Natuur en Bos
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
5.3 Streefbeeld visgeme<strong>en</strong>schap in de <strong>Mynekomplas</strong><br />
De diversiteit of soort<strong>en</strong>rijkdom in aquatische ecosystem<strong>en</strong> is sterk afhankelijk van de<br />
biologische karakteristiek<strong>en</strong> van het biotoop <strong>en</strong> de m<strong>en</strong>selijke beïnvloeding.<br />
Visserijbiologisch word<strong>en</strong> verschill<strong>en</strong>de watertyp<strong>en</strong> onderscheid<strong>en</strong> naargelang van de<br />
dominantie van de specifieke visassociaties. Rec<strong>en</strong>t word<strong>en</strong> vijf verschill<strong>en</strong>de<br />
viswatertyp<strong>en</strong> of visgeme<strong>en</strong>schapp<strong>en</strong> in ondiepe water<strong>en</strong> herk<strong>en</strong>t (Zoetemeyer <strong>en</strong> Lucas<br />
2001). Voor sterk vervuilde water<strong>en</strong> kan e<strong>en</strong> zesde type word<strong>en</strong> toegevoegd.<br />
Het optimale streefbeeld naar viswatertype <strong>voor</strong> de <strong>Mynekomplas</strong> in Ald<strong>en</strong>eik (<strong>Maaseik</strong>)<br />
is het snoek-blank<strong>voor</strong>nviswatertype. Daarbij moet word<strong>en</strong> vastgesteld dat de huidige<br />
visgeme<strong>en</strong>schap afwijkt van dit streefbeeld. De beïnvloeding door de Maas <strong>en</strong><br />
Maasplass<strong>en</strong>, waarin brasem <strong>en</strong> snoekbaars aanwezig zijn, zal de haalbaarheid van dit<br />
streefbeeld echter belemmer<strong>en</strong>. Enkel door e<strong>en</strong> voldo<strong>en</strong>de graad van isolatie kan het<br />
optimale streefbeeld word<strong>en</strong> b<strong>en</strong>aderd.<br />
Het snoek-blank<strong>voor</strong>nviswatertype zijn tamelijk heldere water<strong>en</strong> met e<strong>en</strong> vrij rijke<br />
oevervegetatie, maar door het verminderde doorzicht (40-70 cm) zijn de drijfbladplant<strong>en</strong><br />
schaars <strong>en</strong> de onderwaterplant<strong>en</strong> veel minder abundant. Er is meer ‘op<strong>en</strong> water’<br />
aanwezig maar nog 20 tot 60% is begroeid. In dit type komt meer plantaardig <strong>en</strong> dierlijk<br />
plankton <strong>voor</strong>. Deze visgeme<strong>en</strong>schap komt vaak <strong>voor</strong> in polderwater<strong>en</strong>, in afgeslot<strong>en</strong><br />
rivierarm<strong>en</strong> <strong>en</strong> stadsvijvers. Rek<strong>en</strong>ing houd<strong>en</strong>d met de huidige waterhuishouding <strong>en</strong><br />
waterkwaliteit is dit type meestal het meest realistische streefdoel met e<strong>en</strong> optimaal<br />
compromis tuss<strong>en</strong> ecologische waard<strong>en</strong> <strong>en</strong> de hydrologische functies <strong>en</strong> beperking<strong>en</strong>.<br />
Door de afwisseling van plant<strong>en</strong>rijke zones <strong>en</strong> op<strong>en</strong> water komt e<strong>en</strong> zeer gevarieerde<br />
visgeme<strong>en</strong>schap <strong>voor</strong>. Vaak is in dit type water de biodiversiteit naar vissoort<strong>en</strong> het<br />
hoogst. In de ondiepe, begroeide oeverzones kom<strong>en</strong> de plant<strong>en</strong>minn<strong>en</strong>de vissoort<strong>en</strong> uit<br />
het riet<strong>voor</strong>n-snoekviswatertype <strong>voor</strong>. In het op<strong>en</strong> water kom<strong>en</strong> soort<strong>en</strong> uit het<br />
blank<strong>voor</strong>n-brasem of brasem-snoekbaarsviswatertype <strong>voor</strong> zoals brasem <strong>en</strong> pos. Dit<br />
type water<strong>en</strong> bevatt<strong>en</strong> e<strong>en</strong> goede visstand met natuurlijke aanwas. Sleutelsoort<strong>en</strong> zijn<br />
blank<strong>voor</strong>n, baars, kolblei <strong>en</strong> snoek als roofvis. Door de beperktere schuilmogelijkhed<strong>en</strong><br />
<strong>voor</strong> jonge snoek treedt meer kannibalisme op bij snoek <strong>en</strong> is de predatie op de juv<strong>en</strong>iele<br />
blank<strong>voor</strong>n beperkter. Dit geeft sam<strong>en</strong> met e<strong>en</strong> hoger aanbod aan dierlijk plankton<br />
aanleiding tot e<strong>en</strong> grotere populatie aan jonge witvis. De zichtdiepte laat toe dat de<br />
aanwezige soort<strong>en</strong> op zicht plankton bejag<strong>en</strong> <strong>en</strong> de grove kieuwzeef laat het uitfilter<strong>en</strong><br />
van mugg<strong>en</strong>larv<strong>en</strong> uit de bodem toe. De bezetting is meestal lager dan 500 kg/ha, doch<br />
naast snoek (max. 50 kg/ha) is ook de snoekbaars reeds aanwezig (max. 10 kg/ha).<br />
Deze water<strong>en</strong> vorm<strong>en</strong> e<strong>en</strong> overgangstype naar het blank<strong>voor</strong>n-brasemviswatertype.<br />
In de toekomst is e<strong>en</strong> verdere ontwikkeling van de aquatische <strong>en</strong> oevervegetatie<br />
mogelijk waardoor het aandeel van typesoort<strong>en</strong> uit het snoek-blank<strong>voor</strong>nviswatertype<br />
kan to<strong>en</strong>em<strong>en</strong>.<br />
Visstandonderzoek <strong>Mynekomplas</strong> <strong>Maaseik</strong> 33