Cultuurhistorische analyse Diezerpoort - Gemeente Zwolle
Cultuurhistorische analyse Diezerpoort - Gemeente Zwolle
Cultuurhistorische analyse Diezerpoort - Gemeente Zwolle
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
Molens<br />
Langs de Nieuwe Vecht stond in het verleden een groot aantal (olie)molens.<br />
Ze waren bestemd voor de bereiding van lijnolie, dat werd geslagen uit vlas.<br />
Het olievlas bevat lijnzaadhoudende zaden die geschikt zijn voor de<br />
olieproductie. Behalve het vanuit Twente aangevoerde vlas werd langs de<br />
Nieuwe Vecht gebruik gemaakt van vlas dat in Dieze zelf werd verbouwd. Een<br />
benaming als de Vlasakkers verwijst hier nog naar. Molen de Passiebloem<br />
(Vondelkade) vormt een restant van die oude bedrijvigheid. Dit schilderachtig<br />
aan het water gelegen bouwwerk verwijst nog naar de oude ambachtelijke<br />
werkwijzen, terwijl bij dergelijke molens vooral in de loop van de 19 de en<br />
vroege 20 ste eeuw steeds meer de machinale oliemolens ofwel oliefabrieken<br />
ontstonden.<br />
De olieproductie concentreerde zich te <strong>Zwolle</strong> in het bijzonder aan de Nieuwe<br />
Vecht, de Wipstrikkerallee en in <strong>Zwolle</strong>rkerspel. Langs de Nieuwe Vecht<br />
stonden maar liefst vijf oliemolens. Behalve de Passiebloem waren dit de<br />
Roode Molen, de Aloë, de Fortuijn en de Hoop. In het kielzog van de<br />
molenbedrijvigheid woonden in de Diezervoorstad van oudsher ook<br />
molenbouwers. Zo is het bekend dat er rond 1830 aan de Diezerkade en op<br />
de hoek van de tegenwoordige Thomas a Kempisstraat enkele<br />
molenbouwers woonden. In de tweede helft van de 19 de eeuw nam de vraag<br />
naar ambachtelijke molenbouwers door de komst van electro- en<br />
benzinemotoren af.<br />
Nog in 1925 stond aan de Thomas a Kempisstraat een hoge op een belt<br />
gebouwde stellingmolen, op de plek waar al in de 17 de eeuw een<br />
standerdmolen had gestaan. Voor de sloop in 1934 was de molenstomp in<br />
gebruik als een autowerkplaats. De vroegere graanmolen had jarenlang<br />
bekend gestaan als de ‘Möllen van Marsman’, naar de grootvader van de<br />
bekende dichter Hendrik Marsman (1899-1940). De in 1861 opgerichte<br />
windkorenmolen De Vlijt, die aan de Vlasakkers stond, is rond 1955 gesloopt.<br />
<strong>Cultuurhistorische</strong> <strong>analyse</strong> <strong>Diezerpoort</strong>, <strong>Zwolle</strong> II september 2010 II blad 37<br />
Drie molens tussen de Nieuwe Vecht en de Middelweg, op de stadsplattegrond<br />
van 1846.<br />
Molen de Vlijt aan de Vlasakkers, die halverwege de jaren ’50 is<br />
afgebroken (foto circa 1933-1935, collectie HCO, <strong>Zwolle</strong>). Rechts de<br />
onderbouw van de beltmolen van Marsman, die in 1934 verdween (foto<br />
collective HCO).